Skip to main content

Redactie Beroepseer

Verpleegkundige Caren Kunst: ‘Als je kiest voor ongecontracteerde zorg…’

Caren Kunst schrijft op De Eerstelijns, magazine en platform voor strategie en innovatie, over de ellende van de ongecontracteerde zorg. Caren Kunst is verpleegkundige en zelfstandig ondernemer in de zorg. Ze schrijft:

“Je moet als ongecontracteerde wijkverpleegkundige documenten aanvoeren om je bekwaamheid te bewijzen. Dit gaat steekproefsgewijs, dan weer de ene zorgverzekeraar en dan weer de andere. Ik denk dat ik inmiddels wel 1.800 diploma’s heb ingestuurd, maar waar die blijven is een raadsel. Ik weet dat het BIG-register niet aangeeft of een verpleegkundige niveau 4 of 5 heeft, dus op zich snap ik de vraag van de zorgverzekeraars, maar het móet toch simpeler kunnen.

Een groot probleem is dat het factureren via de patiënt verloopt, en zie dan als wijkverpleegkundige dat geld maar eens te krijgen. Je treft mensen die het al hebben opgemaakt en desgevraagd zeggen: ‘O ik dacht dat het voor mij was’. Bij mensen in de schuldhulpverlening wordt een afbetalingsregeling voorgesteld. Dat verlegt het probleem naar de wijkverpleegkundige. En als die in het weekend palliatieve zorg verleent en de patiënt overlijdt, duurt het zes tot acht maanden voordat de familie bij het geld kan. Betaalt die dan nog?”

Lees het artikel Zie je geld maar te krijgen…,  door Caren Kunst, De Eerstelijns, september 2019: www.de-eerstelijns.nl/wp-content/uploads/2019/10/DEL_7_2019_pag_17_krokodil-v1.pdf

Paarse krokodil: ‘Ellende ongecontracteerde zorg’, Caren Kunst, De Eerstelijns, 28 november 2019: www.de-eerstelijns.nl/2019/11/paarse-krokodil-ellende-ongecontracteerde-zorg/

U P D A T E

Tweet van Caren Kunst, 10 augustus 2023

 

Omslag proefschrift When policy meets practice

Professionals in de frontlinie

Leraren op het Malieveld, artsen die een nieuw zorgstelsel voorstellen, de rechterlijke macht die kraakt in haar voegen, politiemensen die publieksvriendelijke acties voeren en recent verpleegkundigen die uit protest zondagdiensten draaien. Wat is er toch gaande met al deze professionals in Nederland? Eén ding is in ieder geval volstrekt duidelijk: er staat veel op het spel. De diensten die deze professionals leveren – van gezondheidszorg tot veiligheid, van onderwijs tot rechtspraak – zijn namelijk niet alleen onmisbaar voor burgers, de kwaliteit ervan straalt ook nog eens direct af op hoe burgers het openbaar bestuur waarderen.

Op 11 december 2019 promoveert bestuurskundige Wiljan Hendrikx op een proefschrift naar professionele identiteit in een context van beleidshervormingen. Hoewel er veel onderzoek is gedaan naar hervormingen in het openbaar bestuur, hebben beleidsmakers en bestuurskundigen verrassend genoeg tot nu toe relatief weinig aandacht besteed aan hoe professionals zelf aankijken tegen de beleidsmaatregelen die ze moeten implementeren en tegen hun positie in een context van veranderende – en soms zelfs tegengestelde – verwachtingen. Dit proefschrift combineert een studie naar veranderende verwachtingen van professionals in beleid door de jaren heen met een grondige analyse van de eigen percepties van professionals over professionalisme.

Opstapeling

In zijn studie heeft Hendrikx ruim zestig jaar beleidshervormingen in de huisartsenzorg en het voortgezet onderwijs in kaart gebracht en daarbij achterhaald hoe verwachtingen ten aanzien van professionals zich hebben ontwikkeld. Het blijkt dat nieuwe beleidsmaatregelen altijd gepaard gaan met nieuwe rolverwachtingen, maar dat deze verwachtingen elkaar niet zomaar vervangen maar dat zij zich eerder opstapelen. Voor professionals betekent dit dat ze steeds meer ballen tegelijkertijd in de lucht moeten houden. Zo moeten ze veelal heel kundige experts zijn en verdienstelijke ondernemers en goede netwerkmanagers, waarbij ze gelijktijdig verantwoording af moeten leggen aan hun professionele gemeenschap en hun management en hun netwerkpartners.

Identiteitsconflict

Door middel van het concept ‘professionele identiteit’ heeft Hendrikx vervolgens de spanningen inzichtelijk gemaakt tussen professionals’ zelfbeeld – hoe denken professionals dat ze moeten zijn – en hun rol – wat doen professionals naar hun idee in hun dagelijkse praktijk. Hij constateert daarbij een groeiend identiteitsconflict: professionals kunnen steeds minder voldoen aan hun eigen standaarden van ‘goed professioneel werk’. Daar waar hun dagelijkse praktijk wordt gedomineerd door een technische rationaliteit die hun professionele werk voornamelijk begrijpt als meetbare en op te delen processen, definiëren zij zelf hun professionele werk juist als sociaal proces dat bol staat van relationele aspecten. Deze zien zij zelfs als voorwaarde voor kwaliteit: zonder een goede relatie met leerling of patiënt en kennis van diens achtergrond zijn goed onderwijs en goede zorg nagenoeg onmogelijk.

Mismatch beroepsidentiteit en systemen

Het vergt voor professionals veel kunst- en vliegwerk om goed professioneel werk te leveren binnen een systeem wat – vaak zelfs letterlijk in tijd – weinig ruimte laat voor deze sociale kant. En dat is precies waar het al die professionals in de frontlinie om gaat. Hun protest moet dus niet begrepen worden als slechts een oproep voor meer geld of voor simpelweg meer waardering. Het probleem ligt fundamenteler, namelijk een mismatch tussen de beroepsidentiteit van professionals en de systemen waarbinnen zij dag in dag uit hun werk moeten doen. Het lijkt erop dat voor veel professionals de rek er behoorlijk uit is.

Serieuze gesprekspartner

Op basis van zijn proefschrift stelt Hendrikx dat professionals meer en eerder betrokken moeten worden bij het vormgeven van beleid. Zij zijn namelijk degenen die al deze plannen daadwerkelijk moeten implementeren en alleen zo is het mogelijk dat systemen aansluiten bij de professionele identiteit van professionals. Beleidsmakers moeten daarbij meer oog krijgen voor hoe hun verwachtingen ten aanzien van professionals leiden tot een stapeling van rolverwachtingen in de praktijk en hoe dit uitpakt voor verschillende typen professionals.

Aan de kant van de professionals is ook werk aan de winkel: professionals moeten beter in staat zijn te definiëren wie ze zijn en daar actief in gesprek over kunnen gaan. Professionaliteit is namelijk een capaciteit en geen competentiechecklist. Professionele gemeenschappen moeten daarom een continu debat faciliteren tussen professionals over wat ‘goed’ professioneel werk inhoudt en betekent in de praktijk. Beleidsmakers hebben namelijk een serieuze gesprekspartner nodig en geen kakafonie aan opvattingen. Alleen met een sterke en breed gedragen professionele identiteit zijn professionals in staat deze rol van serieuze gesprekspartner op zich te nemen.

Promotie

Wiljan Hendrikx promoveert op woensdag 11 december 2019 om 16.00 uur in aula van Tilburg University.
Iedereen is van harte welkom. Meer info op: www.tilburguniversity.edu/nl/actueel/promotie-pma-hendrikx

Downloaden proefschrift When Policy meets Practice – Professional Identity in a context of Public Management Reform, door Wiljan Hendrikx, 2019: https://beroepseer.nl

Omslag boekje Patiënt tussen wal en schip van actiecomité Het roer moet om

Actiecomité Het Roer Moet Om publiceert ‘Patiënt tussen wal en schip’. Duizenden patiënten niet te verwijzen

Huisartsen-organisatie Het Roer Moet Om heeft een boekje aangeboden aan de Tweede Kamer op 26 november 2019 waarin sprake is van een onhoudbare situatie, een ‘stille ramp’: Patiënt tussen wal en schip. Hoe gebrek aan samenhang vooral de kwetsbare patiënten treft.

In hun spreekkamer, aldus de Inleiding van actiecomité Het Roer Moet Om

zien de huisartsen van Nederland de stille ramp die zich in de samenleving voltrekt. Nauwelijks waarneembaar voor de buitenwereld, maar voor elke huisarts inmiddels aan de orde van de dag. Duizenden kwetsbare ouderen, chronisch zieken met meerdere aandoeningen en jongeren met geestelijke problemen kunnen niet doorverwezen worden naar passende, juiste zorg van andere professionals om de huisarts heen. En blijven daardoor steken in de huisartsenzorg.

Groeiend gebrek aan samenhang

We hebben hier niet te maken met een opdoemend, nieuw probleem. Al tien jaar geleden signaleerden zorgverleners een groeiend gebrek aan samenhang in de zorg. Recent onderzoek onder onze eigen achterban (8400 collega’s) laat zien dat praktisch elke huisarts (97%) bijna dagelijks (gemiddeld zes keer per week) tegen het compleet vastgelopen doorverwijzingssysteem aanloopt. Een kwetsbare patiënt met complexe klachten verwijzen naar instanties waar hij verder geholpen kan worden, stuit in de dagelijkse praktijk heel vaak op onderbezetting, competentie- en verantwoordelijkheidsdiscussies, nog verder doorverwijzen en nog meer administratie. Energievretende en frustrerende inspanningen, die huisarts en team, zo laat ons onderzoek zien, gemiddeld 3 nodeloze uren per week kost. Om dan – om welke reden dan ook – de patiënt binnen de kortste keren weer terugverwezen
te krijgen…

Inmiddels is de situatie onhoudbaar. Onhoudbaar voor de patiënt, die vaak vele maanden en soms meer dan een jaar op passende zorg moet wachten, met schrijnende situaties als gevolg. Onhoudbaar voor de huisarts, die veel te veel tijd kwijt is met soebatten, leuren en administreren voor deze groep patiënten en daardoor minder tijd en aandacht heeft voor de andere patiënten in zijn wachtkamer. Maatschappelijk onhoudbaar, omdat de gevolgen van die aanhoudende, ernstige gezondheidsproblemen bij deze groepen dagelijks in de samenleving gevoeld worden. En principieel onhoudbaar – zo vindt Het Roer Moet Om – omdat een beschaafd en rijk land als Nederland
de zwaksten in haar samenleving niet zo schijnbaar achteloos aan hun lot over kan laten.

Pamflet Zorg voor samenhang

Daarom gaf Het Roer Moet Om afgelopen zomer al een noodsignaal af. In het pamflet ‘Zorg voor Samenhang!’ roepen we alle betrokken partijen –politiek ,zorgverzekeraars, en onszelf als zorgverleners – op om de samenhang in de basale zorg tussen huisarts en ‘omliggende’ zorginstanties in ere te herstellen. Al die instanties – de wijkverpleging, de spoedeisende hulpposten van ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg, de gemeentelijke jeugdzorg, de verpleeghuiszorg – zijn de afgelopen jaren op eilanden komen te staan. Niet uit onwil of onkunde, maar door verkokerde aansturing en financiering, door schrijnende capaciteitsproblemen, door kortzichtig en karig personeels-(wervings) beleid en bezuinigingen.
En niet in de laatste plaats omdat de zorg de afgelopen decennia doordesemd is van concurrentie denken: marktwerking is troef, niet samenwerking. Laat staan samenhang. Terugbrengen van die samenhang kent geen eenvoudige oplossingen, daar zijn we van overtuigd. Sterker: het vraagt om oplossingen die de reikwijdte van onze spreek- en wachtkamers te boven gaan. Om de oplossingen helder te krijgen en aan te kunnen kloppen bij
Kamer, kabinet, verzekeraars en zorgverleners hebben we denk- en actiekracht van de zorg in de volle breedte nodig. Half december brengen we die denkers en doeners bijeen op de Spaanse Trap in Den Haag om in de scherpte van een debat met elkaar te komen tot de essentie van wat er moet gebeuren.

Maar het roer omgooien begint bij die stille ramp een stem geven. Wat gaat er dag-in-dag-uit mis in de huisartsenpraktijk? Tegen welke frustratie en machteloosheid lopen huisarts en patiënt aan? We vroegen het aan onze achterban en ontvingen binnen enkele weken honderden mails met schrijnende voorbeelden. Dit boekje is een bloemlezing uit die misstanden. Zoals we ook in het voorjaar van 2015 de strijd aanbonden met de verstikkende bureaucratie in de huisartsenzorg door alledaagse praktijkervaringen te bundelen, te publiceren en aan politiek en zorgverzekeraars aan te bieden. Het bleek de start van een steeds breder en ingrijpender gevecht
tegen het bureaucratische spook in de zorg, waarin tot op de dag van vandaag resultaat geboekt wordt. Zo geven we nu stem aan de stille ramp die juist de kwetsbare patiënten in onze praktijk raakt. Opdat die niet meer tussen wal en schip blijven vallen, maar straks in een geoliede samenwerking tussen huisartsen en collega-zorgverleners snel en samenhangend de zorg krijgen die ze nodig hebben.

Inhoudsopgave Patiënt tussen wal en schip – Hoe gebrek aan
samenhang vooral de kwetsbare patiënten treft

Inleiding: Stem geven aan een stille ramp 5|Hoofdstuk 1 Van eiland naar eiland  9
Van kastje naar de muur  9
En zo belandt de patiënt weer op mijn bordje  13
Het moet toch niet zo moeilijk zijn…?  20|
Hoofdstuk 2 In het vacuüm van verantwoordelijkheid  26
Hoe ver gaat mijn verantwoordelijkheid? 26
Thuis gaat het niet langer  34
Hoofdstuk 3 Aan alles tekort  40
De organisatie doet het op het tandvlees 40
Het verkeerde medicijn 46
Allemaal extra werk door die wachtlijsten 50
Bijlage 1: Pamflet Zorg voor Samenhang! 57
Bijlage 2: Het Manifest van de Bezorgde huisarts  59
Colofon  63


Downloaden boekje Patiënt tussen wal en schip, door Pascale Hendriks, Mai Neijens, Stan van den Buijs, Hans Padding en Maarten Bijl, Actiecomité Het Roer Moet Om en VvAA, 68 p., november 2019: www.hetroermoetom.nu/pdf/Boekje-HETROERMOETOM-Patient-tussen-wal-en-schip.pdf

Persbericht Aanbieding boekje enquête Tweede Kamer: www.hetroermoetom.nu/pdf/Persbericht-HETROERMOETOM-Aanbieding-boekje-enquete-tweede-kamer-20191125.pdf

Debat Zorg voor samenhang in Den Haag op 14 december 2019: https://beroepseer.nl

Nieuw pamflet van actiegroep Het Roer Moet Om: Zorg voor samenhang, Blogs Beroepseer, 12 juni 2019: https://beroepseer.nl

Het Roer Moet Om: www.hetroermoetom.nu

Marie Kamphuislezing 2019 door Margo Trappenburg

Margo Trappenburg over nieuwe clientèle sociaal werk en nieuwe principes voor casework nieuwe stijl

Margo Trappenburg was uitgenodigd voor het geven van de jaarlijkse Marie Kamphuislezing 2019. Trappenburg is bijzonder hoogleraar Grondslagen van Maatschappelijk Werk aan de Universiteit voor Humanistiek en hoofddocent Bestuurs- en Organisatiewetenschappen aan de Universiteit van Utrecht.
Al sinds 1999 organiseert de Marie Kamphuis Stichting de Marie Kamphuislezing over een onderwerp op het snijvlak van maatschappelijk werk en maatschappelijke ontwikkelingen. De eerste lezing werd gegeven in het jaar waarin de oudste school voor maatschappelijk werk 100 jaar bestond.
Marie Kamphuis, naar wie de stichting is vernoemd, was een markante persoonlijkheid die haar stempel heeft gezet op het Nederlandse maatschappelijk werk van na de Tweede Wereldoorlog. Zij overleed in 2004 op 96-jarige leeftijd.

Voor de MKS Lezing worden sprekers uitgenodigd die vanuit een specifieke invalshoek het professioneel maatschappelijk werk in een breder kader plaatsen. In 2019 gaven twee personen de MKS Lezing. Naast Margo Trappenburg ook de Vlaamse professor dr. Rudi Roose van de Universiteit van Gent.

Casework nieuwe stijl

In haar lezing, getiteld Casework nieuwe stijl, betoogt Trappenburg dat de klassieke principes van het sociaal casework niet geschikt zijn voor de hedendaagse clientèle van het sociaal werk: “We hebben andere principes nodig en die principes zullen niet meteen populair zijn bij de wereld van bestuur en beleid”.
Noodzakelijk is een Casework nieuwe stijl. Immers, de cliënten van het sociaal werk lijken niet meer op die uit de tijd van Marie Kamphuis. Zelfinzicht, empowerment, transparantie en kortdurende hulp zijn, aldus Trappenburg, bijvoorbeeld lang niet altijd meer de goede principes om hulp te verlenen.
Maar hoe zouden de nieuwe principes eruit kunnen zien? Volgens Trappenburg geeft lector en hogeschooldocent Klaas Mulder een mooie aanzet voor deze nieuwe principes in zijn essay Voorbij de grenzen van zelfredzaamheid. Hulpverlening aan mensen die het niet snappen. Het boekje is geïnspireerd door Mulders’ ervaringen met zijn eigen ouders die allebei op latere leeftijd dementeerden en onvoldoende ziekte-inzicht hadden om adequate hulp te accepteren.
Wat gold voor zijn ouders, gold ook voor heel veel andere ouderen met dementie en voor cliënten met andere ziekten en symptomen die niet gebaat zijn met transparante, kortdurende hulp, empowerment en zoveel mogelijk zelf doen.

Vier nieuwe principes

Andere principes zijn dus nodig. Het eerste principe zou volgens Mulder kunnen zijn: daadwerkelijk, metterdaad, echt helpen. Niks op je handen zitten terwijl de cliënt het zelf probeert; gewoon als hulpverlener de handen uit de mouwen steken. De chaotische administratie sorteren, acute rekeningen betalen, een ijskast vol beschimmelde levensmiddelen leegmaken en ondertussen een beetje praten met de cliënt om te kijken wat hij of zij nog wel of niet begrijpt.

Het tweede principe is een aanpak die sociaal werkers wel kennen uit het opbouwwerk. Trappenburg verwijst naar Margreeth Broens, langjarig opbouwwerkster, adviseur en onderzoekster in Brabant. Bij haar pensionering schreef Broens een essay getiteld Het nieuwe welzijn woont in het buurthuis, en daarin legt zij heel helder uit dat je sommige gewenste effecten het beste,
of zelfs alleen maar, langs een omweg kunt bereiken. Als je een locatie wilt hebben waar mensen met een psychiatrische aandoening terecht kunnen moet je die locatie vooral niet aanduiden als ‘inloophuis voor mensen met een psychiatrische beperking’. Dat werkt vreselijk stigmatiserend en dan gaat je buurvrouw met een beginnende depressie sowieso niet naar toe. Wat je moet hebben is een algemeen toegankelijk multifunctioneel buurthuis voor verschillende groepen.

Het derde principe luidt: heb oog voor de naasten en de omwonenden van de cliënt. Ook dat is een principe dat niet onbekend is in het sociaal werk. Sociaal werkers zijn geen advocaten, voor wie alleen het belang van hun cliënt telt. Sociaal werkers hebben altijd oog gehad voor het functioneren van hun cliënten in hun sociale omgeving: hun gezin, hun familie, hun buren, hun werkplek. Sociaal werkers zijn zich ook altijd bewust geweest van de effecten van hun werk op andere terreinen: een cliënt in de hulpverlening is hopelijk een cliënt die niet op straat gaat stelen of bedelen.

Trappenburg: “Waar het gaat om het casework nieuwe stijl zou dit principe nog iets verder mogen worden doorgetrokken. De vermaatschappelijking van mensen met psychiatrische problematiek trekt een zeer zware wissel op hun familie, die voortdurend bang is dat hun dierbare zichzelf verwaarloost, zijn medicijnen vergeet, een nieuwe aanval krijgt of zelfs zichzelf van het leven berooft. Het is – zou ik willen stellen – heel belangrijk om deze naasten te zien en te horen, niet alleen als vertegenwoordiger van de cliënt, maar vooral als mensen met hun eigen belangen, hun eigen verdriet en hun eigen leven.
Hulpverleningsplannen in het casework nieuwe stijl moeten daar rekening mee houden. Wat geldt voor de naasten van mensen met psychiatrische problematiek, geldt ook voor familie van mensen met een verstandelijke beperking. Ook zij zijn meer dan de woordvoerder of belangenbehartiger van hun verstandelijk beperkte familielid. Ze hebben recht op een eigen leven, met hun andere, niet beperkte kinderen, zonder zorgen over hun verstandelijk beperkte broer of zus.
Mensen met een psychiatrische aandoening of een verstandelijke beperking die zelfstandig wonen zijn niet altijd de makkelijkste buren. Aedes, de koepelorganisatie van woningcorporaties, luidde onlangs de noodklok: deze mensen veroorzaken soms veel overlast in de buurt”.

En vierde en laatste principe is: duurzame hulp. Psychiatrische aandoeningen gaan soms over, maar vaak ook niet. Verslaafden slagen er soms in af te kicken van de alcohol of drugs, maar lang niet altijd.
Verstandelijke beperkingen zijn blijvend. Dementie wordt in de meeste gevallen geleidelijk steeds erger. Duurzame hulp betekent blijvende hulp maar bij voorkeur ook: continuïteit van hulp, niet hulp van telkens wisselende personen, met telkens wisselende gezichten, in dienst bij telkens andere organisaties.

Hoe vertel ik het de politiek?

Trappenburg stelt in haar lezing de vraag: Hoe vertel ik het de politiek? Ze doet een aantal aanbevelingen: “Wie de principes van het sociaal werk aan politici en beleidsmakers wil uitleggen, moet snappen hoe hun wereld werkt en een klein beetje meedenken in hun termen. Daarom bij deze drie tips…”
Lees de hele MKS Lezing van Margo Trappenburg: Casework nieuwe stijl, Utrecht, 14 november 2019: https://margotrappenburg.nl

Marie Kamphuis Stichting: www.mariekamphuisstichting.nl

Afbeelding bovenaan is van Orlando, PIRO4D

Winnaars Overheidsawards 2019 bekendgemaakt in Ridderzaal

Sylvo Thijsen is uitgeroepen tot de Overheidsmanager van het Jaar 2019 en de gemeente Tilburg tot de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2019.  Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Raymond Knops reikte de prijzen uit op 19 november 2019. Traditiegebouw gebeurde dat tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Ridderzaal in Den Haag.  In zijn toespraak had Snel het over het belang van de Overheidsawards. Minister van Staat Herman Tjeenk Willink gaf de jaarlijkse Overheidslezing.

Voor de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2019 waren Rosemarie Bastianen, directeur Eenvoudig Beter van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Anne Coenen, directeur Maatschappelijke Ondersteuning in de Wijk, gemeente Rotterdam, de andere finalisten. ProRail en het Centraal Justitieel Incassobureau waren naast Sylvo Thijsen de kanshebbers voor de titel Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2019.

De finalisten hebben het beide jury’s wederom niet makkelijk gemaakt. Ze lieten alle zes op hun eigen manier zien hoe zij in de afgelopen tijd indrukwekkende prestaties in het publieke domein hebben verricht.

De jury over Sylvo Thijsen, directeur Staatsbosbeheer

Sylvo Thijsen ontvangt de prijs Beste Overheidsmanager van het jaar 2019
Uitreiking van de prijs aan Sylvo Thijsen

Toen Sylvo Thijsen bij Staatsbosbeheer begon, stapte hij midden in het zware weer. Staatsbosbeheer stond aan de vooravond van een krimp-opdracht en het bestaansrecht als publieke organisatie stond op losse schroeven. Sylvo wist in deze onzekere tijd een stip op de horizon te zetten voor zowel de medewerkers als de organisatie. Door het gesprek aan te gaan met betrokkenen, wist Sylvo een breder draagvlak te creëren voor de nieuwe koers van de organisatie. De jury is onder de indruk van hoe hij als bevlogen overheidsmanager de gehele organisatie weet mee te nemen: van boswachter tot vrijwilliger en werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Toen Sylvo begon was de organisatie op zoek naar een identiteit en die heeft hij – samen met zijn medewerkers – gevonden en verder ontwikkeld.

De jury over de gemeente Tilburg

Gemeente Tilburg wint Overheidsorganisatie van het Jaar 2019
Uitreiking van de prijs aan de gemeente Tilburg

De gemeente Tilburg heeft een indrukwekkende transformatie doorgemaakt. Van een klassiek dienstenmodel naar netwerkmodel, van spelbepaler op diverse terreinen naar een van de spelers in het veld. Een mooi voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van het Spoorpark, gerealiseerd op basis van een burgerinitiatief. Bij de gemeente is sprake van een brede en systematische beweging om te werken vanuit concrete problematiek. In de afgelopen jaren is de gemeente Tilburg in de misdaadmeter van het Algemeen Dagblad gedaald van plek 3 naar plek 24. De lokale dienstverlening wordt gewaardeerd met gemiddeld een 8,4. Enkele jaren geleden was dit nog een 6,8. De organisatie is er goed in geslaagd om de jury te overtuigen van de positieve ontwikkelingen binnen het complexe speelveld die de gemeente in de afgelopen jaren heeft doorgemaakt.

Jonge ambtenaar van het jaar 2010

In de Ridderzaal werden tevens de finalisten bekend gemaakt voor de verkiezing van de Jonge Ambtenaar van het Jaar 2020. De kanshebbers zijn: Nissrin Dhkissi van het Ministerie van Defensie; Rachelle Dohmen van de gemeente Sittard-Geleen en Yasmin Brewster van Stroomopwaarts.
Op 23 januari 2020 vindt de finale plaats en wordt bekend gemaakt wie zich de Jonge Ambtenaar van het Jaar 2020 mag noemen.

De Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar en de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar worden georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM); de verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar  door FUTUR, landelijk netwerk van en voor jonge ambtenaren.

Winnaars Overheidsawards 2019 bekend! Overheidsawards, 20 november 2019: www.overheidsawards.nl

FUTUR: Jonge Ambtenaar van het Jaar: www.futur.nl

Jos de Blok wint de Ideas into Practice award 2019

Jos de Blok heeft in Londen op 18 november 2019 de prestigieuze prijs Ideas into practice award in ontvangst genomen. De Blok kreeg de prijs vanwege zijn baanbrekende werk met Buurtzorg. Hij is de persoon “­die in Nederland met het Buurtzorg-model het management uit de verpleging heeft gehaald”.
De Britten noemen Buurtzorg: “A pioneering healthcare organization in the Netherlands that has expanded into over 20 countries. The Buurtzorg model is based on revolutionary nurse-empowered holistic care that has the highest client satisfaction in its segment, and employee engagement that far outstrips any Dutch organization of its size. Cost savings to the Dutch health care system have been estimated at 40 percent. Buurtzorg scaled quickly, from one to 850 teams in just 10 years, and collaboration has been key to its global success. The self-managed model has applications beyond healthcare”.

Thinkers50

De prijs wordt uitgereikt door Thinkers50, een in 2001 opgerichte organisatie die elke twee jaar een internationale ranglijst samenstelt met namen van managers en leiders met ideeën. In de loop der jaren zijn de criteria van Thinkers50 verruimd. Het gaat tegenwoordig ook om innovatie en toegankelijkheid van krachtige ideeën die de wereld beter maken.

Uitgangspunten zijn:

  • Ideeën hebben kracht en kunnen de wereld veranderen
  • Management is essentieel met betrekking tot menselijke aangelegenheden
  • Nieuw denken kan leiden tot een betere toekomst

Sinds 2011 vindt het Thinkers50 Gala in Londen plaats dat een hele dag duurt met ’s avonds de prijsuitreiking. De Financial Times heeft de prijzen de Oscars of management thinking  genoemd. Het gala is een ware gebeurtenis en biedt deelnemers en winnaars de kans belangrijke ideeën voor onze tijd met elkaar uit te wisselen en voor het voetlicht te brengen.

Verschillende prijzen

De prijzen zijn verdeeld in diverse categorieën: Breakthrough idea award, Digital thinking award, Ideas into practice award, Innovation award, Leadership award, Marshall Goldsmith award for coaching & mentoring , Radar award, Strategy award, Talent award.

Er is ook een Lifetime achievement award. De winnaar voor 2019 is de Amerikaanse Rosabeth Moss Kanter, hoogleraar van Harvard Business School in de V.S. Kanter is mede-oprichter van de Harvard University-wide Advanced Leadership Initiative. Haar ideeën over management en de manier van leiding geven aan een organisatie zijn van wezenlijke invloed op de lange termijn. Deze prijs is eerder gewonnen door Peter Drucker (1909-2005), Amerikaans pionier op het gebied van organisatieleer en management. De populaire Canadese wetenschapper Henry Mintzberg die nog steeds een actieve rol in discussies speelt, won de prijs in 2014. Zijn eerste boek dateert uit 1973 en heet: The Nature of Managerial Work.

Nieuwe prijs

Een nieuwe prijs in 2019 is de Founders’ award. De eerste persoon die hem in ontvangst neemt is Santiago Iñiguez de Onzoño, decaan van de IE Business School in Madrid. Hij krijgt de prijs voor zijn leidende rol op het gebied van onderwijs voor het bedrijfsleven. Door de Financial Times wordt hij een van de belangrijkste personen ‘in promoting European business schools internationally’ genoemd.

The Thinkers50 Gala: https://thinkers50.com/2019-awards-gala-agenda

Hall of Fame: https://thinkers50.com/hall-of-fame

In de Hall of Fame staat ook de Nederlander Fons Trompenaars, organisatietheoreticus en managementconsultant en bedenker van het Trompenaar-cultuurmodel dat in totaal zeven cultuurdimensies onderscheidt. Trompenaar is de auteur
(met Charles Hampden-Turner) van de bestseller Riding the waves of culture – Understanding cultural diversity in business.
Een andere naam in de Hall of Fame is de bij Stichting Beroepseer welbekende Amerikaanse hoogleraar Howard Gardner.


“Je kunt heel moedig en gedurfd zijn als theoreticus. Goede theorieën zijn als goede kunst. In de praktijk zijn compromissen nodig”.
Warren Bennis, Amerikaans geleerde en organisatieadviseur

Bennis schreef ook dat er in het leven van leiders een punt komt waarop zij “geslaagd zijn”. Dat is het moment waarop zij van management naar leiderschap springen, van teamlid naar leider.

Omslag The chief strategy officer playbook. In 2018 verscheen het boek The chief strategy officer playbook. How to transform strategies into great results. Project Management Institute, 2018.

Als e-boek te downloaden op:
https://thinkers50.com/wp-content/uploads/T50_BL_CSOPlaybook_ONLINE.pdf
 

Jos de Blok is voortrekker van Stichting Beroepseer.

Wethouder Groeneveld woonde met 150 collega’s begrotingsdebat jeugdzorg bij in Tweede Kamer

Circa 150 wethouders uit heel Nederland hebben in de Tweede Kamer in Den Haag op maandag 18 november 2019 het debat gevolgd in de commissievergadering Jeugd en aanverwante zaken van de begrotingen VWS en J&V 2020. Daarbij aanwezig waren minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid (VWS) en Sander Dekker voor Rechtsbescherming (J&V).
“Een unicum”, aldus een van de wethouders. De jeugdzorgwethouders wilden met hun aanwezigheid benadrukken dat ze echt meer geld nodig hebben om de zorg voor jongeren naar behoren te leveren.

Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van deze taken hebben de gemeenten overgenomen van de Rijksoverheid.
Gebleken is nu dat er gemeenten zijn die niet in staat zijn kinderen met ernstige problemen tijdig te helpen, aldus een op 8 november 2019 gepubliceerd rapport van de inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd en voor Justitie en Veiligheid
Veel gemeenten kampen met begrotingstekorten door de hoge kosten voor de jeugdzorg. Jeugdzorginstellingen kunnen met de huidige tarieven nauwelijks het hoofd boven water houden. Kinderen moeten wachten op hulp en zorgverleners komen om in administratieve rompslomp.

Naar aanleiding van het rapport kondigde minister De Jonge kort na publicatie aan dat hij wilde bijsturen. Het Kabinet gaat bepalen welke taak een zorg van de gemeente blijft en welke van de regio.
Jeugdzorgwethouders zijn huiverig voor weer nieuwe wijzigingen in het stelsel. Dat de jeugdzorg niet goed functioneert ligt niet aan de gemeenten, vinden zij. De transitie van jeugdzorg naar gemeenten is in de praktijk een fikse bezuiniging gebleken.

Een van de aanwezige wethouders in Den Haag die tegen nieuwe plannen is, is Jakobien Groeneveld uit Zoetermeer. Zij reageert op de plannen van minister De Jonge in een interview met TV West: “Jaar in jaar uit hebben we aandacht gevraagd als gemeente hiervoor. Elke keer zeiden we tegen het kabinet: nieuwe taken betekent ook genoeg geld om die uit te kunnen voeren”.

Zorgwethouder Jakobien is tegen de plannen voor de jeugdzorg, TV West, 18 november 2019: www.omroepwest.nl/

 

Uitvoerders zijn te vaak en te lang bereid falende beleidsideeën te compenseren

Wilmar Bolhuis schrijft in zijn blog op de site van RTL Z over de ijzeren wet van beleidsbehoud. We kennen allemaal de wet van lijfsbehoud, maar er is nog die andere wet en die blijkt een ramp voor de uitvoerders. Bolhuis is econoom en bestuurskundige en werkt bij de Universiteit van Leiden.

Bolhuis: Waar de mens tot het uiterste gaat voor lijfsbehoud, kunnen beleidsbedenkers ver gaan voor beleidsbehoud. Namelijk het koste wat het kost blijven doorlopen op een beleidsweg waarvan eigenlijk al bekend is dat hij doodloopt.

Vooropgesteld, goede ideeën brengen ons verder. Daarom is dit geen column tegen de bedenkers van beleid. Ik pleit hier voor extra waardering voor beleidsuitvoerders van Nederland. Voor de medewerker van de sociale dienst, de thuiszorgmedewerker, de schooldocent, de politieagent, ga zo maar door.

In de vuurlinie

Want het zijn de uitvoerders die in de vuurlinie staan als ze deze briljant bedachte en leuk geschreven beleidsnotities – die onrealistisch of onuitvoerbaar blijken te zijn – moeten uitvoeren. Zij staan oog in oog met boze burgers, zieke patiënten, passieve studenten, kritische ouders en agressieve criminelen.

Het zijn die uitvoerders van beleid die keihard afgerekend worden. Elke dag. In de praktijk. Direct door hun medemens. Via harde kritiek die wordt gezegd, geschreeuwd of geschreven. Of door hoge werkdruk – ten koste van familie, vrienden en gezondheid. Soms verliezen ze gewoon hun werk (de beleidsbedenkers voorzagen efficiencywinst). De voelbare frustratie van falend beleid; alleen ontvangende burgers en de uitvoerders ervaren die.

Klappen opvangen

Desalniettemin hebben de uitvoerders van beleid in de regel mindere arbeidsvoorwaarden dan de bedenkers. Lagere salarissen. Meer onzekere dienstverbanden. Onvoorspelbare werkuren. En minder maatschappelijke waardering en een lagere status.
Juist de (hoogopgeleide) bedenkers van beleid hebben een beschermde werkomgeving. Ze hebben vaker vaste contracten, betere beloningen, en vaste werkdagen van 9 tot 17 uur. Hun waardering en status is prima.
Bovendien, het zijn hun politieke bazen en bazinnen die de klappen opvangen als het fout gaat. Zelf komen ze heel weinig direct in contact met de woeste medemens.

Denk aan het falende automatiseringsbeleid bij het CBR, wat de mensen in het call center nu mogen oplossen. Denk ook aan het beleidsidee van Nationale Politie, waar de agenten nu nog steeds de scherven van aan het opruimen zijn. Of aan de bezuinigingen op onderwijs, waardoor overwerk in avonden en weekenden gaat toenemen. Denk aan hoe de jeugdzorg er nu aan toe is, nadat duizenden werknemers door nieuw beleid het veld ruimden.

Gaten dichtlopen

Wat hebben de bedenkers van deze beleidsfiasco’s hier daadwerkelijk van gemerkt in hun privé- en werksituaties? Waarschijnlijk hebben die hun schaaltje al binnen en werken inmiddels allang bij een ander departement of gemeentelijke beleidsafdeling.
Zeker in de publieke sector zijn uitvoerders te vaak én te lang bereid geweest om falende beleidsideeën te compenseren.

Lees het hele artikel van Wilmar Bolhuis, De ijzeren wet van beleidsbehoud: een ramp voor alle uitvoerders, RTL Z, 15 november 2019: www.rtlz.nl

Met digitaal project Nightingale begeeft Google zich in lucratieve gezondheidszorgsector

Google is bezig gegevens te verzamelen van vijftig miljoen patiënten zonder hun medeweten. Het initiatief heet Project Nightingale en ging in 2018 van start met Ascension, de grootste non-profit zorgverzekeraar in de V.S., werkzaam in 23 Amerikaanse staten en het district Columbia. Door kritische berichten van patiënten en juristen is de Amerikaanse federale overheid wakker geschud en een onderzoek begonnen naar het project.
Rob Copeland legde in dagblad Wall Street Journal uit welke gegevens precies worden verzameld: uitslagen van laboratoriumonderzoeken, diagnoses van artsen en ziekenhuisdossiers. Verder bevatten de gegevens naam en geboortedatum van patiënten alsmede hun complete medische geschiedenis. Daar komt nog bij dat 150 Google-medewerkers toegang hebben tot de gegevens.
Dagblad The New York Times bevestigde het nieuws van Wall Street Journal en voegde eraan toe dat men bang is dat sommige Google-medewerkers al gegevens gedownload hebben.

Uploaden naar Google’s Cloudservers

In een gesprek met The Verge, een Amerikaans technologienieuws- en medianetwerk,  vertelde Google dat ondanks de ophef over project Nightingale, het gebruikelijk is dat een zorgverzekeraar zeer gevoelige medische dossiers deelt met technici. Met de technici is een overeenkomst getekend. Op die manier wordt Google in staat gesteld tools te ontwikkelen voor de zorgverzekeraar,  door gebruik te maken van de medische privé-gegevens van de patiënten. Het is niet nodig dat de patiënten hierover worden ingelicht, aldus Google.
Een woordvoerder betwist het idee dat Google in het geheim medische gegevens heeft verzameld van miljoenen Amerikanen. Hij zegt dat het enige doel van de overeenkomst is diensten te verlenen aan de zorgverzekeraar.
Dat berichten hierover niet eerder in het openbaar zijn verspreid komt omdat het werk nog in een beginstadium verkeert.

Google heeft bevestigd dat het een samenwerking is aangegaan met het katholieke Ascension. Ascension noemt zichzelf ‘een op geloof gebaseerde zorgorganisatie die toegewijd is aan transformatie door middel van innovatie in alle zorgsectoren’. Volgens Wall Street Journal gebruikt Google de gegevens om op maat gesneden software te ontwerpen voor de individuele patiënt. Daarbij wordt gebruikt gemaakt van ‘geavanceerde kunstmatige intelligentie en machinaal leren’.

Zakentijdschrift Forbes bericht dat als onderdeel van project Nightingale, Ascension patiëntgegevens heeft geüpload naar Google’s Cloudservers. Het idee was dat door gebruikmaking van het systeem, Ascension kon beschikken over een tool, ‘Patient search’ geheten, om pagina’s met persoonlijke gegevens van patiënten op te halen. Forbes zegt een presentatie daarvan te hebben gezien: “De pagina bevat alle informatie over de patiënt alsmede aantekeningen van medische kwesties, uitkomsten van onderzoeken en geneesmiddelen. Daarbij bevond zich ook informatie ontleend aan gescande documenten”.

Google concentreert zich al een tijd op de gezondheidszorg. Het bedrijf concurreert met Amazon en Apple die ook proberen een voet aan de grond te krijgen in de lucratieve gezondheidszorgsector. In 2018 nam het bedrijf een zorgmanager in dienst die toezicht moet houden op alle initiatieven op het gebied van gezondheidszorg. In diezelfde periode verscheen het nieuws dat Google van plan was de afdeling gezondheidszorg van het kunstmatige intelligentie-laboratorium (AI lab) DeepMind over te nemen met het oog op het ontwikkelen van een ‘AI-assistent voor verpleegkundigen en artsen’.

Nauwkeurig een medische gebeurtenis voorspellen

Google wordt er ook van beschuldigd zich oneigenlijk toegang te verschaffen tot honderdduizenden gezondheidsdossiers via het University of Chicago Medical Center waarmee Google sinds 2017 samenwerkt. Dit om tools voor machinaal leren te ontwikkelen die in staat zijn “nauwkeurig medische gebeurtenissen te voorspellen, zoals bijvoorbeeld ziekenhuisopname van de patiënt, de duur daarvan en of de gezondheid achteruit gaat ondanks de behandeling voor urineweginfecties, longontsteking of hartfalen”, aldus een Google-blog*). In de blog staat ook dat een van hun ambities wat betreft machinaal leren is “te anticiperen op de behoeften van de patiënten voordat deze zich manifesteren”.

In een persbericht, verzonden na publicatie van het artikel in Wall Street Journal, kondigde Ascension de samenwerking met Google aan. Doel van die samenwerking is “optimalisering van de gezondheid en het welzijn van personen en gemeenschappen en levering van een uitgebreid pakket digitale vaardigheden”. Er is ook meegedeeld dat “al het werk dat verband houdt met de samenwerking tussen Google en Ascension valt onder de Health Insurance Portability and Accountability Act”. HIPAA staat voor informatiebeveiliging en waakt over gevoelige patiëntgegevens. Bedrijven die omgaan met patiëntgegevens en medische informatie dienen adequate maatregelen te treffen om deze te beschermen. Ascension zou strikt voldoen aan de veiligheidseisen van dataverwerking.

Tariq Shaukat, directeur van Google Cloud bevestigde in een blog dat Nightingale de naam is van het gezondheidszorgproject: “Ter verduidelijking: volgens contractering kunnen de gegevens van Ascension niet gebruikt worden voor een ander doel dan voor het leveren van diensten die in de overeenkomst staan vermeld. Patiëntgegevens kunnen en zullen niet worden gecombineerd met consumentgegevens van Google”.

Noot
*) Partnering on machine learning in healthcare, door Katherine Chou, 17 mei2017: https://blog.google/technology/ai/partnering-machine-learning-healthcare/

Google reveals ‘Project Nightingale’ after being accused of secretly gathering personal health records, door Mary Beth Griggs, The Verge, 11 november 2019: www.theverge.com

Google’s ‘Project Nightingale’ Gathers Personal Health Data on Millions of Americans, door Rob Copeland, Wall Street Journal, 11 november 2019: www.wsj.com

Google’s ‘Project Nightingale’ Triggers Federal Inquiry, Deal with Ascension health system aimed at improving patient care provides Google with health-data gold mine, door Rob Copeland en Sarah E. Needleman, Wall Street Journal, 12 november 2019: www.wsj.com

Google Secretly Tests Medical Records Search Tool On Nation’s Largest Nonprofit Health System, Documents Show, door Jillian D’Onfro enLeah Rosenbaum, Forbes, 11 november 2019: www.forbes.com

Afbeelding bovenaan: ‘Kunstmatige intelligentie’, door Gert Altmann