Skip to main content

Redactie Beroepseer

Dit economisch bestel vernielt onze menselijkheid!

paul verhaeghe 2Een inspirerende lezing van Paul Verhaeghe, klinisch psycholoog en psychoanalyticus aan de Universiteit van Gent roept ons op de economie weer economie te laten worden, en onderwijs, opvoeding, zorg en relaties weer hun eigen plaats te laten innemen. Dat vraagt om een andere inlevering, of bezuiniging, dan wat er nu van ons geëist wordt door de overheid.
Verhaeghe hield zijn krap een half uur durende  lezing op 30 januari 2012 in het Kunstencentrum Vooruit in Gent, de dag van de nationale staking in België, gehouden uit protest tegen de plannen van 11 miljard aan bezuinigingen van de regering-Di Rupo.
Interviews en opiniestukken van deze Belgische hoogleraar doen steevast de nodige stof opwaaien. In deze lezing keert Verhaeghe zich tegen de allesoverheersende neoliberale economie die volgens hem ADHD-individuën produceert, hoppend van de ene job en partner naar de andere, met als gevolg een steeds groter wordende groep mensen die zich mislukt voelt.
Verder betoogt hij dat de bezuinigingen de maatschappij ten goede moeten komen, en niet de economie. Ook moeten de waarden terug in het onderwijs. Iedereen is tegen het huidige onderwijsstelsel, maar niemand kan het pakken, we voelen ons machteloos. Grote vraag: hoe de anonieme systemen aan te pakken?
Volgens Verhaeghe tonen onze scholieren een gebrekkige democratische en maatschappelijke houding. Dat is het effect van ons competentie-gericht onderwijs. We vormen onze kinderen tot ondernemer van zichzelf, die hun kennis en vaardigheden moeten kapitaliseren. De eerste vraag is dan: wat brengt ‘t op voor mij?

Wat het werk betreft stelt Verhaeghe de neoliberale meritocratie tegenover de onmacht op de werkvloer, waar solidariteit een kostbare luxe dreigt te worden. Die moet plaats ruimen voor tijdelijke coalities met doel meer winst behalen dan de anderen doen. Diepe banden worden daarvoor nagenoeg uitgesloten, emotionele betrokkenheid met het werk zelf is er nauwelijks nog, laat staan met het bedrijf. De infantilisering van de werknemers, een systeem dat mensen niet toelaat autonoom te denken en te werken en de aantasting van het zelfrespect dienen te worden ingewisseld voor het stellen van noodzakelijk vragen.
Bijvoorbeeld: Wat is het goede leven voor mij? En hoe kan ik dat vormgeven in verhouding tot anderen? De antwoorden moeten gebaseerd zijn op zelfbeheersing. Dat staat lijnrecht tegenover de huidige verheerlijking van consumeren en de verplichting tot eeuwige groei.
Zorg voor jezelf komt neer op matiging en moed, waardoor we niet meer de hedendaagse plicht hebben tot “depressief genot”. Inleveren betekent kiezen voor het goede leven. Zo’n keuze leidt tot bewust burgerschap dat altijd vervlochten is met de zorg voor de ander.

Verhaeghe geeft een heldere analyse van de manier waarop het neoliberalisme destructief inwerkt op ons mens-zijn alsook op de samenleving – of wat daar nog van overschiet.
Op 18 maart jl. werd een uitspraak van Verhaeghe gekozen tot Uitspraak van de week in dagblad De Morgen: “Dit economisch bestel vernielt onze menselijkheid!” Zijn  boek De neoliberale waanzin is in maart 2012 in herdruk verschenen.

Info over de video op De wereld morgen: www.dewereldmorgen.be/artikel/2012/09/17/livestreaming-voorstelling-identiteit-van-paul-verhaeghe-in-vooruit/

Stel hbo en mbo onder curatele

Jan Bouwens, hoogleraar accounting aan de Universiteit van Tilburg vindt dat het hbo en het mbo onder curatele dienen te worden gesteld. In een opiniestuk in de Volkskrant van 2 april 2012 schrijft hij dat “het hbo en het mbo beide aan een dramatische redesign toe zijn. Dat kan alleen als de scholen uit die sector onder curatele worden geplaatst.

Sinds 2004 hebben hogescholen en roc’s onder leiding van de HBO-raad en de MBO Raad massaal het zogenaamde competentiegericht onderwijs ingevoerd. Dit systeem voorziet er bijvoorbeeld in dat een student de benodigde moeilijke statistische technieken voor de uitvoering van zijn projecten gaat zoeken als hij ze nodig heeft. Hij heeft dan geen docent meer nodig die hem inwijdt in de geheimen van deze technieken. Binnen het systeem werd het de docent dan ook verboden om nog les te geven. Later werd een groot aantal docenten vervangen door een procesbegeleider die evenals de student niets van statistiek weet, terwijl deze uitstekend geëquipeerd is erop toe te zien dat de student al zijn projecten in een portfolio verzamelt. Als alle projecten zijn uitgevoerd, volgt een diploma.

Een aantal hbo’s heeft nu ingezien dat zij met deze keuze hun opleidingen volledig in de vernieling hebben geholpen (Inholland). Niet alle bestuurders hebben het licht gezien. Het mbo heeft nog niets geleerd. Zo liet de voorzitter van de MBO Raad Jan van Zijl op 26 maart via Radio 1 naar aanleiding van een vernietigend artikel in deze krant (‘Het roc zoekt het meer in stenen dan in onderwijs’, Het Vervolg, 24 maart), nog weten dat er niets aan de hand is met de kwaliteit van het onderwijs. Ter adstructie nodig ik de heer Van Zijl van harte uit kennis te nemen van de uitkomsten van de wiskunde/rekentoets die zijn eindexamenkandidaten onlangs ondergingen. Ik mag aannemen dat hij dan zijn opvatting bijstelt”.

‘Stel het hbo en het mbo onder curatele’, door Jan Bouwens, de Volkskrant, 2 april 2012:  www.volkskrant.nl

Verhalen: De geheime sleutel tot leiderschap

steve denningSteve Denning beweerde in zijn lezing op de TEDx conferentie*) op de  Hogeschool van Utrecht dat er geen leiderschap is zonder goede verhalen.
Denning reist sinds 2000 de wereld rond om de kracht van het verhalen vertellen onder de aandacht te brengen.

Hij had ontdekt dat de meeste verhalen niet werken. Om ze wel te laten werken is het nodig verhalen effectief in te zetten om je punt te maken. Als voorbeeld noemt Denning hoe Al Gore van een “Mr Boring” werd tot “Mr Excitement” en niet alleen een Emmy-prijs voor het beste televisieprogramma won met zijn film over de dreiging en de gevolgen van klimaatverandering voor de planeet Aarde, maar zelfs de Nobelprijs voor de vrede. Denning onthult ook aan welke vier kenmerken een goed leiderschapsverhaal moet voldoen.

Denning, in 1944 geboren in Sydney, Australië, was decennialang werkzaam bij de Wereldbank. Hij schreef diverse boeken over leiderschap en management, bijvoorbeeld The Leader’s Guide to Radical Management: Reinventing the Workplace for the 21st Century (2010).
De video met de TEDx lezing duurt een kwartier en 51 seconden. Blijf vooral kijken tot het einde, want de laatste seconden maken precies duidelijk wat Denning bedoelt.

Website van Steve Denning: https://reinventing-capitalism.com/

Zie ook Storytelling: The art of the springboard story. Klik hier.

Weten welke de tien gelukkigste beroepen zijn? Klik hier voor de site van Forbes.
Daaronder staan de tien beroepen die ons ongelukkig maken. Klik hier.

*) gehouden op 8 november 2011

De terugkeer van beroepseer bij gerechtsdeurwaarders

juist-magazineIn  het 6e nummer van JUIST magazine (maart 2012) staat een interview met advocate Erica Schruer, De terugkeer van beroepseer. JUIST magazine is het vakblad van Flanderijn, organisatie van incasso- en gerechtsdeurwaarders, opgericht in 1948.

Erica Schruer: “Oude, ambachtelijke waarden als beroepstrots en maatschappelijke verantwoordelijkheid zijn in veel beroepsgroepen ondergesneeuwd geraakt. Dat is jammer, omdat juist deze waarden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het functioneren van een beroepsgroep – deurwaarders niet uitgezonderd”.

Schruer was indertijd lid van de Commissie Evaluatie Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders. Deze commissie heeft in het rapport ­’Noblesse oblige’ destijds kritiek geuit op de beroepsorganisatie van gerechtsdeurwaarders KBvG: deze zou te weinig het ’gildegevoel’ bevorderen. Onlangs pleitte zij voor een meer ambachtelijke benadering in de schuldhulpverlening.

Wat verstaat zij onder zo’n ’ambachtelijke benadering’ en het bijbehorende ’gildegevoel’?
Schruer: “”Die ambachtelijkheid komt wat mij betreft vooral tot uitdrukking in een bepaald verantwoordelijkheidsgevoel, een zekere beroepseer. Die beroepseer grijpt historisch terug op de gilden, en was in feite tweeledig. Ten eerste was er natuurlijk de vaardigheid, de kunde, van de beroepsgroep. Dat is een heel belangrijk onderdeel van een ambacht: je werk goed doen. Vakmanschap is meesterschap. Daarnaast bracht die vaardigheid ook een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee: een bereidheid om te participeren in het maatschappelijk debat, en ook daarin eer te stellen.”

Daarvan was in het verleden dus te weinig sprake bij de deurwaarders?
”Ja. Ik – en ik was niet de enige – vond dat die waarden wat ondergesneeuwd waren geraakt onder meer door de invoering van de marktwerking en de daarmee gepaard gaande verharding…..”

Lees het hele artikel De terugkeer van beroepseer in JUIST, voorjaar 2012: https://issuu.com/creativevenue/docs/juist__6_-_flanderijn__maart_2012_

Leraren nemen zelf de regie in handen

doris-day-teacher“We nemen zélf de regie in handen.” Lector Marco Snoek van de Hogeschool van Amsterdam  (HvA) en zijn Leraren met lef netwerk hebben genoeg van “het omlaag praten en daarmee ondermijnen” van hun professie. Op 14 april 2012 komen ze massaal bijeen in Utrecht. “Je moet jezelf niet afhankelijk maken van wat anderen vinden.”

Voor Marco Snoek die bij de HvA het lectoraat ‘leren en innoveren’ bekleedt, past de manifestatie naadloos bij zijn onderzoeksopdracht. “Professionalisering is voor mij een centraal thema. Professionaliteit betekent zélf de regie nemen in het onderwijs. Jezelf niet afhankelijk maken van wat anderen vinden. Leraren zijn niet bijzonder goed georganiseerd. Wat je meestal ziet zijn defensieve reacties van de vakbonden en organisaties als BON.”

Volgens Snoek kan dat en moet dat echt anders. De lerarenopleidingen en de professie hebben de kans én de opdracht daar vooral zelf het initiatief toe te nemen.

Snoek is op allerlei manieren betrokken bij het initiatief Leraren met lef. Hij zit in de adviesraad en is bovendien betrokken bij de groep van zes van zijn vierdejaars studenten die de manifestatie van 14 april tot een succes moet maken.
“Er wordt een film gemaakt met allerlei fragmenten van speelfilms waarin inspirerende leraren voorkomen. Het materiaal dat de studenten ontwikkelen, wordt zó gemaakt, dat de leraren het zelf ook weer kunnen gebruiken.”

Anti-mopper manifestatie leraarschap, Science Guide, 7 maart 2012: www.scienceguide.nl/2012/03/anti-mopper-manifestatie-leraarschap/

Leraren met lef:  http://lerarenmetlef.com

Oratie: leraren ontplooien zich beter door gespreid leiderschap

joseph kessselsGespreid leiderschap zorgt ervoor dat leraren beter hun talenten kunnen benutten en ontwikkelen. Talentontwikkeling van leraren draagt meer bij aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs dan het voortdurend sturen en afrekenen op prestatieafspraken.
Dat stelt prof. dr. Joseph Kessels, hoogleraar Opleidingskundig leiderschap aan de Open Universiteit, in zijn oratie op 30 maart 2012. Gespreid leiderschap is gebaseerd op expertise; per onderwerp kan de voortrekkersrol bij een andere leraar liggen.

Kessels stelt ook dat leraren hun bekwaamheden kunnen versterken door samen onderzoek te doen naar lastige vraagstukken die ze in de klas tegenkomen. Hij houdt zijn oratie: Leiderschapspraktijken in een professionele ruimte op 30 maart 2012 om 16.00 uur bij de Open Universiteit in Heerlen. De leerstoel Opleidingskundig Leiderschap valt onder het Ruud de Moor Centrum (RdMC) en richt zich op het verbinden van lerende leraren en de wijze waarop schoolleiders de bekwaamheidsontwikkeling van hun teams kunnen stimuleren.

Leiderschap los van hiërarchie

Leiderschap is gespreid wanneer het in verschillende situaties bij verschillende mensen ligt. Wanneer bijvoorbeeld een nieuwe lesmethode gekozen moet worden neemt de ene leraar het voortouw, in een volgende situatie is een andere leraar de leider omdat hij of zij veel kennis heeft van ict. Dit staat dus los van een hiërarchische manier van leidinggeven. Gespreid leiderschap stimuleert dat leraren samen problemen oplossen en zich professionaliseren. Een hiërarchische manier van sturen kan juist negatieve effecten hebben op bekwaamheidsontwikkeling, omdat werknemers dan minder geneigd zijn initiatieven te nemen en vooral instructies zullen volgen.

Onderzoekende leraar

Leraren kunnen zich verder bekwamen door zelf onderzoek te doen naar lastige praktijkproblemen, zoals het motiveren van zwakke leerlingen of het maatwerk bieden in een grote klas, ‘Onderzoek doe je allereerst omdat je ergens nieuwsgierig naar bent. Pas daarna ga je op zoek naar het gereedschap om dat onderzoek te doen. Methoden van onderzoek opleggen in verplichte cursussen, werkt niet,’ aldus Kessels.

Kloof onderwijsonderzoek overbruggen

Joseph Kessels is verbonden aan het RdMC, een onderzoekscentrum van de Open Universiteit, dat wil bijdragen aan de professionalisering van leraren op de werkplek. Kessels is van mening dat onderwijsonderzoek in Nederland van een zeer hoog niveau is, maar ver verwijderd is geraakt van de onderwijspraktijk. “Die kloof kunnen we overbruggen door leraren bij het onderzoek te betrekken als mede-onderzoeker. Dat is belangrijk voor de gezamenlijke kennisontwikkeling en voor de toepassing van de resultaten in het onderwijs. Het geeft voldoening, maakt je trots op je vak, en versterkt de verbinding met je collega’s”.

Over Joseph Kessels

Prof. dr. J.W.M. Kessels (1952) studeerde andragologie aan de Universiteit van Amsterdam in 1979. Hij promoveerde cum laude aan de Universiteit Twente op het onderwerp Design Standards for Curriculum Consistency in Corporate Education. Hij verzorgde talloze wetenschappelijke en praktijkgerichte publicaties over het ontwerp van leeromgevingen ten behoeve van kennisproductiviteit, innovatie en de ontwikkeling van sociaal kapitaal.
In 1977 richtte hij met Cora Smit het internationaal adviesbureau Kessels & Smit op, dat zich specialiseert in Human Resource Development, en waaraan hij tot 2010 verbonden is gebleven.
Van 1998 tot 2002 adviseerde hij het ministerie van OCW over duale academische opleidingen. Hij leidde projecten in het bedrijfsleven, het onderwijs, de gezondheidzorg en de overheid op het gebied van bekwaamheidsontwikkeling ten behoeve van duurzame innovatie.
Van 1995 tot 2001 was Kessels houder van de leerstoel Human Resource Development aan de Universiteit Leiden. Hij combineert zijn leerstoel aan de Open Universiteit met die van hoogleraar Human Resource Development aan de Universiteit Twente, waar hij sinds 2000 werkzaam is.
Tot 2008 was hij decaan van TSM Business School, opgericht door de Universiteit Twente.

Leiderschapspraktijken in een professionele ruimte, Oratie van prof.dr. Joseph W.M. Kessels, Open Universiteit, 30 maart 2012: www.ou.nl/documents/40554/111664/Oratie_Kessels_20120411_WEB.pdf/f44a70f5-7401-450e-bb54-d4f429bbc6b6

Niet beter presterende leraren, maar beter presterende leerlingen zijn einddoel

“Op de prestatiebeloning in het onderwijs zit bijna niemand te wachten. Besteed die 150 miljoen euro liever aan onderzoek naar wat goede scholen precies goed doen”, meent Aleid Truijens, columnist voor de Volkskrant op 28 maart 2012.

De leraren zitten er niet op te wachten, de schoolleiders niet en de meeste bestuurders niet: “En de leerlingen? Die willen aardige leraren, meegaand en gul met cijfers. Maar de minister van Onderwijs en haar liberale kompaan willen het wel. Dus krijgen we in 2014 prestatiebeloning voor leraren. Er is weliswaar een experiment gaande – kosten: 150 miljoen – maar de uitkomst staat al vast. De experimenten dienen om te kijken hoe de prikkel ‘het beste werkt’. De gelijkheidscultuur doorbreken! Excellentie bevorderen! De lat omhoog! Alleen al het almaar uitspreken van die magische woorden lijkt enorm effectief.

Óf prestatiebeloning werkt in een branche waar lang niet vaststaat welk product wordt geleverd en wat we onder kwaliteit verstaan, is twijfelachtig. De Onderwijsraad, Van Bijsterveldt en Zijlstra schermen met een kortlopend, voortijdig afgebroken Israëlisch onderzoek uit 2000 met positief resultaat. Daartegenover staat een vracht aan onderzoek dat bewijst dat prestatieloon heel goed werkt als het gaat om het aantal onthoofde koeien per minuut of de snelheid waarmee komkommers van de lopende band worden gegrist, maar niet voor werk waarvoor je hoofd en hart en vakkennis gebruikt”.

Volgens Truijens zouden de 150 miljoen euro nuttiger besteed kunnen worden aan onderzoek naar wat goede scholen precies goed doen: “Voor een deel weten we dat al: beter opgeleide leerkrachten, meer academici, goed samenwerkende teams en een steunend management”.

‘Niet beter presterende leraren zijn het einddoel, maar beter presterende leerlingen’, door Aleid Truijens, de Volkskrant, : www.volkskrant.nl