Skip to main content

Redactie Beroepseer

Nieuwe ronde Onderwijs Pioniers van start

Op 7 mei 2012 is een nieuwe ronde Onderwijs Pioniers van start gegaan in het primaire onderwijs! Alle leraren uit het primaire onderwijs kunnen hun idee aanleveren en maken kans op 5.000 euro budget en begeleiding om het waar te maken! Ook maken zij kans op de Pioniers Trofee!
Op 1 augustus is de deadline voor het inleveren van ideeën. Eind augustus doet de jury uitspraak, waarna in het schooljaar 2012-2013 de Pioniers hun ideeën kunnen realiseren.

Klik hier om te zien hoe je mee kan doen en lever voor 1 augustus 2012 je idee in. (Website is opgeheven)

Wil je collega’s aansporen mee te doen? Download dan hier de flyer en verspreid deze op jouw school! (Flyer niet meer beschikbaar)

Onderwijs Pioniers is een programma voor leraren dat laat zien dat leraren leiding kunnen geven aan verbetering van hun werkomgeving en aan vernieuwing in het onderwijs op basis van hun eigen ideeën. Het programma fungeert als ondersteuning in de vorm van budget, begeleiding en verbinding. Het biedt daarmee ruimte, gelegenheid en een podium voor pionierende leraren uit heel Nederland om vernieuwend aan de slag te gaan vanuit de alledaagse werksituatie. Tegelijkertijd is het een leerervaring voor scholen om te vernieuwen van binnenuit. Onderwijs Pioniers is hiermee een antwoord op de langlopende discussie over ‘top-down’ vernieuwingen zonder het betrekken van de leraren en een ervaren gebrek aan professionele ruimte. Want duurzame en gedragen verbetering van het onderwijs kan alleen ontstaan als de leraren daar eigenaar van zijn.

Website Onderwijs Pioniers: http://onderwijspioniers.nl (Website Onderwijspioniers is opgeheven).

Zie voortaan site van Kennisland: www.kl.nl/projecten/onderwijs-pioniers/

Joseph Stiglitz over verlies van moreel kompas in maatschappij

omslag from cairo to wallstreetHet Amerikaanse dagblad The New York Times hield in 2011 een peiling om te weten te komen hoeveel mensen de Tea Party steunden. Dat bleek 27 procent van de bevolking te zijn, een overweldigend succes voor een rechtse partij die pas drie jaar bestond. Vervolgens vroeg het Britse dagblad The Times hoeveel mensen de doelen van de Occupy-beweging steunden. De uitkomst was 54 procent van de Britten.
Dat is een buitengewoon verrassende uitkomst voor een beweging die pas drie maanden oud was op het moment van de peiling.

Veranderingen kunnen snel gaan. Wie het tempo waarin dat gebeurt nauwelijks kan bijbenen en behoefte heeft aan een beknopt overzicht van de gebeurtenissen van het afgelopen jaar, oorzaken en gevolgen van de bankencrisis, de financiële en economische situatie, het falen van de markt, de politieke missers, de werkloosheid en de vergelijking met de Grote Depressie van de jaren dertig, leze de bijdrage van Joseph Stiglitz, hoogleraar economie aan de Amerikaanse Columbia-universiteit en Nobelprijswinnaar: Occupy Wall Street Returns – The 99 Percent Wakes Up op de de site van The Daily Beast van 2 mei 2012.

Stiglitz legt veel nadruk op de onrechtvaardigheid en de ongelijke verhoudingen in de maatschappij en schrijft: “Veel van wat er gebeurd is, kan alleen beschreven worden met de term: moreel verval. Er is iets verkeerd gegaan met het morele kompas van veel van in de financiële sector werkende mensen. Als de normen van een maatschappij veranderen doordat veel mensen hun morele kompas hebben verloren – en de weinige klokkenluiders genegeerd worden – dan zegt dit iets over onze maatschappij. Het probleem is niet dat alleen individuen hun morele kompas kwijt zijn, maar de maatschappij in zijn geheel is het kwijt”.

Stiglitz bezocht in 2011 het Tahrirplein in Caïro, het Retiro Park in Madrid en het Zuccotti Park in New York en sprak daar met talloze jonge demonstranten die daar een rol speelden: “Terwijl we aan het praten waren, werd het me duidelijk dat ze begrepen hadden hoe in veel opzichten het systeem gefaald heeft. De demonstranten krijgen als kritiek te horen dat ze geen agenda hebben, maar dat soort kritiek gaat voorbij aan het punt waarom het gaat in de protestbewegingen. Deze zijn een uiting van frustraties over het kiesstelsel. Ze zijn het noodalarm. Voor een deel vragen deze demonstranten maar weinig: een kans op inzetten van hun vaardigheden, het recht op fatsoenlijk werk voor een fatsoenlijk loon, een rechtvaardiger economie en maatschappij. Waar ze om vragen is niet revolutionair.

Op een ander niveau vragen ze evenwel om meer: een democratie waar mensen, en niet dollars ertoe doen, en een markteconomie die doet waarvoor deze is bedoeld. De twee punten hebben met elkaar te maken: ongebreidelde markten werken niet goed, zoals we hebben gemerkt. Als markten willen werken op de manier waarvoor ze bedoeld zijn, is een fatsoenlijke regering met regels nodig. Om die te krijgen, hebben we een democratie nodig die de algemene belangen weerspiegelt, niet de speciale belangen. We kunnen wel de beste regering hebben die we voor geld kunnen kopen, maar dat is niet goed genoeg”.

In één opzicht hebben de demonstranten al veel bereikt, aldus Stiglitz. Steeds meer wordt er gewag gemaakt van de ongelijkheid in de samenleving en van het falen van het marktdenken. De uitdrukking “Wij zijn de 99 procent” is populair geworden. Niemand weet waartoe de Arabische lente en de Occupy-beweging zullen leiden, maar we weten wel dat de jonge demonstranten het publieke debat reeds hebben veranderd en dat hun wensen het bewustzijn van zowel gewone burgers als politici hebben beïnvloed.

Het artikel van Stiglitz op de site van The Daily Beast staat in het zojuist verschenen boek From Cairo to Wall Street: Voices From the Global Spring onder redactie van Anya Schiffrin en Eamon Kircher-Allen, The New Press, mei 2012.

Lees het hele artikel van Joseph Stiglitz: The 99 Percent Wakes Up, The Daily Beast, 2 mei 2012: www.thedailybeast.com/joseph-stiglitz-the-99-percent-wakes-up

Jane McGonigal: videogames als bron van productiviteit

jane mcgonigalIn Londen bestaat The School of Life, opgericht in 2008 door filosoof en schrijver Alain de Botton, waar belangrijke levensvraagstukken filosofisch behandeld worden in colleges, cursussen en… zondagspreken. Deze preken worden gegeven door onafhankelijke mensen met ideeën die een verschil maken. Een van hen is de Amerikaanse Jane MGonigal over productiviteit.

McGonigal is ontwerpster van games en directeur van de afdeling game-onderzoek en -ontwikkeling van het Institute for the Future in  Palo Alto, Californië, en auteur van het boek Reality Is Broken: Why Games Make Us Better and How They Can Change the World.

Je zou er niet gauw op komen, games te verbinden aan productiviteit en al helemaal niet als je bedenkt dat wereldwijd mensen drie miljard uur per week doorbrengen met het spelen van computer- en videospellen. De vraag rijst dan of dit gamen niet een gigantische verspilling van tijd en energie is?

Dat is het niet volgens McGonigal. Integendeel. Volgens haar zijn games een bron van productiviteit en een probaat middel om depressies te overwinnen. Spelen bevordert het aangaan van relaties, betrokkenheid en het oplossen van – dringende maatschappelijke – problemen. Het is tijd onze ideeën over de betekenis van iets produceren te heroverwegen.
Deze 45 minuten durende video besluit met een voorbeeld uit de antieke oudheid over hoe de Lydiërs een achttien jaar durende ernstige voedselschaarste overleefden door zich te wijden aan het spel.

Website The School of Life www.theschooloflife.com

Ook in Engeland voorstel prestatiebeloning leraren

Slecht presterende leraren moeten worden ontslagen volgens de nieuwe manier van ‘prestatiebeloning’ in het onderwijs, aldus een vooraanstaand Brits parlementslid.

Graeme Paton schrijft in dagblad The Telegraph van 1 mei 2012 dat Graham Stuart, voorzitter van het onderwijscomité van de Britse Tweede Kamer – de School Teachers’ Review Body – voorstelt dat de slechtste leerkrachten “uit hun beroep gezet moeten worden” om schadelijke gevolgen voor leerlingen op de lange termijn te voorkomen.

In een op 1 april 2012 verschenen rapport van het comité staat dat leerkrachten beloond moeten worden voor “het toevoegen van de hoogste waarde” aan het onderwijs. De zwakste leraren zullen zich niet meer kunnen verschuilen achter een verstard en onrechtvaardig loonstelsel: “Wij geloven dat prestatiebeloning de beste leraren moet steunen en belonen en dat er geen excuses meer gemaakt mogen worden voor de zwakke leraren… Gelet op de grote invloed van leraren op de prestaties van leerlingen, maken wij ons zorgen dat het huidige beloningsstelsel maar blijft doorgaan met het evenveel betalen aan slecht presterende leraren als aan hun veel beter presterende collega’s”.

Hoe het touw de aan de galg hangende man steunt

Momenteel werken er 460.000 leraren op openbare scholen in Groot-Brittannië. In december 2011 werd bekend gemaakt dat een op de vijf leraren niet competent was.
Het comité beveelt o.a. een “sabbatical subsidieprogramma” aan dat de beste leraren in staat moet stellen een jaar lang op een andere school te gaan werken om onderzoek te doen of hun kennis op te frissen. Tot de prestaties worden overigens niet alleen de resultaten van door leerlingen gemaakte toetsen gerekend, maar ook hun vorderingen, de discipline in de klas en de beoordelingen van de conrolerende onderwijsinspectie.

Comité-voorzitter Stuart bekritiseerde ook de vakbonden die tegen verandering zijn. Eerder al had Christine Blower, algemeen secretaris van de vakbond National Union of Teachers – NUT- gereageerd met te zeggen dat “prestatiebeloning totale nonsens is. Kinderen zijn geen blikjes bonen en scholen geen fabrieken”.
Volgens de vakbonden zou prestatiebeloning op school een klimaat scheppen van “wederzijds wantrouwen” en leiden tot een cultuur van “leren voor de toetsen”: “Succesvolle scholen zijn afhankelijk van een collegiale sfeer en van teamwerk. Prestatiebeloning is niet alleen ongepast, maar werkt ook als een splijtzwam. Kinderen en jonge mensen verschillen van elkaar en elk jaar verandert de samenstelling in een klas. Het is onmogelijk om prestaties te meten in simpele termen”.

Op de jaarconferentie van 2012 van de NUT gaf Blower een toespraak en zei o.m: “We moeten ons beroep terugwinnen. We kennen de professionele maatstaven. Ons debat over de onderwijsinspectie*) heeft de toon gezet voor een energieke campagne voor professionele autonomie en een kader van professionele criteria in het belang van leraren en leerlingen. Niemand, en al helemaal niet de National Union of Teachers, heeft ooit beweerd dat leraren zich niet zouden hoeven te verantwoorden. Maar dat moet niet op de manier van de ‘deskundige’ van de onderwijsinspectie…
Steun kan zich aandienen in verschillende vormen, maar ik denk dat we allemaal weten hoe professionele steun eruit ziet en hoe dat voelt, en ook hoe het verschil kan zijn. Ik moet dan denken aan de inspectie en aan steun en aan de uitdrukking hoe een touw de man aan de galg steunt…”

Reacties van lezers

De reactie van een lezer in The Telegraph van 1 april 2012 waarin de plannen over prestatiebeloning van het Ministerie van Onderwijs onthuld werden, luidt dat dit beloningsstelsel helemaal overeenkomt met de dominante bonuscultuur in de private sector. Hij stelt voor: “Zouden we niet moeten overgaan naar een stelsel waarin zwakke parlementsleden minder salaris ontvangen dan hun competente collega’s? Probeer dat eens!”
Een ander reageert in dezelfde editie dat prestaties niet altijd even makkelijk te meten zijn, vooral niet als het kinderen betreft uit achterstandsgezinnen. Volgens hem zijn er betere manieren om de kwaliteit van het onderwijs te meten. Maar, vermoedt hij: “De uiteindelijke beslissing over dit onderwerp zal worden genomen door onwetende politici en niet door onderwijsdeskundigen”.

Worst teachers should be sacked, says MP door Graeme Paton in The Telegraph van 1 mei 2012: https://www.telegraph.co.uk/education/educationnews/9239185/Worst-teachers-should-be-sacked-says-MP.html

Teachers face payment by results door Graeme Paton in The Telegraph van 1 april 2012: http://www.telegraph.co.uk/education/secondaryeducation/9237293/Teachers-face-payment-by-results.html

Toespraak van algemeen secretaris Christine Blower op de conferentie van 2012 van de onderwijsvakbond National Union of Teachers: https://southwarknut.wordpress.com/2012/04/13/christine-blowers-speech-to-nut-conference-2012/


Noot

*) Lees Engelse leraren willen Onderwijsinspectie toegang weigeren, Blogs Beroepseer, 10 april 2012: https://beroepseer.nl

Presentatie De Nieuwe Vakbeweging

de nieuwe vakbewegingVandaag, op 1 mei 2012, dag van de Arbeid, zijn de nieuwe plannen voor de oprichting van De Nieuwe Vakbeweging (DNV) gepresenteerd. Ze zijn te lezen in het honderd en zestien pagina’s tellende conceptdocument De ontwikkeling van de nieuwe vakbeweging, waarvan een beknopte samenvatting van acht pagina’s gemaakt is.

In 2011 werd PvdA Kamerlid Jetta Klijnsma verzocht een nieuwe structuur te zoeken voor de vakcentrale FNV – vereniging van vakbonden – die vanwege interne ruzies, vergrijzing van leden en dreigende afsplitsing van aangesloten vakbonden veel van zijn invloed en macht aan het verliezen was. Klijnsma vormde een groep van vijf mensen, de Kwartiermakers genoemd, die aan de slag ging.

De contouren voor de nieuwe vakbeweging worden tot 1 juni ter reactie voorgelegd op de website van de nieuwe vakbeweging. Iedereen kan reageren. Op 23 juni 2012 vindt de oprichting plaats tijdens een speciale bijeenkomst. FNV-bonden of andere organisaties die kiezen voor de nieuwe koers, treden dan binnen één jaar toe.
Er is besloten om te komen tot een nieuwe naam – de Nieuwe Vakbeweging is een voorlopige naam – en voor de oprichting wordt de interim-voorzitter gepresenteerd. Deze interim-voorzitter wordt gelijktijdig voorzitter van de FNV, want de FNV blijft tijdens de transitie doorwerken voor werkend Nederland.

De nieuwe vakbeweging is dus nog niet definitief. Wie invloed wil uitoefenen op de voortgang kan reageren op de website: www.devakbeweging.nu (Website is opgeheven)
Op deze site is ook het concept van de nieuwe vakbeweging te downloaden, alsmede de samenvatting.

Hier downloaden kan ook:

De ontwikkeling van de nieuwe vakbeweging. Beknopte samenvatting – concept: https://beroepseer.nl

Eigen bijdrage houdt psychisch zieken thuis

In het Algemeen Dagblad, editie Den Haag stond onder de kop Veel patiënten haken af dat steeds meer ernstig psychisch zieke mensen wegblijven sinds de invoering van de eigen bijdrage. De gevolgen van de uitval zijn ernstig en is het grootst onder ouderen, verslaafden en allochtone patiënten. Duizenden patiënten verpieteren thuis, huisartsen raken overbelast en de overlast op straat neemt toe.

Sinds de invoering van de eigen bijdrage in januari haken er bij Parnassia Haaglanden elke maand zo’n 525 patiënten af, aldus Ellen van Hummel, bestuurder van Parnassia Haaglanden. Parnassia is een  instelling voor geestelijke gezondheidszorg:  “Wij behandelen in de Haagse regio ongeveer 45.000 patiënten per jaar. Dat betekent dat we op jaarbasis 6300 patiënten mislopen”.
De afhakers lijden vooral aan depressies, angsten, psychoses en verslavingen. Het gaat om ernstige gevallen, mensen van wie de huisarts zegt: ik kan het niet aan, hier moet een specialist aan te pas komen.
Zonder behandeling zakken die patiënten verder af, vervolgt Hummel: “De problemen zijn vaak al fors. Ze raken verder in de war, dieper in de schulden en komen soms op straat te staan. Uiteindelijk zien we ze hier alsnog verschijnen omdat ze overlast geven of via meldingen van buren en familie… Opname is veel duurder en patiënten zijn het liefste in hun eigen huis”.

Als het kabinet de eigen bijdrage niet terugdraait en de terugval doorzet, vreest Parnassia Den Haag dat drieduizend medewerkers heeft, op termijn afdelingen en locaties te moeten sluiten.

Bron: Veel patiënten haken af, door Maja Landeweer in  AD Den Haag, 28 april 2012.

Drie pijlers voor professionele ruimte in onderwijs

Hartger Wassink, organisatiepsycholoog in de onderwijssector, is bezig met een nieuwe aanpak om begrippen als eigenaarschap, verantwoordelijkheid, professionele ruimte en gedeeld leiderschap vorm te geven in het onderwijs. Op zijn blog De professionele dialoog – gewijd aan betekenis en verbinding in onderwijsorganisaties – zal hij de komende tijd zijn aanpak uiteenzetten in de serie Drie pijlers voor professionele ruimte.

Op Wassinks blog is alvast een introductie te lezen met de volgende onderwerpen:

  • Inleiding: drie pijlers voor professionele ruimte
  • Pijler 1: Doelen in termen van resultaten. De leerling centraal
  • Pijler 2: Middelen afbakenen. Vertrouwen en ruimte geven
  • Pijler 3: Verantwoording. Dialoog als sluitstuk en begin
  • Verantwoording, dialoog en de vraag waarom?

Korte videofragmenten illustreren de pijlers. Kijk bijvoorbeeld naar de video van de Inleiding die een druk kruispunt laat zien in Saigon waarop fietsers, bromfietsers, motor- en scooterrijders, auto’s en bussen zonder verkeersborden of verkeersregelaars zelf regelen wie wanneer kan oversteken. Het is een fascinerend gezicht, ruim drie minuten durend, dat sterk doet denken aan de Shared Space filosofie van Hans Monderman die ruimte wilde maken voor sociaal verkeer door minder regels en borden. In 2003 deed Monderman een experiment op het Laweiplein in Drachten dat hij, nadat hij alle verkeersborden, -lichten en wegmarkeringen had laten weghalen, met zijn rug naar het verkeer toe overstak.

Wassink baseert zich vooral op policy governance: “Dit is een systeem voor effectief besturen, waarvan ik de principes vertaal naar het niveau van leidinggeven en samenwerken. Dit koppel ik aan concepten als gespreid leiderschap, Policy Governance en dialogische communicatie. Een verantwoording van bronnen volgt nog. Het voordeel van policy governance is, dat het uitgangspunten kent, die van toepassing zijn op alle niveaus in de organisatie, van de interactie van leerling en leraar, tot aan de samenwerking tussen toezichthouder en bestuurder. Zo ontstaat er een congruent, waardengebaseerd werkproces waarin iedereen naar vermogen zijn rol en verantwoordelijkheid kan nemen”.

Wassink hoopt op reacties uit de praktijk op zijn plannen.

Eigenaarschap en verantwoordelijkheid van leraren, De professionele dialoog, 25 april 2012: www.hartgerwassink.nl/2012/04/eigenaarschap-en-verantwoordelijkheid-van-leraren/ (Niet meer beschikbaar. Zie: https://professioneledialoog.nl/)

Professionele ruimte en gespreid leiderschap, door Frank Hulsbos, Inge Anderson, Joseph Kessels, Hartger Wassink, Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek LOOK Open Universiteit, 2012: https://ris.utwente.nl/ws/portalfiles/portal/238811985/Hulsbos2012professionele.pdf

 

Notarissen op de bres voor eigen beroep

De Ledenraad, het hoogste orgaan binnen het Nederlandse Notariaat heeft op 11 april 2012 een nieuw bestuur benoemd voor de KNB, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.
We rapporteerden eerder op deze site van Beroepseer*) over de groep Notaris voor rechtszekerheid die zich keerde tegen de eigen beroepsvereniging KNB en op 16 februari 2012 een Manifest publiceerde: Rechtszekerheid Nederlandse samenleving op het spel!.

Sinds de publicatie van het Manifest is het roer drastisch omgegaan bij de KNB en zijn er nieuwe bestuursleden benoemd. Tegelijk met de benoeming van het nieuwe bestuur is het visiestuk Een nieuwe koers gepresenteerd. Daarin staan de bezwaren vermeld die de notarissen hebben tegen de nieuwe plannen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en wordt er een alternatieve visie met een eigen plan van aanpak ontvouwd.

Het begin van het visiestuk luidt als volgt:

“Dit stuk bevat een visie op het notariaat en een voorstel voor de nieuwe koers die het notariaat de komende jaren behoort in te zetten. Vijf concrete speerpunten worden geformuleerd waarop het nieuwe bestuur uitvoeringsmaatregelen kan baseren. Het geloofwaardig verwerpen van de notitie ‘In transitie’ dient gepaard te gaan met het formuleren van een alternatieve visie. Deze alternatieve visie wordt in dit stuk weergegeven.

Binnen de beroepsgroep is ernstige twijfel gerezen over de houding van de regering en de wetgever met betrekking tot de taak en functie van de notaris in de samenleving. Het lijkt erop dat de overheid de meerwaarde van de notaris casu quo de notariële akte niet meer ziet zitten en de zo zorgvuldig in de notariële praktijk uitgedokterde processen op subtiele doch besliste wijze ondermijnt.
Het plan van de minister van Veiligheid en Justitie om de oprichting van besloten vennootschappen zonder tussenkomst van de notaris mogelijk te maken, het jammerlijk afgebroken wetgevingsproces inzake de personenvennootschap, het onderuit halen van de echtscheidingsnotaris door de Eerste Kamer, het door voorstel van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontwikkelde beleid om in ‘eenvoudige’ gevallen geen verklaring van erfrecht meer te verlangen maar genoegen te nemen met een ingevuld formulier en het zonder inhoudelijke beargumentering door voornoemde minister voorbijgaan aan de bevindingen van de evaluatie van de Wet koop onroerende zaken; het zijn enkele voorbeelden waaruit duidelijk wordt dat niet rechtszekerheid en een ordentelijk functionerend rechtsverkeer voorop staan, maar vermindering van regeldruk en het heilige geloof in marktwerking als panacee voor goedkopere en betere dienstverlening.

Uit de hiervoor genoemde voorbeelden blijkt dat de overheid het takenpakket van de notaris lijkt te willen uitkleden en deels elders te willen neerleggen. Deze houding wordt ingegeven door economisch rechtsdenken: de notaris is kennelijk een belemmering in het vrije economische verkeer. Men meet hem slechts in termen van efficiency en past een kosten/baten analyse op zijn werk toe. Daarin wordt echter het veel verdergaande belang van de rechtszekerheid niet meegenomen. Ook zijn bijdrage in de sfeer van de preventieve rechtshulp wordt niet in aanmerking genomen. Dergelijke belangen zijn moeilijk meetbaar en daarom ook niet verdisconteerd in het economische model. Inefficiëntie moet echter tot
op zekere hoogte voor lief worden genomen, indien er andere belangen die geborgd moeten worden een rol spelen.

Onduidelijk is overigens waar deze trend door is ingegeven. Bij de evaluatie van de Wet op het notarisambt (verder: Wna) door de commissie Hammerstein is juist uitdrukkelijk en op goede gronden aangegeven dat de domeinmonopolies dienen te worden behouden (p. 9)”.

In het visiestuk staan ook voorstellen over de wijzen waarop het belang van een goed functionerend notariaat voor de rechtszekerheid onder de aandacht gebracht moet worden van het publiek. Dat klinkt heel mooi, goede voorlichting geven aan het publiek. Daar heeft het heel lang aan ontbroken.
Jammer alleen is dat er in dit visiestuk gebruikt gemaakt wordt van de term “de consument”, als er eigenlijk bedoeld wordt “de burger”. Het woord burger past beter bij het onderwerp recht, rechtszekerheid en rechtsstaat.
De burger die gebruikt maakt van de dienstverlening van de notaris en hem daarvoor wil honoreren of betalen, klinkt toch iets anders dan de consument die gaat shoppen bij het notariaat.

Visiestuk Notaris voor Rechtszekerheid: Een nieuwe koers: De notaris staat voor rechtszekerheid, kwaliteit en vertrouwen: http://www.notarisvoorrechtszekerheid.nl/wp-content/uploads/Visiestuk_Notaris_voor_Rechtszekerheid_310312.pdf (Visiestuk is niet meer beschikbaar. Site Notaris voor rechtszekerheid is opgeheven)

 *) Lees wat voorafging: Notaris voor rechtszekerheid verzet zich tegen eigen beroepsvereniging, Blogs Beroepseer, 28 februari 2012: https://beroepseer.nl

Beroepsvereniging chirurgen doet goed werk met gegevens patiënten

Het aantal complicaties na een operatie kan omlaag als chirurgen gegevens over patiënten en de behandeling registreren. Door hun eigen cijfers te vergelijken met het landelijk gemiddelde kunnen artsen achterhalen hoe zij de zorg kunnen verbeteren. De drie jaar geleden opgezette registratie voor darmkanker is zo succesvol dat die wordt uitgebreid met andere aandoeningen.

Vandaag maakt de stichting Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA) op een congres de resultaten over 2011 bekend. Chirurgen verzamelden gedetailleerde informatie over bijna negenduizend darmkankeroperaties. Vergeleken met de voorgaande jaren nam het aantal complicaties af. Zo daalde het aantal patiënten bij wie vanwege problemen een nieuwe ingreep nodig was in een jaar tijd met een kwart, naar zevenhonderd. Zorgverzekeraars en het ministerie zijn enthousiast omdat daarmee veel geld kan worden bespaard.
Complicaties leiden immers tot een langer verblijf in het ziekenhuis.

Landelijke databank
Eric Hans Eddes, directeur van de DICA, legt uit dat voor iedere behandelde patiënt tientallen gegevens worden vastgelegd, zoals leeftijd, bijkomende ziekten, stadium van de tumor, uitzaaiingen en type operatie. De chirurgen worden door de beroepsvereniging verplicht mee te doen, zegt Marie-Jeanne Baas-Vrancken Peeters van de Vereniging voor Heelkunde.

De resultaten worden, na een correctie voor onder meer de zorgzwaarte, wekelijks teruggekoppeld naar een landelijke databank die door chirurgen kan worden ingezien.

“Het is heel lastig voor een lokale arts om de grote lijn te zien, zegt Eddes”, chirurg in Deventer. “Daarvoor doe je te weinig behandelingen. Als je het ene jaar geen sterfgevallen meemaakt en het jaar erop wel, denk je al snel dat het toeval is. Pas als je je eigen cijfers naast de landelijke gegevens legt, zie je waar zich eventuele problemen voordoen. Sindsdien kijk ik heel anders naar patiënten. Je wordt steeds kritischer omdat je jezelf met collega’s vergelijkt.”

Succes bij behandeling darmkanker, Ellen de Visser, de Volkskrant, 23 april 2011: www.volkskrant.nl

Website van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde,  de wetenschappelijke beroepsvereniging voor chirurgen en artsen in opleiding tot chirurg: www.heelkunde.nl