Skip to main content

Redactie Beroepseer

Opvattingen van docenten journalistiek wereldwijd over toekomst journalistenvak

De erkenning voor zijn werk komt op een moment waarop desinformatie en nepnieuws het informatielandschap in gevaar brengen. Nico Drok stond aan de wieg van de Paris Declaration on Freedom of Journalism Education en startte op verzoek van Unesco rondetafelgesprekken over journalistiek onderwijs in de 21e eeuw. Drok – wel de ‘Kampenaar met internationale allure’ genoemd – kreeg op 6 oktober 2022 een koninklijke onderscheiding uitgereikt door de burgemeester van Kampen, Sander de Rouwe. Drok werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau tijdens een congres ter gelegenheid van het 40-jarige bestaan van de opleiding Journalistiek op hogeschool Windesheim. Drok was daar lector Media & Civil Society van 2009 – 2022. In de periode 2013 – 2020 was hij president van de European Journalism Training Association – EJTA. Tijdens het wereldcongres voor journalistiek onderwijs in juli 2019 in Parijs werd Drok gekozen tot vicevoorzitter van de World Journalism Education Council – WJEC. Als vicevoorzitter van WJEC nam Drok het initiatief tot een baanbrekend, wereldwijd onderzoek naar journalistiek onderwijs.

Met focus op betrouwbaarheid en context

Vanwege de belangstelling voor het onderzoek, presenteerde Drok de bevindingen in december 2021 tijdens een digitale rondetafelsessie gericht op de regio Azië-Pacific en georganiseerd door het Asian Media, Information and Communications Centre. Drok had ontdekt, na een enquête onder 1696 docenten uit 46 landen, dat de meesten vonden dat studenten journalistiek in de huidige tijd moeten worden voorbereid op langzamere vormen van journalistiek, met focus op betrouwbaarheid en context.

De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in een door Nico Drok en Rolien Duiven geschreven boek, gepresenteerd op de conferentie van de International Association for Media and Communications Research (IAMCR) in Lyon, Frankrijk, in juli 2023.

Uit het Voorwoord

“Een van de premissen van het onderzoek is dat samenlevingen niet goed kunnen functioneren zonder het bestaan van professionele journalisten die garant staan voor “een waarheidsgetrouw, volledig en intelligent verslag van de gebeurtenissen van de dag in een context die ze betekenis geeft” (Hutchins, 1947). Journalisten moeten het publiek dienen door een goed inzicht te geven in belangrijke politieke, politieke, economische en sociaal-culturele omstandigheden, door een open en respectvol publiek gesprek, door kritisch te zijn ten aanzien van bronnen en onafhankelijk van gevestigde belangen, terwijl ze hoge ethische normen gebruiken.

De professionele houding, kennis en vaardigheden die nodig zijn voor dergelijke journalistiek zijn niet aanwezig bij de geboorte, maar kunnen alleen worden verkregen door een gedegen opleiding. Ongeacht de specifieke nationale contexten, wordt wat scholen voor journalistiek onderwijzen meestal geleid door het beeld van een ideale journalistiek van de toekomst. Er is een goede reden voor een dergelijke oriëntatie: studenten voorbereiden op de komende decennia vereist een bepaald niveau van normatieve verbeelding van een gewenste toekomst, in de hoop dat wat studenten nu krijgen op lange termijn de journalistieke praktijk zal verbeteren, de kwaliteit van de geproduceerde informatie en in het algemeen zal bijdragen aan de werking en het welzijn van de samenleving.

Deze publicatie presenteert de resultaten van het eerste wereldwijde onderzoek naar de opvattingen van docenten journalistiek over de toekomst van een beroep in transitie. Dit onderzoek is uitgevoerd onder auspiciën van de World Journalism Education Council (WJEC) en met de hulp van veel van haar leden. WJEC is een coalitie van academische verenigingen wereldwijd die betrokken zijn bij journalistiek onderwijs op hoger niveau. Door organisaties uit zes continenten samen te brengen, biedt WJEC
een gemeenschappelijke ruimte voor journalistieke opleiders van over de hele wereld om zich te richten op kwesties die universeel
in de praktijk van het beroep.

Ondanks alle verschillen tussen regio’s en landen, lijken journalistieke docenten over de hele wereld met dezelfde educatieve dilemma’s te maken te hebben. Bijvoorbeeld met betrekking tot:

Concept: leiden we journalisten of media-arbeiders op? Gebruiken we een smal of breed concept van journalistiek?
Deskundigheid: leiden we op om journalistiek te bedrijven of om journalistiek te studeren? Moet het curriculum opgebouwd worden rond vaardigheden of rond reflectie?
Focus: leiden we op voor een beroep of trainen we voor een baan? Moeten we ons richten op de behoeften en belangen van de samenleving of op de behoeften en belangen van de nieuwsindustrie?
Missie: moeten we realistisch of idealistisch zijn? Richten we ons op de journalistiek zoals die zich feitelijk ontwikkelt of zoals we zouden willen dat ze zich ontwikkelt?

Dit soort vragen is een gedeelde uitdaging voor journalistieke docenten over de hele wereld. De manier waarop hiermee wordt omgegaan, wordt beïnvloed door normatieve opvattingen van journalistieke docenten over de toekomstige rol van de journalistiek in de samenleving. Normatieve opvattingen verwijzen niet in de eerste plaats naar de dagelijkse praktijk; ze verwijzen naar professionele aspiraties over hoe de journalistiek en journalisten verondersteld worden een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Onderzoek wijst uit dat er wereldwijd een hogere mate van consensus is tussen journalisten met betrekking tot normatieve rollen dan met betrekking tot de feitelijke rol van journalisten in de dagelijkse praktijk, gelet op de beperkingen en de druk waarbinnen ze hun werk moeten doen.

Er lijkt een breed gedeelde ideologie te zijn onder professionele journalisten over de hele wereld, wat wijst op ‘een brede normatieve consensus over de plaats van de journalistiek in het weefsel van sociale instellingen’. Dit roept de vraag op of een dergelijke ‘brede normatieve consensus’ ook wordt gedeeld door journalistieke opleidingen, aangezien zij vorm geven aan de opvatting en invulling van de rol van toekomstige generaties journalisten”.

Het rapport eindigt met de volgende passage:

“Alles bij elkaar schetsen de vele resultaten van dit onderzoek een ingewikkeld maar interessant beeld van de opvattingen van docenten journalistiek over de hele wereld over journalistieke rollen, waarden en kwalificaties. Natuurlijk weten we niet in hoeverre de opvattingen van docenten daadwerkelijk worden vertaald naar het eigenlijke onderwijs. Niet alleen omdat er een kloof kan bestaan tussen idealen en praktijk, maar ook omdat leerkrachten niet de enigen zijn die iets te zeggen hebben over wat er onderwezen wordt. Toch speelt het onderwijs een cruciale rol in het vernieuwingsproces van de journalistiek. De resultaten van dit
onderzoek kunnen een stimulans zijn voor de wereldwijde discussie onder docenten journalistiek over kwalitatief hoogstaand
journalistiek onderwijs en de richting waarin het zich zou moeten ontwikkelen”.

Downloaden Journalistic Roles, Values and Qualifications in the 21st century: how European journalism educators view the future of a profession in transition, door Nico Drok en Rolien Duiven, Windesheim, Zwolle, 2023: https://wjec.net/wp-content/uploads/2023/07/WJEC-survey-.pdf

Lector Nico Drok benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, Windesheim, 6 oktober 2022: www.windesheim.nl/nieuws/2022/oktober/lector-nico-drok-van-windesheim-benoemd-tot-officier-in-de-orde-van-oranje-nassau

Downloaden Paris Declaration on Freedom of Journalism Education, adopted by the WorldJournalism Education Congress in July 2019, IPDC, september 2020: https://beroepseer.nl/

Palliakit landelijk vergoed door alle zorgverzekeraars

In de regio Gorinchem voerde zorgverzekeraar VGZ een pilot uit met de Palliakit, in samenwerking met Buurtzorg, Zorggroep HenZ en Kwaliteitskring apotheken Gorinchem. De Palliakit is een box die middelen bevat om snel te kunnen handelen als bij palliatieve patiënten, die in de terminale fase zijn gekomen, een plotse verslechtering of een acuut probleem optreedt. In dat geval moet direct geschakeld worden met huisarts en apotheek om alle benodigde zorg te kunnen leveren.
De Palliakit is bedacht door huisarts Laurens van Ede uit Werkendam.
Zorgverzekeraars Menzis, Zilveren Kruis en CZ hebben in november 2023 besloten de Palliakit landelijk te gaan vergoeden. Voor  de palliatieve zorg aan huis betekent dat een grote doorbraak, veroorzaakt door wijkverpleegkundige Jennifer Bergkamp en Sander de Hosson, longarts en motor achter het expertisecentrum voor palliatieve zorg Carend.

Rustig thuis sterven

Verslaggever Michiel van der Geest schrijft in de Volkskrant in het artikel Rustig thuis sterven zonder administratief gedoe dankzij de vinding van een dorpsdokter, hoe de doorbraak tot stand kwam: “Bergkamp schrijft begin dit jaar op LinkedIn de frustratie van zich af. Nu heeft ze alweer úren moeten bellen om het juiste incontinentiemateriaal te kunnen bestellen voor een cliënt in de laatste dagen van haar leven. Zij mag niet zomaar bestellen wat nodig is, nee, dat gaat via formulieren en incontintentieprofielen en vragenlijsten en het hulpmiddelenaanvraagsysteem. Als een cliënt blaasontsteking heeft – en dus meer incontinentiemateriaal verbruikt – dan heeft het systeem daar geen boodschap aan.

Bergkamp verwoordt haar woede zo eloquent dat zij diezelfde week mag aanschuiven bij het praatprogramma Op1. Zo komt ze in contact met Sander de Hosson, longarts en ’s lands bekendste pleitbezorger van menswaardige palliatieve zorg. Hun doel: zorgverzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit ervan doordringen dat er in de palliatieve zorg te veel misgaat. Als zij over de Palliakit horen, besluiten ze hun energie daarin te steken: vergoed deze vinding, is hun pleidooi.

Maar we wisten dat de problemen breed speelden, zegt De Hosson. ‘Ik houd wekelijks wel een praatje ergens in het land over palliatieve zorg. Na elke bijeenkomst gingen tientallen handen de lucht als ik verpleegkundigen vroeg wie er problemen had om de juiste materialen op tijd bij de stervende patiënt te krijgen.’

De ommekeer komt, toch nog onverwacht, begin november als De Hosson op een congres een volle zaal filmt als hij zijn gebruikelijke vraag stelt. Bijna alle aanwezige wijkverpleegkundigen steken hun hand op. De Hosson: ‘Ik zette het filmpje op de sociale media, en binnen 24 uur had ik drie grote verzekeraars aan de lijn’.”

En zo kon het gebeuren dat vanaf 1 januari 2024 naast zorgverzekeraars VGZ en DSW, ook Menzis, CZ en Zilveren Kruis de Palliakit vergoeden.

Rustig thuis sterven zonder administratief gedoe dankzij de vinding van een dorpsdokter, door Michiel van der Geest, de Volkskrant, 7 december 2023: https://www.volkskrant.nl (achter betaalmuur).

Interview met huisarts Laurens van Ede, door Sander de Hosson, Carend – Centrum voor Palliatieve zorg, 21 september 2023: https://carend.nl

Grote doorbraak: Palliakit landelijk vergoed door alle zorgverzekeraars, Carend, 24 november 2023: https://carend.nl/artikel/palliakit-landelijk-vergoed-door-zorgverzekeraars

Op 1 februari 2024 start Carend met een uitgebreide leergang Palliatieve Zorg voor de VVT – Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg in Nijmegen, Maastricht en Zwolle. Tijdens vier fysieke bijeenkomsten leren deelnemers over veel deelaspecten van de proactieve en palliatieve zorg en de zorg in de stervensfase. Meer info op https://carend.nl

Wat zit er in de palliatieve kit?  Video door ‘Tommie in de zorg’: www.youtube.com/watch?v=3bSq8wuCBUc


De Arbeiderspers heeft in november 2023 aangekondigd het boek Slotcouplet te herdrukken, voor de zestiende keer. Slotcouplet – Ervaringen van een longarts, door Sander de Hosson werd gepubliceerd in 2018: www.singeluitgeverijen.nl/de-arbeiderspers/boek/slotcouplet/
Sander de Hosson is voortrekker van stichting Beroepseer.

 

Foto geheel bovenaan: Palliakit: https://carend.nl/artikel/protocol-palliakit-palliatieve-kit-hier-te-downloaden

Terugblik op symposium ‘Leiders in de storm’

Op initiatief van de overheidsprogramma’s Grenzeloos Samenwerken (GS) en Dialoog & Ethiek (D&E) vond op 12 oktober 2023 een symposium plaats voor leiders bij de rijksoverheid. Dialoog en Ethiek is erop gericht een ‘veilige gesprekscultuur te creëren waarin ambtenaren ethische kwesties en morele spanningen kunnen bespreken’ om de overheid ‘moreel sterker te maken’. Grenzeloos Samenwerken is een rijksbreed programma voor opgavegericht samenwerken over de grenzen van departementen, uitvoeringsorganisaties en bestuurslagen heen, en het versterken van ambtelijk vakmanschap. Vragen die vroegen om een antwoord waren: Hoe zorg je als ambtelijk leider dat jouw organisatie ‘goed werk’ doet? Is er ruimte voor tegenspraak en maatschappelijk debat? Wat is je rol bij het beschermen van de democratie?

Locatie van het symposium was de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW) in Leusden, waar de organisatoren een klassiek Grieks symposium hadden gebouwd rond het thema Leiders in de storm. Tijdens het symposium presenteerde programmadirecteur Erik Pool van Dialoog & Ethiek twee boeken: Praktijkboek Macht en moed  waaraan ambtenaren, bestuurders en kunstenaars meewerkten, en het theorieboek Macht en moed – Ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken. Beide titels zijn in gedrukte boekvorm uitgegeven door ISVW.

Bedoeld voor ambtelijke leiders

Het symposium stond onder leiding van twee dagvoorzitters: Winnie Hänschen van Dialoog & Ethiek en Martijn Jebbink van Grenzeloos Samenwerken. Sprekers waren naast Erik Pool en diverse ambtenaren schrijver Ilja Leonard Pfeijffer en cabaretier Freek de Jonge. Alida Oppers bijvoorbeeld gaf een lezing en werd geïnterviewd over ‘lerend vermogen’: “Leren leren, dat is binnen het onderwijs een bekende kreet. Uitgerekend binnen die sector zou je dan ook verwachten dat ‘fouten maken mag’. Toch is dat niet vanzelfsprekend”. Oppers is inspecteur-generaal van het Onderwijs bij de Inspectie van het Onderwijs. Filosoof en pleitbezorger van de socratische methode Jos Kessels sprak over het reflectief vermogen van de mens: ‘Op zoek naar het goede om te doen’. Hij zei dat een goed gesprek nog niet zo eenvoudig was. “Je moet wel bepaalde technieken beheersen”.

Freek de Jonge nam het eerste exemplaar van het Praktijkboek Macht en Moed in ontvangst. De Jonge’s zorgen over de overheid zijn terug te brengen tot een enkele gedachte die aansluit bij het thema van het symposium: “Want de politiek biedt geen grote kaders meer, en levert geen grote bestuurders meer op. Het wordt karig. Zijn er nog figuren die leiding kunnen geven?” De Jonge verraste de zaal tenslotte met een korte vertelling over een spinnengezin dat voortdurend het licht zoekt maar steeds weer opgezogen wordt en in het duister van de stofzuigerzak belandt. Hebben al onze goede bedoelingen wel zin, is de vraag die zich dan opdringt.

Het Praktijkboek Macht en moed is bedoeld voor ambtelijke leiders. Erik Pool vertelde dat het boek geheel “volgens de bedoeling” en over “bestuurlijke grenzen” heen en in een “mooi proces van dialoog en co-creatie” tot stand is gekomen: “Deze op zichzelf altijd weer lege woorden wisten we tijdens het symposium op 12 oktober 2023 te vullen met persoonlijke verhalen, ervaringen en leiderschapsvragen die er toe doen. Want woorden betekenen niks, meende de Griekse filosoof Socrates, als ze niet gevuld worden met echte ervaringen uit het reële bestaan. Het denken moet zich vastklikken aan de ervaring, meende politiek-denker Hannah Arendt, en om die ervaring heen blijven cirkelen”.

Essay Ilja Leonard Pfeijffer

Ilja Leonard Pfeijffer schreef op verzoek een essay met een terugblik op het symposium. Daarin staat dat hij zich gelukkig prees als burger van Nederland “dat op een overtuigende wijze werd bevestigd dat de aanwezigen op het symposium oprecht het allerbeste willen voor Nederland en zijn burgers en dat allen zich daar met passie voor inzetten, dat ieder van hen uitermate deskundig is op het deelgebied waarvoor hij of zij verantwoordelijk was”.
Maar, vervolgt hij, “de vraag die hiermee des te prangender werd, was hoe het dan mogelijk is dat Nederland, ondanks de inzet en competentie van zijn bestuurders, terecht is gekomen in een clusterfuck van samenhangende systeemcrises. Ik hoef ze niet op te noemen. We hebben de asielcrisis, die samenhangt met de woningbouwcrisis, die onoplosbaar is vanwege de onoplosbare stikstofcrisis, die onderdeel is van een klimaatcrisis. We hebben een crisis in het onderwijs vanwege een tekort aan bevoegde leraren. We hebben toenemende economische ongelijkheid, die leidt tot kansenongelijkheid in het onderwijs en tot het feit dat een aanzienlijk deel van de bevolking onder de armoedegrens leeft. De crises vanwege de Toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen zijn nog niet opgelost en de schandalig gebrekkige afhandeling van beide dossiers neemt de vormen aan van een nieuwe crisis. We hebben een bestuurscrisis, die zich vertaalt in afbrokkelend vertrouwen in het oplossend vermogen van de politiek. Deze vertrouwenscrisis wordt door alle overige crises alleen maar verder gevoed.

Het antwoord op de vraag hoe dit mogelijk is, moet naar mijn stellige overtuiging worden gezocht in het spanningsveld, dat onderwerp was van het symposium en dat door verschillende aanwezigen in bedekte en minder bedekte termen ter sprake werd gebracht, tussen de inzichten van de ambtenaren en de belangen van hun ministers en van de gekozen politici die hun beleid van democratische legitimatie voorzien.

De Nederlandse democratie vertoont alle kenmerken van wat in Oudgriekse staatkundige theorieën een ochlocratie wordt genoemd, de dictatuur van de massa, die sterk lijkt op wat wij heden ten dage een klimaat van populisme zouden noemen. Deze ochlocratie is een crisisverschijnsel van de democratie, die volgens het Oudgriekse model intreedt wanneer de democratische leiders meer oog krijgen voor het eigenbelang dan voor het belang van de staat. De overeenkomsten tussen ons huidige politieke klimaat en de ochlocratie die aan het einde van de vijfde eeuw voor Christus leidde tot het verval van de Atheense democratie en het verlies van Athene in de grote oorlog tegen Sparta, hebben mij geïnspireerd tot het schrijven van mijn historische roman Alkibiades, waarin ik de symptomen beschrijf van de toenmalige teloorgang van de democratie, die voor ons vandaag de dag angstaanjagend herkenbaar zijn.

Het voornaamste kenmerk van een tot een ochlocratie verworden democratie is de dictatuur van de publieke opinie. In plaats van visie te ontwikkelen en daarvoor draagvlak te creëren, doen de politici alles wat zij doen met het oog op hun herverkiezing, waardoor zij panisch aansluiting zoeken bij populaire opvattingen in de publieke opinie. Politici die de moed opbrengen om verder vooruit te kijken dan de volgende verkiezingen of dan de volgende opiniepeiling, zijn zeldzaam geworden”.

Essay verder lezen op de site van Grenzeloos samenwerken: Essay Ilja Leonard PfeijfferOver de noodzaak van ambtelijk verzet:
www.grenzeloossamenwerken.nl

Zie ook: Dialoog & Ethiek blikt terug: symposium Leiders in de storm: www.grenzeloossamenwerken.nl

Publieke leiders in het heetst van de strijd: www.grenzeloossamenwerken.nl

Praktijkboek Macht en Moed, door Erik Pool en co-auteurs, onder wie Cohen, Chris van Dam, Jos Delnoij, Peter Kanne, Jos Kessels, Sandra Palmen, Gijs Scholten van Aschat, Paul van Tongeren. ISVW Uitgevers, oktober 2023.  De gedrukte uitgave is te bestellen via boekhandel en webshop, evenals het eerder verschenen theorieboek Macht en moed. Ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken: https://isvw.nl/product/macht-en-moed-praktijkboek/
Beide boeken zijn ook te downloaden als PDF op: www.grenzeloossamenwerken.nl

Foto bovenaan: Presentatie van ‘Praktijkboek Macht en moed’. Van links naar rechts: Achterste rij: Florian Jacobs (uitgever ISVW), Ingrid van Dijk (co-auteur), Wouter van den Eendenburg (co-auteur), Alida Oppers (Inspecteur Generaal van het Onderwijs), Rogier van der Wal (co-auteur), Martijn Jebbink (dagvoorzitter van het symposium).
Middelste rij: Jan Ewout Ruiter (co-auteur), Jos Kessels (co-auteur), Marja Horstman (Secretaris van de Raad van State), Dick Schoof (secretaris-generaal Justitie en Veiligheid), Hanne Bikker (co-auteur), Diana Vermetten (boekontwerper), Peter Kanne (co-auteur), Freek de Jonge (co-auteur).
Voorste rij: Jos Delnoij (co-auteur), Kristel Lammers (programmadirecteur Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën), Anne-Marie Buis (co-auteur), Erik Pool (co-auteur), Ilja Leonard Pfeijffer (classicus, auteur van ‘Alkibiades’), Jessica Vuijk (co-auteur), Winnie Hänschen (dagvoorzitter van het symposium), Roy Sillen (generaal, commandant van Operationeel Ondersteuningscommando Land), Miriam van Staden (co-auteur).

Winnaars overheidsawards 2023 bekend!

De winnaars van de overheidsawards 2023 zijn bekend! Vol trots nam Frans Swinkels, concerndirecteur bij de gemeente Tilburg, de prijs voor Overheidsmanager van het Jaar 2023 in ontvangst. Koffiebranderij (Zuivere Koffie) en bakkerij  ontving de prijs voor Beste Overheidsinnovatie van het Jaar 2023. De uitreiking vond plaats in de Koninklijke Schouwburg te Den Haag op 28 november 2023.

Op deze avond gingen Talitha Born  en Gregory Sedoc met elkaar in gesprek over passie en plezier. Born is programmadirecteur bij het ministerie van Defensie en Sedoc is hoofdagent en ex-atleet. Daarnaast gaf  minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken een speech over het leiden van een organisatie en het belang van innovaties. Burgemeester Paul Depla van Breda was gastheer. Ook werd alvast het thema voor de verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar 2024 aangekondigd: De streetwise ambtenaar! Deze verkiezing vindt plaats op 11 april 2024.

De beide andere inalisten voor de verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2023 waren Afke Besselin, afdelingsmanager concerndienstverlening bij de gemeente Rotterdam en Duco Stuurman, directeur Sociaal bij de gemeente Amsterdam. De twee andere kanshebbers voor de titel Beste Overheidsinnovatie van het Jaar 2023 waren GemGroReflection en PHA2USE.

De jury over Frans Swinkels

De jury o.l.v.  Jetta Klijnsma, commissaris van de Koning in Drenthe, heeft voor Frans Swinkels gekozen als winnaar omdat hij laat zien vanuit zijn functie de verbinding te zoeken met iedereen in de gemeente en daarbuiten. Als manager is hij bijzonder betrokken en weet hij met zijn verbindende karakter medewerkers te inspireren. Swinkels staat bekend om zijn zelfspot en zijn bescheidenheid. Met zijn open houding maakt Swinkels zich geliefd bij zijn collega’s. Zij werken daardoor met plezier aan de opgaven waar de gemeente Tilburg voor staat en zijn bereid een extra stap te zetten voor hem. Swinkels is gericht op waar een overheid goed in zou moeten zijn en kijkt echt naar wat de Tilburger nodig heeft. Dit reikt verder dan zijn professionele carrière, bijvoorbeeld via het Maatjesproject.

De jury over Koffiebranderij (Zuivere Koffie) en bakkerij

De jury o.l.v. burgemeester Jan van Zanen van Den Haag, heeft Koffiebranderij (Zuivere Koffie) en bakkerij als winnaar gekozen. Het is volgens de jury ongelooflijk om te zien wat er wordt gedaan bij Zuivere Koffie. De juryleden waren zeer onder de indruk van het bezoek aan de koffiebranderij en bakkerij in het Justitieel Complex Zaanstad. De jury ontmoette tal van bevlogen en betrokken collega’s en gedetineerden. Het is een sociale innovatie: er is steun en perspectief voor gedetineerden en ex-gedetineerden. Er zit een duidelijke business case achter en de innovatie is financieel rendabel. Het is mooi om te zien dat een instituut binnen justitie het heeft aangedurfd om een project als dit op te zetten, vooral in een wereld waar dit niet gemakkelijk is. Ook vindt de jury het mooi om te zien dat er wordt gewerkt aan een soortgelijk concept binnen een TBS-setting en dat het concept hierdoor wordt uitgebreid. De veel lagere recidivecijfers zijn zeer indrukwekkend.

De verkiezing Overheidsmanager van het Jaar en Beste Overheidsinnovatie van het Jaar worden georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) met steun van een twaalftal organisaties.

Overheidsawards | Winnaars 2023 bekend: www.overheidsawards.nl/nieuws/overheidsawards-winnaars-2023-bekend/

Videokanaal Overheidsawards: www.youtube.com/@overheidsawards5891

Jonge Ambtenaar van het Jaar, Futur: https://www.futur.nl/javhj

Welke ruimte hebben ambtenaren ten opzichte van hun politieke baas? Kunnen ze vrijuit spreken?

Een ambtenaar behoort met allerlei soorten ‘bazen’ te kunnen werken. Dat zegt hoogleraar bestuurskunde Zeger van der Wal in een interview op nieuwssite Nieuws.nl. Daar sluit Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer, zich bij aan. In reactie op de onrust in de dagen na de verkiezingsuitslag van 22 november 2023, zegt Van der dat het prematuur is als (rijks)ambtenaren nu al openlijk te ageren tegen een mogelijk kabinet met de PVV. Zo is het nog niet bekend hoe een regeerakkoord eruit gaat zien en of de nieuwe kabinetsplannen indruisen tegen de Grondwet of andere wetten.

Volgens Van der Wal zegt is er op de verkiezingen van vorige week niets aan te merken, die zijn democratisch verlopen: “Als privépersoon kun je wat van de uitslag vinden, maar als ambtenaar moet je je niet op voorhand activistisch opstellen. Als ambtenaar moet je je loyaal gedragen naar je baas, ongeacht de politieke kleur”.
Als een nieuw kabinet straks met voorstellen komt die (grond)wettelijk niet kunnen, moeten ambtenaren wél kritisch adviseren en tegenwicht geven. Maar “Als ambtenaar kun je ook niet weigeren om te werken voor een kabinet met een bepaalde politieke signatuur. Als je dat niet wilt, moet je weg”.

Balanceren

Volgens Jansen is de ruimte voor ambtenaren om tegengas te geven de laatste jaren ’in beweging gekomen’. In de Ambtenarenwet staat dat de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren aan voorwaarden is gebonden. “Zij moeten daarom wel opletten wat ze naar buiten brengen”. Er is volgens Jansen een grijs gebied dat de laatste jaren is gegroeid. Want na het toeslagenschandaal wordt van ambtenaren nadrukkelijk verwacht dat ze niet ‘blind’ beleid (blijven) uitvoeren, als ze weten dat dit voor burgers verkeerd uitpakt. Voor ambtenaren is het “nu de opgave  om te balanceren tussen verplichtingen aan de politiek en die aan burgers”.

Lees het hele artikel Experts: ambtenaar moet met allerlei soorten ‘bazen’ kunnen werken, door ANP, 29 november 2023 https://nieuws.nl
Nieuws.nl is een nieuwswebsite, opgezet in 2002, en bevat binnenlands, buitenlands en economisch nieuws alsmede lokaal nieuws, voor een deel afkomstig van het ANP.

Rapport met aanbevelingen voor meer ruimte creëren voor tegenspraak rijksambtenaren en ander soort leidinggeven, Blogs Beroepseer, 21 november 2023: https://beroepseer.nl

Het geluid van kritische ambtenaren dient juist gekoesterd te worden, door Thomas Huttinga, Blogs Beroepseer, 23 november: https://beroepseer.nl

Ambtenaren, spreek u uit! Blogs Beroepseer, 17 november 2023: https://beroepseer.nl

Ambtelijk activisme en ambtelijk vakmanschap. Hoe verhoudt de ambtenaar zich tot activisme? Blogs Beroepseer, 24 oktober 2023: https://beroepseer.nl

Hoe bewindspersonen probeerden hun schuld te ontlopen en ambtenaren betrokken in hun verdediging bij de Toeslagenaffaire, Blogs Beroepseer, 9 oktober 2023: https://beroepseer.nl

De ambtenaar moet ook inzichten aandragen die de politiek leider onwelgevallig zijn, Blogs Beroepseer, 4 oktober 2022: https://beroepseer.nl

‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’ – Over de rol van de ambtenaar in ons rechtsstatelijk bestel, Beroepseer, 7 september 2022: https://beroepseer.nl

Essay Hans Wilmink tegen uitholling rechtsorde: ‘Voorbij boos en achteloos’, Blogs Beroepseer, 9 april 2020: https://beroepseer.nl

Ambtelijk vakmanschap en moreel gezag, door Thijs Jansen en Gabriël van den Brink, 2016: https://beroepseer.nl

Van Zeger van der Wal verscheen bij uitgeverij Boom in het voorjaar van 2023 het essay Ambtelijke helden gezocht – Hoe een nieuwe generatie publieke leiders onze overheid weer uit het slop gaat trekken‘. www.boom.nl

De mens is geen datapakket

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kondigde in 2022 nieuwe regels aan waardoor behandelaars in de Geestelijke Gezondheidszorg –  GGZ –  verplicht zijn privacygevoelige vragenlijsten over de mentale en sociale problemen van hun patiënten en cliënten op persoonsniveau aan de NZa te leveren. Doen ze dat niet, dan ontvangen de behandelaars een boete van de NZa, die denkt met deze regeling de wachtlijsten in de GGZ in te perken.
De NZa vraagt van te voren de patiënten niet om toestemming voor het verzamelen van hun gegevens. Uit een steekproef van patiëntenplatform Mind blijkt dat bijna driekwart niet op de hoogte is van de nieuwe regels die sinds 1 juli 2023 gelden. Zij weten niet dat wat ze in de spreekkamer vertellen via vragenlijsten in een databank terechtkomt.

Op dinsdag 5 september 2023 kondigde de actiegroep Vertrouwen in de GGZ tijdens een publieksbijeenkomst in de culturele ontmoetingsplaats Pakhuis de Zwijger in Amsterdam aan dat er een rechtszaak zou worden aangespannen tegen de NZa vanwege de databank met profielen van GGZ-patiënten en cliënten. Vooruitlopend op een bodemprocedure werd een kort geding aangespannen dat plaatsvond op 29 september 2023 in de rechtbank Midden-Nederland in Utrecht. De voorzieningenrechter was verzocht de aanlevering van HONOS-lijsten*) stop te zetten tot er definitief uitspraak is gedaan over de bezwaren in de dagvaarding van de actiegroep. Het verzoek werd niet toegekend. De NZa mag voorlopig doorgaan met het verzamelen van de gegevens van patiënten. Het is nu wachten op de zitting in de bodemprocedure, die naar verwacht binnen een half jaar plaatsvindt.

Vragenlijst niet geschikt voor gebruik als uniforme standaard

Tom Grosfeld deed verslag van het kort geding voor opinieblad Vrij Nederland in zijn reportage De datahonger van de NZa en sprak met psychiater en juriste Cobie Groenendijk, een van de initiatiefnemers van Vertrouwen in de GGZ. Hij wijst erop dat de dataverzameling inmiddels al vier maanden aan de gang is, terwijl het volstrekt onduidelijk is hoe de wachtlijsten daardoor ingeperkt gaan worden: “Volgens hoogleraar psychiatrie Jim van Os heeft de vragenlijst, de zogenaamde HoNOS+-lijst, keer op keer bewezen de zorgvraag niet te kunnen voorspellen. Rond de eeuwwisseling werd het instrument voor het eerst gebruikt in Australië en Nieuw-Zeeland. Wat wetenschappers al wisten uit onderzoek werd in de praktijk bevestigd: het kán niet.

In 2010 dachten ze in Groot-Brittannië: laten we het ook eens proberen. En ja hoor, ook daar gingen de data alle kanten op, legt Van Os uit. Er was geen touw aan vast te knopen. Patiënten die in dezelfde groep – bijvoorbeeld zorgvraagtype 14 – werden ingedeeld, varieerden onderling enorm in de hoeveelheid zorg die ze nodig hadden, waardoor het onmogelijk bleek om te voorspellen welke patiënt langdurige zorg zou behoeven en welke het leven relatief snel weer zou kunnen oppakken.
De conclusie: de vragenlijst is niet geschikt om te gebruiken als uniforme standaard. De stekker ging uit het project. En dan, zucht Van Os, komt de NZa er nu nog mee op de proppen, alsof ze hebben zitten slapen”.

Maar ze gaan het gewoon proberen…

Grosfeld sprak Jim van Os in Pakhuis de Zwijger bij de lancering van de rechtszaak tegen de NZa op 5 september 2023, waarvoor de actiegroep via een crowdfundingscampagne zestig duizend euro ophaalde. Van Os vertelde het publiek dat het algoritme van de NZa een voorspellende waarde heeft van 23 procent. Een magisch getal, aangezien alles wat wetenschappers de afgelopen vijftig jaar hebben geprobeerd te voorspellen binnen de geestelijke gezondheidszorg, is blijven steken op ongeveer 20 procent. Daarmee gaan we de wachtlijsten van de ggz niet wegwerken.
Van Os legde uit, aldus Grosfeld, dat we de zorg ook meer collectivistisch zouden kunnen benaderen, zoals dat in vrijwel alle landen ter wereld gebeurt, behalve in rijke, westerse landen als Nederland. Het idee: proberen de zorg zo goed mogelijk te maken voor zo veel mogelijk mensen. De regio Maastricht zou dan bijvoorbeeld een budget krijgen dat is gebaseerd op de sociaaleconomische omstandigheden van de mensen die er wonen, wat volgens Van Os nog altijd de beste voorspeller is van psychisch lijden en een betrouwbaarheid oplevert van 43 procent. En belangrijker: waarvoor alleen gebruik wordt gemaakt van openbare, niet-individuële data.
De NZa vindt dat instrument niet nauwkeurig genoeg. En kiest daarom voor een algoritme waarvan ze, frappant genoeg, zelf toegeven dat ze niet weten of het uiteindelijk zal werken. Maar ze gaan het gewoon proberen. Lukt het niet, dan hebben ze meer data nodig om het algoritme ‘door te ontwikkelen’.
We zouden dit een positieve instelling kunnen noemen maar er spreekt eerder een blind vertrouwen in data uit, alsof ze nog nooit hebben gehoord van het programmeerprincipe garbage in, garbage out.

De NZa mag het zelf regelen

Grosfeld wijst erop dat er geen debat is gevoerd over de zeer ingrijpende dataverzameling van de NZa omdat de NZa een zelfstandig bestuursorgaan is met een bevoegdheid die wordt ingezet om grondrechten van burgers in te perken en het medisch beroepsgeheim – alles wat in de spreekkamer wordt gezegd, blijft binnen de spreekkamer – te doorbreken. Het is onmogelijk de NZa daarop aan te spreken. Grosfeld: “Op Kamervragen antwoordt de minister: de NZa mag het zelf regelen, ze houden zich aan de wet”.

De conclusie is dat de NZa denkt elk maatschappelijk probleem met technologie te kunnen bestrijden. Grosfeld: “Het is een vorm van luiheid: moeilijke vraagstukken en ingewikkelde discussies worden afgewenteld op een almachtig algoritme”. Daar komt nog bij dat techbedrijven proberen zoveel mogelijk medische data te verzamelen voor het maken van een persoonlijk profiel. De door de NZa verzamelde data kunnen uiteindelijk bij die bedrijven terecht komen. De privacy van de patiënten is allerminst gewaarborgd.
Coby Groenendijk daarover:“ Van een kleine miljoen mensen wordt hun mentale profiel afgetapt en dat hangt ergens in een databank van de overheid. God verhoede wat daar verder mee kan gebeuren”.

. . . ‘meer nota’s zonder privacyverklaring verwachten’

Behalve patiënten zijn ook behandelaars niet goed op de hoogte van de consequenties van de nieuwe regels. Ze vullen de vragenlijsten in – wat ze al gewend waren om te doen – maar, in tegenstelling tot zelfstandig therapeuten, sturen zij de gegevens vervolgens niet zelf naar de NZa op. Dat wordt gedaan door de administratie of de bestuurders van de desbetreffende instelling.
Grosfeld: “Om het nog bonter te maken: psychologen en psychiaters worden zelfs ontmoedigd om hun patiënten te informeren over de privacyverklaring. Het initiatief moet namelijk, stellen de NZa en zorgverzekeraars, van de patiënt komen. Praktijken waar gemiddeld veel patiënten de privacyverklaring ondertekenen, kunnen een brief en controle van de zorgverzekeraar verwachten.

Zo schreef coöperatie VGZ aan een praktijk dat het aantal privacyverklaringen daar boven de tien procent lag en dat ze daarom langs wilden komen om ‘inzicht te krijgen in de wijze waarop de privacyverklaring wordt gebruikt’. In de brief wordt zelfs expliciet gevraagd of er in de praktijk ‘actief bij de cliënt wordt aangegeven dat er een mogelijkheid is tot het indienen van een privacyverklaring’.
Het Zilveren Kruis schrijft in een tamelijk intimiderende brief dat de privacyverklaring slechts mag worden gebruikt bij ‘de nadrukkelijke wens van de patiënt’, en niet op initiatief van de zorgaanbieder. Aan een praktijk waar veel patiënten de privacyverklaring ondertekenen, schrijven ze, en ik citeer: ‘om dit beleid z.s.m. aan te passen’ en dat ze daarna ‘meer nota’s zonder privacyverklaring verwachten’.

Terwijl Grosfeld, Cobie Groenendijk en een GGZ-cliënt om vier uur ’s middags de rechtbank in Utrecht uitlopen, wijst de cliënt naar een spandoek tussen twee bomen op het Vrouwe Justitiaplein met de tekst: De mens is geen datapakket.

Lees de hele reportage: De datahonger van de NZa, door Tom Grosfeld, Vrij Nederland no 10 (november 2023). Te koop in kiosk en boekhandel voor € 8,99

Door datahonger is de spreekkamer voor ggz-patiënten geen veilige plek meer, door Tom Grosfeld, Vrij Nederland, 6 november 2023: https://www.vn.nl/nza-datahonger-spreekkamer (achter betaalmuur)

Steun de actie ‘Vertrouwen in de GGZ’. Tegen de Nationale GGZ-databank van NZa, Beroepseer, 14 februari 2023: https://beroepseer.nl

Protest tegen de verplichte afdracht van medische persoonsgegevens van 800.000 GGZ-patienten. Open brief aan NZa en AP, Blogs Beroepseer, 25 augustus 2022: https://beroepseer.nl/


Noot

*) HoNOS staat voor Health of the Nation Outcome Scales en is een onderzoeksinstrument om de psychische gezondheid en het functioneren van mensen met psychische klachten te onderzoeken. Binnen de HoNOS+ vragenlijst wordt niet gekeken naar de diagnose, maar naar de persoonlijke situatie van een cliënt/patiënt.

 

Cobie Groenendijk is voortrekker van Stichting Beroepseer

 

U P D A T E

Motie Tweede Kamer  –  no. 697, 4 juni 2024 – die ervoor zorgt dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de HONOS-database vernietigt. De motie was ingediend door Agnes Joseph van NSC en mede ondertekend door Sarah Dobbe van SP en Lisa Westerveld van GL.  De vier regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie stemden tegen, alle andere partijen stemden voor. https://beroepseer.nl

Meningen van zorgprofessionals over kwaliteit en veiligheid van zorg in 2023

Zorgprofessionals geven in 2023 de kwaliteit van zorg het rapportcijfer 7,2. De veiligheid van zorg krijgt een 7. Ondanks deze respectabele cijfers blijken zowel de kwaliteit als de veiligheid van zorg onder druk te staan. Zo ervaart 44% van hen een verslechtering van kwaliteit van zorg in de afgelopen twee jaar en geeft 29% dit aan wat betreft de veiligheid van zorg. Dit en meer blijkt uit de tweejaarlijkse Monitor Kwaliteit en veiligheid van zorg 2023. De monitorpeiling werd gedaan onder deelnemers van het Panel Verpleging & Verzorging van het Nivel, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg.
Elke twee jaar vraagt het Nivel aan verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, praktijkondersteuners en begeleiders wat zij vinden van de kwaliteit en veiligheid van de zorg die zij verlenen. Om inzichtelijk te maken wat goed gaat en welke knelpunten er zijn, vraagt Nivel in een online vragenlijst naar hun ervaringen met de directe cliëntenzorg, ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, wijkverpleging, verpleeghuiszorg en huisartsenzorg.

Een meerderheid (61%) van de zorgprofessionals werkzaam in de verpleging of verzorging vindt de kwaliteit van de door hen geboden zorg (zeer) goed. Bijna de helft (46%) vindt het veiligheidsbeleid (zeer) goed. Deze ervaringen blijven vrijwel stabiel in de jaren 2019, 2021 en 2023. Tegelijkertijd zijn er signalen dat de kwaliteit en veiligheid van zorg onder druk staan.

Registratielast

Bijna de helft van de zorgprofessionals (46,9%) vindt de hoeveelheid administratief werk onredelijk en denkt dat dit werk ten koste gaat van de cliëntenzorg. In 2021 leek een gunstige ontwikkeling zichtbaar dat dit percentage afnam. De huidige peiling van 2023 laat echter zien dat dit percentage stabiel blijft tussen 2019 en 2023. Ook het aantal uren dat zorgprofessionals besteden aan verslaglegging over zorg en registraties voor organisaties en de werkdruk die zij daardoor ervaren nemen niet af, maar blijven stabiel. Dit is geen gunstige ontwikkeling gezien de acties die worden uitgevoerd om de registratielast van zorgprofessionals te verminderen, onder andere vanuit het VWS-programma ‘[Ont]Regel de zorg’. Tegelijkertijd sluiten deze bevindingen aan bij de Kamerbrief van minister Helder waarin zij beschreef nog te weinig resultaten te zien van dit programma.

Andere onderzoeken over registratielast richten zich veelal op langdurige zorg. Nivels onderzoek laat echter zien dat dit onderwerp ook in de curatieve zorg om aandacht vraagt. Zo ervaren zorgprofessionals uit de GGZ het vaakste een verhoogde werkdruk door verslaglegging en besteden de zorgprofessionals in ziekenhuizen de meeste tijd aan verslaglegging over de zorg. Deze bevinding onderschrijft eerder onderzoek waaruit bleek dat een brede aanpak nodig is om de regeldruk in de zorg te verminderen.

Zeggenschap

Zeggenschap wordt vooral ervaren binnen het dagelijks werk, minder bij beleidsbeslissingen Bijna twee derde van de zorgprofessionals (64,1%) ervaart zeggenschap over het eigen werk. Echter nog geen derde van alle zorgprofessionals (29,3%) vindt dat ze geen mogelijkheid hebben om deel te nemen aan beleidsbeslissingen binnen de organisatie. Deze bevinding komt overeen met een peiling vanuit het Landelijk Actieplan Zeggenschap en Veerkracht (2022), waaruit ook bleek dat zorgprofessionals het minst tevreden zijn met zeggenschap op organisatieniveau . Bij die peiling werd geen onderscheid naar zorgsectoren gemaakt.  Nivels onderzoek laat zien dat de ervaringen van zorgprofessionals wel verschillen per sector. Zorgprofessionals in de huisartsenzorg geven het meest aan dat zij zeggenschap ervaren, zowel over het eigen werk als binnen de organisatie. Zorgprofessionals in ziekenhuizen zijn het minst tevreden over de zeggenschap in het eigen werk en zorgprofessionals in de gehandicaptenzorg over zeggenschap binnen de organisatie. Verder laat het onderzoek een samenhang zien tussen de ervaren zeggenschap en ervaren kwaliteit en veiligheid van zorg. Naarmate zorgprofessionals vaker zeggenschap ervaren, zijn zij ook positiever over de kwaliteit en veiligheid van zorg.

Conclusie

De meerderheid (61%) van verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, begeleiders en praktijkondersteuners vindt de kwaliteit van zorg (zeer) goed en bijna de helft (46%) vindt het veiligheidsbeleid (zeer) goed. Deze percentages bleven stabiel over de jaren 2019, 2021 en 2023. Ook zijn de percentages zorgprofessionals met plezier in hun werk hetzelfde gebleven (89%). Dit zijn positieve bevindingen gezien dat zorgprofessionals tussen 2019 en 2023 te maken kregen met moeilijke omstandigheden door de wereldwijde coronacrisis. Toch laat het huidige onderzoek ook zien dat de kwaliteit en veiligheid van zorg onder druk staan, aangezien een derde van de zorgprofessionals de indruk heeft dat de kwaliteit en veiligheid van zorg achteruit gaan. Reden daarvoor zijn volgens zorgprofessionals vaak een verhoogde werkdruk en personeelstekorten.

Herhaling van het monitoronderzoek over twee jaar zal uitwijzen of de kwaliteit en veiligheid van zorg op niveau blijven met de oplopende personeelstekorten en een stijgende vraag naar zorg

Downloaden rapport Kwaliteit en veiligheid van zorg in 2023. De meningen van verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, begeleiders en praktijkondersteuners, door Sofie Noorland, Peter Spreeuwenberg,
Kim de Groot, Nivel, 2023: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004510.pdf

Kwaliteit verpleegkundige zorg nog altijd hoog, maar wel meer onder druk, 27 november 2023, Nivel: www.nivel.nl

 

Figuur bovenaan is ontleend aan het rapport ‘Kwaliteit en veiligheid van zorg in 2023

Hoopvolle kijk op toekomst van de jeugdzorg

Kan beleid rondom jeugdzorg verbeteren? In de twaalfde Mulock Houwer-lezing gaf Tom van Yperen een antwoord op deze vraag. Van Yperen is orthopedagoog en expert kwaliteit jeugdstelsel bij het Nederlands Jeugdinstituut. De lezing vond plaats op 16 november 2023 en is terug te horen op video en te lezen in het document Kan de jeugdzorg veranderen? Een hoopvolle kijk op de toekomst van een werkveld.

Van Yperen begint zijn lezing zo:

“Beste mensen, laat ik maar met de deur in huis vallen: het gebruik van jeugdzorg in ons land is schrikbarend hoog. Afgelopen jaar kreeg bijna 14% van de kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 18 jaar jeugdhulp. Dat is bijna 1 op de 7. Ruim twintig jaar geleden was dat nog geen 1 op de 27.

U bent het ongetwijfeld met me eens: 1 op de 7 is veel. Erg veel. Het is nog meer schrikken als we in detail naar de cijfers kijken.

• Zo blijkt bij jongens in de leeftijd van 8 tot 12 jaar het jeugdzorggebruik ruim 22% te zijn, meer dan 1 op de 5. Dat vind ik een onthutsend cijfer. We weten uit studies dat het omgaan met zogeheten ‘lastig gedrag’ in deze leeftijd een van de meest voorkomende zorgpunten van ouders i s.Ook voor leerkrachten geldt dit als een van de grootste uitdagingen.

• Ook bij een andere groep is het jeugdzorggebruik hoog, namelijk bij meisjes ouder dan 12: bij hen is inmiddels 1 op de 6 in zorg. Deze cijfers komen overeen met studies die laten zien dat mentale problemen bij jongeren – en met name bij meisjes – flink aan het toenemen zijn.

De enorme toestroom naar de jeugdzorg is nog zorgelijker als we ons realiseren dat de jeugdzorg niet goed functioneert. U heeft de krantenberichten vast ook gezien. Dat de jeugdzorg moet verbeteren, is al vele jaren een issue. Zo pleitte Daan Mulock Houwer in de jaren zeventig al voor de nodige verbeteringen:

• Hij stelde bijvoorbeeld dat we de ouders per definitie bij de hulp moeten betrekken, als we iets met het kind willen bereiken;

• Ook gaf hij aan dat het nodig is meer ambulant met gezinnen te werken in plaats van residentiële zorg aan kinderen te bieden.

Deze punten uit de jaren 70 zijn nog steeds relevant. En dat is illustratief voor de sector: het lukt maar niet om te verbeteren.

Bestuurswetenschapper Sharon Stellaard bracht dat nog niet zo lang geleden onder de aandacht met haar proefschrift over het zogeheten ‘Boemerangbeleid’. Zij geeft een beeld van een overheid die steeds met een nieuwe wet de mankementen van een vorige wet probeert te verhelpen, zonder dat dit verbetering geeft. In alle publiciteit over Stellaards proefschrift ging het veel over het decennialange beleidsfalen van de overheid. Maar er speelt meer. Daar ga ik in deze lezing verder op in. Waarom verbetert het niet? En hoe kan het anders?”

“Ik mis de aandacht voor inhoudelijke vraagstukken”

Van Yperen besluit zijn lezing met het noemen van de pogingen tot verbetering. Hij wijst op de begin 2023 verschenen
Hervormingsagenda Jeugd, samengesteld door de zogeheten ‘Vijfhoek’: cliëntenorganisaties, beroepsverenigingen, aanbieders, gemeenten en het Rijk. De agenda bevat voorstellen om de jeugdzorg te verbeteren en de vraag is of de agenda een voorbode van een daadwerkelijke verbetering is? Volgens Van Yperen: ja en nee. Er is een mijlpaal bereikt dat vijf partijen de handen ineenslaan en met elkaar een agenda maken, in plaats van elkaar in de weg te zitten. Maar de Hervormingsagenda leidt niet echt tot een verbetering volgens Van Yperen. Hij vindt dat het Rijk in de agenda erg vaak genoemd wordt als partij die actie moet nemen. Het is het oude patroon: de overheid neemt actie, het veld reageert daarop:

“Mijn vraag is: op welke punten willen of kunnen veldpartijen eigenlijk zelf het voortouw nemen? Bovendien gaat de agenda vooral over typische jeugdzorgdingen: definities, regelingen, procedures. Ik mis de aandacht voor inhoudelijke vraagstukken.
Mijn pleidooi is: stop met het wijzen naar de verantwoordelijkheid en het beleidsfalen van de overheid. En stop met het eindeloos sleutelen aan definities, regelingen en procedures. Neem als partijen in de Vijfhoek elk meer eigen verantwoordelijkheid om met elkaar de inhoudelijke vraagstukken rondom het opgroeien en opvoeden bij de kop te pakken, vraagstukken die er echt toe doen. Ik zeg niet dat de agenda in de prullenbak kan, maar pak nu door.

Maar hoe dan? Allereerst dit: stop er vooral meer idealisme in, meer inhoudelijk vuur dat bij iedereen in de Vijfhoek bevlogen gedrag uitlokt om kinderen en jongeren in onze samenleving te laten floreren. Zijn we het er bijvoorbeeld over eens dat steeds minder kinderen en jongeren gedijen in onze samenleving en dat jeugdzorg dat echt niet allemaal kan fixen?
Ga er dan met elkaar voor om het landschap van de jeugdvoorzieningen ingrijpend te veranderen. Om de kwaliteit van de pedagogische omgeving te verbeteren, jeugdzorg minder nodig te maken, een sterke eerstelijn op te bouwen en de zorg effectiever te maken”.

Hervormingsagenda is heel simpel aan te passen

Van Yperen pleit voor een inhoudelijk gedreven aanpak. Bijvoorbeeld bij het hoge jeugdzorggebruik: “Laat bijvoorbeeld alle partijen eraan werken dat meer ouders en leerkrachten het zogenoemde ‘lastige gedrag’ van kinderen in goede banen kunnen leiden. En dat het mentaal welbevinden van jongeren verbetert. Mijn verwachting is dat hierdoor minder jeugdzorg nodig is. Dat geeft ook meer ruimte voor de jeugdzorg die wél nodig is. En die zorg zal beter werken door een sterkere verbinding met de omgeving.
De Hervormingsagenda is daarvoor heel simpel aan te passen: pak een van de punten van de agenda, zet daarboven een inhoudelijk vraagstuk waarvoor de Vijfhoek het vuur uit de sloffen wil lopen en kijk dan wat je met elkaar kunt doen. Het geeft niet als dat duw-en-trek-werk oplevert. Zaak is dat dit niet leidt tot een verzwakking, maar juist een versterking van wat je met elkaar wilt bereiken”.

Videoweergave van de Mulock Houwer-lezing 2023 door Tom van Yperen: https://www.youtube.com/watch?v=alC8dsfykh

Downloading Mulock Houwer-lezing 2023 Kan de jeugdzorg veranderen? Een hoopvolle kijk op de toekomst van een werkveld, dr. Tom van Yperen, Nederlands Jeugdinstituut, november 2023: www.nji.nl

Proefschrift Boemerangbeleid – Over aanhoudende tragiek in passend onderwijs- en jeugdzorgbeleid, door Sharon Rodriguez Rivas-Stellaard: https://research.vu.nl

Meer over de Mulock Houwer-lezing: www.nji.nl/over-het-nji/mulock-houwer-lezing

 

Rapport met aanbevelingen voor meer ruimte creëren voor tegenspraak rijksambtenaren en ander soort leidinggeven

Uit het onderzoeksrapport Ruimte voor tegenspraak komt een duidelijke behoefte aan een ander soort leidinggevende naar voren. Deze zou moeten werken aan een verbeterde terugkoppeling na tegenspraak, leren fouten erkennen en bespreekbaar maken, het vergroten van het vertrouwen in elkaar, de besluitvorming anders inrichten en het contact tussen organisatielagen verbeteren. Doel is het streven naar een manier van samenwerken waarbij fouten gemaakt mogen worden, ook door leidinggevenden, en waar die fouten bespreekbaar zijn. Openstaan voor feedback, een onafhankelijk aanspreekpunt en het delen van ervaringen kunnen daaraan bijdragen.

Het onderzoek is uitgevoerd door het Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht van Avans Hogeschool dat bestond uit een enquête onder 34 rijksambtenaren die meewerkten aan het landelijke project Loyale Tegenspraak dat onderzoekt hoe loyale tegenspraak makkelijker geuit en beter gehoord kan worden.
Naast de enquête is een analyse gemaakt van gesprekken van 78 ambtenaren die persoonlijke ervaringen hebben gehad met loyale tegenspraak binnen hun ministerie of organisatie, of die vanwege hun werkzaamheden interesse hebben getoond in het onderwerp. De resultaten zijn vergeleken met een deel van de doelgroep uit de Monitor Integriteit en Veiligheid 2022 (777 respondenten)

Belemmerende omstandigheden

De in het onderzoek geënquêteerde ambtenaren geven aan dat er belemmerende omstandigheden voor loyale tegenspraak zijn binnen de Rijksoverheid. Ze constateren een cultuur die de ruimte daarvoor bemoeilijkt. Leidinggevenden houden die cultuur in stand en dragen er zelfs aan bij. Ambtenaren ervaren een ontmoedigingscultuur en impliciete druk om ‘sensitief’ te zijn, wat grofweg wil zeggen dat hen gevraagd wordt loyale tegenspraak achterwege te laten. Omdat bestaande structuren, zoals integriteitsbeleid, als afdoende worden beschouwd, lijken de uitdagingen grotendeels cultureel van aard.

Aanbevelingen

De aanbevelingen in het onderzoek richten zich op vier verschillende typen betrokkenen. Zo dienen bestuurders van publieke organisaties het goede voorbeeld te geven: ze moeten het (mee)praten over loyale tegenspraak niet-vrijblijvend op de agenda zetten en houden. Leidinggevenden dienen actief ruimte te maken voor loyale tegenspraak door het belang van dit onderwerp openlijk te bespreken, ongemakkelijke zaken ter tafel te brengen en daarmee het gesprek hierover te normaliseren.

Lef en doorzettingsvermogen

De ambtelijke medewerkers in het onderzoek zien daarnaast ook een rol voor henzelf en hun directe collega’s. Zij vinden dat ze zelf aan de eigen leidinggevende en binnen het eigen team, de afdeling of werkomgeving meer aandacht kunnen vragen voor (ruimte voor) loyale tegenspraak. Dat vereist onder meer lef en doorzettingsvermogen. En ook hier is voorbeeldgedrag belangrijk, zodat collega’s ook gemotiveerd zijn om zich in te zetten voor tegenspraak.

Downloaden rapport Ruimte voor tegenspraak – Hoe meer ruimte te creëren voor het tegengeluid van rijksambtenaren, Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht & Avans Hogeschool, november 2023: www.avans.nl

Meer ruimte voor loyale tegenspraak vergt ander type leiderschap, Avans Hogeschool, 15 november 2023: www.avans.nl

Monitor Integriteit en Veiligheid 2022, Rijksoverheid, 1 juni 2022: www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/06/01/rapport-monitor-integriteit-en-veiligheid-2022


Evenwicht en tegenwicht,
Samenspraak en tegenspraak,
Macht en tegenmacht,
Kunnen in een democratische rechtsorde niet zonder elkaar.
Herman Tjeenk Willink