Skip to main content

Redactie Beroepseer

Bonus geen prikkel om beter te presteren in bedrijf

De bonussen voor bestuursleden zijn het afgelopen jaar met 9 procent gedaald. De relatie tussen bonussen en de prestaties van het bedrijf lijkt echter niet altijd consistent. Van de verliesgevende bedrijven keerde 80 procent een bonus van gemiddeld 147.000 euro uit. Dit blijkt uit het op 26 juni 2012 gepubliceerde jaarlijkse beloningsonderzoek van adviesbureau Berenschot naar de AEX en AMX bedrijven. Daarnaast lijkt er ook een beperkte relatie met groei of afname van de netto winst.

Uit het onderzoek van Berenschot naar de beloning van de 50 bedrijven in de AEX en AMX blijkt dat de korte termijn bonussen van bestuursleden met 9 procent zijn gedaald, namelijk van gemiddeld 324.000 euro in 2010 naar 295.000 euro in 2011. In 2010 was er nog een stijging van 37 procent aangezien de bonussen in 2009 nog gemiddeld 237.000 euro waren. De vaste jaarsalarissen zijn in 2011 nauwelijks gestegen. Een bestuurslid ontving in zowel 2011 als 2010 gemiddeld ongeveer 470.000 euro.

Ongeveer 20 procent van de AEX en AMX bedrijven leed over 2011 verlies. Van deze tien bedrijven hebben er twee geen bonussen uitgekeerd aan de Raad van Bestuur. De gemiddelde bonus bij 80 procent van de bedrijven die dit wel deden was voor de CEO 212.000 euro en voor een bestuurslid 147.000 euro. “Deze cijfers laten zien dat de korte termijn bonus niet gerelateerd is aan de prestaties van veel bedrijven. De bonus lijkt overwegend een middel om topbestuurders aan de onderneming te binden”, aldus onderzoeker Christian Gort van Berenschot

Van de bedrijven heeft 48 procent de netto winst het afgelopen jaar zien afnemen. Gemiddeld daalde de nettowinst bij hen met 140 procent. Bestuursleden van deze bedrijven kregen desondanks gemiddeld 220.000 euro aan bonussen. De daling in bonussen was in deze groep weliswaar met 16 procent groter dan het gemiddelde van 9 procent, maar lijkt niet in verhouding te staan met de afname van de winst.

Volgens managing consultant Rutger Verbeek van Berenschot zou een bonus een prikkel moeten zijn om beter te presteren. Maar kennelijk is dat niet meer zo: “Bestuurders halen misschien meer genoegdoening uit de rol die ze vervullen dan uit hun bonus. De bonus lijkt daarmee een verworven recht te zijn geworden.”

Beloningsonderzoek, Berenschot, 26 juni 2012: https://www.berenschot.nl/expertise/diensten/hr-strategie/hr-strategie-beleid/beloningsonderzoek/ (Niet meer beschikbaar).

Minder onnodige regels voor burgers en professionals

Burgers en professionals, zoals politieagenten, mensen in de zorg en onderwijzers zijn de komende jaren beduidend minder tijd kwijt aan gedoe met de overheid. Dat komt door maatregelen van dit kabinet om knelpunten in de regelgeving waar burgers en professionals tegenaan lopen, op te lossen.

Burgers besparen hierdoor 118 miljoen euro en ook de overheid zelf is goedkoper uit door mindere en betere regelgeving. Dat schrijft minister Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer.

Een paar voorbeelden van de maatregelen: bij overlijden van een partner is een verklaring van erfrecht niet altijd meer nodig zodat een gezamenlijke bankrekening eenvoudiger toegankelijk wordt voor de achterblijvende partner. Ook wordt het straks mogelijk om wijzigingen in de tenaamstelling van de auto digitaal af te handelen. De procedure voor het aanvragen van een bouwvergunning wordt vereenvoudigd. Uit berekeningen blijkt dat gezinnen het meest zullen merken van de maatregelen.

Behalve minder regelgeving geeft dit kabinet ook ruimte voor experimenten: burgers, instellingen en professionals krijgen hiermee de mogelijkheid om te experimenteren met het tijdelijk buiten werking stellen van regels, om zo aan te tonen dat de uitvoering anders en beter kan. In de zorgsector komen 28 experimenten voor regelarme zorginstellingen, waarmee de instellingen zelf kunnen aantonen dat hun alternatief beter werkt met minder regeldruk.

Bij de aanpak van onnodige regels, zo schrijft minister Spies, zullen burgers, ondernemers en professionals worden betrokken. Daarnaast worden allianties aangegaan met brancheorganisaties, uitvoeringsorganisaties en medeoverheden omdat ook zij invloed hebben op een betere uitvoering van wet- en regelgeving.

Voortgangsrapportage Regeldruk burgers, professionals en interbestuurlijk. Rapport Voortgangsrapportage Regeldruk burgers, professionals en interbestuurlijk van juni 2012. Rapport | 11-06-2012 | BZK: https://beroepseer.nl

Politiegezag op straat

politiegezag kleinJurriën Rood, filmer en filosoof, heeft ruim vier jaar onderzoek gedaan bij de politie Amsterdam-Amstelland  naar het straatgezag van de politie. Hij vroeg niet naar de mening van burgers, maar observeerde hoe het in de praktijk toeging en hoe mensen zich gedragen. De uitkomst was dat het gezag van de politie op straat groot is en een bijzondere vorm heeft: vriendelijk, maar ook resoluut.

Volgens Rood is een aantal door de politie gebruikte methoden geschikt om te leren aan andere gezagsdragers om de problemen op hun werk aan te pakken.
Rood schreef een bijdrage in het op 21 juni 2012 verschenen boek GezagsdragersDe publieke zaak op zoek naar haar verdedigers: “Het gezag van de politie in drie vragen”, waarin hij pleit voor meer kennis en steun van burgers voor de nieuwe vorm van politiegezag die werkzaam blijkt.

Samenwerkende kleine ziekenhuizen komen met polis voor zorg in eigen regio

Een “tegenwicht tegen de intensieve ziekenhouderij”, noemt Marc Oskam (adviseur/docent/auteur) het bundelen van krachten van kleine ziekenhuizen, daarmee zinspelend op de titel van het boek Intensieve menshouderij van Jaap Peters en Judith Pouw uit 2004.

Een mooi initiatief werd half juni 2012 gepresenteerd: veertig kleinere ziekenhuizen, verenigd in de Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ) ontwikkelen samen met een kleine zorgverzekeraar een eigen zorgpolis. Die polis gaat de Beter Dichtbij Polis heten en moet patiënten stimuleren om in de eigen regio naar het ziekenhuis te gaan. De SAZ wil daarmee een antwoord geven op de groeiende concentratie van zorg in grote ziekenhuizen. Vanuit het oogpunt van patiëntenvoorkeur, kosten en gezondheidswinst is het beter om de zorg zoveel mogelijk gespreid aan te bieden. Voorwaarde is wel dat er nauwere regionale samenwerking komt tussen ziekenhuizen en andere zorgaanbieders, zoals huisartsen.

Met de Beter Dichtbij Polis, die vanaf volgend jaar beschikbaar is, wil de SAZ zorgen voor een goede invulling van de spreiding van de ziekenhuiszorg, en patiënten zorg van hoge kwaliteit garanderen zonder dat zij daarvoor ver van huis moeten. Volgens de SAZ kan 85 procent van de zorg lokaal worden aangeboden. SAZ gaat niet zelf verzekeren, maar werkt met een verzekeraar die de polis in het  aanbod opneemt. Een tweede verzekeraar heeft eveneens interesse getoond in de polis.
De SAZ denkt dat de polis 5 tot 10 procent goedkoper kan zijn dan vergelijkbare polissen. Die financiële winst is volgens de SAZ te danken aan het feit dat de kosten in de SAZ-ziekenhuizen lager zijn dan in de grote ziekenhuizen. Bovendien voorziet de SAZ kostenbesparingen door betere samenwerking in de regio. Verder verwacht de SAZ dat de polis bijdraagt aan het in stand houden van de regionale solidariteit tussen verzekerden. Ook moet de polis bijdragen aan het behoud van regionale zorginstellingen, die een belangrijke impuls vormen voor de regionale economie. Tachtig procent van hun bestedingen komt terecht in hun regio.

Drie onderdelen van de Beter dichtbij polis zijn al bekendgemaakt: bij ingrijpende gebeurtenissen kan de patiënt een extra gesprek krijgen met de arts. Verder krijgen oudere verzekerden een halfjaarlijkse controle van medicijnen. Ten slotte komt er voor zorgaanbieders een stimulans om moderne technologie te gebruiken, zoals zorg via internet.

Kleine ziekenhuizen in verweer tegen concentratie, door Philip van de Poel,  Skipr, 15 juni 2012: www.skipr.nl/actueel/id11296-kleine-ziekenhuizen-in-verweer-tegen-concentratie.html

Kleine ziekenhuizen maken polis, door Heleen Croonen,  15 juni 2012: www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/kleine-ziekenhuizen-maken-polis.htm

Doodsbedreigingen via tweets bestrijden

twitter doodsbedreigingIn een interview met de Amsterdamse televisiezender AT5 op 14 juni 2012 zegt Wim Anker, de advocaat van Robert M., dat hij gedurende de behandeling van de Amsterdamse zedenzaak duizenden dreigmails heeft ontvangen. Behalve Anker worden duizenden mensen bestookt met dergelijke tweets en e-mails; er bestaat een wildgroei aan bedreigingen op internet.

Doodsbedreigende tweets zijn sinds kort te volgen op de website van doodsbedreiging.nl  en via twitteraccount @doodsbedreiging.
Om de discussie op gang te brengen en de omvang van het probleem inzichtelijk te maken is de redactie van de site, bestaande uit twee jonge mannen met een fulltime baan, sedert een aantal maanden actief met het aanleggen van een databank door inventarisering en localisering van tweets met doodsbedreigingen. Dreigende twitteraars met hun gefingeerde namen worden gevolgd, uit de anonimiteit gehaald – op een betrekkelijke manier uiteraard – en te kijk gezet.
Daarnaast heeft de redactie de ruim vierduizend op Twitter geplaatste doodsbedreigen van het afgelopen jaar op de site gepubliceerd.

Op de site staat ook een manifest dat de juridische kant van het fenomeen belicht, zoals een toelichting bij Artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht dat nagenoeg alle vormen van bedreiging dekt.
Doodsbedreiging.nl pleegt volgens eigen zeggen “nauwgezette digitale research vanuit een maatschappelijk, sociaal, linguïstisch en juridisch engagement”. Het wordt gedaan omdat de redactie de mening is toegedaan “dat de belichting van deze elementen sterk ontbreekt in de hedendaagse wet- en regelgeving, alsook de tenuitvoerlegging daarvan. Er wordt te weinig actie ondernomen vanuit politiek, politie en justitie ten aanzien van tweets met doodsbedreigingen. Bedreigers worden niet of nauwelijks aangepakt en-of gestraft”.

Wel is het zo dat het aantal rechercheonderzoeken naar de bedreigingen is toegenomen, maar exacte cijfers zijn er niet.
De vraag die de redactie opwerpt is: Moeten deze bedreigingen als normaal beschouwd worden, of moeten de verantwoordelijken aangepakt? Moeten we de bedreigers serieus nemen?
In elk geval blijkt dat het krijgen van een dreigement bijna altijd impact heeft. In mei verscheen bijvoorbeeld het bericht: “McClean stopt met Twitter na bedreiging. Sunderland-middenvelder James McClean heeft enkele doodsbedreigingen ontvangen nadat hij was opgeroepen voor het EK door Ierland-bondscoach Giovanni Trapattoni. De middenvelder had via Twitter laten weten dat hij erg blij was met de uitverkiezing”.

De makers van de Doodsbedreigingsite hebben zich tot doel gesteld het belang aan te tonen van een maatschappelijk debat over de diverse aspecten van deze doodsbedreigingen en roept het publiek op tot actie en discussie. In discussie gaan over een dreigtweet is mogelijk door in te loggen met een Twitter- of Facebook-account.

Zie op www.doodsbedreiging.nl (Website is opgeheven)

Wim Anker ontving duizenden dreigmails tijdens proces Robert M., Het Parool, 15 juni 2012: www.parool.nl

Interview met Anker op AT5 is te zien op: www.at5.nl (Interview is niet meer beschikbaar)

De meent: koop ruimte vrij en word mede-eigenaar

In het kader van het project De Meent is er op zondag 17 juni 2012 van 15.00 tot 18.00 uur Open Huis in Amsterdam: Consensusdemocratie: de politiek van de presentie, met Iratxe Jaio en Heleen Schols. Zij hebben ervaring opgedaan met directe vormen van democratie en het modereren van– en participeren in vergaderingen die op basis van het consensusmodel plaatsvonden.

De bezette pleinen van Occupy hebben het model van consensus weer volop onder de aandacht gebracht. Beslissingen worden genomen met instemming en participatie van alle deelnemers. Als zodanig is het een statement dat in schril contrast staat met wat veel mensen als onze ondemocratische tijd beschouwen. Maar is het consensusmodel ook bruikbaar in bijvoorbeeld een culturele ruimte? Wat zijn de voordelen van het consensusmodel en wat de nadelen?

Het project De Meent is in mei 2012 van start gegaan en heeft tot doel het bespreken van verschillende aspecten van gemeenschappelijk eigendom en het vinden van mensen die willen meedoen met het vrijkopen van ruimte en daarvan mede-eigenaar worden.

Veel reacties op de hedendaagse crisis en de daaraan verbonden bezuinigingen zijn conservatief: “Stop sociale kaalslag!”, “Zeg nee!”, of “Schreeuw om cultuur!” Deze uitingen geven blijk van onvrede over het huidige beleid, maar in het licht van huidige ontwikkelingen, zowel politiek als economisch, is er weinig hoop dat zulk protest iets gaat veranderen.
De hedendaagse politieke situatie lijkt zich te verdelen in twee opvattingen: je bent of een individu dat al dan niet succesvol is op de vrije markt, of je doet appèl op een slinkende subsidiepot. Culturele initiatieven rest twee mogelijkheden: zelfredzaamheid op een wankele en onvoorspelbare markt óf afhankelijkheid van de politieke waan van de dag. De uitdaging is om tussen deze twee posities, privébezit en overheidsgezag, een nieuwe vorm te bedenken die de onafhankelijkheid van het privébezit combineert met een belang dat breder is dan het individuele.

De meent

meent nuEen begin kan gemaakt worden met het opnieuw leven inblazen van het oud-Nederlands begrip de meent. Van oudsher stond dit begrip – de Nederlandse variant van het Engelse the commons – voor een ruimte die van iedereen en van niemand was. Het maakte aanspraak op de capaciteit van mensen om op gedeelde wijze een ruimte te bestieren.

Het plan van Stichtng De Meent is de aankoop van De Inkijk via crowd-investment. Dit kleine huisje is de laatste jaren door SKOR*) gebruikt als expositieruimte. Als gevolg van de cultuurbezuinigingen zal SKOR mogelijk alternatieve huisvesting zoeken.
Het plan is het huisje aan te kopen met een grote en heterogene groep mensen, om het vervolgens op democratische wijze te runnen. Gebruikmakend van de procedures en wetgeving voor aankoop van privaat eigendom, doet dit project een realistische claim voor gemeenschappelijke ruimte.
Het leidende principe is niet om iets te behouden, noch om instanties te bekritiseren of te overtuigen, het project stelt simpelweg voor om gebruik te maken van geld en noties van eigendom met als doel het object te kopen en het voor eeuwig als nieuwe gedeelde ruimte, als Meent, te bestempelen.

De Meent zal worden gerund door een algemene vergadering van mede-eigenaren via het consensusmodel. De bijeenkomst op 17 juni is een aanloop naar de eerste grote vergaderingen van mede-eigenaren.

Meer info over Open Huis De Meent op 17 juni: klik hier. (Info is niet meer beschikbaar)

Stichting De Meent is gevestigd in De Inkijk, Stadhouderskade 46, 1072 AA, Amsterdam
Openingstijden: woensdag tot en met zondag van 14.00 – 17.00 uur.

Op de site Meent.nu staat alles te lezen over een aandeel kopen en mede-eigenaar worden van De Inkijk: de statuten, het huishoudelijk reglement, de democratische beginselen, de financiële praktijk die daaruit voortvloeit en verhalen van tot nu toe aangemelde mede-eigenaren. (Site Meent.nu is opgeheven)

Site van SKOR voor meer info over De Meent, literatuur, video’s en een podcast over bijvoorbeeld het omsluiten van the commons in 18e eeuws Engeland. (Zie het archief van Stichting SKOR, ondergebracht bij de Gerrit Rietveld Academie: https://laps-rietveld.nl/?page_id=3763)

Op 7 juni 2012 verscheen het artikel De bezuinigingen overleven we wel. Koop gewoon een meent op de site van Sargasso: https://sargasso.nl/de-bezuinigingen-overleven-we-wel-koop-gewoon-een-meent/

De Meent – het vrijkopen van ruimte, Trendbeheer, 17 mei 2012: https://trendbeheer.com/2012/05/17/de-meent-het-vrijkopen-van-ruimte/

Noot
*) SKOR – Stichting Kunst en Openbare Ruimte is een internationaal opererende, Nederlandse organisatie die kunstprojecten ontwikkelt in de openbare ruimte en organisaties adviseert die kunst op een publieke locatie willen realiseren.
(SKOR is per januari 2013 opgeheven wegens stopzetting van de rijkssubsidie)

Beroepseer en Buurtzorg genomineerd voor Theodor Award 2012

theodoraward2012Marc Chavannes, journalist en hoogleraar journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen heeft Alexandrien van der Burgt en Thijs Jansen, oprichters van de Stichting Beroepseer, alsmede Jos de Blok, oprichter van Buurtzorg Nederland genomineerd voor de Theodor Award 2012.

Ieder jaar reikt Theodor Holman, presentator van het radioprogramma OBA Live, deze prijs uit aan iemand die zich onderscheiden heeft met originele en vernieuwende ideeën en met morele moed.
OBA Live is een talkshow die op werkdagen wordt uitgezonden van 19.00 tot 20.00 uur op Radio 5; op maandag, woensdag en vrijdag met  Holman als presentator. Chavannes is vaste medewerker van Holmans programma.

De uitzending van 29 juni 2012 staat geheel in het teken van de uitreiking van de Theodor Award. De winnaar of winnares krijgt een zilveren bokaal, een lofrede en een lang, feestelijk interview. Eerdere winnaars waren Jelle Brandt Corstius voor zijn televisieserie ‘Van Moskou tot Magadan’ (2009) en Mijke de Jong en Samira Maas met hun film ‘Joy’ (2010).

Vorig jaar was de jury van de Theodor Award op zoek naar kleine artistieke initiatieven en toen wonnen Maartje Duin en Katinka Baehr met de door hun gemaakte ‘Straat-o-foon’. In de Javastraat en op het Javaplein in Amsterdam-Oost plaatsten zij vier geluidshoorns. Mensen die op het bankje voor de hoorn gingen zitten kregen een kort verhaal van een buurtbewoner te horen.

Doe mee en nomineer een kandidaat. OBA Live tippen kan via Twitter (#TheodorAward) en op het OBA Live account op Facebook.

Beluister de uitreiking van de Theodor Award op 29 juni, om 19.00 uur op Radio 5.