Bedrijven in de geestelijke gezondheidszorg – GGZ – hebben het moeilijk. De kosten stijgen sneller dan de inkomsten. Als gevolg lijdt een kwart van de GGZ-instellingen verlies. Dat blijkt uit de Jaarverslagenanalyse GGZ 2018 door inkooporganisatie Intrakoop en Verstegen Accountants en Adviseurs.
Ondanks een flinke omzetstijging (+4,1%) en meer cliënten (+11,0%) zijn de financiële resultaten van de GGZ-sector in 2018 flink verslechterd. Het gezamenlijk behaalde nettoresultaat daalde ten opzichte van 2017 met maar liefst 65 procent tot 38 miljoen euro.
Het mindere resultaat is deels te wijten aan het feit dat GGZ-organisaties meer zorg leveren dan vergoed wordt door zorgverzekeraars en gemeenten. Mede hierdoor zijn de kosten sterker gestegen dan de bedrijfsopbrengsten. De totale bedrijfslasten bedroegen vorig jaar 6,6 miljard euro (+5,9%). Ook de krappe arbeidsmarkt blijft de sector parten spelen. Vooral de toename in vacatures (19,7%) en de stijging in kosten voor het inhuren van extern personeel (17,7%) laten dit zien. Dit blijkt uit een analyse van 238 jaarverslagen van GGZ-instellingen over 2018 door Intrakoop en Verstegen accountants en adviseurs.
De GGZ-sector heeft de positieve lijn van 2017 niet kunnen doorzetten in 2018. Dit blijkt ook uit het groeiend aantal GGZ-organisaties dat rode cijfers schrijft. Vorig jaar sloten maar liefst 60 instellingen het jaar af met verlies, een kwart van de sector. In 2017 waren dit er 46. Als wordt gekeken naar omvang van de organisaties, dan blijkt dat de resultaten in alle categorieën in 2018 minder zijn. De grootste daling zien we bij de relatief grote GGZ- instellingen.
Bijna miljoen mensen ontvangen geestelijke gezondheidszorg
In 2018 hebben in totaal 916.000 cliënten geestelijke gezondheidszorg ontvangen, waaronder 426.000 nieuw ingeschreven cliënten en 372.000 cliënten die in 2018 zijn uitgeschreven. Ten opzichte van 2017 is dit een toename van 11,0%. Ondanks de forse groei van het aantal cliënten, zijn de patiënt- en bewonersgebonden kosten met 3,9% verhoudingsgewijs maar licht gestegen. In totaal bedragen deze kosten in 2018 180 miljoen euro.
Verder zijn de investeringen in de sector in 2018 verder gedaald. In vergelijking met 2017 is de investeringsgraad gedaald met 5,1%. Vooral in bedrijfsgebouwen en terreinen (-26,2%) en in machines en installaties (-18,7%) wordt minder geïnvesteerd. De exploitatiekosten van de sector zijn wel gestegen, waardoor de totale inkoopuitgaven met 7,4% toenemen tot een totaal van 2,2 miljard euro.
Personeel niet in loondienst is hardst stijgende kostenpost
Net als in alle andere zorgsectoren zorgt de krappe arbeidsmarkt ook voor de GGZ voor de nodige uitdagingen. De totale personeelskosten stegen in 2018 met 7,1% naar 5,1 miljard euro. Alle 238 onderzochte organisaties in de sector hebben in 2018 samen zo’n 72.000 fte. Ondanks dat de sector erin geslaagd is per saldo 3.000 extra arbeidsplaatsen (fte) in te vullen, blijft het aantrekken van voldoende en gekwalificeerd personeel erg lastig. Eind 2018 telde de sector ongeveer 5.000 vacatures. In vergelijking met 2017 is dat een stijging van bijna 20%. Vooral vacatures die langer dan 3 maanden openstaan zijn sterk toegenomen. Ten opzichte van 2017 is er sprake van een toename van 34%. Ook het ziekteverzuimpercentage is tekenend voor de uitdagingen rondom personeel in de sector. Van 5,5% in 2016 en 5,9% in 2017 is het inmiddels gestegen naar 6,0% in 2018. Directeur/bestuurder van Intrakoop, Frank Kaptein: “Om te zorgen voor voldoende arbeidskrachten wordt een toenemend beroep gedaan op personeel niet in loondienst. De kosten hiervoor stegen in 2018 tot 392 miljoen euro (+ 17,7%), nadat deze kosten in 2017 al met 21% waren gestegen.”
Voorwoord van prof. Richard Janssen
Prof. dr. Richard Janssen, bijzonder hoogleraar Bestuur en Management van instellingen in de Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit, schreef in het Voorwoord van de analyse:
“Het beeld dat deze jaarverslaganalyse voor de GGZ als sector oproept is niet bepaald florissant. Vorig jaar schreven we dat geen enkele andere sector zo getroffen wordt door zoveel beleidsdrukte. De verwerking van al dat nieuwe beleid roept het beeld op van een krakende en piepende machine, die weliswaar van goede wil is maar moeite heeft om al deze beleidsinitiatieven te verwerken, terwijl de condities voor gezonde bedrijfsvoering onder druk staan.
Wat was de richting ook al weer? Minder klinisch behandelen (afname van aantal bedden met 30%), meer ambulante zorg in de omgeving van de patiënt (wijkgericht werken), de jeugd GGZ ging naar de gemeenten (decentralisatie en samenwerken in lokale netwerken). De AWBZ is ontmanteld zonder dat een deel van de chronische groep adequaat in de Wlz is ondergebracht etc. Bij de overgang van de AWBZ naar de zorgverzekeringswet zijn verzekeraars in instellingsbudgetten blijven denken, waarbij een belangrijk deel van de risico’s wordt doorgezet naar de instellingen. Budgetplafonds en niet betalen wanneer er niet geleverd wordt, hebben de risico’s verplaatst naar de instellingen, die nauwelijks marge hebben om deze volume risico’s op te vangen.
Zo blijkt uit de jaarverslagenanalyse dat de bedrijfsopbrengsten weliswaar gemiddeld met 4,1% stijgen, maar de lasten met 5,9% toenemen. De productie in termen van aantallen patiënten in behandeling stijgt met 11,0%, terwijl de beschikbare beddencapaciteit met 6,8% afneemt. Mooie prestatie zou je kunnen zeggen, maar de prijs die ervoor betaald wordt is hoog. Toename van de personeelskosten met 7,1%, een ziekteverzuim van 6% en een toename van de kosten van personeel niet in loondienst van bijna18%. Met de afspraken van de nieuw afgesloten GGZ CAO in het verschiet en de situatie op de arbeidsmarkt zal de komende jaren deze opwaartse druk op de kosten blijven bestaan.
De bedrijfsmatige gevolgen zijn dat instellingen nauwelijks rendement maken om al deze fricties en risico’s op te vangen. De analyse laat zien dat het gemiddelde rendement is afgenomen naar 0,6%, en de solvabiliteit onder druk staat. Door balansverkorting blijft de solvabiliteit op een redelijk peil. Investeringen liggen met
€ 178 mln. op een totale omzet van € 6,9 mld. lager dan vorig jaar. Wat een indicatie is dat de opgaande conjunctuur, die ik vorig jaar signaleerde, niet doorzet.
Onze analyse geeft ook een beeld van specifieke kenmerken van de GGZ-markt. Kleine partijen, die over het algemeen alleen ambulante zorg leveren, hebben een beter gemiddeld rendement dan de grote instellingen die in alle functies voorzien. Daarnaast is de sector behoorlijk geconcentreerd doordat de tien grootse partijen voorzien in zo’n 40% omzet van de gehele markt. Een groot deel van de capaciteit van de sector wordt geëxploiteerd onder condities van te klein of negatief rendement, waarbij de NZA recentelijk nog besloten heeft om de maximum tarieven neerwaarts bij te stellen!
Tot slot zijn er veel opdrachtgevende en beleidsmakende partijen (rijk, verzekeraars, gemeenten) en grote wederzijdse afhankelijkheden. Dat alles is geen duurzame situatie en zet de maatschappelijke opgave om toegankelijke, samenhangende en effectieve zorg te leveren op het spel. Kortom, er is sprake van een situatie dat partijen, over ieders afzonderlijke belangen heen, zouden moeten stilstaan bij hoe deze maatschappelijk opgave voor GGZ-zorg onder gezonde condities kan worden gerealiseerd. Een herziening van het bestuurlijk akkoord dus. Daarbij rekeninghoudend dat de situatie op de arbeidsmarkt, de fragmentatie van het aanbod en vergoedingsregimes die niet fair zijn, allemaal zandkorrels in deze krakende en piepende machine zijn.
Download Jaarverslagenanalyse GGZ 2018 van Intrakoop, Verstegen, accountants en adviseurs en Marlyse-Research, augustus 2019: https://www.intrakoop.nl/docs/default-source/Intrakoop-Jaarverslagenanalyse/intrakoop-jaarverslagenanalyse-ggz-2018
GGZ-sector doet forse stap terug in resultaat, Intrakoop 30 augustus 2019: www.intrakoop.nl
Geestelijke gezondheidszorg heeft het zwaar: grote verliezen, RTL Nieuws, 30 augustus 2019: www.rtlnieuws.nl