Skip to main content

Redactie Beroepseer

Online talkshow ‘Cultuur voor iedereen’

Op zaterdag 13 juni 2020 lanceert minister Ingrid van Engelshoven  om 19.30 uur het programma Cultuurparticipatie tijdens de online talkshow Cultuur voor iedereen bij Studio KUUB. Met dit programma willen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA ) en het Fonds voor Cultuurparticipatie drempels wegnemen en zorgen dat iedereen gelijke kansen krijgt om deel te nemen aan cultuur.

Presentator Lucille Werner zal de minister verwelkomen in de online talkshow Cultuur voor iedereen bij Studio Kuub, partner van de campagne ‘Iktoon: kunst van iedereen’ die hele maand juni amateurkunst in het zonnetje zet. De uitzending staat in het teken van het vieren en tonen van inclusieve cultuurparticipatie. Aan tafel schuiven ook aan organisator van Studio Kuub Lonneke van Heugten, creatieveling Raymon Strijbis en jurylid van de Gouden C Isis Geurts.

Naast de bekendmaking van het programma Cultuurparticipatie reikt de minister de jaarlijkse Gouden C uit, een prijs voor een inclusief cultuurparticipatieproject.

Volg de lancering van het programma Cultuurparticipatie met de livestream van de online talkshow Cultuur voor iedereen. De uitzending wordt ondertiteld. Ga naar de site van LKCA voor meer info: www.lkca.nl/artikel/minister-van-engelshoven-lanceert-programma-cultuurparticipatie/

Programma Cultuurparticipatie

De komende jaren werken het ministerie van OCW, LKCA en het Fonds voor Cultuurparticipatie samen met organisaties uit de culturele sector en het sociaal domein aan de vergroting van de toegankelijkheid, zichtbaarheid en erkenning van cultuurdeelname in de samenleving. LKCA draagt aan dit programma bij door kennis over initiatieven die drempels wegnemen of verlagen vast te leggen in o.a. kennisdossiers en deze inzichten te delen. Daarvoor worden gebruikt ervaringen, opgedaan bij ondersteunende projecten en activiteiten binnen het programma Samen cultuurmaken van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Op deze manier kunnen zowel culturele als sociale professionals deze kennis benutten en toepassen zodat iedereen de gunstige effecten van actieve cultuurdeelname kan ervaren. Naast gewoon plezier, draagt cultuurparticipatie bij aan zingeving en welbevinden.

Onderzoek gevolgen coronarichtlijnen en protocollen voor amateurkunst

Langzaam aan worden de maatregelen tegen het coronavirus versoepeld en mogen culturele sectoren weer beginnen. Maar er zijn nog allerlei beperkingen en onduidelijkheden. Koepels, belangenorganisaties, provinciale instellingen spannen zich in om gevolgen en knelpunten in kaart te brengen en te verbeteren.

Op initiatief van Koornetwerk Nederland, de muziekkoepel voor instrumentale amateurmuziek KNMO, het Huis voor de Kunsten Limburg en LKCA is er een enquête ontworpen met drievoudig doel:

  • De knelpunten en impact blootleggen voor zzp’ers en verenigingen, verbanden en organisaties van de huidige maatregelen en nog aanwezige onduidelijkheden.
  • Het ministerie van OCW en andere overheden hierover informeren en ze aanzetten tot zo passend mogelijke ondersteuning voor de hele sector en tot snelle duidelijkheid over het samen zingen en musiceren.
  • Een goed beeld krijgen van wat er nodig is, om als koepelorganisaties, provinciale instellingen, organisaties voor de amateurkunst en LKCA zo goed mogelijk samen te werken om de ondersteuning te bieden die nodig is.

Ga naar de site van het LKCA voor invullen – vóór 21 juni – van het enquêteformulier: www.lkca.nl/artikel/onderzoek-gevolgen-coronarichtlijnen-en-protocollen-voor-amateurkunst/ (Niet meer beschikbaar)

LKCA: www.lkca.nl

Fonds voor Cultuurparticipatie (Gouden C): https://cultuurparticipatie.nl/over-ons/prijzen/goucden-c (Niet meer beschikbaar).  Zie voor aanvragen subsidies: https://cultuurparticipatie.nl

Programma Cultuurparticipatie: www.lkca.nl/categorie/thema/programma-cultuurparticipatie/

U P D A T E

Gevolgen Coronavirus voor amateurkunst – Resultaten en knelpunten van onderzoek, IKCA, 20 juli 2020: www.lkca.nl/artikel/gevolgen-coronavirus-voor-amateurkunst/

Aanbesteden: de geschiedenis van een mislukking in het sociaal domein

Een nieuw boekje van Jos van der Lans gaat over een netelig onderwerp. De titel luidt: Het dogma aanbesteden en waarom we het in het sociaal domein achter ons moeten laten. Van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist en schreef het boekje in opdracht van de koepel Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA). De koepel vroeg zich af wat aanbesteden – het aanjagen van concurrentie tussen welzijns- en zorgorganisaties – nu eigenlijk heeft opgeleverd. Heeft aanbesteden aan de verwachtingen voldaan? Is de dienstverlening er beter van geworden? Wat hebben burgers, bewoners, gebruikers en cliënten er nu eigenlijk mee gewonnen?

Wat wordt vergeten

Eind jaren negentig vond in Amsterdam-West de eerste moderne aanbesteding van welzijnswerk plaats. De uitkomst was verrassend, zeker voor Amsterdammers: de winnaar kwam namelijk uit Rotterdam.
Sindsdien is het aanbesteden in het sociale domein schering en inslag geworden. Het is een beproefd middel, zeggen de voorstanders, om vernieuwing te realiseren, om organisaties op scherp te zetten en om een goede prijs-kwaliteit te realiseren. Bovendien is het onvermijdelijk, zeggen de juristen, want het moet van Brussel.

Wat wordt vergeten is dat de personen om wie het gaat – burgers, cliënten en bewoners – steeds weer kennis moeten maken met nieuwe opbouwwerkers of jongerenwerkers; welzijnswerkers die al jaren een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de wijk.

‘Dat moet van Europa’

Thijs van Mierlo schrijft op de site van LSA dat het bij het schrijven van een aanbesteding “nauwelijks lukt om op een goede manier bewoners te betrekken en invloed te laten hebben op het uiteindelijke aanbod. Als bewonersinitiatieven zelf betrokken willen zijn in het aanbieden van welzijn in hun eigen wijk, lopen ze in de fuik van bureaucratische en ingewikkelde aanbestedingen. Waarom? We zien bij veel gemeenten een behoorlijke fixatie op klassieke aanbestedingen. Waarden als efficiency, concurrentie en prijsvoordelen staan haaks op die van gemeenschapszin en burgerschap. En als we er met redelijke argumenten niet uitkomen, kunnen we altijd nog terugvallen op ‘Dat moet van Europa’.

Bewonersgroepen verenigd binnen het LSA zijn al langere tijd bezig om ervoor te zorgen dat bewoners ook zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen voor leefbare wijken en voorzieningen. Met het right to challenge ontwierpen we een instrument dat deze aanbestedingslogica kan openbreken. Maar daarmee zijn we er nog lang niet. De logica van aanbesteden in alle gevallen wordt hiermee niet ter discussie gesteld”.

Bestuurlijk dogma

Van der Lans schrijft over de ideeëngeschiedenis van het aanbesteden. Waar  komen die ideeën vandaan? Hij beschrijft hoe aanbesteden onder het juk van juristen uitgroeide tot een bestuurlijk dogma en waarom het ongenoegen erover hand over hand toeneemt. Hij beschrijft ook hoe we ervan af kunnen komen.

De bedoeling van de opdrachtgevers is met het boekje een aanzet te geven tot nieuwe gesprekken over de (on)logica van aanbesteden en nieuwe perspectieven om het anders te gaan doen. Het is een oproep aan alle betrokkenen, van raadslid tot inkoper, van beleidsambtenaar tot welzijnswerker, en van wethouder tot actieve bewoner: Gebruik de inzichten om op een nieuwe manier het organiseren van het sociale domein vorm te geven!

Aanbesteden en subjectieve wiskunde

Tot slot nog een noemenswaard feit. Het blijkt dat aanbesteden helemaal niet hoeft op basis van Europese jurisprudentie wanneer niet de gemeente maar de burger eindgebruiker is. Jan Telgen, emeritus hoogleraar inkoopmanagement voor de publieke sector (Universiteit Twente), heeft aangetoond dat door verkeerde wiskundige methoden bij publieke aanbestedingen foute aanbieders kunnen worden gecontracteerd.
Telgen: “Een aanbieder kan bijvoorbeeld voor de beste prijs 50 punten krijgen, een twee keer zo dure aanbieder krijgt dan 25 punten. Dat lijkt logisch. Maar door toevoeging van een derde partij C ontstaat er een verschil in weging van punten, de eerste en tweede partij komen dichter bij elkaar te liggen. Als je vervolgens bijvoorbeeld levertijd en kwaliteit meeweegt en punten geeft, kan er opeens een andere winnaar uit de bus komen. Partij A en B wisselen stuivertje, puur door het meedoen van de derde aanbieder”.
Uit Telgens onderzoek – hij deed onderzoek naar driehonderd aanbestedingen in de publieke sector –  blijkt dat dat in een kwart van de procedures het geval is. ‘Goh’, reageerde iemand op het net, ‘nu is wiskundig aangetoond dat de keuze in een aanbesteding altijd een beetje subjectief is’.

In zijn afscheidsrede wees Telgen op een belangrijke uitspraak van het Europese hof in 2016. In een gecombineerde Finse en Duitse zaak sprak het hof uit dat aanbestedingen in het sociale domein echt niet nodig zijn, zolang cliënten zelf uit verschillende aanbieders kunnen kiezen. Tellegen: “Het Europese hof stelt dat gemeenten voorwaarden mogen stellen aan aanbieders, bijvoorbeeld over kwaliteit en prijs. Met elke partij die aan deze voorwaarden voldoet, mag de gemeente dan in zee gaan. Zo ontstaat een geheel van aanbieders, waaruit cliënten zelf hun keuze moeten maken. Al het gedoe in de afgelopen jaren met aanbestedingen in het sociale domein had dus niet gehoeven. Door deze uitspraak ‘verdampt’ zelfs de hele discussie over aanbestedingen in het sociaal domein. Gemeenten kunnen de contractvorming in het sociale domein nu werkelijk anders inrichten”.
(Zie: ‘Mogelijk voor 18 miljard fout aanbesteed’, door Aart Verschuur, Binnenlands Bestuur, 23 mei 2018: www.binnenlandsbestuur.nl)

Downloaden van het boekje Het dogma aanbesteden, en waarom we het in het sociaal domein achter ons moeten laten, door Jos van der Lans, Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA), juni 2020: https://beroepseer.nl

Nieuw essay: Het dogma aanbesteden, door Thijs van Mierlo, LSA, 9 juni 2020: www.lsabewoners.nl

Gabriel Anthonio voor de camera

Gabriël Anthonio over besturen in coronatijd: Neem de ruimte om vanuit een goede positie te observeren

Het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur is in april 2020 begonnen met een videoreeks over Besturen in een bijzondere tijd – Relfectie in actie. Wat vraagt de coronacrisis van bestuurders in de zorg? Zorgbestuurders en deskundigen komen aan het woord over de uitdagingen waar de zorg nu voor staat. Het Centrum voor Zorgbestuur biedt goed gefundeerde en actuele postacademische opleidingsprogramma’s voor bestuurders en managers in de gezondheidszorg.

”In crisistijd gaan mensen overdrijven daar waar ze zo goed in zijn”

In deel 19 van de reeks (5 juni) is Gabriël Anthonio aan het woord. Hij is voorzitter van de Raad van Bestuur van Verslavingszorg Noord Nederland en bijzonder hoogleraar Sociologie van Leiderschap, Organisaties en Duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij begint zijn reflectie met:

“In crisistijd maken mensen geen fouten, maar gaan overdrijven daar waar ze zo goed in zijn. En het is heel moeilijk iemand daarvan af te halen omdat je overtuigd bent dat je daar goed in bent. Je bent een hele goed dokter, je bent een hele goede manager. Daarom moet je regelmatig, juist in crisistijd ook de ruimte pakken en houden om casuïstiek te bespreken, maar daarbinnen ook ruimte houden om je relaties op te frissen, schoon te houden, zeker nu met beeldbellen en afstand. Je mist toch veel informatie. Mensen worden soms niet serieus genomen, zijn gekwetst of zijn in de communicatie gemist. Zorg dat je team een team blijft en dat de verhoudingen goed en schoon blijven. Dat het af en toe spannend is in crisistijd, dat hoort erbij. Normaliseer dat ook.

Op het moment dat ik als bestuurder heel veel ga bewegen, heel actief wordt, met allerlei filmpjes en communicatie, gaat de rest zitten en kijkt iedereen naar mij.
Even voor de natuurliefhebber. Als jij door de weilanden loopt met je camera om dingen te fotograferen, en dingen te zien, kijken er duizend ogen naar jou. De hele natuur is stil. Maar op het moment dat jij op je krukje gaat zitten in de luwte van een bosrand, let op, na vijftien minuten ben jij stil en gaat de rest bewegen.

In een crisistijd moet de bestuurder wel positie kiezen, maar hij moet zorgen dat niet alle ogen op hem of haar gericht zijn maar dat hij regelmatig even op het krukje van zijn vader of een ander gaat zitten om te kijken hoe de wereld daaromheen beweegt. Zodat je goed kunt observeren en je kijker en je vizier goed kunt richten op die dingen die belangrijk zijn.
Neem de ruimte en de tijd om vanuit een goede positie te observeren”.

Het optimale midden

“Aristoteles, een bekende filosoof uit de klassieke Oudheid, heeft het in zijn Ethica over ‘het optimale midden’. Elke situatie vraagt van leiderschap om het optimale midden te zoeken. Dat is in crisistijd anders dan in een rustigere periode.
Het optimale midden vind je in ‘wat is het beste dat we nu moeten doen? Moeten we geld uitgeven of moeten we geld bewaren? Moeten we vooral zichtbaar zijn of moeten we achteruit?’ Het optimale midden vind je in de dialoog met collega’s die met je kunnen kijken: zit je niet in de overdrijving en ben je nog voldoende aangesloten? Daarmee voorkom je niet alleen de vervreemding van jezelf, maar ook van elkaar”.

Aan het slot zegt Anthonio dat hij niet anders kan dan vanuit een positieve, optimistische mensvisie leiding geven: “Ik vind dat we in de basis het zorgstelsel, onze verhouding met verzekeraars en de overheid in Nederland goed voor elkaar hebben. We worden nu wel beproefd en ik hoop dat we tegen elkaar durven en blijven zeggen: Het glas in een crisis is halfvol. Maar wat we heel goed in de gaten moeten houden is: Het water verdampt bijna vanzelf. Laten we ook steeds op zoek gaan naar daar waar de kraan zit”.

Anthonio blikt ook terug op de uitspraken van twee voorgaande sprekers, Ruud Rutten van de Raad van Bestuur van Tactus Verslavingszorg en Jopie Nooren van de Raad van Bestuur van Bartiméus, de grootste instelling in Nederland voor dienstverlening aan visueel gehandicapten.

Besturen in een bijzondere tijd – Reflectie in actie: www.erasmuscentrumzorgbestuur.nl/reflectie-actie/

Gabriël Anthonio is voortrekker van Stichting Beroepseer

Zware kritiek op tijdelijke wet maatregelen covid-19: Inbreuk op grondrechten burgers

Op 4 juni 2020 is ingediend het wetsvoorstel Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (tijdelijke wet maatregelen covid-19). De spoedwet is een vervanging van de tot nu toe geldende noodverordeningen met betrekking tot de coronacrisis.

Wim Voermans, hoogleraar Staatsrecht aan de Universiteit van Leiden vindt het wetsvoorstel een slecht idee. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden vindt dat ook en  laat weten dat de tijdelijke Covid-19-wetgeving waarmee het kabinet de route naar ‘het nieuwe normaal’ in de 1,5 meter-samenleving wil gaan organiseren miskent welke kracht en waarde de gemeenteraad kan bieden. Deze tijdelijke wet ontbreekt het aan lokale democratische borging, democratische betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van de raad voor draagvlak in de lokale samenleving. De vereniging roept de minister op in de tijdelijke wet ruimte te geven aan de gemeenteraad als democratisch en hoogste bestuursorgaan om voluit zijn rol en verantwoordelijkheid te kunnen invullen.
De Nederlandse Orde van advocaten heeft eveneens ernstige kritiek op de tijdelijke wet. De beperkingen voor burgers gaan veel te ver en horen niet thuis in een democratische samenleving.
Tenslotte laat de nieuwssite voor gemeenten, Gemeente Nu, duidelijk weten dat de spoedwet geen democratische legitimatie heeft.

De Raad van State wordt niet eens gehoord (normaal verplicht)

Wim Voermans schrijft op zijn blog dat het wetsvoorstel ons mogelijk voor een lange periode uitlevert aan bestuur per ministersdecreten: “Dat past niet in een democratische rechtsstaat, en dat staat ook haaks op ons grondwettelijke systeem en de waarden en beginselen die in dat systeem zijn verankerd”.

Wat is er dan niet in de haak met deze Tijdelijke wet maatregelen covid-19?

Voermans:

“Nou vooral omdat het, als gezegd, onze belangrijke democratische rechtsstatelijke normen en uitgangspunten over hoe we regels (wettelijke regels/algemeen verbindende voorschriften) stellen in dit land met voeten treedt.

De normen waaraan ‘regelgeven’ (= het opstellen van wettelijke regels) is gebonden, zijn neergelegd in de Grondwet en garanderen dat vrijheidsrechten (waaronder grondrechten zoals demonstratierecht, vrijheid van godsdienst, het huisrecht, etc.), alleen onder strikte voorwaarden en met medewerking en inbreng van onze volksvertegenwoordigers in het parlement of gemeenteraad kunnen worden vastgesteld. Wij, de Nederlanders, moeten altijd vooraf mee kunnen praten over voorstellen die onze vrijheden kunnen beknotten, via onze vertegenwoordigers – zeggen die normen – en onze vertegenwoordigers moeten er zelfs veranderingen in aan kunnen brengen, of ze helemaal kunnen verwerpen, als die voorstellen niet overtuigen.

En juist aan die garanties maakt het Ontwerp tijdelijk maatregelen covid-19 een eind. Ministers krijgen de volmacht zelf ingrijpende regels te maken (o.a. afsluiten publieke plaatsen, verbieden evenementen, verbieden openbaar vervoer, sluiten onderwijsinstellingen en nog veel meer). Er hoeft alleen binnen de ministerraad te worden overlegd, de Raad van State wordt niet eens gehoord (normaal verplicht), en de Kamers krijgen het resultaat toegestuurd.
Het Ontwerp doet daar heel gewichtig over – toesturen aan de Kamers (art. 58c) – maar het is een sigaar uit eigen doos: ministeriële regelingen moeten sowieso worden gepubliceerd voor ze in werking kunnen treden. Het daarna nog eens een keer toesturen aan het parlement doet een beetje potsierlijk aan: alsof onze Kamerleden zelf niet wakker genoeg zouden zijn gepubliceerde ministeriële regels te vinden”.

Een greep uit de reacties op internet

  • Democratie op een hellend valk. Gevaarlijk en totaal ongewenst
  • Het is schokkend! …. … ik ben in een totale staat van verbijstering over wat ons te wachten staat! Dit gaat écht veel te ver!
  • Ik krijg er een onbehaaglijk gevoel bij. Mijn eerste gedachte was: dit lijkt verdomd veel op de tv-serie The Handmaid’s tale
  • Het parlement heeft tot op dit moment niets gedaan. Ik denk niet dat er nu iets gaat gebeuren
  • Was het niet beter geweest wanneer Rutte in maart gebruik had gemaakt van art. 103 Gw?
  • Dan zou de Raad van State beslissen over de uitvoering. En dat willen de heren ministers niet. Die willen recht in eigen hand
  • Als dit er door komt dan zetten de kamerleden willens en wetens de democratie buiten de deur!
  • De partijen die deze wet ondersteunen krijgen bij de volgende verkiezingen geen stem meer mee. Je gaat toch niet stemmen voor een totalitair systeem!!
  • Slechts enkele categorieën blijven net als nu uitgezonderd van het gebod om afstand te bewaren, zoals beroepen in de zorg. Gewone burgers mogen alleen dichter bij elkaar komen als ze een ‘gezamenlijke huishouding’ voeren. Intiemer samenzijn met ‘vreemden’ is dus nog een tijd taboe als het aan het kabinet ligt – in ieder geval in het openbaar. Stukje nieuwe grondwet! Mijn zoons mogen mij dus niet meer troosten om het verdriet van een dierbare omdat ze al jaren zelfstandig wonen en niet meer tot “mijn huishouden” behoren! Geen arm om me heen of me gedag kussen als ze na een bezoek naar huis gaan! Dit na weken van eenzame “opsluiting”!
  • Ik voel me “verkocht”
  • Glimlachend worden onze vrijheden één voor één afgenomen. Ontwaak en kom in verzet tegen deze waanzin!
  • De formulering is zo gekozen dat deze wet naar believen “oneindig” verlengd kan worden, want het virus is niet weg en gaat niet weg
  • Als het parlement deze wet aanvaardt heeft het de democratie in Nederland afgeschaft
  • En zo worden onze rechten en democratie verkracht

Laatste nieuws

Het laatste nieuws t.a.v. van het wetsvoorstel luidt dat de nieuwe spoedwet vertraging zal oplopen en minder snel ingevoerd wordt dan gepland door de regering. Zie: Spoedwet loopt mogelijk vertraging op na scherpe kritiek, door Richard Sandee, Gemeente Nu, 9 juni 2020: www.gemeente.nu/coronavirus/spoedwet-loopt-mogelijk-vertraging-op-na-scherpe-kritiek/

Online congres Sdu Covid-19

Op 11 juni 2020 is er een online congres over de ingrijpende gevolgen van de coronacrisis.  Hoe gaan we op de korte én de lange termijn om met nieuwe noodmaatregelen en wetgeving? En wat betekent deze nieuwe situatie voor de toekomst van organisaties? Het congres wordt georganiseerd door Sdu Opleidingen & Events.
Voor deelname en meer info zie Sdu Covid-19 event: Inzicht en uitzicht: www.sdujuridischeopleidingen.nl/producten/5953/sdu-covid-19-event-inzicht-en-uitzicht (link niet meer beschikbaar).
Zie het verslag van het online congres: De nieuwe bedrijfsorde: Covid-19 laat zien dat de traditionele adviespraktijk niet meer te handhaven is. Verslag van Sdu Covid-19 event: Inzicht en uitzicht, Sdu, 19 juni 2020: www.sdu.nl/blog/De-nieuwe-bedrijfsorde-Covid-19-laat-zien-dat-de-traditionele-adviespraktijk-niet-meer-te-handhaven-is.html

Referenties

Ontwerp Tijdelijke wet maatregelen covid-19: slecht idee, door Wim Voermans, Voermans Blog, 8 juni 2020: https://wimvoermans.blog/2020/06/08/ontwerp-tijdelijke-wet-maatregelen-covid-19-slecht-idee/ (Blog niet meer beschikbaar).

Consultatieversie: Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19). VOORSTEL VAN WET: www.gemeente.nu/content/uploads/sites/5/2020/06/twm_covid-19_consultatieversie.pdf

Kritiek op nieuwe spoedwet: ‘geen democratische legitimatie’, Richard Sandee, Gemeente.nu, 6 juni 2020: www.gemeente.nu/coronavirus/kritiek-op-nieuwe-spoedwet-geen-democratische-legitimatie/

NOvA: coronawet past niet in democratische samenleving, Advocatenblad, 5 juni 2020: www.advocatenblad.nl/2020/06/05/nova-coronawet-past-niet-in-democratische-samenleving/


U P D A T E

Nieuwsbericht Coronawet ingediend bij Tweede Kamer, Rijksoverheid, 13 juli 2020: www.rijksoverheid.nl

Downloaden wetsvoorstel en info over wetgevingsproces Tweede Kamer: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?cfg=wetsvoorsteldetails&qry=wetsvoorstel%3A35526

Omstreden Coronawet, door Anne Karina Westerik, High tech analysis, 25 juni 2020: www.hightechanalysis.nl/post/621910135015702528/omstreden-coronawet

Ministeries brachten spoedwet eigenhandig tot ontploffing, door Richard Sandee, Gemeente Nu, 11 juni 2020: www.gemeente.nu/coronavirus/ministeries-brachten-spoedwet-eigenhandig-tot-ontploffing/

 


Afbeelding bovenaan: Sinds 29 mei 2020 zijn in het Griftpark in Utrecht vakken uitgetekend en wit omlijnd als hulpmiddel ter handhaving van de ‘anderhalve meter samenleving’. Het corona-indelen is bedoeld als experiment. Buiten de vakken recreëren is toegestaan. Nog wel.
RTL Nieuws  vroeg het recreërende publiek om een reactie. Zie:
Nieuwe coronawet moet einde maken aan verwarring over maatregelen, RTL Nieuws, 6 juni 2020: www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5144731/coronavirus-afstand-houden-nieuwe-wet-hugo-de-jonge

Zijn prestaties van politiemensen te meten? Hoe kan politiewerk verantwoord worden?

Een speciaal nummer van Het Tijdschrift voor de Politie is gewijd aan de meetbare politie. Sjors Overman en Thomas Schillemans schrijven in hun bijdrage hoe het gevoel van verantwoording een onmisbare schakel is in het debat over meetbaarheid.
Net als vrijwel alle publieke organisaties moet ook de politie verantwoording kunnen afleggen over de uitvoering van kerntaken. Niet alleen intern, maar ook naar buiten toe moet de politie kunnen uitleggen welke keuzes zijn gemaakt, hoe er is gepresteerd en op welke manier publiek geld is besteed. Als gevolg daarvan is er veel debat over de meetbaarheid van doelen, processen van registratie, beschikbaarheid van informatie en inzichtelijkheid van documentatie. Zo onderzocht de commissie-Kuijken de doelstellingen van de vorming van de Nationale Politie, maar verzuchtte ze dat het onduidelijk was of Nederland veiliger was geworden, omdat de prestaties van de politie niet eenduidig te meten zijn. Met de vorming van de Nationale Politie was de behoefte ontstaan om op uniforme wijze de productie en prestaties van de politie vast te stellen. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Individueel ervaren van verantwoording

Meetbaarheid als probleem blijkt hardnekkig: beleidsmakers zouden “nauwelijks meetbare doelen” formuleren; de politie zou inzet plegen op “nauwelijks meetbare vormen van criminaliteit, zoals ondermijning”. En meetbaarheid zou leiden tot “bonnendagen”, administratieve rompslomp en overlast voor agenten.
Om de meetbaarheidsdiscussie te kunnen begrijpen, is het daarom van belang om de aandacht te verschuiven van de formele manier waarop prestaties worden geregistreerd, naar de wijzen waarop agenten die verantwoording individueel ervaren. Wat ervaren agenten wanneer dit van hen wordt verwacht en vinden zij dat het om de juiste verwachtingen gaat? Trekken zij zich de meetbaarheidsdruk überhaupt aan en welke gevolgen heeft die druk op hun werkbeleving? Leiden meetbare doelen tot grotere inzet en motivatie, zoals de beleidsmakers hopen, of juist tot weerstand en frustratie, zoals critici beweren?

Psychologisch- en gedragsonderzoek laat zien dat geen twee mensen hun verantwoording op dezelfde wijze ervaren. Sommige mensen zullen nachtenlang wakker liggen voorafgaand aan een functioneringsgesprek, ondanks klinkende resultaten. Terwijl anderen, die juist weinig hebben laten zien, fluitend aan zo’n gesprek beginnen. Ditzelfde fenomeen is ook in laboratoriumonderzoek aangetoond als mensen beslissingen moeten nemen en zich moeten verantwoorden. Dat laboratoriumonderzoek laat zien dat mensen beter doordachte beslissingen nemen als ze het gevoel hebben dat ze verantwoording moeten afleggen. Maar ze moeten die verantwoording wel verwachten en accepteren.

Om de gevolgen van de formele verantwoording voor individuen beter te kunnen begrijpen, hebben de auteurs onderzocht hoe individuele agenten, maar ook veel andere werknemers in de publieke sector, hun verantwoordingsplicht ervaren:

“Wij kijken daarbij naar drie belangrijke aspecten van verantwoording. Ten eerste, verwachten agenten dat zij belangrijke beslissingen in de toekomst moeten verantwoorden? Ten tweede, is degene aan wie zij zich verantwoorden deskundig genoeg om het werk goed te kunnen beoordelen? En ten derde, is het überhaupt legitiem dat degene aan wie zij verantwoording afleggen hun beoordeelt?
We hebben deze vragen onderzocht door middel van een grootschalige survey waarbij we een wetenschappelijk gevalideerde schaal hebben gebruikt om de drie elementen van gevoelde verantwoordingsplicht te meten. We deden dit bij enkele duizenden ambtenaren, waaronder agenten. In ons onderzoek vroegen wij ons af hoe ambtenaren hun verantwoordingsplicht ervaren jegens externe belanghebbende organisaties. In het geval van de politie hebben we daarvoor gekeken naar het toenmalige ministerie van Veiligheid en Justitie, dat bestuurlijk verantwoordelijk is voor het korps. De survey is uitgevoerd in 2016, toen de vorming van de Nationale Politie nog vers in het geheugen stond”.

Lees het hele artikel Gevolgen van de meetbare politie – Verantwoording voelen, door Dr. Sjors Overman en prof.dr. Thomas Schillemans, Het Tijdschrift voor de Politie, nummer 2, 2020, pagina 41: www.websitevoordepolitie.nl/content/uploads/sites/3/2020/04/Kiosk-TvdP2-2020-002.pdf (artikel is niet meer beschikbaar). Zie daarvoor in de plaats: Opinie | Verantwoording voelen en ervaren, door  Sjors Overman en Thomas Schillemans, Website voor de politie, 4 juni 2020: www.websitevoordepolitie.nl/opinie-verantwoording-voelen-en-ervaren/

Dr. Sjors Overman is universitair docent bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht; Prof. dr. Thomas Schillemans is hoogleraar bestuur en beleid aan de Universiteit Utrecht

Wat is goed politiewerk?

Hoofdredacteur Jaco van Hoorn probeert in zijn bijdrage over de (on)meetbaarheid van de politie antwoord te geven op de vraag: Wat is eigenlijk goed politiewerk en hoe toon je dat aan? Hij verkent de mogelijkheden en de onmogelijkheden van het verantwoorden van politiewerk. De hang naar cijfers gaat volgens hem voorbij aan de symbolische functie van de politie en de bevestiging van belangrijke waarden.

De politie kent geen terughoudendheid in de wil om te verantwoorden. Het strategisch kompas voor de politie van overmorgen geeft aan dat de politie actief transparant wil zijn over wat ze doet en hoe ze dat doet. De politie levert hiervoor ook veel inspanningen. Toch blijken deze niet bevredigend. De commissie-Kuijken stelt geen uitspraken te kunnen doen over het succes van de vorming van de nationale politie omdat ze het rendement van politie niet inzichtelijk heeft kunnen maken tegen de achtergrond van het geïnvesteerde geld. Dat zou anders moeten, volgens de commissie-Kuijken. Maar kan dat wel?

Verantwoorden is een meerdimensionaal verschijnsel

De kernvraag is dus of politiewerk meetbaar is. De conclusie lijkt steeds dezelfde: de productiviteit van politie is maar ten dele te meten. Er zijn geen studies gevonden die het tegendeel beweren.
De vraag naar goed politiewerk kent meerdere perspectieven. Verantwoorden is een meerdimensionaal verschijnsel. Bestuur, politiek, partners, burgers, journalisten, inspecties en de ombudsman, ze hebben ieder hun eigen idee bij goed politiewerk.

Lees het hele artikel van Jaco van Hoorn: Over de onmeetbaarheid van de politie – Leren verantwoorden, Het Tijdschrift voor de Politie, pagina 10, nummer 2, 2020: www.websitevoordepolitie.nl/content/uploads/sites/3/2020/04/Kiosk-TvdP2-2020-002.pdf (Artikel is niet meer beschikbaar). Zie daarvoor in de plaats: Essay | Leren verantwoorden I, door Jaco van Hoorn, Website voor de politie, 16 april 2020: www.websitevoordepolitie.nl/essay-leren-verantwoorden-i/
en Essay | Leren verantwoorden (II), door Jaco van Hoorn, Website voor de politie, 18 april 2020: www.websitevoordepolitie.nl/essay-leren-verantwoorden-ii/

 

Jaco van Hoorn MPA is directeur Operatiën van de politie, hoofdredacteur van Het Tijdschrift voor de Politie en voortrekker van Stichting Beroepseer

 

Oproep dokters dagelijkse patiëntenzorg aan 1e en 2e Kamer: ‘Gooi nu het roer om in de zorg!’

Dokters werkzaam in de dagelijkse patiëntenzorg, willen graag met de volksvertegenwoordigers in de Eerste en Tweede Kamer een rondetafelgesprek voeren zodat zij direct van de werkvloer horen welke problemen nu opgelost moeten en ook kunnen worden.

Zij doen een oproep tot optimale zorg – Gooi nu het roer om in de zorg! die rond 10 juni 2020 wordt verstuurd aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer en de vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Oproep: Gooi het roer om in de zorg

De Coronacrisis laat ons zien hoe afhankelijk onze gezondheidszorg is van voldoende menskracht – artsen, verpleegkundigen en verzorgenden-, van samenwerking en niet op de laatste plaats van een centrale regie. Deze drie elementen zijn van cruciaal belang voor de zorg. En zeker nu blijkt dit overduidelijk, bij het beheersbaar houden van de gevolgen van deze crisis. Wat hebben we geleerd van de ervaringen in de afgelopen maanden?

Ondergetekenden, dokters werkzaam in de dagelijkse patiëntenzorg, willen graag met u een rondetafelgesprek voeren zodat u direct van de werkvloer hoort welke problemen nu opgelost moeten en ook kunnen worden.

In het huidige zorgstelsel is vaak onduidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is en wie wanneer de regie voert. Er wordt te veel overgelaten aan de markt, aan lagere overheden als gemeenten en het ‘veld’, zoals onze bewindspersonen dat plegen te noemen. Het blijft daarbij onduidelijk waar de centrale overheid zelf inhoudelijk voor staat. Is zij hier niet te ver teruggetreden? Is haar rol daardoor niet te veel uitgekleed? Wij menen, ook op grond van de ervaringen in de afgelopen maanden, van wel.

Deze crisis leert ons dat het wel anders kan. Zo komen maatschappelijke initiatieven nu spontaan tot stand. De waardering voor de vitale beroepen zal toekomstige arbeidskrachten motiveren. Een duidelijke regie bij de inhoud en uitvoering van wat moet gebeuren, leidt tot groot draagvlak om dat beleid te volgen. De overheid blijkt in deze crisis wel degelijk in staat om met vergaande maatregelen de gezondheid van de bevolking te beschermen. Ook het daadkrachtige beleid in zorginstellingen leert dat het anders kan, namelijk korte lijnen zonder onnodige bureaucratie die leiden tot betere samenwerking. De principes van marktwerking en concurrentie staan daarbij vaak in de weg. Een herwaardering van publieke waarden, van meer centrale sturing, is nodig.

Het roer moet nu om, het is de hoogste tijd! De rol van de overheid in ons zorgstelsel zal nu opnieuw bepaald moeten worden, dit kan niet meer op de lange baan worden geschoven. Het gebrek aan menskracht, waardering en professionele autonomie in de zorg – maar ook in het onderwijs en bijvoorbeeld de politie- zijn hardnekkige problemen. Daar bovenop komt nu ook de schaarste aan financiële middelen gedurende de komende periode. Het coronavirus maakt de problemen waarmee de gezondheidszorg al jaren te kampen heeft nog pijnlijker zichtbaar.

Een verstandige herverdeling van schaarse middelen vereist daadkracht en het maken van soms pijnlijke politieke keuzes. Keuzes die de afgelopen jaren steeds vooruit zijn geschoven. De realiteit is dat de politiek met uitstellen niet langer wegkomt.

Aan u, volksvertegenwoordigers, doen wij daarom de dringende oproep u concreet uit te spreken, hoe u denkt de schaarste in de zorg te verdelen en hoe u de regie hierover in handen wilt nemen. Centraal hierbij dient te staan het voorkomen van ziekte, het beschermen van kwetsbare mensen, het behouden van het zorgpersoneel en het terugdringen van medische overbehandeling.

Vanuit onze ervaring uit de praktijk van de zorg vragen wij u:
• Spreek u onverbloemd uit over de noodzaak tot meer centrale sturing op belangrijke hoofdpunten.
• Benoem óf en zo ja wáár marktwerking in de zorg een plek heeft.
• Herwaardeer de beloning voor de verpleegkundigen en verzorgenden en voorkom de uitstroom van zorgprofessionals door erkenning van hun professionaliteit.
• Stel grenzen aan wat kan en moet binnen de medische zorg om overbehandeling en medicalisering te voorkomen.
• Schroom niet om ook andere verdergaande preventieve maatregelen voor de publieke volksgezondheid te nemen, zoals het stoppen van tabaksgebruik, het instellen van de suikertax, van mentale weerbaarheid- en beweegprogramma’s, en het aanpakken van luchtverontreiniging.
• Bepaal uw standpunt over de beschikbaarheid van noodzakelijke gezondheidsvoorzieningen, regionaal en bovenregionaal.
• Stel als wettelijk norm vast dat zorgprofessionals in de directe patiëntenzorg niet meer dan 20 procent van hun tijd besteden aan administratieve taken. Vóór de Coronacrisis werd 40 procent, van de werktijd van zorgverleners in beslag genomen door administratieve taken.

Kortom, we kunnen de problemen in de zorg niet oplossen zolang we blijven steken in de denkwijze die geleid heeft tot deze problemen. Wij vragen u, als volksvertegenwoordigers, standpunten in te nemen die een nieuw samenhangend beleid bewerkstelligen. Wij vragen u dringend de werkvloer te betrekken bij het beantwoorden van de keuzes waar u voor staat. Een rondetafelgesprek is hiervoor een goede eerste stap.

Toosje Valkenburg, Bart Meijman en Peter de Groof, huisartsen
en nog vele anderen

Wie de oproep wil steunen kan een formulier invullen op de site van Optimale zorg – Dappere dokters: www.optimalezorg-dapperedokters.nl/oproep-tot-optimale-zorg/

Toosje Valkenburg, Bart Meijman en Peter de Groof zijn lid van Actiecomité Het Roer Moet Om en voortrekker van Stichting Beroepseer


U P D A T E

Maandag 22 juni 2020 om 12.00 u in Thorbeckezaal van Tweede Kamer live debat met delegatie van Optimale zorg – Dappere dokters over oproep aan volksvertegenwoordigers Gooi nu het roer om in de zorg: www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2020A02828

Het roer moet nu helemaal om. Interview met Bart Meijman, huisarts en lid van het actiecomité Het roer moet om, door De Eerstelijns: platform voor strategie en innovatie, 15 juni 2020: www.de-eerstelijns.nl

Wel veel erkenning, maar weinig inspraak voor verpleegkundigen, ook tijdens coronacrisis

“Verpleegkundigen hebben geen enkele stem in dit hele beleid. Er zijn initiatieven om een hartje voor de zorg uit te spreken, maar dat is niet waar je ze vitaal mee kunt maken”. AnneLoes van Staa, lector Transities in zorg aan de Hogeschool Rotterdam, vertelt in een videogesprek met cultuurfilosoof Jelle van Baardewijk over gezondheidszorg en coronacrisis dat ze heeft gemerkt dat digitaal leven niet het nieuwe normaal is. Tenminste dat hoopt zij. Er zijn weliswaar een aantal voordelen, men hoeft niet meer eindeloos met elkaar te vergaderen, maar digitaal vergaderen is volgens haar minder effectief en minder efficiënt en er is minder goede uitwisseling. Het is moeilijk een diepgaande discussie te voeren. Zonder dagelijks fysiek contact kunnen veel beroepen niet goed functioneren.

Een sterke positie

De coronacrisis blijkt lang slepende en pijnlijke kwesties in de gezondheidszorg op scherp te hebben gezet. Aan de ene kant hebben we grote waardering voor de verpleegkundigen die inmiddels kunnen genieten van hun heldenstatus. Maar, die status vertaalt zich ondertussen niet in een sterke positie. Verpleegkundigen worden meestal niet betrokken bij overleg over hun werk. Ook niet tijdens de coronacrisis. Het is opvallend, aldus Van Staa, dat in geen enkel ziekenhuis de Verpleegkundige Advies Raad (VAR) zelfs maar gevraagd is om mee te denken over coronamaatregelen. Ook het Outbreak Management Team (OMT)*) heeft geen oog gehad voor de belangen van verpleegkundigen. Op die manier is er een tamelijk eenzijdig perspectief ontstaan, dat sterk medisch gekleurd is en waar het alleen maar draait om de beschikbaarheid van IC-bedden en het tellen van doden.

Van Staa verwijt het OMT eenzijdigheid. Er was een breder perspectief nodig voor goed beleid dat op zijn minst ook rekening had moeten houden met verpleegkundigen en andere medewerkers in de zorg alsmede de meest kwetsbaren mensen. Wat er gebeurd is in de ouderenzorg is volgens haar het grootste schandaal tijdens deze crisis.

Er is onvoldoende ruimte voor discussie: “Wat ik verwacht van een regering is dat ze niet alleen een enkel belang voor ogen houdt, maar probeert meerdere perspectieven te verenigen”. Een tegengeluid, tegenstemmen en een andere visie hebben ontbroken en ontbreken nog steeds. Hetzelfde geldt voor de ‘anderhalve meter samenleving’. Daar heeft AnneLoes van Staa een andere kijk op. Zie video hieronder.

Noot
Het Outbreak Management Team (OMT) is een Nederlandse organisatie voor coördinatie rond een epidemie. Het advies beperkt zich tot de medische invalshoek van de epidemie.

Monitor Brede Welvaart & Sustainable Development Goals 2020

Wereldwijd groeit de vraag naar betere maatstaven voor brede welvaart. In het maatschappelijk debat is het bruto binnenlands product (BBP), een graadmeter voor de omvang van de economie, veelal nog steeds de dominante indicator op basis waarvan het debat over welvaart in een land plaatsvindt en de grond waarop nieuw beleid wordt ontwikkeld. Brede welvaart omvat echter veel meer dan economie en inkomen; het gaat ook over de gezondheid, het onderwijsniveau en het gevoel van veiligheid van mensen, de toegankelijkheid van voorzieningen, de kwaliteit van de natuurlijke leefomgeving, en vele andere factoren.

In de Monitor Brede Welvaart & de Sustainable Development Goals 2020 beschrijft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de ontwikkeling van de brede welvaart in Nederland tot en met 2019. De grote impact van COVID-19 op vele aspecten van de samenleving, komt in deze editie dus niet aan de orde. De grote betekenis echter van zaken als toegankelijkheid van de zorg voor iedereen, sociale vangnetten, vertrouwen in instituties, toegang tot schone natuur en zo meer voor het welbevinden van mensen en de kwaliteit van leven, wordt door deze ontwikkelingen eens te meer duidelijk. Dat maakt het begrip brede welvaart nog relevanter dan voorheen, ook voor de vormgeving van de samenleving na deze crisis.

Is het huidige welvaartsniveau op termijn wel houdbaar?

Steeds vaker stellen politici, beleidsmakers, bedrijven en burgers de vraag of het huidige welvaartsniveau op termijn wel houdbaar is. Daarnaast is het van belang te kijken hoe deze brede welvaart over de bevolking verdeeld is. Om de voortgang op het gebied van specifieke beleidsdomeinen in kaart te brengen, zijn in Monitor brede welvaart de duurzame ontwikkelingsdoelen, ofwel de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties (VN) als thematische grondslag gebruikt. Alle 193 leden van de VN, waaronder Nederland, tekenden in 2015 voor dit ambitieuze pakket van 17 doelstellingen dat in 2030 gerealiseerd moet zijn.

In de eerste hoofdstukken wordt voortgebouwd op de methodiek en dimensies van de voorgaande edities, waarbij aandacht geschonken wordt aan zowel brede welvaart ‘hier en nu’ als de druk die het huidige welvaartsniveau legt op volgende generaties (‘later’) en op andere landen (‘elders’). Hierin volgt het CBS de internationale aanbevelingen voor het meten van brede welvaart van de Conference of European Statisticians (CES). Hoewel de focus van de monitor blijft liggen op ontwikkelingen op de middellange termijn (in deze editie 2012–2019) en de meest recente jaarmutatie, zijn aan deze editie tijdreeksen vanaf 1995 toegevoegd. Daardoor is het voor het eerst mogelijk om ontwikkelingen op de korte en middellange termijn in de context te plaatsen van de afgelopen 25 jaar.

Verantwoordingsdag

Een veelgehoorde wens is om zo actueel mogelijke cijfers op te nemen. In deze editie is daarom veel aandacht besteed aan de tijdigheid van de cijfers. Waar mogelijk zijn speciaal voor deze publicatie al eerste voorlopige uitkomsten over 2019 berekend. Deze versnelde cijfers zijn als zodanig herkenbaar in de dashboards. Daarnaast is aandacht besteed aan de verdeling van de huidige brede welvaart naar achtergrondkenmerken zoals geslacht, herkomst, onderwijsniveau en leeftijd. Ter verdieping is eveneens gekeken naar de extremen in deze verdeling: de opeenstapeling van bovengemiddeld gunstige dan wel minder gunstige resultaten naar persoonskenmerken.

Hoofdstuk vier  laat de voortgang zien op elk van de zeventien SDG’s. Hiertoe is de lijst van SDG-indicatoren die in VN-verband is opgesteld als basis genomen. Voor elke SDG heeft het CBS de bijbehorende SDG-indicatoren verrijkt met CES-indicatoren die juist in de Nederlandse context interessant zijn (SDGplus). Daardoor ontstaat een completer beeld van de voortgang van Nederland op het gebied van de zeventien doelen dan met alleen SDG-indicatoren mogelijk is.
De Monitor verschijnt op Verantwoordingsdag, de derde woensdag in mei en wordt door de minister van Economische Zaken en Klimaat samen met een kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit jaar viel Verantwoordingsdag op woensdag 20 mei .

Monitor Brede Welvaart & de Sustainable Development Goals 2020, CBS, 20 mei 2020: www.cbs.nl/nl-nl/publicatie/2020/21/monitor-brede-welvaart-de-sustainable-development-goals-2020

Negen lessen van het onderwijs in crisistijd. Les 8: Geef de docent vrijheid om het werk te doen

De speciale onderwijsbijlage van de Volkskrant bevat negen lessen die het onderwijs heeft geleerd tijdens de coronacrisis. Nu de klaslokalen weer opengaan is het tijd voor een eerste balans. Hoe ziet de toekomst van de docent eruit?  Het klaslokaal blijkt magisch. Wat gebeurt er als docenten professionele ruimte krijgen? Antwoord: Ze bloeien op…
Het Voorwoord van de bijlage is van verslaggever Rik Kuiper.

Bij Les 8: Geef de docent vrijheid om het werk te doen komt Ron Bormans aan het woord, een voorstander van minder regels.

Radicale decentralisatie

Bormans, voorzitter van het College van Bestuur van Hogeschool Rotterdam, lanceerde vier jaar geleden de term radicale decentralisatie. Docenten moesten voortaan zelf bepalen waar hun opleidingen over zouden gaan. Ze moesten zelf beslissen wat ze daarvoor nodig hadden en hoe ze de ondersteunende diensten van de hogeschool konden faciliteren: “De macht van de overheid, bestuur en managers is groot. Die opmerking wordt me niet altijd in dank afgenomen, maar we hebben de speelruimte voor de docenten klein gemaakt. De professionals – niet alleen in het onderwijs, maar ook in de zorg – zijn jarenlang geknecht door ‘overijverige’ leidinggevenden, knellende methodes en opgelegde regels. Veel verantwoording afleggen, een licht autoritaire inslag, dat is de cultuur waar we vandaan komen. De autonomie van het klaslokaal verdween.

Dat moet anders. Stel dat er een kink in de kabel is bij individuele studenten, of de kwaliteit van een opleiding laat te wensen over. In het ‘oude gedrag’ zouden managers gaan sturen: je moet het zus of zo doen. In de nieuwe situatie moeten we vragen stellen: wat is er aan de hand, hoe kan ik helpen? De professional moet zich niet alleen verantwoorden bij de manager, maar ook andersom. Zo gebeurt het nog niet altijd, maar zo zou het wel moeten”.

We moeten doorpakken op het punt van vertrouwen

Bormans vertelt dat zijn pleidooi sinds 2016 een groot aantal studierichtingen heeft gesterkt in hun zelfbewustzijn: “Ik heb me de afgelopen jaren de blaren op de tong gepraat, maar het blijft lastig om veranderingen door te voeren vanuit bestaande culturen en patronen die in alle lagen van de organisatie verweven zijn. De beperkingen zitten trouwens vaak ook in het hoofd – mensen denken dat het niet mag. Als ze al autonomie zochten, dan gebeurde dat vaak onder de radar. Het is belangrijk dat we die autonomie nu dus blijven stimuleren”.

Tot slot adviseert Bormans dat we de les van de ‘reset’ sinds de pandemie kunnen verankeren in onze cultuur en werkwijze: “We moeten doorpakken op het punt van vertrouwen […] De reset door de corona-uitbraak is voor mij het zoveelste bewijs dat de autonomie in het klaslokaal moet zijn. Ook als dat lokaal voorlopig de eigen woonkamer is”.

De negen lessen

Les 1: Er gaat niets boven het klaslokaal

Les 2: Online onderwijs blijft

Les 3: Afstandsonderwijs kan thuiszitters uit de brand helpen

Les 4: Let op de privacy van de leerling (en de leraar)

Les 5: Kijk of het centraal examen wel nodig is

Les 6: Leerlingen kunnen meer zelf dan gedacht

Les 7: De invloed van ouders is nu groter dan ooit

Les 8: Geef de docent vrijheid om het werk te doen

Les 9: Weg met de excessieve bureaucratie voor academici

Wat het onderwijs leert in crisistijd: negen lessen, door Rik Kuiper en anderen, de Volkskrant, 28 mei 2020: www.volkskrant.nl

Geef de docent vrijheid om het werk te doen, door

Afbeelding bovenaan is van Miloslav Ofukany