Skip to main content

Redactie Beroepseer

Generaal geeft onderwijssector stof tot nadenken

“De regels lopen soms achter op de werkelijkheid” en “hoge Cito-score geeft school geen meerwaarde”. Met deze prikkelende stellingen hield luitenant-generaal Mart de Kruif zich op 22 november 2012 niet in tijdens de jaarlijkse NIVOZ-lezing voor het onderwijsveld. De landmachtcommandant trok in Driebergen parallellen tussen leiderschap en verantwoordelijkheid bij Defensie en het onderwijs.
Leiderschap is zowel binnen Defensie als het onderwijs van het grootste belang. Voor de veiligheid van Nederland en voor de vorming van de jeugd, aldus De Kruif, die als commandant in Afghanistan leiding gaf aan 45.000 ISAF-militairen.

De vragen die onder dergelijke extreme omstandigheden opkomen, hield De Kruif nu zijn toehoorders voor. Wat is je doel en hoe bereik je dat, hoe motiveer je mensen, organiseer je de eenheid, stel je jezelf op, communiceer je, en hoe ga je als leider en mens met dit alles om?

“Als leider moet je binnen de regels het doel bereiken.” Toch spoorde De Kruif het onderwijspersoneel aan de randen op te zoeken…”want doelstelling staat boven regelgeving. Soms moet je jezelf overwinnen, bijvoorbeeld in het aanspreken van ouders op het gedrag van hun kind. Je mentale grenzen opzoeken en zelfs overschrijden, dat maakt onze beroepen identiek”.

Klik hier voor volledige tekst lezing: NIVOZ-lezing Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Mart de Kruif, Driebergen, 22 november 2012.

Het instituut NIVOZ levert als denktank en inspiratiebron een onafhankelijke, gefundeerde en kritische bijdrage aan de onderwijspraktijk. Voor de jaarlijkse lezing worden mensen gevraagd die het NIVOZ beschouwt als een oorspronkelijke en maatschappelijk betrokken denker die het Nederlands onderwijs vanuit een bredere context kunnen en durven bezien.
https://nivoz.nl

Beleid ouderenzorg moet over andere boeg volgens Henk Nies

“De gezondheidszorg – en de ouderenzorg in het bijzonder – is een van de lastigste dossiers de komende regeerperiode. De betaalbaarheid, kwaliteit, toegankelijkheid en de beschikbaarheid van voldoende personeel komen de komende decennia sterk onder druk te staan. Tenminste, als we op de huidige voet door blijven gaan”.
Aan het woord is Henk Nies, voorzitter van de Raad van Bestuur van Vilans, kenniscentrum voor langdurende zorg. Hij vervolgt: “Veel beleidsdiscussies en ook het Regeerakkoord gaan eigenlijk over oplossingen, die geen echte oplossingen zijn: de eigen risico’s, de hoogte van de premies, de overheveling van AWBZ naar Zorgverzekeringswet en Wet Maatschappelijke Ondersteuning, scheiden wonen-zorg, de extramuralisering van de laagste zorgzwaartepakketten. Ze zullen vooral iets doen op de verdeling van de collectieve lasten en naar welke overheden de hete beleidsaardappel wordt doorgeschoven.

Bij ongewijzigd beleid zullen we de komende decennia tweeënhalf tot drie maal zoveel uitgeven aan ouderenzorg. We moeten het beleid dus echt over een andere boeg gooien. Beter nog, we moeten de praktijk omgooien en niet te veel op beleid wachten. De sleutel daarvoor ligt in het potentieel van de samenleving. Het Regeerakkoord laat dat potentieel zo goed als liggen, terwijl het groot is.

Eigen regie via coöperatie
Er zijn op dit moment tal van initiatieven waarin ouderen, groepen burgers in buurten of dorpen zelf de regie over hun bestaan en daarmee ook over hun zorg nemen. Ze richten coöperaties op die zelf onderlinge hulp en zorg regelen. En als zelf regelen niet mogelijk is, organiseren ze het professioneel, maar wel naar hun maatvoering. Niet die van professionals of beleidsinstanties. Dat is een radicale omwenteling. Initiatieven als de zorgcoöperatie Hoogeloon, Stadsdorp Zuid en tal van andere initiatieven krijgen overweldigende belangstelling uit het hele land. Dat zien we overigens ook in het buitenland. Zo werken in het Village to village network in de Verenigde Staten meer dan honderd communities samen onder het motto ‘together we have the power and means to design our own futures and keep control over our own lives’. Er blijkt een groot potentieel in de samenleving om elkaar te helpen. Niet alle zorg vraagt om een oplossing van betaalde krachten.

Maatschappelijke initiatieven
Naast deze initiatieven van onderop, zijn er ook grote maatschappelijke organisaties die dit principe ontdekt hebben. Zo werken partijen als de het pensioenfonds PGGM, de Rabobank, zorgverzekeraars Achmea en CZ samen in het initiatief We helpen. De nieuwe staatssecretaris van VWS is een van de initiatiefnemers.. Doel is om hulpvraag en informeel hulpaanbod bij elkaar te brengen. Veel mensen willen best iets voor een ander doen, maar willen zich er niet structureel op vastleggen. Omgekeerd, schromen veel mensen die hulp nodig hebben om die hulp te vragen: ‘vraagverlegenheid’. Deze grote landelijke partijen maken een infrastructuur om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Een Marktplaats van de zorg!

Kleinschaligheid
Duidelijk is, dat kleinschaligheid op het niveau van wijken en dorpen een vereiste is: mensen moeten elkaar kennen en elkaar kunnen tegenkomen. Een groep landelijke spelers in de zorg heeft onder de noemer ‘Zorg in eigen hand’ het initiatief genomen om deze radicale verandering in de zorg te ondersteunen en verder vorm te geven, in al haar lokale variëteit: zorg in eigen hand.

Rol overheid
De vraag is nu wat moet een overheid daarmee? Allereerst moeten overheden (landelijk én lokaal) erkennen dat we een andere kant op moeten met het zorgdebat. Ze moeten niet alleen hun energie richten op gevechten met ziekenhuizen, medisch specialisten, huisartsen, zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen, maar ook eens kijken naar wat burgers nodig hebben en vooral wat zij willen. En vervolgens die burgers daarin faciliteren. Dat kan heel eenvoudig zijn: zorgen dat er inloopcentra kunnen zijn, dat er mogelijkheden kunnen zijn voor sociëteiten voor ouderen, dat er goede woningen worden gebouwd, dat er fiscale regelingen komen die laagdrempelige semiprofessionele hulp stimuleren, dat er een technologische infrastructuur is die digitale contacten mogelijk maakt.

Denktank Zorg in eigen hand
Het gaat er niet om een uitgebreid subsidiebeleid te creëren. Belangrijk is het de kleine zetjes te geven die ruimte te bieden om uit te proberen en te leren, nu eens niet alleen voor professionals, maar vooral door burgers zelf. De denktank Zorg in eigen hand stimuleert het debat hierover. Zorg in eigen hand ziet de onhoudbaarheid van het huidige bestel en hekelt de improductieve discussies over het stelsel. Burgers, patiënten, mantelzorgers aan zet, en professionals en beleidsmakers in een gepaste ondersteunende rol. Het vraagstuk is zo groot dat je het kleinschalig moet oplossen!”

Oplossingen ouderenzorg liggen niet in systeemwijzigingen, Skipr, 20 november 2012: www.skipr.nl

Village to village network: www.vtvnetwork.org

We helpen: www.wehelpen.nl

Defensie piept en kraakt: Teken de petitie

militairenVolgens de Algemene Rekenkamer loopt het Ministerie van Defensie risico als over 2012 niet tijdig een betrouwbaar beeld van de kwaliteit van het materieelbeheer bestaat. De Rekenkamer velt een hard oordeel. Defensie zou geen idee hebben waar haar wapens zijn. Ook zouden de munitievoorraden niet overeenkomen met wat in de eigen computers staat. De boekhouding zou niet kloppen. Honderd miljoen euro zou verkeerd zijn geboekt. Volgens De Telegraaf is het een “Puinhoop bij Defensie”. De Volkskrant kopte dat het een “Chaos bij Defensie” is.
De Rekenkamer vindt dat de Tweede Kamer snel met minister Hennis-Plasschaert moet kijken hoe de zaak verbeterd kan worden.

Defensie heeft de afgelopen jaren forse bezuinigingen moeten doorvoeren. Momenteel heeft een grootschalige reorganisatie plaats waarbij 12.000 functies verdwijnen.
Die bezuinigingen verergeren de problemen bij Defensie. Volgens de Vakbond voor Burgers en Militairen bij Defensie VBM/NOV halen de bezuinigingen de deskundigheid uit de organisatie.
Voorzitter Jean Debie zei op 23 november dat het niet goed mogelijk is om tegelijk met een grootschalige reorganisatie die al jaren loopt, de kwaliteit van de administratie te bewaken: “Als je veel deskundigheid uit een organisatie gaat halen, dan heeft dat consequenties”.

Op 18 september 2012 schreef de VBM/NOV op zijn site:
“In de Defensiebegroting 2013 wordt de neergang van de Nederlandse krijgsmacht duidelijker dan ooit. Volgens VBM/NOV betekenen de bezuinigingen in 2013 (en 2014) een ernstige vermindering van de inzetbaarheid en gevechtskracht. Voor het personeel is de situatie dramatisch en rampzalig. Eenheden en materieel verdwijnen, kazernes worden gesloten, locaties afgestoten. Bovendien zijn diverse hoofdwapensystemen, met name bij de marine, wegens groot onderhoud niet inzetbaar in 2013.

Voor het personeel ziet de situatie er niet alleen daarom dramatisch uit. In 2013 en 2014 zullen er in totaal 12.000 functies verdwijnen. Naar verwachting betekent dat voor 6000 medewerkers gedwongen ontslag. 2013 wordt niet alleen daarom een moeilijk jaar voor het personeel. Ook zijn grote problemen voorzienbaar wegens de te geringe instroom van onderaf.
Zelfs het Ministerie van Defensie geeft nu toe dat de bezuinigingen “… het aanzien van Defensie als betrouwbare werkgever hebben geschaad”.

Intussen doet het Ministerie nog altijd een groot beroep op het personeel vanwege uitzendingen die gewoon doorgaan en internationale verplichtingen die nagekomen moeten worden. Dat betekent dat militairen na een internationale missie of verplichting steeds vaker te horen krijgen dat er voor hen na terugkeer in Nederland geen functie meer beschikbaar is. Volgens de VBM/NOV is de situatie van het defensiepersoneel dramatisch en rampzalig. Indien een nieuwe regering nog meer bezuinigt op Defensie, zal dit alleen maar leiden tot een definitieve neergang”.

Of het nog niet genoeg is, schrijft de VBM/NOV op 15 november 2012 dat het verontrust is over berichtgeving waaruit blijkt dat bij USG People 500 kantoren worden gedreigd met sluiting. USG People is de uitzendorganisatie die door het Ministerie is ingeschakeld om de duizenden Defensiemedewerkers die als gevolg van de mega-bezuiniging hun baan kwijt raken, weer aan het werk te krijgen. Defensie heeft een vierjarig contract met USG People.

Volgens Afshin Ellian in zijn artikel van 12 oktober 2012 op de site van Elsevier is Defensie wees geworden: “Defensie vormt nu het eenzaamste onderdeel van onze staat en samenleving. Onze strijdkrachten zijn wees geworden. Niemand neemt het in de politiek voor ze op. Zijn er dan geen gevaren meer? Is de Eeuwige Vrede van Immanuel Kant bereikt?

Campagne tegen afbraak van de krijgsmacht – Teken de petitie

defensie malieveld 17 februari 2012

In september 2012 zijn de officieren een campagne gestart  tegen de afbraak van de krijgsmacht, waarbij ze zich  rechtstreeks richtten tot de Nederlandse bevolking.
Kapitein-luitenant ter Zee Rob Hunnego, tot 5 november 2012 voorzitter van de Gezamenlijke Officieren Verenigingen & Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie (GOV/MHB) en tevens voorzitter van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren zei:
“De politieke partijen die willen bezuinigen op Defensie gaan voor korte termijn politiek gewin. Dat ligt lekker bij hun achterban, maar ze beseffen totaal niet wat ze kapot maken. Het is puur financieel gedreven, een boekhoudkundige exercitie, om zogenaamd de rijksbegroting op orde te krijgen. Zij bekommeren zich totaal niet om een van de kerntaken van de overheid: het bieden van veiligheid. Juist stabiliteit in de wereld en nationale veiligheid zorgen ervoor dat Nederland een welvarend land is. Politici wordt wakker! Neem je eigen verantwoordelijkheid. Het gaat hier om het landsbelang op lange termijn.”

In een video-interview met persbureau Novum vertelde Hunnego dat er bijvoorbeeld elke week drie zeemijnen geruimd worden voor de kust van Nederland: “Wij doen hele belangrijke dingen in Nederland, en dat gaat ook stoppen”.
Hij vervolgt: “Ik dreig niet met stoppen omdat we niet willen komen, maar we kunnen niet komen. En dat besef moet doordringen bij de Nederlandse politici en de Nederlandse bevolking”.

Overdrijft u nu niet?
“Defensie piept en kraakt, we kunnen nauwelijks de dingen doen waarvoor we in het leven zijn geroepen. Als er nog een keer een bezuiniging van 500 miljoen overheen gaat, dan houdt het echt op. Helaas overdrijf ik niet”.

Nu komt u toch in deze crisistijd met deze noodklok.
“Dat klopt, we mogen niet staken, daar hebben we ook niet de intentie toe. Maar de nood is nu zo hoog, dat wij ons gedwongen voelen als professionals bij Defensie de noodklok te luiden voor de Nederlandse bevolking”.

Wat zijn de consequenties?
“We kunnen niet meer ondersteunen bij nationale rampen, dijkdoorbraken, grote bosbranden, denk aan de ramp bij Moerdijk van anderhalf jaar geleden. We kunnen in het buitenland niet meer optreden, waardoor onze partners ons niet meer geloofwaardig vinden. Dat zijn de gevaren die we rechtstreeks lopen”.

Dat zegt u gewoon met droge ogen?
“Nou ik kan wel huilen. Maar dat doe ik niet als militair. Maar ik ben boos en verdrietig”.

Hunnego heeft met de GOV/MHB de website Nederland steunt Defensie opgezet waar een petitie kan worden ondertekend: Handen af van Defensie, in belang van verzorgingsstaat. Op die site staat ook een video die aanschouwelijk maakt wat er gebeurt bij een ongelijke strijd. Op 24 november 2012 waren er 24.828 handtekeningen.

Een van de reacties luidt: “Goed initiatief. Hopelijk wordt een grote groep mensen bereikt en beginnen mensen in te zien dat vrijheid en veiligheid niet gratis zijn, en dat Defensie al volledig uitbezuinigd is”.
In de uitzending van Brandpunt van 4 november 2012 zei oud-minister van Defensie Jaap Hillen dat “snijden in defensie mogelijk ongrondwettelijk is”, dit naar aanleiding van de in het Regeerakkoord vastgelegde bezuiniging van nog eens 250 miljoen euro.

————————————————————————————————————

Referenties

Website Nederland steunt Defensie: www.nederlandsteuntdefensie.nl  (Website is opgeheven)

De petitie Handen af van Defensie kan ook ondertekend worden op de site van Petities.nl: klik hier.

Officieren in het geweer, video-interview met Hunnego door persbureau Novum, 4 september, 2012: Klik hier. (Site en video niet meer beschikbaar)

Verkiezingen, column door Rob Hunnego, 5 september 2912, Defensie weblog: defensieweblog.blogspot.nl

Rob Hunnego, duo-voorzitter GOV/MHB treedt terug, klik hier (Niet meer beschikbaar op site van Professionals bij Defensie, www.prodef.nl)
Defensiebegroting 2013 rampzalig; neergang wordt definitief duidelijk op website VBM/NOV. www.vbmnov.nl (Website is opgeheven. Artikel niet meer beschikbaar).

Officieren starten campagne tegen afbraak krijgsmacht op website GOV/MHB: www.prodef.nl (Niet meer beschikbaar op site)

Onze strijdkrachten zijn verweesd geraakt, door Afshin Ellian op site van Elsevier, 12 oktober 2012: www.elsevier.nl (Site is opgeheven). Zie https://www.elsevierweekblad.nl/dossier/afshin-ellian/ (Site is opgeheven)

Sterren plakken als het fout gaat!, door Walther Ploos van Amstel, Nederlandse Defensie Academie: www.waltherploosvanamstel.nl (Niet beschikbaar op site van Ploos van Amstel). Zie Update: Defensie en ERP: sterren plakken helpt niet, Logistiek, 20 januari 2014: www.logistiek.nl

Bijschrift foto:
Defensiepersoneel deed in grote getale mee aan de Ambtenarenmanifestatie op het Malieveld in Den Haag op 17 februari 2012. De vakbonden schatten dat er zo’n tienduizend mensen op het veld stonden.

Economieën met groot percentage zelfstandigen kennen veel armoede

Economieën die bestaan uit een groot percentage zelfstandigen zijn inefficiënt en kennen veel armoede, aldus Jeroen Laemers in zijn artikel: Toename ZZP’ers slecht voor economische groei, gepubliceerd op de website van Sargasso.

Over het ondernemerschap valt in Nederland nauwelijks een kwaad woord te beluisteren. Ook zelfstandigen zonder personeel, de zogenaamde ZZP’ers, worden maar al te vaak de hemel in geprezen. Deze ondernemers zijn onder meer ‘initiatiefrijk’ en durven bovendien ‘zelf verantwoordelijkheid voor hun toekomst te nemen’. Het Platform Zelfstandige Ondernemers beweerde onlangs zelfs dat ZZP’ers ‘de economie uit het slop kunnen trekken’.

De realiteit is anders. Een hoog percentage zelfstandigen is veeleer een teken van economisch falen, namelijk een wijdverbreid onvermogen om voldoende banen te creëren. Zoals een interactieve grafiek laat zien, bestaat er een direct verband tussen het percentage zelfstandigen en armoede. In 2005, bijvoorbeeld, waren Tanzania en Bangladesh de twee landen waarin het zelfstandig ondernemerschap met afstand het meest floreerde.

Een recent rapport van onderzoeksbureau Panteia concludeerde naar aanleiding van een vergelijkend, meerjarig onderzoek tussen 26 economisch ontwikkelde landen dat wanneer het percentage ZZP’ers groter is dan zeven procent van de beroepsbevolking, dit remmend werkt op de economische groei. Hoewel ZZP’ers zorgen voor een flexibele arbeidsmarkt (wat gunstig is voor bedrijven) en een positieve bijdrage leveren aan de mate van concurrentie, wegen vanaf een bepaald punt deze voordelen niet meer op tegen de nadelen.
Het ondernemerschap, zo wijst onderzoek uit, vereist immers generalisten in plaats van specialisten. Een te hoog percentage ZZP’ers zorgt dus voor een suboptimale mate van arbeidsdeling en -specialisatie. Daarnaast beschikken ZZP’ers zelden over voldoende kapitaal voor investeringen en zijn mede daardoor niet in staat om schaalvoordelen te benutten.

Het is dus bepaald geen goed nieuws dat in Nederland het aantal ZZP’ers de afgelopen jaren fors is toegenomen.

Lees het artikel verder op de site van Sargasso: Toename ZZP’ers slecht voor economische groei, 22 novemver 2012.  Klik hier.

Sargasso is een vernieuwend kwaliteitsblog. Medewerkers willen verdieping brengen en een goede, op feiten gebaseerde discussie faciliteren. Sargasso is onbeschaamd progressief en kosmopolitisch, maar vindt dat meningen ondergeschikt moeten zijn aan feiten. Twijfelen in het licht van nieuwe informatie wordt aangemoedigd. Complexiteit is niet iets om bang voor te zijn, maar juist om te onderzoeken en te ontleden. Sargasso biedt ruimte aan gastbijdragen.
http://sargasso.nl

Straatvegers van Rio de Janeiro zijn trots op hun beroep

straatvegers rio de janeiroNaar aanleiding van het bezoek van een Nederlandse handelsmissie aan Brazilië brengt correspondent Marjon van Royen verslag uit op het Acht uur journaal van de NOS. Op 21 november 2012 was het onderwerp: Moeilijk zakendoen met Brazilië.

Aan een opkomende economie als Brazilië kun je ongeveer alles verkopen, denken veel Nederlandse bedrijven. Maar het vergt wel veel geduld. Dat merkte de Nederlandse verkoper Wiebe Waanders. Hij hoopt zoveel mogelijk straatveegmachines aan de Braziliaanse overheid te verkopen. Zijn veegmachines wachten er alleen nog op om verscheept te worden.
Maar uit Van Royens reportage blijkt dat de straatvegers van Rio de Janeiro niet blij zijn met de machines van Waanders. Een van hen zegt: “Je hebt straatvegers voor dit werk. Ik vind dat ik een echt beroep heb. Net  als verpleger, ingenieur monteur of een groot intellectueel. Ik ben de straatveger die de stad schoonmaakt”.

Straatveger zijn in Rio is niet zomaar een beroep. Ze genieten respect van de inwoners, zijn populair en krijgen een staande ovatie tijdens het carnaval van Rio, als ze dansend achter de praalwagens de rommel opruimen.
De straatveger die tijdens de slotceremonie van de Spelen in Londen al dansend Rio de Janeiro aankondigde als volgende gaststad voor de Olympische Spelen was een echte straatveger. Renato Luiz Feliciano Lourenço werkt al jaren voor de reinigingsdienst.
Het beroep van straatveger werd ingevoerd in 1895 door de Franse ingenieur Gary. Nog elk jaar wordt de Dia do Gari, de dag van de stadsreiniger gevierd. Destijds droegen de straatvegers een shirt met de naam van de ingenieur. Deze achternaam is synoniem geworden aan het beroep.

https://nos.nl/embed/video/443106 (video niet meer beschikbaar)

Rob Wijnberg begint nieuwssite en wil nieuws herdefiniëren

In september 2012 kwam het bericht dat Rob Wijnberg stopte als hoofdredacteur van nrx.next. De reden die NRC-hoofdredacteur Pieter Vandermeersch aanvoerde was dat NRC een steviger positie in de ochtend wilde en het nieuws newsier wilde maken. Eigenaardig is de melding dat de nog onbekende opvolger van Wijnberg niet langer hoofdredacteur, maar “nieuwsmanager” zal zijn, een woord dat nog niet in Van Dale en andere woordenboeken is te vinden, maar waarover wel een boek is verschenen in 2003 van Marjolein van Oordt: De nieuwsmanager, een pleidooi om communicatiedeskundigen te overtuigen nieuws te maken ter ondersteuning van hun marketingdoelstellingen. Inmiddels is de term “nieuws maken” uitgegroeid tot een vast begrip binnen de marketingwereld. In 2009  verscheen een volgend boek van Van Oordt: In het nieuws – Laat media voor u werken dat aan de hand van eenvoudige modellen, praktische tips en aansprekende voorbeelden laat zien hoe nieuws maken in de praktijk in zijn werk gaat.

OP 19 november 2012 verscheen er een interview met Rob Wijnberg op de site van Filosofie Magazine, “Nieuws is een product geworden”, waarin hij uiteenzet waarom hij bij nrc.next weg is en aankondigt dat hij een eigen nieuwssite gaat beginnen: “Ik wil nieuws herdefiniëren”.

Vraag van Maarten Meester aan Wijnberg: Waarom bent u opgestapt?  

Wijnberg: “Bij mijn aantreden als hoofdredacteur twee jaar geleden kreeg ik de opdracht van nrc.next een alternatieve krant te maken die verder van het nieuws afstaat, verder van NRC Handelsblad, een krant voor mensen die normaliter geen krant lezen. Daar is de hoofdredactie om allerlei redenen op teruggekomen. Zo zou NRC Handelsblad ook als ochtendkrant uitkomen om zo te concurreren met de Volkskrant, maar dat blijkt niet te kunnen vanwege lopende contracten met de drukker. Nu moet nrc.next lezers weghalen bij de Volkskrant, en dat lukt volgens de hoofdredactie alleen als de krant normaler wordt. Ik blijf achter de oude koers staan. Toen ik dat liet weten, heeft de hoofdredactie mij gevraagd om als columnist aan te blijven. Maar ik heb besloten dat niet te doen omdat ik mijn ideeën over de nieuwe functie van de krant wil blijven ontwikkelen, en dat valt niet te combineren met een column”.

Lees verder in Filosofie Magazine: Rob Wijnberg: ‘Nieuws is een product geworden’, 19 november 2012: www.filosofiemagazine.nl (Interview niet meer beschikbaar)

Lees het artikel Nieuws als commodity op de blog Hotel Terminus waarin uitgelegd wordt wat een nieuwsmanager is: http://eindpunt.blogspot.nl

Nieuwe voortrekker: Antoniek Vermeulen

De nieuwe Voortrekker van Beroepseer is Antoniek Vermeulen (1956), senior projectmanager bij de gemeente Utrecht. Zij geeft leiding aan complexe projecten waarbij samenwerking met de burgers en met een veelheid aan partners meestal één van de kritische succesfactoren is. De afgelopen jaren was zij projectleider van de Utrechtse veiligheidsaanpak, stuurde zij het programma Krachtwijken aan en werkte zij samen met woningcorporaties aan de integrale gebiedsontwikkeling in een aantal achterstandswijken. Momenteel is zij projectleider van de integrale buurtteams: een nieuwe werkwijze die de gemeente ontwikkelt ter voorbereiding op de innovaties van de jeugdzorg en de zorg voor kwetsbare bewoners.

Vermeulen is van mening dat de kloof tussen de logica van de systeemwereld en die van de leefwereld van de bewoners, met name van bewoners in achterstandswijken, een belangrijke oorzaak is van het feit dat maatschappelijke problemen zo moeizaam worden opgelost:

“Politici en beleidsmakers denken vanuit een maakbare werkelijkheid: er is een analyse van de problemen, er worden ambities geformuleerd en hup, we gaan aan de slag. De praktijk blijkt echter meestal weerbarstig en niet zelden leidt dit tot bijgesteld beleid, meer budget en nieuwe projecten. Dat is één van de redenen dat er in aandachtswijken vaak sprake is van een projectencarrousel en dat er in gezinnen met meerdere problemen soms wel tien hulpverleners rondlopen.
Met de integrale buurtteams proberen we dit te doorbreken. De generalistische hulpverleners zitten heel dicht aan tegen de leefwereld van de bewoners die zij ondersteunen. Als gemeente zitten we vervolgens weer dicht op de uitvoering van het werk van de buurtteams en proberen we de ervaringen van de professionals te vertalen in vernieuwing van de aanpak. Bestuurders lopen mee met professionals uit de buurtteams en die schuiven op hun beurt soms aan de ambtelijke en bestuurlijke tafels aan. Door op zo’n manier de logica van leefwereld en systeemwereld met elkaar te verbinden, verwachten we tot een inzet van middelen te kunnen komen die effectiever is dan beleid dat we aan ‘de tekentafel’ ontwerpen”.

Vakmanschap is volgens Vermeulen in deze benadering cruciaal: het vakmanschap van de hulpverlener die met deze aanpak meer speelruimte krijgt om op basis van zijn professionaliteit te handelen, maar ook het vakmanschap van de ambtenaar die heen en weer pendelt tussen de keukentafel en de bestuurlijk tafel om de kennis, ervaring en logica van het dagelijks leven van kwetsbare burgers zoveel mogelijk te combineren met bestuurlijke ambities en uitgangspunten.

U P D A T E

Antoniek Vermeulen is met pensioen gegaan in 2022. Stichting Beroepseer is haar dankbaar voor al haar  inspanningen.

Wetenschappelijke publicaties bedreigd met uniformiteit en standaardisering

Dr. Pierre Purseigle, hoofddocent moderne geschiedenis aan de universiteit van Birmingham en hoofdredacteur van het tijdschrift First World War Studies heeft in een brief een oproep gestuurd aan zijn collega’s om zich te keren tegen de hervormingen van de Britse regering inzake het publiceren en toegankelijk maken van door de overheid gefinancierde wetenschappelijke resultaten van onderzoek.

De  Working Group on Expanding Access to Published Research Findings, onder voorzitterschap van prof. Janet Finch, maakte onlangs haar rapport openbaar over hoe wetenschappelijke artikelen gepubliceerd moeten worden en  toegankelijk gemaakt. “Open access”, het onbeperkt beschikbaar stellen van wetenschappelijke onderzoeksresultaten – publicaties zowel als data –  die met publieke middelen zijn gefinancierd, is al een tijdlang een onderwerp van discussie in de internationale wetenschappelijke wereld.
De aanbevelingen in bovengenoemd rapport, waaronder ook de zogenaamde Gold route to Open Access (Gold OA), zijn door de Britse regering overgenomen.
Commissies zijn momenteel bezig met de invoering daarvan in 2013-2014 in heel Groot-Brittannië.

Het toepassen van de Gold OA als belangrijkste manier van verspreiding van onderzoeksresultaten betekent dat schrijvers verzocht worden een Article Processing Charge (APC) te betalen om hun werk gepubliceerd te krijgen, d.w.z. ze moeten de “verwerkingskosten” van een artikel betalen.
Veel  wetenschappelijke organisaties, waaronder de Royal Historical Society, de British Academy en de American Historical Association hebben serieuze bezwaren tegen het rapport.

De voorgestelde drastische veranderingen zouden een dramatisch en ontwrichtend effect hebben op de manier waarop wetenschap niet alleen openbaar wordt gemaakt, maar ook bedreven. Het toepassen van de aanbevelingen van het rapport zou van invloed zijn op de academische vrijheid en deze zeker beperken, vooral wat betreft de keuzemogelijkheden van manieren van publiceren. Publicaties zouden gestroomlijnd worden en gelijkvormig gemaakt, ten koste van niet-gestandaardiseerde vormen van openbaarmaking zoals recensies van artikelen, opiniestukken, boekrecensies en forums die bijdragen aan de diversiteit en rijkdom van wetenschappelijke discussies.

De hoogte van APC’s, die waarschijnlijk berekend zal worden door generalistische en prestigieuze tijdschriften, zou nadelig kunnen uitpakken voor de mogelijkheden van een beginnende carrière en voor onafhankelijke en gepensioneerde wetenschappers om deel te kunnen nemen aan het wetenschappelijke debat. Collega’s die in ontwikkelingslanden werken (of zelfs in ontwikkelde landen met een ander financieringsstelsel) zouden zelfs kunnen worden buitengesloten van  mondiale wetenschappelijke discussies.

Purseigle beseft dat zijn collega’s waarschijnlijk niet de tijd hebben, of misschien niet van plan zijn, het 140 pagina’s tellende rapport of andere belangrijke beleidsdocumenten van de Britse regering te gaan lezen. Zelf heeft hij een tamelijk gedetailleerde reactie geformuleerd op het rapport om de International Society for First World War Studies op de hoogte te stellen en op zijn blog geplaatst.

Britse historici maken zich intussen op om een effectieve en constructieve reactie te geven op deze hervormingingen. Purseigle besluit zijn brief: “Ik wil er bij u allen op aandringen u hierin te verdiepen, want het gaat alle onderzoekers aan, zowel in als buiten Groot-Brittannië”.

A response to the Finch Report on Open Access (9 november 2012), door Pierre Purseigle: www.pierrepurseigle.info