Skip to main content

Nienke Ipenburg

Onacceptabel

Maandag 23 maart 2020. Bij het opstaan voelde ik een bonkende hoofdpijn. Niet nieuw, deze hoofdpijn bestond al een week. Dodelijk vermoeid stapte ik uit bed. Mij wel vaag bewust van het drukkende gevoel op mijn borstkas die ook al een week bestond. Stress en oververmoeidheid leek mij een logische conclusie hoewel ik al een week mijn zuurstof in het bloed en temperatuur meet. Steeds keurig binnen de normaalwaarden en geenszins koorts. Maar tijdens het spreekuur werd ik steeds beroerder. Mijn spieren begonnen bij de minste inspanning te trillen en mijn hartslag sloeg steeds harder zonder inspanning. Zuurstof in het bloed daalde. Ik vloekte inwendig. Temperatuur 37.9. Hartslag 120. Ik besloot het hardop te zeggen. De huisarts en praktijkmanager keken mij geschokt aan. Stilte.

Bel de GGD maar zei mijn collega zachtjes. Tranen branden achter mijn ogen.

‘Heeft u onbeschermd contact gehad met COVID patiënten?’ vroeg de vriendelijke GGD-medewerkster. We weten allebei het antwoord. Wekenlang moesten we ons houden aan het kader van de RIVM-richtlijn bij verdenking corona. We hebben heel veel patiënten gezien die voldoen aan alle symptomen maar niet in de omschreven gebieden zijn geweest. Brabant en Limburg hebben nooit in de richtlijn gestaan. Duitsland ook niet.

‘U moet naar huis, mevrouw’. Maar dat kan niet, er staan hele zieke mensen op mijn middagspreekuur. Er is niemand die het kan overnemen. En eigenlijk wilde ik ook gewoon ontkennen dat ik ziek was. Het voelde desastreus. Naar huis ging ik niet direct, eerst de zieke voor COVID verdachte patiënten zien. Mijn benauwdheid nam toe in het GAMMA FFP1 mondkapje. Na de laatste patiënt rukte ik het mondkapje af. Blauwe lippen, happend naar adem. Ik  herpakte me,  zuchtte een paar keer diep door en reed naar huis, tranen over mijn wangen. Wanhopig. Niet bang. De patiënten van die bewuste middag bleken achteraf allemaal positief te zijn geweest.

‘Je moet getest worden’, zei mijn collega. Omwille van de patiënten, omwille van ons personeel, omwille van jouw psyche.  Maar de testdeuren bleven gesloten voor iedereen buiten het ziekenhuis.

Via andere wegen kon ik de test alsnog laten doen. Echter een uitzonderingspositie voor mij zou geen recht doen aan alle zorgverleners die hetzelfde ondergaan. Het zou niets veranderen aan het wanbeleid en schoffering naar alle collega’s. Vanuit mijn netwerk zorgde ik voor een brief richting het ministerie van VWS. Het gaat hier om het grote geheel. Het gaat om bescherming van onze kwetsbaren. Hoe kunnen we een muur bouwen om alle kwetsbare mensen heen als het personeel de open poorten zijn?  Er waren geen beschermingsmiddelen en beleid in zorgorganisaties ontbrak. Als een medewerker niet getest kan worden maar wel verplicht wordt te werken, druist dit in tegen elk gevoel van humaniteit.

14 april 2020. Zorgmedewerkers mogen nu een week getest worden. Nog steeds gaat dit niet zonder slag of stoot. Sommigen laten zich wel testen,  sommigen niet. Kastjes en muurtjes en testen zonder dat een medewerker klachten heeft. Toch komen er zomaar cijfers uit de hoed. 25% van de geteste medewerkers is positief. Onacceptabel zegt de beroepsvereniging. Maar wat is nu precies onacceptabel? De niet-kloppende cijfers? De zorgverleners die nooit getest zijn? De zorgmedewerkers die zonder klachten getest zijn? De werkgevers die mensen wel of niet laten doorwerken? Het aantal dodelijke slachtoffers in verpleeghuizen? Of die van onze eigen collega’s? Of is het onacceptabel dat onze eigen inspectie de bescherming had afgeschaald maar hier plotseling geen actieve herinnering in lijkt te hebben? Of is het onacceptabel dat zorgmedewerkers geen persoonlijke bescherming hebben of hadden? Al deze vragen duiden een smalle betekenis dat wordt gegeven aan een beleid dat zwak is ingezet. Evalueren en leren van een beleid vraagt meer dan cijfers en boosheid van een beroepsvereniging. Het benutten van mensen dichtbij de context en hun praktische ervaring, wijsheid en intuïtie is hierin cruciaal. Dat dit niet gebeurt is een patroon dat al pijnlijk zichtbaar was voor het coronavirus. Nu komt het aan de oppervlakte drijven.

Zelden werd voor veel terecht kritische (vak)mensen zo duidelijk dat jarenlang denken vanuit schaarste en daarnaar handelen, enkel en alleen schaarste creëert. Ontzettend opvallend is dat in het coronadebat (waar de terecht kritische vakmensen niet aan mogen deelnemen) en in uitingen van vrijwel alle koepels/instituten rondom de zorg “onacceptabel” een loos woord is geworden. Maar is het niet zo, lieve mensen van deze koepels, instituten en politiek, dat wat u allen duldt uiteindelijk  de norm is geworden en blijft?

(Met mij is het goed gekomen zonder al teveel restschade en dankzij de goede zorgen van mijn werkgever en de medewerkers van de huisartsenpost. Mijn zorgen over de toekomst zijn echter groot. Speciale aandacht is hard nodig voor de (kwetsbare) patiënten bij wie voorbij het medisch domein gekeken dient te worden. Ook is er meer aandacht nodig voor onze zorgmedewerkers waarbij duidelijk is geworden dat de professionaliteit en intrinsieke motivatie in volle sterkte aanwezig is. Zet hun welzijn voorop en laat ze de ruimte, die altijd al van hun was maar nooit toegekend vanuit bestuurlijke hoek).

www.parool.nl/nederland/8000-zorgmedewerkers-besmet-met-coronavirus-dit-is-onze-frontlinie-bescherm-hen~be6aa26b/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

www.venvn.nl/nieuws/v-vn-nog-steeds-te-weinig-tests/

https://nu91coronadossier.nl/zorgprofessionals-te-weinig-getest/

 

Nienke Ipenburg is verpleegkundig specialist

Stichting voor de zorg

Brief aan minister Bruins: ‘Betrek verpleegkundigen en verzorgenden bij indammen en noodscenario uitbraak COVID-19’

Betrek verpleegkundigen en verzorgenden bij indammen en noodscenario uitbraak COVID-19

Geachte minister Bruins,                                                                                                                         11 maart 2020

Het kabinet is zich aan het buigen over noodscenario’s voor de situatie waarin het aantal met COVID-19 besmette mensen zo hoog en wijdverspreid wordt, dat de ziekte niet meer kan worden ingedamd. Probleem bij deze indamscenario’s is dat uitvoering hiervan onmogelijk is zonder zorgpersoneel.

U bent zich als verantwoordelijk minister hiervan bewust, blijkens uw zoektocht naar extra personeel. Het behoeft geen verdere uitleg dat tekorten binnen onze beroepsgroep al torenhoog zijn.  Recent onderzoek toont opnieuw aan dat het zorgpersoneel te maken heeft met een hoge werklast bij een hoog percentage aan ziekteverzuim en hoge uitstroom.

In navolging van de huisartsen en andere beroepsorganisaties willen ook wij onze zorgen uiten.

Met de huidige situatie van de verspreiding van COVID-19 verwachten wij een hoger percentage aan uitval en verzuim onder zorgpersoneel. Zorginstellingen vragen aan personeel om thuis te blijven bij verkoudheid waardoor de werkdruk fors toeneemt onder de gezonde collega’s, terwijl het eind van de besmettingsgolf  nog niet in zicht is. Op dit moment neemt de druk dus al gestaag toe binnen de huidige crisis. In de media lezen wij geen maatregelen voor het personeelstekort, noch wordt de beroepsgroep betrokken in uw besluitvorming. Door het ontbreken van centrale regulering maken instellingen eigen protocollen wat vooral bijdraagt aan verwarring en miscommunicatie, daar waar juist ruimte moet bestaan voor gezond verstand ten gunste van eenieder.

We zien ondertussen een focus op beleid ten aanzien van ziekenhuizen. Het COVID-19 probleem en zorgpersoneel dat ermee te maken krijgt overstijgt echter deze focus en wij maken ons zorgen als beroepsgroep. Deze zorgen betreffen met name de kwetsbare patiëntengroepen die niet in het ziekenhuis komen of pas als de gevolgen zich opstapelen. Zorgprofessionals werkzaam met kwetsbare patiënten zijn primair op de hoogte van wat goede zorg is en waar preventie zich op moet richten bij deze patiëntengroepen, zowel intra- als extramuraal. Wij zijn van mening dat zorgprofessionals een prominente rol dienen in te nemen in het proces van het indammen van het virus, in de communicatie en in de zorg ten behoeve van de zorgbehoevenden en hun naasten, op welk niveau dan ook.

Onder de meest kwetsbare patiënten vallen juist ook onze ouderen. Ministeriële voorstellen als ruimte zoeken in niet-leegstaande verpleeghuizen zal onherroepelijk voor problemen gaan zorgen. Dit plan is inmiddels vanuit het RIVM bijgesteld, maar brengt extra ruis wat te voorkomen was geweest bij raadpleging van zorgverantwoordelijke professionals binnen verpleeghuizen.

Kritiek kan geleverd worden op de (primair) ingestelde preventieve maatregelen, waarbij we mogelijkheden zien tot verbeteringen over de instellingen heen. We merken dat de aanpak van het virus verschilt tussen ziekenhuizen en andere zorginstellingen onderling. Het wiel wordt op een aantal plaatsen gelijktijdig uitgevonden. Dit zijn zorgwekkende en verwarrende ontwikkelingen die een effectieve landelijke aanpak niet ten goede komen. Er dient dan ook een duidelijk oproep gedaan te worden tot goed werkgeverschap dit te faciliteren.

Wij roepen dan ook de overheid op om onze beroepsgroep direct te betrekken in uw besluitvorming en maatregelen opdat wij zorg kunnen blijven verlenen binnen de menselijke maat en veiligheid.

Wij zijn van mening dat de aanpak slimmer en professioneler kan en in samenspraak met de beroepsgroep tot stand dient te komen. Het COVID-19 virus overstijgt de zorgdomeinen van care en cure, negeert schotten in financiering, doorbreekt bestaande belangen en houdt geen rekening met dienstverband of zzp-schap van zorgprofessionals. Dit vraagt een andere aanpak en anders denken. We treden graag met u in contact om de beroepsgroep een stem te geven binnen dit proces.

Hoogachtend,

Stichting voor de zorg

Zorgverleners niet gesteund door minister in strijd tegen corona, NU’91: https://www.nu91.nl/nieuws/zorgverleners-niet-gesteund-door-minister/

Steun noodkreet huisartsen bij uitbraak COVID-19, Huisarts van de toekomst, 2 maart 2020: https://huisartsvandetoekomst.nl/steun-noodkreet-huisartsen-bij-uitbraak-covid-19/

www.stichtingvoordezorg.nl

Stichting Voor de zorg

Brief aan de bestuursleden van platform V&VN

Aan de bestuursleden van platform V&VN*) 

Lieve collega’s ,

De afgelopen jaren heb ik de eer gehad om met jullie te mogen samenwerken als bestuur van een groot platform. En ik kan niet anders zeggen dat ik het met veel plezier en passie heb gedaan. We hebben geprobeerd om als team voor de zorg te gaan staan en het goede goed te doen voor onze patiënten en collega’s.

Desondanks probeerde ik altijd kritisch te zijn en te kijken naar ons handelen. In welke stroming we moesten meegaan en welke niet. Het was voor ons allemaal duidelijk dat er binnen V&VN zaken niet klopten. Deze zaken goed duiden en er woorden voor vinden was een grote opgave. We haalden onze schouders op en gingen een eigen weg, welke zeer goed werd ontvangen door onze achterban.

Tot 5 juni 2019 er een radiostilte kwam vanuit mijn kant naar jullie toe. Onze beroepsvereniging bleek een wetsvoorstel (Wet Big II) te hebben ingediend dat grote gevolgen zou hebben voor het volledig verpleegkundig en verzorgend beroep. Zo ook zou het werk dat wij zo liefdevol hadden opgebouwd direct in gevaar komen. Ik heb er voor gekozen om een strijd in te stappen met het actiecomité BIG II in de overgang om deze wet te stoppen. Hiervoor moest ik hardop gaan duiden wat er binnen de vereniging gebeurde. Uit respect voor jullie en omdat het ging om een veel groter geheel dan alleen ons platform, heb ik het bestuur hier buiten gehouden. Jullie integriteit mocht niet ter discussie komen te staan door mijn toedoen. Het werk dat verzet werd door het actiecomité kon nauwlettend in de media worden gevolgd.

Hoe ik deze zomer heb doorgebracht is met geen pen te beschrijven. Dag en nacht is er (door velen) gewerkt om de waarheid naar boven te halen, om te duiden, vragen te stellen, informatie te verzamelen en om woorden te vinden voor de gehele beroepsgroep. En veel van onze vragen zijn nooit beantwoord. Deze actie heb ik onderschat. De lagen die naar boven zijn gehaald gingen dieper dan ik had verwacht. En natuurlijk was V&VN niet blij met wat er naar boven kwam. Dat heb ik geweten. De dreiging naar mij en collega’s was niet van de lucht. Het werd duidelijk dat wij onze mond moesten houden, althans dat werd getracht. Het heeft geleid tot een diepgaande crisis met sociale media verboden voor V&VN-medewerkers, en het inhuren van een duur communicatiebureau met als gevolg het aftreden van het voltallig bestuur en de directeur. Toch gaf dit ook een stukje hoop dat het zou leiden tot verandering, tot respect naar de volledige beroepsgroep.

Helaas moet ik nu de conclusie trekken dat deze verandering niet is ingezet. Het oude denken blijft op de deur kloppen. De macht van enkele personen op een groep volgers. Het is een illusie om te denken dat er binnen onze vereniging een opening bestaat voor een dialoog. Over de dialoog schreef ik ooit een open brief aan V&VN: https://beroepseer.nl/blogs/brief-met-reactie-van-verpleegkundigen-op-uitnodiging-van-vvn-voor-overleg-over-wet-big-ii-en-overgangsregeling/ Deze brief was eerst verstuurd aan de directeur van V&VN voor die openbaar werd. Ik heb hier nooit een fatsoenlijk antwoord op mogen ontvangen.

Ook nadat bekend werd dat de wet van tafel is, kwam er geen verandering. V&VN is druk bezig om zijn identiteit te zoeken en gaat aan de andere kant door met bekijken hoe ze hun macht kunnen verdedigen. Logisch ook, het hiërarchisch denken zit diep geworteld. En kritiek wordt niet gezien als feedback. Geeft zelfs niet een glimp van reflectie. Je zou denken dat er twijfel zou moeten zijn bij ze: hebben we eigenlijk wel iets goed gedaan en moeten we niet alles onder de loep gaan nemen zodat we weer vanuit zorg kunnen organiseren?

Ik wil wel vanuit zorg organiseren, op mijn werk, vanuit beroepseer en vanuit de stichting in oprichting die er nu is, Stichting Voor de Zorg (www.stichtingvoordezorg.nl). En daarmee moet ik V&VN gaan loslaten. Hun patronen en kaders zijn niet de mijne en brengt mij in posities waar ik niet wil staan. Ik weet te veel.  En daarmee laat ik, met heel veel pijn in mijn hart , jullie als platform los. Per direct leg ik mijn functie neer als bestuurslid van dit platform V&VN. Jullie verdienen een collega die met hart en ziel alles onder de loep gaat nemen en gaat vechten voor het bestaan van onze achterban. En dat gaat lukken. Weinig platforms hebben zoveel daadkracht en geweldige mensen om zich heen als deze sectie.  Onze artsen hebben zich weinig uitgesproken over de Wet Big II, bij anderen specialismen gebeurde dat wel.  Desondanks weet ik dat er een gigantische waardering is naar de verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Jullie hadden al een plek veroverd en daar verandert dit verhaal helemaal niets aan.

Tot slot kan ik alleen maar meegeven van waaruit ik had willen werken bij V&VN.

“Zorg is er zijn met en er zijn voor de behoeftige ander die is aangewezen op hulp. Het gaat om een betrekking, een relatie, tussen mensen van wie de een deskundigheid heeft en waar de ander een beroep op doet. Om redenen die afhankelijk zijn van de omstandigheden die sterk kunnen variëren. Dat is de kern. En al het andere (beleid, bestuur, politiek, systemen, financiering, verantwoording) zou erop gericht moeten zijn om die relatie te optimaliseren. Pas in de relatie kan blijken wat het goede is om te doen, wat zorg betekent voor die ander. Het houdt niet op bij het medische verhaal. Het is de kunst van het waarnemen van zorg in het geheel. Binnen de zorgsector is te weinig nagedacht over wat zorg in essentie is. Door zorg te zien als dienstverlening in plaats van hulpverlening, wordt geen recht gedaan aan de complexiteit van zorg.”

Het gaat jullie allemaal goed. Blijf kritisch. En wie weet tot snel.

Met een warm hart en een diepe buiging naar jullie allen,

Nienke


Noot
*) V&VN =  Vereniging voor Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland.
Zie: Verpleegkundige adviesraden krijgen eigen platform bij V&VN: www.venvn.nl/Berichten/ID/1662085/Verpleegkundige-adviesraden-krijgen-eigen-platform-bij-VVN (artikel is niet meer beschikbaar)

V&VN VAR: www.venvn.nl/afdelingen/var/

Brief met reactie van verpleegkundigen op uitnodiging van V&VN voor overleg over Wet BIG II en overgangsregeling

De beroepsvereniging voor Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) heeft op 30 juli 2019 te kennen gegeven in een artikel in Nursing dat ze in gesprek wil met verpleegkundigen en het Actiecomité ‘BIG II in de overgang’ n.a.v. het verzet van  verpleegkundigen tegen de nieuwe wet BIG-II en de overgangsregeling.*)
V&VN stelt een ‘pas op de plaats’ voor en nodigde verpleegkundigen uit voor een overleg. De uitnodiging werd verstuurd door Katja van Essen, coördinator bij V&VN, aan Nienke Ipenburg en zes andere verpleegkundigen. Het versturen gebeurde via Twitter!

Als antwoord op de uitnodiging schreef Nienke Ipenburg, verpleegkundig specialist, de volgende brief aan directeur Sonja Kersten van V&VN en Katja van Essen:

“Wees nederig en deel de eer. U bent als leider ook maar een mens. Fouten maken hoort er dus bij. Belangrijk is die fouten te erkennen. Zo laat u niet alleen uw menselijke kant zien, maar kweekt u ook meer vertrouwen. ‘Nederigheid trekt aan en inspireert. Arrogantie doet dat niet’ Deel ook de eer met de mensen die voor u werken, anders raakt u na verloop van tijd hun steun kwijt”. (Nelson Mandela)

31 juli 2019

Geachte mevrouw Kersten, beste Katja,

Dank voor uw uitnodiging voor een overleg donderdag a.s. Helaas is er geen mogelijkheid om aan uw verzoek te voldoen. Als beroepsvereniging voor verzorgenden en verpleegkundigen begrijpt u dat het te kort dag is om vervanging te regelen in de vakantieperiode binnen een beroep waar we te maken hebben met personeelstekorten. Tevens zullen de genodigden allemaal terug moeten zijn van vakantie. Dat is nu niet het geval.

Dan betreffende het gesprek zelf zal eerst helder moeten zijn wat uw doel is. Uw vraag voelt als een lokkertje waarbij de focus wordt vertroebeld. U noemt de namen van zeven individuele mensen zonder aan te geven wie u als beroepsvereniging mee in gesprek neemt, terwijl uw doelstelling een kritische dialoogsessie is waarin helderheid en transparantie naar voren zou komen. Naar mijn bescheiden mening heeft u al helderheid en transparantie gekregen van deze zeven individuele mensen. Echter verwar “de dialoog aangaan” niet met uitleggen en overtuigen in een afgesloten ruimte. Bij een dialoog is er sprake van een bijzonder proces, een natuurlijke manier van samenwerken. Er wordt niets geforceerd of gemanipuleerd. Door het open spreken en open luisteren, vanuit een houding van respect, en met de bereidheid de eigen aannamen te onderzoeken ontstaat er iets nieuws.

Zoals eerder gezegd sta ik open voor de dialoog. Een dialoog waarin waarderen en serieus nemen leidt tot wederkerigheid vanuit samenspraak en verbinding. Hoe is het mogelijk om in die dialoog te stappen met zo weinig transparantie op dit gebied met name naar de verpleegkundigen toe binnen Nederland?

Met grote zorgen heb ik de ontwikkelingen gevolgd inzake de overgangsregeling en wet BIG 2. Verwikkeld in ingewikkelde discussies over beroeps- en functiedifferentiatie zie ik op dit moment nog geen verheldering van begrip.

Beroepseer is het opkomen voor het belang van professionaliteit. Ik geloof dat professionals die de kracht van beroepseer bezitten optimaal bijdragen aan goede dienst- of hulpverlening. Dat maakt dat een beroepsvereniging de taak heeft om de werkvloer concreet en praktisch behulpzaam te zijn om in hun eigen werksituatie goede zorg te verlenen voor de hulpbehoevende en diens naasten en daarbij beroepstrots te versterken. Daarbij hoort u in te zetten  op de kracht in samenspraak met verbinding en niet op de klacht, welke nog niet correct gedefinieerd lijkt te zijn.

Echter, het aan banden leggen van een beroepsgroep in een wettelijk kader zal ook  de essentie van verpleegkunde versmallen of zelfs doen verdwijnen.  Daar gaat u de intrinsiek gemotiveerde mensen mee verliezen zover dit nog niet is gebeurd. Vergis u niet, deze route is al langer geleden ingezet door een focus te leggen op externe prikkels. De roep om het soort leiderschap dat u propageert lijkt eerder een symptoom, een schreeuw om hulp: een stempel mag gedrukt worden maar doe dit niet ten koste van het werkklimaat. Hoe kun je een kritische dialoog voeren over het werk, de cultuur, de erkenning, als klachten, fouten, dat wat niet goed gaat, niet besproken mag worden? Of erger nog, niet besproken durft te worden, want wie wil nu als paria weggezet worden?

Optimalisatie op en vanuit de werkvloer zet juist in op taakverdelingen waar optimalisatie betekent dat de een dienstbaar is aan de ander en omgekeerd zonder status-ontwikkeling. Deze benadering is een bittere noodzaak.  Differentiatie als uitgangspunt staat haaks op waar zorg om draait. Het gaat erom dat wordt ingezien dat alle verpleegkundigen een unieke rol vervullen en daarom ook iets anders nodig hebben, afgestemd op de individuele context.

Met andere woorden, werk dicht op de mensen zelf en maak de verandering persoonlijk. Deze mogelijkheid krijgt maar een kans. Bij wettelijke verankering is er geen weg meer terug. Deze wet is absoluut onnodig en heeft dan ook geen draagkracht.

Maar helaas, het bovenstaande is niet meer mogelijk. Het vertrouwen in u als beroepsorganisatie is verdwenen en ook uw uitnodiging geeft geen blijk van reflectie of transparantie in wat er zich heeft afgespeeld de afgelopen tijd. Er zijn zeer terecht kritische vragen gesteld door terecht kritische leden en niet-leden. Deze vragen blijven nu al zeer lange tijd onbeantwoord. Het zou u sieren om op te gaan staan als vereniging om de transparantie en reflectie eerst uit te dragen naar hen die keihard zijn geraakt in hun beroepseer. Verzamel deze vragen, ga terug naar de basis en start met simpelweg beantwoorden, waarbij “ik weet het niet” en “we hebben het niet goed gedaan” gewoon mag bestaan. Want dat u het niet weet dat snappen wij allemaal.

Nog steeds met open armen naar de dialoog toe,
Nienke Ipenburg en de zes individuen

*) Sonja Kersten V&VN: ‘We willen in gesprek met verpleegkundigen en dus ook met het actiecomité’, Nursing – multimediale vaktitel voor verpleegkundigen in Nederland, 30 juli 2019: www.nursing.nl


Storm van reacties en kritiek op besluit overgangsregeling verpleegkundigen. BIG-II is niet nodig, door Nienke Ipenburg, Blogs Beroepseer, 19 juni 2019: https://beroepseer.nl

Verpleegkundige laat zich niet degraderen! Nieuws van Actiecomité ‘BIG II in de overgang’, Blogs Beroepseer, 16 juli 2019: https://beroepseer.nl

Actiecomité ‘BIG II in de overgang’ wil een vuist maken tegen wetsvoorstel, Blogs Beroepseer, 29 juni 2019: https://beroepseer.nl/

U P D A T E

Website van het Actiecomité Wet BIG II – Eigen regie: https://wetbig2.nl

Minister Bruins komt met verkenner BIG-2, Rijksoverheid, 21 augustus 2019: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/08/21/minister-bruins-komt-met-verkenner-big-2 (Niet meer beschikbaar op site Rijksoverheid. Ga naar het sitearchief: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive) en type in grijze linkerkolom, in het zoekveld, de titel van het bericht).

 

verpleegkundige

Storm van reacties en kritiek op besluit overgangsregeling verpleegkundigen. BIG-II is niet nodig

Sinds de bekendmaking van het besluit van minister Bruins van VWS over de overgangsregeling verpleegkundigen in het kader van de Wet BIG II op 5 juni 2019 is er een storm van reacties en kritiek op sociale media losgebarsten die nog niet is gaan liggen.
Nienke Ipenburg, verpleegkundig specialist, schreef op 14 juni 2019 een brief aan 25 Tweede Kamerleden met ‘zorg’ in hun portefeuille.
In deze blog – de tekst is voor een deel ontleend aan die brief – legt zij uit waarom zij en veel van haar collega’s geen waardering kunnen opbrengen voor de overgangsregeling.

Op 5 juni 2019 werd het besluit van minister Bruins tot overgangsregeling voor verpleegkundigen gepresenteerd. Met dit wetsvoorstel beoogde de minister “een duidelijker onderscheid te maken tussen de mbo- en hbo-opgeleide verpleegkundigen, door het beroep van regieverpleegkundige te introduceren en het deskundigheidsgebied van de verpleegkundige te actualiseren. Om het voorgaande te bewerkstelligen is het van belang om helderheid te krijgen over de overgangsregeling voor de zittende groep verpleegkundigen”.

Om de overgangsperiode te regelen had de minister de Commissie ter Beoordeling van de Verpleegkundige Vervolgopleidingen ingesteld (commissie Meurs) met de taak de diverse verpleegkundige vervolgopleidingen op inhoud en niveau te toetsen teneinde te kunnen bepalen welke groepen verpleegkundigen straks voldoende gekwalificeerd zijn om tot het register van regieverpleegkundigen te worden toegelaten.
Na ontvangst van het definitieve rapport van de commissie is de minister in gesprek gegaan met de beroepsvereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN), de vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties (Brancheorganisaties zorg – Boz) en de vertegenwoordigers van werknemersorganisaties (FNV, CNV en NU’91).

Onder luid applaus van bovengenoemde koepels werd het besluit in ontvangst genomen. Hier is jarenlang hard aan gewerkt en eindelijk is er resultaat waar de werkvloer mee verder moet. Dezelfde 5 juni reageerde de werkvloer massaal via sociale media op het voorstel. Geen applaus maar ongeloof en verdriet van alle betrokkenen. Oud zeer werd opgerakeld voor de betreffende groep: de verpleegkundigen op elk (beroeps) niveau. Ze voelen zich niet gehoord en zien de mogelijkheden niet voor de patiënt en voor de zorg. Het (opnieuw) volgen van nog meer scholing en/of het maken van een toets geeft een gevoel van wantrouwen of een wantrouwend mensbeeld binnen een systeem dat zich lijkt te baseren op datzelfde wantrouwen. Een nieuw beroep*) dus met consequenties voor alle verpleegkundigen tenzij je de HBO-Verpleegkunde hebt gedaan na 2012.

Een goede vraag

Hoe heeft het zover kunnen komen dat de werkvloer, verder dan ooit, afstand heeft gedaan van de  eigen beroepsvereniging? De beroepsvereniging die behoort op te komen voor de belangen en het gedachtegoed van de leden? Om die vraag te kunnen beantwoorden moet je terug in het verleden. Naar de oorsprong van de vraag. En dat is zo makkelijk nog niet.

In een document vanuit de Tweede Kamer 2009/2010 werd de huidige ontwikkeling al benoemd: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29282-95.html

Het betreft een brief van de toenmalige minister van Volksgezondheid, Welzijn en sport (VWS), de heer Ab Klink. De oplettende lezer ziet dat er wordt gerefereerd aan de protestbeweging Witte Woede. Deze beweging ontstond naar aanleiding van salarisachterstand, hoge werkdruk en erkenning als gevolg van de bezuinigingen vanuit de jaren 80. Niets nieuws onder de zon want deze punten zijn anno 2019 niet heel anders. Het lukt de politiek dus niet om de erkenning te geven aan het verpleegkundig beroep die zo ontzettend hard nodig is.

Deze brief is de basis van alle acties die in de jaren daarna zijn genomen om het beroep naar een hoger niveau te brengen. De volgende zes punten werden in de brief naar voren gebracht:

  1. Uitoefening van werk
  2. Herzien onderwijsstelsel
  3. De arbeidsmarkt
  4. Gedifferentieerde werkzaamheden
  5. Functiewaardering
  6. Belangenbehartiging en vertegenwoordiging van de beroepsgroep

Deze zes punten worden in de brief gebracht als zijnde succesvol. Daar valt nog het een en ander over te zeggen maar het moge duidelijk zijn dat de kritiek al in 2009 gegeven had moeten worden.

In plaats daarvan is men overgegaan tot het laatste hoofdstuk: successen en verbetermogelijkheden. In dit hoofdstuk wordt duidelijk benoemd dat het onderwijsstelsel wettelijk is gewaarborgd van zowel het MBO als het HBO. De bijbehorende beroepsprofielen zijn toen al geschreven en goedgekeurd. Deze zouden alleen geactualiseerd behoeven te worden. Zover een logisch geheel.

Dan komen de verbeterpunten:

  • De verpleegkundigen en verzorgenden behoeven het heft in eigen handen te nemen tijdens hun werkzaamheden.
  • EBP (Evidence based practice) en richtlijnontwikkeling moeten blijven bestaan voor vooral HBO-verpleegkundigen.
  • Gebrek aan uitdaging zou in die tijd een reden van vertrek zijn voor verpleegkundigen waardoor de aanbeveling zou zijn ontstaan om duidelijke carrièremogelijkheden te ontwikkelen. Een ‘roep’ uit de praktijk zou hebben aangegeven dat er onderscheid moest komen tussen MBO en HBO-verpleegkundigen.

Opvallend in deze brief is dat  onderzoek naar relationeel zorg verlenen en de patiëntbelangen niet benoemd wordt. Ook de intrinsieke motivatie van verpleegkundigen is volledig weggelaten. Maar waren deze punten niet de doelstelling van de wet BIG? Kwaliteit van zorg verlenen?

Hoe volstaan de bovenstaande punten t.a.v. de huidige ontwikkelingen? Daar kan ik heel kort en krachtig over zijn: dat doet het niet. Er is namelijk geen rekening gehouden met de factor tijd. Het lijkt erop dat de huidige ontwikkelingen, namelijk het toevoegen van meer onderwijs en vervolgopleidingen, al volstaat in de vraag tot ontwikkeling van het beroep in relatie met de patiënt. Context verandert in tijd en in individu. En als de oorspronkelijke vraag niet hervonden kan worden of niet meer actueel is, dan is er geen diagnose of probleem. En dus is er ook geen behoefte aan een oplossing. Ook staan de huidige plannen haaks op het punt dat het beroep teruggegeven moet worden aan de verpleegkundigen zelf. Hoe kan er invulling gegeven worden als de kaders zo strak gespannen zijn?

Naar de prullenbak

Dat er wel een ander probleem is ontstaan, is de afgelopen week duidelijk geworden: ik zie een aantasting van de beroepseer van een beroepsgroep. Een beroepsgroep die wel degelijk onderkent dat de zorg verandert en dat er een vraag is om aanvullende competenties. Faciliteer een systeem dat professionals ondersteunt om te leren van dat wat van belang is. Het vertrouwen moet hersteld gaan worden. Dat herstel kan pas in gang worden gezet als er ruimte is voor verbinding.

Zet de verpleegkundigen zelf aan tafel in Den Haag i.p.v. interpretaties van de zorgen. Zie de signalen als feedback en niet alleen als kritiek. Je kunt je naarstig afvragen of dit modernisering van het vak betreft of een stap terug naar managerial thinking van dertig jaar geleden. Er is een paradigma ontstaan van kennis, autoriteit, strijd, macht en wantrouwen binnen de beroepsgroep. Natuurlijk is er oog voor relationeel zorg verlenen, maar dat gedeelte heeft geen bestaansrecht als het een rationele benadering krijgt.

Als een organisatie het niet simpel kan uitleggen, snap je het dan zelf nog wel? Of is het gewoon te complex gemaakt door degenen die niet meer overzien hoe simpel het kan zijn?

Tot slot wil ik ervoor pleiten om de hele overgangsregeling in de prullenbak te gooien. Verpleegkunde is een beroep. Binnen een beroep onderscheidt men diversiteit in opleiding, in specialisatie en functie (opleidingstitels en functietitels). Laat de term regieverpleegkundige bestaan binnen het beroep van verpleegkunde maar niet als zijnde een nieuw beroep. Dat doet namelijk geen recht aan de essentie van het beroep met bijbehorende competenties waaronder praktische wijsheid met oog voor de zorgvrager en diens naasten.  En dan rijst de vraag of de wet BIG II überhaupt nog een bestaansrecht heeft?

Noot
*) Over het geharrewar rond de term regieverpleegkundige, zie het artikel op de site van V&VN: Advies verpleegkundigen Wet BIG-II, 20 februari 2018, Vraag 1: Advies over titel ‘regieverpleegkundige’ voor hbo-opgeleide-verpleegkundigen: www.venvn.nl/nieuws/advies-verpleegkundigen-wet-big-ii/
Regieverpleegkundige is in feite geen ‘nieuw beroep’, maar betreft een opleidingstitel. Verpleegkunde is een beroep. Binnen een beroep onderscheidt men diversiteit in opleiding, specialisatie en functie (opleidingstitels en functietitels).

In Nederland is wettelijk bepaald welke zorgverleners een beschermde titel mogen gebruiken. Dit staat in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). De wet regelt de bescherming van beroepstitels en opleidingstitels van beroepen in de gezondheidszorg.
In de Wet BIG staan negen medische beroepen waarvan de beroepstitel wordt beschermd. Een daarvan is verpleegkundige. Dit worden ook wel artikel 3-beroepen genoemd. Zie: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/werken-in-de-zorg/beschermde-titels-in-de-zorg (niet meer beschikbaar op site Rijksoverheid). Ga naar sitearchief van Rijksoverheid en tik in zoekveld in linker grijze kolom in: beschermde titels in de zorg en klik op Enter: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive


Een bericht op de site van Gehandicaptenzorg Zorg Nederland is een treffend voorbeeld van een poging tot uitleggen van de veranderingen n.a.v. een nieuwe opleidingstitel in de verpleegkunde: Stand van zaken BIG II en de functiedifferentiatie, VGN, 20 maart 2019: www.vgn.nl/nieuws/stand-van-zaken-big-ii-en-de-functiedifferentiatie

Besluit minister Bruins tot overgangsregeling voor verpleegkundigen. Introductie van de regieverpleegkundige, Blogs Beroepseer, 7 juni 2019: https://beroepseer.nl

U P D A T E  I

Verklaring invoering functiedifferentiatie voor verpleegkundigen ondertekend, Blogs Beroepseer, 11 januari 2021: https://beroepseer.nl

Minister Bruins komt met verkenner BIG-2, Rijksoverheid, 21 augustus 2019: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/08/21/minister-bruins-komt-met-verkenner-big-2 (Nieuwsbericht niet meer beschikbaar op site Rijksoverheid). Ga naar sitearchief van Rijksoverheid en tik in zoekveld in grijze linkerkolom de titel: Minister Bruins komt met verkenner BIG-2: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive

Kritiek op wetsvoorstel verpleegkundige niveaus, door Armand Girbes, Arts en Auto, 29 juli 2019: www.artsenauto.nl/kritische-beschouwing-onderbouwing-big-2/

Meer tijd voor overleg overgangsregeling BIG-2, Rijksoverheid, 25 juli 2019: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/07/25/meer-tijd-voor-overleg-overgangsregeling-big-2 (Nieuwsbericht niet meer beschikbaar op site Rijksoverheid). Ga naar het sitearchief van Rijksoverheid en tik in zoekveld van grijze linkerkolom de titel Meer tijd voor overleg overgangsregeling BIG-2: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive

 

U P D A T E  II

Op 14 maart 2022 verscheen het artikel Lessen BIG-II-debat: bied ruimte aan verschillende wensen, ambities en meningen op RN2Blend.
RN2Blend staat voor Registered nurses to Blend. Het betreft een 4-jarig wetenschappelijk onderzoeksprogramma naar gedifferentieerd verpleegkundig werk binnen ziekenhuizen en umc’s, en de betekenis daarvan voor de verpleegkundige beroepsuitoefening.
Het artikel gaat over het wetsvoorstel BIG-II, dat door alle commotie in de zomer van 2019 het uiteindelijk niet haalde. Verpleegkundigen mobiliseerden zich en kwamen in opstand tegen de voorgestelde wetswijziging.

Martijn Felder, Syb Kuijper, Pieterbas Lalleman, Roland Bal en Iris Wallenburg deden onderzoek naar de gebeurtenissen van die zomer en publiceerden hun bevindingen in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Professions and Organization – (JPO). Het artikel op R2Blend is geschreven door Martijn Felder. Zie: Lessen BIG-II-debat: bied ruimte aan verschillende wensen, ambities en meningen, RN2Blend, 14 maart 2022: https://rn2blend.nl/nl/lessen-big-ii-debat-bied-ruimte-aan-verschillende-wensen-ambities-en-meningen

The rise of the partisan nurse and the challenge of moving beyond an impasse in the (re)organization of Dutch nursing work, door Martijn Felder, Syb Kuijper, Pieterbas Lalleman, Roland Bal, Iris Wallenburg, Journal of Professions and Organization, Volume 9, Issue 1, February 2022, Pages 20–37: https://academic.oup.com

Reacties van verpleegkundigen op artikel van Felder c.s. in maart 2022:
Een verpleegster merkt op “dat het niet gekker moet worden” en noemt het artikel niet wetenschappelijk, maar ronduit geschiedvervalsing gefinancierd met publiek geld.
Een andere verpleegkundige merkt op dat het artikel feitelijke onjuistheden en meningen bevat en vindt dat het niet als wetenschappelijk mag worden betiteld.

Intrinsieke motivatie in de zorg. Wat is dat precies?

Als je in de zorg werkt, dan praat je veel over zorg. Het is een onderwerp waar je nooit over uitgepraat raakt. Ga naar een verjaardag waar zorgverleners zijn en je gesprekken gaan nergens anders over.  Ik merk dat ik, als zorgverlener, vaak met een glimlach deze gesprekken eindig. Als ik aan zorg denk dan vult het mijn hart met zoveel warmte dat het mij comfortabel maakt. Het geeft een gevoel van menselijkheid, herbergzaamheid, presentie. Dat geldt overigens niet als ik denk aan ons zorgstelsel. Om in populaire termen te praten: ons zorgstelsel is ziek. Overgenomen door mensen die niet ziek zijn maar wel beter worden van en door de zorg. Gevoed door naïviteit van de mensheid en bubbels bestaande uit verworven macht die diep doordrongen zijn in elk hoekje en gaatje, zelfs in beroepsorganisaties. O wat zijn deze mensen goed in het fout zijn.

Ik denk liever aan zorg zoals ik het ervaar. Aan die glimlach. Aan mijn motivatie om het anders te doen. Dat hoeft niet groots, dat hoeft niet in de media. Macht en publiciteit zijn vergankelijk. Gelukkig wel. Geld helpt maar voorkomt het menselijk lijden niet, en kennis is belangrijk maar is onderhevig aan verandering. Dan kan ik toch niet anders dan heel dicht bij mijzelf blijven? Ervoor zorgen dat die glimlach er elke dag is? Voor mij draait het om die intrinsieke motivatie. Twee woorden die ik tot een jaar geleden echt niet kende en nu dagelijks in mijn hoofd ronddraaien. Het goede goed doen omwille van de hulpbehoevende ander en zijn naasten. En zo lukt het mij om elke dag een vraag achter een vraag te vinden bij mijn patiënten, om te sturen naar een ander pad als het spoor dood loopt. Maar het lukt ook om menselijk leed naar de oppervlakte te brengen en deze bloot te leggen. Een prachtig geheel doch behoorlijk gevaarlijk. Want als ik op dat moment niet het goede doe, dan kan ik heel veel kapot maken. In die relatie, in de context, daar waar zorg ontstaat.

Zou dat de reden zijn waarom zoveel zorgverleners vergeten zijn wat intrinsieke motivatie is? Is het angst voor het kwetsbare? Is het omdat je dan hard moet werken, juist ook aan jezelf?

Nienke Ipenburg is verpleegkundig specialist