Skip to main content

Redactie Beroepseer

Trends voor 2015: Jaar van rust, ruimte & redzaamheid

omslag trendsverwachting 2015Het is weer tijd voor lijstjes samenstellen. We naderen het eind van het jaar, tijd om vooruit te kijken. Wat gaat 2015 ons brengen?
Volgens het trendwatchersduo Richard en Lieke Lamb in hun TrendsVerwachting voor 2015 wordt het een jaar van Rust, Ruimte & Redzaamheid. In het verleden voorspelden de Lambs de financiële crisis van 2008, de transitie-economie en huiselijke bezigheden als breien, bakken en bloemschikken.

2015 – Het Jaar van Rust, Ruimte & Redzaamheid

Rust
Na de achtbaan, waar we sinds 2008 in beland lijken, zijn we nu aan het uitrollen… aan het ‘uitdallen’.
De ergste loopings lijken achter de rug. We bevinden ons in, wat wij noemen, de Transitie-economie (2008 – 2020), een TussenTijd…
Omgaan met de nieuwe realiteit. Men gaat op zoek gaat naar nieuwe kernwaarden; herwaardering van het kleine; het Nieuwe Genieten.

Ruimte
Nieuwe kansen om buiten de gestelde kaders te denken; ruimte om te experimenteren; ruimte voor creativiteit en innovatie waarin de kracht van ‘De Zwerm’ zichtbaar wordt. Kortom: kansen voor het ongemiddelde. Bijvoorbeeld: ‘Maker Movement meets Education’.

Redzaamheid
Burgers zijn ‘samenredzaam’ en wachten niet op de overheid. Onenigheid over wat wel en niet bij de (opgelegde) participatiemaatschappij hoort. Herwaardering van ambachten.

Thema’s en trendlijnen voor het komende jaar

– Flexconomy (flexibiliteit in denken en doen)
– ZelfZorg (zelforganiserende dwarsverbindingen)
– Intelligent Industry (Autonome Apparaten)
– Generation Exit
– Social Detoxing
– Samenredzaamheid
– Onderwijs wordt Sprokkelwijs
– CrisisConsument profiteert van de (voor)deeleconomie

Globale TrendsVerwachting voor 2015 – 2025

– Disharmonisch ontwikkelingstempo van mens en techniek
– Vergrijzing & Generation Exit (Brain Drain, uittocht hoger opgeleiden)
– Waterstof Economie (oa Thorium, Kernfusie) & Zonne-economie
– The Next Big Thing: The Holistic Age! (Mechanical Age; Industrial Age; Information Age…Holistic Age)
– Nieuwe materialen zoals Grafeen
– Technological Singularity
– Nano Assemblers

Hoe komt Nederland uit de recessie?

– Via Transitie-Economie (2008 – 2020) van Groei- naar Balans-Economie
– ICT als spil bij de hervormingen
– Excelleren in Export

Lees de hele TrendsVerwachting 2015: www.trendsverwachting.nl

Lees ook de Trendrede 2015 die sinds 2010 elk jaar een week voor de Troonrede in september gepubliceerd wordt: www.trendrede.nl

Beluister hier interviews over de Trendsverwachting 2015 op de radio: www.trendsverwachting.nl

Zwartboek over misstanden verstandelijk gehandicaptenzorg ‘Achter de façade II’ aangeboden aan vaste Kamercommissie

Het tweede Zwartboek over misstanden in de verstandelijk gehandicaptenzorg getiteld Achter de façade II, is in Den Haag op 9 december 2014 door prof. Egbert Schroten van de Stichting Klokkenluiders Verstandelijk Gehandicapten aangeboden aan de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid.
Het eerste Zwartboek, Achter de façade, werd op 29 oktober 2013 aangeboden aan de Tweede Kamer.

Het Zwartboek is samengesteld door de stichting Klokkenluiders Verstandelijk Gehandicapten (KLVG). Deze stichting inventariseert en analyseert misstanden in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en vraagt daar aandacht voor van politici.
Gedurende twee jaar zijn de meldingen die via een meldpunt op de website van de stichting binnenkomen, systematisch geïnventariseerd. De stichting is ook samen met andere organisaties betrokken geweest bij een door het Ministerie van Volksgezondheid gefinancierd onderzoeksproject Vroegtijdige signalering van mogelijke zorgfraude.

Familieleden van cliënten, personeel van zorginstellingen of andere melders konden op een lijst misstanden aanvinken en hun verhaal vertellen. Er kwamen honderden meldingen binnen waarvan er 191 zo goed mogelijk zijn onderzocht op juistheid en volledigheid. Het natrekken van de meldingen gebeurde per telefoon, per e-mail of via een huisbezoek. Het Zwartboek is gebaseerd op deze “gewogen” meldingen.

Een boek vol ontgoocheling

In de Inleiding staat dat het Zwartboek een boek vol ontgoocheling is. Het is gebaseerd op meldingen van mensen die ooit dachten dat de zorg voor hun familielid in goede handen zou zijn bij zorginstellingen. Ze kwamen op veel manieren bedrogen uit. Hun familielid kreeg bijvoorbeeld veel minder uren begeleiding dan hun op grond van hun indicatie was voorgespiegeld. De zorg werd soms geleverd door ondeskundige begeleiders of onervaren wisselende invalkrachten. Mensen maken zich zorgen om de veiligheid van hun verwanten, bijvoorbeeld omdat er ‘s nachts niemand meer in de groepswoning is, maar een ‘slaapwacht’ die op kilometers afstand via microfoons luistert of iemand opstaat.
Er zijn meldingen over te weinig en ongezond eten, over opsluiten op slaapkamers, over gedwongen verhuizingen na een ingediende klacht, met als argument dat iemand niet meer “in een groep past”, over gedwongen in luiers zitten om dat er geen tijd is iemand naar de wc te helpen, of in één geval zelfs omdat er helemaal geen wc is op de locatie. Soms blijkt de zorg nog erger te ontsporen. Er zijn meldingen over heimelijk toegediende “rustgevende” medicatie die gevaarlijke bijverschijnselen kent. Er zijn meldingen over seksueel misbruik door medebewoners die de leiding verdoezelt uit angst voor onderzoek door de Inspectie.

Er zijn ook meldingen over fraude: er wordt zorg gedeclareerd waar die helemaal niet wordt geleverd. Dergelijke meldingen komen zowel van PGB-initiatieven als uit instellingen waar Zorg in Natura (ZiN) wordt geleverd. Cliënten voor wie extra budget is aangevraagd vanwege “extreme zorgzwaarte”, profiteren zelf niet altijd van extra zorg. Het extra budget wordt elders ingezet om gaten in de bezetting te dekken.

Personeel dreigen

Naar aanleiding van het verschijnen van de voorlopige versie van dit Zwartboek is opgemerkt door vertegenwoordigers van de zorgsector dat het aantal fouten en incidenten gering is. Natuurlijk gaat er weleens wat mis, maar in zijn algemeenheid is de kwaliteit van zorg goed, zo luidde het verweer van onder meer de Vereniging Gehandicapten Zorg Nederland (VGN), de brancheorganisatie van zorginstellingen.

Dat verweer maakt op ons weinig indruk, aldus de samenstellers van het Zwartboek: “We wéten dat er ook veel goede voorbeelden van zorg zijn en dat medewerkers doorgaans hard werken. Maar we weten evengoed dat er ook sprake is van hardnekkige structurele tekortkomingen in de sector, bijvoorbeeld de gewoonte om personeel te dreigen met maatregelen als er ‘vuile was’ buiten wordt gehangen. Bovendien vrezen wettelijk vertegenwoordigers vaak repercussies voor hun gehandicapte familielid als de instelling merkt dat er naar derden geklaagd wordt. Vandaar dat veel onvrede ‘onder water’ blijft”.

Het College voor de Rechten van de Mens en het Ethiek Instituut van de Universiteit van Utrecht zullen het Zwartboek van commentaar voorzien, dat t.z.t. op de site van de stichting wordt geplaatst.

Op de site van de stichting KLVG is het hele Zwartboek 2014 Achter de facade II te downloaden: www.klokkenluidersvg.nl

Website Stichting KLVG: www.klokkenluidersvg.nl

Zó werkt de zorg in Nederland. Boek over werking zorgstelsel in 2015

omslag zo werkt de zorg in nederland 2015De Vereniging VvAA en De Argumentenfabriek hebben samen het boek Zó werkt de zorg in Nederland samengesteld dat in kaart brengt hoe stelsel, bekostiging en wetgeving van de zorg werken. Wie doet wat in de zorg? Wie betaalt wat? Welke wetten regelen wat? En hoe zit dat na 1 januari 2015?
In de praktijk is gebleken dat de meerderheid van de dokters, verpleegkundigen en paramedici onvoldoende op de hoogte zijn van hoe het zorgstelsel werkt in 2015. Dit blijkt uit een enquête met vragen over stelsel, bekostiging en wetgeving van de zorg onder leden van VvAA.

Het boek beschrijft bijvoorbeeld welke vier wetten de basis voor het Nederlandse zorgstelsel vormen: Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Jeugdwet en de wet voor langdurige zorg. Hoe de geldstromen lopen in de curatieve zorg en wat precies per wet is vastgelegd voor zorgverzekeraars. Ook gaat het boek in op hoe de markt werkt en hoe kennis in de zorg zich ontwikkelt.

De VvAA is een vereniging van meer dan 114.000 professionals in de zorg: medici, paramedici, studenten en zorginstellingen. De Argumentenfabriek helpt mensen en organisaties helder denken door het visualiseren van informatie.

Maaike de Vries, Chef Zorg De Argumentenfabriek over het boek: “Omdat het bijna 2015 is en zorgprofessionals de gevolgen van de stelselwijzigingen in hun werk gaan ervaren. Ik denk dat dit boek zorgprofessionals helpt de veranderingen beter te begrijpen, om er helder over na te kunnen denken en zo nodig naar te handelen.”

Edwin Brugman, Directeur Kennismanagement en Netwerken van VvAA: “De afgelopen jaren zijn er binnen de zorg rigoureuze maatregelen doorgevoerd. Vaak op basis van informatie die slechts voor weinigen toegankelijk en begrijpelijk is. Daardoor is er regelmatig maar weinig begrip, zeker omdat veel wél beschikbare informatie veelal gekleurd wordt weergegeven. Voor een genuanceerde discussie is kennis nodig. Die proberen we met dit boek te ontsluiten.”

Meer info: Zó werkt de zorg in Nederland. Kaartenboek Gezondheidszorg – Editie 2015, door Maaike de Vries en Jenny Kossenwww.argumentenfabriek.nl

Jelmer Evers is een van de genomineerden voor internationale Global Teacher Prize

jelmer evers 2014Jelmer Evers is een van de vijftig leraren, afkomstig uit zesentwintig landen, die genomineerd is voor de internationale Global Teacher Prize. Uit de vijftig namen wordt medio februari 2015 een lijst van tien namen gekozen, waarna op 16 maart 2015 de winnaar bekend wordt gemaakt tijdens het Global Education and Skills Forum in Dubai.

De Global Teacher Prize wordt jaarlijks uitgereikt door de in Dubai gevestigde Varkey GEMS Foundation aan een innovatieve en betrokken leraar die een inspiratie is voor leerlingen en de omgeving. Aan de onderscheiding is een prijs verbonden van een miljoen dollar.

De Global Teacher Prize wil voor het onderwijs doen wat de Nobelprijs doet voor de wetenschap, de literatuur en de vrede.
De Varkey GEMS Foundation is een non-profit organisatie, opgericht om het niveau van het onderwijs voor niet-bevoorrechte kinderen te verbeteren door middel van projecten, onderwijsprogramma’s en ondersteunende campagnes.

Jelmer Evers (1976) is docent geschiedenis op het UniC (spreek uit joenik) voor havo en vwo in Utrecht, zelfbenoemd onderwijsactivist en voortrekker van Beroepseer. Met René Kneyber redigeerde hij de in 2013 gepubliceerde bundel met essays en interviews Het alternatief – Weg met de afrekencultuur in het onderwijs, dat veel belangstelling trok in onderwijsland en bij politici.

Lees hier over Jelmer Evers op site van Global Teacher Prize: https://globalteacherprize.org

 

U P D A T E

Waarom moet Jelmer Evers de Global Teacher Prize winnen? 9 januari 2015, Video Leraar 24, online platform van, voor en door leraren. Zie: www.youtube.com

Jelmer Evers in het Algemeen Dagblad van 13 december 2014: “Als ik dat miljoen win, gaat het naar onderwijs”, door Hans van den Ham. Klik hier.

global teacher prize nomination december 2014 2

Manifest Vrije artsenkeuze namens 5,5 miljoen Nederlanders naar Eerste Kamer

De Eerste Kamer neemt vandaag, 8 december 2014,  een manifest in ontvangst over het behoud van vrije artsenkeuze. Circa 70 maatschappelijke organisaties roepen de senatoren op om vrije artsenkeuze te behouden. De Eerste Kamer debatteert vandaag en morgen over het wetsvoorstel dat de vrijheid van burgers beperkt zelf hun arts, zorgverlener of zorginstelling te kiezen.

Het manifest voor behoud van vrije artsenkeuze wordt ondersteund door circa 70 maatschappelijke organisaties, die samen ruim 5,5 miljoen Nederlanders vertegenwoordigen. Partijen als de Consumentenbond, zorgverzekeraars, Abvakabo FNV, NIP, een groot aantal patiëntenorganisaties waaronder Iederin en het Reumafonds, Buurtzorg, Cliëntenraden, organisaties zoals LOC en Landelijk Platform GGZ en zorgverleners zoals KNMT en VPHuisartsen ondertekenden dit manifest. Net als verschillende hoogleraren in de zorg.

Wat: aanbieden manifest aan leden van de Eerste Kamer.
Wie: Vertegenwoordigers van circa 70 maatschappelijke organisaties.
Wanneer: maandag 8 december om 19.15 uur.
Waar: Eerste Kamer der Staten-Generaal, Binnenhof 21-23, 2513 AA Den Haag.

Deze organisaties maken zich grote zorgen over de voorgenomen wetswijziging. Zij menen dat daarmee een onjuiste beslissing wordt genomen waarvoor onder de bevolking geen draagvlak bestaat en waarvan Nederlandse consumenten en patiënten de dupe dreigen te worden. Ook tekenden bijna 160 duizend Nederlanders persoonlijk de petitie voor behoud van vrije artsenkeuze (www.vvaa.nl/actueel/redvrijeartsenkeuze). De Eerste Kamer-commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport debatteert op 8 en 9 december over het wetsvoorstel om vrije artsenkeuze in te perken. Het voorstel wordt op 15 december in stemming gebracht.

Waar de Eerste Kamer over stemt
Zorgverzekeraars sluiten contracten met zorgverleners en zorginstellingen. Als een patiënt naar een behandelaar gaat met wie zijn zorgverzekeraar geen contract heeft, moet de zorgverzekeraar tot nu toe tóch zo’n 80 procent van de kosten vergoeden. Dit geldt voor verzekerden met een naturaverzekering, wat het overgrote deel van de Nederlanders heeft. Als de Eerste Kamer akkoord gaat met het wetswijziging van minister Schippers hoeven zorgverzekeraars vanaf 2016 níéts meer te vergoeden als een verzekerde naar een niet-gecontracteerde zorgverlener gaat.

Solidariteit onder druk
Als de senatoren akkoord gaan, vervalt voor alle Nederlandse burgers het recht om zelf een arts, zorgverlener of zorginstelling te kiezen. Die keuze kan en zal dan worden beperkt door de zorgverzekeraar. Volgens de organisaties zet dat de solidariteit tussen ziek en gezond en arm en rijk verder onder druk. Het zal leiden tot tweedeling op grond van de financiële positie van mensen. In het manifest lichten de partijen toe waarom het afschaffen van vrijeartsenkeuze een onjuiste beslissing is:
– Democratische grondbeginselen worden geschonden.
– De macht in de zorg komt steeds meer in handen van de vier grote private zorgverzekeraars.
– Een solide financiële onderbouwing van de voordelen van de wetswijziging ontbreekt.
– Voorwaarden voor de wetswijziging zoals afgesproken in de Tweede Kamer kunnen niet worden uitgevoerd.
– Deugdelijkheid van het voorstel – ook in een Europese context – staat ter discussie.

Verzet groeit
Diverse partijen voeren al enige tijd campagne voor het behoud van vrije artsenkeuze. Eerder dit jaar nam Helma Neppérus, voorzitter van de vaste Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), een petitie in ontvangst en riepen de organisaties senatoren op ‘geschiedenis te schrijven’ en een stokje te steken voor de afschaffing van de vrije artsenkeuze. Sinds oktober van dit jaar is de campagne geïntensiveerd en hebben steeds meer maatschappelijke organisaties zich aangesloten of zelf hun bezwaren bij de Eerste Kamer kenbaar gemaakt.

Manifest voor een vrije artsenkeuze: www.vvaa.nl

Petitie Red de vrije artsenkeuze: www.vvaa.nl/actueel/redvrijeartsenkeuze

Waarom Stichting Beroepseer het Manifest Vrije Artsenkeuze steunt, Blogs Beroepseer: https://beroepseer.nl

Manifest artsenkeuze namens 5,5 miljoen Nederlanders naar Eerste Kamer, bericht van VvAA, 8 december 2014: www.vvaa.nl

Lees ook: Huisartsen weigeren contract zorgverzekeraars, door Joost Visser, Medisch Contact, 8 december 2014: www.medischcontact.nl

U P D A T E

Verslag van de plenaire  vergadering Eerste Kamer van dinsdag 16 december 2014: https://www.eerstekamer.nl/verslag/20141216/verslag

Roger van Boxtel: bijl aan de wortel van de democratie, door Matthias Pauw, HP De Tijd, 15 december 2014: www.hpdetijd.nl

Zorgdebat bevat veel onwaarheden, door huisarts Annelies Leloup, de Volkskrant, 12 december 2014: www.volkskrant.nl

Verslag van de plenaire vergadering Eerste Kamer van dinsdag 9 december 2014: https://www.eerstekamer.nl/verslag/20141209/verslag

Verslag van de plenaire vergadering Eerste Kamer van maandag 8 december 2014: https://www.eerstekamer.nl/verslag/20141208/verslag

Hieronder video van de aanbieding van het manifest door het actiecomité Red de Vrije Artsenkeuze aan leden van de Eerste Kamer op 8 december 2014 namens burgers,  patiënten/cliënten en zorgverleners, verenigd in 70 organisaties.

Lezing Margo Trappenburg over rechtvaardige verdeling van zorgtaken in participatiesamenleving

tweede els borst lezing margo trappenburg 2Evidence based werken volgens richtlijnen en protocollen is een belangrijke standaard in de curatieve gezondheidszorg. Sommigen vinden dat dit ook zou moeten gelden in de ondersteunende zorg, het welzijnswerk en de jeugdzorg. Is evidence based werken ook de juiste aanpak buiten de cure? Wordt daarmee de ethische vraag wat goede zorg niet versmald tot wat bewezen effectieve zorg is?

Margo Trappenburg gaf op 27 november 2014 in Den Haag antwoorden op deze vragen in de Tweede Els Borst lezing. Deze lezing – vernoemd naar Els Borst (1932 – 2014), minister van Volksgezondheid in de periode 1994 – 2002 tijdens de kabinetten Kok I en II – is een initiatief van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) dat op verzoek van Els Borst is opgericht in 2003.
Margo Trappenburg is bijzonder Hoogleraar Grondslagen van het Maatschappelijk Werk aan de Universiteit voor Humanistiek en hoofddocent Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht.

Trappenburg gaat in haar lezing in op de rechtvaardige verdeling van zorgtaken in de participatiesamenleving. Zoals bekend moet die samenleving vorm krijgen vanaf januari 2015 als diverse zorgtaken waarvoor rijk en provincie verantwoordelijk waren, overgeheveld zijn naar gemeenten.

Trappenburg: “In deze tweede Els Borst Lezing wil ik het met u gaan hebben over de verdeling van zorgtaken over professionals en niet-professionals (vrijwilligers, familieleden, buren en vrienden van zorgbehoevende burgers). Verdelingsvraagstukken zijn in de medische ethiek traditioneel onderbelicht. In het veelgebruikte handboek van Beauchamp en Childress, Principles of Biomedical Ethics gaat het over vier principes: autonomie, niet-schaden, weldoen en rechtvaardigheid. De eerste drie worden uitvoerig beargumenteerd, maar voor het laatste principe wordt de lezer verwezen naar normatieve kaders in zijn of haar politieke gemeenschap.
Rechtvaardigheid, daar kan je immers heel verschillend over denken. Ik vind dat jammer. Ik denk dat de politiek in laatste instantie over al die principes moet oordelen…
Dat is het wezen van een democratie. Maar op al die punten kunnen politici wel profiteren van morele adviezen.

Hoe het eerst was

Eind jaren tachtig, begin jaren negentig discussieerden we in Nederland over keuzen in de zorg. Medisch-ethici en gezondheidsjuristen deden dat doorgaans aan de hand van een fictieve, doch netelige casus die bekend stond als ‘het ziekenzaaldilemma’. U kent het misschien nog wel. Op een zaaltje liggen vijf patiënten. De eerste is een verstokte roker. De tweede is een beroemde violist of anderszins maatschappelijk belangrijk persoon.
Medisch-ethici hielden het meestal op violisten, maar u kunt daar natuurlijk uw eigen draai aan geven en Mark Rutte invullen. Of Klaas-Jan Huntelaar.
De derde is een pas gepensioneerde man. De vierde is een jonge moeder van – onveranderlijk – drie kleine kinderen. En de vijfde is een puber. Ze hebben allemaal dezelfde ziekte, maar de dokter kan slechts van een van hen het leven redden, want er is schaarste in de zorg.

Aan de hand van die casus kon je dan pleiten voor selectie op basis van eigen schuld (niet de roker), op basis van maatschappelijke relevantie (wel de violist), op basis van persoonlijke onmisbaarheid (de jonge moeder) of op basis van leeftijd (wel de puber, niet de bejaarde).
De Commissie-Dekker bracht in dezelfde periode een rapport uit waarin ze betoogde dat al dit soort keuzedrama’s zouden verdwijnen als wij in de zorg meer marktwerking zouden introduceren. De Commissie-Dunning verkondigde in weer een ander rapport dat we allemaal moesten leren dat de bomen niet tot in de hemel groeiden en dat we alleen zorg zouden moeten vergoeden die je nodig had om als burger mee te kunnen doen in onze gemeenschap. Daar hoorde in-vitrofertilisatie dan bijvoorbeeld niet bij.

Hoe evidence based is ontstaan

En toen was daar – temidden van al deze consternatie – een prachtig advies van de Gezondheidsraad, dat een einde maakte aan onze zorgen. In dat advies werd het verschijnsel van de interdoktervariatie aan de orde gesteld. Op basis van grondige literatuurstudie en interviews met tientallen specialisten concludeerde de Gezondheidsraad dat de ene arts om allerlei redenen een andere aanpak heeft dan de andere en dat dit een kosten-opdrijvend effect had. Een van de geïnterviewde internisten legde uit hoe het vaak ging met nieuwe diagnostische methoden:

Artsen hanteren oude vertrouwde methoden het liefst, daar kunnen ze goed mee uit de voeten. Toch willen ze niet achterblijven en willen ze wel eens zien of nieuwe methoden hun beloften waarmaken. Het gevolg is dat zij beide doen.

De raad sprak met drie KNO-artsen over de vraag of hoofdpijn kan worden opgelost door het rechtzetten van het neustussenschot.

Eerste arts: Hoofdpijn is beslist een indicatie. Deze ingreep heeft in de jaren zestig een grote graad van perfectie bereikt en men mag zich veel veroorloven in pogingen om de patiënt van zijn klachten af te helpen.

Tweede arts: Frontale hoofdpijn kan een indicatie zijn voor septumcorrectie, mits er sprake is van een duidelijk afwijkend septum.

Derde arts: Hoofdpijn is geen indicatie voor septumcorrectie. Als je wilt kun je altijd wel een afwijkend septum zien. Bij hoofdpijnklachten een septumcorrectie uitvoeren is geld verdienen.

Artsen signaleerden dat collega’s niet altijd op de hoogte waren van de meest recente inzichten. Ze vertelden hoe ze door hun ziekenhuisdirectie onder druk werden gezet om onnodige behandelingen toch maar uit te voeren, omdat het ziekenhuis eraan verdiende of omdat de patiënt daar prijs op stelde. Specialisten biechtten eerlijk op dat er werd gesleuteld aan indicaties om lucratieve verrichtingen te kunnen declareren. Enzovoorts, enzovoorts. De boodschap van dit advies was glashelder. Zolang het zo’n chaos was in de medische wereld hoefden wij ons geen zorgen te maken over het lot van de lieve jonge moeder, de violist en de puber. Zelfs de verstokte roker en de bejaarde hoorden gewoon zorg te krijgen als ze ziek waren.
Eerst moesten die artsen maar eens gaan doen waar ze al die jaren voor hadden doorgeleerd: geneeskunde bedrijven op de juiste manier. Op basis van regels, richtlijnen en protocollen, waarin werd vastgelegd hoe te handelen bij bepaalde symptomen en hoe te behandelen bij gegeven diagnoses. Op basis van serieus wetenschappelijk onderzoek: randomized clinical trials, waarin methoden met elkaar werden vergeleken en meta-analyses waarin de resultaten van grote aantallen trials bij elkaar werden gezet.

Evidence based geneeskunde. Dat was goed voor de patiënt die op deze manier de juiste zorg kreeg voor zijn botbreuk, haar chlamydia en zijn prostaatkanker. Het was ook goed voor de medische professie.

Evidence based geneeskunde benoemde precies waar de verschillen lagen tussen echte dokters en leken of kwakzalvers: echte dokters hanteren wetenschappelijk onderbouwde methoden. Leken en kwakzalvers doen maar wat. En ten slotte was het goed voor financierende instanties: zorgverzekeraars en de overheid konden met behulp van dit criterium bepalen welke zorg voor vergoeding in aanmerking zou komen. Onnodige of niet-werkzame behandelingen hoeven niet in het pakket”.

Bescheiden professionals

Aan het slot van haar lezing legt Trappenburg uit dat er grenzen zijn aan evidence based werken in de gezondheidszorg: … “Goede ideeën breiden zich soms als een olievlek uit, totdat er ergens een moment komt waarop we gaan denken: zijn we nu met z’n allen helemaal gek geworden? Zo is het ook gegaan met evidence based geneeskunde”.
Evidence based werken in de ondersteunende zorg, bejaardenzorg, welzijnswerk en jeugdzorg is niet nodig. Maar wat gaan gemeenten doen met die vormen van zorg die niet evidence based zijn? Het gevaar van de sterke nadruk op evidence is dat niet-wetenschappelijk onderbouwde zorgtaken van “bescheiden professionals” met een normale baan en een fatsoenlijk salaris, zoals Trappenburg hen noemt, niet door de gemeente worden opgepakt, maar worden overgelaten aan familie, mantelzorgers en buren*).

Bescheiden professionals dienen zorgtaken te krijgen in een gemeente. Daarbij is de overweging dat het ultieme afbakenings-criterium niet is: “Wat zou de burger zelf kunnen en wat is gespecialiseerde evidence based hulpverlening waarvoor je moet hebben doorgeleerd?” Dan is de afweging: “In hoeverre willen we als gemeente de burger ter wille zijn?” Of: Willen wij een rechtvaardige verdeling van zorgtaken?

*) Trappenburg maakt een onderscheid tussen “bescheiden professionals” en “klassieke professionals”.

Lees de hele lezing Bescheiden professies – Over evidence based werken buiten de cure, lezing van Margo Trappenburg, Centrum voor Ethiek en Gezondheid, november 2014: https://beroepseer.nl

Simpele zorg hoeft niet door de buren, verkorte vorm van de 2e Elst Borst lezing in NRC,
1 december 2014: http://margotrappenburg.nl

Centrum voor ethiek en gezondheid: https://www.ceg.nl/

Hoogleraar Marieke Schuurmans aan verpleegkundigen: Laat je stem horen en wees gesprekspartner

Tijdens de bijeenkomst Nursing experience in Ede op 2 en 3 december 2014, legde Marieke Schuurmans aan verpleegkundigen uit wat het doel is van verplegen. Schuurmans is hoogleraar Verplegingswetenschap aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC) en lector Zorg voor ouderen aan de Hogeschool Utrecht. Het doel is “het bevorderen van gezondheid, groei, ontwikkeling en voorkomen van ziekte, aandoening of beperking. Gezondheid gaat niet specifiek over de aandoeningen, maar het aanpassingsvermogen van mensen om zelf in hun kracht te blijven. Zelfmanagement dus”.
Schuurmans waarschuwt wel dat we moeten oppassen dat de zorg geen IKEA wordt: “Het kenmerk van IKEA is: doe het zelf, maar niet hier in onze winkel. We moeten in de zorg niet een pakket aanbieden en vervolgens niet verder helpen”.

Wees gesprekspartner
Op de vraag hoe verpleegkundigen dienen om te gaan met de veranderingen die zich steeds maar weer aandienen, antwoordt Schuurmans: “Verandering is constant. Dus je moet bedenken wat je er zelf aan kunt bijdragen en hoe je zelf je deskundigheid kunt gebruiken om daar richting aan te geven. Op veel plekken waar het beleid wordt gemaakt, weten de mensen niet precies wat de verpleegkundige doet, dus ze weten ook niet wat de uitwerking is van de maatregelen.
Daarom moeten verpleegkundigen een gesprekspartner zijn en dat betekent dat je niet alleen met je collega’s praat, maar ook je stem laat horen binnen je instelling. Bijvoorbeeld via een verpleegkundige adviesraad (VAR) of via een beroepsvereniging. Of stuur gewoon eens een e-mail naar je Raad van Bestuur. Wees niet huiverig voor de mannen in pak, vaak ontstaat er juist een goed gesprek als je ze aanspreekt. Bedenkt: Op veel plekken waar het beleid wordt gemaakt, weten mensen niet precies wat verpleegkundigen doen en weten ook niet wat de uitwerking is van allerlei maatregelen”.

De zorg moet geen IKEA worden, door Marloes Oelen, Nursing, 2 december 2014: www.nursing.nl

Voorzitter Maarten Ruys van NZa in toespraak: Concreet hebben we zorgen over de machtsconcentratie bij zorgverzekeraars

Met welke thema’s moet de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zich de komende jaren bezighouden? Die vraag stond 25 november 2014 centraal tijdens de bijeenkomst “In gesprek met de NZa” waarop partijen uit de zorg gingen praten met de medewerkers van NZa. In de inleidende toespraak van tijdelijk voorzitter Maarten Ruys noemde hij vier thema’s met een dilemma die in de nabije toekomst besproken behoren te worden en waarover hij graag de meningen wilde horen. Deze bijeenkomst was de start van een serie gesprekken. In 2015 organiseert de NZa verdiepende bijeenkomsten rond de besproken thema’s.

De thema’s

Deregulering/vereenvoudiging
We horen vaak: de regels van de NZa zijn ingewikkeld, al die veranderingen zorgen voor onrust in de zorg of: de regels staan innovatie in de zorg in de weg. Wij willen werk maken van minder regels. Maar dat vraagt om een afweging met andere belangen.

Kwaliteit
Hoe houden we de zorg betaalbaar, nu en in de toekomst? In het debat is de prijs van zorg een groot discussiepunt. Maar het gaat ons niet alleen maar om de prijs, anders zou je geen geld aan zorg willen uitgeven. Tegenover de kosten van zorg moet ook kwaliteit staan. De kosten van zorg zijn het afgelopen decennium sterk gestegen, maar ook de levensverwachting is gestegen en de kans op overlijden bij veel ziektes gedaald. Wat zijn de baten van zorg?
Wij vinden het belangrijk dat de consument ook informatie krijgt over de kwaliteit van zorg om zijn keuze op te baseren. En – daarvan afgeleid – dat kwaliteit een rol speelt in de inkoop van zorg door zorgverzekeraars, net als in onze gereguleerde tarieven. Hoe kunnen we informatie over kwaliteit een belangrijker rol laten spelen in het stelsel? Wat zou onze toegevoegde waarde moeten zijn in relatie tot andere partijen, zoals het kwaliteitsinstituut, de IGZ en de professionals zelf?

Verzekeringsmarkt
De zorgverzekeraar speelt een steeds belangrijker rol in ons stelsel. Zowel in de AWBZ als de Zorgverzekeringswet is de verzekeraar de spil. Door de afschaffing van de ex post verevening en de voorgenomen wijzigingen van artikel 13 in de Zorgverzekeringswet, is de machtspositie van de zorgverzekeraar versterkt. Dat betekent voor de NZa dat we onze aandacht ook gaan verleggen naar de zorgverzekeringsmarkt.
Concreet hebben we zorgen over de machtsconcentratie bij zorgverzekeraars. Dat betekent dat we bijvoorbeeld de concurrentie tussen verzekeraars onder de loep willen nemen. Naast het meten van marktmacht willen we kijken of en in hoeverre inkoopvoordelen worden doorgegeven aan de verzekerden en hebben we aandacht voor de kroonjuwelen zorgplicht, verbod op premiedifferentiatie en ongewenste risicoselectie vergroten.

Inkoopmacht
Tot slot. De toegenomen macht van zorgverzekeraars leidt ook tot de vraag of deze macht op de inkoopmarkt richting de zorgaanbieders niet ten koste gaat van de publieke belangen. Wij zullen dus ook de gevolgen van eventuele inkoopmacht toetsen aan de bijvoorbeeld de zorgplicht en aan de gevolgen voor kwaliteit. Wij gaan graag met u het gesprek aan op welke wijze we de publieke belangen in ons toezicht op inkoopmacht op praktische wijze kunnen vormgeven.

Ruys wijst er in zijn toespraak ook nog op dat de belangrijke spelers in het Nederlandse zorgstelsel de verzekeraars zijn, de zorgaanbieders en de consumenten: “De machtsposities in het stelsel zijn niet aan elkaar gelijk. Het is ook daarom dat NZa ervoor is opgericht om de consument zoveel mogelijk te beschermen”.

Speech Maarten Ruys op bijeenkomst In gesprek met de NZa, NZa, 25 november 2014: www.nza.nl (Speech niet meer beschikbaar op site NZa)

Website NZa: http://www.nza.nl/publicaties/nieuws/Vruchtbare-kick-off-in-gesprek-met-de-NZa/ (Niet meer beschikbaar)

U P D A T E

NZa: ‘Concrete zorgen over machtsconcentratie zorgverzekeraars’, door Eelke van Ark, Follow the Money, 6 december 2019: www.ftm.nl

Over leven en tragische dood van Aaron Swartz: wonderkind, pionier en activist van internet

aaron swartzDe documentaire The Internet’s own boy: Aaron Swartz gaat over het Amerikaanse programmeerwonder Aaron Swartz die van kinds af aan pionierde met computerprogramma’s. Hij was de bedenker van het RSS protocol en oprichter van de sociale nieuwssite Reddit. Met de Amerikaanse rechtenprofessor Lawrence Lessig werkte hij aan de oprichting van Creative Commons, een alternatief auteursrechtenstelsel voor het met elkaar delen van materiaal.  WC3, het World Wide Web consortium, opgericht door internet-uitvinder Berners-Lee, nodigde Swartz uit mee te werken aan de ontwikkeling van internet toen deze nog een tiener was.

Swartz bedacht alles vanuit het ideaal dat informatie voor iedereen beschikbaar moet zijn en gedeeld moet kunnen worden. Daarvoor voerde hij acties die succesvol bleken. Hij wist op een effectieve manier technologie te verbinden met activisme. Een voorbeeld is zijn actie tegen invoering van SOPA – Stop Online Piracy – een Amerikaans wetsvoorstel dat in oktober 2011 werd ingediend door Lamar Smith en twaalf andere parlementsleden dat de Amerikaanse justitie en auteursrechthebbenden meer mogelijkheden moest geven om online uitwisseling van auteursrechtelijk beschermde bestanden tegen te gaan. Tegenstanders waren van mening dat de wet neerkwam op internetcensuur, verlamming van het internet en een bedreiging voor klokkenluiders, en de vrijheid van meningsuiting in het algemeen.
Op 16 november 2011 was er een dag van protest, de American Censorship Day, waaraan ook internetbedrijven meededen zoals Wikipedia.
In januari 2012 maakte Lamar Smith bekend het wetsvoorstel tijdelijk in te trekken. Hij zal wachten op “bredere steun.

Zijn succesvol actievoeren is waarschijnlijk een van de redenen geweest voor justitie om Swartz strafrechtelijk te vervolgen. De directe aanleiding voor vervolging was evenwel “computerfraude” die bestond uit het downloaden van ruim vier miljoen wetenschappelijke artikelen van JSTOR, een digitale aanbieder van wetenschappelijke publicaties. Universiteiten moeten jaarlijks soms wel tienduizenden dollars voor abonnementen betalen om toegang te verkrijgen tot de digitale bibliotheek.

Hoewel Swartz de database niet had gehackt, had hij wel een programma geschreven waarmee de artikelen automatisch werden gedownload. Dat was in strijd met de voorwaarden van de site.
JSTOR besloot Swartz niet zelf aan te klagen nadat hij alle gedownloade data had teruggestuurd, maar de Amerikaanse autoriteiten deden het wel. Voor het stelen van artikelen hing Swartz een gevangenisstraf van 35 jaar en betaling van een bedrag van een miljoen dollar boven het hoofd, een uitzonderlijk strenge straf voor een “misdaad zonder slachtoffers”.

Uiteindelijk leidde een twee jaar durende juridische strijd tot Swartz’ dood. Op 11 januari 2013 kwam het nieuws naar buiten dat hij een eind aan zijn leven had gemaakt in zijn appartement in New York. Hij was 26 jaar oud.
In een officiële verklaring schrijven de ouders van Swartz: “De dood van Aaron is niet simpelweg een persoonlijke tragedie. Het is het product van een justitieel systeem dat overloopt van intimidatie en verregaande vervolgingen”.

Op 27 november werd de filmdocumentaire The Internet’s own boy: The story of Aaron Swartz  uitgezonden op NPO 2 in het kader van de documentaireserie: 2Doc.

Op 4 december 2014 werd bekendgemaakt dat The Internet’s Own Boy op de lijst staat van vijftien titels van filmdocumentaires die in aanmerking komen voor een Oscarnominatie. Op 15 januari 2015 worden er vijf titels genomineerd. De Oscaruitreiking vindt plaats op 22 februari 2015: www.latimes.com