Skip to main content

Redactie Beroepseer

Onderzoek onder ruim 9000 zorgprofessionals over hun ervaringen. Waar liggen zij wakker van?

De Vereniging VvAA, de ledenorganisatie en dienstverlener voor meer dan 114.000 zorgprofessionals, bestaat negentig jaar en deed een groot kwantitatief onderzoek*) waaraan ruim 9.000 zorgprofessionals meededen. Centraal in het onderzoek stond de vraag Waar ligt u wakker van? Duizenden zorgprofessionals waaronder huisartsen, medisch specialisten, tandartsen, dierenartsen, apothekers en paramedici zoals fysiotherapeuten, reageerden.

Zeventig procent administratieve rompslomp en derig procent beroep

Uit het onderzoek komt naar voren dat zorgverleners vooral bezig willen zijn met de uitoefening van hun vak: mensen beter maken. Met name de groeiende berg papierwerk en regels waar zij in toenemende mate mee te maken krijgen en aan moeten voldoen leiden daar van af.

Enkele uitspraken uit het onderzoek: “Zeventig procent administratieve rompslomp en dertig procent beroep”, zegt een therapeut. Het vak komt steeds meer in het teken te staan van geld en minder van inhoud en kwaliteit. “Dat is nou juist waar ik mijn voldoening uit haalde: helpen met een betere therapie.” Een specialist: “Als een verzekeraar bepaalt welke zorg ingekocht wordt, is dit puur op commerciële basis. Ik heb dit beroep gekozen om kwaliteit en om humane redenen.” Ook de medische aansprakelijkheid baart veel zorgverleners zorgen. “Ik lig wakker van de aansprakelijkheid in relatie tot risico’s en verantwoordelijkheden.”

Verzekeraars gaan zich steeds meer bemoeien met praktijkzaken

Veranderingen zijn van alle tijden” stelt Herman van Hemsbergen, voorzitter van de hoofddirectie van VvAA. “Maar de snelheid van veranderen is echt van deze tijd. Dat is prima, echter als voor al die veranderingen nieuwe regels en protocollen worden opgesteld, die in de uitvoering zo veel vragen dat de zorg zelf onder druk komt te staan, dan zijn we verkeerd bezig. Dan is de balans zoek. Feitelijk zijn we constant bezig met het systeem aanpassen, in de hoop dat dat besparingen oplevert. Maar alleen systemen lossen de problemen niet op.”

Door de introductie van steeds meer regels, ‘bureaucratiseert’ de zorg. Dit gaat ten koste van (de tijd die kan worden besteed aan) het verlenen van zorg. En de kwaliteit verbetert er niet door. De verregaande regelgeving staat bovendien haaks op vertrouwen en de eigen verantwoordelijkheid. “We zien dat verzekeraars zich meer en meer gaan bemoeien met ‘praktijkzaken’ en daarmee treden in de relatie tussen zorgverlener en patiënt. Dat komt het vertrouwen tussen zorgverlener en patiënt niet ten goede en drukt daarmee een negatief stempel op de kwaliteit en toegankelijkheid van de Nederlandse gezondheidszorg. De afschaffing van de vrije artsenkeuze is daar een heel vervelend voorbeeld van “, aldus Van Hemsbergen.

Volgens de directievoorzitter moet de politiek duidelijker zijn in de problemen die men op wil lossen. “Als het gaat om de kwaliteit van de zorg wordt die in Nederland internationaal altijd op de hoogste plaatsen gewaardeerd. Als het gaat om de kosten zou heroverwogen moeten worden of het keihard sturen op het zorgaanbod en de zorgaanbieders, zoals nu gebeurt en gaat gebeuren, zal werken.”

Congres Tijd voor ziel in de zorg op 28 november 2014 in Rotterdam

VvAA maakt zich zorgen over de afname van de menselijke maat in de zorg. Van Hemsbergen: “Mededogen, empathie en compassie zijn sleutelbegrippen die op de zorgvloer niet om te rekenen zijn in tijd of euro’s. Dit thema adresseren we ook tijdens ons afsluitende jubileumcongres Tijd voor ziel in de zorg op 28 november aanstaande in de Van Nellefabriek in Rotterdam. We willen dit onderwerp nadrukkelijk op de kaart zetten en met leden, bestuurders van beroepsorganisaties en andere relevante stakeholders op zoek gaan naar een nieuwe balans.”

*) Resultaten VvAA Levenslooponderzoek, 13 oktober 2014: www.vvaa.nl/levensloop/onderzoek-2014

Zie hele bericht: Groeiende berg papierwerk bezorgt zorgprofessional slapeloze nachten, VvAA, 14 oktober 2014: www.vvaa.nl

28 november: Jubileum-event Tijd voor ziel in de zorg: www2.vvaa.nl

 

Controles van zorgverzekeraars bij hulpverleners GGZ zijn niet legitiem + in strijd met medisch beroepsgeheim

Zorgverzekeraars blijken hulpverleners in de GGZ die met “kind en jeugd” werken te benaderen met een brief waarin ze een (materiële) controle aankondigen, gebaseerd op het enkele feit dat de kosten van behandelingen van kind en jeugd gemiddeld duurder blijken uit te vallen dan de kosten van behandelingen van volwassenen.
Onder verwijzing naar de Gedragscode Zorgverzekeraars met bijbehorend protocol materiële controle vragen zorgverzekeraars om het aanleveren van gedetailleerde informatie op persoonsniveau met betrekking tot declaraties van kind en jeugd GGZ.

De Stichting Koepel DBC-vrije Praktijken (KDVP) wijst er evenwel met klem op dat deze handelwijze van zorgverzekeraars absoluut niet legitiem is! De algemene conclusie dat kind en jeugd declaraties gemiddeld hoger blijken te zijn dan declaraties voor volwassenenzorg, is geen legitieme grond voor het opvragen van behandelinformatie op persoonsniveau bij individuele hulpverleners.

Bepaald niet onbelangrijk is verder het feit dat er momenteel geen geldige Gedragscode Zorgverzekeraars is! Waar verzekeraars zich beroepen op het protocol materiële controle (behorend bij de Gedragscode) is dit niet legitiem.
In de juridische procedure tegen het CBP heeft de rechtbank de goedkeuring van de Gedragscode Zorgverzekeraars (met bijbehorend protocol materiële controle) op 13 november 2013 vernietigd. Zie: https://www.kdvp.nl/nieuws/nieuwsberichten-2013
Vervolgens heeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) – in navolging van de uitspraak van de rechter – het nagelaten om de nodige herstelwerkzaamheden aan de gedragscode te verrichten, zoals het uitwerken van getrapte, proportionele materiële controleprocedures op basis van duidelijke criteria. Dit betekent in elk geval dat er geen legitieme grond is voor het uitvoeren van materiële controles.

De KVDP heeft een brief ontworpen die aan de betreffende zorgverzekeraar kan worden opgestuurd. De brief, te vinden op de website van KVDP, bevat de argumenten die aangeven waarom een dergelijke controle niet legitiem is en dus geweigerd dient te worden omdat het verstrekken van deze informatie een inbreuk vormt op het medisch beroepsgeheim. Klik hier voor de brief.

Om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen, zie de Nieuwsberichten op de website van KDVP: www.kdvp.nl

Seminar over pesten op het werk: Hoe ga je als bedrijf daarmee om?

Op 30 oktober 2014 vindt in Amsterdam een seminar plaats over pesten op het werk. Hoe ga je als bedrijf om met pesten?
Het seminar is bedoeld voor professionals die te maken kunnen krijgen met pesten op het werk: managers, HRM, P&O, leidinggevenden, vertrouwenspersonen, arbodiensten, psychologen en sociologen. Het is een seminar waarop ook de zakelijke kant van pesten op het werk aan bod komt.
Het seminar wordt georganiseerd door de Stichting Pesten op de werkvloer en DRIBA, het gedragsexpertisecentrum van de Vrije Universiteit van Amsterdam.

De Stichting heeft als doel een kennisportaal te zijn voor alle partijen die direct of indirect te maken hebben of hebben gehad met pesten op het werk: werknemers die gepest worden, maar ook partners van gepeste mensen, werkgevers die met pesten in hun organisatie te kampen hebben, medewerkers die zelf pesten of collega’s die het horen en zien gebeuren.

Uit een onderzoek van CNV Vakmensen in samenwerking met de Universiteit Twente blijkt dat 17% van alle werknemers structureel gepest wordt. Dat zijn circa 250.000 tot 350.000 mensen. Hiermee is Nederland verreweg koploper in Europa.
Het pesten kan voor veel psychische en lichamelijke klachten zorgen en heeft verstrekkende gevolgen voor de gepesten en hun omgeving. Geschat wordt dat één op de tien zelfmoorden zelfs hierdoor veroorzaakt wordt. Niet verwonderlijk dat structureel gepeste werknemers drie keer zoveel verzuimen als hun collega’s. De kosten van pesten op de werkvloer voor de werkgever door o.m. ziekteverzuim, arbeidsconflicten en kostbare juridische procedures zijn hoog. Hoewel een goed preventiebeleid dit zou kunnen voorkomen, wijst onderzoek uit dat ruim 50% van de Nederlandse bedrijven geen beleid heeft.

Magazine Pesten op de werkvloer met verhalen uit de praktijk

De Stichting geeft een magazine uit: Pesten op de werkvloer. Het eerste nummer is verschenen in oktober 2014. Daarin staat het verhaal van ambtenaar Paul Kemperman die het doelwit werd van pesterijen. In twee jaar tijd werd hij op slinkse wijze uit het gemeentehuis van Zevenaar weggepest.
Een ander verhaal is afkomstig van ambtenaar André H die eind 2012 op een heel geniepige manier het gemeentehuis van Kampen uitgewerkt werd.
Ambtenaren blijken een grote risicogroep te vormen. De analyse Tweede Staat van de Ambtelijke Dienst van december 2013 wijst erop dat de mentaal-emotionele belasting, waaronder pesten valt, in het openbaar bestuur gemiddeld genomen groter is dan in alle andere sectoren.
Ook internationaal onderzoek laat zien dat er in de ambtenarij volop gepest wordt.
Volgens beleidsadviseur Renske Jurriëns van de vakbond FNV wordt een op de zes werknemers gepest.

Website van de Stichting Pesten op de werkvloer: www.pestenopdewerkvloer.nl
Seminar Pesten op het werk in Amsterdam op donderdag 30 oktober 2014: https://sbe.vu.nl
Pesten beïnvloedt functioneren werknemers op lange termijn, Universiteit Twente, 26 november 2009: www.utwente.nl
CNV Vakmensen neemt pesten op het werk serieus, Personeelsnet, 8 augustus 2011: www.personeelsnet.nl
Tweede Staat van de ambtelijke dienst, december 2013: https://openaccess.leidenuniv.nl

Indringend gewetensonderzoek nodig over de ethiek van het zakendoen in ICT-sector. Ook bij de overheid

Op woensdag 15 oktober 2014 presenteert de Kamercommissie ICT haar eindrapport van het onderzoek naar falende ICT-projecten dat in april 2013 onder leiding van Tweede Kamerlid Ton Elias is begonnen met een reeks openbare hoorzittingen met deskundigen over ICT bij de overheid. Het betreft projecten als de modernisering van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), de OV-chipkaart, politie- en brandweersysteem C2000 en het Elektronische Patiëntendossier (EPD).
De Tweede Kamer besloot in 2012 tot een parlementair onderzoek.

In november 2013 vroeg de Kamercommissie negen maanden extra tijd voor ‘verdiepingsonderzoek’. De commissie wilde ontbrekende documenten onderzoeken en meer informatie inwinnen door middel van aanvullende gesprekken. Die verdieping was nodig op het gebied van aanbestedingsprocedures, contractmanagement, de relatie tussen ICT-leveranciers en overheid en de geldstromen binnen ICT-projecten. Daarbij moest ook duidelijk worden of er sprake is van ondoelmatig gebruik van belastinggeld en volgens welke patronen zich dat voordoet.
Falende ICT-projecten bij de overheid zijn al jaren gaande met als gevolg kapitaalvernietiging van honderden miljoenen euro’s per jaar.

Klokkenluider met USB-stick

Op 2 oktober 2014 besteedde het televisieprogramma ZEMBLA een uitzending aan het frauderen door ICT-leverancier Ordina met verschillende aanbestedingen van de overheid in de periode 2005-2010. Het betreft aanbestedingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie en de gemeente Rotterdam. Ook kreeg Ordina cruciale, vertrouwelijke documenten toegespeeld, onder meer door een corrupte ambtenaar. Dat blijkt uit een grote hoeveelheid interne bedrijfsinformatie van Ordina die in bezit is van ZEMBLA.
ZEMBLA heeft van een klokkenluider een USB-stick toegespeeld gekregen en beschikte daardoor over zo’n honderdduizend e-mails, adresbestanden en vertrouwelijke bedrijfsplannen, afkomstig van Ordina. Ordina heeft de authenticiteit van de informatie tegenover ZEMBLA bevestigd.

De uitzending van ZEMBLA heeft ertoe geleid dat het aandeel Ordina, dat sinds 3 oktober 2013 zo mooi omhoog was geklommen van €1,21 naar €1,96 vorige week op 3 oktober weer volledig is teruggevallen naar de bodemkoers van een jaar geleden. Reden: Ordina kan meegesleept worden in tal van rechtszaken over fraude bij aanbestedingen.

Verziekte bedrijfscultuur, zowel bij overheden als IT-sector

De klokkenluider is de boodschapper. De echte oorzaak is een verziekte bedrijfscultuur, zowel bij de overheden als in de IT sector, aldus Adriaan Meij*) in zijn artikel Aanbestedingsfraude Ordina is topje van de ijsberg op de site van Computerworld: “Omkoping, corruptie, aanbestedingsfraude, schenden van geheimhoudingsplicht, vragen om ‘tegenprestaties’ bij het gunnen van een opdracht; het televisieprogramma heeft de eerste contouren geschetst van strafbare fraude en bedrog bij de overheid en grote bedrijven in de IT sector. Mannen die elkaar frauduleus de bal toespelen en concurrentie proberen uit te sluiten.

‘De laagste prijs is de belangrijkste factor geworden bij IT-aanbestedingen. Dat beleid leidt ertoe dat projecten mislukken en favoriete leveranciers voorkennis verwerven. Value based aanbestedingen met een proof of concept en een pilot, waarbij het risico bij de opdrachtnemer ligt, zijn beter’. Dat zegt Ad Nederlof, algemeen directeur van de Vanad Group.
Hij noemt fraude heel ernstig en vindt dat de onderste steen boven moet komen. Maar hij is niet verbaasd. Nederlof gaf in het verleden onder meer leiding bij Volmac en Oracle en kent de IT-sector als geen ander.
‘Wij doen niet meer mee met aanbestedingen als we vermoeden dat het spel vóór de formele aanbesteding al gespeeld is. Dat vermoeden bestaat vaak. En wij zijn niet de enigen die er zo over denken. Ordina is het topje van de ijsberg’, zegt hij.”

De Ordina fraudezaak zal – net als de bouwfraudezaak – nog vergaande consequenties hebben voor de gehele IT-sector. De beschuldigingen zeggen veel over de zakelijke ethiek in de branche. Het ministerie van Defensie heeft inmiddels aangifte gedaan tegen één persoon. De Rotterdamse Rekenkamer buigt zich over de Rotterdamse zaak. De Autoriteit Consument en Markt is ingeschakeld. De bestuurders van enkele bedrijven hebben inmiddels onder druk van het ZEMBLA-programma interne onderzoeken ingesteld.

Indringend gewetensonderzoek nodig

Adriaan Meij besluit zijn artikel met de opmerking: “Net zoals bij de banken en in de bouwsector is er een indringend gewetensonderzoek nodig over de ethiek van het zakendoen. Ook bij de overheden. En het is niet genoeg dat, zoals bij Ordina, de slager via een advocaat het eigen vlees keurt. Het Openbaar Ministerie heeft hier een eigen taak”.

*) Adriaan Meij is publicist en specialist in financieel onderzoek naar ICT ondernemingen. Zie zijn site High Tech Analysis met artikel Foute processen bij IT aanbestedingen: https://www.hightechanalysis.nl

Aanbestedingsfraude Ordina is topje van de ijsberg, door Adriaan Meij, Computerworld, 8 oktober 2014:  https://www2.computerworld.nl/it-beheer/84113-aanbestedingsfraude-ordina-is-topje-van-de-ijsberg

Kamercommissie bijt zich vast in onderzoek overheids-ICT, Binnenlandse Bestuur, 11 november 2013: www.binnenlandsbestuur.nl

Op de site van Computerworld staat een speciaal dossier over gefaalde ICT-projecten, ICTfaal, een serie ontluisterende artikelen over ontspoorde projecten met oorzaken en gevolgen. Vul in het zoekveld van de site het woord ictfaal in: https://www2.computerworld.nl/

 U P D A T E

Rijk faalt bij ICT-projecten: het gaat mis op alle niveaus, Algemeen Dagblad, 15 oktober 2014: www.ad.nlwww.ad.nlwww.ad.nl

Overheid verspilt jaarlijks 1 tot 5 miljard door ICT-projecten, NU.nl, 15 oktober 2014: www.nu.nl

Alle ICT-projecten Rijk moeten voortaan door een sluis, Computerworld, 15 oktober 2014: https://www2.computerworld.nl/development/84180-alle-ict-projecten-rijk-moeten-voortaan-door-een-sluis

De leraar onder het vergrootglas

Tot 2008 werd de leraar de hemel in geprezen: zijn vakkennis maakt het verschil bij kinderen. Maar toen de leraar op een voetstuk werd gezet, was er meteen een leger van politici, bureautjes en andere betweters die zich met de leraar gingen bemoeien. Als de leraar dan het verschil maakt, dan zullen wij dat succes wel bij docenten afdwingen. Met bonussen, of ontslag van minkukels en dwarsliggers.
Ter gelegenheid van de Dag van de Leraar 2014 analyseerde Robert Sikkes in zijn artikel De leraar op een voetstuk in het Onderwijsblad de hedendaagse positie van de leraar.

Een greep uit de inhoud:

1. Vandaag zijn weer drie leraren uitverkoren tot leraar van het jaar. Het is voor de zestiende keer dat docenten op een voetstuk worden gezet. Die traditie begon in 1999, toen het lerarentekort op zijn hoogtepunt was. Zelf werd ik daar ook hardhandig mee geconfronteerd, toen op de deur van de klas van mijn oudste dochter een simpel briefje hing: ‘Carolien is ziek, er is geen vervanging.’ Impliciete boodschap: Wilt u uw kinderen weer mee naar huis nemen? Mijn dochter keek beteuterd omdat haar juf er niet was, maar ik zag blinde paniek in de ogen van ouders. Het wegbrengen van hun oogappeltjes was toch ook vaak een tussenstop op weg van huis naar werk. Wat nu? Het lerarentekort vulde krantenkolommen en dagelijks werden er rond de eeuwwisseling hele klassen naar huis gestuurd. In die sfeer ontstond een reeks van meer of minder effectieve maatregelen om het tekort te bestrijden.
In andere landen deden ze dat ook, zo’n lerarenverkiezing, dus ging Nederland mee in de vaart der volkeren. De leraar van het jaar zou een voorbeeld zijn, het beroep meer status geven, de aantrekkelijkheid vergroten.

2. PvdA-Kamerlid Jeroen Dijsselbloem leidde in 2008 de parlementaire enquête naar de onderwijsvernieuwingen in het voortgezet onderwijs. Hij constateerde dat ‘docenten het onderwijs hadden gered’ door slecht onderbouwde vernieuwingsplannen van de overheid niet uit te voeren. Dat moest voortaan anders. De overheid bepaalt alleen wat er geleerd moet worden, de scholen het hoe. Draagvlak is nodig, als de overheid ingrepen wil doen, moet dat gepaard gaan met voldoende tijd voor invoering en geld om dat mogelijk te maken.

Er klonk bijna applaus in de Tweede Kamer bij het verschijnen van het rapport-Dijsselbloem, het Convenant Leerkracht werd breed gesteund. De leraar, de redder van het onderwijs, de professional die het verschil maakt. In de personeelskamers was er misschien geen polonaise, maar wel optimisme door de politieke erkenning. Dolblij met de Lerarenbeurs, tevreden over de financiële inhaalslag, maar er nog niet helemaal van overtuigd dat de politiek zich minder met inhoud en werk van de leraren zelf zou gaan bemoeien. ‘De leraar maakt het verschil’, zette onderwijsminister Jet Bussemaker vorig jaar als titel op de lerarenagenda 2013-2020. Met een stevige stapel plannen. Scherpere eisen voor de toelating, betere opleiding, iedereen bevoegd, zelfs geld in het regeerakkoord voor de kwaliteitsverbetering. En met een belofte. ‘Het is onze bedoeling om een aanzienlijk deel van middelen in te zetten in het kader van deze lerarenagenda.’ Klinkt goed, maar de bemoeizucht van de overheid met het werk van de leraar lijkt eerder toe- dan afgenomen.

Met z’n allen bovenop de leraar gaan zitten

3. Sinds 2008 is het klimaat compleet veranderd. Heel even stond de leraar op een voetstuk, maar bij het aantreden van kabinet Rutte 1 stonden onderwijs en politiek meteen tegenover elkaar. Er lag een bezuinigingsopdracht op passend onderwijs die vele duizenden banen zou kosten. Bovendien waaide het onderwijsbeleid mee met een wind die van de andere kant van de Atlantische Oceaan kwam en het denken over effectief onderwijs behoorlijk vergiftigde. De politiek ging zich actief met het personeelsbeleid op scholen bemoeien. Als de leraar dan het verschil maakt, dan gaan we met z’n allen boven op die leraar zitten, is de basisideologie van dat nieuwe onderwijsbeleid, dat we tegenkomen bij overheden, sommige schoolbesturen en veel betweters van buiten. Zij halen de leraar van zijn voetstuk en jagen hem op, zodat hij nog beter gaat presteren.

Het begon in Amerika met een bonuscultuur. Statistici en economen wisten precies hoe je van begin- tot eindtoets per jaar, met ingewikkelde modellen, de toegevoegde waarde van de leraar kon bepalen. Veel staten stopten er honderden miljoenen dollars in om de zogenaamd objectief betere leraren en scholen op te sporen en te belonen. Soms geholpen door bureaus die nog beter konden bepalen hoe zij de effectiefste leraren uit het bestand konden peuteren. Het leidde tot een waanzinnige toetsfraude. Door te sjoemelen met testresultaten werden mensen en scholen rijker.

4. Tegen beter weten in, was dat ook precies wat het toenmalige kabinet in Nederland wilde invoeren. Er moest en zou een bonussysteem komen, ook al was het aan deze kant van de oceaan allang mogelijk om de beloning van leraren te variëren. En we hadden net de functiemix ingevoerd, waarbij kwaliteit en opleidingsniveau meespeelden om sneller naar een hogere schaal door te stromen. Nog een systeem erbovenop, was eigenlijk overbodig.

Toch blijft die roep om nog meer differentiatie bestaan. Naar aanleiding van het onlangs gepubliceerde manifest Samen leren klonk de vrolijke boodschap dat er nu eindelijk uitzicht is op extra beloning voor goede leraren. Huh? Dat is al heel lang mogelijk in de cao. Het grote probleem is dat de doorstroom naar hogere salarisschalen in basis- en voortgezet onderwijs volledig stagneert. Schoolbesturen zeggen dat ze geen geld voor verdere uitvoering van de functiemix hebben, waardoor jonge docenten in lagere schalen blijven hangen dan de bedoeling was. Oftewel: beter belonen kan, maar de besturen zeggen dat de kas leeg is. De beste leraren beter belonen is één variant van de bemoeizucht van buiten, de tweede is het opsporen en ontslaan van slecht functionerende collega’s. Die bestaan, natuurlijk, zoals er ook slechte politici en slechte journalisten zijn.

Stoppen met betuttelen

5. Intussen is in de Verenigde Staten een nieuwe trend geboren. Schoolbesturen meten de toegevoegde waarde van een leraar op basis van leerlingresultaten. Lage score? Dan geen loonsverhoging of zelfs ontslag. Commerciële bureaus, economen en statistici bieden graag allerlei instrumenten aan om schoolbesturen daarbij te helpen. Met alle beschikbare toetsen, tests, voortgangsrapporten, opnieuw met ingewikkelde modellen komt de effectieve leraar tevoorschijn. Ook die trend waait deze kant op. In het Financieele Dagblad zag de voormalige rector van het Zernike College ook voor Nederland enorme mogelijkheden in deze big data om het onderwijs en de leraren te verbeteren. En ook hier springt de commercie er bovenop.

Afgelopen voorjaar bijvoorbeeld toerde consultancybureau CBE door het land met de uit de Verenigde Staten ingevlogen goeroe Anthony Muhammad: hoe besturen een ‘gezonde schoolcultuur’ kunnen organiseren. Voor dat doel heeft CBE een setje instrumenten, waarin leraren worden ingedeeld in fundamentalisten, gelovigen, beginners en overlevers. De overlevers zijn makkelijk te herkennen: ooit een burn-out gehad en dat wordt niets meer. ‘Verwijdering en behandeling is de enige remedie.’ Voor de fundamentalisten is er nog hoop. Hoe uw schoolleiding met die dwarsliggers om moet gaan, kunt u in een cursus leren. Bij Dijsselbloem werd het verzet tegen onnozele vernieuwingen nog geprezen, leraren waren helden. Hier worden leraren na kritische vragen ingedeeld bij de fundamentalisten.

Kortom: de tijden zijn veranderd. De leraar is van zijn voetstuk gehaald en wordt door het ministerie, politici, de inspectie en commerciële bureaus onder een vergrootglas gelegd. Bekeken, beoordeeld en betutteld. Iedereen bemoeit zich eerder meer dan minder met de uitoefening van het beroep. Dat leidt allemaal af, van waar het werkelijk om draait. De commissie-Rinnooy Kan formuleerde het simpel: Wil het Nederlandse onderwijs kunnen beschikken over voldoende en goed opgeleide leraren, dan moet het salaris concurrerend zijn met de markt.
Volgens de rijkelandenorganisatie OESO liggen de onderwijssalarissen 20 tot 30 procent lager dan die van een gemiddelde hoger opgeleide. Het startsalaris is redelijk, maar het salarisperspectief niet. Extra geld dat het kabinet nu wil uitgeven, gaat bestemmingsloos naar de lumpsum. De meeste werkgevers hebben het niet gebruikt om de stagnerende doorstroom naar hogere salarisschalen op gang te brengen. Het kabinet heeft het daar ook niet over.

Een kabinet dat de leraar weer op een voetstuk wil plaatsen, moet kijken naar de beloning en stoppen met betuttelen.

Zie het artikel De leraar op een voetstuk, door Robert Sikkes, Onderwijsblad no 15, 4 oktober 2014: www.onderwijsblad.nl

Minister Bussemaker van Onderwijs geeft les op Dag van de Leraar en ontvangt verlanglijstje van leraren

Minister Bussemaker heeft vanmorgen, op 6 oktober op de Dag van de leraar 2014, lesgegeven aan een 3-mavo-klas op Het Baken in Almere Poort.
De minister was daar op uitnodiging van de vakbond Leraren in Actie (LIA) om zelf eens te ervaren hoe mooi het beroep van leraar is. Daarnaast overhandigde LIA een verlanglijstje met punten ter verbetering aan de minister, opgesteld door vierhonderd leraren. Grootste wens: kleinere klassen. Maar ook schonere scholen en meer aandacht voor zorgleerlingen.

Driekwart van de leraren vindt dat de klassen te groot zijn. “Een op de zes groepen in het basis- en voortgezet onderwijs telt dertig leerlingen of meer”, legt de bond uit. Ook de “hoge administratieve werkdruk” is leraren een doorn in het oog. Daardoor zou er te weinig tijd zijn voor zorgleerlingen. De docenten lijken ook te hopen Bussemaker vaker op school te zien. Zo luidt nummer vijf op het verlanglijstje “minister langer voor de klas dan een uur”.

Noël van Riswick en Annelies Schep uit Almere grepen het bezoek van de minister aan om namens het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) een petitie te overhandigen in het kader van de actie Stop het leenstelsel. Zij vrezen dat het invoeren van een leenstelsel ertoe leidt dat studenten eindigen met een torenhoge studieschuld. Op 14 november 2014 is er een grote manifestatie tegen het leenstelsel op het Malieveld in Den Haag.

Op de Dag van de leraar, die internationaal is en in meer dan honderd landen wordt gevierd, wordt stilgestaan bij het belang van het lerarenvak.

In 2009 werd op de Dag van de leraar, op 5 oktober, het startsein gegeven voor de nieuwe vakbond Leraren in actie (LIA ) door minister Plasterk van Onderwijs. Plasterk gaf toen onder grote belangstelling van de pers in het gebouw van de Tweede Kamer een les aan 24 leerlingen. Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van LIA was de huidige minister van Onderwijs Bussemaker bereid hetzelfde te doen als haar voorganger.

Video Minister staat voor de klas in Poort, Omroep Flevoland, 6 oktober 2014: www.omroepflevoland.nl

‘Leraren gaan gebukt onder te grote klassen’, Nu.nl, 6 oktober 2014: www.nu.nl

Website LIA: www.lerareninactie.nl

Animatiefilmgemeenschap Laika: Je wordt geen held door normaal te zijn

laika 4Laika is een gemeenschap van Amerikaanse kunstenaars en makers van filmanimaties uit Hillsboro, Oregon. “Elke dag maken wij iets en elke dag transformeren we materialen in levende schepsels met een ziel”.
Een van hun successen is ParaNorman uit 2012, een komische thriller die gaat over de onbegrepen tiener Norman. Hun laatste film heet The Boxtrolls, uitgebracht in september 2014.

Alle mensen van het Laika-team hebben iets bijzonders waar ze in hun jeugd op school last van hebben gehad: “Wij waren niet de aanvoerders in het voetbalteam, maar de kinderen die in de lockers werden geduwd”.
Luister naar Jill Penney die in haar jeugd altijd dingen aan het maken was en verhalen aan het verzinnen, en naar Mattzilla Duron die dol was op films met monsters en dinosaurussen. Naar Chris Butler die “er niet bij hoorde op school. Ik geloof dat mijn verbeeldingskracht me een buitenbeentje maakte”. Georgina Haynes “werd altijd gezien als een beetje een raar persoon”.

In het door hen gecreëerde jongetje Norman herkennen de makers zich allemaal wel een beetje.laika decorDe boodschap van ParaNorman is “dat je er helemaal niet bij hoeft te horen. Soms zijn onze grootste kwaliteiten juist dat wat ons vreemd, afwijkend of uniek maakt. We zijn allemaal een beetje de eigenaardigheden van de maatschappij. Maar wat we allemaal gemeen hebben is dat we goede vakmensen zijn. We zijn heel intens betrokken met wat we doen en we zijn ook echt goed in wat we doen”.

De Laika-leden leven de dromen die ze hadden toen ze opgroeiden: “Dat je gewoon jezelf kan zijn, en dat je mee kan in de wereld, en geaccepteerd wordt. De gaven die we hebben en die ons juist onderscheiden van de massa, maken het mogelijk dat we iets unieks kunnen bijdragen aan de wereld”.

De bijna tweeënhalve minuut durende video You don’t become a hero by being normal is vertaald door Vrije denkers: Je wordt geen held door normaal te zijn en maakt onderdeel uit van de serie Nieuwe perspectieven op werken. Het team van Vrije denkers helpt organisaties bij de snelle veranderingen van onze tijd.

De website van Laika is: www.laika.com

Jelmer Evers reflecteert op bijeenkomst ‘Samen leren’ in De Balie

Jelmer Evers schreef een reflectie op de bijeenkomst van Samen Leren in De Balie in Amsterdam op 1 oktober 2014:
“Toch nog even kort over de avond in de Balie van gisteren. Ik ging met gemengde gevoelens naar huis. Aan de ene kant heb ik een mooi betoog van Michel Couzijn gehoord en heb ik bij alle politieke partijen ook veel aanknopingspunten gehoord om gezamenlijk verder te gaan. Aan de andere kant viel het toch tegen, in plaats van een algemeen debat over Samen leren had ik meer het gevoel bij een Algemeen Overleg (AO) over onderwijs te zitten. Dat lag denk ik voor een gedeelte aan de setting en ook de leiding van Felix Rottenberg. Ik hield bewust mijn mond dus daar had ik zelf misschien ook wel een aandeel in. Na het Volkskrant artikel wil ik niet dat Samen Leren de Evers & Kneyber show wordt, want dat is het ook niet. Ik zat wel regelmatig op het puntje van mijn stoel, vandaar toch even een korte reflectie”.

Voor verder lezen van Evers’ korte reflectie Samen Leren in de Balie, 2 oktober 2014: www.jelmerevers.nl/2014/10/samen-leren-de-balie/ (item is niet meer beschikbaar)

samen leren in de balie oktober 2914

Didactief wint prijs voor onderwijsjournalistiek met artikelenreeks over Cito

De Nationale Prijs voor Onderwijsjournalistiek 2014 is uitgereikt aan Bea Ros, Ronald Buitelaar, Anja Vink, Lodewijk van der Kroft en Monique Marreveld van het onafhankelijke vakblad voor onderwijs Didactief voor het ‘Dossier Cito’. De jury noemde het dossier “een puik staaltje onderzoeksjournalistiek, over een onderwerp dat eigenlijk verbazingwekkend genoeg nooit eerder zo grondig is uitgezocht”.

Hun spitwerk leverde volgens de jury verrassende feiten op over de weinig transparante structuur van Cito, over de banden met OCW en over de betrekkelijke onwetendheid van leden van de Tweede Kamer. De publicaties leidden ertoe dat het Cito nu openbare jaarverslagen publiceert.

De prijs, die bestaat uit een geldbedrag van 1.500 euro en een kunstwerk van de hand van emailleur Christine van der Ree, werd uitgereikt in Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag op 30 september 2014.

De jury zei over de winnende publicatie: “Iedereen kent het Cito wel en heeft ermee te maken gehad, maar wat is het nu precies voor club? Hoe lopen de banden met het ministerie van Onderwijs en wie bepaalt nu eigenlijk wat als het om die toetsen gaat? En, een even platte als wezenlijke journalistieke vraag: hoe zit het met de centen? Om antwoord te krijgen op die vragen heeft Didactief het dossier Cito ondersteboven en binnenstebuiten gekeerd, met alle middelen inclusief een beroep op de Wet Openbaar Bestuur en uitgebreid wederhoor”.

Andere genomineerden waren: Kitty Borghouts met het ‘Dossier jonge docenten’ (De Limburger/Limbugs Dagblad), Lisette Douma, Robert Sikkes en Rob Voorwinden met ‘De ideale oplossing voor krimp bestaat niet’ (Het Onderwijsblad), Elisa Hermanides en Bas Soetenhorst met ‘Fusie UvA en HvA mislukking’ (Het Parool), Yvonne van der Meent met ‘Dossier Flexwerk’ (www.hogeronderwijs.nl) en Johannes Visser met ‘Finland is niet het beste jongetje van de klas’ (De Correspondent). In totaal waren er 150 inzendingen.

De prijs is een initiatief van de Stichting Stimulering Onderwijsjournalistiek. De jury bestond dit jaar uit Sjoerd de Jong, ombudsman van NRC Handelsblad;  Dillian Hos, directeur van een basisschool in Amersfoort, eerder onder meer politiek redacteur van Trouw en Sietske Waslander, hoogleraar sociologie TIAS Nimbas Business School in Tilburg en lid van de Onderwijsraad.

Lees hier het volledige juryrapport: www.onderwijsjournalistiek.nl

Didactief wint prijs voor onderwijsjournalistiek, website Didactief, 1 oktober 2014: www.didactiefonline.nl

Dossier Cito: de lange tentakels van een toetsfabriek: www.didactiefonline.nl