Skip to main content

Redactie Beroepseer

Alan Ralston over kwaliteitsontwikkeling in de GGz

kwaliteitsontwikkeling ggz

“Falling Down is een mooie, wrange film uit 1993 waarin Michael Douglas een boze, gedesillusioneerde man speelt die een slechte dag heeft: vast in de file, bijna beroofd worden, geen lekkere hamburger, en dit alles is slechts het begin van zijn zorgen.
Zijn ervaringen die dag vormden een scherp commentaar op een aantal nare aspecten van het Amerika van die tijd en toonden de hoofdpersoon als een angry white man: baan kwijt, verdwaald in een globaliserende samenleving die steeds minder behoefte had aan een man als hij. In de loop van de film neemt zijn woede toe en leer je steeds meer schaduwkanten van zijn persoonlijkheid en gedrag kennen. (Spoiler Alert) Als hij uiteindelijk ver over de schreef gaat en – het is een Hollywoodfilm – zijn transgressies met de dood moet bekopen, is hij oprecht verbijsterd dat hij de slechterik is: ‘I’m the bad guy?’

Overheden

Ik moest hieraan denken toen ik onlangs colleges volgde aan de VU over Zorgbeleid en Ethiek. Daar werd onder meer het perspectief van internationale overheden op de zorg geschetst door een aantal politieke insiders. Tussen alle boeiende betogen en discussies over diverse vormen van zorgstelsels, hun krachten en zwaktes, de morele implicaties, enzovoorts door, bleken twee zaken glashelder naar voren te komen:
a) de eerste drie prioriteiten van internationale overheden ten aanzien van de zorg zijn 1. kostenbeheersing, 2. kostenbeheersing en 3. kostenbeheersing
b) de overheden hebben geen vertrouwen in het zelfregelend vermogen van specialisten (en in hun kielzog de overige professionals) om a) voor elkaar te krijgen.

Koude douche

Dit zet alle pleidooien voor professionele autonomie, beroepseer, en ‘Geef de Zorg terug aan de Zorgverleners’ in een schel licht. Let wel, ik ben zo’n type die vooraan staat om dit te roepen, dat mag u checken hier of hier. Maar de reality check is hier dat de overheden (misschien selectief en met een ideologische bril op) naar de geschiedenis van de zorg hebben gekeken, en hoe artsen hun positie en (financiële) belangen hebben verdedigd, en hebben geconcludeerd: het is bij die dokters ‘Erst das Fressen und dan die Moral’.

Voor de artsen, en dat zijn er denk ik nogal wat, die zichzelf primair zien als door beroepsidealen gedreven, is dit nogal een koude douche. Van de weeromstuit zou je jezelf wel willen terugtrekken in je spreekkamer, de boze buitenwereld buitensluiten en gewoon je werk zo goed mogelijk doen, terwijl je misschien af en toe verzucht: ‘Hoe kunnen ze iemand die zo lief is als ik nou niet vertrouwen?’

Om een andere film maar te citeren: Show me the Money

Zorgverzekeraars

Het is maar dat u het weet: de traditionele alliantie tussen arts en patiënt dient, vanuit het perspectief van de kostenbesparende overheid, met de zorgverzekeraars als uitvoerders, doorbroken te worden, omdat die tot een eindeloze spiraal van meer zorg en meer kosten zou leiden.

De zorgverzekeraar neemt twee publieke taken van de overheid op de schouders: kwaliteit waarborgen en kosten beheersen. Hoe doet ze dat? Vooralsnog niet veel anders dan de overheid deed: een maximum stellen aan het bedrag dat een instelling krijgt.

Kwaliteitsinkoop

Ondanks alle mooie woorden is het ideaal van ‘kwaliteitsinkoop’ nog ver te zoeken. Anders dan de overheid echter, heeft de zorgverzekeraar er een extra belang bij: die van de eigen ‘gezonde bedrijfsvoering’. Wanneer gaat een gezonde bedrijfsvoering over in winstgerichtheid? U mag het bepalen. In elk geval meent een meerderheid van de politieke partijen in Nederland juist dat dat extra stukje belang de verzekeraars scherp houdt, en daarmee de zorg.

Transparantie onder de maat

Burgers ondertussen hebben aanmerkelijk minder vertrouwen in de verzekeraars ten opzichte van andere partijen in de zorg, en dat is dan ook weer een probleem. De burger wil weten waar de verzekeraar zijn geld aan spendeert (hoeveel kosten die reclames nou? En die leasebakken?) en vooral: op welke gronden de verzekeraar kiest.

Die transparantie is onder de maat. Het is daarom te verwachten dat de druk op transparantie richting verzekeraars zal toenemen. En zo zullen de controleurs gecontroleerd gaan worden. Inmiddels ontstaat er discussie over de onafhankelijkheid van de zorgvergelijkingssites, Lea Bouwmeester (PvdA) wil de ACM dit laten toetsen. Enzovoort, enzovoort.

De prijs van wantrouwen

Rond het andere instrument van de kostenbeheersing, de DBC, is inmiddels ook een flinke industrie ontstaan van IT-specialisten en adviseurs. Maar ook die kosten zijn schimmig en moeilijk te traceren. En na dit alles rest te vraag: wat is de prijs van wantrouwen? Effectief is het in elk geval niet geweest: de kosten in de zorg zijn na 2006 blijven stijgen, tot de minister ingreep met ‘ouderwets’ budgetteren.

De les: marktwerking in de zorg leidt (via met name volumegroei) tot hogere kosten dan lagere. Budgetteren betekent wachtlijsten, tenzij je de zorgaanspraken verkleint. Dat kun je een tijdje doen, maar op gegeven moment gaat het volk morren (wist Abraham Lincoln al). Wantrouwen in dokters, wantrouwen in de markt, wat nu?

Samenwerking

Het moet mogelijk zijn ons stelsel te verbeteren door juist te bouwen op die traditionele vertrouwensbanden in plaats van ze te wantrouwen. De trias arts-patiënt-overheid (al dan niet in de persoon van de verzekeraar) kan beter op samenwerking worden gericht dan op concurrentie. Mooi voorbeeld: het zojuist opgerichte netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGZ.*)

Artsen en patiëntorganisaties moeten veel en vaak de handen ineenslaan om de waarde van zorg te expliciteren en om te zetten in betrouwbare voorstellen. De overheid kan de omstandigheden scheppen waarin dergelijke samenwerking kan floreren. Liever dan een controlegericht marktgericht systeem zoals de DBC gebruiken, zou de overheid veel meer procesmatig en op outcomes kunnen sturen.

Naar buiten treden

Wij professionals ondertussen kunnen ons niet slechts beroepen op het uitvoeren en bewaken van onze eigen beroepsmoraal: dat deel van het contract tussen professional en overheid staat een paar paragrafen lager. We zullen assertief naar buiten moeten treden met onze visie op kwaliteit, en deze moeten koppelen aan bekostigingsvoorstellen die deze juist faciliteren in plaats van belemmeren.

Onze beroepsethiek moet niet alleen in de spreekkamer centraal staan, maar moet midden in de samenleving uitgedragen worden. Daar kunnen we ook aansluiting vinden bij de wensen en waarden van onze medeburgers waar het de zorg betreft. Natuurlijk doen onze beroepsverenigingen dit al, maar geketend als ze zijn door hun polderrol kunnen ze net iets minder hard op de trom roffelen dan u en ik. Terugtrekken in de spreekkamer of op een professioneel eilandje is geen optie.

In de film zijn het meestal de slechteriken die zich in de schaduwen bewegen. Niks daarvan: zoek de zon op en laat u horen!”

Deze blog getiteld I’m the bad guy? van Alan Ralston is gepubliceerd op de site van Artsennet, 10 december 2013: www.artsennet.nl (Niet meer beschikbaar; Artsennet heet nu Medisch Contact).

Alan Ralston (1967) is psychiater bij GGZ Dijk en Duin/Parnassia Groep in Castricum, filosoof en voortrekker van Beroepseer.


Noot
*) Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz heet nu AKWA GGZ: https://akwaggz.nl

Eindrapport Nationale Denktank 2013: Tien oplossingen voor een betere gezondheidszorg

uitgedokterd eindrapport 2013 nationale denktankDe Nationale Denktank wil met vernieuwende ideeën de Nederlandse samenleving verder vooruit helpen. Dat doet zij op twee manieren. Allereerst organiseert de stichting een jaarlijkse Nationale DenkTank: twintig jonge en getalenteerde mensen uit diverse disciplines buigen zich gezamenlijk over een maatschappelijk probleem en bedenken hier praktische oplossingen voor.

Daarnaast vormen alle deelnemers aan de jaarlijkse DenkTank samen een groeiend DenkTank-netwerk. Zo ontstaat een netwerk van zeer diverse mensen die zich blijvend met elkaar inzetten voor maatschappelijke verbetering.

Op 9 december 2013 vond de Eindpresentatie Nationele Denktank 2013 plaats: Bouwen aan een betere gezondheidszorg waarin tien oplossingen om “veerkrachtszorg” te bevorderen. Aanwezig waren ruim 300 experts en vertegenwoordigers van de overheid, de wetenschap, het bedrijfsleven en de zorgbehoevenden zelf.
Het eindrapport is op 13 december 2013 aan minister Schippers van VWS aangeboden tijdens het eerste Zorgberoependebat in de Jaarbeurs van Utrecht dat in het teken stond van alle ‘bouwstenen’ die de Adviescommissie Innovatie Zorgberoepen en Opleidingen tot dusverre heeft verzameld, met presentaties door TNO, TU Delft, de Nationale DenkTank en het Verwey-Jonker Instituut.

De Nationale DenkTank 2013 heeft vier bouwstenen geformuleerd die aan de basis zouden moeten staan van een nieuwe inrichting van de samenleving: Gezond gedrag, participatie, zelfregie en uitkomstfinanciering. Onder deze vier bouwstenen vallen ook alle gepresenteerde oplossingen.

Met de Eindpresentatie 2013 wil de Nationale Denktank een goede fundering leggen voor de komende jaren. Klik hier voor het eindrapport: Uitgedokterd: 10 oplossingen voor veerkrachtszorg. Eindrapport 2013: https://nationale-denktank.nl

25 jonge denkers presenteren 10 innovatieve oplossingen voor de zorg, De Nationale Denktank, 9 december 2013: https://nationale-denktank.nl

Onderwerp van Nationale Denktank in 2014: Big data

De Nationale DenkTank gaat zich in 2014 verdiepen in Big data. De vraag is: “Hoe kan het potentieel van Big data & analytics ten volle worden benut en waarbij de maatschappij – burger, consument, overheid – een weloverwogen afweging kan maken tussen welzijn, techniek en de mens?

Als introductie op de beantwoording van die vraag is het nuttig alvast de bijdrage van Ab van Eldijk te lezen op de site  van Beroepseer: Beroepsorganisaties beseffen te weinig de gevolgen van de informatiseringsrevolutie: https://beroepseer.nl

Klik hier voor Big Data: de nieuwe grondstof op website Nationale Denktank, 18 december 2013: www.nationale-denktank.nl

Doe het werk dat bij je past

doe het werk dat bij je pastDoen is de beste manier van denken, vinden Arthur Kruisman en Patrick Donath. Kruisman vertelt in de video dat je op je creatiefst bent als je vijf jaar bent. Tegen de tijd dat je acht wordt is je creativiteit gehalveerd. Je spiegelt je aan je omgeving en als beloning pas je prima in een vakje. Bij dat vakje past vervolgens een functie en met een beetje geluk vind je later ook nog een baan.

Met die baan komt ook een manager, een proces en een organisatiedoelstelling, en in ruil voor je maandelijkse doping, ook wel salaris genoemd, doe je een structureel offer: in autonomie en bewegingsvrijheid, in je persoonlijke ontwikkeling.

Je ruilt je creativiteit en je unieke eigenschappen voorgoed in voor conformiteit en structuur en je gaat de structuur aanzien voor de werkelijkheid. Creativiteit gedijt echter bij onvoorspelbaarheid, chaos en diversiteit. Daar geldt: waar twee neuzen dezelfde kant opstaan, is er eentje teveel.
Confucius zei ooit: Geef mij werk wat bij mij past, en ik hoef nooit meer te werken. Nu is het: Doe het werk dat bij je past, en je hoeft nooit meer te “werken”. Doen is de beste manier van werken. Dus doorbreek je vaste gewoonten en overtuigingen. Onderzoek. Vraag. Struikel. Faal en doorbreek vooral je routine.

Doen is de beste manier van denken is onderdeel van de serie Nieuwe perspectieven op werken van Arthur Kruisman en Patrick Donath van ICT-dienstverleningsorganisatie Inter Access.
Duur: 2.45 min.

Margo Trappenburg: Pleidooi voor solidariteit en verzorgingsstaat

Georganiseerde solidariteit in een verzorgingsstaat is onpersoonlijk, begrensd en gebaseerd op welbegrepen eigenbelang, aldus Margo Trappenburg, hoofddocent Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit van Utrecht.
Critici menen dat de verzorgingsstaat heeft afgedaan en dat we toe moeten naar een participatiesamenleving. Mensen zouden de voorkeur geven aan persoonlijke zorg, grenzen stellen lukt niet meer, en van hogere inkomens zou teveel altruïsme worden gevraagd.
In haar NTVG-lezing 2013 op de Dag van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 2 november 2013, betoogde Trappenburg dat deze kritiek onterecht is. Veel mensen geven de voorkeur aan professionele zorg boven zorg van familie of vrijwilligers. Grenzen stellen kan weer lukken, recente ontwikkelingen in de medische professie stemmen hoopgevend. Er is onvoldoende reden om de verzorgingsstaat af te schrijven en te vervangen door een participatiesamenleving.

Redenen om de verzorgsstaat te handhaven

Trappenburg besloot haar lezing met een pleidooi voor solidariteit en de verzorgingsstaat om de volgende redenen:
De verzorgingsstaat is een prachtige menselijke uitvinding, vergelijkbaar met de democratie en de rechtsstaat. Die zijn ook niet perfect en daar moeten we ook aan blijven werken. Maar die schaffen we ook niet af bij het eerste beetje tegenwind. Laten we dat met de verzorgingsstaat ook niet doen.

  • Wie lager opgeleid is betaalt een veel groter deel van zijn inkomen aan zorgpremies (14% voor de armste 10 procent tegen ongeveer 4% voor de allerhoogste inkomens).
  • Lager opgeleiden zijn in de verzorgingsstaat degenen die een groot deel van de feitelijke zorg uitvoeren: in verpleeg- en verzorgingshuizen; als thuiszorgmedewerkers. Dat zijn niet de meest lucratieve banen en naarmate de participatiemaatschappij verder voortschrijdt zullen de arbeidsvoorwaarden nog verder verslechteren. We zien nu al dat mensen soms eerst ontslagen worden om ze vervolgens weer in dienst te nemen tegen sterk gereduceerde tarieven.
  • Ten slotte zijn het juist lager opgeleiden die noodgedwongen, feitelijk solidair zijn met de meest kwetsbare groepen in onze samenleving. Mensen met een verstandelijke beperking, een psychiatrische aandoening of verslavingsproblematiek wonen tegenwoordig niet meer in grootschalige instellingen in de bossen. Velen van hen zijn verhuisd naar kleinschalige woonvormen in dorpen en steden. Dat zijn niet de makkelijkste buren om te hebben. Mensen met een ernstige verstandelijke beperking veroorzaken soms ernstige geluidsoverlast. Mensen met een lichte verstandelijke beperking hebben hulp nodig van buurtbewoners en familie en lopen desondanks vaak in zeven sloten tegelijk. Mensen met verslavingsproblemen en/of een psychiatrische stoornis zijn soms onvoorspelbaar of lastig. Dat maakt de vraag belangrijk in welke wijken deze bewoners terechtkomen. En dat zijn vaak de wijken waar mensen wonen met een laag inkomen en een lage opleiding.

Lezing De kern van solidariteit van Margo Trappenburg staat in zijn geheel op de site van het Nederlands Tijdschrift voor geneeskunde (Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A7224): www.ntvg.nl

Website Margo Trappenburg: www.margotrappenburg.nl

Opstaan voor democratie in het digitale tijdperk

Het ongebreideld vergaren van metadata van telecommunicatie is ‘zeer waarschijnlijk’ ongrondwettig. Een historische uitspraak met een nog onduidelijk effect. Voor het eerst schiet een rechtbank in de VS in rake bewoordingen de datahonger van de NSA – National Security Agency –  af. Concreet het vergaren van alle metadata van (mobiele) telefonie via Amerikaanse telecomproviders.
Tot nog toe strandden rechtszaken tegen de NSA, en werd het juridisch kader geregeld via geheime rechtbanken. Nu wordt in een openbare rechtszaak een burger in het gelijk gesteld in zijn strijd voor privacy en tegen de NSA.

Arbitraire invasie van privacy

In zijn artikel Rechter sabelt ‘Orwelliaanse’ NSA-surveillance neer op de site van Computerworld schrijft Andreas Udo de Haes dat rechter Richard Leon hard in zijn oordeel is: het zonder enige selectie vergaren van telefoniegegevens voor analyse is een ‘arbitraire invasie’ op de grondwettelijk vastgelegde privacy, specifiek het vierde amendement. Het programma is door de snelle ontwikkeling van zowel de mobiele telefoon en het gebruik ervan als de surveillancetechnologie welhaast Orwelliaans. Volgens Leon leiden deze ontwikkelingen er juist toe dat mensen meer privacy mogen verwachten, niet minder. De overheid heeft geen enkel voorbeeld kunnen geven dat het verzamelen van bulkdata enig concreet resultaat heeft opgeleverd. Het inbrengen van een arrest uit 1979 slaat nergens op, vindt de rechter. De Supreme Court kon destijds “nooit vermoeden hoe burgers in 2013 hun telefoon gebruiken”. En vooral, welke rijke metadata onze telefoons permanent genereren.
De overheid komt ook niet uit onder de rol van de telecombedrijven. De telco’s buiten beschouwing laten “is net zoiets als een historische analyse van de Beatles zonder John, Paul, en George”.

Een krachtige veroordeling, vindt de New York Times1). Historisch, constateert privacyvoorvechter EFF. Toch is de impact van de uitspraak tot nog toe vooral van belang voor de publieke opinie in de VS. Concreet verandert er nog weinig: de zaak gaat over enkele burgers, niet over alle burgers. En hangende de vervolguitspraak hoeft de overheid nog niets aan te passen.

Staatssurveillance van persoonlijke gegevens is diefstal

De internationale kritiek op de datahonger van de staat en de inlichtingendiensten zwelt aan. Een week eerder, op 10 december 2013, werd bekend gemaakt dat meer dan vijfhonderd schrijvers van over de hele wereld, inclusief Nobelprijswinnaars hebben verklaard de schaal waarop staatssurveillance wordt bedreven  te veroordelen. Ze waarschuwen ervoor dat spionage-organisaties de democratie ondermijnen. Ze moeten worden ingetoomd door een nieuw internationaal handvest.
De ondertekenaars komen uit 81 landen, onder wie Margaret Atwood, Don DeLillo, Orhan Pamuk, Günter Grass, Tom Stoppard, Ian McEwan, Martin Amis, Arundhati Roy, J.M Coutzee, Amos Oz, David Grossman, Ariel Dorfman, Yann Martel, Mikhail Shishkin, Henning Mankell, Lionel Shriver en Hanif Kureishi.

Ze zeggen dat de omvang van de spionage van digitale communicatie van miljoen mensen  iedereen tot potentiële verdachte maakt en dat heeft een funeste invloed op de wijze waarop een maatschappij functioneert.
Ze dringen er bij de Verenigde Naties op aan een internationaal handvest op te stellen ter bescherming van digitale rechten van burgers in het internettijdperk.
Hun oproep komt na de dag waarop ‘s werelds leidende technologiebedrijven ingrijpende veranderingen van afluisterwetten eisten voor behoud van het vertrouwen van het publiek in internet. Deze oproep weerspiegelt de groeiende internationale druk om de massale afluisterpraktijken in landen als de V.S. en Groot-Brittannië – die met deze praktijken zijn begonnen – kritisch te beoordelen.

Na de open brief van bedrijven als Apple, Google, Microsoft en Facebook aan de Amerikaanse president Barack Obama, is er nu een petitie, ondertekend door een opmerkelijke lijst van vooraanstaande schrijvers uit de hele wereld die staten ervan beschuldigen hun macht systematisch te misbruiken door massale en weerzinwekkende surveillance.

Het Engelse dagblad The Guardian heeft in de afgelopen zes maanden een serie artikelen gepubliceerd over de methoden van massasurveillance van de Britse inlichtingendienst GCHQ en de Amerikaanse NSA, met name over twee van de belangrijkste programma’s die de Snowden-documenten hebben onthuld: PRISM van de NSA en Tempora van de GCHQ. Voor elkaar houden ze de deur open om te verzamelen, op te slaan en gegevens te analyseren van miljoenen telefoongesprekken, e-mails en zoekmachineopdrachten.

Een maatschappij onder surveillance is niet langer een democratie

De onthullingen van Snowden hebben het recht van alle mensen getart en ondermijnd om “ongestoord en niet-geobserveerd te leven”, in hun gedachten, persoonlijke omgeving en communicaties. “Dit fundamentele mensenrecht is van generlei waarde gebleken door misbruik van technologische ontwikkelingen door staten en bedrijven voor massasurveillance.
“Een persoon onder surveillance is niet langer vrij; een maatschappij onder surveillance is niet langer een democratie. Als onze democratische rechten nog wat waard zijn, dan moeten ze zowel in de virtuele als in de echte wereld gelden”.
De schrijvers eisen het recht “voor alle mensen om te bepalen in welke mate persoonlijke gegevens op legale manier mogen worden verzameld, opgeslagen en verwerkt”.
Een digitale rechtenovereenkomst die staten moeten tekenen is de volgende stap. “Surveillance is diefstal. Deze gegevens zijn geen publiek bezit, wij zijn zelf de eigenaar ervan. Als ze worden gebruikt om ons gedrag te voorspellen, dan worden we beroofd van nog iets anders: het principe van de vrije wil is cruciaal voor democratische vrijheid”.

Ian McEwan heeft tegen The Guardian gezegd: “Wat de Leviathan kan, zal hij doen. De staat geeft van oudsher de voorkeur aan zekerheid boven vrijheid. De technologie heeft de staat middelen aangereikt die niet te weerstaan zijn, middelen voor massasurveillance waarvan Orwell versteld zou hebben gestaan. Het is een dwingend proces, tenzij er weerstand komt. Het is duidelijk dat we beschermd moeten worden tegen terrorisme, maar niet tegen elke prijs”.

Noten
1) A powerful rebuke of mass surveillance, New York Times, 16 december 2013: www.nytimes.com/2013/12/17/opinion/a-powerful-rebuke-of-mass-surveillance.html

2) In Historic Ruling, Federal Judge Declares NSA Mass Phone Surveillance is Likely Unconstitutional, door Trevor Timm, Electronic Frontier Fondation, 16 december 2013: www.eff.org/deeplinks/2013/12/historic-ruling-federal-judge-declares-nsa-mass-phone-surveillance-likely

De verklaring van de schrijvers is tegelijkertijd in 27 landen gelanceerd. De initiatiefnemers hopen nu dat het publiek de petitie gaat tekenen: A stand for democracy in the digital age. Writers against mass surveillance. Zie www.change.org

Rechter sabelt ‘Orwelliaanse’ NSA-surveillance neer, door Andreas Udo de Haes op site Computerwereld, 17 december 2013: http://computerworld.nl (Niet meer beschikbaar)

World’s leading authors: state surveillance of personal data is theft, Matthew Taylor and Nick Hopkins, 10 december 2013: www.theguardian.com

Lees ook: Beroepsorganisaties beseffen te weinig de gevolgen van de informatiseringsrevolutie, door Ab van Eldijk, Blogs Beroepseer: https://beroepseer.nl

Op de site nu.nl staat een interview met de Amerikaanse schrijver Patrick Flanery dat gaat over zijn boek Gevallen land. Hij zegt dat hij tot zijn verbazing ontdekte tijdens het schrijven van Gevallen land “hoe ingeburgerd de ogenschijnlijk futuristische monitor- en surveillancetechnieken al zijn… Op het laatst had ik het idee dat de maatschappij en de moderne technologie zich dermate snel ontwikkelen, dat we het legaal niet meer kunnen bijbenen. Dat we ons niet meer weten te beschermen tegen onze eigen creaties, en geen verweer hebben tegen onze basale instincten: hebzucht, agressie, het plunderen van de aarde. Toch maken maar heel weinig mensen zich druk om dit soort dingen, ongelooflijk.”
Patrick Flanery verbaasd over ‘ingeburgerde big brother’, 18 december 2013: www.nu.nl

U P D A T E

Op 19 december 2013 verscheen er op de site van Webwereld het artikel Webvader schrijft ‘hypocriet’ Nederland boze brief waarin Sir Tim Berners-Lee en ruim 100 activistengroepen de Open Government Partnership (OGP), waar Nederland onderdeel vanuit maakt, betichten van hypocrisie.
De webvader heeft een grote groep activisten en organisaties die strijden voor de vrijheid van meningsuiting (waaronder Oxfam, Privacy International en zijn eigen World Wide Web Foundation) verzameld om een blok te vormen tegen de 62 OGP-landen. Zij prediken openheid, verantwoordelijkheid en toegankelijkheid voor burgers, maar runnen tegelijkertijd het grootste surveillance-netwerk dat de wereld ooit gezien heeft.

Ook zeggen Sir Berners-Lee en consorten dat de vervolging van klokkenluiders strijdig is met het beginsel van openheid van bestuur. In een open brief aan de Open Government Partnership vragen zij alle landen om hun privacywetten te herzien, klokkenluiders te beschermen en meer transparantie bij de huidige werkwijzen van grootschalige surveillance.

“Wij voegen ons bij andere maatschappelijke organisaties, mensenrechtengroepen, academici en gewone burgers in het uiten van onze grote zorgen over wereldwijde overheden, inclusief OGP-leden. Zij onderscheppen en bewaren routineus privécommunicatie van volledige bevolkingsgroepen en doen dat in het geheim, zonder afzonderlijke waarborg en met weinig of geen zinvol toezicht”, schrijven de activisten in een recente brief, waarover The Guardian schrijft.
“Deze praktijken eroderen de ‘checks en balances’ waar deze verantwoording van afhangt, en heeft een zwaar ontmoedigende uitwerking op de vrijheid van meningsuiting, informatie en vereniging. De idealen van openheid van bestuur hebben zonder deze rechten geen betekenis.”

Webvader schrijft ‘hypocriet’ Nederland boze brief,  door Chris Koenis, 19 december 2013, op website van Webwereld: http://webwereld.nl (Techsite Webwereld is opgeheven)

Consultants verdienen veel aan eurocrisis

De eurocrisis schijnt nogal lucratief te zijn voor veel financiële adviseurs. Alvarez en Marsal, BlackRock, Oliver Wyman, Pimco. Deze namen zeggen de gemiddelde Europeaan niets, maar ze spelen een hoofdrol in alle eurozone-bailouts en hebben de belastingbetaler vooralsnog meer dan tachtig miljoen euro gekost in Griekenland, Ierland, Portugal, Spanje en op Cyprus.
De “troika” van internationale kredietverstrekkers – de Europese Centrale Bank (ECB), de Europese Commissie en het internationale Monetaire Fonds (IMF) – maken gebruik van hun “onafhankelijke expertise” om te bepalen hoeveel geld landen of banken nodig hebben om te voorkomen dat ze niet meer kunnen voldoen aan hun financiële verplichtingen.
Ze worden dikwijls ingehuurd zonder openbare aanbesteding en zonder dat er gevraagd wordt naar transparantie en aansprakelijkheid.
Soms worden ze ingehuurd ondanks potentiële belangenconflicten die kunnen ontstaan door connecties met investeringsfondsen en andere financiële dienstverleners.
De financiële adviseurs huren op hun beurt ook weer andere firma’s in. Dat leidt tot vragen over wie er toegang heeft tot interne informatie en het gebruik daarvan.

Naast de lokale advocatenfirma’s, behoort een secondair ingehuurde firma altijd tot de ‘Grote vier’: de accountantskantoren Deloitte, Ernst & Young, KPMG en PricewaterhouseCoopers (PwC).
Dat heeft geleid tot het ontstaan van een “gouden kring” van ongeveer een dozijn firma’s die het monopolie hebben op het regelen van een bailout*) in een EU-land.

Neem Alvarez en Marsal bijvoorbeeld. De in New York gevestigde firma verdiende twee miljoen euro in 2012 voor het opzetten en beheren van Spanje’s “bad bank”**).
Typisch is dat deze firma de hulp heeft ingeroepen van het Spaanse advocatenkantoor Cuatrecasas, het Japanse financiële adviesbureau Nomura en PricewaterhouseCoopers om te assisteren bij het werk.

Alvarez en Marsal heeft ook nog 6.6 miljoen euro verdiend aan de bailout van Cyprus. Er brak een schandaal uit toen dat aan het licht kwam. Volgens een interne inspectie van het bestuur van de centrale bank van Cyprus kregen Alvarez en Marsal uitbetaald ondanks het slechte werk dat voor een deel geleverd was.
Het bleek dat € 1.1 miljoen plus BTW was betaald voor het beoordelen van de Bank van Cyprus, de grootste kredietverstrekker tot en met december 2012. Er was ook nog een extra bedrag uitgetrokken van € 250.000 om het werk in 2013 voort te zetten

Toen in december 2012 Cyprus dreigde uit de eurozone te worden gezet, gaf Panicos Demetriades de firma Alvarez en Marsal nieuwe opdrachten. Hij heeft dat gedaan, hoewel het bestuur de firma had “ontslaan” vanwege de “waargenomen potentiële belangenconflicten” die hadden te maken met de beoordeling van de Bank van Cyprus. Hij had aan Alvarez en Marsal twee van de nieuwe contracten gegeven, ondanks de bezwaren van het bestuur.
In het begin van 2013 ontving de firma € 960.000 plus BTW en een onkostenvergoeding van € 270.000 voor het analyseren van de herkapitalisatieplannen van de banken in Cyprus.
De firma ontving ook nog eens € 2.7 million plus BTW en een onkostenvergoeding van € 540.000 voor hulp bij de herindeling van de Bank van Cyprus zelf en van de Laikibank.

Het schandaal van de geheime vergoedingen

De “waargenomen potentiële belangenconflicten” waren nog maar het topje van de ijsberg.
In oktober 2013 brak er een schandaal uit toen de media van Cyprus met het bericht kwamen dat Demetriades nog een andere, fantastische opdracht aan Alvarez en Marsal had gegeven voor een bedrag van € 15 miljoen, zonder dat het bestuur ervan wist. De hoogte van de bonus was 0,1 procent van de totale waarde van de herkapitalisatiekosten van de banken van Cyprus (€15.7 miljard).
Volgens interne correspondentie en concepten van contracten die teruggaan tot maart 2013 heeft uitvoerend directeur Hal Hirsch, en Demetriades, in principe ingestemd met dit bedrag, “ongeacht de wijze waarop” de herkapitalisatie zou worden uitgevoerd.
Uit daaropvolgende schimmige gesprekken in Brussel bleek dat in de overeenkomst over de uiteindelijke bailout ook de maatregel was opgenomen dat burgers van Cyprus een deel van hun spaargeld moesten afstaan als ze meer dan honderdduizend euro op hun bankrekening hadden staan.

De geheime bonus doet de vraag rijzen: Hoe objectief was Alvarez en Marsals beoordeling van de banken van Cyprus toen ze wisten dat ze een deel van de bailout zouden krijgen? Het schandaal toont ook aan wat er kan gebeuren als contracten achter gesloten deuren worden toegewezen. Demetriades beweerde in een schriftelijke verklaring dat hij had ingestemd met het bedrag onder druk van de Amerikaanse firma. Het document van de inspectie van de centrale bank citeert dat de overeenkomst over de vergoeding “getekend was onder dwang. De heer Hirsch dreigde op het hoogtepunt van de crisis het hele Alvarez team uit Cyprus weg te halen als er niet werd getekend”.
Vroeg in september, nadat de centrale bank het contract met de firma had beëindigd, eiste deze dat het hele bedrag van € 15 miljoen betaald zou worden.
Maar toen het bestuur daartegen in opstand kwam onder luid protest dat het geen weet had van deze overeenkomst, bood de Amerikaanse firma aan genoegen te nemen met minder: “We gaan akkoord met een herkapitalisatievergoeding van € 4.75 miljoen. Dat is een aanzienlijke en vrijwillige vermindering waarover niet verder onderhandeld kan worden”, schreef Hirsch in een brief aan de centrale bank op 19 september.

Het schandaal is evenwel nog niet voorbij. Het parlement en de procureur-generaal van Cyprus hebben aangekondigd de zaak nader te onderzoeken. De woordvoerder van Alvarez en Marsal heeft afgezien van commentaar omdat het onderzoek nog loopt. De firma probeert zich uit de situatie te redden. In een brief van 26 oktober 2013 aan de centrale bank schreef ze dat het bestuur “alle bevoegdheid” heeft om de hoogte van een vergoeding voor herkapitalisatie te bepalen.
Ondertussen twijfelt het bestuur van de centrale bank eraan of Demetriades “onder dwang” gehandeld heeft. Het zegt dat hij zes maanden de tijd heeft gehad om te klagen bij het bestuur of de troika, maar heeft verkozen het niet te doen. Alvarez en Marsal is niet de enige firma die aan de troika gerelateerde contracten krijgt toegewezen zonder openbare aanbesteding.

Waarom doen ze het?

Complexe verhoudingen tussen adviesbureaus, de “Grote vier” en de centrale bank van een land waren er ook in Ierland en Griekenland.
De vraag die oprijst is waarom deze firma’s steeds weer ingehuurd worden en wat hen beweegt zich te verbinden aan de troika? De firma’s die daarbij betrokken waren, reageren niet op de vraag.
Volgens Constantin Gurdgiev, hoogleraar financiën aan het Trinity College in Dublin is een van de oorzaken het gebrek aan expertise bij de centrale banken.
Hij vertelde dat “in de periode waarin de kredietschepping floreerde, en die voorafging aan de kredietcrisis, centrale banken in rap tempo deskundig en bekwaam personeel zagen vertrekken naar de private sector van financiële dienstverleners”. Hij voegde eraan toe dat het achterblijvende personeel vaak mechanische taken uitvoerde zoals het sorteren en verzamelen van gegevens die door banken waren verstrekt, maar “het ontbrak hun aan cruciale kennis om balansen na te trekken of een business performance plan te ontwerpen”.

De eis van de troika om gegevens te verstrekken en hervormingen in te voeren ter bestrijding van de crisis was teveel gevraagd van de centrale banken.
Het inhuren van grote namen uit de consultancywereld maakte de regering van deze landen geloofwaardiger, vooral bij de financiële markten.

Richard Boyd Barrett, Iers parlementslid van de linkervleugel, die verschillende vragen had gesteld, is heel wat cynischer. Hij vertelde dat het merendeel van de consultancybureaus en accountants “deel uitmaken van dezelfde ‘gouden kring’ van bankiers en overheidsfunctionarissen die de financiële crisis in de eerste plaats hebben veroorzaakt”. Een andere bron liet weten dat de voornaamste drijfveer van adviesbureaus niet de vergoedingen van vele miljoenen zijn, maar “contact” met mensen uit de regering.
Deze bron, een voormalige Ierse belastingambtenaar die anoniem wenst te blijven, herinnerde zich ontmoetingen met vertegenwoordigers van PwC die “als eerste het (Amerikaanse interbedrijf Facebook) introduceerden in Ierland”. Hij zei: “De ambtenaren, d.w.z. topambtenaren, arrangeerden maar al te graag een ontmoeting met klanten van PwC of zelfs met toekomstige klanten… Je kon met hun praten over het Ierse belastingstelsel. Het was allemaal heel gemoedelijk”.

Grote firma’s als Blackrock zeggen dat ze “Chinese muren” hebben die hun consultancywerk scheidt van hun andere bezigheden. Maar mensen die weten hoe het systeem werkt, geloven dat niet.
“Ik denk niet dat het mogelijk is op welk niveau dan ook een Chinese muur te bouwen. Mensen praten. Dit is niet mogelijk”, aldus de Ierse bron.
“Als PwC vier of vijf jaar geleden een speciale vraag had over belastingen, dan kon ze de database raadplegen en zeggen: De persoon die je nodig hebt om binnen te komen bij de Ierse belastingdienst is die en die en hij heeft vakkennis op dat gebied”, voegde de bron toe.

“Het idee als zouden ze dit soort connecties niet hebben, is geheel bezijden de waarheid. Zo gaan ze te werk”.

Dit artikel maakt deel uit van een grensoverschrijdend onderzoek naar de troika van internationale kredietverstrekkers, waaraan journalisten uit diverse Europese landen hebben meegewerkt. Het onderzoek is mede gefinancierd door de Duitse Heinrich Böll Stichting.

Lees het hele artikel Troika consultancies: A multi-million euro business beyond scrutiny, door Valentina Pop op site van EUobserver, opgericht in 2000 door hoofdredacteur Lisbeth Kirk om het debat over de (ontwikkeling van) Europese zaken te ondersteunen. Met hulp van de Adessium Foundation publiceert EUobserver een speciale serie van onderzoeksrapporten om licht te werpen op minder bekende en ingewikkelde werkzaamheden van de Europese Unie. http://euobserver.com

*) Bailout: letterlijk uitkopen. Hier gebruikt als term om een euroland te redden via het opkopen van staatsobligaties en het verstrekken van leningen. Een bailout mag officieel niet volgens het Verdrag van Maastricht. Vandaar dat allerlei complexe technische omwegen bedacht zijn. Voorbeeld: de Europese Centrale Bank mag niet rechtstreeks staatsobligaties afnemen van probleemlanden. (Verklarende woordenlijst van NRC Handelsblad: Het jargon van de eurocrisis).

**) Een bad bank is een bank die alle rommelkredieten en andere ongezonde delen van een bank overneemt, zodat die laatste veilig is voor een eventueel bankroet. Het idee werd gelanceerd als redmiddel voor banken in de problemen. De Zweedse overheid beheerde in de jaren negentig met succes een bad bank, na een zware crisis bij de Zweedse banken.

Alex Benninkmeijer: Mensen met moed en een onafhankelijke houding kunnen het verschil maken

alex brenninkmeijer nationale ombudsmanHans Goslinga van dagblad Trouw schrijft in zijn column van 15 december 2013 over het vertrek van de Nationale Ombudsman: “Alex Brenninkmeijer nam deze week na acht jaar in stijl afscheid van zijn functie als Nationale Ombudsman, met krachtige kritiek op de politiek. In een vraaggesprek met het liberale avondblad noemde hij niet man en paard, maar sprak hij over ‘de politiek’, die te veel een wij-beslissen-houding aanneemt en zichzelf daarmee overwaardeert.

Brenninkmeijer komt de verdienste toe dat hij, veel meer dan zijn voorgangers, het instituut van de Nationale Ombudsman een gezicht heeft gegeven. In de dominante beeldcultuur is het van belang om naast het opbouwen van inhoudelijk gezag herkenbaar te zijn voor het publiek. Dat geldt zeker voor een instituut dat tot taak heeft burgers te helpen die klachten hebben over de overheid. Maar ook om te laten zien dat hindermacht in een democratische rechtsstaat noodzakelijk en nuttig is. De gaande ombudsman, die op 1 januari begint bij de Europese Rekenkamer in Luxemburg, heeft dat goed aangevoeld, net als eerder Pieter van Vollenhoven met zijn Onderzoeksraad voor veiligheid.

‘Kil en ruw’

Dikwijls bewoog Brenninkmeijer zich op en over de grenzen van zijn functie met harde, soms ook politiek geladen kritiek. Hij liet aldus zien niet bang te zijn, nodig om door de politieke bevangenheid van ministeries en coalities heen te breken. Zo waarschuwde hij in 2008 voor de populaire retoriek van politieke daadkracht en bestuurlijke overmoed. Sterk leiderschap propageren, zei hij, staat gelijk aan het propageren van die ene leider en dat is niet verstandig. Een wijs leider weet de burger juist tot actieve participatie te bewegen. Het was daarom kwalijk dat de overheid hem ‘kil, onverschillig en ruw’ bejegende. Dat was tegen het zere been van toenmalig premier Balkenende, die er een jij-bak van maakte: de overheid doet het vaak goed, veel burgers misdragen zich.

De vertrekkende ombudsman trok zijn kritiek deze week door: de politiek zou een bescheidener, meer bemiddelende rol moeten spelen. ‘Geen regeerprogramma’s meer, geen kleine elite die bepaalt. De vraag is ook of het concept politieke partij nog wel werkt. De democratische basis van de partijen is momenteel buitengewoon mager’. Fundamentele kritiek, die nu meer nog dan in de periode-Balkenende haaks staat op de tendens in politiek Den Haag om hindermacht zoveel mogelijk terzijde te schuiven of verdacht te maken.

Platte centenkwestie

Het meest recente voorbeeld is de onwelwillende reactie van staatssecretaris van justitie Teeven op de rechterlijke uitspraak Volkert van der G., de moordenaar van Pim Fortuyn, tot aan zijn vrijlating in mei 2014 maandelijks op proefverlof te sturen. Weliswaar verklaarde hij de uitspraak te respecteren, maar bijna in één adem voegde hij eraan toe dat vanwege de veiligheidsmaatregelen de belastingbetaler op kosten wordt gejaagd. Het moet tot diep nadenken stemmen dat een bewindsman die geacht wordt hoeder van de rechtsstaat te zijn, het recht terugbrengt tot een platte centenkwestie.

Ander recent voorbeeld van de tendens naar een ongetemperde democratie waarin de wil van de meerderheid tot maat der dingen wordt: het initiatiefvoorstel van het VVD-Kamerlid Taverne om een eind te maken aan de rechterlijke toetsing van wetten aan mensenrechtenverdragen, voorop het Europees verdrag voor de rechten van de mens. Volgens Taverne is dat een taak voor de democratisch gekozen Tweede Kamer, niet voor rechters, die zijn benoemd en dus deze legitimatie missen.

Rechtsbescherming

Het voorstel is een frontale en brutale aanval op het principe van de scheiding der machten, de basis van de democratische rechtsstaat. Oud-minister van justitie Hirsch Ballin wees er vorige maand in de Rechtsstaatlezing op dat dit beginsel niet alleen spreiding van macht beoogt, maar ook rechtsbescherming van ieders persoonlijke vrijheid tegenover de meerderheid. Hij voegde daar aan toe: ‘Zelfs als die meerderheid alle reden heeft boos en verontwaardigd te zijn’.

Het is een stuk gemakkelijker mee te buigen met sentimenten dan ferm te staan voor de rechtsbeginselen. Een reden temeer voor tegenmachten als de Nationale Ombudsman om de overheid hinderlijk te blijven volgen. Het aardige is dat Van Vollenhoven en Brenninkmeijer hebben laten zien dat mensen met moed en een onafhankelijke houding het verschil kunnen maken. De Tweede Kamer kan er als controleur van de regering een voorbeeld aan nemen.”

Brenninkmeijer op BNR Radio: “Ga nou eens echt diep de samenleving in”

Op 9 december 2013 sprak Brenninkmeijer op BNR Nieuwsradio, o.a. over de marktwerking in de zorg. Tegen Paul van Liempt zei hij: “De marktwerking in de zorg is een ramp, door de onduidelijke financiële prikkels in het systeem. Den Haag heeft geen oog voor wat zich allemaal afspeelt. Binnen twee à drie jaar dreigt de ramp zich alleen maar te verhevigen. De politiek luistert selectief, maar moet eigenlijk diep de samenleving in. De financiële prikkels in het systeem zijn zo ingewikkeld dat de doorsnee directie van een ziekenhuis zijn eigen begroting niet begrijpt en de toezichthouders, de patiënten en de verzorgden snappen ook helemaal niet wat er in hun financiën omgaat.”

Wat ‘marktwerking’ wordt genoemd is volgens Brenninkmeijer in feite niet meer of minder dan een planeconomie. “Ga nou eens echt diep de samenleving in en stel je heel onbevangen op. Begin nou gewoon bij de mensen die het aangaat en kijk primair naar wat zorg nou betekent. Je kunt heel veel nadruk leggen op het begrip kwaliteit in de zorg, maar uiteindelijk bepaalt de patiënt wat dat is, en dat ziet er heel anders uit dan wat techneuten bedenken. De patiënt wil zekerheid en zorg, dat zijn de kernwoorden.

Doordat de arts in een raar, ingewikkeld afrekensysteem verstrikt is geraakt, zijn we de kern van de zaak – het goede gesprek met de arts – kwijtgeraakt, meent Brenninkmeijer. “Hij moet gaan zitten vinken en computerprogramma’s gehoorzamen en uiteindelijk rolt daar een of andere factuur uit. Het systeem is veel te ingewikkeld en we hebben geen zicht op wat zorg betekent voor mensen.”

N.B. Alex Brenninkmeijer wordt per 1 januari 2014 collegelid van de Europese Rekenkamer voor een termijn van zes jaar. Hij is de opvolger van drs. G.M. (Gijs) de Vries.

Haagse macht vraagt herkenbare tegenmacht, door Hans Goslinga, Trouw, 15 december 2013: www.trouw.nl

Alex Brenninkmeijer: Marktwerking in de zorg is een ramp, door Thijs Baas, 9 december 2013, website BNR Radio: www.bnr.nl