Skip to main content

Redactie Beroepseer

Uitnodiging voor online Lancering Advies Jeugdsprong. Ben jij erbij op 17 mei?

FNV en Stichting Beroepseer hebben de handen ineengeslagen om een advies te schrijven hoe de Jeugdzorg beter kan. Beter voor de jeugdzorgmedewerkers, beter voor de bestuurders, beter voor de gemeenten, beter voor de werkgevers en uiteraard: beter voor de kinderen en gezinnen die jeugdzorg nodig hebben. We nodigen je graag uit voor de online Lancering Advies Jeugdsprong op maandag 17 mei 2021.

Met verschillende partijen gesproken voor het advies

Een advies geven over zoiets belangrijks als de jeugdzorg met zoveel mensen kost tijd en veel wezenlijke discussie. In het traject hebben we met veel mensen gesproken, we hebben documenten gelezen, deskundigen geraadpleegd en niet te vergeten; we hebben geluisterd naar de mening van de kinderen. Volgens ons ligt er nu een advies dat recht doet aan ieders bijdrage. Graag praten wij je bij tijdens onze online lancering van het advies namens de FNV en Stichting Beroepseer. Proost je met ons mee?

Interactief en verrassend programma

In het programma is ruimte voor vragen en discussie, én we blikken alvast vooruit naar wat de volgende stap gaat worden. Je kunt rekenen op een gevarieerd, interactief en verrassend programma met medewerking van o.a. ervaringsdeskundigen en Kitty Jong, vicevoorzitter FNV.

Programma maandag 17 mei 2021

15.30 uur Muzikale opening en start programma

15.40 uur In gesprek met Maaike van der Aar (FNV), Thijs Jansen (St. Beroepseer) en Steven de Waal (voorzitter) over de realisatie van het advies Jeugdsprong

15.55 uur Ruimte voor jouw vragen en opmerkingen, discussie met de initiatiefnemers van dit advies

16.10 uur Muzikaal intermezzo en verrassingsact

16.15 uur Feestelijke overhandiging!

16.25 uur #samenverder! In een breakout room naar keuze praat jij mee over de vervolgstappen. Geef bij je aanmelding jouw voorkeur door.

17.00 uur Einde programma

Aanmelden

Meld je aan op: www.fnv.nl/nieuwsbericht/sectornieuws/zorg-welzijn/2021/04/uitnodiging-lancering-advies-jeugdsprong


Ga voor meer info naar:

Over het ontstaan van de Jeugdsprong,  leden van de denktank en het kernteam, lees: FNV Zorg en Welzijn en Stichting Beroepseer slaan de handen ineen voor de uitwerking van een ander jeugdzorgstelsel: https://beroepseer.nl/wp-content/uploads/2020/12/Jeugdsprong.pdf

De Jeugdsprong; work in progress! www.fnv.nl/getmedia/b5a56cc0-561f-4a77-8edf-7c0d302b842b/Achtergrond-Jeugdsprong.pdf

Petitie van denktank Jeugdsprong, Blogs Beroepseer, 17 maart 2021: https://beroepseer.nl/actueel-in-beroepseer/petitie-van-denktank-jeugdsprong/

 

U P D A T E

Motie van de leden Simons en Kuiken over het advies van de Jeugdsprong serieus beoordelen. Voorgesteld 21 april 2021:

De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat de jeugdzorg in een crisis verkeert en niet kampt met incidentele problemen, maar met structurele problemen;

constaterende dat er een ommezwaai nodig is voor de toekomst van de jeugdzorg;

roept de Staatssecretaris op, het advies van de Jeugdsprong serieus op zijn inhoud te beoordelen en de mogelijkheden voor de implementatie van deze beleidsrichting te onderzoeken, en gaat over tot de orde van de dag. roept de Staatssecretaris op, het advies van de Jeugdsprong serieus op zijn inhoud te beoordelen en de mogelijkheden voor de implementatie van deze beleidsrichting te onderzoeken,

en gaat over tot de orde van de dag

Klik hier: https://beroepseer.nl/wp-content/uploads/2021/05/Motie_van_de_leden_Simons_en_Kuiken_over_het_advies_van_de_Jeugdsprong_serieus_beoordelen.pdf

Stemmingsuitslag, 11 mei 2021: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2021Z06631&

Psychosociale risico’s van gig-economie voor werknemers

De gig-enonomie*) verwijst naar een marktsysteem waarin bedrijven of organisaties werknemers inhuren voor het uitvoeren van korte opdrachten. De transacties geschieden volgens bemiddeling van online-arbeidsplatforms. Het werk wordt uitbesteed aan geografisch verspreid wonende personen of het wordt toegewezen aan personen in een specifiek gebied.

In het afgelopen decennium is de verscheidenheid aan werkzaamheden via online-arbeidsplatforms dramatisch toegenomen. Naast de specifieke risico’s die horen bij diverse soorten werk, hebben we ook te maken met de psychosociale risico’s die horen bij de manier waarop gig-banen worden georganiseerd.
Doel van het rapport Exposure to psychosocial risk factors in the gig economy van het European Trade Union Institute in Brussel is een uitgebreid overzicht geven van deze risico’s, alsmede het benoemen van de hiaten en het bepalen van strategieën om ze zoveel mogelijk te beperken.

De risico’s van gig-arbeid

Gig-arbeid brengt risico’s met zich mee voor werknemers op drie terreinen:

– Fysiek en sociaal isolement
Taken worden individueel uitgevoerd, zonder contact met en vaak in concurrentie met collega’s, wat resulteert in een gebrek aan sociale steun op de werkplek, een vervaging van de grenzen tussen werk en privéleven, en moeilijkheden bij het vaststellen van een consistente professionele identiteit.

Algoritmisch management en digitaal toezicht
Constante monitoring en geautomatiseerde managementtechnieken dragen bij tot een steeds jachtiger werktempo, een gebrek aan vertrouwen in het platform en sterke machtsongelijkheid die de mogelijkheden van werknemers beperken om effectieve methoden te ontwikkelen om intern hun stem te laten horen.

  • Verandering van werk en grenzeloze loopbanen
    Omdat gig-banen gebaseerd zijn op kortlopende opdrachten die slechts voor een beperkte tijd werk verschaffen, ervaren gig-werkers een voortdurende baanonzekerheid. Om hun baan te behouden geven ze zich over aan allerlei vormen van emotionele arbeid (emotional labour). Emotional labour wil zeggen: de hele dag met een glimlach door het leven gaan, ongeacht hoe je je echt voelt. Je doet het omdat anders je baas of de klanten wel eens over je zouden kunnen klagen dat je niet vrolijk genoeg bent.

Gebrek aan evenwicht

De rode draad die door deze specifieke risico’s loopt is een tamelijk groot gebrek aan evenwicht tussen de eisen die aan de arbeid van werknemers worden gesteld en de beschikbare organisatorische middelen om ermee om te gaan.
Hoewel voor elk van bovengenoemde factoren voorlopige bewijzen van werkdruk zijn gevonden, is meer onderzoek nodig om specifieke vormen van platform-management aan te wijzen die schadelijk zijn voor de arbeidsomstandigheden (Occupational Safety and Health – OSH).

Inzicht in deze factoren is essentieel om de wet- en regelgeving te verbeteren op een manier die bevorderlijk is voor het welzijn van gig-werknemers.

Exposure to psychosocial risk factors in the gig economy – A systematic review, door Pierre Bérastégui, European Trade Union Institute (ETUI), Brussel, januari 2021: https://beroepseer.nl
Pierre Bérastégu is onderzoeker bij ETUI in Brussel.

 

Noot:
*) Gig-economie is een economie waarin zelfstandige arbeidskrachten tijdelijk, vaak voor een specifiek project worden ingehuurd. Taken die voorheen door vaste krachten, werknemers, werden verricht, worden nu verricht door flexibele krachten, op afroep beschikbaar. De term gig is oorspronkelijk een door jazz-musici gebruikte verbastering van engagement – een optreden.
De gig-economie wordt ook platform-economie genoemd, of klus-economie. Diensten en producten worden via (online) digitale platformen aangeboden en verhandeld. Voorbeelden zijn Uber en Airbnb. Vraag en aanbod worden daar bij elkaar gebracht.
De platformeconomie heeft de in het verleden opgebouwde zekerheden (arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid van werknemers) uitgehold.

De opmars van waardegedreven zorg. Hoeveel is zorg waard? Prof. Marian Verkerk over ‘zorgwaarde’

U heeft er vast al wel over gehoord: ‘waardegedreven zorg’, schrijft Marian Verkerk op het online kennisplatform Zorg & Sociaalweb. Verkerk is hoogleraar Zorgethiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Waardegedreven zorg is komen overwaaien uit de VS en wordt daar Value-based health care (VBHC) genoemd. In 2006 lanceerde Michael Porter zijn boek Redefining Health Care en gaf daarmee het startsein voor het implementeren van VBHC. Inmiddels is VBHC een actueel thema binnen de gezondheidszorg en steeds meer ook binnen het sociaal domein.

Waardegedreven zorg wil zeggen zorg leveren die het meeste waarde voor de patiënt oplevert tegen de minste kosten.
Marian Verkerk: “Eigenlijk gaat het dus om kostenefficiënte zorg, maar dan in een breuk gevisualiseerd: patiëntwaarde gedeeld door de kosten. Die patiëntwaarde wordt berekend (sic!) met behulp van vergelijkbare uitkomsten, de zogenaamde ROM’s en PROM’s (Patient Reported Outcome Measures). In goed Nederlands: de behandeling van een aandoening wordt getoetst op de waarde die het levert voor de patiënt of cliënt afgezet tegen de kosten die de behandeling met zich meebrengt”.

Rekenmeesters in de zorg

Het komt erop neer dat wanneer je beter zicht hebt op de uitkomsten van bepaalde behandelingen en interventies en die vergelijkt met de kosten, dan ben je een goede rekenmeester in de zorg.
Verkerk noemt met opzet ‘rekenmeesters’, omdat al dat rekenen niet veel te maken heeft met de kwaliteit van zorg. Zij wijst er ook op dat waardegedreven zorg goed past in een al langer bestaande trend in de maatschappij: meten en toetsen.

Verkerk: “Transparantie, op wetenschappelijke evidentie gebaseerde uitkomsten bepalen de maat van goede zorg waarbij de kosten goed in het oog worden gehouden. Let wel: waardegedreven zorg zegt nog niets over hoeveel die zorg mag kosten. Voor de vraag hoe hoog de kosten mogen zijn hebben we andere rekenmeesters, bijvoorbeeld zorg volgens de QALY (kwaliteit van leven vermenigvuldigd met gewonnen levensjaren), die niet meer dan 80.000 euro per jaar mag kosten”.

Samengevat: We leveren zorgproducten af op een economisch verantwoorde wijze. Daarvoor ontwikkelen we ‘zorgpaden’  op basis van data, management en facilitering.
Maar zorg is toch geen product? vraagt Verkerk terecht. Handel tussen twee partijen?

Zorg waar de relatie en de inhoud voorop staan

Aan het slot van haar blog legt Verkerk helder uit dat zogenaamde waardegedreven zorg het tegendeel is van wat het beoogt. Het heeft niet veel met waarden te maken maar alles met rekenen en kostenbesparing.
Verkerk: “Waardegedreven zorg past in een cultuur waarin meetbare kennis de boventoon voert en die op zijn beurt gemanaged kan worden. Zorgeloze aandacht laat zich immers niet managen. Waardegedreven zorg heeft niets met waarden als menswaardigheid, zorgzaamheid, vertrouwen, betrokkenheid te maken. Het heeft dus ook niets te maken met patiënten en wat zij van waarde vinden. We hebben wel waardevol werken nodig in de zorg: zorg waar de relatie en de inhoud voorop staan. Waar professionals de reflectieve ruimte krijgen om zich bij tijd en wijle af te vragen: waarom doe ik de dingen die ik doe en waarom is dat het goede? Zorg waarvan de weerbarstigheid niet wordt wegpoetst door vooral te kijken naar de meetbare uitkomsten. We hebben een visie op zorg nodig waarin men bereid is soms van het zorgpad af te wijken wanneer dat het goede is om te doen, zoals de verpleegkundige die even bij een kind gaat zitten om ‘niets’. Het kan zelfs betekenen dat we even geen zorg leveren, maar afwachten. In die zin hoeft waardevolle zorg niet altijd zoveel te kosten“.

Kortom: de zorg heeft geen nieuwe managershobby uit de VS of weer nieuwe rekenmodellen nodig. Volgens Verkerk gaat het bij zorgwaarde niet over zorg en niet over waarde.

Ondertussen probeert men VBHC ook te implementeren in het sociaal domein. Volgens Zorg & Sociaal Web besloten vier GGZ-instellingen in 2017 waardegedreven te gaan werken. In Brabant Noordoost voerden zestien zorgaanbieders en zeventien gemeenten een waardegedreven mini-transformatie uit in de jeugdzorg, bínnen het huidige stelsel.

Lees de hele blog Mijn zorgen om ‘zorgwaarde’ van Marian Verkerk, Zorg & Sociaalweb, 13 april 2021: https://magazines2.sociaalweb.nl/magazines.sociaalweb.nl/value-based-healthcare-in-het-sociaal-domein.html#!/mijn-zorgen-om-zorgwaarde

 

Afbeelding bovenaan is van Mudassar Iqbal

Thijs Jansen te gast in podcastprogramma over beroepseer, beroepstrots en professionaliteit

Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer is te gast bij Arie Dekker in het tweewekelijkse podcastprogramma Onderstroom van tijdschrift The Optimist. In aflevering 23 is het onderwerp de waardering voor werk en de betekenis van beroepseer en professionaliteit, zowel op de werkvloer als in de maatschappij. In een kort overzicht belicht Jansen de ontwikkeling van de afgelopen decennia. Hoe in onze neo-liberale – of neo-kapitalistische – maatschappij er geld wordt verdiend met werk van anderen, van degenen die met hun arbeid resultaten behalen.
We zijn terecht gekomen in een bureaucratische, technocratische wereld waar hoger opgeleiden het heft in handen hebben genomen en macht hebben gekregen. Ze hebben een ‘hogere status’ en staan ver af van de mensen die het echte werk doen.
Onze samenleving lijkt eigenlijk alleen maar geschikt voor hoger opgeleiden. Zij drukken er hun stempel op. Ondertussen kan tien tot twintig procent niet overweg met digitale formulieren en bureaucratie.

Alternatieven

Waar mensen gelukkig van worden is ambachtelijk werk. Een beroep leren, een vak, vaardigheden onder de knie krijgen, iets maken. Een podcast maken bijvoorbeeld waar je geld mee kan verdienen. Je steekt tijd en energie in het maken en als er dan aandacht voor is, voel je een zekere bevrediging en trots. Je hebt goed werk verricht.
Als dat genoegen van mensen wordt afgenomen, wordt het leven erg kaal. Dan zijn we uiteindelijk nog slechts consumerende wezens die achter een beeldscherm zitten en kijken wat computers geproduceerd hebben. Dat is niet een erg gelukkige wereld. Jansen: “In ieder geval niet een wereld waar ik in wil leven. Mijn ideale mensbeeld is een mens die kan leren en plezier kan scheppen in het ontwikkelen van vaardigheden, daar goed in worden. Of dat nu een sport is of een ambacht”.

Het gericht zijn op efficiency waarbij de mens overbodig wordt, het zoveel mogelijk en zo snel mogelijk geld verdienen, daar gaat het niet om. Alleen al niet omdat dat vaak gepaard gaat met onrechtvaardigheid. Het geld dat met de nieuwe nieuwe technologie verdiend wordt, gaat naar de mensen die al heel veel geld verdienen. Het sprekende voorbeeld daarvan is Amazon waar werknemers in idioot hoog tempo de bestellingen moeten afhandelen en waar ook een robot rondloopt die hun uiteindelijk zal vervangen. Dan houden we op een gegeven moment alleen nog mensen over die goed verdienen aan automatisering en schaalvergroting met daarnaast een klasse mensen die niet meer nuttig is met weinig geld tot haar beschikking.

Het kan anders. Stichting Beroepseer heeft zich de afgelopen jaren beziggehouden met alternatieven voor verschillende beroepsgroepen, waaronder de gezondheidszorg, de jeugdzorg en het onderwijs. Die alternatieven zijn hard nodig, want veel professionals vertrekken uit deze sectoren omdat ze hun werk niet meer kunnen doen zoals ze dat zouden willen en zich niet meer gemotiveerd voelen. Jansen pleit met de stichting voor meer zeggenschap op alle fronten, van professionals, patiënten/cliënten en van burgers. Zij behoren te kunnen meebeslissen over waar het heen gaat op het werk en in de maatschappij.

Professionals en burgers als bondgenoten

Hoe een zorgmedewerker, een leraar of een politieagent kunnen zorgen dat beroepseer terugkomt legt Jansen uit aan het slot van zijn gesprek met Arie Dekker. Ook burgers kunnen daaraan meewerken, bijvoorbeeld ouders van scholieren. Jansen geeft waardevolle, praktische voorbeelden. Daarnaast geeft hij een mooie tip:
“Zie niet wat anderen voor jou doen als vanzelfsprekend. Probeer ook eens te zien in wat voor context ze dat doen. Soms hoe waardevol dat is. Hoeveel betrokkenheid daarachter zit. Erken dat ook eens. Dat is al een simpele raad. Als je daarover verder gaat nadenken, kun je misschien meer doen en kun je zeggen tegen de leraar van je kind: wat kan ik betekenen? Ik heb zelf een tijd in de medezeggenschapsraad gezeten van een school en de leraren hadden moeite tegen de directeur te zeggen dat ze sommige dingen niet goed vonden en daar veel last van hadden. En dan vroegen ze aan de ouders of zij dat wilden zeggen. Dat deden wij dan en dat had effect. Zo kan je professionals helpen”.

De voorbeelden van Jansen zijn niet slechts incidentele voorbeelden van beroepseer, ze wijzen naar de toekomst. Weiger een vrijwillige slaaf te zijn die gevangen zit in een inhumaan systeem waar niemand gelukkig van wordt.

Luister naar het hele gesprek met Thijs Jansen: https://theoptimist.nl/daily/leer-je-werk-te-waarderen/

 

Jeugdzorgwerkers in opstand tegen resultaatgerichte financiering

Hilmar Backer, kinder- en jeugdpsychiater, schrijft op Linkedin dat veel jeugdzorgwerkers in Noord-Holland in opstand zijn gekomen tegen de resultaatgerichte*) financiering van de jeugdzorg – Jeugd-GGZ – in de gemeente Hoorn (West-Friesland). Het betreft medewerkers van GGZ-Noord Holland Noord (voorheen Triversum), Parlan, Het Antwoord, Wijs in de Wijk, ’s Heerenloo, De Praktijk, Up Kindertherapie. Zij hebben zich verenigd en gekeerd tegen de in hun ogen onwerkbare eisen van de gemeente. Inmiddels is er een petitie ondertekend door 883 (= stand op 11 april 2021) personen, en dat is veel te noemen voor een lokale actie.
De petitie Herzie financiering voor jeugdhulp in West-Friesland beoogt het terugdraaien van de invoering van de resultaatfinanciering voor de jeugdzorg en kinder- en jeugdpsychiatrie. Ondanks de waarschuwingen heeft de financiering tot veel problemen geleid.

Vermalen in strijd tussen gemeenten en aanbieders.

Het is bijzonder te noemen, aldus Backer, dat alle collega’s – de werknemers van de instellingen – in West-Friesland uit zichzelf in opstand zijn gekomen tegen de absurde eisen van een gemeente. “Zij zijn degenen die vermalen worden in de strijd tussen gemeenten en aanbieders. De actievoerders hebben eindeloze vergaderingen belegd, een petitie opgezet, voorbeelden verzameld, brieven geschreven, gemeenteraadsleden en gemeenteraadsvergaderingen bezocht”.

Op 11 februari 2021 schreven zij een brief aan de Gemeenteraad waarin hun bezwaren uitvoerig werden toegelicht, nadat verschillende gemeenteraadsleden al persoonlijk waren benaderd. De brief bevat een tiental bezwaren, waarvan de onterechte korting en het feit dat gemeenten allerlei persoonlijke informatie van hun burgers in handen krijgen de belangrijkste zijn”.
De brief begint zo:

“Stel, u wendt zich met fikse pijnklachten bij een arts. dokter A stelt als doel u van uw pijn af te helpen. Dokter B stelt als doel dat uw pijn de meeste dagen zo beheersbaar wordt dat u kunt functioneren. Voor welke dokter kiest u? Hoogstwaarschijnlijk kiest u voor dokter A, omdat u intuïtief aanvoelt dat u daar betere kansen heeft op volledig herstel. Uw intuïtie klopt; uit onderzoek is gebleken dat behandelaren die hogere doelen stellen, betere behandelresultaten bereiken. En stel nou dat u ondanks de goede behandeling van dokter A toch niet helemaal van uw pijn af komt; zou u het dan terecht vinden dat dokter A maar 70% van zijn verrichtingen vergoed zou krijgen? Nee toch? Dat is toch raar? Zeker als u bedenkt dat dokter B wel voor de hele behandeling betaald zou krijgen. Toch is dit de realiteit van de financiering van de jeugdzorg in West-Friesland momenteel. En stel dat het niet om pijnklachten gaat maar om erectieproblemen. Zou u het dan een prettig idee vinden dat de arts deze informatie naar de gemeente stuurt? U weet niet bij wie de informatie terecht komt en wat de vriendelijke dame bij wie u uw nieuwe paspoort komt ophalen allemaal van u weet. Ook dat is de realiteit voor alle kinderen, jongeren en gezinnen die een beroep doen op jeugdhulp in West-Friesland”.

De redactie van de wethouder

Op de brief is een reactie gekomen van wethouder Marjon van der Ven gericht aan de gemeenteraad op 19 maart 2021. Daarin staat dat de brief namens een groep bezorgde jeugdzorgprofessionals (van GGZ NHN) voor zowel het college van de gemeente Hoorn als de directie van de GGZ NHN niet alleen onverwacht kwam maar waarover zij ook erg verbaasd waren. Er staat verder in dat er gesprekken zijn gevoerd met de directie en de initiatiefnemers van de eerdere petitie over hun zorgen m.b.t. jeugdhulp. In die gesprekken zijn concrete afspraken gemaakt over de wijze waarop de zorgprofessionals betrokken worden bij de door te voeren verbeteringen in het resultaatgestuurd werken. Dat is tot tevredenheid van alle aanwezigen zo afgesproken.
Ook in het bestuurlijke overleg met de GGZ-NHN d.d. 10 februari jl. is bevestigd gezamenlijk te willen werken aan verbetering van het model van resultaatgestuurd werken en in zijn algemeenheid aan vertrouwen en partnerschap.

De wethoudersbrief besluit met: “De brief verstoort het proces tussen zorginstellingen en gemeenten om in vertrouwen gezamenlijk te werken aan verbetering en vertrouwen. De bestuurder van GGZ NHN onderschrijft dit en zal dit met de betrokken medewerkers bespreken”.

Volgens Backer bevat de brief geen correcte weergave van de afspraken tijdens het overleg: “Niet dus, de actie ging juist door vanwege het ontbreken van tevredenheid van de zorgprofessionals”.

Beledigend

Terecht merkt Backer op n.a.v. van de passage over het verstoren van het proces dat men probeert een wig te drijven tussen de actievoerders en de instellingen.
Bepaald treurig te noemen is het kleineren van de zorgprofessionals. Of beledigend:

Backer:

“En de wethouder gaat nog verder door te stellen dat de professionals niet snappen dat het resultaatgestuurd werken de kwaliteit van hun werken zal verbeteren.
Ronduit beledigend wordt zij door te stellen dat zij bij de professionals ‘zelfreflectie’ mist. En helemaal te bont maakt zij het door te stellen dat de professionals ervan uit lijken te gaan ‘dat de zorgprofessional kan bepalen wat goed is voor het gezin’. En gaat dan verder: ‘Zorgprofessionals zouden op en bij de vraag van het gezin moeten aansluiten. Met resultaatgestuurd werken krijgt de zorgprofessional de ruimte om samen met de inwoner en andere professionals de gewenste resultaten te behalen’.

De arrogantie van de macht. Door resultaatgericht werken zou de kwaliteit van ons werken verbeterd worden? En sluiten we eindelijk aan bij wat echt belangrijk is, namelijk wat de vraag van het gezin? Alsof de wethouder hier een stel idioten toespreekt”.

Kortom: De resultaatgerichte financiering is een draak.

Noot
*) In de resultaatgerichte financiering moeten bij aanmelding van kind of jongere doelen opgesteld worden voor de zorg in een perspectiefplan. In dit perspectiefplan dient ook allerlei informatie gegeven te worden over het functioneren van het kind, jongere en het gezin. Kind, jongere en ouders moeten dit perspectiefplan ondertekenen. De zorgverlener vraagt hierop een arrangement (een geldbedrag) dat nodig is om de gestelde doelen te bereiken. Als de doelen bereikt zijn wordt dit bedrag uitgekeerd aan de zorgverlener. Worden de doelen niet behaald dan wordt slechts 70% van het bedrag uitgekeerd. Als er meerdere zorginstellingen betrokken zijn, is één ervan de hoofdaannemer en zijn de anderen de onderaannemers. De hoofdaannemer beheert het arrangement en betaalt daaruit de onderaannemer(s).

Lees de hele blog van Hilmar Backer: Crisis rond resultaatfinanciering Hoorn, jeugdzorgprofessionals in opstand, Linkedin, 9 april 2021: https://www.linkedin.com/pulse/crisis-rond-resultaatfinanciering-hoorn-opstand-hilmar-backer

Petitie Herzie financiering voor jeugdhulp in West-Friesland: https://petities.nl/petitions/herzie-financiering-voor-jeugdhulp-in-west-friesland?locale=nl

Wat is nodig voor een betere controlerende rol van het Parlement?

Hoe versterken we de controlefunctie van het Parlement? vraagt Simon Otjes zich af in zijn artikel op Stuk rood vlees. Otjes is universitair docent Nederlandse politiek bij de Universiteit Leiden en Onderzoeker bij het Documentatiecentrum Nederlandse politieke partijen van de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek richt zich op de rol van politieke partijen in Nederland en Europa. De naam Stuk rood vlees is ontleend aan een uitspraak van Mark Rutte: “Je moet niet reageren op elk stuk rood vlees dat de arena wordt ingegooid”.
SRV biedt vanuit academisch onderzoek een tegenwicht tegen vluchtige meningen en ongefundeerde analyses.

Vijf concrete voorstellen

Otjes behandelt uitgebreid vijf concrete voorstellen voor een betere controlerende rol van de Kamer.

1. Meer Kamerleden
De Tweede Kamer is relatief klein in vergelijking met andere parlementen. Om het werk van een ministerie goed te volgen, zou een fractie ongeveer één Kamerlid per ministerie moeten hebben. In de huidige Kamer hebben maar vier fracties meer leden dan het aantal ministeries (12): VVD, D66, PVV en CDA.
Als de Tweede Kamer 259 leden zou hebben, dan zouden er nu acht fracties met 12 of meer Kamerleden zijn. Die kunnen de zware Kameragenda beter onderling verdelen.

2. Voltijds Eerste Kamer
De Senatoren promoveren van deeltijds- naar voltijdspolitici.
Als de Eerste Kamerleden meer tijd hebben, zou de Eerste Kamer meer diepgravend onderzoekswerk kunnen doen; zoals ze eerder hebben gedaan naar de privatisering van overheidsdiensten.

3. Meer medewerkers
Een Kamerlid moet het werk controleren van een minister die duizenden ambtenaren ter beschikking heeft (gemiddeld zo’n 10.000 per ministerie). En ook moet deze volgen hoe dat beleid 17 miljoen inwoners van dit land raakt. Meer medewerkers betekent meer mensen die het werk van de regering kunnen controleren.

4. Sterkere commissies
Als commissies meer rechten krijgen kunnen ze het werk van de regering beter controleren.

5. Langere zittingsduur
De Tweede Kamer is helaas steeds meer een duiventil waar Kamerleden snel weer uit weg vliegen. Er is een dalende zittingsduur van Kamerleden. En nog steeds is het zo dat veel Kamerleden tussentijds weggaan.
De vraag is wat je daaraan kan doen. De Britten hebben hier een extreme oplossing voor: het is gewoon niet mogelijk om ontslag te nemen als parlementariër. Een verbod op het tussentijds verlaten van de Kamer gaat misschien wat ver. Wat je wel zou kunnen doen is regels maken voor post-parlementaire carrières.

Otjes besluit met een paragraaf over cultuur en middelen: “Eigenlijk kan je al deze punten samenvatten in één punt: een goed functionerend democratisch stelsel kost geld. In Nederland hebben we, met ons miniparlement, onze deeltijdssenatoren en de beperkte fractie- en Kamerstaf, gekozen voor de budgetoptie. Als we de controlerende functie van het parlement willen versterken is volgens mij een cultuuromslag onvoldoende. Hier horen ook de middelen bij om echt vorm te geven aan die controlerende functie”.

Lees de hele blog van Simon Otjes: Hoe versterken we de controlefunctie van het parlement?, Stuk rood vlees, 9 april 2020: https://stukroodvlees.nl/hoe-versterken-we-de-controlefunctie-van-het-parlement/

 

Foto bovenaan: Plenaire zaal van Tweede Kamer

Overheid start campagne ‘Intellectueel eigendom: de kroon op je werk’

Staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft -mede namens diverse overheden – de campagne Intellectueel Eigendom: de kroon op je werk gelanceerd op 7 april 2021.

Minder dan vijf procent van de Nederlandse ondernemers heeft hun merk, vormgeving, model, octrooi of kwekersrecht laten registreren. Uit recent Europese onderzoek blijkt dat het vastleggen van intellectueel eigendom kan leiden tot een forse inkomensstijging voor ondernemers variërend van 68% voor mkb’ers tot 18% voor het grootbedrijf.

Mona Keijzer: “De coronacrisis vraagt veel creativiteit en veerkracht van onze ondernemers. Bedrijven van klein tot groot blijven – zo goed als het kan – gericht op innovatieve groei. Daarom is het juist nu belangrijk om een campagne te starten over dit onderwerp. Immers de overgrote meerderheid van ondernemend Nederland blijkt het registreren van een merknaam, een creatief model of een octrooi op een technisch innovatieve uitvinding na te laten. En dat terwijl intellectueel eigendom een basisvoorwaarde is om de concurrentie te kunnen aangaan en kan leiden tot fors meer inkomsten, zeker voor het mkb”.

Centraal informatiepunt ‘IE goed idee’

De campagne is in het leven geroepen door vijf overheidsorganisaties die betrokken zijn bij intellectueel eigendom en bijna alle Nederlandse ondernemers bereiken: het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Octrooicentrum Nederland/RVO.nl, de Benelux Office for Intellectual Property, de Kamer van Koophandel en de Raad voor plantenrassen.

De betrokken partijen hebben gezamenlijk het informatiepunt IEgoedidee.nl opgezet. Het is de eerste keer in Nederland dat er een centraal informatiepunt voor intellectueel eigendom wordt opgezet. Vrijwel alle Nederlandse ondernemers hebben via bijvoorbeeld auteursrecht, octrooirecht en merkenrecht met dit onderwerp te maken.

Campagne wijst ondernemers op groeikansen door vastleggen intellectueel eigendom, Rijksoverheid, 7 april 2021: www.rijksoverheid.nl

Downloaden recent Europese onderzoek over het gebruik van intellectueel eigendom: Intellectual property rights and firm performance in the European Union, EUIPO. februari 2021: https://euipo.europa.eu

Informatiepunt IE goed idee: https://iegoedidee.nl

Sociaal werkers lopen op hun tandvlees. ‘De situatie is heel zorgelijk’

Woonbegeleider voor (jong)volwassenen met autisme Louis de Mast twitterde op 27 maart 2021: “De werkdruk in ons team wordt té hoog. Wij sociaal werkers lopen op ons tandvlees. Het elastiekje staat op knappen. Het cement brokkelt af en de metselaars gaan ten onder”. De noodkreet leverde De Mast honderden reacties op en vormde de de aanleiding voor een interview
met hem voor Zorg + Welzijn, website voor professionals en beleidsmakers in het sociaal domein.

Op de vraag van redacteur Eva Prins Wat is er aan de hand? antwoordt De Mast:
“De werkdruk is de afgelopen tijd enorm toegenomen. Kort gezegd komt het er op neer dat we met steeds minder mensen steeds meer en zwaarder werk moeten doen. Een voorbeeld: toen ik drie jaar geleden met deze baan begon, waren we in een dienst met z’n tweeën verantwoordelijk voor 27 mensen. Nu heb je in je eentje de verantwoordelijkheid voor 45 mensen, die vaak ook nog zwaardere problematiek hebben”.

Hoe komt dat?
“Dat heeft met een aantal ontwikkelingen te maken. Ten eerste de tekorten bij gemeenten voor het sociale domein waardoor ze bezuinigen op het aantal WMO-uren. Daardoor moeten we het met minder uren dus minder mensen doen. Om toch voldoende mensen in dienst te houden, worden noodgedwongen cliënten binnengehaald met een zwaardere ondersteuningsbehoefte; zij leveren meer geld en zekerheid op. Zij komen bovendien ook bij beschermd en begeleid wonen terecht, of blijven er langer, omdat er in de ggz een enorm tekort is aan opnameplekken. In de ggz zijn lange wachtlijsten. Dat betekent ook dat als iemand bijvoorbeeld in een crisis raakt, hij of zij toch thuis moet blijven. Ook dat legt een grote druk op ons als ondersteuners en hulpverleners in de wijk. En dat begint z’n tol te eisen“.

De Mast heeft aan de bel getrokken omdat het risico op een burn-out toeneemt voor zijn sector: “Zonder ons zal de psychische nood toenemen, dan zullen meer mensen verslonzen of vereenzamen met mogelijk meer depressies of erger, tot gevolg. En dan hebben ze zwaardere, dus duurdere hulp, nodig. Dus los van het menselijke leed, zullen de maatschappelijke kosten ook hoger zijn”.

De Mast pleit voor meer geld van de gemeente voor meer professionals in de wijk en veel meer (crisis)opnameplekken in de ggz én meer specialistische behandelplekken/

Lees het hele interview met Louis de Mast in ‘Ik hoop dat sociaal werkers in opstand komen’, door Eva Prins, Zorg en Welzijn, 2 april 2021: www.zorgwelzijn.nl/ik-hoop-dat-sociaal-werkers-in-opstand-komen/

Afbeelding bovenaan is van Karin Henseler

 

U P D A T E

Tweet van Louis de Mast, 7 april 2021

 

 

 

 

Nieuwe overheidsdatabase Futuregov gelanceerd

De Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) heeft eind maart 2021 database Futuregov gelanceerd en opengesteld voor publiek. De VOM organiseert elk jaar de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar die tot doel heeft uitzonderlijke initiatieven binnen het openbaar bestuur voor het voetlicht te brengen en professionele trots te stimuleren. Daarnaast draagt de prijs bij aan transparantie en verspreiding van kennis binnen het openbaar bestuur.

Inspiratiebron

Database Futuregov bevat de inzendingen van deze overheidsverkiezing vanaf het jaar 2015. Door het  systematisch beschikbaar stellen van waardevolle informatie over de best practices van overheidsorganisaties wil VOM een klimaat scheppen waarbinnen een open gesprek kan worden gevoerd over het verbeteren van deze organisaties.

De database stelt niet alleen een breed publiek in staat kennis te nemen van de beste initiatieven van overheidsorganisaties maar kan ook fungeren als inspiratiebron voor toekomstige inzendingen.

Ga naar Futuregov: www.futuregov.nl

Vereniging voor Overheidsmanagement: www.vom-online.nl