Skip to main content

Redactie Beroepseer

Kosten en baten van lockdowns in economenvakblad ESB

Het is deze week Economenweek, van 16 – 20 november 2020. Maandag de 16e is de week geopend door Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank met een speech waarin hij onder meer terugkeek op de economische impact van de coronacrisis. Dat die impact groot is blijkt wel uit het speciale novembernummer van ESB – vakblad voor economen – dat gewijd is aan lockdowns. Wegen de baten van de coronamaatregelen op tegen de kosten?
In juni 2020 deed hoofdredacteur van ESB Jasper Lukkezen op zijn website een ‘wat bozige oproep’. Twee geplande bijdragen met maatschappelijke kosten-batenanalyses van de coronamaatregelen konden niet worden gepubliceerd. De auteurs hadden de stukken niet aangeleverd vanwege ‘externe druk’ en ‘onzekerheid over de uitkomsten’.

Het novembernummer van ESB bevat een aantal maatschappelijke kosten-batenanalyses van de coronamaatregelen in Nederland. De analyses zijn gemaakt door Bas Kolen, een risico-expert die onderzoek doet aan de TU Delft en ook onderzoeksdirecteur is bij een adviesbureau op het gebied van waterveiligheid, en door welzijnseconoom Paul Frijters.

Bas Kolen

Kolen past zijn kennis over maatschappelijke kosten-batenanalyses – die hij ontwikkeld heeft voor evacuatiebeslissingen bij dreigende dijkdoorbraken – toe op de vraag of de intelligente lockdown die op 23 maart was ingesteld, verstandig was met zowel de kennis van toen, als die van nu. Hij vindt dat de lockdown dit voorjaar verdedigbaar was, zeker met de kennis van toen, maar waarschuwt dat dit waarschijnlijk nu niet langer het geval is. De kosten van lockdowns blijven oplopen naarmate ze langer voortduren, terwijl de baten gelijk blijven.

Paul Frijters

Frijters zoomt uit, en kijkt behalve naar de gezondheids- en economische schade ook naar de gevolgen van de beperkende maatregelen voor het psychische welbevinden en de levenstevredenheid. Vanuit zijn perspectief zijn de kosten van lockdowns een veelvoud van de baten, en zou het verstandiger zijn als de overheid erop zou inzetten de bevolking op een goede manier om te laten gaan met een coronabesmetting en de angst daarvoor.

Naast de analyses zijn er bespiegelingen en commentaren op de analyses.

Themanummer lockdowns

  • Maatschappelijke kosten-batenanalyse als spiegel – Beschouwing door Bas Haring
  • Een eerste kwantitatieve analyse van de Nederlandse coronamaatregelen – Analyse door Bas Kolen
  • Vanuit geluk bezien zijn de kosten van een lockdown veel hoger dan de baten – Analyse door Paul Frijters
  • Kosten en baten van lockdowns blijven onzeker – Reactie door Carl Koopmans
  • Analyses vormen startpunt van inhoudelijke discussie over coronabeleid – Reactie door Niek Mouter, Sander Boxebeld en Job van Exel
  • Bij corona is de rule of rescue aan het werk – Reactie door Pieter van Baal

Themanummer over de kosten en baten van lockdowns, door Jasper Lukkezen, ESB, 12 november 2020: https://esb.nu/esb/20061417/themanummer-over-de-kosten-en-baten-van-lockdowns

Afbeelding bovenaan is van Tumisu

Promotie Danielle Bartels: Placebo- en nocebo-effecten op jeuk. Verwacht je jeuk, dan krijg je ook jeuk

Als je verwacht dat iets gaat jeuken, neemt de jeuk daadwerkelijk toe. De Leidse gezondheidspsycholoog Danielle Bartels bewees het effect van negatieve verwachtingen voor jeuk. Opvallend is dat dit nocebo-effect bij jeuk weer om te buigen is. ‘Dat biedt perspectief voor de klinische praktijk’, hoopt Bartels. Promotie 18 november.

Wat helpt tegen jeuk en wat maakt jeuk alleen maar erger? Er is al heel veel onderzoek naar placebo- en nocebo-effecten bij pijn, maar bij jeuk niet of nauwelijks. ‘Dat is heel erg nieuw en daar zijn wij als Leidse onderzoekgroep zo’n beetje mee gestart,’ vertelt Danielle Bartels over haar promotieonderzoek.

Jeukonderzoek lijkt op pijnonderzoek

In onderzoek naar pijn zien we de twee meest onderzochte manieren om placebo- en nocebo-effecten*) te leren, namelijk door eerdere ervaringen met behandelingen en door wat een arts tegen je zegt. Door deze combinatie van conditionering met verbale suggesties ontstaan verwachtingen, positief en negatief, die van invloed zijn op de behandeluitkomsten. Bartels: ‘Op dezelfde manier als pijn zijn we jeuk gaan onderzoeken. Zien we dan ook placebo- en nocebo-effecten? Deze effecten blijken het sterkste wanneer we conditionering van jeuk combineren met verbale suggesties. Dat komt overeen met onderzoekuitkomsten van placebo- en nocebo-effecten bij pijn.’

Elektrodes, prikkel en lampjes

De deelnemers aan het onderzoek van Bartels zijn onderverdeeld in drie groepen. Eén groep kreeg alleen conditionering, een andere groep alleen verbale suggestie, een derde groep een combinatie van conditionering en verbale suggestie. De deelnemers kregen prikkels toegediend via twee elektrodes, geplakt op de arm. Daarbij zagen ze op een computerscherm verschillende kleuren lampjes oplichten. ‘Het verhaal ofwel de verbale suggestie is dat een derde electrode de jeuk beïnvloedt; bij groen wordt die jeuk minder, bij rood sterker, en bij geel is er geen verandering. Maar die electrode beïnvloedt de jeuk helemaal niet en dient als een placebo, omdat die nep is.’

Placebo-effect

In de leerfase van het onderzoek verschillen de toegediende prikkels per groep. In de groep deelnemers die alleen de verbale suggestie krijgen, blijft de sterkte van de prikkel gelijk. Maar in de derde groep waarin de onderzoekers conditionering combineren met verbale suggestie, verlagen ze stiekem de jeuk bij een groen lampje en verhogen die bij een rood lampje, zodat de deelnemer denkt dat de derde electrode ook werkt. In de testfase van het onderzoek krijgen alle deelnemers dezelfde prikkels van medium intensiteit. Bartels: ‘Terwijl de prikkels gelijk zijn, ervaren de deelnemers van de groep waarin we conditionering met verbale suggestie combineren toch minder jeuk bij de groene lichtjes en meer jeuk bij de rode. In deze groep is het verschil met de controlegroep significant.’

Nocebo-effect is omkeerbaar

In een volgende studie heeft Bartels een heel belangrijk resultaat gevonden van nocebo-effecten bij jeuk. ‘Als we jeuk hebben opgewekt met conditionering en verbale suggestie, dan is het mogelijk om dat weer terug te draaien. Dat doen we ook via conditionering, counter-conditioning noemen we dat. Dat is klinisch heel relevant, want nocebo-effecten wil je natuurlijk niet in de praktijk. Maar stel dat ze toch ontstaan, zijn die dan blijvend of kun je die weer teniet doen? Wat wij hebben onderzocht in een experimentele fase bij gezonde mensen is niet zomaar toe te passen in een klinische setting, maar wel heel interessant om uit te zoeken. Want je wilt natuurlijk zo min mogelijk nocebo-effecten, en de placebo-effecten boosten. Dit onderzoek is zo nieuw dat dit zelfs bij pijn nauwelijks was onderzocht.’

Leidse onderzoekslijn

Inmiddels werkt Bartels als docent toegepaste psychologie op de Fontys Hogeschool in Eindhoven. ‘Een dag in de week wel op school, gelukkig, maar met een klein groepje studenten. Online wil ik zo interactief mogelijk lesgeven en vraag ik iedereen om te beginnen de camera aan te zetten. Zodra het in het lesprogramma past vertel ik mijn studenten over mijn onderzoek naar placebo- en nocebo-effecten.’ Deze studie maakt deel uit van de onderzoeklijn van Andrea Evers naar de impact van verwachtingen op de gezondheid door placebo- en nocebo-effecten.

Placebo And Nocebo Effects On Itch. Promotie van Danielle Bartels, woensdag 18 november, aanvang 15.00 uur, Academiegebouw, Rapenburg 73, Leiden.
Proefschrift is na de promotie digitaal beschikbaar via het Leids Repositorium. www.bibliotheek.universiteitleiden.nl/subject-guides/scripties-en-proefschriften

Verwacht je jeuk, dan krijg je ook jeuk, Universiteit Leiden, 17 november 2020: www.universiteitleiden.nl/nieuws/2020/11/promotie-danielle-bartels

Noot
*) Het nocebo-effect is een negatief verwachtingseffect en de tegenhanger van het positieve verwachtingseffect dat bekend is als het placebo-effect.

Afbeelding bovenaan is van Anastasia Gepp

Mensen met schulden krijgen sneller toegang tot wettelijke schuldsanering

Om mensen met problematische schulden sneller en beter te helpen, neemt het kabinet maatregelen. Zo krijgen schuldeisers een deadline om te reageren op een voorstel van een schuldhulpverlener om er in goed overleg met de schuldenaar uit te komen. Daarnaast wordt de drempel lager voor mensen met schulden om sneller (opnieuw) toegang te krijgen tot de wettelijke schuldsanering. Door de verwachte toename van schulden en armoede als gevolg van de coronacrisis is de urgentie extra hoog, zo schrijven staatssecretaris Van ’t Wout (SZW) en minister Dekker (Rechtsbescherming) in een brief aan de Tweede Kamer.

Staatssecretaris Van ’t Wout: “Om een schuldregeling te kunnen treffen, moet een schuldhulpverlener van elke schuldeiser reactie krijgen op een voorstel voor een minnelijke regeling. Als een van de schuldeisers niet reageert, betekent dit dat er niet toegewerkt kan worden naar een oplossing. Hierdoor lopen de schulden en de stress bij mensen onnodig hoog op. Door een verplichte reactietermijn in te stellen voor schuldeisers, voorkomen we vertraging en scheppen we duidelijkheid voor alle partijen. Hoe sneller mensen schuldenvrij zijn, des te beter.“

Minister Dekker: “Nu veel mensen hun baan verliezen, moeten we extra alert zijn op het ontstaan van schulden. Wie met schulden te maken krijgt, moet eerst proberen deze alsnog terug te betalen. Dat is waarom we schuldhulpverlening hebben en als overheid ook altijd actief mee werken aan betalingsregelingen. Maar als ook dat niet werkt, moet schuldsanering uiteindelijk een reële optie zijn. We verlagen nu de drempel tot de schuldsanering. Zodat mensen met schulden sneller weer met een schone lei door kunnen in hun leven.”

De voorgenomen wijzigingen

1. Reactietermijn schuldeisers

Schuldhulpverleningstrajecten duren lang als schuldeisers niet of heel laat reageren op een verzoek tot een schuldregeling. Dat kan ervoor zorgen dat mensen een schuldtraject niet volhouden en dat een andere oplossing, zoals een wettelijke schuldsanering, langer op zich laat wachten. De termijn die gaat gelden voor schuldeisers en de naleving ervan zullen in een wetsvoorstel nader worden uitgewerkt. Een verplichte reactietermijn houdt geen verplichting in voor schuldeisers om mee te werken aan een regeling, wel om te reageren.

2. Van vijf naar twee jaar

Op dit moment kan iemand met schulden pas na vijf jaar goed gedrag, de zogenoemde goede trouw-toets, weer toegang krijgen tot de wettelijke schuldsanering. Om te voorkomen dat een oplossing voor mensen die in de problemen zitten te lang uitblijft, en de schulden al die tijd oplopen, verkorten we deze periode naar twee jaar.

3. Tienjaarstermijn

Op dit moment krijgen mensen die binnen tien jaar opnieuw in de schulden komen geen toegang tot de WSNP. We willen dat de rechter de mogelijkheid krijgt om mensen die buiten hun schuld – bijvoorbeeld als gevolg van een economische crisis – binnen tien jaar opnieuw in de financiële problemen komen, wel opnieuw toe te laten tot de wettelijke schuldsanering. Hetzelfde geldt voor mensen die een eerder traject niet hebben kunnen afmaken, maar daartoe nu wel in staat worden geacht.

Als gevolg van deze wijzigingen sluiten de minnelijke en de wettelijke schuldregelingen beter op elkaar aan. Dit is cruciaal voor de samenwerking en samenhang in het gehele stelsel van schuldhulpverlening.

Brede schuldenaanpak

De wijzigingen maken deel uit van een breed pakket aan maatregelen die het kabinet treft om de schuldenproblematiek terug te dringen, gericht op preventie, snelle en effectieve schuldhulpverlening en een zorgvuldige, maatschappelijk verantwoorde incasso. Het kabinet werkt in deze Brede Schuldenaanpak samen met gemeenten, uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke organisaties. Gezien de effecten van de coronacrisis, is het juist nu nog meer van belang dat mensen met problematische schulden beter en sneller worden geholpen. Het kabinet heeft daarom eind september extra geld beschikbaar gesteld voor het versnellen en intensiveren van de aanpak van schulden en armoede.

Kabinet gaat mensen met problematische schulden sneller en beter helpen, Rijksoverheid, 17 november 2020: www.rijksoverheid.nl

ZIE OOK: Minister Dekker trekt zich niets aan van de pandemie: meer schulden is meer betalen, door Jan-Hein Strop, Follow the money, 17 november 2020: www.ftm.nl/artikelen/minister-dekker-schuldenaren-extra-betalen

Afbeelding bovenaan is van Kalhh

Van Slingelandtlezing door Albert Jan Kruiter over ‘Bestuurskunde en de publieke kwestie’

Albert Jan Kruiter gaf dit jaar de Van Slingelandt-lezing. Op 29 oktober 2020 sprak hij over Bestuurskunde en de publieke kwestie. De lezing, die elk jaar wordt georganiseerd door de Vereniging voor Bestuurskunde (VB) werd gehouden in het Provinciehuis van Noord-Brabant en kon online worden gevolgd. www.bestuurskunde.nl
Kruiter is medeoprichter en actie-onderzoeker van het Instituut voor Publieke Waarden (IPW). Het Instituut helpt per jaar ongeveer vierhonderd door de bureaucratie vastgelopen mensen/huishoudens en doet vervolgens onderzoek naar de systemen achter de bureaucratie.

Kruiter vond de lezing een mooie gelegenheid om door de ogen van raadpensionaris Simon van Slingelandt (1664 – 1736) naar het openbaar bestuur in onze tijd te kijken. Geen tak van het staatsbestuur was „zonder defecten”,
schreef Simon van Slingelandt.
Kruiter haalt Thorbecke aan die in februari 1841 een vermaarde lofrede heeft gehouden op Van Slingelandt:…“ Slingelandt, die secretaris van den Raad was, bediende zich van die gelegenheid, om de afgevaardigden met zijn geest en zijne wijsheid voor te lichten. Hij liet zich niet weêrhouden door de vrees lastig te zijn, wanneer hij aan het verlangen van menschen, welke de gebreken wenschten te zien bedekken, in geenen deele te gemoet kwam. Wat in den omgang van het bijzonder leven niet betaamt, aanstoot te geven, dat rekende hij, waar het om een algemeen belang te doen was, somtijds zoo noodzakelijk, dat de man, die onaangename dingen vreesde te zeggen, aan zaak en pligt ontrouw wierd. Evenmin geloofde hij, zich, waar het eene groote zaak gold, van het zeggen der waarheid te mogen onthouden op grond, dat hij twijfelde of die wel zou zegevieren”.

Dus Singelandt verplicht ons om de waarheid te zeggen, aldus Kruiter, ook als wij daar zelf aan twijfelen – en het algemeen belang boven alles te stellen: “En daar wil ik eigenlijk graag mee beginnen. Natuurlijk, Covid-19 beheerst het land, bestuur en samenleving, maar andere ernstige kwesties beheersen ons evengoed. 15 oktober werd bekend dat de Belastingdienst vermoedelijk dertigduizend mensen van fraude betichtte in wat eufemistisch de Toeslagenaffaire is gaan heten,
dat betekent mensen die kinderopvangtoeslagen kregen. Het gaat waarschijnlijk om honderdduizend mensen voor wie een beetje snel rekent. Een uitvoeringsinstelling die bij uitstek het geweldsmonopolie belichaamt, zo leren we van Paul Frissen, en juist daarom uiterste bescheidenheid moet betrachten, die instelling produceert stelselmatig willekeur en onrechtmatigheid. Wat is er gaande?”

Luister naar de hele lezing van Kruiter en naar de reactie erop van Margo Trappenburg, bijzonder hoogleraar Grondslagen van maatschappelijk werk, Universiteit voor Humanistiek en docent Bestuurs- en Organisatiewetenschappen aan de Universiteit van Utrecht.
Ga naar: https://www.youtube.com/watch?v=cgsoy6DNpFs&feature=youtu.be

Europese bedrijvenenquête over vaardigheden, motivatie en autonomie van werknemers

Het rapport Workplace practices unlocking employee potential van de Europese bedrijvenenquête 2019 over de vaardigheden van werknemers beschrijft trends in praktijken op het werk en brengt deze in verband met managementstrategieën en resultaten voor bedrijven en hun werknemers. Het rapport is de vierde editie van de enquête European Company Survey (ECS), die in 2019 door Eurofound en Cedefop*) gezamenlijk is uitgevoerd. De enquête verzamelde gegevens bij 21.869
personeelsmanagers en 3073 werknemersvertegenwoordigers in  27 EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk over de praktijk op het werk met betrekking tot werkorganisatie, personeelsbeheer, beroep op vaardigheden, vaardighedenbeleid, digitalisering, directe werknemersparticipatie en de sociale dialoog.
De Europese bedrijvenenquête 2019 is de eerste grootschalige, transnationale ‘web-push-enquête’. Het veldwerk is door marktonderzoeksbureau Ipsos verricht. De ondernemingen zijn telefonisch benaderd en gevraagd naar een respondent van het management en zo mogelijk ook een werknemersvertegenwoordiger. Respondenten krijgen dan het verzoek de vragenlijst online in te vullen.

Uitgangspunt van de enquête is dat “Europa competitieve bedrijven nodig heeft die werknemers fatsoenlijke banen bieden. Bedrijven kunnen alleen optimaal presteren als zij gemotiveerde werknemers hebben met de juiste vaardigheden voor hun werk en de bereidheid zich naar hun beste kunnen in te zetten. Voor duurzame, productieve en bevredigende loopbanen is een stimulerende werkomgeving noodzakelijk, waar de input van de werknemers wordt erkend en hun ontwikkeling gefaciliteerd”.

Praktijkenbundels

Het rapport beschrijft een breed scala aan praktijken en strategieën die Europese bedrijven hebben geïmplementeerd op het gebied van arbeidsorganisatie, personeelsbeheer, gebruik en ontwikkeling van vaardigheden en de inspraak van werknemers. Het laat zien hoe deze praktijken worden gecombineerd en hoe de daaruit voortvloeiende ‘praktijkenbundels’ samenhangen met twee resultaten die gunstig zijn voor zowel werknemers als werkgevers: welzijn op de werkvloer en vestigingsprestaties.
Welzijn op de werkvloer omvat in het rapport vier facetten: laag ziekteverzuim, hoge werknemersmotivatie, het vermogen personeel te behouden en een goede relatie tussen het management en werknemers.

Bedrijfsvestigingen met een combinatie van grote autonomie voor werknemers, een evenwichtige motivatiestrategie, een uitvoerige opleidings- en leerstrategie en een hoge mate van directe betrokkenheid van werknemers in de besluitvorming, leveren de beste resultaten voor werknemers en werkgevers. Deze praktijken worden gesteund vanuit het management.
Om te zorgen dat meer werknemersgeoriënteerde praktijken worden ingevoerd – met name op het vlak van autonomie, vaardigheden en betrokkenheid van werknemers – is het nodig dat managers passende ondersteuning krijgen. Zij spelen immers een sleutelrol in de beslissing tot het initiëren van verandering op de werkvloer. Ze zijn ook onmisbaar voor het succes ervan, omdat zij de geïmplementeerde werkvloerpraktijken voortdurend moeten ondersteunen.

Organisaties die erin slagen zowel de prestaties als de arbeidskwaliteit van werknemers te vergroten, zijn te vinden in allerlei soorten van het bedrijfsleven, ongeacht land, omvang, sector of concurrentiestrategie. Ze komen het meest voor in Scandinavische landen, waaronder Finland en Zweden, en in sectoren, bekend staand om hun betere arbeidsomstandigheden, zoals financiële diensten.
Bedrijven met een sterke sociale dialoog op de werkvoer doen het ook beter qua prestaties en welzijn: 70% van de managers denkt dat het betrekken van werknemers bij veranderingen in de organisatie gunstig is voor de concurrentiepositie van het bedrijf. Plaatsen waar het personeel vertrouwen geniet en er ruimte is voor invloedrijke sociale dialoog hebben meer kans op een bestendige, directe, in de praktijk verschil makende, werknemersparticipatie.

Mensgericht

Het rapport merkt op dat een mensgerichte managementbenadering – die werknemers ondersteunt bij de toepassing van hun vaardigheden en kennis en de facilitering van de ontwikkeling van vaardigheden en kennis – voordelen kan opleveren die verder gaan dan de werkplek, zoals lagere kosten voor de gezondheidszorg en meer betrokkenheid.
Het rapport benadrukt het belang van betrokkenheid van sociale partners in de ondersteuning van veranderingen op de werkvloer bij het ontwerpen en uitvoeren van beleidsmaatregelen.

De belangrijkste conclusies van het onderzoek zijn te vinden in de Nederlandstalige samenvatting Europese bedrijvenenquête 2019: werkvloerpraktijken die het potentieel van werknemers ontsluiten, door Gijs van Houten en Giovanni Russo: https://beroepseer.nl

Downloaden European Company Survey 2019. Workplace practices unlocking employee potential, Eurofound en Cedefop, 2020 – European Company Survey 2019 series, Publications Office of the European Union, Luxembourg: https://beroepseer.nl

In het rapport worden de resultaten gepresenteerd van onderzoek dat grotendeels vóór de uitbraak van COVID-19 in Europa in februari 2020 is uitgevoerd. In de resultaten wordt niet volledig rekening gehouden met de uitbraak.

Meer info over voorgaande Europese bedrijvenenquêtes: www.eurofound.europa.eu/nl/surveys/european-company-surveys

Noot
*) Eurofound is de Europese Stichting tot verbetering van levens- en arbeidsomstandigheden: www.eurofound.europa.eu
Cedefop is het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (European Centre for the Development of Vocational Training): www.cedefop.europa.eu/nl

Op 29 oktober 2020 was er een interactief webinar met de auteurs van het rapport, Giovanni Russo en Gijs van Houten: Vraag het de expert. Voor terugkijken, zie video hieronder. Aanwezig waren ook Isabel Coenen van vakbond FNV en de Zweedse ‘vaardighedendeskundige’ Pär Lündstrom, beiden lid van Cedefop.

 

Lessen om jeugdhulp te verbeteren: vertrouwen is beter dan controle

Charles de Monchy en Bert Bröcking gaan op Zorg & Sociaalweb in op een studie over de ervaringen met het doorverwijzen naar specialistische jeugdhulpverleners in de regio Amsterdam. Charles de Monchy is plan facilitator en onderzoeker, Bert Bröcking publiceerde het proefschrift Sturen zonder schuren. De rollen van client, hulpverlener en overheid in de jeugdhulp (2016). Klik hier.

Jeugdzorg: controleren is duur, vertrouwen

Regio Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland werken sinds 2018 met ‘resultaatgerichte inkoop’, hetgeen inhoudt dat bij complexe hulpvragen eerst de ouders en de jeugdige samen met het Ouder en Kind Team (OKT) de hulpvraag in een Perspectiefplan omschrijft, waarna een Jeugdloket op basis daarvan bepaalt welke hulp hoe lang ingezet kan worden. Ouders, jeugdige en OKT kunnen dan op basis van deze zg. SPIC (Segment Profiel Intensiteit-Combinatie) een aanbieder zoeken die de hulp kan bieden.

De bedoeling van deze werkwijze is op papier: meer regie van de jeugdige, meer integraal werken, betere samenwerking in de keten en meer resultaatsturing. In de praktijk lijkt het vooral te gaan om beheersing van de kosten: in 2018 had de gemeente een overschrijding van 40 miljoen op een begroting van 140 miljoen, en dit was een manier om de verwijzing naar (dure) meervoudige specialistische hulp te beperken. Dat was de reden om het bepalen van de ‘hulpzwaarte’ bij de ouders en OKT weg te halen en onder te brengen bij een daartoe opgericht Jeugdloket.

De studie beperkt zich tot de vraag in hoeverre de werkwijze helpt om de doelen te behalen, en het korte antwoord luidt: het helpt niet of werkt zelfs averechts: lange wachttijden, minder adequate hulp en hogere kosten zijn het gevolg.
Desondanks is de conclusie dat de werkwijze niet over boord hoeft maar verbeterd kan worden. Volgt een aantal aanbevelingen.

Een betere aanpak, en bovendien substantieel goedkoper, is volgens de auteurs ontwikkeld in Utrecht waar jeugdigen en ouders complexe hulpvragen samen met het jeugdteam en specialistische hulpverleners bespreken. Het gesprek gaat niet zozeer over wát er zou moeten gebeuren, maar wíe het beste zou kunnen helpen. Als ze daar uit zijn, gaat men meteen aan de slag, en dat is gemiddeld binnen twee weken. Dit is mogelijk vanwege een lumpsum financiering, waardoor er niet per casus wordt afgerekend. Uiteraard wordt er wel een gezinsplan bijgehouden, maar dat is niet de basis voor de toegang tot specialistische hulp. Dat is de snelste route naar hulp, en dus de beste voor de jeugdige en de ouders.

Lees de hele blog: Jeugdzorg: controleren is duur, vertrouwen is beter, door Charles de Monchy & Bert Bröcking, Zorg & Sociaalweb, 9 november 2020: https://sociaalweb.nl/nieuws/jeugdzorg-controleren-is-duur-vertrouwen-is-beter/

Vier lessen om jeugdhulp te verbeteren

In april 2020 publiceerde Zorg & Sociaalweb de blog Doen wat werkt: vier lessen om jeugdhulp te verbeteren, geschreven door Charles de Monchy i.s.m. Ernst-Jan Wind van adviesbureau Impulsor voor gezondheidsprofessionals.

Ze schrijven dat het erop lijkt of het in heel Nederland slecht gesteld is met de jeugdzorg, zoals in Rotterdam bijvoorbeeld, terwijl er ook gemeenten zijn waar het prima gaat, zoals in Utrecht.

“Wat doen we met de kennis die in Utrecht wordt opgedaan? Trekken we daar lessen en conclusies uit? Tot nu toe lijkt het een goed bewaard geheim, en daar zijn wellicht goede redenen voor. Het is nu eenmaal onverstandig je hoofd boven het maaiveld uit te steken, en een negatieve vergelijking is moeilijk te onderbouwen. Toch hebben wij de situatie in Utrecht en Rotterdam op een rij gezet om te kijken wat we hiervan kunnen leren”.

De vier lessen:

1. Vertrouwen werkt sneller dan controleren met contracten
2. Werkplezier is het eerste verbeterpunt
3. Faciliteer de samenwerking, niets gaat vanzelf
4. Focus op wat werkt in de praktijk van de wijk

Extra les:

5. Financiële problemen in de jeugdzorg zijn oplosbaar

In de blog worden de lessen uitgebreid uitgewerkt. Lees de hele blog Doen wat werkt: vier lessen om jeugdhulp te verbeteren, door Charles de Monchy en Ernst-Jan Wind, Zorg & Sociaalweb, 15 april 2020: https://sociaalweb.nl/nieuws/doen-wat-werkt-vier-lessen-om-jeugdhulp-te-verbeteren/

Aanbevolen Ècht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp, Stichting Beroepseer, 2018: https://beroepseer.nl

Raad voor het Openbaar Bestuur adviseert: Betere ondersteuning van leden Gemeenteraad en Provinciale Staten is nodig

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) behoort normen te stellen voor ondersteuning van gemeenteraden en provinciale staten. Het gaat daarbij onder meer over de onafhankelijke positie van de griffier en het normeren van een ondergrens voor rekenkamers.

Dat adviseert de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) het advies Goede ondersteuning, sterke democratie dat op verzoek van de minister is uitgebracht. De Raad vindt ook dat er meer duidelijkheid moet komen over het verlenen van ambtelijke bijstand aan de gemeenteraad of provinciale staten, en dat het principe van fractievergoeding opnieuw moet worden doordacht.

Taken zwaarder en complexer

De Raad signaleert dat het werk van decentrale volksvertegenwoordigers de afgelopen jaren flink is verzwaard. Denk aan decentralisaties in het sociale domein maar ook aan vraagstukken van klimaat, stikstof of energietransitie. Taken zijn complexer en samenwerking is ingewikkelder, omdat er meerdere partijen aan tafel zitten. Meer werk dus, waarbij de ondersteuning is achtergebleven.

Ondersteuning decentraal bestuur

Uit de analyse die de Raad maakte, blijkt dat er grote verlegenheid is bij gemeenteraden en provinciale staten om in zichzelf en in de eigen ondersteuning te investeren. Raadslid of Statenlid is lekenbestuur. Dat dient ook zo te blijven en dus verdienen zij de beste ondersteuning. De minister kan hieraan een impuls geven door dwingender dan nu te sturen op de ondersteuning van het decentrale bestuur.

Verder onderzoek naar omvang middelen

De Raad adviseert de minister nader onderzoek te doen naar de omvang van de middelen die nodig zijn om aan de normen te voldoen. Als de normen leiden tot een wijziging van de taken of activiteiten van gemeenten of provincies, moet de minister volgens de regels van de Financiële-verhoudingswet aangeven hoe gemeenten of provincies dat kunnen bekostigen. Als uit het onderzoek blijkt dat de eigen middelen van gemeenten of provincies niet toereikend zijn, adviseert de Raad dat de minister middelen daarvoor beschikbaar stelt.

Naleving normen stimuleren

Tenslotte adviseert de Raad de minister om naleving van de normen te stimuleren. Burgemeesters en commissarissen van de Koning zijn bij uitstek in staat om als voorzitter van de gemeenteraad of provinciale staten sturing te geven aan ondersteuning. De driehoek met de griffier en gemeente- of provinciesecretaris kan daarbij een grote rol spelen.

Ondersteuning is geen luxe of bijzaak

De minister kan dit allemaal niet alleen. Decentrale volksvertegenwoordigingen dienen ook zelf meer verantwoordelijkheid te nemen om werk te maken van ondersteuning. Zo zou er beter gebruik gemaakt kunnen worden van het wettelijk instrumentarium voor ondersteuning.
Ondersteuning is geen luxe of bijzaak maar een essentiële voorwaarde voor het functioneren van een volksvertegenwoordiger en voor een sterke democratie.

Bij het advies van ROB is een paper gevoegd van Jos Hessels, burgemeester van Echt-Susteren, Advies ondersteuning gemeenteraad, augustus 2020.

Adviesrapport Goede ondersteuning, sterke democratie – Over de ondersteuning van decentrale volksvertegenwoordigingen, Raad voor het Openbaar bestuur, november 2020: www.raadopenbaarbestuur.nl/documenten/publicaties/2020/11/05/goede-ondersteuning-sterke-democratie

ROB: ‘Goed openbaar bestuur is niet gratis’, Yolanda de Koster, Binnenlands Bestuur, 5 november 2020: www.binnenlandsbestuur.nl

De ROB adviseert – gevraagd of op eigen initiatief – over de inrichting en het functioneren van het openbaar bestuur en de beleidsmatige aspecten van financiële verhoudingen tussen Rijk, gemeenten en provincies. Extra aandacht gaat uit naar de beginselen van democratie en rechtsstaat. www.raadopenbaarbestuur.nl

Twee enquêtes NIVEL: Hoe kijken burgers aan tegen COVID-19? Hoelang accepteren zij de maatregelen?

Op verzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzocht het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL hoe Nederlanders denken over COVID-19, de informatievoorziening over het virus en de reactie op het virus in Nederland. Dat gebeurde aan de hand van een online vragenlijst aan het Consumentenpanel Gezondsheidzorg van NIVEl in de periode eind februari –  half mei 2020. Maar, vanwege een toename van het aantal besmettingen en een aanscherping van de coronamaatregelen is een aantal van deze vragen in oktober 2020 eenmalig opnieuw voorgelegd aan leden van het Consumentenpanel. In het feitenblad Hoe kijken burgers in Nederland aan tegen het coronavirus en COVID-19? worden de resultaten gerapporteerd.
Downloaden Feitenblad Hoe kijken burgers in Nederland aan tegen het coronavirus en COVID-19? Nivel, 3 november 2020: https://nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1003901.pdf

Acceptatie maatregelen door burgers

Nivel heeft burgers ook gevraagd wat zij vinden van de maatregelen van de overheid. Hoe lang accepteren burgers diverse maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken? Het betrof zowel maatregelen die reeds genomen zijn, als maatregelen die nog niet genomen zijn.
Voor de resultaten zie Feitenblad. Hoe lang accepteren burgers diverse maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken? Meetmoment 5 (15/10 – 22/10 2020), Nivel 3 november 2020: https://nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1003900.pdf

Consumentenpanel Gezondheidszorg
Hoe denken burgers in Nederland over de gezondheidszorg en wat zijn hun ervaringen met die zorg? Dit peilt het Consumentenpanel Gezondheidszorg onder ongeveer 12.000 personen van 18 jaar en ouder aan de hand van schriftelijke of online vragenlijsten, via interviews of focusgroepen. De vraagstelling is heel breed en betreft de gezondheidszorg in Nederland.

Feitenblad. Hoe kijken burgers in Nederland aan tegen het coronavirus en COVID-19? Meetmoment 7 (15/10 – 22/10 2020), Nivel, 3 november 2020: www.nivel.nl/nl/publicatie/feitenblad-hoe-kijken-burgers-nederland-aan-tegen-het-coronavirus-en-covid-19-5

Feitenblad. Hoe lang accepteren burgers diverse maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken? Meetmoment 5 (15/10 – 22/10 2020), Nivel, 3 november 2020: www.nivel.nl/nl/publicatie/feitenblad-hoe-lang-accepteren-burgers-diverse-maatregelen-om-de-verspreiding-van-het-3

 

Afbeelding bovenaan is van Mohamed Hassan

Nieuwe uitgave ‘Flip the System US’ gepresenteerd

De Amerikaanse editie van ‘Flip the system’ is gelanceerd op 31 oktober 2020: Flip the system US: How teachers can transform education and save democracy. Deze uitgave is de zevende in de internationale Flip the system-boekenreeks die is uitgegroeid tot een internationale onderwijsbeweging, begonnen in Nederland in 2013 met de publicatie van Het alternatief. Weg met de afrekencultuur in het onderwijs! onder redactie van René Kneyber en Jelmer Evers. Daarna volgde een tweede deel van Het alternatief om vervolgens internationaal te gaan. Het Engelstalige Flip the system verscheen in 2015 en werd gepresenteerd op het 7e Wereldcongres Education International in Ottawa, Canada in juli 2015. Daarna volgden de Zweedse, Britse en Australische uitgaven.

Kern van de missie is: de economische benadering van het onderwijs en de afrekencultuur achter ons laten en daarvoor in de plaats kiezen voor een meer menselijke, democratische benadering. Dat wordt flipping the system genoemd en dat betekent dat leraren wereldwijd zelf de regie nemen over het onderwijs en zelf aan het roer gaan staan, in plaats van slechts uitvoerders te zijn van wat anderen allemaal bedenken voor het onderwijs. Van onderop beginnen met verandering van het onderwijssysteem.

Hiërarchie in het onderwijs afvlakken

Redacteur van de Amerikaanse bundel is Michael Soskil. Hij heeft in de afgelopen 22 jaar verschillende functies in het onderwijs bekleed. In 2017 is hij uitgeroepen tot Leraar van het Jaar van de Amerikaanse staat Pennsylvania. Daarvoor ontving hij op het Witte Huis de US Presidential Award for Excellence in Math and Science Teaching. Bij het verschijnen van het boek merkte hij op: “Als we de hiërarchie in het onderwijs afvlakken, kunnen we de basis leggen voor een democratie die gezonder, inclusiever en rechtvaardiger is”.

Hoe is deze bundel tot stand gekomen? Soskil in 2019: “Beslissende momenten gebeuren vaak als we ze het minst verwachten. Ik was op een conferentie en dronk een grote Peppermint Patty mocha bij de open haard in Hershey, Pennsylvania toen Mairi Cooper me benaderde om te helpen bij het opzetten van een organisatie ter verruiming van de vakkennis van leerkrachten. We hadden elkaar nog nooit ontmoet. Op dat moment in 2016 functioneerde Mairi als Pennsylvania’s Leraar van het Jaar, en ik was net genomineerd voor de Top 10 finalisten van de Global Teacher Prize. Voordat ik mijn koffie op had, overtuigde ze me om me bij haar aan te sluiten. Ik was enthousiast geworden en wilde graag helpen met het creëren van structuren voor leraren bij het nemen van beslissingen die van invloed zijn op hun leerlingen”.

Het door Soskil bijeengebrachte team van medewerkers aan het boek, hoofdzakelijk bestaand uit leraren, is zeer gevarieerd. Ze geven een eigen, authentieke stem aan de noodzakelijke positieve veranderingen en laten zien hoe een vreedzaam Amerika van vrije burgers eruit ziet. Elk hoofdstuk is een inspirerende bijdrage met aanwijzingen voor het vergroten van het vakmanschap van de leraar. Vakmanschap is de drijvende kracht achter het zoeken naar oplossingen voor de uitdagingen waarmee het onderwijs wordt geconfronteerd. Het gaat om onderwijzen van het hele kind, eerlijke kansen en goed onderwijs voor iedereen.

Sleutelrol van onderwijs in democratie

Een aantal medewerkers aan voorgaande edities heeft ook deze keer een bijdrage geleverd, onder wie Gert Biesta over het terugwinnen van het democratisch hart van het onderwijs. Howard Stevenson schrijft over het vernieuwen van onderwijsvakbonden. Volgens hem is dat de sleutel tot ‘flipping the system’. Pasi Sahlberg over lessen voor de Verenigde Staten, ontleend aan internationale onderwijssystemen. Hij biedt vijf strategieën aan, waaronder een die leraren leert van elkaar te leren en elkaar te leiden.  Andy Hargreaves heeft het over De Dag erna: onderwijs en rechtvaardigheid na de pandemie.

Jelmer Evers schreef de Epiloog en hij begint met het schetsen van zijn toestand en die van zijn leerlingen: “Ik had me voorgesteld een andere epiloog te schrijven voor dit prachtige boek. Terwijl ik dit schrijf zit ik nu al twee weken thuis in quarantaine vanwege de COVID-19-pandemie. Als ik uitkijk over de rustige straten en de middeleeuwse grachten van Utrecht, zie ik de wereld tot stilstand komen. We maken een wereldwijde crisis door, waarover we alleen in de geschiedenisboeken hebben gelezen. Deze crisis heeft er wereldwijd voor gezorgd dat leraren online lesgeven aan kinderen, aangezien er nu 1,4 miljard leerlingen niet op school maar thuis zitten”.

Jerry Oleksiak, voormalig voorzitter van de Pennsylvania State Education Association schreef naar aanleiding van de US editie: “De eerstelijns leraren die hun stem geven aan Flip the System US zijn de leraren die het onderwijs kunnen transformeren en de democratie kunnen redden. Zij zijn degenen die veranderingen in het onderwijs behoren aan te sturen: professionals met ervaring in de klas die goed geïnformeerd zijn door onderzoek. Zij begrijpen welke sleutelrol het onderwijs speelt in onze democratie. Hun focus op het welzijn van leerlingen en hun gemeenschappelijke oproep tot een rechtvaardig systeem, zijn een belangrijke en welkome bijdrage op een kritiek moment”.

Inhoudsopgave Flip the System US

Section I Public Education as the Foundation of Democratic Society

1. An American Education System with Integrity, Dennis Shirley

2. Engendering Student Civic Engagement: A Los Angeles Student Focus Group, Estella Owoimaha-Church

3. Regaining the Democratic Heart of Education, Gert Biesta

4. Teaching for Democracy: The Role of Student Autonomy and Agency, Michael Soskil

Section II An Equitable System for All

5. Systems that Promote Equitable Outcomes, Josh Parker

6. Beyond Privilege: Using Student Perspectives to Create a More Equitable System, Jinni Forcucci, Kristin Nichols, and Karli Sunnergren

7. The Day After: Education and Equity after the Global Pandemic, Andy Hargreaves

8. Closing the Rural Opportunity Gap, Lindsey Jensen

9. Market Forces and Erosion of Education as a Public Good: Widening Equity Gaps, T. Jameson Brewer and Amanda U. Potterton

Section III Healthy Students, Healthy Schools, and Healthy Communities

10. Educating the Whole Child, Sean Slade

11. Flipping the System: A Primer for the Classroom Teacher, Mairi Cooper

12. Refugee and Immigrant Education: Strengthening Our Communities, Mandy Manning

13. Impact of Trauma on the Foundational Identities of Our Children, Beth Davey and Kelly Holstine

Section IV Elevating Teacher Expertise into Education Decisions

14. Teaching is a Political Profession: Stepping into the Arena,  Melissa Tomlinson

15. Lessons for the United States from International Education Systems, Pasi Sahlberg

16. A Case Study in Distributed Leadership: Sanger Unified School District, Tracey Fritch

17. #RedforEd and the Struggle for Our Schools, Noah Karvelis

18. Education Union Renewal: The Key to Flipping the System, Howard Stevenson

Section V Supporting Teachers in a Flipped System

19. Addressing the Shortage: Recruiting our Next Generation of Teachers, Kimberly Eckert

20. Supporting Teachers from Historically Marginalized Communities, Michael Peña, Winter Marshall-Allen, Carlos Avila, Melissa Collins, Alhassan Susso, and Jill Davidson

21. Democratized Professional Learning: The Edcamp Model, Dan Callahan

22. Pockets of Innovation: Transformational Professional Learning and Development, Trista Hollweck and Dyane Smokorowski
Epilogue The Death and Life of the Teacher, Jelmer Evers

Flip the System US, M. Soskil (Ed.), Eye on Education, New York, 2020. Verkrijgbaar bij: https://www.taylorfrancis.com/books/e/9780429354601

Nieuwe uitgave ‘Flip the System Australia’. Internationale invloed van leraren breidt zich steeds verder uit, Blogs Beroepseer, 29 april 2019: https://beroepseer.nl/blogs