Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie vindt dat de rechtspraak zijn werk snel, deskundig en begrijpelijk moet doen, maar daarnaast ook meer zichtbaar moet zijn: … “in de beeldvorming is die rechtspraak eerder – ik zeg het maar eens scherp – in zichzelf gekeerd, onbereikbaar, ouderwets, misschien zelfs wereldvreemd. Wij weten allemaal dat de werkelijkheid anders is, maar we moeten wel iets aan dat imago doen.”
Naar aanleiding van deze uitspraak had de Volkskrant een gesprek met Mr. Leendert Verheij, president van het gerechtshof in Amsterdam. Deze rechter is ook Voortrekker van de Stichting Beroepseer en is bepaald niet ouderwets of onbereikbaar. Verheij twittert en is een voorloper in de rechterlijke macht. Een uitspraak van hem: “‘We móeten met de buitenwereld leren communiceren”.
Binnen de rechtspraak woedt een discussie over de vraag of rechters er goed aan doen zich op sociale media te begeven. Immers: de rechter spreekt met zijn vonnis. Bovendien is in 140 tekens op Twitter elke nuance onmogelijk, zeggen sceptici.
Verheij: “Dat is koudwatervrees. Dat hadden we ook bij de vraag hoe we met de klassieke media moesten omgaan. Toen was ook de eerste reflex: niet doen. Alleen als het echt niet anders kan. Gaandeweg is in de organisatie redelijk breed het besef gegroeid dat dit een verkeerde uitgangspositie is”.
Volgens Verheij is er een tijd geweest dat iedereen dacht: die rechters hebben ervoor doorgeleerd: “We hadden een vanzelfsprekend gezag, er werd niet eindeloos gediscussieerd of een rechterlijke beslissing de juiste is. Dat is nu anders, met internet, waarop mensen à la minute reageren. In een open samenleving, waarin mensen heel makkelijk zich zelf een oordeel menen te kunnen vormen, is het van groot belang dat ze dat oordeel vormen op basis van de juiste feiten”.
Verheij maakte een twitteraccount aan in mei 2011, na een klacht over een plaatsvervangend raadsheer die een omstreden opmerking op een van de sociale media had gemaakt: “Toen dacht ik: dat is een wereld waarin wij ons helemaal niet verdiepen, en dat is niet goed. Want die wereld was razendsnel in opkomst en wordt steeds belangrijker. Wij kunnen wel doen alsof het niet bestaat, maar het bestaat wél en we krijgen er straks zelfs zaken over”.
Minister Opstelten over zichtbaarheid van de rechtspraak in zijn toespraak
De typering van het imago van de rechtspraak is ontleend aan de op 15 oktober 2012 gehouden toespraak van minister Opstelten, gehouden ter gelegenheid van de Kennismaking met de nieuwe presidenten van de gerechten en de twee administratief rechterlijke colleges die Nederland nog kent per 1 januari 2013.
Op die datum wordt de Wet herziening gerechtelijke kaart (HGK) van kracht. Het aantal rechtbanken gaat per die datum terug naar tien (nu negentien) en het aantal gerechtshoven naar vier (nu vijf). Als gevolg van die operatie zijn er nieuwe presidenten benoemd.
In zijn toespraak zei Opstelten onder meer dat de rechtspraak die aan de kernwaarden wijsheid, creativiteit, moed en effectiviteit voldoet, gezag verwerft in de samenleving. Het tijdperk waarin instituten als de Rechtspraak vanzelfsprekend gezag hebben is voorbij: “Gezag moet iédere dag worden verdiend, door iédere rechter, en met iédere beslissing of interventie. En de rechtspraak zit daarbij in een glazen zaal, precies zoals wij hier in een glazen zaal zitten. De samenleving kijkt de rechtspraak op de vingers. Dat hoort ook bij zo’n belangrijk instituut. Ik noem het maatschappelijk toezicht….
….De beste investering in vertrouwen is aansluiten bij de eisen van de moderne samenleving. Met rechters die onafhankelijk en onpartijdig beslissen, maar die werken op een manier die burgers vandaag de dag willen: snel, deskundig, begrijpelijk, transparant. Met presidenten die zorgen dat rechters betrokken zijn bij de samenleving en daar openlijk blijk van geven”.
Over de zichtbaarheid van de rechtspraak zei Opstelten: “Op belangrijke maatschappelijke terreinen bepalen de media het beeld. Advocaten lijken niet van het televisiescherm weg te slaan en enkele zijn bekende Nederlanders geworden. Daar is niets mis mee. Ook leden van het OM treden vaak op in de media, tot in RTL Boulevard aan toe. Geen probleem, zolang dat past bij de magistratelijke rol van het OM.
Rechters zijn in hun optreden naar buiten veel terughoudender, terwijl openbaarheid toch een kernwaarde is van rechtspraak. Ik vind het fascinerend om op werkbezoeken steeds te zien hoe professioneel rechters hun werk doen. Deskundig, doordacht, energiek en bevlogen, altijd gericht op de burger. Dat kenmerkt de hoge kwaliteit van onze rechtspraak en daar ben ik trots op. Maar in de beeldvorming is die rechtspraak eerder – ik zeg het maar eens scherp – in zichzelf gekeerd, onbereikbaar, ouderwets, misschien zelfs wereldvreemd.
Wij weten allemaal dat de werkelijkheid anders is, maar we moeten wel iets aan dat imago doen.
Rechtspraak dient rechtsstaat door zich publiekelijk te manifesteren
Het is niet zo simpel hier goed mee om te gaan en ik weet dat dit thema binnen de rechtspraak veel aandacht krijgt onder de noemer ‘oriëntatie op de samenleving’. Op de eerste Dag van de Rechtspraak op 27 september jl. was het programma daar grotendeels aan gewijd en één van de conclusies was dat rechters zich beter niet kunnen mengen in populistische debatten. Rechters zouden een meer afstandelijke houding moeten aannemen.
Daar kan ik mij wel in vinden als ‘afstandelijk’ betekent: met verstand en nuance debatteren. Maar ik hoop dat afstandelijkheid geen synoniem is voor afwezigheid in het debat of gebrek aan betrokkenheid bij de samenleving.
Het is namelijk mijn overtuiging dat onzichtbaarheid afbreuk doet aan uw gezag. De rechtspraak dient de rechtsstaat door zich publiek te manifesteren. Ook de zittende magistratuur moet – als een belangrijke functie in de rechtsstaat – zichtbaar in de samenleving aanwezig zijn. Niet om met de mediacratie mee te waaien, zoals onlangs in NRC stond. Maar om toe te lichten waarom beslissingen worden genomen zoals ze worden genomen. Door aandacht te vragen voor initiatieven. Om te laten zién dat u uw werk goed doet. Om de beeldvorming dichter bij de realiteit te brengen. Ik zou u willen uitdagen de ruimte die media u bieden om het werkelijke verhaal van de rechtspraak te vertellen, met beide handen aan te grijpen. Op een manier die past bij uw ambt, dus verstandig, weloverwogen en genuanceerd.
Daarom hoop ik dat ik via allerlei kanalen nog heel veel van de nieuwe presidenten zal horen. En dat is eigenlijk meer dan hopen. Ik weet dat ik u, in het stelsel van het evenwicht tussen de machten, geen opdrachten kan geven. { Ik heb de uiteenzetting van René Foqué zojuist goed beluisterd.} Ik wil u ook helemaal geen opdrachten geven. Maar áls ik het zou mógen… voor één keertje… dan zou u te horen krijgen dat de rechtspraak zijn werk snel, deskundig en begrijpelijk moet doen, maar daarnaast ook meer zichtbaar moet zijn”.
Lees het hele interview met Mr. L. Verheij, door Wil Thijssen in de Volkskrant van 20 oktober 2012: Twitterende rechter: de wereld verandert en wij kunnen niet stilstaan: www.volkskrant.nl
Lees de hele toespraak van 15 oktober 2012 van minister Opstelten Kennismaking met de nieuwe presidenten van de gerechten op de website van de rijksoverheid. Klik hier (Niet meer beschikbaar op site van Rijksoverheid. Zie sitearchief. Tik in zoekveld van grijze linkerkolom de titel van het document: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/)
Leendert Verheij is voortrekker van Stichting Beroepseer.
Voor commentaar op Opsteltens oproep tot transparantie, lees De minister van veiligheid en justitie is geen opperrechter, door Marc Chavannes in Opklaringen, NRC, 20 oktober 2012: www.nrc.nl
Deze column is een reactie op het ingezonden artikel Wij rechters poseren liever niet met minister Opstelten van Peter Ingelse en Anneleen Broekhuisen-Molenaar in NRC van 18 oktober 2012. Volgens beide rechters van het Gerechtshof Amsterdam schaadt de foto met Opstelten de rechtspraak. Artikel is alleen toegankelijk voor abonnees op NRC.
Een ander commentaar kwam van Miek Smilde, juridisch onderzoeksjournalist, gepubliceerd op de opiniepagina van de Volkskrant van 22 oktober 2012: Rechter moet z’n verhaal doen, maar niet op de televisie: www.volkskrant.nl
Bijschrift foto: De nieuwe presidenten. In het midden vooraan minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (rechts) met naast hem voorzitter van de Raad voor de rechtspraak Erik van den Emster.