Skip to main content

Redactie Beroepseer

De begeleiding van beginnende leraren moet beter, zeker in het PO

De resultaten van de startersenquête tonen volgens bestuurslid Liesbeth Verheggen van de Algemene Onderwijsbond (AOb) dat het onderwijs over de gehele linie beter zijn best moet doen om mensen te laten wennen voor de klas. “Zeker in het primair onderwijs moet de begeleiding van beginnende leraren beter. Zoveel is duidelijk. Maar ook het VO is er nog niet”.

Verheggen sloot net voor de zomer een principeakkoord over een nieuwe cao primair onderwijs. Daarin worden concrete afspraken gemaakt over de begeleiding van starters. Die blijken nodig: uit het onderzoek van de Groene Golf – de jongerentak van de AOb – blijkt dat alle jonge starters in het PO behoefte hebben aan begeleiding, maar dat slechts de helft die krijgt. “En van de mensen die begeleiding krijgen, krijgt weer bijna de helft begeleiding van zijn direct leidinggevende”,  stelt Verheggen vast. “En hoe goed die leidinggevende het ook bedoelt: die is er dus niet de aangewezen persoon voor”.

Vlieguren
De cao-po regelt straks dat beginnende leerkrachten zich de eerste drie jaar kunnen concentreren op de les. “Starters zijn bevoegd en bekwaam om voor de klas te staan”, zegt Verheggen. “Maar om het vak echt onder de knie te krijgen moeten ze vlieguren maken. Daarbij worden ze begeleid door een ervaren collega. En dus niet door degene die uiteindelijk besluit of je in aanmerking komt voor een vast contract. Want die vraag je als starter niet zo snel om tips over zaken als orde houden, time management of omgaan met lastige ouders”.

Het verbaast Verheggen dat het ministerie van OCW langs de afspraken van de cao-tafel heen met pilots schermt die een eigen oplossing zoeken voor het startersprobleem. “Ik twijfel niet aan de goede bedoelingen. Zo is vorig jaar een groepje pabo-studenten van de Hogeschool van Amsterdam met suggesties op minister Bussemaker afgestapt. Zij had deze studenten eigenlijk naar de sociale partners moeten sturen”.

Bescherming
Dat deed Bussemaker niet. Verheggen: “In plaats daarvan wordt nu OCW-geld ingezet voor een project met juniordocenten. Ik heb de details niet, maar binnen de AOb ontvangen we signalen dat de cao-afspraken meer bescherming bieden. In het door OCW geadopteerde plan zou tegenover meer begeleiding minder salaris staan. Daar zijn wij tegen. Een starter is een volwaardig onderdeel van het team. Dus alle goede bedoelingen ten spijt lijkt dit project me overbodig nu er een cao met een prachtig starterstraject op komst is. Zo’n alternatief kan de cao nog verstoren ook. Moeten we niet doen”.

Overigens vallen in de enquête van de Groene Golf de verschillen op tussen primair en voortgezet onderwijs. “In het voortgezet onderwijs is een aantal jaar geleden al een afspraak gemaakt over de begeleiding van starters. Dat zie je terug in de resultaten, maar ook daar krijgt 20 procent geen begeleiding. Terwijl ze er wel recht op hebben. Daar moeten we alert op zijn”.

Rapport Starters-enquête,  Groene Golf en NCRV-programma ‘Altijd Wat’, Een sterk begin- Begeleiding Startende Leraren regio Utrecht, 9 september 2019:  https://bsl-utrecht.nl/wp-content/uploads/sites/62/2015/11/Aob-Starters-enquete-2014.pdf

‘Ministerie moet cao-oplossingen onderschrijven’, Algemene Onderwijsbond, 9 september 2014: www.aob.nl (artikel niet meer beschikbaar op site AOb)

Begeleiding starters kan stukken beter, door Robert Sikkes en Rob Voorwinden, Onderwijsblad, 9 september 2014: https://www.onderwijsblad.nl/article.asp?ArtikelID=10753

Altijd Wat reportage over startende leraren, Blogs Beroepseer, 8 september 2014: https://beroepseer.nl

startende leraar po vo aob

 

Driekwart van de helden uit boek ‘Onderwijshelden’ is geen leraar

Leraar René Kneyber in zijn blog over Onderwijshelden die volgens hem geen helden zijn:*) Zie noot onderaan.

Onderwijshelden. Ik heb daar bepaalde beelden bij. Ik denk bijvoorbeeld aan Jacques Jacotot, een verbannen Franse leraar die, in de eerste decennia van de 19de eeuw, een onderwijsaanpak ontwikkelde die ‘universeel lesgeven’ wordt genoemd. Ik denk aan Vincent van der Pas, uit het boek van Anja Vink, die dag-in-dag-uit lesgeeft op een zwarte school in Rotterdam. Ik denk aan collega’s die bijna veertig jaar voor de klas hebben gestaan en het lesgeven tot in perfectie beheersen, aan de docenten uit Seattle die succesvol protesteerden tegen standardized testing, aan leraren in Syrië, in Irak, in Afghanistan. Ik denk niet aan onderwijsadviseurs. Ik denk niet aan ondernemers. En zeker, dat weet ik zeker, niet aan coaches.

Maar misschien ben ik de enige.

Op 13 september verschijnt het boek Onderwijshelden. Met de ondertitel 60x het bewijs dat het kan. ‘Wat kan?’ Dat onderwijsinnovatie kan, kennelijk. De premisse is zo: we denken wel eens dat onderwijsinnovatie niet kan in dat vastgeroeste onderwijs, maar wij zullen bewijzen dat het mogelijk is. Het begint al goed met de inleiding van Berthold Gunster, zo iemand die niks van onderwijs weet, maar er heel luidruchtig iets van vindt. En als je de bochten dan nog iets nauwer neemt, ach.

Zo schrijft hij over ‘een school in Culemborg’ die hij bezocht en in de eerste alinea meteen maar neerzet als een soort moderne mega-stal, waarin kinderen ingekist worden in te kleine lokalen. Nu woon ik in Culemborg, er zijn twee scholen die hij zou kunnen bedoelen, beide staan goed te boek. En bovendien, ik ben in alletwee geweest en met het ruimtegebrek valt het echt wel mee.

Maar dat maakt niet uit, de waarheid is voor de paupers, die bocht mag echt wat nauwer. Kinderen worden zo depressief, nee, overactief! De school in Culemborg – je zal hem hebben uitgenodigd – wordt nu vergeleken met zijn eigen middelbare schooltijd vroeger, in 1910 in Apeldoorn. Nee, vanwege die school in Culemborg is het hele onderwijssysteem kloten, nergens, nee nergens anders is er zo’n grote kloof tussen ‘de cultuur in het bedrijfsleven, de overheid en het gezin aan de ene kant en de cultuur in (met name) het middelbare onderwijs aan de andere kant’. En oh ja, 1 op de 6 leraren heeft een burn-out.

Maar gelukkig zijn er dan de onderwijshelden. De dappere mensen die in dit meedogenloze onderwijssysteem er toch nog wat van weten te maken. Deze dappere mensen, die dus kennelijk burnout, adhd, depressie en de school in Culemborg gaan oplossen. Wat zijn dat voor mensen? In ieder geval voor het overgrote deel geen leraren. Driekwart van hen zijn adviseurs, trainers, entertainers, coaches en ondernemers die fantastische verhalen vertellen over wat ze allemaal hebben bereikt. Allemaal leuk en aardig natuurlijk, maar iedere leraar kan je vertellen dat adviseurs, trainers en the bunch nooit iets bereiken. Er is geen leraar die een adviseur, trainer, ondernemer beschouwt als een held. Als de adviseur/trainer/entertainer met z’n BMW van de parkeerplaats rijdt gaat iedereen weer over op de orde van de dag.

Dat is misschien moeilijk te begrijpen voor de mensen van Onderwijshelden, onderdeel van de Holding voor OnderwijsInnovatie (kek afgekort als H.O.I.) met een pand aan de Oudegracht en gelieerd aan opportune bedrijfjes als Nationale ExamenTraining BV en StudentDocent BV, die voor subsidies van het ministerie, naar verluidt, op de eerste rij zitten. Die ronddraaien in een carrousel van onderwijsvernieuwers en -projectjes. Moeilijk te begrijpen misschien dat we, als leraren, die het echte werk doen, niet erop zitten te wachten om op deze wijze de maat te worden genomen, en dat je niemand een dienst doet met zo’n voorwoord en zo’n cast aan ‘helden’. Straks op 13 september kunnen ze hun boek presenteren, met schuim rond de mond van hun eigen heldendom, en op maandag gaan de lessen gewoon weer verder. Gegeven door echte helden.

Ook in Culemborg.

Met dank aan Arjan van der Meij voor het uitpluizen van de achtergrond van alle auteurs van het boek Onderwijshelden.

Driekwart van de onderwijshelden is geen leraar, door René Kneyber, Withitness, 10 september 2014: http://www.withitness.nl (site bestaat niet meer).

U P D A T E

*) René Kneyber: Mijn aanval op Onderwijshelden ontdaan van de feitelijke onjuistheden
[Stuk aangepast op 23-9-2014. Stichting Onderwijshelden heeft behalve een financiële ondersteuning verder niets te maken met het boek Onderwijshelden. En ze krijgen ook geen subsidie!]

[P.S. Inmiddels vind ik het boek een hartstikke mooi initiatief. Belangrijk om goede voorbeelden te laten zien. Maar het voorwoord door Gunster doet verder geen recht aan de inhoud. Jammer!].

Onderwijshelden – 60 x het bewijs dat het kan: www.sinds1883.nl/c/titels/lb6719/onderwijshelden-60x-het-bewijs-dat-het-kan

Margo Trappenburg over klassieke ambtelijke ethiek en moderne managersethiek

omslag dagboek van een ongewenste werknemer arthur gotliebIn haar artikel Loyaal ambtenaar is niet hip meer schrijft Margo Trappenburg naar aanleiding van de verschijning van het boek Operatie ‘werk Arthur de deur uit’-  Dagboek van een ongewenste werknemer dat klokkenluider Arthur Gotlieb een klassieke ambtenaar was die vakkennis had, onkreukbaar was en zijn dossiers op orde had. Het boek kan volgens haar een leerboek worden voor managers en bestuurskundigen:

Dagboek van een ongewenste werknemer van NRC journalisten Joep Dohmen en Jeroen Wester gaat over klokkenluider ArthurGotlieb en zijn tijd bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Het boek, dat is samengesteld op basis van Gotliebs zwartboek, is vooral het verhaal van Gotlieb zelf. Zeker, er komen misstanden in voor, maar Dagboek van een ongewenste werknemer is vooral een aangrijpend verhaal over Gotliebs ervaringen met zijn opeenvolgende leidinggevenden. Zo bezien kan dit boek een lees- en leerboek worden voor opleidingen en trainingen voor managers en bestuurskundigen.
Arthur Gotlieb belichaamde de klassieke ethiek van de ambtenaar zoals Max Weber die ooit beschreef. Hij had vakinhoudelijke kennis en ervaring. Een en andermaal benadrukt hij hoeveel hij weet van het dossier ‘dure geneesmiddelen’ waar hij al mee bezig was toen hij nog bij het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg werkte, een van de voorlopers van de NZa. Als hij wordt overgeplaatst naar het dossier ‘geestelijke gezondheidszorg’, wil hij werkbezoeken gaan afleggen bij psychiatrische instellingen om te snappen hoe het daar werkt, om de juiste beslissingen te kunnen nemen, om adequaat antwoord te kunnen geven als iemand hem belt met vragen over vergoedingen en tarieven in die sector.

Arthur Gotlieb had zijn dossiers op orde. Dagelijks ordende hij alle bijlagen bij zijn mails, “wat heeft geresulteerd in een database van ruim 33.000 bestanden in 2200 mappen” (p. 155). Gotlieb wist de weg in zijn eigen database. Dat is handig bij complexe beleidsdossiers, maar komt ook goed van pas als de NZa zich moet verweren in juridische procedures. Over bureaucratieën wordt veel geklaagd (formeel, traag, ambtelijk) maar beslissen op basis van correcte dossiers leidt tot rechtsgelijkheid; het maakt de overheid voorspelbaar. Burgers, bedrijven en organisaties zijn niet overgeleverd aan ambtelijke willekeur. Het goed bijhouden van dossiers is een klassieke ambtelijke deugd.

De ethiek van de moderne manager

En Arthur Gotlieb was onkreukbaar. Verzoekjes van farmaceutische bedrijven om eens vrijblijvend te komen praten wees hij af: als ze wat te vragen hebben, kan dat langs de formele weg. En anders sturen ze maar een mailtje. Gotliebs leidinggevenden belichamen de ethiek van de moderne manager. Zij zien hun organisatie als een organisme dat moet mee evolueren met veranderende omstandigheden. En zij beschouwen het als hun taak om die veranderingen in goede banen te leiden (management is heel vaak verandermanagement). Managers maken daarvoor zogenaamde SWOT-analyses: ze benoemen de sterke en zwakke punten van
hun organisatie (Strengths en Weaknesses) en de kansen en bedreigingen (Opportunities en Threats) in de omgeving, om daar vervolgens strategisch, liefst proactief op in te kunnen spelen. De organisatie deed tot nu toe dit, maar moet misschien eens iets heel anders doen om bij de tijd te blijven

Voor Gotlieb leiden al die praatjes af van de kernfunctie van de NZa: “Schoenmaker blijf bij je leest. Doe eerst je eigen werk goed”, zo houdt hij zijn leidinggevenden voor.

De managerethiek trekt of creëert ook een bepaald type personen, zo kunnen we leren uit het dagboek. De Machiavellistische ethiek – kies je bondgenoten met zorg – zorgt ervoor dat managers zelden ingaan tegen het oordeel van hun leidinggevenden. Regelmatig overkomt het Gotlieb dat een collega die hem zeer waardeerde, toetreedt tot het management en dan zijn positieve oordeel over Gotliebs functioneren naar beneden bijstelt, in lijn met de visie van hoger geplaatsten in de hiërarchie.

De ethiek van de gecommitteerde en loyale ambtenaar

Gotliebs leidinggevenden zaten nooit langer dan twee jaar op hun post; daarna verhuisden ze naar een ander onderdeel binnen de NZa of naar een heel andere organisatie. Managers houden van verandering en worden daarbij niet gehinderd door overmatige loyaliteit aan hun mensen, hun organisatie, hun taak. Misschien is dat nog wel het grootste verschil tussen de manager – en de ambtelijke ethiek. Want als er iets naar voren komt uit het dagboek van Arthur Gotlieb, dan is het dat hij zeer gecommitteerd was aan het werk dat hij moest doen en tot op het bot loyaal aan de Nederlandse Zorgautoriteit”.

Margo Trappenburg is universitair hoofddocent Bestuurs- en organisatiewetenschappen aan de Universiteit van Utrecht en voorzitter van Stichting Beroepseer

Lees het hele artikel Loyaal ambtenaar is niet hip meer, door Margo Trappenburg, NRC Handelsblad, 6 september 2014: Klik hier.

Info over boek Operatie ‘werk Arthur de deur uit’ – Dagboek van een ongewenste werknemer, door Arthur Gotlieb, Joep Dohmen en Jeroen Wester. Uitgever:  Bertram + de Leeuw, 320 p.: Klik hier.

Lees ook: Het Pak van Gotlieb, door Carel Peeters op site Vrij Nederland, 8 september 2014:
“Het sobere, karaktervaste en met humor geschreven Bezwaarschrift is een aanklacht tegen list en bedrog aan de top van de NZa, de machiavellistische arrogantie, het gebrek aan menselijkheid, het hiërarchie-fetisjisme, de slordigheid, de belangenverstrengeling, de zelfverwennerij en de plichtsverzaking. Daar werd Gotlieb de dupe van”. www.vn.nl

‘Altijd wat’ reportage over startende leraren, met uitslag enquête onder duizend docenten onder de 35 jaar

Het televisieprogramma Altijd wat besteedt op dinsdag 9 september 2014 in een reportage aandacht aan startende docenten: over begeleiding, werkdruk en wat er anders moet.

Een kwart van de startende docenten stopt binnen vijf jaar na het behalen van het diploma met lesgeven. Dat kan een groot probleem worden als er nu niet iets gebeurt. Doordat veel oudere leraren over een paar jaar met pensioen gaan, kan er in 2020 een tekort van zo’n 5000 docenten in het basisonderwijs ontstaan.
Samen met De Groene Golf, de jongerentak van de Algemene Onderwijsbond (AOb), heeft Altijd wat een enquête gehouden onder startende docenten.

In de VPRO gids no 36 (6-12 september 2014) staat een interview van Jurgen Tiekstra met Jan Willem Hengelveld (24), woordvoerder van de Groene Golf. Twee jaar geleden rondde hij de academische Pabo af en sindsdien hopt hij van de ene naar de andere basisschool om voor een paar maanden of een half jaar in te vallen voor een zieke of zwangere docent. Dat betekent: steeds wachten tot er weer gebeld wordt en in de zomner altijd twee maanden zonder inkomen zitten.
Hengelveld: “Uit cijfers van het CBS van eind 2013 weet ik dat 75 procent van de degenen die in 2011 zijn afgestudeerd nog steeds geen uitzicht heeft op een vaste baan”.

Er gloort hoop

De enquête is gehouden onder duizend docenten onder de 35 jaar met maximaal vijf jaar ervaring. De uitval onder beginnende docenten is zowel in het basis- als middelbaar onderwijs alarmerend hoog. Een op de vier leraren stapt binnen een paar jaar uit het vak. Dat komt niet alleen door het gebrek aan werk in het basisonderwijs, maar vooral ook door de zware werkdruk die een beginnend docent ervaart en het gebrek aan begeleiding door scholen. Dit is een groot probleem, omdat er door de vergrijzing van leraren binnen een paar jaar een tekort aan leerkrachten is.
Op middelbare scholen wordt nu geëxperimenteerd met extra begeleiding, maar voor het basisonderwis wordt op dit punt nog niks gedaan: “Ik heb zelf ook ondervonden dat er op scholen geen begeleidingsplan is, omdat je er toch maar een paar maanden lesgeeft. En juist omdat basisscholen klein zijn, word je begeleid door de enige die vrij is: dat is vaak de directeur. Het probleem daarvan is dat je je niet kwetsbaar durft op te stellen. Want als je vertelt: ik vind het moeilijk orde te handhaven, kan de directeur denken: voor jou honderd anderen die ook les kunnen geven”.

Er gloort hoop aan de horizon: het ministerie steekt geld in extra banen in het basisonderwijs. Bovendien staat in de nieuwe CAO dat iedere beginnende docent recht heeft op begeleiding van een ander dan de leidinggevende. “Het is de vraag hoe scholen dit oppakken, maar we hopen dat dit bijdraagt aan bewustwording van het belang hiervan”, aldus Hengeveld.ê

De uitzending begint om 20.25 uur op NPO 2, en duurt tot 21.15 uur.

Website Altijd wat: https://www.incontxt.nl/AltijdWat/

Positie vrouwen in sector zorg en welzijn in gevaar door decentralisatie

De positie van vrouwen is in gevaar. De wijze waarop gemeenten hun nieuwe taken – zorg, jeugdzorg en participatie – oppakken, ondermijnt de moeizaam verworven economische zelfstandigheid van vrouwen, waarschuwt de Nederlandse Vrouwenraad. De raad houdt op 8 september 2014 in Den Haag ronde tafelgesprekken die bedoeld zijn als een ‘wake up call’ voor parlement en gemeenten

De raad vreest dat het terug naar af is met de emancipatie. Doordat forse bezuinigingen de megaoperatie bij gemeenten domineren, verliezen vrouwen massaal hun betaalde baan en dalen gezinsinkomens. Tegelijk ligt er een grote morele druk om bij te springen bij hulpbehoevende familie, vrienden en buren. Het oude rolmodel sluipt er weer in, zegt voorzitter Dorenda Gerts.

Een brief naar de betrokken ministers en staatssecretaris is al uitgegaan. Daarin pleit de raad voor een task force, die in de gaten moet houden hoe de taakverschuivingen uitpakken voor vrouwen. Bij de raad zijn 51 organisaties aangesloten, variërend van politieke netwerken, vrouwelijke ondernemers tot vrouwen voor vrede. Ze vertegenwoordigen een miljoen vrouwen.

Zorg en welzijn
De onrust is vooral groot over de klappen die de sector zorg en welzijn krijgt. Daar werken in overgrote meerderheid vrouwen. Gerts somt op: In de thuiszorg zijn al duizenden vaste banen verdwenen, werkgeversorganisatie Actiz houdt zelfs rekening met een verlies van 55.000 banen, inclusief personeel in verpleeg- en verzorgingshuizen. Bij de jeugdzorg zijn de eerste ontslagrondes aangekondigd. Naast die decentralisaties is er krimp in de kinderopvang, en ligt momenteel het werk van bijna 10.000 kraamverzorgsters onder vuur. De ontslaggolf dupeert ook achterblijvers, ze moeten meer doen met minder mensen

De raad vreest dat het terug naar af is met de emancipatie. Doordat forse bezuinigingen de megaoperatie bij gemeenten domineren, verliezen vrouwen massaal hun betaalde baan en dalen gezinsinkomens. Tegelijk ligt er een grote morele druk om bij te springen bij hulpbehoevende familie, vrienden en buren. Het oude rolmodel sluipt er weer in, zegt voorzitter Dorenda Gerts.

Politici steken te mooie verhalen af

Hoogleraar participatie en diversiteit Tineke Abma, verbonden aan het VU medisch centrum in Amsterdam deelt de zorg van Dorenda Gerts. Abma heeft twee grote onderzoeken geleid naar de effecten van de decentralisaties. Volgens haar steken politici te mooie verhalen af. “De praktijk ziet er, zeker voor vrouwen, helemaal niet zo rooskleurig uit.” Ze hekelt het gebrek aan visie; goede voorbeelden van gemeenten zijn dun gezaaid. De hele overgang heeft meer weg van een militaire operatie met onevenredig veel aandacht voor bestuur, organisatie en logistiek. “Daardoor dreigt de morele opgave, een meer zorgzame samenleving, naar de achtergrond te verdwijnen.”

Klik hier voor meer info over de rondetafelgesprekken in Den Haag op 8 september 2014: Op de erwt van decentralisaties, georganiseerd door Vrouwenpodium 2010-2020*): www.nederlandsevrouwenraad.nl

Lees het hele artikel van Wilma van Meteren, ‘Vrouwen de dupe van nieuwe taken voor gemeenten’, Trouw, 8 september 2014: www.trouw.nl

FNV luidt noodklok over ontslaggolf in zorgsector, Nu. nl, 8 september 2014: www.nu.nl

*) Vrouwenpodium 2010-2020 is een samenwerkingsverband van de Nederlandse Vrouwen Raad, FNV en de samenwerkingsverbanden van het Landelijk Overleg Minderheden (LOM).

Selectiebeleid van subsidies voor wetenschappelijk onderzoek is ontspoord

Prof. Willem Trommel, hoogleraar beleids- en bestuurswetenschappen aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, heeft hevige kritiek in de Volkskrant op de manier waarop de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) omgaat met het selecteren van aanvragen voor subsidies: “De NWO verdeelt een steeds groter deel van de middelen voor wetenschappelijk onderzoek. Vroeger werden die gelden rechtstreeks naar de universiteiten overgemaakt. Daar werken immers de wetenschappers en daar zouden ze wel het beste weten welke projecten veelbelovend zijn. Nu geloven we dat niet meer en richten we competities in. Inmiddels is dit beleid volledig ontspoord, zoals zoveel beleidsprogramma’s van neoliberale signatuur. Er zijn drie hoofdbezwaren: het is te duur, het is oneerlijk en het stimuleert risicoloze wetenschapsbeoefening.

De helft van de kosten

In 2012 verscheen een knap stuk in het Nederlands Juristenblad van de hand van rechtsfilosoof Wibren van der Burg. In een onberispelijke analyse laat hij weinig heel van de zogenaamde talentenbeurs, een NWO-programma gericht op de selectie van kansrijke promovendi. Zijn conclusie luidt dat faculteiten dezelfde selectiekwaliteit leveren als NWO, maar tegen de helft van de kosten.

Er zijn meer van dat soort studies, ook internationaal. De uitkomsten kunnen nauwelijks verrassen. Het competitiecircus brengt drie forse kostenposten met zich mee. Ten eerste moeten steeds meer wetenschappers een aanzienlijk deel van hun tijd besteden aan het schrijven van lijvige onderzoeksvoorstellen die vervolgens een kans van tussen de 80 en 90 procent lopen om te worden afgewezen. Regelrechte verspilling. Een tweede reden voor de hoge kosten is dat NWO zelf niet gratis is. NWO heeft ruim 2.700 fte’s in dienst, een gebouw, werkkapitaal. Maar toch heeft NWO niet zelf de expertise in huis om het eigenlijke werk te doen. Voor ieder programma worden speciale selectieteams ingevlogen, vaak letterlijk, en ieder voorstel wordt door minstens twee externe beoordelaars van commentaar voorzien. Dit flexibele leger van hoogopgeleide selecteurs is de derde reden voor de hoge kosten”.

Trommel geeft een voorbeeld van ontmoediging van talent:

“Enkele jaren geleden had ik in mijn onderzoeksgroep een regelrecht sociologisch talent, laten we hem Bram noemen, rondlopen. Net uit de collegebanken schreef hij een origineel onderzoeksvoorstel, dat ik met goede moed liet meedingen in de NWO-talentenronde. De afwijzing kwam met argumenten die je nu net niet moet aanvoeren bij de selectie van talenten: de methodologie was nog niet helemaal op orde, en nog zo wat technische punten die voorbij gingen aan de brille van de kandidaat.

Ik mocht een bezwaarschrift indienen, en dacht dat maar eens op onorthodoxe wijze te moeten doen. Ik schreef een verhaal over het jongetje Lionel Messi, die op jeugdige leeftijd in geen enkel opzicht voldeed aan de eisen die aan profvoetballers worden gesteld. Maar in zijn directe omgeving liepen scouts rond die iets heel speciaals meenden te zien. Ik heb Bram dagelijks aan het werk gezien, zijn gedrevenheid geproefd, zijn scherpe geest ondervonden. Maar de commissie liet zich vanachter het bureau niet overtuigen, de subsidie kwam er niet en het leven ging door.
Los van persoonlijk leed – dat viel in dit voorbeeld reuze mee – schaadt deze selectiepraktijk de wetenschap. We zien veelbelovende nieuwkomers over het hoofd en kunnen zittende talenten geen zekerheid bieden. Maar de situatie is ernstiger. De protocollering van het selectieproces leidt ertoe dat voorstellen met een voorspelbaar succes het steeds vaker winnen van de spannende aanvragen”.

Oproep aan minister beleid te wijzigen. Enkele aanbevelingen

Trommel roept de minister op het beleid te wijzigen; “Het is failliet”. Zelf doet hij alvast drie aanbevelingen: “Ten eerste: halveer het NWO-budget en breng de andere helft terug naar de kenners die dagelijks op het veld actief zijn. Ten tweede: vereenvoudig de NWO-procedures. Erken dat tussen de beste voorstellen niet meer op rationele gronden valt te kiezen. Een eerste grove schifting volstaat, de verdere selectie kan via een loting worden gerealiseerd. Dat is goedkoper, eerlijker en het houdt de wetenschappelijke avonturiers binnenboord”.

Lees het hele artikel: ‘Wetenschapsselectie van de NWO is ontmoedigende farce’, door Willem Trommel, de Volkskrant, 6 september 2014: www.volkskrant.nl

Aanbevelingen van Initiatiefgroep van leraren “Samen leren” krijgt steun van Tweede Kamer

Leerlingen in het voorgezet onderwijs krijgen in de toekomst minder vakken. Leraren worden naast het lesgeven met minder taken belast. Zo komt er weer meer tijd en aandacht voor onderwijs. Die suggesties vanuit het onderwijs worden door een meerderheid in de Tweede Kamer gesteund.

Een initiatiefgroep van negen docenten en onderwijsspecialisten heeft een lijst van 11 punten opgesteld.

Ze pleiten onder meer ook voor strengere toelatingseisen tot de lerarenopleidingen. Verder moeten scholen zich minder richten op het toetsen van leerlingen en zich meer inspannen om het onderwijs te verbeteren. Leraren moeten hierin zelf een belangrijke rol gaan spelen.

Sterke beroepsgroep

René Kneyber, een van de initiatiefnemers: “We hebben zelf de sleutel in handen om het onderwijs te verbeteren. Waar vakbonden kiezen voor sterk boe-geroep, kiezen wij voor een sterke beroepsgroep”.

Kneyber: “Het vak leraar moet meer exclusiviteit krijgen. Strengere eisen voor de lerarenopleiding, een aantrekkelijk carrièrepad en meer ruimte en verantwoordelijkheden voor docenten zijn daarvoor noodzakelijk. Waar dat nog niet gebeurt moeten leraren elkaars lessen gaan bezoeken, samen lessen voorbereiden, leerdoelen formuleren met werkgevers en elkaar feedback geven om samen van te leren. Zo wordt een verbetercultuur op scholen tot stand gebracht”.

VVD en PvdA zijn enthousiast over de plannen en zullen met voorstellen komen.

Bron: Minder vakken voortgezet onderwijs, NOS, 5 september 2014: http://nos.nl

Leraren maken het verschil… in politiek Nederland, X, Y of Einstein? http://xyofeinstein.wordpress.com

Kneyber en Evers timmeren flink aan de weg, Beter Onderwijs Nederland (BON), 5 september 2014: www.beteronderwijsnederland.nl

Samen leren: aanbevelingen uit het onderwijs, door initiatiefgroep van negen docenten en onderwijsspecialisten, VOS/ABB, 26 augustus 2014www.vosabb.nl

 

U P D A T E

Wereldverbeteraars, door Monique Marreveld, hoofdredacteur Didactief over het programma Samen Leren: aanbevelingen uit het onderwijs, 11 september 2014: https://didactiefonline.nl

Mijn gedachten bij ‘Samen Leren’, door Dick van der Wateren, 13 september 2014: http://dickvanderwateren.nl

Leraren leren van leraren: Duizend jaar voor de klas

Vijfentwintig leraren uit het basis-, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs die ieder zo’n veertig jaar – en samen dus duizend jaar – voor de klas gestaan hebben staan nu op het punt het stokje door te geven aan opvolgers. Wat hebben zij in die lange tijd geleerd? Hoe hebben zij zich ontwikkeld? En wat kunnen aanstaande, nieuwe of misschien wel álle leraren van hen leren?

Op de website Duizend jaar de klas kunt u een uitvoerig portret lezen van elke leraar en een kort, samenvattend videoportret bekijken. Verder treft u er feedback van collega’s en leerlingen aan, alsmede praktijktips die ze samen voor u geformuleerd hebben. En u kunt, als u dat wilt, met de vijfentwintig leraren in contact treden.

U kunt misschien iets van hen leren. Maar u kunt ook een actieve bijdrage leveren aan deze site door uw commentaar en uw aanvullingen op met name de praktijktips door te geven.

De kwaliteit van het onderwijs staat of valt met de kwaliteit van leraren. En de kwaliteit van leraren wordt misschien ook wel bevorderd als leraren met elkaar hun kennis en kunde uitwisselen. Dat is in ieder geval de leidende gedachte achter Duizend jaar voor de klas.

Ga naar: www.duizendjaarvoordeklas.nl (website bestaat niet meer)

duizend jaar voor de klas

 

 

Over de cultuur van de angst en de rol van het publiek in herstel van de democratie

De Brits-Hongaarse socioloog Frank Furedi verzet zich in een interview met het Belgische tijdschrift Knack tegen de cultuur van de angst die er volgens hem momenteel heerst. Furedi is met emeritaat en was hoogleraar aan de Universiteit van Kent in Canterbury. Hij verwierf wereldfaam met zijn boek Culture of Fear (1997), een verontrustende diagnose van de ziekte die angst heet en die volgens Furedi de westerse maatschappij van binnenuit opvreet.
In een samenvatting van het Knack-interview op de Belgische nieuwssite HLN stelt Furedi dat “het koesteren van het slachtofferschap een van de kenmerken van onze risicoschuwe, door angst geobsedeerde maatschappij is. Helden hebben afgedaan, slachtoffers zijn de nieuwe helden geworden.

Vroeger bouwden mensen hun identiteit op aan de hand van hun verwezenlijkingen, ze waren de stuwende kracht van hun eigen bestaan. Dat is veranderd, de mens is niet langer het subject maar veeleer het object van zijn eigen leven geworden. Niet wat je hebt gedaan, maar wat je hebt ondergaan, bepaalt wie je bent. Iedereen is tegenwoordig slachtoffer”.

Dat we onze toevlucht zoeken bij psychologen, therapeuten en coaches kan bij Furedi op nog minder bijval rekenen: “Opvoedingsdeskundigen, relatietherapeuten, sekstherapeuten, voor elk aspect van je persoonlijke leven is er een expert. In Engeland heb je zelfs life coaches, zelfverklaarde specialisten die de pretentie hebben dat ze je kunnen vertellen hoe je moet leven. De mens wordt niet langer als een wilskrachtig en autonoom individu gezien, maar als een zwakkeling die niet in staat is zich zonder externe hulp staande te houden”.

Maar is angst en gruwel dan niet op zijn plaats? is de vraag, als we kijken naar video’s als die van de onthoofding van James Foley door IS? Furedi: “Natuurlijk is het onthoofden van een onschuldige man afschuwelijk, maar het vormt geen enkele bedreiging voor onze persoonlijke veiligheid. Het is paradoxaal: door zo angstig te reageren, spelen we de vijand in de kaart. We creëren onze eigen monsters. We rollen de rode loper uit voor tegenstanders zoals de IS. Het is perfecte reclame om rekruten te werven onder geradicaliseerde moslimjongeren”.
Er is terrorisme in de wereld en het zal niet vanzelf verdwijnen, aldus Furedi: “Laten we ermee leren omgaan en intussen vastberaden de waarden verdedigen waar onze westerse maatschappij voor staat: vrijheid, tolerantie en democratie”.

Herstel van het democratisch ideaalomslag first world war still no end in sight furedi

In het voorjaar van 2014 woonde Furedi een conferentie bij die ging over maatschappelijke protesten en weerstand bieden, onderdeel van een serie over leiderschap en openbare orde, georganiseerd door de Universiteit van Oxford en de Universiteit van Science and Technology van Hongkong. Hij sprak daar over “het therapeutische moment in de politiek”. Op de vraag van interviewer Mischa Moselle van de South China Morning Post wat dat voor moment is, antwoordde Furedi: “Het protest van de afgelopen vijftien jaar betreft het individu. Mensen raken gevoelsmatig betrokken. Ze nemen ‘selfies’ tijdens de demonstraties omdat het allemaal om ‘mij ‘ gaat, en niet om de zaak. Mensen zijn losgeraakt van politieke aangelegenheden, ze hebben geen politieke of ideologische doelen”.

In uw nieuwe boek First World War: Still no end in sight schrijft u dat de huidige politiek een voortzetting is van de problemen die in die Eerste Wereldoorlog zijn ontstaan.

“De erfenis van de Eerste Wereldoorlog is dat deze niet de zelf veroorzaakte problemen heeft opgelost. Wat die oorlog de huidige tijd heeft nagelaten, de uitkomst van die oorlog, is het culturele oorlogvoeren, onze debatten over levensstijl en identiteit. De oorlog was een crisis van elites die hun wereldbeeld op zijn kop zette. Het geloof in een liberale democratie en het fundament van wat ik noem de normatieve waarden die ons bepalen werden vernietigd. Na de oorlog wist de twintigste eeuw geen echte betekenis te geven aan de democratie en bleek ze niet in staat de democratie te beschermen tegen autoritaire invloeden. De Tweede Wereldoorlog herstelde de democratie, maar het was een gekunsteld herstel: de democratie werd heringericht op een technocratische en procedurele manier. Echte democratie heeft instemming van de bevolking nodig en behoort de basis te zijn van publieke afspraken. De Europese Unie isoleert ons van de democratie. De Duitse Grondwet besteedt politieke macht uit aan de rechtbanken. In Groot-Brittannie is de rol van de rechterlijke macht inzake wetten maken even belangrijk geworden als de rol van de wetgevende macht.

Hoe kan het publiek een rol van betekenis spelen of opnieuw spelen in de democratie?

Er zijn twee manieren voor het maken van wetten en de inrichting van de samenleving. De eerste is steunen op wetenschappers en experts met als gevolg dat het publiek de onderwerpen niet begrijpt. Je reduceert de deelname van het publiek tot rituele verkiezingen… [en] laat een hoog opgeleide elite de beslissingen nemen. Zoals gebeurt met het debat over de klimaatverandering. We vertrouwen blijkbaar alleen op wetenschappers, technocraten en niet-gouvermentele organisaties als het gaat om wat toekomstige generaties nodig hebben.
We kunnen ook vormgeven aan de politieke orde en ruimte maken voor de soevereiniteit van de bevolking in de eigen samenleving met als doel herstel van het democratisch ideaal.
We kunnen streven naar het ideaalbeeld van burgers die in staat zijn tot publieke dialoog en debat en die afwijkende meningen kunnen verdragen. Dat is belangrijk, niet alleen om formeel voor democratie op te komen, maar om te debatteren over wat mensen willen, hoe ze willen dat de wereld eruit komt te zien en om manieren te vinden om ideeën te uiten”.

Politiek gezag

omslag authority a sociological history furediFuredi doet als als sociaal-theoreticus onderzoek naar de politieke geschiedenis. Via studie van de veranderingen in het verleden krijgt hij inzicht in de protestbewegingen van deze tijd, zoals Occupy. Hij zegt dat hij meestal aan drie of vier boeken tegelijk bezig is: “Ik schrijf altijd over hetzelfde, mijn onderwerpen hebben allemaal met elkaar te maken. Vorig jaar publiceerde ik het boek Authority – A sociological history waaraan ik zeven jaar heb gewerkt en dat gaat over de opkomst van politiek gezag in het oude Griekenland en Rome. Toen ik bezig was met het hoofdstuk over Augustus en het interbellum, hoe Mussolini Rome gebruikte om zich te rechtvaardigen, realiseerde ik me dat ik altijd weer terugkwam op de Eerste Wereldoorlog. Het idee voor het boek ontstond toen ik voor televisie werd geïnterviewd over angst. De interviewer vroeg me of ik het eigenlijk niet had over gezag, aangezien angst een gebrek aan gezag is. Ik vond dat hij gelijk had, dus daarna ben ik begonnen aan een boek over gezag”.

Het boek Paranoid parenting uit 2001 deed veel stof opwaaien, vooral in de V.S. Het paranoïde gedrag van ouders over de veiligheid van hun kinderen was volgens hem een zware belasting voor jonge mensen die nooit een risico mochten nemen. Ook voor de ouders was zo’n houding een belasting, ze moesten constant opletten. Volgens Furedi is de situatie nog erger geworden: “Ik ga al jaren met mijn zoon mee naar voetballen, maar ik heb geen foto’s van hem als hij aan het voetballen is of een doelpunt maakt. Je moet namelijk aan elke ouder toestemming vragen voor een foto, wat praktisch onmogelijk is.Toen het boek was gepubliceerd, gaf ik een voorbeeld van het hoofd van een school in Schotland die ouders verbood hun kinderen te filmen tijdens het Kerstspel. Mensen dachten dat het hier om een eccentriek schoolhoofd ging, maar het is nu de norm geworden. Het beeld van een kind is een kwalijk en gevaarlijk fenomeen geworden. Grootmoeders werd de toegang tot het zwembad geweigerd omdat ze foto’s namen van hun kleinkinderen. Hoewel ik afgebrand werd – en dat gebeurt nog steeds – werd dit boek een bestseller. Mensen vinden het misschien niet fijn wat ik zeg, maar ze weten dat er iets niet klopt van wat hun verteld wordt over ouderschap”.

Hoe angst onze maatschappij bepaalt: “Slachtoffers zijn de nieuwe helden”, Nieuwssite HLN, 31 augustus 2014: www.hln.be

Socioloog Frank Furedi: ‘Klimaatheisa is een uiting van misantropie’, website KNACK, 27 augustus 2014: www.knack.be

Sociologist wades into Occupy movement and other issues, door Mischa Moselle, South China Morning Post, 1 juni 2014: www.scmp.com

‘Wij creëren onze eigen monsters’ – Leven in angst. Frank Furedi en de sociologie van de jihadi, interview door Erik Raspoet, Knack, 27 augustus 2014: https://docplayer.nl/amp/13425622-Wij-creeren-onze-eigen-monsters.html

Website Frank Furedi: www.frankfuredi.com