Skip to main content

Redactie Beroepseer

Nepnieuws was al te vinden in de oudheid

Is nepnieuws een nieuw fenomeen? Niet volgens Rens Tacoma en Indira Huliselan. De universitair hoofddocent en promovendus van de Universiteit Leiden gaan zich verdiepen in het gedraai, gekonkel en geknoei met feiten van duizenden jaren geleden.

’Het is niet in alle opzichten hetzelfde, maar wij denken dat er een historisch equivalent van fake news bestond in de oudheid”, vertelt Tacoma. “Er zijn best wat documenten uit het Romeinse Rijk bekend die vals zijn of waarin gerommeld lijkt te zijn. Voorheen hebben onderzoekers die vaak snel terzijde gelegd, omdat ze niet ‘echt’ zouden zijn. Wij denken dat juist deze documentaire ficties inzicht kunnen geven in het functioneren van de toenmalige maatschappij”.

Veel geknoei is te vinden in brieven van de keizer aan lokale gemeenschappen of individuen. “Die waren voor de ontvangers zo belangrijk dat ze in steen werden ingegraveerd. Daarmee lieten ze zien dat ze privileges hadden gekregen, maar ook dat ze een lijntje met de keizer hadden”, licht Tacoma toe.

Positie claimen

Juist die grote waarde van de teksten, maakte het verleidelijk om een woordje te veranderen of een regelrechte leugen toe te voegen. Waarschijnlijk is dit veelvuldig gebeurd ten tijde van de eerste christelijke keizer Constantijn de Grote. ”Tot dan hadden de christenen weinig aanzien, maar door de erkenning die Constantijn de godsdienst gaf, veranderde hun status dramatisch”, vertelt Huliselan. “Dat betekende alleen niet dat de rest van het volk dat ook meteen accepteerde”.

Het leidde tot een strijd tussen christenen en andere sociale groepen, waarbij flink met documenten werd gezwaaid. “Je ziet dat de christenen zich de geschiedenis in gaan schrijven om zich enerzijds te verdedigen en anderzijds hun tegenstanders terecht te wijzen”, licht Huliselan toe. Aan haar de taak om de komende jaren in kaart te brengen hoe de christenen precies hebben geprobeerd om hun positie te claimen en veilig te stellen.

Breedte en diepte

“Indira gaat daarmee een soort diepteboring doen, door heel specifiek naar één casus te kijken”, vertelt Tacoma. “Zelf ga ik juist proberen in kaart te brengen hoe dit soort documenten in de hele Romeinse wereld gedurende de hele Romeinse keizertijd gefunctioneerd kunnen hebben. Daardoor krijgen we zowel een globaal als een gedetailleerd beeld. Op termijn komt er nog een postdoc bij die gaat bestuderen hoe in antieke literatuur wordt omgegaan met gemanipuleerde documenten”.

Daarbij is het niet de bedoeling om voor eens en voor altijd duidelijk te maken wat waar is en of echt is. Tacoma en Huliselan willen vooral laten zien of en hoe documentaire ficties in de Romeinse wereld hebben gefunctioneerd en hoe zich dat verhoudt tot modern fake news.

Tacoma en Huliselan zijn van plan een podcast te maken met het Rijksmuseum van Oudheden en te gaan samenwerken met het geschiedenisevenement Maand van de Geschiedenis, dat in 2024 ‘Echt Nep’ tot thema heeft.

Lees het hele artikel Zo oud als de weg naar Rome: ‘Fake news was al te vinden in de oudheid’, door Myrte Timmers, Universiteit Leiden, 21 augustus 2023: www.universiteitleiden.nl/nieuws/2023/08/zo-oud-als-de-weg-naar-rome-fake-news-was-al-te-vinden-in-de-oudheid

Arbeidseconoom Ronald Dekker over nuttig werk en werken in algemeen belang

Wat is nuttig werk? Dat is niet voor iedereen hetzelfde. Ronald Dekker legt het uit aan Ellen Schat in haar artikel op NSvP – Innovatief werk – met een eenvoudig voorbeeld: “Als ik iemand de straat zie vegen, vind ik dat nuttig werk. Maar het is wel subjectief. En als ik zie dat het de volgende dag weer vies is, vind ik het misschien toch geen nuttig werk meer. Het is dus ook een momentopname”. Het blijkt dat de term lastig te gebruiken is voor onderzoek of beleid.
De NSvP staat voor de in 1926 opgerichte Nederlandse Stichting voor Psychotechniek die zich hard maakt voor mens en werk. De NSvP investeert in kennis en maatschappelijk initiatief en kijkt kritisch naar vastgeroeste patronen.

Arbeidseconoom Ronald Dekker is gasthoofdredacteur van het jaarlijkse NSvP-themanummer van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken en momenteel als onderzoeker werkzaam bij TNO. Hij hoopt op verdieping van de begrippen nuttig werk/werken in het algemeen belang. Daarbij hoort ook de rol van technologie, industriepolitiek en het onderwijs bij toekomstig nuttige banen.

Werken in algemeen belang

Werken in algemeen belang is meer bezien vanuit het collectief: wat vinden we zinvol en belangrijk werk voor onze samenleving? De term biedt meer houvast, al is het natuurlijk nog altijd subjectief welk werk het algemeen belang dient: Dekker: “Werk in school en ziekenhuis wordt grosso modo beschouwd als belangrijk voor de publieke zaak, het zijn sectoren waarin overigens nu juist een enorm tekort is. Bezorging van pakketjes door het hele land of flitsbezorging worden minder beschouwd als zinvol voor de maatschappij”.
Een term die we tegenwoordig in dit verband vaker horen zijn de zogenaamde bullshitjobs, waarmee banen worden bedoeld waarvan de werknemer zélf vindt dat ze maatschappelijk zinloos zijn.

Dekker gebruikt voor het themanummer van TvA ‘werken tot nut van het algemeen’. Dekker: “Toen ik op internet zocht op deze term, kwam ik al gauw op de Maatschappij tot Nut van het Algemeen die in de achttiende eeuw individuele en maatschappelijke ontplooiing stimuleerde en onderwijs en cultuur toegankelijk wilde maken voor iedereen”. Sindsdien hebben overheidsorganisaties, door de overheid betaalde organisaties en het democratiseringsproces voor veel verandering gezorgd op het gebied van werken in algemeen belang, maar de laatste dertig à veertig jaar wordt veel aan de markt overgelaten.

Brede welvaart

Dekker vindt hervormen van de economische structuur een goed idee. Bij die hervorming zou brede welvaart een rol dienen te spelen. Brede Welvaart kijkt verder dan economische groei en materiële welvaart. De term brede welvaart is intussen wel meer ingebed in beleid, maar volgens Dekker is dat nog niet voldoende.

De vraag is: wat vinden wij zinvol en belangrijk werk voor onze samenleving? De NSvP en TvA hopen dat wetenschappelijke bijdragen inzoomen op nieuwe vormen van ‘matching’ op de arbeidsmarkt die bijdragen aan meer nuttig werk.

Dekker gaat in het artikel nog in op industriepolitiek en technologie. Lees het hele artikel Arbeidseconoom Ronald Dekker: ‘Discussie over werken in algemeen belang op hoger plan tillen’, door Ellen Schat , NSvP, 29 augustus 2023: www.innovatiefinwerk.nl

Het themanummer van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, waarvan Ronald Dekker de gasthoofdredacteur is, verschijnt in december 2023. /www.aup-online.com/content/journals/01692216

NSvP: www.innovatiefinwerk.nl

Brede welvaart in de regio, Planbureauvoor de Leefomgeving: www.pbl.nl/brede-welvaart-in-de-regio

Het verhaal van het CAF-team: Onterecht beschuldigd, genegeerd en in de steek gelaten

De brief eindigt met een oproep van voorzitter Albert van der Smissen van NCF: “Breng de waarheid over het CAF-team naar buiten!”. Op 19 juli 2023 schreef NCF, de vakbond van ambtenaren van het Ministerie van Financiën, een brief aan de top van de Belastingdienst, de media en de politiek. De brief bevat het verhaal van het CAF-team dat zich als zondebok voelt gebruikt voor de Toeslagenaffaire.

Er zijn bij de Toeslagenaffaire zaken misgegaan bij de Belastingdienst. Allerlei schakels in het systeem faalden. Maar er ging ook heel veel mis buiten de Belastingdienst. Daar wordt helaas veel minder aandacht aan geschonken. De ministeries en de politiek slagen erin om hun rol grotendeels buiten de aandacht te houden, terwijl uitvoeringsorganisaties kritisch bekeken worden en in het volle licht van de schijnwerpers staan. Het team medewerkers dat – onterecht – de schuld in de schoenen geschoven krijgt is het CAF-team.

Het CAF-team

In 2013 werd met spoed het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF-team) opgericht. Het team had niet tot doel misbruik van toeslagen door individuele burgers aan te pakken. Het CAF-team kreeg de opdracht om door facilitators georganiseerde grootschalige fraude en misbruik te signaleren en aan te pakken. Dit ging dan bijvoorbeeld om gastouderbureaus die met persoonsgegevens van, soms ook onwetende, ouders fraudeerden met kinderopvangtoeslagen of om belastingadviseurs die namens meerdere burgers fraude pleegden met de aangifte inkomstenbelasting.

Het CAF-team was binnen de organisatie van de Belastingdienst of directie Toeslagen niet bevoegd toezicht te houden op individuele burgers of hen sancties op te leggen. Het CAF-team was geen onderdeel van de directie Toeslagen. Het team bestond grotendeels uit medewerkers van de FIOD, Belastingdienst of Toeslagen die gedetacheerd werden aan CAF. Het team bestond uit zo’n dertig medewerkers die vaak slechts parttime werkten. Deze kleine groep zou volgens de media en de politiek ongeveer de hele Toeslagenaffaire veroorzaakt hebben. Dat de Toeslagenaffaire begon bij het CAF-team is een wijdverbreid misverstand. Het gevolg was dat het team jarenlang het middelpunt van onderzoeken zou vormen. De Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) bijvoorbeeld heeft zich volledig blindgestaard op de rol van het CAF-team.

De oorzaak van het misverstand

De onterechte beschuldiging van het CAF-team is ontstaan door een gebrek aan onderscheidingsvermogen. Voor 2013 was er sprake van te weinig toezicht en controle op toeslagen. Dat veranderde in 2013 toen er op grotere schaal toezicht kwam naar aanleiding van de zogenaamde Bulgarenfraude*). Vanaf die datum werden ouders geconfronteerd met de zogenaamde ‘alles-of-niets-aanpak’ die de wet had voorgeschreven. Hierbij hanteerde Toeslagen soms een werkwijze die achteraf erg ongelukkig uitpakte voor het CAF-team. Toeslagen gebruikte namelijk eigen CAF-codes en dat gebruik van CAF-codes door Toeslagen is de oorzaak van het misverstand met als gevolg de talloze onderzoeken naar het CAF-team die tot op de dag van vandaag doorlopen, ondanks de conclusie van het onafhankelijke onderzoek van KPMG. Daarin staat dat het CAF-team geen enkele bevoegdheid had om bij individuele burgers toeslagen stop te zetten of terug te vorderen. Tevens blijkt dat het CAF-team niet stiekem de verantwoordelijkheid had om bij de directie Toeslagen beslissingen over individuele ouders te nemen.

Feit is dat de directie Toeslagen bij het opleggen van terugvorderingen eigen CAF-codes gebruikte, zonder dat het CAF-team hierbij betrokken was. Deze onderzoeken met CAF-codes vielen volledig onder de verantwoordelijkheid van de directie Toeslagen.

Aangiften

Het CAF-team is inmiddels opgeheven. Het is het enige team bij de Belastingdienst waarbij dit naar aanleiding van de Toeslagenaffaire is gebeurd. Een reden is nooit officieel gegeven maar het lijkt erop alsof de Belastingdienst de aanstichters van de Toeslagenaffaire gevonden en aangepakt heeft. De leden van het CAF-team zijn zo in de beeldvorming de schuldigen van de Toeslagenaffaire geworden. In de Tweede Kamer bijvoorbeeld is gevraagd de ‘CAF-cowboys’ te vervolgen. Het Ministerie van Financiën heeft zelfs aangifte tegen het eigen personeel gedaan in mei 2020 “vanwege mogelijke misdrijven in de toeslagenaffaire”. Het CAF-team is expliciet in de aangifte genoemd, naast het Managementteam Fraude en de Directie Toeslagen.

In februari 2022 heeft vakbond NCF aangifte gedaan tegen het programma BOOS (BNNVARA) na een oproep van presentator Tim Hofman om namen van ambtenaren te delen die verantwoordelijk zouden zijn voor de Toeslagenaffaire. Presentator Tim Hofmann van BOOS riep via sociale media klokkenluiders op zich te melden als zij namen van ambtenaren kennen die zich niet aan de regels hebben gehouden bij de fiscus. “Wij willen weten: wie waren dat? Welke ambtenaren werken daar nu nog? Welke ambtenaren zijn ontslagen of gestraft, zoals de Belastingdienst ooit de ouders strafte?”
De ambtelijke top reageerde onmiddellijk op de oproep, op het Intranet van de Belastingdienst. Men maakte zich grote zorgen over de oproep tot een zoektocht naar individuele ambtenaren. Voorzitter Albert van der Smissen van vakbond NCF, met zesduizend leden de grootste vakbond binnen de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën, was evenwel niet erg te spreken over de reactie. De ambtelijke top heeft alleen intern, en niet in het openbaar stelling genomen.

De schade is enorm

De schade die is aangericht bij de medewerkers van het voormalige CAF-team is enorm. De ambtenaren hebben de afgelopen jaren veel over zich heen gekregen. Ze werden aangezien voor de hoofdschuldigen van een drama. Ze zijn bedreigd, achtervolgd door de media, er is strafrechtelijk onderzoek naar ze gedaan en ze worden tot op de dag van vandaag geconfronteerd met intensieve, slepende onderzoeken.

Een van de ergste dingen in het leven is valselijk beschuldigd worden. Valse getuigenis afleggen wordt sinds jaar en dag in alle culturen beschouwd als een hoofdzonde. Een aan diggelen geslagen reputatie blijkt nauwelijks te herstellen, ook niet als achteraf blijkt dat betrokkenen van alle blaam zijn gezuiverd. Er is een gezegde dat luidt: “Reputatie is een glas. Als het eenmaal is gebroken, kun je het niet meer in elkaar zetten”.
Het is hoogtijd voor rehabilitatie van de ambtenaren van het voormalige CAF-team. “Breng de waarheid over het CAF-team naar buiten!”

Lees hier het complete verhaal van het CAF-team, 19 juli 2023: https://beroepseer.nl/

Lees hier de Ledenbrief Onterecht beschuldigd, genegeerd en in de steek gelaten, juli 2023: https://beroepseer.nl

NCF: https://ncf.nl/

Eindverslag onderzoek kinderopvangtoeslag gepresenteerd: ‘Ongekend onrecht’, Blogs Beroepseer, 18 december 2020: https://beroepseer.nl/blogs/eindverslag-onderzoek-kinderopvangtoeslag-gepresenteerd-ongekend-onrecht/

Noot
*) De Bulgarenfraude was een fraude met toeslagen in Nederland begin jaren 2010 door een Bulgaarse bende. Deze bende moedigde Bulgaren aan zich in te schrijven op een Nederlands adres en onterecht met terugwerkende kracht toeslagen aan te vragen.

Reactie en standpunt van VHMF

Het bestuur van de Vereniging van Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën (VHMF) verwijst graag naar de brief die onze collega’s van de NCF waarin het verhaal van de medewerkers van het CAF-team wordt gedaan.
Het bestuur van de VHMF herkent zich hierin, mede op basis van de gesprekken die wij met onze leden hebben gevoerd. Voor een toekomst van de Belastingdienst is het nodig dat er zo spoedig mogelijk een punt gezet wordt. Waarbij alle medewerkers recht wordt gedaan. Daartoe roepen we de dienstleiding op. https://vhmf.nl/index.php?view=article&id=201:nieuwsbrief-20230723&catid=19

Alleen de wetgever kan een collectieve oplossing bieden voor onrealistische beslistermijn hersteloperatie toeslagen. Niet de bestuursrechter

Wat er is geleerd van de zeven aanbevelingen van de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU; commissie Bosman), vraagt Bart Jan van Ettekoven zich af? Van Ettekoven is voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Op 23 augustus 2023 deed de Afdeling uitspraak in het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland en de rechtbank Rotterdam inzake de beslistermijnen van de Belastingdienst bij de hersteloperatie toeslagen.

De rechtbank Midden-Nederland heeft in april 2023 de Belastingdienst ten onrechte een veel te lange termijn gegeven om te beslissen op aanvragen voor compensatie in de hersteloperatie toeslagen. Dat geldt ook voor de te lange termijn die de rechtbank heeft gegeven om op bezwaren van gedupeerde ouders te beslissen. De rechtbank stelt terecht dat de wetgever bewust onrealistische beslistermijnen heeft opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen.

Niet de taak van de bestuursrechter

Maar het is niet de taak van de bestuursrechter om een structurele, collectieve oplossing voor dit probleem te bieden. Dat kan alleen de wetgever doen door de wet aan te passen of te komen met een andere voorziening of oplossing.

Allemaal vragen

Wat is de taak van de bestuursrechter als rechtbanken worden geconfronteerd met een hoos aan beroepen tegen niet tijdig beslissen? En wat is wijsheid als het bestuursorgaan aangeeft dat het geen enkele termijn weet te halen? Moet je dan per zaak een termijn stellen of proberen bij te dragen aan een meer algemene oplossing? Mag de rechter daarbij optreden als wetgever-plaatsvervanger? Of gaat hij dan zijn boekje te buiten? Welke rol speelt daarbij het ‘doenvermogen’ van de uitvoeringsorganisatie?

Dit zijn allemaal vragen die kunnen opkomen bij lezing van de uitspraken over beslistermijnen van de Belastingdienst bij de hersteloperatie toeslagen die de Afdeling bestuursrechtspraak op 23 augustus heeft gedaan.
Welk beeld blijft achter na lezing van de volledige tekst van de uitspraak van de Raad van State? We zien een treurig stemmend tafereel van onrealistische wetgeving en uitvoeringsproblematiek, waarvan de burger de dupe is.

Lees verder Niet de bestuursrechter, maar alleen de wetgever kan een collectieve oplossing bieden voor onrealistische beslistermijnen bij hersteloperatietoeslagen, Raad van State, 23 augustus 2023: www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/augustus/beslistermijn-hersteloperatie-toeslagen/

Hersteloperatie van kinderopvangtoeslagaffaire blijkt te ingewikkeld en traag, constateert Nationale Ombudsman, Blogs Beroepseer, 11 oktober 2021: https://beroepseer.nl

Eindverslag onderzoek kinderopvangtoeslag gepresenteerd: ‘Ongekend onrecht’, Blogs Beroepseer, 18 december 2020: https://beroepseer.nl

Dienst Toeslagen: https://herstel.toeslagen.nl/
In 2020 is de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) opgericht

 

Afbeelding bovenaan: Receptie van de Raad van State in Den Haag

Moe van armoe? Deel je verhaal. Maak samen een vuist tegen armoede

Vaak word je niet gezien. Je leeft in armoede. Kinderen kunnen niet meedoen. Je bent ziek. Je wilt weer aan het werk, maar bent arbeidsongeschikt, hebt geen werk of bent zwanger. Je kunt de huur of je zorgkosten niet betalen. Je verwacht hulp. Krijg je die ook?
Via het platform Hetgaatovermij.org is de Landelijke Cliëntenraad de campagne Vuist tegen armoede gestart om zoveel mogelijk verhalen op te halen van mensen die niet meer rondkomen. Het kabinet mag dan gevallen zijn, Nederland moet wel door met het bestrijden van armoede.
De verhalen gaan naar de leden van de Tweede Kamer die beslissen of bijvoorbeeld aanpak van armoede door moet gaan en niet op de plank moet blijven liggen totdat er een nieuw kabinet is.

Bestaanszekerheid

De Landelijke Cliëntenraad (LCR), in 2002 opgericht, streeft naar bestaanszekerheid voor iedereen en vertegenwoordigt mensen die een uitkering, pensioen of (financiële) ondersteuning krijgen van de overheid. De LCR is officieel gesprekspartner van de landelijke overheid. Daarnaast is de LCR het overlegorgaan voor landelijke cliëntenorganisaties en cliëntenraden als het gaat om werk en inkomen.
De cliëntenraden zijn actief bij de UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen), de SVB (Sociale Verzekeringsbank) en gemeenten. Daar treden ze op namens (individuele) cliënten. Deze cliëntenraden hebben vertegenwoordigers in de LCR. De LCR behartigt geen individuele belangen, maar verzamelt de informatie en de signalen die binnenkomen bij LCR om ze aan te wenden voor beïnvloeding van de politiek. LCR controleert alle informatie die binnenkomt op feiten.

Vuist tegen armoede

Armoede komt in Nederland voor bij mensen mét en zonder werk. Het gaat erom dat je niet genoeg geld hebt om van te leven. Dus om de kosten voor woning, gas, water, energie te dragen én om boodschappen van te doen. Dat betekent dat rekeningen blijven liggen. Een deel van de mensen raakt in de schulden. Of de schulden kunnen ook de armoede veroorzaken.

Teveel mensen leven in Nederland in armoede. Als er niets gebeurt dan komen er in 2024 nog veel meer mensen bij. Vertel je verhaal wat dat met jou, je gezin en je leven doet.
Ga naar Moe van armoe: www.hetgaatovermij.org/campagnes/moe-van-armoe
Hier staat ook aangegeven hoe je via sociale media je verhaal kan delen.

Landelijke Cliëntenraad: www.landelijkeclientenraad.nl

Vuist tegen armoede: www.landelijkeclientenraad.nl/actueel/deel-jouw-verhaal-maak-samen-met-ons-een-vuist-tegen-armoede

Blog van voorzitter Fatma Koşer Kaya van LCR: Een beroep op de leden van de Tweede Kamer, Landelijke Cliëntenraad, 12 juli 2023: www.landelijkeclientenraad.nl/actueel/blog-fatma-koser-kaya-een-beroep-op-de-leden-van-de-tweede-kamer

Arbeid, arbeidsethos en vrije tijd. Hoe gaan wij om met werk?

Werk, werk, werk. We zijn erdoor geobsedeerd. In de confronterende en wrang-komische televisiedocumentaire After Work stelt de Zweedse regisseur Erik Gandini de vraag: wat doen we eigenlijk met onze vrije tijd als werk, onder meer door Artificiële Intelligentie (AI) niet meer het belangrijkste in ons bestaan zal zijn?
Het debat over de gevolgen hiervan wordt over het algemeen gedomineerd door technologie-experts en economen, en wordt vaak afgeschilderd als een science-fiction dystopie. Maar wat betekent werk dan nog voor óns?

Dat is de vraag die Gandini probeert te beantwoorden en daarvoor reist hij naar vier landen: de Verenigde Staten, Zuid-Korea, Italië en Koeweit. Hij laat een breed scala aan mensen aan het woord. In de VS blijkt men zich weinig te bekommeren om vrije tijd en vakanties, hooguit twee aansluitende weken vakantie per jaar is de norm. In het puissant rijke Koeweit hebben werknemers weinig te doen. In dat oliestaatje worden meerdere mensen voor een zelfde baan aangenomen. Omdat ze niets te doen hebben raken ze gedeprimeerd. De overbodigheid van hun baan leidt ertoe dat werknemers geconfronteerd worden met existentiële leegte.

Een groep jongeren

In Zuid-Korea is het een ander verhaal. Daar heerst werkverslaving. De werkdruk is enorm met als resultaat het hoogste zelfmoordaantal ter wereld. Ex-minister van Werkgelegenheid Kim Young Joo: “Zuid-Korea is een land geworden waar de gezinnen ongelukkig zijn omdat mensen teveel werken”. Gelukkig treft de Koreaanse regering maatregelen. Via een reclamecampagne wordt  een werkweek van 52 in plaats van 68 uur aangemoedigd.

Gandini’s bezoek aan een superrijke familie in Italië toont een inkijkje in de mentaliteit van mensen die het aan niets ontbreekt en een onwaarschijnlijk luxe leven leiden. Verder blijkt dat in Italië een derde van de jongeren bewust niet werkt. Socioloog Luca Ricolfi vertelt tegen een achtergrond met jonge mensen op een beeldscherm: “Dit zijn NEET’s, een groep jongeren die helemaal niets doen met hun leven. De hoogste aantallen komen voor in Italië, en Griekenland staat op de tweede plaats. Het percentage jongeren die niets doen is 30 procent, bijna een op de drie. Ze doen echt niets, ze werken niet, studeren niet en volgen geen traject. NEET slaat op jongeren zonder baan, opleiding of werkervaringsplek.
Het aantal NEET’s hangt samen met de ‘verwachte erfenis’. Huizenbezit is wijdverbreid. De gemiddelde Italiaanse familie heeft zo’n 400.000 euro aan bezittingen. Maar het probleem ligt vooral bij het kleine aantal erfgenamen, onder wie die erfenis wordt verdeeld. Italiaanse vrouwen krijgen gemiddeld 1,2 of 1,3 kinderen, wat betekent dat de jongeren zich er in meer of mindere mate van bewust zijn dat alles voor ze is geregeld. Wat er ook gebeurt, ze zullen nooit in de problemen raken. Deze accumulatie van rijkdom door huishoudens, heeft het belangrijkste sociale fenomeen van Italië veroorzaakt: vrijwillige werkloosheid”.
Verder wijst Ricolfi er nog op dat “vermaak en plezier de belangrijkste activiteiten van Italianen zijn. De vrijetijdsbesteding van Italianen is zeer decadent. Collectieve rituelen. Nachtelijke collectieve rituelen. Ze gaan massaal stappen en gebruiken drugs”.
Een deel van de Italiaanse bevolking, zo’n 15 tot 20 procent, bestaat uit mensen die werken in omstandigheden die doen denken aan slavernij.

Basisinkomen

Uit gesprekken blijkt dat mensen – of ze nu arm of rijk zijn – werk nodig hebben. Ter sprake komt ook of het basisinkomen voor iedereen een oplossing biedt voor hedendaagse vraagstukken. De Italiaanse rijkaard Ferdinand wordt gevraagd wat hij ervan vindt als iedereen een basisinkomen zou krijgen. Zijn antwoord: “Omdat ik kom uit een cultuur die is gebaseerd op meritocratie, denk ik dat het idee van een basisinkomen iets is wat heel verkeerd is, demotiverend en ontmoedigend en dat het heel slecht is voor de economie van een land”.
Uit gesprekken blijkt dat mensen – of ze nu arm of rijk zijn – werk nodig hebben. Noam Chomsky: “In de wereld van nu is een van de belangrijkste doelen in het leven, het hebben van een baan. Het beste advies dat je aan een jongere kunt geven is dat hij zich moet voorbereiden op zijn werkzame leven. Dat hij zich erop moet voorbereiden z’n hele leven onderworpen te zijn aan een baas”. Maar, volgens Chomsky kan technologie ons bevrijden van saai en gevaarlijk werk. En dan ligt de weg open naar creatief en interessant werk.

Het labyrint

 

Tegen het eind van van de film zien we een labyrint. Het labyrint als symbool is bedoeld om aan te moedigen tot bespiegelingen over het leven. Armando Pizzoni, die dankzij een erfenis niet hoeft te werken maar op zijn landgoed constant bezig is met werken in de tuin en het snoeien van de heggen van het labyrint vertelt: “Je komt aan bij het doolhof, belast met zonden, met angst. Je weet niet wat de zin van het leven is. Dus je verdwaalt in de gangen van het doolhof die op zeven plekken doodlopen, wat staat voor de zeven hoofdzonden. Meestal kun je dan gewoon niet verder. Elke keer dat je pad doodloopt, moet je omkeren en om vergiffenis vragen zodat je weer op het rechte pad kunt komen. Uiteindelijk ga je begrijpen welke rol je speelt in deze wereld”.

Keren we weer even terug naar het begin van de film met de Zuid-Koreaanse Yoo Deug Yeon die werkte van zeven uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds en het commentaar van zijn dochter:. “Alles bij hem draait om zijn werk. Hij ís zijn werk. Hij heeft geen vrienden. Buiten zijn werk heeft hij helemaal niets. Als hij dat loslaat, heeft hij helemaal niets meer”.

Wat is de zin van mijn leven? Wat wil ik nou echt doen? Als ik elke maand geld zou krijgen zonder ervoor te  hoeven werken, wat zou ik dan doen?

After Work  is uitgezonden op NOP2 op 24 augustus 2023 en nog te zien op 2Doc: www.2doc.nl/documentaires/2023/07/after-work.html

Interview met Gandini op: https://cineuropa.org/en/interview/440570

Hieronder: naar de video After work

Verkiezingsmanifest Patiëntenfederatie: Kies voor passende zorg – niet minder, maar anders!

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023 roept Patiëntenfederatie Nederland politieke partijen op in hun verkiezingsprogramma te kiezen voor passende zorg voor patiënten. Volgens Patiëntenfederatie Nederland is dat dé manier om de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg – ondanks de toenemende vraag en beperkte capaciteit – de komende jaren te garanderen. Wat Patiëntenfederatie Nederland betreft wordt de zorg voor patiënten de komende jaren anders, maar niet minder.

Patiëntenfederatie Nederland vertegenwoordigt ruim 200 patiëntenorganisaties en maakt zich sterk voor alle mensen die zorg nodig hebben.

Acht concrete aanbevelingen

De Patiëntenfederatie Nederland doet in het verkiezingsmanifest acht concrete aanbevelingen aan politieke partijen om op te nemen in hun verkiezingsprogramma. Zo roept Patiëntenfederatie Nederland onder andere op om de wachtlijsten in de zorg en de hoge (stapeling van) zorgkosten voor patiënten aan te pakken. Dat laatste moet bijvoorbeeld gebeuren door mondzorg en fysiotherapie meer te gaan vergoeden vanuit het basispakket.

Patiënten moeten op goede zorg kunnen (blijven) rekenen

Volgens directeur-bestuurder Dianda Veldman zijn er fundamentele politieke keuzes nodig om de goede zorg voor patiënten de komende decennia te garanderen: “Patiënten in Nederland moeten op goede zorg kunnen (blijven) rekenen. Wij geloven dat dat kan door meer regie, een efficiëntere organisatie, beter gebruik van technologie en intensievere samenwerking over zorgdomeinen en instellingsmuren heen. Al die veranderingen kunnen bovendien alleen goed plaatsvinden met inbreng en inspraak van patiënten. Zij moeten daarin een sterke positie krijgen. Ons verkiezingsmanifest helpt politieke partijen hopelijk om daarvoor de goede keuzes te maken”.

Oproep aan politieke partijen. Acht aanbevelingen

  1. Pak de wachtlijsten aan
  2. Stop de stapeling van zorgkosten
  3. Vergoed mondzorg en fysiotherapie vanuit het basispakket
  4. Versimpel de toegang en ondersteuning van zorg thuis
  5. Geef inzicht in de uitkomsten van zorg
  6. Voer hybride zorg versneld in
  7. Bepaal opnieuw welk zorgaanbod waar in Nederland nodig is
  8. Geef patiënten een volwaardige stem in de zorg

Downloaden Verkiezingsmanifest: www.patientenfederatie.nl/downloads/organisatie/1449-verkiezingsmanifest-van-patientenfederatie-nederland/file

Kies voor passende zorg: niet minder, maar anders! Patiëntenfederatie, 14 augustus 2023:
www.patientenfederatie.nl/actueel/nieuws/kies-voor-passende-zorg-niet-minder-maar-anders

Brieven aan de Staatscommissie rechtsstaat. Werkt de rechtsstaat in Nederland goed? Lukt het burgers goed te beschermen?

In november 2022 is de Staatscommissie rechtsstaat ingesteld met de opdracht het functioneren van de Nederlandse rechtsstaat te onderzoeken en voorstellen te doen voor versterking. Henk Kummeling werd benoemd tot voorzitter van de commissie. Kummeling is rector magnificus en hoogleraar vergelijkend constitutioneel recht aan de Universiteit van Utrecht. Bij de opdracht zou de commissie nadrukkelijk aandacht hebben voor bescherming van burgers tegen onvoorziene en ongewenste gevolgen van overheidsmaatregelen.
De commissie heeft het voornemen voor juni 2024 haar advies aan te bieden aan het kabinet.

Motie Omtzigt/Van dam

De Staatscommissie Rechtsstaat is ingesteld op voordracht van de ministers Weerwind (Rechtsbescherming) en Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). De commissie komt voort uit het rapport Ongekend onrecht over de toeslagenaffaire. Dat rapport constateert dat in de toeslagenaffaire de grondbeginselen van de rechtsstaat zijn geschonden en dat burgers daardoor ernstig in de knel zijn gekomen. Naar aanleiding van dit rapport heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen van de leden Omtzigt en Van Dam waarin de regering wordt gevraagd een Staatscommissie in te stellen die kijkt naar het functioneren van de rechtsstaat.

Brieven aan de staatscommissie

Om tot een goede analyse te komen is een breed beeld van ervaringen met de rechtsstaat en ideeën om de rechtsstaat te verbeteren nodig. Om tot zo’n breed beeld te komen zijn aan verschillende personen en organisaties gevraagd een brief aan de commissie te schrijven.

Inmiddels zijn er bijna vijftig brieven binnengekomen. Daarvan zijn er 32 van personen, o.a. van:

  • Rob van Gestel, hoogleraar theorie en methode van wetgeving en methoden van juridisch onderzoek, Tilburg University
  • Ernst Hirsch Ballin, hoogleraar Tilburg University en voormalig minister van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  • Robine de Lange-Tegelaar, president rechtbank Den Haag
  • Sandra Palmen, strategisch adviseur bij het ministerie van Financiën en raadsheer-plaatsvervanger bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB)
  • Johan Remkes, bestuurder en voormalig voorzitter van de Staatscommissie parlementair stelsel
  • Herman Tjeenk Willink, Minister van Staat en onder meer voormalig voorzitter van de Eerste Kamer en vice-president van de Raad van State
  • Evelien Tonkens, hoogleraar burgerschap en humanisering van de publieke sector aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht
  • Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden
  • Arre Zuurmond, Regeringscommissaris Informatiehuishouding en voormalig ombudsman

Daarnaast hebben vijftien organisaties een brief gestuurd aan de commissie, waaronder:

  • Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV)
  • Instituut Publieke Waarden (IPW)
  • Landelijke Cliëntenraad (LCR)
  • Privacy First
  • Raad voor de rechtspraak (Rvdr)

Klik hier voor lijst alle inzenders: https://www.staatscommissierechtsstaat.nl/onderwerpen/brieven/brieven

De brieven zijn één manier voor de staatscommissie om ervaringen en ideeën te verzamelen. Daarnaast heeft de staatscommissie een ‘flitspeiling’ laten uitvoeren onder burgers en kon iedereen een bijdrage leveren via een internetconsultatie (tot juli 2023). Daarnaast maakt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) voor de staatscommissie een overzicht van burgerperspectieven op de rechtsstaat.

Denk mee! Open Forum op 20 oktober 2023

Als burger of professional kunt u meedenken met de staatscommissie. De eerstvolgende mogelijkheid hiervoor is op vrijdag 20 oktober 2023. Er is dan een Open Forum bij de Social Impact Factory in Utrecht, vlakbij het Centraal station.

Meer info en aanmelden op: ww.staatscommissierechtsstaat.nl/actueel/activiteiten/2023/10/20/open-forum


Brieven aan de staatscommissie, Staatscommissie rechtsstaat: www.staatscommissierechtsstaat.nl/onderwerpen/brieven/brieven

Bijdragen van burgers en professionals, met tijdlijn: www.staatscommissierechtsstaat.nl/wat-we-doen

Motie Omtzigt/Van Dam over een staatscommissie die het functioneren van de rechtsstaat analyseertParlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag, Parlementaire monitor: www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j9vvij5epmj1ey0/vlfmjb5u43zh

Eindverslag onderzoek kinderopvangtoeslag gepresenteerd: ‘Ongekend onrecht’, Blogs Beroepseer, 18 december 2020: https://beroepseer.nl/

U P D A T E

Op 10 juni 2024 overhandigde de Staatscommissie rechtsstaat haar adviesrapport aan burgers, en aan regering, parlement en rechtspraak. De staatscommissie had opdracht om vanuit het perspectief van de burger het functioneren van de rechtsstaat te analyseren, en voorstellen te doen voor versterking ervan.

Ga naar het rapport, De gebroken belofte van de rechtsstaat, en bekijk de persoonlijke verhalen van burgers: www.staatscommissierechtsstaat.nl/onderwerpen/rapport

Cijfers CBS over instroom en uitstroom aantal werknemers in zorg en welzijn. Uitstroom groeit harder dan instroom

In zorg en welzijn zijn er 21 duizend werknemers bijgekomen tussen het eerste kwartaal van 2022 en het eerste kwartaal van 2023. De uitstroom is vanaf het midden van 2021 sneller toegenomen dan de instroom, maar per saldo nam het aantal werknemers nog steeds toe. De meeste uitstromers gingen naar een andere bedrijfstak. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn.van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De hele bedrijfstak zorg en welzijn – inclusief de leidinggevende en ondersteunende functies – telde in het eerste kwartaal van 2023 ruim 1,4 miljoen werknemers. In- en uitstroom worden per kwartaal gemeten ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De uitstroom in de laatste drie kwartalen van 2022 en in het eerste kwartaal van 2023 lag op het hoogste niveau sinds de start van de meting in 2010. De instroom lag echter hoger.

De toename van 21 duizend werknemers tussen het eerste kwartaal van 2022 en het eerste kwartaal van 2023 is het resultaat van 176 duizend instromers en 155 duizend uitstromers

Aantal werknemers zorg en welzijn neemt nog steeds toe

Het aantal werknemers in zorg en welzijn neemt vanaf eind 2016 toe. Tegenover een toenemende instroom stond jarenlang een redelijk stabiele uitstroom. Het aantal uitstromers werd snel groter vanaf het derde kwartaal van 2021, terwijl het aantal instromers in de meeste kwartalen minder snel steeg of zelfs daalde. Daarmee nam het totale aantal werknemers minder snel toe.

Bij de meest recente meting, het eerste kwartaal van 2023, waren 155 duizend werknemers uitgestroomd ten opzichte van een jaar eerder. Dat aantal ligt 36 duizend hoger dan de uitstroom van bijna twee jaar eerder, het tweede kwartaal van 2021. Na dat kwartaal groeide de uitstroom van werknemers uit zorg en welzijn.

Grotere uitstroom vooral naar banen in andere bedrijfstakken

In de uitstroomcijfers gaat het alleen om de werknemers die niet langer werkzaam zijn in de bedrijfstak zorg en welzijn. Degenen die binnen de bedrijfstak in een andere branche gaan werken (doorstromers) zijn niet meegeteld. Het gaat dus om werknemers die in een andere bedrijfstak gaan werken, met pensioen gaan, die gaan werken als zelfstandige (binnen of buiten zorg en welzijn), die een andere uitkering krijgen of om een andere reden stoppen met werken.

Van deze mogelijke redenen kwam een vertrek naar een andere bedrijfstak het vaakst voor. De grotere toename van de uitstroom vanaf het derde kwartaal van 2021 is voor het grootste deel (circa 70 procent) toe te schrijven aan deze groep werknemers.

Pensionering speelt een veel kleinere rol. Het aantal werknemers dat uitstroomde naar pensioen steeg ook in de periode tussen medio 2021 en begin 2023, maar deze toename was beperkt tot enkele duizenden. Dat maakt slechts een klein deel uit van de totale stijging.

De rest van de toename is toe te schrijven aan de werknemers die als zelfstandige gingen werken (al dan niet binnen zorg en welzijn) of stopten met werken om een andere reden dan pensionering. Van deze groepen zijn (nog) geen afzonderlijke cijfers bekend voor het eerste kwartaal van 2023.

Opnieuw meer werknemers in zorg en welzijn, ondanks grotere uitstroom, CBS, 22 augustus 2023: www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2023/34/opnieuw-meer-werknemers-in-zorg-en-welzijn-ondanks-grotere-uitstroom

 

Afbeelding bovenaan: Tabel uit onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn van CBS, augustus 2023