Skip to main content

Redactie Beroepseer

Goed Werk Gereedschap

“Ik heb met de huidige leerkrachten te doen…”

“Ik heb met de huidige leerkrachten te doen…”

Er zijn veel reacties op een stuk in De Telegraaf van T. Wirds uit Vessem. Wirds is oud-onderwijzeres van in de zeventig en vindt het jammer dat ze geen les meer geeft. Ze had graag nog eens voor de klas gestaan en lesgegeven zoals dat vroeger ging. Ze schrijft:

«Geen urenlange rapporten schrijven of leerlingen beoordelingen, nee, maar met veel humor en creativiteit lesgeven. Want wij hadden daar destijds de tijd en de rust voor. Iedere dag de tafels oefenen op een plezierige manier, van het leren iets leuks maken en veel tijd voor creativiteit: handenarbeid, zingen, gymnastiek.

Wij gaven alle lessen zelf, misschien niet alles even goed, maar wel met veel plezier en liefde. We hadden tijd om de lessen goed voor te bereiden, we werden niet afgeleid door ‘onzin zaken’, die tegenwoordig nodig zijn.

Ik heb met de huidige leerkrachten te doen. ..»

Lees verder: ’Lesgeven op de oude manier’, door T. Wirds, De Telegraaf, 27 december 2024: www.telegraaf.nl/watuzegt/97039295/lesgeven-op-de-oude-manier

Zie onder het stuk in De Telegraaf de reacties.

Reacties op Twitter-X. Een greep:

“En het zou mooi zijn als kinderen op een of andere manier meegegeven wordt dat al die huidige kul-keurmerken en andere overbodige tijd- en geld verspillende verdienmodellen rondom bijv. onderwijs en zorg niks met werken, ondersteunen of een vak te maken hebben”.

“Wij hebben alleen nu wel de functies van begeleider, psycholoog, maatschappelijk werker en opvoedkundige ondersteuner erbij, ten opzichte van 40 jaar geleden”.

“De oude manier gaat niet werken … Ons rooster zit ramvol, dus dat gedweep met vroeger heeft geen enkel nut. Ik denk zelfs een negatief effect, omdat het gros geen inhoudelijke kennis mbt het beroep heeft en dus een verkeerd beeld voorgeschoteld krijgt”.

“Waar ze aan voorbij gaat, is dat de leerlingen steeds vaker probleemgedrag vertonen, waardoor lesgeven topsport is geworden”.

“En gooi al die overtollige ‘managers’ en dergelijke er maar uit”.

“Heel mooi! Dit wens ik mezelf en al mijn mede leerkrachten ook toe. Wat zou het onderwijs dan een stuk mooier zijn”.

“Heerlijk al die sommen. Heb er van genoten. En het voldane gevoel als je alles goed had”.

“’Plezier’ en ‘leuk’ moeten we loslaten omdat ze een belangrijke oorzaak van de aftakeling zijn van ons onderwijs.
Het gaat daarentegen om kennisoverdracht opvoeden en discipline. Zolang die geen basis van beleid worden zal het onderwijs nog slechter worden”.

“Maar die onderwijzers die nu voor de klas staan kunnen zelf niet rekenen, dus die zullen daar weinig voor voelen”.

“Precies, de hele dag naar een beeldscherm staren kun je ook straks op je werk doen”.

 

 

 

 

 

 

Read more

Speciale bundel ‘Economen in dialoog’ n.a.v. 175-jarig bestaan van Kon. Ver. voor de Staathuishoudkunde

Speciale bundel ‘Economen in dialoog’ n.a.v. 175-jarig bestaan van Kon. Ver. voor de Staathuishoudkunde

Al sinds halverwege de 19e eeuw publiceert economenvereniging KVS de Preadviezen, een bundel artikelen  waarin experts vanuit verschillende invalshoeken een specifiek onderwerp bespreken. Dit jaar zijn de Preadviezen een speciale editie vanwege het 175-jarig bestaan van de KVS – Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde. 2024 is dus een bijzonder jaar voor de KVS en reden genoeg voor een speciale editie: Preadviezen 2024.

Economen in dialoog

In plaats van een centraal thema met bijdragen, geschreven door experts, gaan de Preadviezen 2024 over zes actuele thema’s, gebaseerd op dubbelinterviews die zijn gehouden in het najaar van 2024. Economen in dialoog dus, en niet alleen met elkaar, maar ook met experts uit andere disciplines. De geïnterviewden zijn een mix van academische onderzoekers en prominente beleidsmakers.

De focus van de interviews lag op de lange termijn: waar willen we over tien jaar staan? Welke belangrijke opgaven liggen er? De bundel behandelt zes sleutelthema’s van deze tijd: bestaanszekerheid, begrotingsbeleid, wonen, zorg, klimaat en AI:

  • Armoede en bestaanszekerheid met Anna Custers en Arjan Vliegenthart
  • Begrotingsbeleid met Pieter Hasekamp en Bas Jacobs
  • Wonen met Cody Hochstenbach en Matthijs Korevaar
  • Zorg en gezondheid met Hugo Keuzenkamp en Xander Koolman
  • Klimaat en stikstof met Reyer Gerlagh en Detlef van Vuuren
  • Kunstmatige intelligentie met Anna Salomons en Stefania Milan

Preadviezen 2024, onder redactie van Robert Dur, Pieter Gautier, Bas Haring, Marike Knoef, Rick van der Ploeg en Maartje Schulz. De redactie hoopt dat de bundel stof tot nadenken geeft en eraan bijdraagt de lange termijn niet uit het oog te verliezen.

Downloaden Economen in dialoog. Over de belangrijkste beleidsopgaven voor de komende tien jaar. Preadviezen 2024. Redactie Robert Dur, Pieter Gautier, Bas Haring, Marike Knoef, Rick van der Ploeg en Maartje Schulz, Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde, uitgave ESB. december 2024: https://beroepseer.nl

Lees nu de KVS Preadviezen 2024! KVS, ESB, 6 december 2024: https://esb.nu

KVS: https://kvsweb.nl

Read more

Schulden innen volgens de regels. Inspectie JenV treedt op als incassodienstverleners buiten hun boekje gaan

Schulden innen volgens de regels. Inspectie JenV treedt op als incassodienstverleners buiten hun boekje gaan

Incassodienstverleners hebben sinds april van dit jaar negen maanden de tijd gekregen om te zorgen dat ze schulden volgens de regels innen. De Inspectie Justitie en Veiligheid gaat vanaf 1 januari 2025 over tot handhaven als ze dit niet doen. De markt heeft dan genoeg tijd gehad om te kunnen voldoen aan de Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki).
Deze wet moet ervoor zorgen dat mensen met een schuld beter beschermd worden en dat schuldeisers beter weten wat incassodienstverleners voor hen kunnen doen.

Resultaten inspecties

De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft inmiddels zeventien incassodienstverleners bezocht. Het gaat om zowel grote spelers als eenmanszaken. Geen van de bezochte incassodienstverleners voldeed tijdens de inspectie aan de kwaliteitseisen van de Wki. Zij geven bijvoorbeeld niet altijd heldere en volledige informatie of gaan niet correct om met mensen met een schuld. Ook benadert de incassodienstverlener mensen met een schuld niet altijd op de juiste manier. Zo wordt contact met hen opgenomen buiten de toegestane tijdstippen en dreigen incassodienstverleners met rechtsmaatregelen zoals een dagvaarding of een strafblad. In die gevallen kan er sprake zijn van het uitoefenen van oneigenlijke druk.

Van informeren en stimuleren naar handhaving

De Inspectie JenV heeft sinds 1 april 2024 bewust nog geen sancties opgelegd aan overtreders. Dit is in lijn met haar toezichtstrategie waarin informeren en stimuleren de eerste maanden centraal stond. Wel hebben alle bezochte incassodienstverleners een brief ontvangen waarin staat welke overtredingen de inspectie heeft geconstateerd, dat deze overtredingen zo snel mogelijk beëindigd moeten worden en op welke manier de incassodienstverlener dit moet doen.

“Incassodienstverleners moeten voldoen aan de wettelijke eisen. De tijd van informeren en stimuleren is voorbij. Mensen met een schuld krijgen ook niet veel tijd om te betalen. Daarom gaan we vanaf 2025 over tot handhaven”, aldus Hans Faber, hoofdinspecteur van de Inspectie Justitie en Veiligheid. “Als een incassodienstverlener zijn zaken niet op orde heeft, kan een sanctie volgen zoals een boete of een last onder dwangsom. Bij een last onder dwangsom moet het bedrijf concrete verbeteringen laten zien. Zodat mensen met een schuld netjes worden behandeld en niet verder in de problemen raken.” Dit is ook expliciet de bedoeling van de nieuwe wetgeving.

Meldpunt

Bedrijven waar signalen over binnenkomen bij de Inspectie JenV kunnen sneller een bezoek verwachten dan bedrijven waarover geen signalen binnenkomen. Daarom is het belangrijk dat mensen, die problemen hebben met een incassodienstverlener, dit melden bij de Inspectie JenV: Meldpunt Wet kwaliteit incassodienstverlening.

Register

Incassodienstverleners, die al voor 1 april 2024 actief waren, dienen zich zich vóór 1 april 2025 te registreren in het register incassodienstverlening. Nieuwe incassodienstverleners zijn verplicht zich direct in te schrijven om hun incassodienstverlening te kunnen uitvoeren.  Screeningsautoriteit Justis is verantwoordelijk voor de beoordeling en registratie van incassodienstverleners in het register. De Inspectie JenV kijkt naast de kwaliteitseisen uit de wet ook nadrukkelijk of een bedrijf in het register staat opgenomen.

Inspectie JenV gaat optreden als incassodienstverleners buiten hun boekje gaan, Ministerie van Justitie en Veiligheid, 17 dececember 2024: https://www.inspectie-jenv.nl

Meldpunt Wet kwaliteit incassodienstverlening: www.inspectie-jenv.nl

Read more

Het vakmanschapsmodel: De professional en de cliënt als uitgangspunt voor transformatie in het sociaal domein

Het vakmanschapsmodel: De professional en de cliënt als uitgangspunt voor transformatie in het sociaal domein

Sinds de decentralisaties in 2015 hebben Nederlandse gemeenten de verantwoordelijkheid gekregen om jeugdzorg (Jeugdwet), maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) en participatie (Participatiewet) te organiseren. Hoewel deze decentralisaties gepaard gingen met een forse taakuitbreiding, moesten gemeenten dit binnen beperkende financiële kaders realiseren.
Na tien jaar is het resultaat een stelsel dat zich vaak kenmerkt door bureaucratie en starre contracten. Gemeenten blijven worstelen met de vraag hoe zij zorg en ondersteuning van hoge kwaliteit kunnen organiseren zonder te vervallen in complexiteit en inefficiëntie.
Dit artikel verkent een alternatieve benadering, die vakmanschap en samenwerking tussen professional en cliënt centraal stelt, en bijdraagt aan de transformatie die het sociaal domein nog steeds dringend nodig heeft. Daarnaast belicht het artikel de kaderstellende rol van de gemeenteraad in het bewaken van de speelruimte van zowel professionals als cliënten. Een democratisch gelegitimeerde verordening biedt de noodzakelijke kaders, terwijl professionals en cliënten samen de zorg vormgeven binnen die kaders.

De kok als metafoor voor de professional

De uitdaging van maatwerk in het sociaal domein is te vergelijken met het runnen van een restaurant. Iedere gast heeft zijn eigen voorkeuren en behoeften. Sommigen eten geen vlees of vermijden bepaalde allergenen, terwijl anderen een specifieke voorkeur hebben voor zoet of pittig. De kok in een restaurant moet met deze uiteenlopende wensen omgaan. Dit vraagt meer dan alleen het volgen van standaardrecepten; het vraagt om vakmanschap.

Een kok die alleen recepten uitvoert, kan gerechten bereiden zoals voorgeschreven. Maar zodra de omstandigheden afwijken – bijvoorbeeld door ontbrekende ingrediënten, beperkte keukencapaciteit of onverwachte verzoeken – schiet deze aanpak tekort. Een vakman onderscheidt zich door improvisatievermogen en het vermogen om gerechten te creëren die aansluiten bij de individuele behoeften van gasten. Cruciaal hierbij is dat de kok de gast actief betreft. Een ervaren kok stemt af met de gast, luistert naar zijn voorkeuren en creëert samen met hem een maaltijd die past bij de smaak en wensen van de gast.

In het sociaal domein geldt hetzelfde principe. De professional en de cliënt vormen samen het hart van de zorg en ondersteuning. De cliënt levert niet alleen input over zijn situatie en wensen, maar speelt ook een actieve rol in het vormgeven van de zorg en ondersteuning. De professional fungeert als gids, die met expertise en vakmanschap de mogelijkheden binnen de gestelde kaders ontsluit.

Transformatie in het sociaal domein

De term “transformatie” komt erg vaak voor in documenten en gesprekken in het sociaal domein, maar wat betekent het concreet? In essentie gaat het om het vereenvoudigen van de dienstverlening en het systeem waarin deze dienstverlening is ingebed. Dit maakt het mogelijk voor professionals en cliënten om samen invulling te geven aan zorg en ondersteuning die aansluit bij de behoeften van de cliënt of jeugdige, binnen de kaders die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Deze kaders, opgenomen in een democratisch gelegitimeerde verordening, bepalen de speelruimte waarin professional en cliënt zorg en ondersteuning kunnen inrichten.

Het onderscheid tussen kaderstelling door de gemeenteraad en uitvoering door professional en cliënt is fundamenteel. De raad bepaalt welke activiteiten en middelen binnen de publieke opdracht vallen en waar grenzen liggen. Hij verdeelt de schaarste. Dit zorgt ervoor dat professionals zich duidelijk kunnen richten op hun werk en cliënten weten wat zij mogen verwachten. Binnen duidelijke kaders ontstaat ruimte voor interactie en co-creatie tussen professional en cliënt.

Het Vakmanschapsmodel: ruimte voor co-creatie

Het Vakmanschapsmodel biedt een kader waarin professionals en cliënten gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor het vormgeven van zorg en ondersteuning. Dit model stelt niet het systeem, maar de samenwerking tussen professional en cliënt centraal. Tegelijkertijd waarborgt het model dat de gemeenteraad duidelijke kaders stelt over wat binnen de professionele en cliëntgerichte ruimte valt.

Het Vakmanschapsmodel werkt met gedefinieerde deskundigheden (bijvoorbeeld gedragswetenschappers, psychologen, jeugdwerkers, ervaringsdeskundigen, enzovoort) op bekende deskundigheidsniveaus (bijvoorbeeld MBO, HBO en WO), die zijn te koppelen aan transparante tarieven. Deze tarieven zijn gebaseerd op cao’s en redelijke kostprijselementen. Het model geeft professionals de ruimte om binnen deze kaders zelfstandig te handelen en samen met cliënten oplossingen voor zorg en ondersteuning te ontwerpen die aansluiten op individuele behoeften.

De toegang tot zorg en ondersteuning speelt een sleutelrol in dit model. Zij vormt de toegangspoort tot zorg en ondersteuning en werkt samen met cliënten om de intensiteit, duur en inhoud van de zorg en ondersteuning te bepalen. Tegelijkertijd bewaakt de gemeenteraad in de verordening dat de middelen rechtvaardig verdeeld blijven. Door deze verdeling op democratische wijze te legitimeren, ontstaat een stevig fundament waarin zowel de belangen van de gemeenschap als die van individuele cliënten is te waarborgen.

Stimulering van kwaliteit als aanvulling op het model

Een waardevolle aanvulling op het Vakmanschapsmodel is de mogelijkheid om niet-afdwingbare normen te introduceren die (jeugdzorg)aanbieders stimuleren om kwaliteit te leveren. Deze normen kunnen zich richten op het behalen van resultaten bij cliënten of cliëntpopulaties, waarbij de nadruk ligt op concrete doelen zoals zelfredzaamheid of participatie of doelen die cliënten zélf stellen.

Een voorbeeld van zo’n norm kan zijn dat aanbieders streven naar een succesratio van 95% bij eenvoudige casussen en 85% bij complexe situaties. Deze normen kunnen gemeenten koppelen aan andere indicatoren zoals een minimale cliëntervaring en naleving van veiligheidsnormen. (Jeugdzorg)aanbieders die deze doelen behalen, kan de gemeente dan bijvoorbeeld erkennen met een keurmerk dat hun prestaties zichtbaar maakt. Dit keurmerk biedt niet alleen een vorm van publieke waardering en erkenning, maar stimuleert ook gezonde concurrentie op basis van kwaliteit.

Door dergelijke prikkels in te zetten, kunnen gemeenten niet alleen transparantie vergroten, maar ook een cultuur van continue verbetering bevorderen. Bovendien biedt het cliënten en professionals inzicht in welke (jeugdzorg)aanbieders het meest succesvol zijn in het leveren van maatwerk en het behalen van resultaten. Deze inzichten dragen bij aan een systeem dat zowel cliëntgericht als resultaatgericht is.
Conclusie

Het Vakmanschapsmodel biedt een alternatief voor vigerende modellen in het huidige sociaal domein, waarin bureaucratie en starre systemen vaak nog steeds de boventoon voeren. Door vakmanschap centraal te stellen en ruimte te bieden voor samenwerking tussen professional en cliënt, kunnen gemeenten effectievere hulp organiseren die aansluit bij de behoeften van inwoners. Tegelijkertijd onderstreept het model het belang van een kaderstellende gemeenteraad, die de speelruimte van professionals en cliënten definieert en de democratische legitimiteit van het systeem borgt.

De toevoeging van niet-afdwingbare normen en kwalitatieve prikkels laat zien dat er ruimte is voor innovaties die de betrokkenheid van (jeugdzorg)aanbieders, professionals en cliënten vergroten. Dit versterkt niet alleen de kwaliteit van de zorg en ondersteuning, maar ook het vertrouwen in het systeem. Gemeenten kunnen deze inzichten benutten om het sociaal domein toekomstbestendig te maken.

Zoals een vakman in de keuken gerechten creëert in samenspraak met zijn gasten, zo kunnen professionals en cliënten samen zorg en ondersteuning vormgeven die past bij hun unieke situatie. Democratische kaders bieden hierbij een veilige en rechtvaardige basis waarin ruimte ontstaat voor maatwerk, co-creatie en stimulering van kwaliteit


Tim Robbe is voortrekker en bestuurslid van Stichting Beroepseer

Dit artikel verscheen eerder op Sociaal web: https://sociaalweb.nl

Read more

 

Het Goed werk gereedschap

gereedschapGoed werk gereedschap bestaat uit een boek met verhalen, opgaven, discussiethema’s en een reeks waardekaarten. Het gereedschap is bedoeld om gesprekken op gang te brengen en te inspireren en na te denken over vakmanschap en moreel verantwoord, persoonlijk betrokken werk.
De verhalen en opgaven zijn erop gericht goed werk-methoden toe te passen in de klas, een groep, onderwijsprogramma’s, groepsbijeenkomsten en workshops. Elk hoofdstuk in het boek bevat een een korte inleiding, een uiteenzetting van de te behalen doelen en vragen om over te discussiëren.
De verhalen in het boek zijn ontleend aan ware gebeurtenissen met als kern een dilemma.
Goed werk gereedschap is een rijke bron waaruit men kan putten en die je kan aanvullen met eigen ideeën, verhalen en opgaven. Het is bijzonder geschikt voor het samenstellen van een cursus over “goed werk”.
De set waardekaarten heeft tot doel deelnemers aan te moedigen na te denken over hun persoonlijke en professionele waarden.

Goed werk gereedschap is de vertaling van Good Work Toolkit door Wendy Fischman en Lynn Barendsen die met Howard Gardner hebben gewerkt aan het in 1995 begonnen Good Work Project. Dit project onderzoekt de kenmerken en voorwaarden van goed werk. Initiatiefnemers van dit project zijn de Amerikaanse psychologen Howard Gardner, Mihaly Csikszentmihalyi en William Damon. Goed werk wordt vakbekwaam, integer en betrokken uitgevoerd.

Zie het boek Beroeptrots – een ongekende kracht over het Goed Werk project, pagina 48: https://beroepseer.nl/beroepstrots/

Zie ook het korte verslag van de opening van de Goed Werk Hub in januari 2011: Goed Werk Hub feestelijk van start: https://beroepseer.nl

De Goed Werk Hub is ontstaan uit het Good Work project.

Publicaties Goed Werk

Presentatie Opbrengst Routekaart Goed Werk in het Openbaar Bestuur, september 2015

Overzicht Drie jaar Routekaart Goed Werk in het Openbaar bestuur, presentatie door Thijs Jansen, 7 september 2015

Verslag bijeenkomst Ambtelijk vakmanschap als morele verantwoordelijkheid? 17 april 2015

Samenvatting Goed Werk Toolkit Beleidsambtenaren.

Routekaart Goed Werk in het Openbaar Bestuur – Voortgangsnotitie. April 2014

Vakmanschap & Goed Werk van een Ministerie. Geanonimiseerde rapportage over de gelijknamige sessies en de slotbijeenkomst, gehouden in de periode september 2013 – februari 2014

Serie Portretten Publiek professionalisme en Goed Werk. April 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Utrecht. 24 april 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Eindhoven. 10 april 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Groningen. 24 maart 2014

Verslag bijeenkomst Slecht werk – Goed werk. 30 januari 2014

Verslag bijeenkomst Professionaliteit en moraliteit. 23 januari 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Rotterdam. 16 december 2014

Verslag bijeenkomst Vakmanschap en samenwerking. 14 november 2013

Waar sta ik voor op? Jongere & oudere ambtenaren over het productief maken van idealen en een andere overheid, onder redactie van Jan Prij, 2013.

Verslag bijeenkomst Wat is de functie van de ambtenaar? 23 september 2013

Verslag bijeenkomst Staan professionaliteit en loyaliteit van ambtenaren onder druk?
16 september 2013

Verslag bijeenkomst Goed Werk in het heetst van de strijd. juni 2013

Verslag bijeenkomst Echte leiders dienen het openbaar bestuur. 14 mei 2013

Verslag bijeenkomst Zelfsturende professionals. Hoe stuur je ze aan? 16 mei 2013

Opbrengst bijeenkomst Vakmanschap en lef van rijksambtenaren. 4 maart 2013

Verslag bijeenkomst Vakmanschap en lef van rijksambtenaren. 4 maart 2013

Verslag Maak vakmanschap zichtbaar. 4 maart 2013

Verslag bijeenkomst Goed Werkende professionals, 26 oktober 2012

Verslag bijeenkomst Ambtelijk vakmanschap en vertrouwen. 8 oktober 2012

Verslag boekpresentatie De Beroepstrots van verpleegkundigen en verzorgenden in Amsterdam. 4 oktober 2012

Verslag Atelier Beroepstrots Excellente Zorg. 26 september 2012

Verslag bijeenkomst Ambtelijk vakmanschap, 9 juli 2012.

Verslag bijeenkomst Ruimte voor hulpverleners in de jeugdzorg, 6 juni 2012

Verslag bijeenkomst Professie en ruimte, 23 april 2012

Verslag bijeenkomst Professie en verbinding. 12 maart 2012

Zes lessen uit faillissement Stichting Zonnehuizen, 8 maart 2012

Verslag bijeenkomst Doorstart na faillissement Stichting Zonnehuizen. 8 maart 2012

Verslag Atelier Beroepstrots Wat draagt Lean bij aan beroepstrots?, 6 februari 2012

Verslag bijeenkomst Arbeidstijdenwet (ATW). 9 februari 2012

Verslag bijeenkomst Professie en humor met Guido Rijnja. Zesde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Januari 2012

Verslag debat Welk gezag hebben professionals (nog)?, gehouden in Den Haag op 25 januari 2012. Door Suzanne van Soest

Verslag Atelier Beroepstrots Presentie in de zorg voor ouderen, met Ingrid Windmeijer en Jeannette Mulder. November 2011

Verslag bijeenkomst Op de bres voor het lager technisch onderwijs, met Wim van de Merwe. November 2011

Verslag bijeenkomst Professie en religie, met Afshin Ellian. Vijfde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. November 2011

Verslag bijeenkomst Professie en loyaliteit, met Hans Wilmink, Rob Kuipers, Charlotte Grezel. Vierde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Oktober 2011

Verslag Atelier Beroepstrots Dienend leiderschap met Inge Nuijten. September 2011

Verslag bijeenkomst Professie en geweten. Derde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. September 2011

Verslag Directeurentafel met Jaco van Hoorn. September 2011

Verslag bijeenkomst Professie en politiek. Eerste in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Mei 2011

Verslag bijeenkomst Professie en imago. Tweede in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Juni 2011

Verslag Atelier Beroepstrots met Lies Rutten. Mei 2011

Margreet in Nepal. Verslag van Goed Werk Hub bijeenkomst van 24 februari 2011

Feestelijke opening Goed Werk Hub in Den Haag op 26 januari 2011. Verslag van Alexandra Gabrielli

Verslag van het Debat Prestatiebeloning van leraren, gehouden in Den Haag op 17 december 2010

Verslag Atelier Beroepstrots met Pieter Coppoolse en Robert van der Krogt. December 2010

Verslag Atelier Beroepstrots met Bennie Beuvink. November 2010

Verslag Atelier Beroepstrots met Barend Rombout, door Jan Prij, oktober 2010

 

Luisteren naar leraren uit de V.S.

onderwijs radio_nprOp de Amerikaanse publieke radiozender NPR was een programma te beluisteren waarin diverse leraren aan het woord kwamen: Teachers feeling ‘beat down’ as school year starts. In de vijf minuten durende uitzending wordt in een notendop helder verteld wat leraren hebben ervaren op hun werk in de afgelopen jaren en hoe ze de ondermijnende aanvallen op hun functioneren in de media moe zijn.

Ze hebben er genoeg van verantwoordelijk te worden gesteld voor niet door hen veroorzaakte gebreken en misstanden in het Amerikaanse onderwijsstelsel. De stroom van door de overheid opgelegde bepalingen en eisen, zoals het maken van standaardtoetsen om prestaties te meten in de klas, hebben averechtse effecten en werken fraude in de hand zoals is gebleken.
In het afgelopen jaar zijn de leraren begonnen op te komen voor hun vak en hun beroepseer. Ze doen hun mond open en laten zich niet langer demoraliseren. Ze demonstreren of schrijven een open brief. Dat was decennialang niet meer gebeurd.

Steun voor de leraren is ook op gang gekomen. Bijvoorbeeld van de overal in het openbaar optredende Diane Ravitch, een voormalige onderminister van Onderwijs en schrijver van de bestseller met de veelzeggende titel The Death and Life of the Great American School System: How Testing and Choice Are Undermining Education. Of van filmacteur Matt Damon, spreker op de demonstratie Save Our Schools in Washington van eind juli.

Luister naar wat de leraren in de V.S. zeggen over hun beroep. Ga naar het radioprogramma: Teachers Feeling ‘Beat Down’ As School Year Starts. Er is ook een transcriptie te lezen.

Er wordt wel beweerd dat in Nederland alles tien jaar later gebeurt dan in de V.S.  Zeker is dat maatregelen van het Amerikaanse onderwijs ook onderwerp van gesprek zijn in Nederland. Voorbeelden zijn de prestatiebeloning voor leraren en standaardtoetsen. Terwijl men er in de V.S. erop terug begint te komen door de onbedoelde, negatieve gevolgen, is het Ministerie van Onderwijs dit jaar begonnen met experimenteren met prestatiebeloning voor leraren, waarvoor 250 miljoen euro is uitgetrokken.

Lees meer op deze Beroepseer-site over de kwetsbare situatie van de Amerikaanse leraren:

Buurtzorg Nederland breidt uit naar het buitenland

buurtzorg logoDe alternatieve thuiszorgorganisatie Buurtzorg Nederland gaat internationaal. Per 1 december 2011 zet directeur Jos de Blok in Zweden een aparte organisatie op. Grannvard Sverige start op die datum met een eerste team. Ook Japan, België en de Verenigde Staten hebben belangstelling, aldus De Blok: “In Amerika zijn we in gesprek met AARP, de ouderenbond met 37 miljoen leden”.

Op 28 september was Buurtzorg nog de winnaar van de Beste Werkgevers Awards 2011 in de categorie “meer dan 1000 medewerkers” die een 8,7  behaalde voor algemene tevredenheid. Op 9 november kwam er nog een onderscheiding bij , een van de de FD Gouden Gazelle Awards , een door het Financieele Dagblad uitgereikte prijs voor snelst groeiende ondernemingen van Nederland. Bij het onvangen van de Beste Werkgeversprijs zei De Blok ter verklaring van het succes van van Buurtzorg: “Bij Buurtzorg kunnen wijkverpleegkundigen weer doen waar hun hart ligt: het bieden van professionele zorg aan mensen die hun ondersteuning nodig hebben. 360 teams door het hele land bepalen zelf hoe zij die zorg inrichten, zonder dat een manager daarboven staat. Wij willen ons credo ‘menselijkheid boven bureaucratie’ blijven waarmaken als werkgever”.

Buurtzorg Nederland heeft inmiddels 400 vestigingen waar per vestiging kleine, autonome teams van ongeveer tien verpleegkundigen en ziekenverzorgenden werken. Er zijn geen managers, en de teams regelen zelf de financiën, personeelszaken en administratie.

Jos de Blok is Voortrekker van Beroepseer. Klik hier.

Zie ook: www.buurtzorgnederland.com

 

GoodWork in the Elementary Classroom

Posted on October 04, 2011

By Margot Locker

“Why is it important to like what you are learning about?”

This is one of the first questions Amy Maturin, a 1st and 2nd grade teacher at Unity Charter School in New Jersey, asked her students as they started a unit on “Citizenship in our Community.”  Incorporating several GoodWork concepts into her instruction, Amy’s first lesson tackled the subject of engagement.  She began with reading a story about 6 year-old Kyle who thought he was “horrible at school” before finding a passion and applying it to all of his learning.

Amy Maturin and her mother, Jo Hoffman, are both educators in New Jersey. We first started speaking with them this past summer (Jo contributed a blog – see link below): their enthusiasm for the GoodWork material was evident, and their commitment to work with us to create a version of the Toolkit to be used with younger students was exciting. We all share the belief that the GoodWork concepts can and should be introduced at a young age and yet those of us on the GW team have yet to have the find to devote to this new project.  Together, we’re working to make this idea a reality.

Amy created a unit on Citizenship, embedding three, 3-day GoodWork specific lessons (one on each of the 3 E’s-Engagement, Excellence, and Ethics) within the unit plan. She is just finishing out the lessons on engagement-a concept difficult for students of all ages to understand, let alone 6 and 7 year olds. After reading Kyle’s story to her class, Amy led her students through a brainstorm about why it is important to like what you are learning about. Students’ answers ranged from “because it is fun,” to “so you understand better.” The next activity introduced the idea of an “expertise” to students, helping them to understand that often their skills with a particular activity has to do with how much they enjoy it. Each child made a chart (see picture) of his or her expertise, helping students grasp the connection between enjoyment, being good at something and feeling excited to participate. It was here that Amy was really able to focus on the idea of engagement as an important tool both in and outside of the classroom.

Amy will next begin a series of lessons on excellence-including asking students to consider excellence as it relates to engagement and using their expertise charts to think about working hard and the qualities of GoodWork.

We are looking forward to the next lessons in Amy’s classroom, and the next lessons for us in this new venture. If any readers are interested in participating and helping to test out and develop elementary school GoodWork materials-please let us know!

Read Kyle’s story: GoodWork in the Elementary Classroom, door Margot Locker, The Good Project, 4 oktober 2011: www.thegoodproject.org/good-blog/2011/10/4/goodwork-in-the-elementary-classroom

GoodWork in the Elementary Classroom: Round 2, door Margot Locker, The Good Project, 18 oktober 2011:  www.thegoodproject.org/good-blog/2011/10/18/goodwork-in-the-elementary-classroom-round-2

 

Op de bres voor lager technisch onderwijs!

wim van_de_merwe_met_leerlingMaandag 14 november 2011 is Wim van de Merwe, docent metaaltechniek van de scholengemeenschap Reggesteyn uit Rijssen in het Circustheater in Den Haag te gast op het jaarlijkse congres van FME/CWE, de ondernemersorganisatie van de technische industrie, waar hij  zal spreken over zijn vak. Van de Merwe wordt vergezeld van twee van zijn leerlingen, Patrick Karsenberg (16) en Johan Schelfhorst (17).

Van de Merwe is een bevlogen docent en zet zich sinds jaar en dag in voor goed technisch onderwijs in Nederland en bedenkt steeds nieuwe plannen om het te promoten. Zijn leerlingen winnen regelmatig prijzen in lastechniek. Politici, regeringsleiders en ondernemers komen bij Van de Merwe op bezoek om met eigen ogen te zien hoe hij de jeugd motiveert en samenwerking weet te zoeken tussen onderwijs en bedrijfsleven. Een aantal bedrijven hielp mee op Van de Merwe’s school een modern geoutilleerd praktijklokaal in te richten met frees-, draai- en lasmachines, in ruil waarvoor de school gemotiveerde leerlingen als stagiairs in de bedrijven plaatst.
In 2009 kwam voorzitter Jan Kamminga van FME op Reggesteyn een kijkje nemen. Op het jaarcongres van 14 november zal Kamminga afscheid nemen.

Als u kennis wilt maken met Wim van de Merwe, kom dan maandagochtend 14 november om 10.30 uur naar de Goed Werk Hub in Den Haag. Daar zal Van de Merwe voorafgaand aan zijn bezoek aan het congres van FME/CWE in het Circustheater u vertellen hoe hij zijn leerlingen weet te motiveren. Een mooie gelegenheid zelf eens kennis te maken met deze onvermoeibare vmbo-docent en voortrekker van de Stichting Beroepseer. Klik hier voor meer informatie over de bijeenkomst van maandagochtend (Gegevens niet meer beschikbaar)

Kik hier voor het artikel Rijssense vmbo’ers spreken top van Nederlands bedrijfsleven toe in dagblad Tubantia, 10 november 2011. Daarin wordt ook vermeld dat Van de Merwe en zijn leerlingen zijn uitgenodigd door minister Kamp van Sociale Zaken om te komen praten over hun visie op onderwijs in metaaltechniek.

nil wisseltrofee_jon_hofman_wim_van_de_merwe

Principiële rechtszaak over verplichte schending van privacy en beroepsgeheim

Op 3 november 2011 vond in Den Haag de rechtszitting plaats bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) over het beroep tegen de nieuwe Beslissing op Bezwaar (BoB) van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Zowel de nieuwe BoB als het verweer van de landsadvocaat laten zien dat de NZa en het Ministerie van VWS met de hakken in het zand kennis hebben genomen van de eerdere beslissing op 2 augustus 2010 van de rechter in deze zaak.

Op die dag haalde de rechter een streep door de verplichting om de diagnose te vermelden op de DBC-rekening.
De zaak gaat over het feit dat vrijgevestigde psychiaters en psychotherapeuten met ingang van 20 mei 2011 weer verplicht zijn om, conform de de Diagnose Behandel Combinatie*), diagnoses op declaraties te vermelden. Deze verplichting was dus door de rechter in afwachting van de BoB geschorst.

De NZa weigert om bij het declaratieverkeer van psychotherapeutische behandelingen tot een aanpassing van het declaratieregime voor vrijgevestigde psychotherapeuten en psychiaters te komen, zodat het mogelijk wordt om te declareren zonder dat diagnose-informatie is opgenomen in de rekening die wordt gestuurd aan verzekeraars. De werkafspraak, gemaakt tussen NZa en Zorgverzekeraars Nederland is ondeugdelijk en maakt dat in declaraties nog steeds diagnose-informatie is vervat.

De weigering van de NZa een aangepaste declaratieregeling te treffen, die afwijkt van de informatieverwerking in de somatische gezondheidszorg, blijft zich dus maar voortslepen, ondanks de grote bezwaren van de kant van de vrijgevestigde psychiaters en psychotherapeuten. Diagnose-informatie bij de behandeling van psychische klachten is zeer privacy gevoelig. Deze raakt aan de kern van het privéleven van patiënten. Het waarborgen van vertrouwelijkheid en geheimhouding bij de behandeling van psychische klachten is van groot belang.

De NZa blijft bij een uniform systeem voor de gehele zorg en vindt het kennelijk niet nodig serieus te onderzoeken op welke wijze er aanpassingen gemaakt zouden kunnen worden, zodat recht wordt gedaan aan de bijzondere betekenis van privacy, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim bij de behandeling van psychische klachten.

Medio december 2011 is de beslissing van het College van Beroep te verwachten.

Lees de Pleitaantekeningen van Abraham van Eldijk, gemachtigde voor de Koepel van DBC-vrije Praktijken (KDVP), de Regionale Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten van Gelderland en verschillende individuele psychotherapeuten en psychiaters: www.kdvp.nl

Psychiater Kaspar Mengelberg, initiator van de actiegroepering De Vrije Psych, bracht op de zitting een Pleitnota in, waarin hij o.a. stelt:

“In dit conflict over medische privacy staan individuele behandelaren tegenover een machtige overheidsinstantie. Dat is een ongelijke strijd. Aan de ene kant staat een grote bureaucratische organisatie die nauwe banden met het Ministerie onderhoudt, een lange adem heeft en beschikt over geldstromen waarmee zij de meeste gerenommeerde advocaten kan inhuren.
NZa kan naar believen vele mensen op de zaak zetten die zelf, ongeacht de uitkomst van het proces, geen enkel risico lopen, en ‘s nachts rustig kunnen slapen.
Aan de andere kant staat een aantal psychiaters en psychotherapeuten die veelal kleine zelfstandigen zijn. Zij kunnen zich net als ik niet permitteren deze ingewikkelde zaak geheel door professionals te laten afhandelen maar moeten het juridische en beroepspolitieke werk, in de kleine uurtjes na hun werk, geheel zelf doen. De inzet voor hen is hoog: met de privacy van hun patiënten staat ook voortgang van hun praktijk op het spel.
…………Want waarom zou ik zoveel tijd en energie aan iets besteden dat mij financieel tot nu toe alleen maar heeft geschaad? Dat is omdat ik er ten diepste van overtuigd ben dat het hier om een belangrijke kwestie gaat. Een kwestie die uitstijgt boven mijn eigen belang”.

5 jaar_dbc_vlag_halfstokNoot
*)
De Diagnose Behandel Combinatie (DBC) is een manier van registreren en declareren van medische handelingen, ingevoerd per 1 januari 2005.
DBC-codes worden voor declaratiedoeleinden overgedragen aan de zorgverzekeraars. Aan de hand van de codes is te achterhalen welke diagnoses de patiënt heeft gekregen en welke behandelingen hij daarvoor heeft ontvangen.

Bij het vijfjarig bestaan van de DBC heeft De Vrije Psych de vlag halfstok gehangen.

Website KVDP: www.kdvp.nl/
Website de Vrije Psych: https://devrijepsych.wordpress.com

Lees ook: Privacy bij de psychiater door Kaspar Mengelberg, De Vrije Psych, 2011: https://devrijepsych.files.wordpress.com