Skip to main content

Redactie Beroepseer

Uitspraak: vergoedingen niet-gecontracteerde zorg waren in strijd met de wet. Verzekeraar moet excessieve zorgnota aantonen

De Nederlandse Zorgautoriteit en Stichting Zorghuis hebben de rechtszaak over vergoedingen voor zorgprestaties bij niet-gecontracteerde zorgverzekeraars gewonnen.
Sommige zorgverzekeraars maximeren de vergoeding van zorgdeclaraties bij restitutie-polissen en wijzen vergoeding boven dat maximum stelselmatig af. De maxima zijn zo vastgesteld dat ongeveer 95% van de nota’s worden vergoed. Op verzoek van Stichting Zorghuis gaf de Nederlandse Zorgautoriteit de aanwijzing met die praktijk te stoppen.

De verzekeraars stelden tegen die aanwijzing beroep in. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat NZa de aanwijzing terecht heeft opgelegd. Het uitgangspunt bij een restitutiepolis is nu eenmaal dat de verzekeraar de zorgnota volledig vergoedt. De wet geeft hem wel de mogelijkheid om de vergoeding van een niet marktconforme zorgnota (deels) te weigeren. Lijsten met (indicatieve) bedragen zijn een hulpmiddel, maar niet toereikend als bewijs dat het gedeclareerde bedrag duidelijk uitstijgt boven het bedrag dat andere zorgaanbieders voor gelijksoortige activiteiten in rekening brengen.

De volledige uitspraak, 28 juli 2020

Het betreft een rechtszaak tussen apellanten

1. Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.inclusief het label ProLife) (hierna: Zilveren Kruis),
2. FBTO Zorgverzekeringen N.V.FBTO) en
3. Avéro Achmea Zorgverzekeringen N.V.Avéro),

en de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster.

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: Stichting Zorghuis te Bergen op Zoom

Stichting Zorghuis had om handhaving verzocht door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), omdat volgens de stichting de vergoedingen die door Zilveren Kruis, FBTO en Avéro voor niet-geconracteerde zorg bij restitutiepolissen worden uitgekeerd, dusdanig beperkt zijn dat deze niet als restitutiepolissen aangeboden zouden mogen worden.

Deze zorgverzekeraars hanteerden lijsten met door henzelf berekende bedragen, waarbij het gedeelte van een ingediende declaratie dat boven zo’n berekend bedrag uitkwam, steeds automatisch werd afgewezen. NZa heeft vervolgens aanwijzingen opgelegd aan Zilveren Kruis en FBTO.

Het College komt tot de conclusie dat NZa deze aanwijzingen terecht heeft opgelegd. Uit artikel 11 Zvw en artikel 2.2 Bzv volgt dat het uitgangspunt bij een restitutiepolis is dat de nota van de zorgaanbieder volledig wordt vergoed. Daarop bestaat slechts een uitzondering voor onredelijk hoge nota’s. Door een lijst met door henzelf vastgestelde bedragen als vast maximum te hanteren handelen de zorgverzekeraars in strijd met voornoemde bepalingen. Met het door de zorgverzekeraars gehanteerde systeem van berekening, waarbij die bedragen zodanig zijn vastgesteld dat niet meer dan ongeveer 95% van de ingediende nota’s wordt vergoed, staat geenszins vast dat een ingediende nota die boven die bedragen uitkomt “excessief” is. Niet aangetoond is dat de 5% hoogste nota’s steeds als onredelijk hoog dienen te worden aangemerkt. Het College verklaart de beroepen van Zilveren Kruis en FBTO ongegrond.

Stichting Zorghuis streeft naar meer duidelijkheid, transparantie maar vooral rechtszekerheid in een steeds complexer wordend zorgstelsel: “Wij maken ons hard voor vrije artsenkeuze, transparantie en een eerlijk aanbod van zorgpolissen”. De stichtng verleent geen (juridische) bijstand voor individuele gevallen. Ook geeft men een advies over de af te sluiten zorgverzekering. Wel vraagt men goed op te letten. Er valt namelijk écht iets te kiezen…maar ook te verliezen

Uitspraak ECLI:NL:CBB:2020:489, de Rechtspraak, 28 juli 2020: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CBB:2020:489

College van Beroep; Vergoedingen Zilveren Kruis en FBTO in strijd met de wet, Stichting Zorghuis, 28 juli 2020: www.zorghuis.nl/uitspraak-college-van-beroep-over-restitutiepolis

Polisvoorwaarden belemmeren toegang tot zorg/Zilveren Kruis overtreedt de wet met te lage vergoedingen, Stichting Zorghuis: www.zorghuis.nl/opnieuw-aanwijzing-voor-zilveren-kruis

U   P  D  A  T  E

CBb zet streep door maximumvergoeding voor niet-gecontracteerde zorg, door

 

 

Afbeelding bovenaan is van Marek Studzinski

Coronacrisis is ongekende aanjager van werkstress

Vakbond CNV heeft onderzoek laten verrichten naar werkdruk tijdens de coronacrisis onder een representatieve groep van 2.500 werkenden. Het blijkt dat door de crisis 34% van alle werkenden meer werkdruk ervaart dan ooit.

1 op de 5 staat meer dan ooit onder druk om goed te presteren op het werk. 11% zit nu tegen een burn-out aan door de crisis en bij 21% is het ziekteverzuim op het werk gestegen. 16% van de ondervraagden is uitgeput vanwege de hoge werkdruk als gevolg van de crisis.

Schokkende cijfers

“Schokkende cijfers. Omgerekend betekent dit dat miljoenen werkenden onder hoge druk staan. Meer dan een miljoen mensen zijn uitgeput. De coronacrisis is een ongekende aanjager van stress op de werkvloer”,’ aldus Piet Fortuin, CNV-voorzitter.
”We roepen alle werkgevers met klem op om prioriteit te geven aan het verlichten van de werkdruk. Doen ze dat niet, dan zou de schade door ziekteverzuim en langdurige uitval enorm kunnen zijn. En daarmee ook de economische schade voor veel ondernemers”.

Zorg en onderwijs

Met name in de zorg (54%) en onderwijs (59%) ervaart men meer werkstress door de crisis. In het onderwijs overweegt 1 op de 5 over te stappen naar een andere sector vanwege de werkdruk, in de zorg is dit 14%. 34% van de zorgmedewerkers stelt dat het ziekteverzuim is gestegen op hun werkplek. 32% van de onderwijzers is uitgeput door de hoge werkdruk.
Fortuin: “Juist deze sectoren houden Nederland overeind tijdens de crisis. Schrijnend dat uitgerekend hier de druk zo groot is. We moeten voorkomen dat mensen de zorg en het onderwijs verlaten door deze crisis. De personeelstekorten zijn nu al zo hoog en zouden hierdoor nog meer oplopen”.

Marktsectoren

Ook de marktsector blijft niet buiten schot. Bijna de helft van de mensen (46%) in de dienstverlenende sectoren ervaart meer stress door de coronacrisis. 15% van de werkenden in de ICT zit momenteel tegen een burn-out aan en 12% heeft zich de afgelopen vier maanden minstens een keer ziek gemeld vanwege de hoge werkdruk.

“Het beeld, dat mensen in de marktsector het rustiger hadden door de crisis, klopt van geen kant. De eisen aan het personeel zijn alleen maar hoger geworden. In de marktsector komt ook nog de stress bovenop om de baan te verliezen”, stelt Fortuin. “We vragen werkgevers om de werkdruk behapbaar te houden. Uiteraard begrijpen wij dat omzetverlies voor veel ondernemers ingrijpend is. Maar medewerkers mogen hier nooit de dupe van worden”.

CNV-onderzoek: werkdruk hoger dan ooit door coronacrisis, CNV, 9 juli 2020: www.cnv.nl

Meer informatie over werkdruk is te vinden op Arboportaal van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: www.arboportaal.nl/onderwerpen/werkdruk

 

Foto bovenaan is van Josh Clifford

Enquête wijst uit: Helft van verpleegkundigen wil niet opnieuw werken op covid-afdeling

Verpleegkundigen verdienen structureel meer erkenning en waardering, en niet alleen tijdens crises (zoals nu tijdens COVID-19). Dat moet gepaard gaan met een passende beloning, die recht doet aan hun inzet, professionaliteit en hun grote maatschappelijke belang. Dat versterkt het vak, dat versterkt de loopbaanperspectieven, en dat versterkt de aantrekkingskracht op de arbeidsmarkt.
Deze aanbeveling werd gedaan door prof. dr. Willy Spaan in een interview voor Zorgvisie van 28 mei 2020. Spaan, scheidend voorzitter van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) deed ook een oproep aan overheid, zorgverzekeraars en burgers om het belang van extra financiële middelen op de agenda te zetten. Dat extra geld is nodig voor doorgroeimogelijkheden en verbetering van salarissen van verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel in umc’s. Hij zei: “We zijn als umc’s trots op onze verpleegkundigen. Mede door hun professionele inzet konden wij extra capaciteit aanbieden op de ic’s en afdelingen. Want aan extra bedden heb je niets zonder extra professionals”.

Armand Girbes verwijst naar de woorden van Spaan in zijn artikel Nog geen meter op de site van Arts en Auto. Girbes is intensivist-klinisch farmacoloog en hoofd afdeling ICV van Het VU medisch centrum. Hij schrijft dat wij als Nederlanders nog geen meter opgeschoten zijn met het opwaarderen van de waardering voor verpleegkundigen. Het is nu eind juli 2020. Wanneer gaat dat nu eens gebeuren?

‘Wil jij (weer) op een covid-afdeling werken?’

De uitslag van een peiling op de site van het tijdschrift voor verpleegkundigen Nursing waar ruim 1400 lezers op reageerden laat zien dat als er vanwege een tweede golf van het coronavirus weer cohort-afdelingen worden opgezet, de helft van de verpleegkundigen die voordien op zo’n afdeling heeft gewerkt daar niet meer wil werken. Van degenen die aan het onderzoek meededen wil minder dan de helft, namelijk 46%, op een covid-afdeling werken.
Van de in totaal 1414 mensen die antwoord gaven op de vraag Wil jij (weer) op een covid-afdeling werken? hebben er 900 al gewerkt op een covid-afdeling. 453 zeggen dat ze dat niet opnieuw willen doen, 447 zou werken op een covid-afdeling juist zo weer doen.
514 verpleegkundigen die hebben gereageerd hebben tijdens de coronacrisis nog niet op een cohort-afdeling gewerkt. Van deze groep zegt zo’n 38% (196 in totaal) dat ze dat bij een eventuele tweede golf wel zouden willen. 318 lezers of 62% zegt ‘Dat is niks voor mij’.

Vertrek ic-verpleegkundigen

Girbes schrijft dat de positieve signalen van waardering en herwaardering nú moeten komen: “Dat vereist ongewoon snel schakelen, zoals dat in ons vak intensive care geneeskunde heel gewoon is. We moeten ook hier naar een nieuw normaal: professionals van het primaire proces en vooral de verpleegkundigen juist (= comme il faut) waarderen en niet (indirect) bashen met o.a. onderwaardering. Anders wordt het eens maar nooit weer”.

Opwaardering van met name de verpleegkundigen staat wel op de agenda van het NFU die heeft aangekondigd dat een commissie in november 2020 met een rapport over IC-verpleegkundigen komt. Maar Girbes schijnt intussen al niet veel vertrouwen meer te hebben in een realisering, gelet op recente berichten over een forse stijging van de pensioenpremie die de loonruimte van umc’s zou opeten.

Ondertussen meldt dagblad de Gelderlander dat bij het Radboud UMC op korte termijn 24 van de 185 ic-verpleegkundigen op de intensive care,  gaan vertrekken. Ingewijden spreken over 33 ic-verpleegkundigen. Het vertrek zal het tekort aan ic-verpleegkundigen dat er al is nog verder doen oplopen. De uitstroom heeft volgens het ziekenhuis niets te maken met eventuele onvrede onder werknemers. Oorzaak zou zijn het hoge aantal mensen dat dit jaar met pensioen gaat.

Uitslag poll: helft verpleegkundigen die werkten op covid-afdeling wil dat niet meer, Nursing, 27 juli 2020: www.nursing.nl

Poll: Wil jij (weer) op een covid-afdeling werken?, Nursing, 23 juli 2020: www.nursing.nl

NFU: geef verpleegkundigen meer structurele erkenning en waardering, NFU, 29 me 2020: www.nfu.nl/actueel/nfu-geef-verpleegkundigen-meer-structurele-erkenning-en-waardering

Ruim 10 procent ic-verpleegkundigen Radboudumc Nijmegen vertrekt, door Frank Hermans, De Gelderlander, 18 juli 2020: www.gelderlander.nl

Eindrapport met resultaten effecten maatregelen [Ont]Regel de zorg 2020. Wat merkt de zorgprofessional ervan?

Wat merkt de zorgprofessional van actieplan (Ont)Regel de zorg? In maart 2020 is een tweede meting verricht van de effecten van de maatregelen. Het eindrapport hiervan is door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aangeboden aan de Tweede Kamer op 17 juli 2020.

Zorgverleners zijn veel tijd kwijt aan administratieve werkzaamheden die ze niet kunnen besteden aan zorg voor de patiënt, terwijl dat wel het beroep is waarvoor ze hebben gekozen. Administratie kost in de ogen van zorgprofessionals bovenmatig veel van hun tijd waarvan zij de toevoegde waarde voor het eigenlijke werk niet zien. Dit resulteert in regeldruk.

De regeldruk – het rapport heeft het steevast over ‘ervaren regeldruk’ –  in de zorg is de afgelopen jaren toegenomen. Voortbouwend op het initiatief uit 2017 van beroepsvereniging voor zorgprofessionals VvAA en huisartsenactiegroep ‘Het Roer Moet Om’ (HRMO) die de verlammende bureaucratie in de zorg onder de naam (Ont)Regel de zorg op de agenda hebben gezet, is het ministerie van VWS in 2018 gestart met het programma (Ont)Regel de zorg. Doel is merkbare vermindering voor zorgprofessionals en patiënten van de regeldruk. Het programma bevat voor negen sectoren een actieplan met meer dan 150 actiepunten.

In 2019 heeft de eerste meting plaatsgevonden, de nulmeting. De resultaten van de tweede meting in 2020, de effectmeting,  zijn te vinden in Eindrapport Merkbaarheidsscan[Ont]Regel de Zorg.  Van de 78 gemeten actiepunten waren per maart 2020 (ijkmoment) 46 actiepunten afgerond.

Paramedische zorg (fysiotherapie) ervaart gemiddeld grootste afname in regeldruk

Over het algemeen tonen vijf sectoren tussen 2019 en 2020 een lichte vermindering in de ervaren regeldruk onder professionals in de zorg (op een rapportcijfer van 1-9). De mate waarin de regeldruk is afgenomen varieert tussen de sectoren. Relatief gezien ervaren respondenten in de paramedische zorg (i.e. fysiotherapie) gemiddeld de grootste afname in regeldruk. Het rapportcijfer is in deze sector is gedaald van een 7,5 naar een 6,7; een daling van 10,7%.

Wijkverpleging ervaart geen verandering

De wijkverpleging ervaart als enige sector geen verandering in de ervaren regeldruk. Deze sector hoort in beide jaren echter wel bij de sectoren met gemiddeld de laagst ervaren regeldruk. Naast de ervaren regeldruk uitgedrukt in een rapportcijfer, is ook de ervaren tijdsbesteding gemeten. Het gaat om de tijd die volgens professionals wordt besteed aan administratie ten opzichte van hun totale werktijd. Daarop laten enkele sectoren een toename zien, namelijk de farmacie (+ 0,7%), de huisartsenzorg (+1,7%) en de curatieve ggz (+ 2,7%)

Tijdens de eerste meting in 2019 kwam al naar voren dat men accepteert dat administratieve werkzaamheden tot het dagelijkse werk behoren, zolang de logica erachter en de waarde die zij toevoegen aan het primaire proces, d.w.z. het eigenlijke werk,  duidelijk zijn. Dit wordt beaamd door meerdere geïnterviewden in 2020; het ‘snappen’ van een regel leidt tot minder ervaren regeldruk. Net als in 2019 toont de enquête in 2020 in alle sectoren een vrij hoge mate van acceptatie van administratieve tijd. De acceptatie is sectorbreed zelfs iets hoger dan in 2019.

Met een eerste lichte daling in ervaren regeldruk is verbetering in zicht. Tegelijkertijd laten de resultaten van de enquête en de interviews zien dat ontregelen een taaie kwestie is. Er is waarschijnlijk meer tijd nodig om de effecten van het actieplan te ervaren.

Aanbevelingen actieplan

Tijdens de interviews zijn aanbevelingen gedaan voor het slagen van het actieplan:

  • Zorg dat het actieplan flexibel inspeelt op de ontwikkelingen in het veld.
  • Organisaties zelf hebben een belangrijke rol; voer (ont)regelen door tot in de haarvaten van de organisatie.
  • Voorkom dat het effect van het schrappen van regels teniet wordt gedaan door het toevoegen van nieuwe regels.
  • Ga met ketenpartners in gesprek om te voorkomen dat regeldruk wordt verschoven.

Het onderzoek heeft gebruikgemaakt van drie methoden:

  1. groepsgesprekken met professionals;
  2. enquête onder 4.500 professionals in 2019 en 3.500 professionals in 2020
  3. verdiepende interviews met professionals waarin de uitkomsten uit de enquête nader zijn geduid en verdiept.

Belangrijkste conclusies

  • Van de zes sectoren waar eerder een 0-meting is uitgevoerd, tonen vijf sectoren tussen 2019 en 2020 een (lichte) vermindering in de ervaren regeldruk;
  • Deze afname is het grootst onder fysiotherapeuten. Het cijfer dat zij geven is gedaald van een 7,5 naar een 6,7 op een schaal van 1 tot 9 waarbij 1 staat voor de laagste ervaren regeldruk en 9 voor de hoogste ervaren regeldruk;
  • Daarbij valt op dat de farmacie, huisartsenzorg en curatieve GGZ een lichte toename laten zien van de tijd die zorgverleners aan administratieve handelingen besteden;
  • De acceptatie van administratieve tijd is licht gestegen tussen 2019 en 2020; dit illustreert het belang van naast schrappen ook blijven inzetten op snappen.

Het rapport geeft in hoofdstuk 2 een algemeen beeld van de ervaren regeldruk in 2020 ten opzichte van 2019. Hoofdstuk 3 beschrijft per sector de effecten van de actiepunten van het actieplan (Ont)Regel de zorg. Aan het slot een aantal bijlagen, met o.m. een verantwoording van de onderzoeksaanpak.

Reacties van zorgprofessionals op internet

“Zolang de zorgprofessional geen verschil merkt is ontregelen nog lang niet klaar”.

“Ik merk helemaal niets. Ik heb actief deelgenomen aan de schrapdagen. Ook het tijdschrijven, dat is ‘geschrapt’…  wanneer ga ik dat merken?” Antwoord: “Voorlopig niet. Ik zie wel een bepaald patroon. Als het ministerie ideeën omarmt dan komt het juist in de bureaucratie met alle prachtige woorden die daarbij horen. De verandering moet komen van onderop, dus van jou en van mij”.

“Hoe kan ik bureaucratie stoppen?” Antwoord: “Dat kun je niet alleen, maar stel de vraag ‘Waarom moet dit…’ elke keer weer aan jezelf, je collega, je manager. Alleen dan komt er vanuit de werkvloer een beweging tot stand, bewustwording. Nee, ik ben geen dromer. Ik geloof echt dat daar de kracht ligt van de zorgprofessional”.


Eindrapport Merkbaarheidsscan [Ont]Regel de Zorg 2020
, Rijksoverheid, 30 juni 2020: www.rijksoverheid.nl

Aanbieding merkbaarheidsscan [Ont]Regel de Zorg 2020. Ministers De Jonge en Van Ark en staatssecretaris Blokhuis delen de 2e merkbaarheidsscan van het programma [Ont]Regel de Zorg met de Tweede Kamer, Rijksoverheid,17 juli 2020: www.rijksoverheid.nl

Nieuwe GGZ-wet is gevaarlijk prutswerk, een bureaucratisch wangedrocht

Voor invoering van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) per januari 2020 is keer op keer gewaarschuwd. De wet zou niet uitvoerbaar zijn. Nu, zeven maanden later blijkt de waarschuwing niet voor niets. De wet leidt tot verwarring en frustratie bij alle partijen. GGZ-personeel is beland in een kafkaëske situatie. De wet waaraan twaalf jaar is gewerkt, gaat over de regeling van gedwongen behandeling voor mensen met een psychische stoornis.

In november 2019 publiceerden we de blog Explosie aan bureaucratie verwacht bij invoering Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Daarin stonden reacties van psychiaters en instellingen die duidelijk taal spraken. Bijvoorbeeld: “Dit is weer een flinke stap terug. Psychiaters moeten halve juristen worden om dit goed te doen”.

De mens verdwijnt uit beeld

Weekblad De Groene Amsterdammer wijdt een uitgebreid artikel aan de kwestie, getiteld De mens verdwijnt uit beeld, waarin de resultaten van een halfjaar durend onderzoek naar de dwangwet, uitgevoerd door Investico, platform voor onderzoeksjournalistiek. Gesproken is met ruim vijftig betrokkenen, onder wie zorgprofessionals, (vertegenwoordigers van) patiënten en familie, juristen en burgemeesters.
Een van de personen die nauw betrokken is geweest bij de totstandkoming van de wet is Rutger Kips van patiëntenbelangenvereniging MIND. Na lezing van het uiteindelijke resultaat slaakt hij een diepe zucht: “We begonnen met een makkelijk wetsvoorstel, en tien jaar later zitten we met een bureaucratisch gedrocht van heb ik jou daar“.

In de honderd pagina’s die de uiteindelijke wet is gaan tellen, zitten ruim dertig schriftelijke plichten voor de GGZ, vooral voor de geneesheer-directeur: naar de familie, het Openbaar Ministerie (OM), de burgemeester en soms zelfs de minister van Veiligheid.

Auteurs Emy Koopman en Catrien Spijkerman van het artikel in De Groene Amsterdammer:

“De een verscheurt ze, de ander trekt ze door de wc, weer een ander gooit ze in je gezicht, weet Claar Mooij. Brieven, soms meerdere per dag, die ze als psychiater van ggz-instelling Lentis in een eindeloze stroom op haar patiënten afvuurt. ‘Verschrikkelijke brieven’, geeft ze toe, in ‘zwaar juridisch jargon’. Toch verstuurt Mooij ze, omdat dit sinds 1 januari bij wet verplicht is. Patiënten moeten voortaan op de hoogte worden gebracht van iedere stap in de procedure van gedwongen zorg. ‘Formeel is het in hun eigen belang: zodat ze weten wat er gaat gebeuren en ze een klacht kunnen indienen.’

Maar onder patiënten zien de psychiater en haar collega’s bij iedere nieuwe brief de wanhoop toenemen. ‘Het gaat om heel kwetsbare mensen, vaak in ernstige psychische nood, soms erg achterdochtig. Wat denk je dat het voor effect heeft als je ineens een stuk of tien brieven van de ggz ontvangt? Ze zitten achter me aan, denk je dan.’ Veel patiënten lezen de brieven ook niet, merken Mooij en collega’s van andere ggz-instellingen. Eén patiënt probeerde zijn brieven zelfs in de fik te steken. Verpleegkundigen konden de brand nog net voorkomen”.

Lees het hele artikel ‘De mens verdwijnt uit beeld’ – Onderzoek De nieuwe Wet verplichte GGZ, door Emy Koopman en Catrien Spijkerman, De Groene Amsterdammer no 30, 22 juli 2020: www.groene.nl/artikel/de-mens-verdwijnt-uit-beeld

Onhoudbare situaties

RTV Noord besteedt ook aandacht aan de gevolgen van de nieuwe wet: Onveilige situaties in ggz-instellingen door nieuwe wet: ‘Het is vreselijk, echt vreselijk’.
Geïnterviewd is geneesheer-directeur Claar Mooij van Lentis, aanbieder van geestelijke gezondheidszorg, forensische gezondheidszorg en ouderenzorg in de provincies Groningen, Drenthe en Friesland.

Volgens Mooij zitten er denkfouten achter de wet die zorgen voor de onmogelijke situaties waar de behandelaars nu mee te maken hebben. Er moet echt wat gebeuren, want de situaties zijn niet alleen onhoudbaar in de kliniek tijdens de behandeling van verdachten, maar zorgt ook voor grote onvrede in de beroepsgroep: “De uitvoering en registratie is echt ongelofelijk ingewikkeld, dat werkt demoraliserend. Er zijn collega’s die zeggen: als dit niet verandert dan stop ik ermee”.

Lees het hele artikel Onveilige situaties in ggz-instellingen door nieuwe wet: ‘Het is vreselijk, echt vreselijk’, RTV Noord, 22 juli 2020: www.rtvnoord.nl

Explosie aan bureaucratie verwacht bij invoering Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, Blogs Beroepseer, 19 november 2020: https://beroepseer.nl

Petitie Herzie de wet verplichte GGZ: www.herziedewetverplichteggz.nl/ (Website is niet meer actief) Zie: www.petities.com/a/245341

U P D A T E

Flinke toename acuut gedwongen opnamen psychiatrie, experts wijzen naar ‘kapotte wet’, door www.volkskrant.nl

Onderzoek Verwarde personen – Vaak een psychose en opvallend veel buitenlanders: de feiten over gedwongen opname, door

Trek onmiddellijk de stekker uit de nieuwe wet die de ggz verlamt, door Chefren ten Noever de Brauw, Trouw, 28 juli 2020: www.trouw.nl

Kandidaten verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2020 bekend

De shortlist met kandidaten van de verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2020 zijn bekend. Tientallen overheidsmanagers, werkzaam binnen ministeries, provincies, gemeenten, waterschappen, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen zijn voorgedragen. Zes van hen zijn geselecteerd voor de tweede ronde: de jurygesprekken. Er waren veel sterke kandidaten maar deze zes sprongen eruit. Thema van de verkiezing van 2020 is: Tussen systeem en maatwerk.

Tussen systeem en maatwerk

Regels zijn er binnen de overheid om de publieke zaak in goede banen te leiden en om ervoor te zorgen dat ambtenaren een houvast hebben waarop ze kunnen terugvallen. Maar bij het oplossen van publieke vraagstukken en crisissituaties passen regels niet altijd. Wat doe je als de regels even niet passen binnen de werkelijkheid en de situatie om een nieuwe of andere aanpak vraagt?

De Overheidsmanager van 2020 is iemand die maatwerk ruimte durft te geven en goed inspeelt op onverwachte (crisis)situaties. Hij/zij stimuleert het besef dat het effect van het handelen van belang is, ook als dat betekent dat je af en toe buiten de lijntjes moet denken en doen. Tegelijkertijd is de overheidsmanager er zich ook van bewust dat maatwerk niet altijd nodig is. De manager weegt maatwerk af tegenover meerdere doelen en kan de keuze naar anderen toe verantwoorden.

De zes kandidaten

  • Marcel van Bijnen, provinciesecretaris Noord-Brabant
  • Gertru Diender, directeur Participatie & Maatschappelijke Ontwikkeling bij de gemeente Leiden
  • Jacqueline de Jager, programmadirecteur Maatschappelijke Diensttijd bij de ministeries OCW, VWS en SZW
  • Sandra Koster, sectorhoofd Economie & Cultuur bij de gemeente Eindhoven
  • Esther Lieben, directeur en Commandant Brandweer Veiligheidsregio Haaglanden
  • Arjen Littooij, Algemeen directeur Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

De finalisten

Na het gesprek tussen de kandidaten en de jury wordt halverwege september 2020 bekend gemaakt wie de drie finalisten zijn.
Zij krijgen daarna op hun werkplek bezoek van een afvaardiging van de jury. Uiteindelijk wordt tijdens de uitreiking op donderdag 5 november 2020 uit de drie kandidaten de Overheidsmanager van het jaar 2020 verkozen. Dat gebeurt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Ridderzaal in Den Haag.

Over de verkiezing

Met de Verkiezing Overheidsmanager van het jaar wil de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) een platform bieden aan excellent overheidsmanagement, en het delen van kennis binnen de publieke sector bevorderen.
Verkozen worden tot Overheidsmanager van het jaar is daarmee dé beloning voor krachtig overheidsmanagement en publiek leiderschap. Om aan zoveel mogelijk verschillende managers een podium te bieden is er elk jaar een ander thema. Voor 2020 is dat Tussen systeem en maatwerk. Zie voor meer info over thema en criteria voor deelname op site van Overheidsawards: www.overheidsawards.nl/thema-en-criteria/

De verkiezing Overheidsmanager van het jaar is een initiatief van de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM). De prijsuitreiking wordt mede mogelijk gemaakt door: Binnenlands Bestuur, landelijk netwerk van jonge ambtenaren werkzaam bij de overheid FUTUR, Interprovinciaal Overleg (IPO), NEderlandse Norm (NEN), Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Ordina, Publiek Denken en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Meer informatie over Overheidsmanager van het Jaar 2020 bij Overheidsawards: www.overheidsawards.nl
Meer info over de kandidaten: www.overheidsawards.nl/overheidsmanager-van-het-jaar/shortlist2020/

Sleutelfiguren van verpleeghuiszorg vertellen over aanpak, impact en geleerde lessen van coronacrisis

Volgens Margreet de Graaf was “voor mij de coronacrisis een omslag zonder weerga. Voor de crisis waren we in Friesland bezig met de volle breedte van publieke gezondheid. Preventie en vangnet, van geboorte tot aan de dood. Vanaf het moment dat het eerste geval van corona in Nederland een feit was, kwam alles voor mij en mijn GGD-collega’s ineens in een ander daglicht te staan. Van opereren in de schaduw naar midden in de spotlights. Veel overleggen met zowel landelijke als provinciale partners. De druk van pers en publiek. Spannende maanden”.

Margreet de Graaf is directeur Publieke Gezondheid bij Veiligheidsregio Fryslân en daarmee ook directeur van GGD. Ze is ook landelijk woordvoerder voor bron- en contactonderzoek.
Ze vertelt haar verhaal op de site van Thuis in het verpleeghuis – Waardigheid en trots op elke locatie. Daarop staan verhalen van sleutelfiguren van zorgorganisaties die, om de coronacrisis in de verpleeghuizen het hoofd te bieden, in de hoogste versnelling moesten schakelen.
Hoe was hun aanpak? Wat waren de valkuilen? De impact? Welke lessen zijn er te trekken?

Margreet de Graaf: De aanpak

“Onze aanpak was een combinatie van landelijk en regionaal. Aan de ene kant benaderden we het virus als een landelijke pandemie met het ministerie als gesprekspartner. In Friesland zelf was de dynamiek tegelijkertijd anders. We hadden en hebben als veiligheidsregio goed contact met het lokaal bestuur. Supermooi. Elke burgemeester zit dicht op de lokale cultuur. Onze inzet was het managen van de communicatie en van de onrust. De spanning er af halen. In het begin van de crisis was er elke dag contact met alle burgemeesters. Later werd dat elke week. En nu is de frequentie nog lager. Je beweegt mee”.

De valkuil

“In de spanning van het moment lijkt de aanpak van corona vooral een medisch-technisch verhaal. Besmettingen indammen, zorgen voor beschermend materiaal, testen. Dat kan een valkuil zijn, want juist corona gaat ook om het welzijn van mensen. Eenzaamheid, angst, misverstanden. Ik vind dat je daar evenzeer oog voor moet hebben. En dat kan trouwens in piepkleine dingen zitten. Dat je zo’n handgelpompje in het appartement van een verpleeghuisbewoner bij de deur zet en niet midden in de woonkamer, zodat de hele kamer ernaar gaat ruiken. Die keuze zegt iets over je benadering van het probleem”.

De impact

“De impact van het virus werkt lang door. De werkers in de zorg zijn moe. Bij GGD Fryslân noemen we de eerste fase van het virus de sprintfase. Hierna komt de marathonfase die wellicht dit najaar gaat spelen. Op dit moment zitten we in de transitiefase. Iedereen is op adem aan het komen. Het is afkicken van de overmaat aan adrenaline. Ik merk het ook bij mezelf: er zijn nieuwe irritaties. Over afspraken die boven op elkaar gestapeld zijn en slecht voorbereide bijeenkomsten. In de sprintfase deed je over dit soort dingen niet moeilijk. Nu kan het knap irritant zijn”.

De lessen

“Wat misschien wijs is, is om meer te investeren in warme bedden. Daar zijn we in Nederland niet zo van: geld investeren in reservecapaciteit. Ons bin zuunig. Geld is altijd weer het issue in Nederland.
We staan er om bekend dat we alles strak organiseren. Daardoor hebben we in Nederland het laagste aantal IC-bedden per 100.000 inwoners en precies genoeg bedden in de ouderenzorg. Maar bij een crisis zoals het coronavirus wreekt die zuinigheid zich. Misschien moeten we wat minder grootgrutters zijn. Extra capaciteit in ouderenbedden is verstandig”.

Lees het hele verhaal: Margreet de Graaf (GGD): ‘Na de sprintfase komt de marathonfase’, door Rob van Es, Waardigheid en trots, 21 juli 2020: www.waardigheidentrots.nl/praktijk/margreet-de-graaf-ggd-corona/#

Interviewserie sleutelfiguren

Van Uum (VWS): ‘Er ging een andere wereld voor ons open’, door Rob van Es, Waardigheid en trots, 15 juni 2020: www.waardigheidentrots.nl/praktijk/uum-vws-andere-wereld-corona/#

Achterberg: ‘Dit is waarvoor we het doen’, door Rob van Es, Waardigheid en trots, 6 juli 2020: www.waardigheidentrots.nl/praktijk/achterberg-academisch-netwerk-corona/#

Enquête Arbeidstafel Jeugd: ‘Wat maakt een organisatie aantrekkelijk om voor te werken?’

Werken in jeugdhulp. Daar heb je voor gekozen. Wat bepaalt of je blijft of gaat? De Arbeidsmarkttafel Jeugd is op zoek naar de ingrediënten van een aantrekkelijke organisatie. Van de ingrediënten worden vervolgens recepten gemaakt en gepubliceerd in een receptenboekje waarmee organisaties zelf aan de slag kunnen. Doe je mee? Vul dan de vragenlijst in. Duur: tien minuten. https://s.vragenlijst.fcb.nl/?e=202920&h=4EF1EDB12415C92&l=du

Arbeidsmarkttafel Jeugd

In de Arbeidsmarkttafel Jeugd werken sociale partners en de Ministeries van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS) en Justitie en Veiligheid (JenV) samen om van jeugdhulp weer een branche te maken waarin huidige en nieuwe medewerkers met plezier werken. Aantrekkelijke organisatie is één van de vijf thema’s van de Arbeidsmarkttafel Jeugd.
Benieuwd naar de andere thema’s? Klik hier: www.jeugdzorg-werkt.nl

Direct naar de vragenlijst: https://s.vragenlijst.fcb.nl/?e=202920&h=4EF1EDB12415C92&l=du

Vragenlijst aantrekkelijke organisatie, 14 juli 2020: https://www.jeugdzorg-werkt.nl/nieuws/vragenlijst-aantrekkelijke-organisatie

Leraren en schoolleiders als gewaardeerde professionals

Erken en waardeer leraren en schoolleiders als professionals door hun een stem te geven in kwesties betreffende hun werk en beroep. Deze aanbeveling komt voort uit een internationaal grootschalig, vergelijkend onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het betreft de in maart 2020 gepubliceerde vervolgrapportage over het lerarenberoep en de school, getiteld: TALIS 2018 Results (Volume II) – Teachers and School Leaders as Valued Professionals. TALIS staat voor Teaching and Learning International Survey .
Het onderzoek vond plaats in de periode 2016-2018. De eerste rapportage is gepubliceerd in juni 2019.
Aan TALIS hebben deelgenomen ruim 250.000 leraren en schoolleiders van het voortgezet onderwijs uit 48 landen en van het primair onderwijs uit 15 landen.

TALIS 2018 biedt leraren en schoolleiders de mogelijkheid zich uit te spreken over hun eigen professie en werkomstandigheden en zo een bijdrage te leveren aan nationale beleidsontwikkeling.

In Nederland hebben ruim 2.500 leraren en bijna 180 schoolleiders van ruim 160 scholen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs meegedaan aan het onderzoek, in het primair onderwijs waren dat ruim 2.000 leraren en bijna 180 schoolleiders van bijna 180 scholen. De resultaten voor Nederland zijn te vinden op de Nederlandse site van TALIS 2018. https://talis2018.nl/resultaten-talis-2018 (Website bestaat niet meer. Zie onderaan voor downloaden rapport).

Stress en werkdruk

Het gemiddelde percentage van leraren in het voortgezet onderwijs dat last heeft van stress is 49 procent. In Nederland ligt dat getal wat lager: 34 procent in het voortgezet onderwijs en 37 procent in het primair onderwijs. Het percentage leraren dat tevreden is met hun salaris bedraagt 58 procent in Nederland. Internationaal is dat 39 procent.
Over (administratieve) werkdruk in het onderwijs wordt internationaal steeds luider geklaagd. In Nederland is dat percentage 46 procent in het voortgezet onderwijs, in het basisonderwijs 75 procent.

De leraar als professional

Leraren en schoolleiders als ‘professionals’ erkennen wil zeggen dat we hoge verwachtingen van hen hebben. Het betekent dat ze hun werk niet alleen op een effectieve manier behoren uit te voeren maar dat ze tijdens hun loopbaan ook hun vaardigheden verbeteren en samenwerken met collega’s en ouders. Ze maken het onderwijs beter en denken op een creatieve manier na over de uitdagingen waarmee ze worden geconfronteerd in hun werk.
Als we van leerkrachten en schoolleiders verwachten dat ze professionals zijn dan behoren we hen ook als zodanig te behandelen.
Het rapport is bedoeld als een diepgaande analyse van de manier waarop leraren en schoolleiders hun beroep en de waarde van hun werk beleven. Hoe is het gesteld met hun welzijn en in hoeverre hebben ze te maken met stress? Zijn ze tevreden over hun arbeidsvoorwaarden? Er wordt ook ingegaan op contractafspraken van leerkrachten en schoolleiders, de mogelijkheden voor het verrichten van professionele taken zoals samenwerken in teamverband, zelfstandig beslissingen nemen en leiderschapspraktijken.

De resultaten laten zien dat de overgrote meerderheid van leraren en schoolleiders – 76 procent – tevreden is met hun beroep.
Scholen zouden moeten profiteren van dat enthousiasme door scholen te maken tot intellectueel stimulerende werkplaatsen. Als dat niet gebeurt, dan volgt ontgoocheling. Combineer dat met stress en werkdruk vanwege zware administratieve lasten en lesgeven wordt plotseling heel onaantrekkelijk en het beroep wordt niet meer tot de meest gerespecteerde beroepen gerekend.

Frustratie en onvrede mogen niet worden genegeerd

Het is belangrijk erop te wijzen dat bij bevordering van het welzijn van leraren en schoolleiders, zij waarschijnlijk sterker gemotiveerd zijn en dusdanig toegewijd aan hun beroep dat ze er niet over denken ander werk te zoeken. Frustratie en onvrede mogen niet worden genegeerd.
Het vaststellen van oorzaken van stress en het met elkaar in evenwicht brengen van belangen is een van de uitdagingen van TALIS. Stress hoeft niet die verstikkende werking te hebben zoals in andere beroepen voorkomt.
Leraren en schoolleiders behandelen als professionals wil zeggen een open en directe dialoog aangaan met hen en respect tonen voor hun visie op hun eigen ontwikkelingsbehoeften.
Gebleken is dat slechts 26 procent van de leraren denkt dat ze door anderen worden gewaardeerd in hun werk.

De boodschap van TALIS is constant: de kwaliteit van een schoolsysteem kan niet hoger zijn dan de kwaliteit van leraren en schoolleiders. Het nieuwe, tweede deel van TALIS 2018 voegt daaraan toe dat de kwaliteit van docenten en schoolhoofden de kwaliteit van hun opleiding, hun mogelijkheden tot samenwerking en ontwikkeling, en de kwaliteit van hun arbeidsomstandigheden, niet kunnen overtreffen.

Op basis van de uitspraken van de ondervraagde leerkrachten en schoolleiders biedt het rapport een reeks aanbevelingen voor beleid ter versterking van een professionele loopbaan in het onderwijs.

TALIS 2018 Results (Volume II) – Teachers and School Leaders as Valued Professionals, 23 maart 2020: https://www.oecd-ilibrary.org/education/talis-2018-results-volume-ii_19cf08df-en

TALIS 2018 Results (Volume I) – Teachers and School Leaders as Lifelong Learners, 19 juni 2019: https://www.oecd-ilibrary.org/education/talis-2018-results-volume-i_1d0bc92a-en

TALIS 2018: Nationaal rapport voortgezet onderwijs, mei 2020: https://beroepseer.nl

Stress voor leraren is wereldwijd probleem, door Michiel van Nieuwstadt, AOb, 13 juli 2020: www.aob.nl