Skip to main content

Redactie Beroepseer

Zonder wettelijke basis behoren zorginstanties geen gegevens te accepteren voor opslag en verwerking

Huisarts Wim J. Jongejan houdt op zijn website Zorg-ICT Zorgen nauwkeurig bij hoe de stand van zaken in Nederland is op het gebied van privacy, zorg en ICT. Waar nodig legt deze waakhond de vinger op de zere plek.
In zijn recente blog wijst hij op de grote, ook financiële, gevolgen van niet-legitiem gevulde zorgdatabases.

Hij schrijft: In meerdere databases binnen de gezondheidszorg blijken de afgelopen jaren gegevens, die tot individuen herleidbaar zijn, te zijn verzameld zonder dat daar een wettelijke basis voor bestaat. De minister van VWS erkende in de beantwoording van Kamervragen van Renske Leijten(SP) , dat deze handelswijze niet legitiem is. De vragen betroffen de database bij de Stichting Benchmark GGZ (SBG) die deze organisatie vult met ROM-data die aangeleverd moeten worden door GGZ-zorgaanbieders. Deze gegevens bevatten gepseudonimiseerde persoonsgegevens. Die blijken op basis van een uitspraak uit april 2014 van Europese privacy-toezichthouders toch als bijzondere persoonsgegevens beschouwd te moeten worden. Daarvoor is toestemming van de patiënt hoe dan ook vereist.

Die toestemming is nimmer gevraagd en vastgelegd. Om die reden werd in november 2016 door de brancheorganisatie GGZ Nederland al aangeraden geen verdere vulling van de ARGUS-database bij de SBG te doen plaatsvinden. Dit is de database met gegevens betreffende vrijheid beperkende interventies in de GGZ. Ook de database van het DBC-Informatie Systeem (DIS) dat door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beheerd wordt kent een dergelijke vulling.

Er zijn veel meer centrale databases in de zorg die op een dergelijke manier gevuld worden, zoals de SBG in haar persbericht op 11 april 2017 aangaf. Het ontbreken van een wettelijke basis voor de vulling van deze databases heeft nogal wat consequenties, ook financiële.

Lees de hele blog van Wim J. Jongejan, Grote, ook financiële, consequenties van niet-legitiem gevulde zorgdatabases, Zorg-ICTZorgen, 14 april 2017: www.zorgictzorgen.nl

Een prachtige pallia, kort verhaal door Jordi Lammers, ‘writer in residence’ bij Beroepseer

jordi lammersJordi Lammers is voor een jaar ´Writer in residence’ bij stichting Beroepseer. Hij schrijft regelmatig voor ons een verhaal over werkende mensen, over mensen die zorg dragen voor de ander en zorg ontvangen. Hoe gaan zij om met de dilemma’s en emoties die daarmee gepaard gaan? Vandaag publiceren wij zijn vijfde verhaal, Een prachtige pallia.

Begin van Een prachtige pallia:
— ‘Is hij te vertrouwen?’, vroeg mijn vader. Tegenover hem zat een lid van de vogelvereniging, een man met een grijze snor en een kale kruin. Op zijn shirt stond de kop van een arend, daarachter een grote, roestbruine maan. Het was elf uur toen hij bij ons aanbelde. Mijn vader keek een documentaire over ijsvogels en ik las een boek. We hadden onze pyjama’s al aangetrokken. Wie dan nog langskomt, weet dat hij groot nieuws moet brengen. ‘Dat denk ik wel’, zei de man. Mijn vader ging voorover zitten, legde zijn ellebogen op zijn knieën. Keek de man streng aan.—
Verder lezen, klik hier.

Jordi Lammers is een twintigjarige student Nederlands uit Nijmegen. In zijn vrije tijd schrijft hij verhalen en gedichten, die onder andere op zijn webblog http://jordiilammers.tumblr.com te lezen zijn.
Voor het boek Het alternatief voor de zorg (2015) schreef hij het gedicht Mensenhanden.
Wie op de hoogte van zijn werk wil blijven, kan hem volgen op Twitter (@ladoublemers).
Vorig collegejaar (2015-2016) was hij de campusdichter van de Radboud Universiteit. In dit zelfde jaar behaalde hij de finale van de landelijke schrijfwedstrijd Write Now.
Op 25 november november 2016 maakte bliotheek Gelderland Zuid bekend dat Lammers een prijs krijgt vanwege zijn bijdrage aan de taalcultuur in de regio Nijmegen.

Klik hier voor verhaal 1: Handen en voeten (28 september 2016).
Klik hier voor verhaal 2: De achterkant van de zon (26 oktober 2016)
Klik hier voor verhaal 3: Ziekenhuiskunst (27 november 2016)
Klik hier voor verhaal 4: Het achterhoofd (23 februari 2017)

Nieuwe publicatie: ‘Normalisatie van de ambtenarenstatus: werken bij de overheid doodnormaal?’

omslag normalisatieDe komende jaren zal er gewerkt worden aan de ‘normalisatie van de ambtenaren-status’. In de volksmond ‘de normalisatie’. Vanaf 1 januari 2020 is de ambtenaar een ‘gewone werknemer’. Dit is het gevolg van een initiatiefwet van D66 en het CDA. Voor de D66 was de inzet “het vergroten van de mobiliteit tussen de publieke en private sector”. Daarnaast zorgt de aanpassing ervoor dat de ontslagprocedure veranderd kan worden. Het is voor de ambtenaar goed te weten wat er in zijn rechtspositie zal veranderen.

De ambtenarenstatus is destijds niet voor niets gekozen. Het beschermt de ambtenaar tegen politieke willekeur. In Nederland blijft de ambtenaar op zijn post als er een andere minister of coalitie aantreedt. Zo is de ambtenaar verzekerd van bescherming tegen politieke veranderingen. Hiermee is ook de integriteit geregeld. Immers, de ambtenaar hoeft zijn politieke baas niet naar de mond te praten om te zorgen dat hij zijn baan behoudt. Om te zorgen dat de ambtenaar vanaf 2020 zijn vakmanschap kan blijven uitoefenen. is het zaak om in de organisatie alvast een proces op gang te brengen dat het denken hierover stimuleert.

Ter stimulering van de discussie is er een bundel bijdragen verschenen: Normalisatie van de ambtenarenstatus: werken bij de overheid doodnormaal? waaraan hebben meegewerkt Hans Wilmink en Maurits Hoenders van Stichting Beroepseer, Laura Monden en Bob Vermaak van e-Democracy en Renate Vink-Dijkstra van De Clercq Advocaten Notariaat. e-Democracy is een bedrijf dat zich bezighoudt met het versterken van medewerkers in een organisatie. De Clercq Advocaten Notariaat is gespecialiseerd in arbeids- en medezeggenschapsrecht. Stichting Beroepseer maakt zich sterk voor professionaliteit en zet zich onder meer in voor beroepsbeoefenaren op de werkvloer, herstel van de beroepseer en optimalisatie van de publieke dienstverlening.

Volledig beeld van betekenis van de normalisatie

Wilmink en Hoenders bepleiten in hun bijdrage dat de normalisatie een kans biedt om het ambtelijk vakmanschap te agenderen en te versterken, en de rol van de medezeggenschap te bepalen.
Renate Vink-Dijkstra heeft het over de consequenties van de rechtspositie. De aanstelling verandert en daarmee de arbeidsovereenkomst. Dit proces zal naast veel geld ook veel energie vragen. Het is voor de ambtenaar goed te weten wat er in zijn rechtspositie gaat veranderen en hoe dat opgevangen gaat worden. Een OR-lid van een landelijke Rijksoverheidsorganisatie vroeg zich bijvoorbeeld af of de PAS-regeling wel van kracht blijft? Voor alle medezeggenschappers een must om iets van deze juridische kant van de zaak te weten.
Laura Monden beschrijft in haar bijdrage de mogelijke consequenties van de normalisatie voor de indirecte medezeggenschap (GO en OR). De positie van het georganiseerd overleg (DGO/GO) gaat verdwijnen. Het GO ziet o.a. toe op sociale beleidskaders bij reorganisaties en bemoeit zich met de aantallen: hoeveel medewerkers worden boventallig? Hier ligt een taak. Ondernemingsraadsleden kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het goed vormgeven van het proces. De OR heeft juridische mogelijkheden om dat te doen met het initiatiefrecht. Eigen achterbanbijeenkomsten kunnen voor medewerkers een belangrijke bron van informatie zijn.

De verschillende bijdragen in deze bundel zorgen voor een volledig beeld van hetgeen de normalisatie gaat betekenen.

Inhoud van Normalisatie van de ambtenarenstatus: werken bij de overheid doodnormaal?
57 pagina’s, april 2017

1. De medezeggenschap op de bres voor ambtelijk vakmanschap? Analyse van de betekenis van de normalisatie voor de overheidsorganisatie en het ambtelijk vakmanschap de kansen voor de medezeggenschap, door Maurits Hoenders en Hans Wilmink.
2. De rechtspositie van de ambtenaar: van aanstelling tot arbeidsovereenkomst, door Renate Vink-Dijkstra.
3. Georganiseerd overleg, effecten voor de OR en de normalisering, door Laura Monden
4. Bijlage Staatscourant met inhoud van de Wet van 9 maart 2017 tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren met die van werknemers met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

Klik hier voor downloaden van Normalisatie van de ambtenarenstatus: werken bij de overheid doodnormaal.

 

Bloggers op de bres voor zelfbewuste verpleegkundigen die deelnemen aan het publieke debat

omslag saving lifesHugo van der Wedden blogt in het digitale magazine Nursing dat het tekort aan verpleegkundigen voor een groot deel is te verklaren door het slechte imago van het vak. Voor dat slechte imago zijn volgens hem de media grotendeels verantwoordelijk. Het tekort aan verpleegkundigen is overigens een wereldwijd probleem.
Van der Wedden refereert aan het in 2009 verscheen boek Saving lives: Why the media’s portrayal of nursing puts us all at risk. “In televisieseries als Grey’s anatomy en House worden artsen neergezet als hoogopgeleide professionals, terwijl verpleegkundigen de hulpjes zijn. Lieve meisjes die billen wassen en af en toe goed zijn voor een onenightstand. In serieuze nieuwsprogramma’s zijn het altijd artsen die het woord voeren als zorgprofessional. Vrijwel nooit zien we een verpleegkundige als deskundige iets zeggen over een ernstig gezondheidsprobleem”.

In Nederland is het niet anders, vervolgt Van der Wedden en hij noemt een treffend voorbeeld: “Begin maart mochten achttien wijkverpleegkundigen aanschuiven bij Pauw en Jinek. Althans, ze mochten in het publiek zitten en iets zeggen over werkdruk, het belachelijk lage salaris en de absurde bureaucratie waarmee ze zijn opgezadeld. Aan tafel bij de presentatoren zat echter een huisarts, Tom van het Hek. Het was aan hem als deskundige om een analyse van de problemen te maken. Was er echt geen verpleegkundige te vinden die iets intelligents kon zeggen over de ontwikkelingen in de wijkverpleging? Pauw en Jinek deden precies datgene wat in Saving lives als desastreus omschreven wordt: een arts het woord laten voeren over een verpleegkundig probleem. Hoe rolbevestigend wil je het hebben?”

Van der Wedden wil geen klagende verpleegkundigen meer zien op televisie. Hij wil deskundigen horen die oplossingen aandragen: “Ze zijn er heus”.
Ook Nannie Wiegman van het Florence Nightingale Instituut wil het anders. Ze schrijft in haar blog in Nursing dat het hoog tijd is “dat de samenleving zelfbewuste verpleegkundigen, die er natuurlijk ook zijn, in het publieke domein ziet opereren”. In dezelfde blog schrijft zij dat een visie op de toekomst van het verpleegkundig beroep ontbreekt. Zo’n visie is er volgens haar nodig om een beroepsgroep te kweken die weet wat ze waard is. Verpleegkundigen behoren zich klaar te maken om het debat aan te gaan over hun waarde voor de Nederlandse samenleving.

Hugo: ‘Verpleegkundigen in de media’, door Hugo van der Wedden, Nursing, 11 april 2017: www.nursing.nl

Nannie: ‘Aan tafel bij Matthijs op 12 mei’, door Nannie Wiegman, Nursing, 6 april 2017: www.nursing.nl

U P D A T E

Zichtbaar in de media – Yes please! door Annemieke, Anneau 1989 – Nurse next level, 19 april 2017: http://anneau1989.com/2017/04/19/zichtbaar-in-de-media-yes-please/ (Website is opgeheven)

Zinvol werk is er niet alleen voor de elite

Het is lastig om tegen het idee van inclusieve welvaart te zijn, schrijven Richard Straub en Julia Kirby1) in een artikel in Harvard Business Review dat gaat over zinvol werk dat niet alleen aan de elite is voorbehouden. Nu het economisch weer beter gaat, zou onze welvaart breed gedeeld moeten worden. Maar zoals gewoonlijk zit het venijn hem in de staart. Als mensen reclame gaan maken voor inclusieve groei bedoelen ze niet altijd hetzelfde.
Sommige mensen worden geïnspireerd door Thomas Piketty met zijn nieuwe ideeën over economie2). Deze mensen zijn gericht op de verontrustende ongelijkheid van inkomen en welvaart van mensen3). Anderen beschrijven welvaart niet in financiële termen maar meer in termen van algemeen welzijn. Zij zijn meer gericht op de mate van groei van de diverse aspecten4) van welvaart in de samenleving.

Een derde groep benadert het onderwerp meer vanuit het oogpunt van bedrijfsvoering. Eric Beinhocker en Nick Hanauer5) schreven: “Welvaart in een maatschappij is de opeenstapeling van oplossingen voor menselijke problemen”. Door nadruk op het woord oplossingen als motor van groei willen zij het kapitalisme neerzetten als een dynamiek voor welvaart (als het systeem dat constant met de beste oplossingen komt). Maar hun manier van denken over welvaart geeft ook richting aan die managers die zich willen inspannen om de wereld beter te maken: het is uw missie om meer oplossingen ter verbetering van het leven te bedenken, te ontwikkelen en aan te dragen. Vooral producten en diensten die het leven van gewone mensen verbeteren. Bedrijven hebben diverse maatschappelijke verantwoordelijkheden, en de meest essentiële daarvan is innovatie.

Daar komt nog bij dat als we het over welvaart in het algemeen hebben, we zouden moeten erkennen dat oplossingen alleen niet de kwaliteit van leven verbeteren, maar ook het betrokken zijn bij het bedenken van oplossingen. Deelnemen aan de praktijk van het innoveren geeft voldoening en verrijkt het leven van de mens. Het maakt het leven zinvol en waardig. Het vermogen uitdagingen het hoofd te bieden geeft vreugde6). Problemen oplossen is deel van de menselijke natuur. Deelnemen aan innoveren is essentieel voor het goede leven. Geen enkele elitaire minderheid hoort daar het monopolie op te hebben.

Massa’s burgers van geen enkele economische waarde

De vraag rijst hoe wij mensen in staat stellen betrokken te raken bij het oplossen van problemen. Elk mens is in staat tot creatief denken en handelen. Excellente managers weten hoe je die rijke bron kan aanboren. Zij zien hoe het bijeenbrengen van creatieve energie tot goede resultaten leidt. Vele handen maken licht werk.

We hebben meer organisaties nodig die beseffen dat hun innoverende taak niet alleen bestaat uit het ontwerpen van nieuwe producten en diensten, maar ook uit opnieuw uitvinden hoe het werk gedaan moet worden. Het digitale tijdperk geeft ons een geweldige kans om dat te doen, maar het brengt ook risico’s met zich mee. De manier waarop bedrijven zich blijven ontwikkelen en informatietechnologieën inzetten zal grote invloed hebben op de welvaart. Wordt die welvaart inclusief of exclusief?

In het beste geval stellen machines mensen in staat effectiever samen te werken7). Leren door ervaring wordt schaalbaar8). Samenwerkende platforms stellen mensen in staat om bijvoorbeeld de gegevens over de kwaliteit van water9) met elkaar te delen terwijl de opmars van machinaal leren, kunstmatige intelligentie en computerrekenkracht de grenzen van het menselijk intellect verleggen, op de manier zoals in het verleden nieuwe technologieën dat hebben gedaan met de menselijke lichaamskracht.
In het slechtste geval hebben slimme machines het vermogen de menselijke rol te marginaliseren en kennis te automatiseren, de maatschappij achterlatend met, zoals Bill Davidow en Michael Malone het noemden “massa’s burgers van geen enkele economische waarde”10). Deze situatie schept enorme verantwoordelijkheden voor politici, leraren, managers en anderen om de transitie met de daarmee gepaard gaande moeilijkheden in goede banen te leiden.

Op een kritiek punt

We staan op een kritiek punt. De technologieën die onze menselijke soort ontwikkelt kunnen òf de sleutel zijn tot ontsluiting van menselijk potentieel, òf het opsluiten van menselijk potentieel in een gevangenis. Ze kunnen zelfs ons denken transformeren, gelet op de verbazingwekkende combinaties van technologische en menselijke vermogens die ontworpen worden. Het is niet nodig te wachten op Neuralink van Elon Musk11) die elektrodes in de hersenen wil planten om de menselijke hersencapaciteit met kunstmatige intelligentie te verbinden. Arati Prabhakar, de voormalige directeur van het Amerikaanse Defense Advanced Research Projects Agency (Darpa) heeft geschreven dat de vermenging van mens mens en machine al aan de gang is.12)

Clay Christenson, de architect van de disruptieve innovatie, herinnert vernieuwers er graag aan in hun offertes het belang van het essentiële “werk dat moet worden gedaan“ niet te vergeten. Waarom precies willen klanten jouw product of dienst “inhuren”? Hetzelfde geldt voor het management. Wat is de taak van het management bij het “werk dat moet worden gedaan”? Voor dat werk heeft de maatschappij competente managers nodig. Niet alleen voor het maken van betere producten of het leveren van efficiëntere diensten, maar om personen met elkaar te kunnen laten samenwerken op een ongekende manier. Bedrijfsleiders die dat voor elkaar krijgen, zijn degenen die het beste weten te halen uit het menselijk potentieel. Zij zullen erin slagen de welvaart inclusief te maken.

1) Richard Straub is oprichter van de Peter Drucker Society Europe na een carrière van 32 jaar bij IBM. Hij is lid van het dagelijks bestuur van de European Foundation for Management Development, secretaris-generaal van de European Learning Industry Group en adviseur van IBM Global Eudaction.
Julia Kirby is redacteur van Harvard University Press en medewerker van Harvard Business Review. Haar boek Only humans need apply: Winners and losers in the age of smart machines, geschreven met Tom Davenport, verscheen in 2016.
Meaningful work should not be a privilege of the elite, Harvard Business Review, 3 april 2017: https://hbr.org

2) After Piketty: The agenda for economics and inequality, Heather Boushey, Bradford DeLong en Marshall Steinbaum, Harvard University Press, 2017

3) Basic income: A radical proposal for a free society and a sane economy, Philippe Van Parijs en Yannick Vanderborght, Harvard University Press, 2017

4) Global prosperity is at its highest point in the past decade, The Legatum Prosperity Index, 2016: www.prosperity.com/download_file/view_inline/2884

5) Redefining capitalism, Eric Beinhocker en Nick Hanauer, McKinsey Quarterly, september 2014: www.mckinsey.com/featured-insights/long-term-capitalism/redefining-capitalism

6) The power of small wins, Teresa Amabile en Steven J. Kramer, Harvard Business Review, mei 2011: https://hbr.org

7) Only humans need apply: Winners and losers in the age of smart machines, Thomas H. Davenport en Julia Kirby, Harper Business, 2016

8) Schaalbaar = term in de IT-wereld. Electronische berichten (bijv. e-mail) van verschillende platforms naar verschillend platforms versturen (bijv, van personal digital assistant naar mobiel, of van pc naar interactieve tv).

9) EarthEcho Water Challenge: www.worldwatermonitoringday.org

10) What happens to society when robots replace workers? William H. Davidow en Michael S. Malone, Harvart Business Review, 10 december 2014: https://hbr.org/orkers

11) Elon Musk launches Neuralink, a venture to merge the human brain with AI, The Verge, 27 maart 2017: www.theverge.com

12) The merging of humans and machines is happening now, Arati Prabhakar, Wired, 27 January 2017: www.wired.co.uk

Het thema van het negende internationale Global Drucker Forum in Wenen, dat plaatsvindt op 16 en 17 november 2017, is gewijd aan groei en inclusieve welvaart: Growth and Inclusive Prosperity.

Global Drucker Forum: www.druckerforum.org/home/

Wat kritisch leren denken betreft schieten universiteiten tekort

universityHerman van den Bosch, hoogleraar managementwetenschappen aan de Open Universiteit, wijdt zijn nieuwe blog aan kritisch denken. Kritisch leren denken is noodzakelijk, maar volgens hem schieten universiteiten daarin tekort.
Leidinggevenden van bedrijven en universiteiten zijn het er roerend over eens: kritisch denken is een van de belangrijkste doelen van een wetenschappelijke studie. Maar wat is kritisch denken?

In bijna alle definities van kritisch denken komen termen voor als analyseren, argumenteren, beoordelen, evalueren, en redeneren. Over het algemeen gaan we ervan uit dat kritisch denken het oordeelsvermogen verscherpt. Volgens Van den Bosch kunnen we kritisch denken het best omschriijven als een manier van denken die een of meer van de volgende handelingen omvat:

  1. Vaststellen van de validiteit van informatie met behulp van expliciete criteria en relevante kennis.
  2. Beoordelen van de logische consistentie en de validiteit van een standpunt.
  3. Afleiden van de assumpties en de implicaties van een standpunt.
  4. Zelfstandig innemen van een consistent en valide standpunt, onder verwijzing naar zijn assumpties, implicaties en alternatieven.
  5. Formuleren van oorzaak-gevolg relaties in termen van hypotheses of proposities en in staat zijn hierin tot een consistent en valide standpunt te komen.

Kritisch denken ligt niet in kennis besloten

Op de universiteiten noemt 95% van rectoren en decanen kritisch denken een van de belangrijkste academische vaardigheden. Des te opvallender is dat universiteiten zelden of nooit de ontwikkeling van het vermogen tot kritisch denken meten aan de hand van een gevalideerde test.
Universiteiten schieten tekort in de ontwikkeling van kritisch denken volgens Derek Bok, decaan van de universiteit van Harvard in de VS. Van universiteiten mag volgens hem worden verwacht dat studenten kennis verwerven van wat zich in de wereld afspeelt en dat ze in staat zijn om kritisch te denken en moreel te oordelen over hun bevindingen. Uit zijn uitvoerig gedocumenteerd boek Our underachieving colleges. A candid look at how much students learn and what they should be learning more blijkt dat de bijdrage van de universiteiten aan de realisering van deze doelen beperkt is en de afgelopen vijftig jaar niet beter is geworden.

Kritisch denken ligt niet in kennis zelf besloten, maar is een manier om kennis te beoordelen en te gebruiken. Je wordt een kritisch denkend persoon als de verwerving van je wetenschappelijke kennis vergezeld gaat met het leren hanteren van de vijf hierboven beschreven handelingen.

Bij de meeste studies – met uitzondering van techniek – aldus Van den Bosch, gaat het vrijwel uitsluitend om de verwerving van wetenschappelijke kennis. Onderzoek van een realistisch probleem komt hooguit aan de orde in de eindscriptie, die daarom voor veel studenten een lastige opgave is. Het is daarom veel beter dat ontwikkeling van kritisch denken (en ook die van andere academische vaardigheden zoals problem solving en creativiteit) tijdens de hele opleiding plaatsvindt. Een goed middel hiervoor zijn projecten die vakkennis, methodologische vaardigheid en realistische problemen bijeenbrengen.

Lees de hele blog van Herman van den Bosch, Kritisch leren denken moet, maar universiteiten schieten tekort, Betrokken wetenschap, 10 april 2017: https://hmjvandenbosch.com

Nieuwe structuren in de zorg: Kleinschaligheid op grote schaal

omslag medz 2 april 2017Kleinschaligheid – bekeken vanuit verschillende ervaringen in zowel binnen- als buitenland – is het thema van het april-nummer 2017 van MedZ, het tweemaandelijkse vakblad voor de praktijkhoudende huisarts.

Op pagina 13 staat een artikel over zorgverzekeraar ENO. De meeste zorgverzekeraars zijn dol op grootschaligheid, want dat organiseert zo makkelijk. ENO niet. Deze regionale zorgverzekeraar, vooral bekend van Salland Zorgverzekeringen, gelooft in kleinschaligheid en koestert die ook. Jos Peeters, directeur Zorginkoop en Commercie, gaat voor korte lijnen en persoonlijk contact: “Wij kennen onze zorgverleners bij naam en toenaam”.

En hoe gaat dat met kleinschaligheid binnen het ziekenhuis? Bestuurslid Herman Suichies van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen vertelt over zijn ervaringen bij het Orthopedisch Centrum Oost-Nederland (OCON), een soort Zelfstandig Behandel Centrum binnen het ziekenhuis in Hengelo, waar hij onlangs een nieuwe knie kreeg. Daar behandelen ze zeshonderd nieuwe knieën per jaar, een unieke plek in Nederland. OCON is geboren uit frustratie over de lange lijnen in het ziekenhuis waar eigen ideeën over het verbeteren nooit doorkwamen. Waar bezuinigingen – door slimme efficiënte oplossingen – in de grote ziekenhuispot verdwenen, en waar het aanschaffen van innovatieve zaken eindeloos duurde. Nu koopt OCON deze zelf in. Wel via de ziekenhuisorganisatie maar zonder vertraging, met hogere procesefficiëntie en minder management. De organisatie deed Suichies denken aan het Buurtzorgmodel in de thuiszorg.

Draait men kleinschaligheid definitief de nek om?

In Alaska heeft de transitie naar kleinschaligheid in de zorg tot imposante resultaten geleid. Daar was de eerstelijns gezondheidszorg voor de inheemse Indianen vroeger slecht geregeld. Er was een log bureaucratisch systeem, bestuurd vanuit Washington waarbij Indianen begunstigden waren van de Indian Health Service. Met ontevreden patiënten en zorgverleners. Dat wijzigde radicaal met het ontstaan van het NUKA system of care, dat gemaakt, gemanaged en in bezit is van de Indianen en dat zorgt voor het fysieke en geestelijke welbevinden van hun klanten. De klanttevredenheid ligt op 94 procent.

Eelke van Ark stelt in haar artikel de vraag of de huisarts een managementorganisatie nodig heeft om samen te werken binnen de eerste lijn? Ondertekenaars van het hoofdlijnenakkoord (2013) willen honderden miljoenen euro’s inzetten voor nieuwe organisatievormen die de huisartsenzorg in de toekomst een heel ander gezicht gaan geven. Draait men daarmee kleinschaligheid definitief de nek om? In een nieuw plan van aanpak ter versterking van de eerste lijn is sprake van een nieuwe regio-organisatie die een gebied met honderd tot tweehonderd huisartsen omvat met tien- tot twintigduizend patiënten.

Een ander geluid

Een ander geluid laten Thijs Jansen en Corné van der Meulen van Stichting Beroepseer horen in hun vaste column. Zij beweren dat de transitie naar meer kleinschaligheid onomkeerbaar is. Protestacties hebben tot een breed gedeeld besef geleid dat in de zorg nieuwe organisatiestructuren nodig zijn. De huidige focus op grootschaligheid, doelmatigheid en afvinklijsten, lijkt niet langer houdbaar. De tijd is rijp voor ‘kleinschalige zorg’.

In het februari-nummer van MedZ schreef longarts Sander de Hosson over zijn strijd voor goede palliatieve zorg. In dit nummer brengt hij een ode getiteld Fantastisch aan de verpleegkundigen. Zij zijn de ruggegraat van de (menswaardige) zorg.

Lees hier MedZ no 2, april 2017:
https://issuu.com/appr-naarden/docs/boek_medz2_58ce6aee6423d3

Stichting Leerkracht geeft vijf tips voor mindering werkdruk in het basisonderwijs

Uit een in april 2017 gepubliceerd onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onder werknemers blijkt dat koks, artsen, juristen, managers in de zakelijke en administratieve dienstverlening en leerkrachten in het basisonderwijs de meeste werkdruk ondervinden. Stichting Leerkracht geeft op haar website leerkrachten uit het basisonderwijs vijf tips om die werkdruk terug te dringen. Het blijkt dat veel overbodige zaken kunnen worden geschrapt.
Stichting Leerkracht werd in 2012 opgericht en heeft tot doel stimulering van een cultuurverandering op scholen door een zelf ontwikkelde methodiek. Daarbij is het motto: leraren leren van leraren en scholen leren van scholen. De stichting wordt gerund door een groep vrijwillligers.

De vijf tips in het kort:

1. Ellenlange vergaderingen
Er wordt wat afvergaderd op scholen. Vaak zonder dat dat gaat over de les en zonder concrete afspraken. Op leerKRACHT-scholen worden die vergaderingen massaal geschrapt en vervangen door bordsessies van 15 minuten per week

2. Tijdverkwistende processen.
Veel processen vergen nodeloos veel tijd. Neem als voorbeeld één van onze scholen die ‘jaarbestellingen’ deed. De leraren moesten dan voor het hele jaar nadenken wat ze nodig hadden en dat werd dan in één keer besteld. Klinkt efficiënt? Nee dus.

3. Nutteloze administratie
Voor wie doe je die eigenlijk? Heel veel rapportages leveren scholen op voor anderen: de gemeente, het bestuur, middelbare scholen, ouders, de Inspectie, enz. Maar zitten die anderen daar wel echt op te wachten of denken we dat alleen maar?

4. Dingen dubbel doen
Echt zonde van je tijd, iets over doen.

5. Feesten en partijen
Wat is belangrijker: goed onderwijs of leuk onderwijs?

De vijf tips zijn ontstaan uit de wens om het onderwijs beter te maken in plaats van je tijd te verspillen. Daarnaast uit een flinke dosis gezond verstand. Maar tenslotte ook uit lean. Lean is in het bedrijfsleven al tientallen jaren een beweging waarbij de focus ligt op het terugdringen van verspilling, om alle aandacht te kunnen richten op dat wat waardevol is, dus bijvoorbeeld ookbeter onderwijs voor de leerling. Er blijken acht vormen van verspilling te zijn die wel in elk bedrijf zijn te vinden.

Klik hier voor de volledige vijf tips om werkdruk te verminderen in het basisonderwijs met aansluitend de grafiek van acht soorten verspilling, Stichting Leerkracht, 5 april 2017: https://stichting-leerkracht.nl

Beroep en werkdruk in Nederland, Sociaal economische trends, CBS, april 2017: https://beroepseer.nl