Skip to main content

Redactie Beroepseer

Bureaucratie in jeugdhulp neemt toe. Het is tijd voor vertrouwen in goed geschoolde professionals

Volgens Peter Dijkshoorn, jeugdpsychiater en bestuurder van Accare, een gespecialiseerde instelling voor algemene en universitaire kinder- en jeugdpsychiatrie, zien we in de transitie van de jeugdzorg ondanks de doelstellingen juist meer bureaucratie ontstaan.
In een blog schrijft hij dat hij van een hoogleraar eens hoorde “dat bureaucratie een van de mooiste uitvindingen van de mensheid is. Het is een efficiënt systeem waarin we zaken gelijkwaardig en gestroomlijnd kunnen organiseren. ‘Maar’, zei hij erbij, ‘het gaat vaak mis. Mensen denken dat met regels alles maakbaar is en maken in de loop van de tijd steeds meer regels. Dan ontstaat er verwarring, die men probeert op te lossen met nog meer regels. Dat noemen we bureaucratisme’.

In de jeugdhulp zien we hier nu een voorbeeld van. Het ontstaat sneller dan we misschien ooit met een maatschappelijk systeem gezien hebben. Iedereen ervaart het, van ouders en wijkteammedewerkers tot en met de staatssecretaris. Kan dit de aanzet zijn tot een volgende stap?

Schotten en onduidelijkheden
Twee belangrijke gedachten achter de Jeugdwet zijn dat er minder schotten in de zorg moeten zijn en dat de professional meer vrijheid van handelen moet hebben. Inmiddels heeft de hoogleraar geschiedenis echter gelijk gekregen. Vanuit een hervormingswens en zorg over controle creëren we een gevarieerd systeem (nog in transitie) met meer schotten en onduidelijkheden dan eerder en met minder ruimte voor de professional. Bijvoorbeeld:

  • We hebben mooie hbo-opleidingen, wo-opleidingen en vervolgopleidingen met veel registraties die geregeld opnieuw behaald moeten worden om kwaliteit te garanderen. Nu plaatsen we daarbij nog beschikkingsorganen, indicatieorganen en/of expertteams, die het handelen van die hoogopgeleide zorgprofessionals moeten controleren.
  • We vinden dat te veel kinderen diagnoses krijgen; we laten die diagnoses echter op veel meer plaatsen dan voorheen de financiering bepalen.
  • We weten dat mishandeling nooit helemaal uit te bannen is, maar tegelijk willen we nooit meer meemaken dat kinderen, ondanks een zorgsysteem, slachtoffer blijven van ernstige mishandeling. Daarom hebben we een meldsysteem gecreëerd dat afhankelijk van de gemeente iets meer of minder uitgebreid en strak is. Dit terwijl bekend is dat als je de verantwoordelijkheid vooral bij het formele systeem legt de individu zijn verantwoordelijkheid steeds minder neemt. En eigen verantwoordelijkheid was nu juist een van de doelen van de transitie.
  • Een regio bepaalde dat het zorgbudget een extra procent moest krimpen, omdat er meer geld nodig was vanwege de complexiteit van het nieuwe apparaat. Moeten we dat een ‘perverse prikkel in het systeem’ noemen, maar nu aan de financierskant?”

Aan het slot van zijn blog doet Dijkshoorn een voorstel aan gemeenten, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), zorgaanbieders en branches: in gesprek gaan over de te nemen stap na deze toenemende bureaucratie om te komen tot een optimale zorg. Hij stelt o.m. de vraag: Kunnen we leren leven met onzekerheid en leren vertrouwen op hoogwaardig geschoolde professionals?

Lees de hele blog van Peter Dijkshoorn: Jeugdwet: via bureaucratisme naar top jeugdhulp? Kennisnet Jeugd, 6 maart 2015: http://kennisnetjeugd.nl. Lees ook de reacties! (blog niet meer beschikbaar. Site Kennisnet jeugd is opgeheven).

Wat heeft ons werk nog met geneeskunde te maken? vraagt psychiater Menno Oosterhoff

Er zijn langzamerhand zoveel structuren en systemen in onze maatschappij, dat er voor de inhoud nauwelijks plek over is. Lees het verhaal van psychiater Menno Oosterhoff over hoe hij besloot niet in te gaan op een uitnodiging voor een bijeenkomst over “de roadshow over de WAT-stap in het proces autorisatie”.
“Ik kon het niet opbrengen”, schrijft hij, “zeker niet toen ik de toelichting las: ‘Deze bijeenkomst is het logische vervolg op de uitrol van de WIE-stap die inmiddels volgens het implementatieplan gefaseerd heeft plaatsgevonden.’ Was getekend: de security officer.
Ik ken het implementatieplan niet, maar ik durf er gif op in te nemen dat er nog een derde stap zit aan te komen: de WANNEER-stap, of de HOE-stap. Ik wil het allemaal niet meer weten”.
Oosterhoff schrijft verder dat hij het dubbelleven dat hij leidt niet langer kan volhouden: “Tegenover mijn kinderen en de buitenwereld doe ik voorkomen dat ik mensen behandel. Stel je voor dat ze erachter komen hoe het echt zit”.

Oosterhoff besteedt zijn dag nog maar weinig aan mensen proberen beter te maken: “Ik vertel het ze niet als ik een hele dag kwijt ben aan een verplichte kwaliteitsvisitatie, nog los van alle voorbereiding. Ik zeg ook niet: vandaag heb ik een training gehad voor een audit.
Ze zouden denken dat ik een nieuwe behandeling hebt geleerd. ‘Bij welke problemen helpt audit dan?’ Wat zou het antwoord hen teleurstellen! Nou, eigenlijk is een audit een soort examen voor je instelling. Of die aan allemaal regels voldoet. En daarvoor moet ik een training volgen, zodat ik niet per ongeluk de verkeerde dingen zeg. Want dan krijgen we geen sticker.

Ik vertel ze niet over de eindeloze bijeenkomsten om zorgpaden te beschrijven en de discussie over wat precies een zorgmodule is en het verschil tussen een zorgprogramma en een zorgpad en dat na deze productiefase een implementatiefase gaat volgen en dat de zorg er alleen maar ingewikkelder van wordt.
Ik vertel ze niet over al die vergaderingen, die zelden over een behandelinhoudelijk onderwerp gaan, maar altijd over vorm en controle en meten en cijfers, die met werkelijke kwaliteit niks te maken hebben (prestatie-indicatoren).
Ik wil niet dat ze weten dat collega’s bij mij aankloppen, niet om mijn mening te vragen over een ingewikkelde patiënt, maar omdat ik veel weet van eisen die elke verzekering stelt aan de formele aspecten van een verwijzing.

Ik vind hen te jong om te weten, dat er zoveel vorm gekomen is dat er voor de inhoud nauwelijks plek over is.
Ik wil niet, dat ze weten dat als ik nog wel een patiënt behandel, meer dan de helft van de tijd opgaat aan onzinnige administratie, lijstjes afvinken, checklijstjes doorlopen, of onnodige vragenlijsten afnemen.
Ik wil niet dat ze weten dat ik om de gedeclareerde tijd te verantwoorden, geacht word in het patiëntendossier vanzelfsprekendheden op te schrijven, zoals ‘dossier gelezen, gebeld maar geen gehoor, brief gedicteerd’.”

Lees de hele blog Wat heeft de WAT-stap met geneeskunde te maken? door Menno Oosterhoff, Medisch Contact, 10 maart 2015: www.medischcontact.nl

Huisartsen publiceren manifest ‘Het roer moet om’. Er moet een eind komen aan de ‘geëxplodeerde zorgbureaucratie’

Een groep huisartsen heeft onder het motto ‘Het roer moet om!’ een manifest geformuleerd, waarin ze eisen dat politiek en verzekeraars een andere koers varen. Ze vragen om werkelijke samenwerking, op basis van vertrouwen en gelijkwaardigheid. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) steunt het pleidooi van deze huisartsen.

Het manifest wordt in de avond van 11 maart 2015 gepubliceerd op www.hetroermoetom.nu om door huisartsen en sympathisanten ondertekend te kunnen worden.

De huisartsen spijkeren vanavond om vijf voor twaalf het manifest met eisen aan de voordeur van het ministerie van Volksgezondheid, bij zorgverzekeraars en bij Zorgverzekeraars Nederland. De huisartsen zeggen namens honderden collega’s in hun regio’s de noodklok te luiden ‘over de geëxplodeerde zorgbureaucratie, over een bejegening door de zorgverzekeraars gebaseerd op wantrouwen en op de wettelijk opgelegde onmacht tegenover de vier grote verzekeraars’.

Volgens het manifest varen de politiek en zorgverzekeraars een verkeerde koers, waardoor de cruciale rol van de huisarts in de eerstelijnszorg in gevaar komt. De bezorgde huisartsen eisen nu dat politiek en verzekeraars het roer omgooien: huisartsen moeten in staat gesteld worden op gelijkwaardige wijze onderhandelingen met zorgverzekeraars aan te gaan. En samenwerking moet primair gebaseerd zijn op vertrouwen in hun medische deskundigheid.

Ella Kalsbeek, voorzitter van de LHV: “De LHV begrijpt deze spontane actie van bezorgde huisartsen heel goed en ondersteunt hun pleidooi. Wij delen hun zorgen, ook wij vinden dat het anders moet. Regionale samenwerking en afspraken tussen zorgverzekeraars en huisartsen moeten mogelijk zijn, evenals meerjarige contracten. Daarvoor is niet alleen de medewerking van zorgverzekeraars nodig. De politiek lijkt zich gelukkig al te realiseren dat wet- en regelgeving wellicht aangepast moet worden”.

Bezorgde huisartsen publiceren manifest, Landelijke Huisartsen Vereniging LHV, 11 maart 2015: https://www.lhv.nl/actueel/nieuws/bezorgde-huisartsen-publiceren-manifest (Niet meer beschikbaar)

Huisartsen spijkeren manifest op ministerie VWS, NOS Nieuws, 11 maart 2015: http://nos.nl

www.hetroermoetom.nu

U P D A T E
Kamerbrief over manifest huisartsen, 20 maart 2015.
Minister Schippers (VWS) reageert op het manifest waarin een groep huisartsen eisen stelt aan politiek en verzekeraars: www.rijksoverheid.nl (Brief niet meer beschikbaar op site Rijksoverheid).
Zie site Beroepseer: https://beroepseer.nl

Vakmanschap en professionaliteit als emancipatorische waarden voor de vakbeweging

saskia boumansIn het prachtig gerestaureerde, door Berlage ontworpen monumentale gebouw De Burcht in Amsterdam vertelt Saskia Boumans over haar onderzoek naar vakmanschap en professionaliteit voor de vakbeweging. In het verleden was hier het hoofdkantoor van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond gevestigd. Hun ‘arbeiderspaleis’, dat symbool stond voor de trotse arbeider en de kwaliteit van zijn werk, straalt culturele rijkdom uit.

Momenteel zetelt in het gebouw het Wetenschappelijk Bureau voor de vakbeweging (WB), een onafhankelijk instituut dat tot doel heeft onderzoek te verrichten naar vraagstukken die voor de vakbeweging van strategische betekenis zijn.

Boumans vroeg zich af of de vakbeweging niet teveel een verdedigingsveste is geworden? Om een antwoord op die vraag te vinden heeft ze onderzocht of vakmanschap en professionaliteit opnieuw emancipatorische waarde kunnen krijgen voor de vakbeweging. Wat dan opvalt is dat beide begrippen meestal worden gebruikt om de doelstellingen van een bedrijf te realiseren. Een goed voorbeeld hiervan is Divosa, een vereniging van managers van sociale diensten. Een paar jaar geleden zetten zij vakmanschap centraal in de organisatie en dan wel in de betekenis van een permanent streven naar kwaliteitsverbetering. Maar, de motivatie van dit vakmanschapsprogramma zijn bezuinigingen en reorganisaties.
Het natuurlijke streven dat mensen in zich hebben naar goed werk, hun intrinsieke motivatie, wordt hier dus vooral gebruikt om de werkdruk in de praktijk te verhogen.

Kan de vakbond dan helemaal niets meer met vakmanschap nu het zo’n vervormd begrip is geworden? Volgens Boumans wel. Er zijn twee manieren:

1.Definieer samen met de leden en de werkers wat goed werk is. Dat kan namelijk nogal verschillen met het idee dat een werkgever of een organisatie heeft over goed werk.
2. Kijk waar je machtsbronnen liggen. Bij de leden natuurlijk, maar ook bij kennis, want professionaliteit en vakmanschap zijn toch vooral een bundeling van praktische kennis.

Het Wetenschappelijk bureau voor de Vakbeweging – Saskia Boumans

Bepalingen in nieuw wetsvoorstel komen neer op stilletjes afschaffen van het medisch beroepsgeheim

De Stichting KDVP – koepel van DBC-vrije praktijken*) – roept de beroepsorganisaties Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en de Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen (LVVP) op actie te ondernemen tegen een aantal bepalingen van een nieuw wetsvoorstel waarover de Eerste Kamer zich momenteel buigt. Het voorstel ‘Cliëntenrechten bij de elektronische verwerking van gegevens’ bevat bepalingen met fatale gevolgen voor het medisch beroepsgeheim en de privacy van cliënten en patiënten. De in het wetsvoorstel opgenomen bepalingen komen namelijk neer op het ongemerkt en in alle stilte afschaffen van het medisch beroepsgeheim. Via dit wetsvoorstel probeert de minister van VWS eerdere uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), die mede gebaseerd zijn op het Europees verdrag van de Rechten van de Mens, ongedaan te maken.

De Eerste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft op 3 maart 2015 in een vergadering vragen gesteld aan de regering, en opmerkingen geplaatst over de bepalingen. Een Memorie van antwoord wordt uiterlijk vrijdag 27 maart 2015 verwacht.

De Eerste Kamercommissie is van plan op 13 april 2015 een deskundigenbijeenkomst te houden over dit wetsvoorstel en over de stand van zaken rond de zorginfrastructuur.

Info over de bijeenkomst van deskundigen op maandag 13 april 2015 om 17.00 uur over Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens: https://www.eerstekamer.nl/commissievergadering/20150413#p1

Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens, Eerste Kamer dossier: http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/33509_clientenrechten_bij#p1

Onrechtmatige praktijken van zorgverzekeraars bij materiële controles
*) Lees het laatste nieuws op de site van de KDVP. Daarop ook nieuws over de onjuiste informatie die de NIP en de LVVP verstrekken inzake de materiële controleprocedures door zorgverzekeraars. Op dit moment is de verwerking van medische gegevens door zorgverzekeraars niet alleen waar het materiële controles betreft onrechtmatig. Ook de algehele verwerking van medische data is onrechtmatig aangezien zorgverzekeraars bewust hebben nagelaten om huidige, niet legitieme procedures voor verwerking en gebruik van medische gegevens – zoals beschreven in de Gedragscode Zorgverzekeraars – aan te passen aan wet, verdrag en rechterlijke uitspraken.

De KDVP heeft een informatieve brief opgesteld, waarin bij de beroepsorganisaties aandacht wordt gevraagd voor de belangrijkste actuele problemen met betrekking tot informatieverwerking in de GGZ in de hoop zo te voorkomen dat psychotherapeuten en cliënten de dupe kunnen worden van onrechtmatige praktijken van zorgverzekeraars. De brief met bijlagen is te downloaden op de site van de KDVP.

www.kdvp.nl

U P D A T E

Lees ook het artikel Zorgverzekeraars schenden privacy van GGZ-patiënten, Banning Advocaten, 26 maart 2015: www.banning.nl

Tijd voor discussie over verantwoording afleggen bij de nieuwe taakverdeling in de ‘selfiedemocratie’

Kirsten Veldhuijzen, senior-adviseur bij de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) en de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv), heeft een artikel geschreven over verantwoording afleggen in wat de ‘selfiedemocratie’ wordt genoemd. Co-auteur is prof. mr. Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft en directeur Nieuwe Markten BPD (Bouwfonds). Titel: Zonder andere verantwoording mislukt de Selfiedemocratie.

De politiek wil meer overlaten aan initiatieven van burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen of samen met hen co-produceren. Deze ‘selfiedemocratie’ loopt echter op een mislukking uit als gemeenteraden hun wethouders zo ter verantwoording roepen als zij nu doen.

Lees Zonder andere verantwoording mislukt de Selfiedemocratie, door Kirsten Veldhuijzen MSc en prof. mr. Friso de Zeeuw, 25 februari 2015 verder op de site van Gebiedsontwikkeling: www.gebiedsontwikkeling.nu/artikelen/zonder-andere-verantwoording-mislukt-de-selfiedemocratie/

Zie ook: Democratische legitimiteit van samenwerkingsverbanden, Raad voor het openbaar bestuur, 19 januari 2015: https://www.raadopenbaarbestuur.nl

Open brief met krachtig protest van huisartsen aan college van B&W gemeente Oss over thuiszorg

Huisarts Geert-Jan van Holten schreef namens alle huisartsen in Oss een open brief aan het College van Burgemeesters & Wethouders van de gemeente Oss, waar een vijftigtal ontslagen huishoudhulpen en vakbondsmensen van FNV Zorg & Welzijn de vergaderkamer bezet hielden van donderdagmiddag 26 februari tot zaterdagmiddag 28 februari 2015. De actievoerders waren boos over het faillissement van de huishoudhulporganisatie Pantein-Vivent begin januari en ontevreden met het huidige reilen en zeilen van de thuiszorg. Pantein-Vivent had 1.800 werknemers en 6.100 klanten.

Open brief

Geacht College,

Kort geleden is een zaal in uw gemeentehuis bezet geweest door een aantal thuiszorgmedewerkers. De bezetting haalde terecht de landelijke pers.
Het feit dat deze dienstbare, zichzelf vaak wegcijferende ruggengraat van de thuiszorg overgaat tot dit soort acties moet bij u als beleidsmakers de alarmbellen doen rinkelen.

Wat is er aan de hand?
Wij huisartsen merken dagelijks hoe belangrijk de thuishulp is die regelmatig bij onze patiënten over de vloer komt. De thuishulp is onze vinger aan de pols. Een vooruitgeschoven post die aan de bel trekt als dingen niet kloppen.
Niet alle 85-plussers beseffen dat zoiets simpels als diarree snel tot uitdroging kan leiden. De thuishulp zorgt dat de dokter gebeld wordt.
Het is de thuishulp die ziet dat de kliekjes van de maaltijdservice in de koelkast staan. Haar waarschuwing zorgt dat wij begrijpen waarom die meneer zo afvalt.
Eenzaamheid is een groot en onderbelicht probleem bij ouderen. Er zijn legio kalenders waar uitsluitend de bezoeken van de huisarts, eens in de twee maanden, genoteerd staan.
Niet genoteerd staat het wekelijkse vaste gezicht van de thuishulp. Niet alleen voor het huishoudelijke werk, maar ook voor het praatje. Dat o zo belangrijke praatje dat in het moderne rendementsdenken op geen enkele manier gewaardeerd wordt.

Sinds de gemeentes in 2007 verantwoordelijk werden voor het inkopen van thuishulp is het budget (in 2014 1,2 miljard euro) voor inflatie gecorrigeerd gelijk gebleven. Het aantal mensen dat in aanmerking komt voor thuishulp is in dezelfde periode verdubbeld.
In 2015 wordt het budget voor thuishulp met 30% verlaagd. Dat kan niet!

Organisaties die de kwaliteit willen handhaven en hun personeel eerlijk willen belonen gaan hierdoor failliet.
In de vrije markt blijven organisaties over die goedkoper en minder gekwalificeerd personeel in dienst hebben. Hen wordt expliciet verboden te signaleren. Voor een kopje koffie en een praatje is geen tijd meer.
Bovendien worden de flexwerkers zogenaamd efficiënt ingezet.
Dat betekent voor de cliënt wekelijks wisselende gezichten en voor de thuishulp nieuwe stijl onbekende cliënten. Geleidelijke achteruitgang van een cliënt wordt zo niet meer gesignaleerd.

In de zorg moet je samenwerken. Zeker nu steeds meer oudere mensen met steeds meer mankementen thuis blijven wonen. De beroemde mantelzorger is lang niet altijd aanwezig.
Een goede thuishulp is meer dan een poets. Ze is voor veel kwetsbare ouderen de belangrijkste hulpverlener en voor andere hulpverleners een belangrijke bron van informatie.

De Osse huisartsen, verenigd in de Osse huisartsenkring, hebben zich in hun vergadering van 3 maart unaniem solidair verklaard met de bezettingsactie van de thuishulpmedewerkers.

Als geen ander begrijpen wij dat het belangrijk is om de gezondheidszorg betaalbaar te houden. Maar verder bezuinigen op de thuishulp gaat ten koste van de kwaliteit van zorg en daar trekken wij de streep. De groep die de dupe wordt is kwetsbaar en een stuk minder mondig dan de minister beoogt.
Wij verwachten van u een krachtig protest richting de landelijke beleidsmakers en een creatieve oplossing voor de door de thuishulp gesignaleerde problemen.

Namens alle huisartsen in Oss en omgeving,

Geert-Jan van Holten, huisarts
Voorzitter Osse Huisartsenkring

Niet zomaar een Poets!, door Geert-Jan van Holten, Doktweet’s Blog, 6 maart 2015: http://doktweet.blogspot.nl

De sociale vooruitgangsindex laat ons op een geheel nieuwe manier naar de wereld kijken

michael green social progress indexHet bruto binnenlands product (bbp) heeft ons leven gedefinieerd en gevormd in de afgelopen tachtig jaar. De term werd geïntroduceerd door de Amerikaanse econoom Simon Kuznets en werd al gauw de maatstaf van economische vooruitgang van een land. Als norm van onze levensstandaard, kreeg het bbp als het ware de status van een soort stenen tafelen. Maar, het bbp wordt steeds minder bruikbaar als leidraad voor onze ontwikkeling. Onze maatschappij heeft behoefte aan een effectievere meetmethode om in de behoeften van de 21ste eeuw te voorzien: de sociale vooruitgangsindex (Social Progress Index).

De Engelse sociale vooruitgangsdeskundige Michael Green vertelt hoe dit hulpmiddel de maatschappij kan meten op grond van drie criteria. Bij toepassing krijgen we een compleet andere uitkomst in rangorde van landen. Het land met de hoogste score in sociale vooruitgang is Nieuw-Zeeland en net boven Brazilië staat een supermacht in sociale vooruitgang: Costa Rica.

De sociale vooruitgangsindex is gebaseerd op echte dingen die ertoe doen voor echte mensen. Heb ik genoeg te eten? Kan ik lezen en schrijven? Ben ik veilig? Heb ik rechten? Leef ik in een maatschappij waar ik niet gediscrimineerd word? Is mijn toekomst en die van mijn kinderen beschermd tegen een verwoest milieu? Allemaal vragen over welzijn die het bbp niet beantwoordt en niet kan beantwoorden.

Aan het slot van zijn lezing vraagt Green zijn toehoorders zich voor te stellen hoe het zou zijn als de sociale vooruitgangsindex werd toegepast. Stel je voor dat we konden meten wat non-profit- en liefdadigheidsinstellingen, vrijwilligers, maatschappelijke organisaties werkelijk bijdragen aan onze maatschappij. Stel je voor dat bedrijven niet alleen concurreerden op hun economische bijdrage, maar op hun bijdrage aan sociale vooruitgang. Stel je voor dat we politici konden afrekenen op het werkelijk verbeteren van het leven van mensen. Stel je voor dat we konden samenwerken – overheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties – ervoor zorgen dat deze eeuw de eeuw van de sociale vooruitgang wordt.

Duur video: 14 min., met Nederlandse ondertiteling en vertaald transcript van Roel Verbunt.

Nu ook in Nederland start van een netwerk voor pluralistisch economisch onderwijs

netwerk pluralistisch economisch onderwijsHet Netwerk voor Pluralistisch Economisch Onderwijs heeft begin maart 2015 in een brief een oproep gedaan “Aan de economiestudent met de Grote Gedachten”, aan hen dus die economie zijn gaan studeren om de wereld beter te begrijpen, maar teleurgesteld zijn door hun opleiding. Aan degenen die hoopten verder te komen dan modelmatige theorieën over optimale allocatie en deze modellen graag in de maatschappelijke context zouden willen bespreken en begrijpen. Aan degenen die zich afvragen waarom ze ook weer economie zijn gaan studeren, en niet gewoon wiskunde, als het toch allemaal op formules neerkomt. Aan degenen die een grote diversiteit aan ideeën vermoedden, en teleurgesteld zijn door de homogeniteit van denken in hun opleiding en het gebrek aan debat.

Met deze oproep sluiten nu ook Nederlandse studenten zich aan bij de internationale protestbeweging van economiestudenten, de International Student Initiative for Pluralism in Economics die, begonnen in 2012 aan de universiteit van Tübingen in Duitsland, zich sinds 2013 vanuit Londen in rap tempo heeft verspreid in dertig landen.

In de brief staat dat er ook in Nederland een platform moet komen om uiting te geven aan kritiek op het economische onderwijs en aandacht voor een concrete verrijking van het economieonderwijs.

Op 9 april 2015 wordt de eerste bijeenkomst van het netwerk georganiseerd in Utrecht. Daarin komen sprekers aan het woord die vertellen wat de verenigingen, waarvan er nu 65 bestaan, in andere landen doen. Ook komt een beknopt en breder curriculum ter sprake. Deze bijeenkomst is voornamelijk bedoeld om een netwerk op te zetten, actiemodellen met elkaar te delen, contacten te leggen, inspiratie op te doen en concrete plannen te maken.

Klik hier voor lezen van de oproep en aanmelden bijeenkomst Netwerk Pluralistisch Economisch Onderwijs in Utrecht in april 2015: https://npeo.wordpress.com/

U P D A T E

Na de eerste landelijke bijeenkomst in april 2015 veranderde de beweging de naam in: SIREN –  Student Initiative for Rethinking Economics in the Netherlands. Er kwam ook een nieuwe website: www.sirenforpluralism.nl/ (Deze website is inmiddels weer opgeheven)

Open brief van internationale protestbeweging economiestudenten, Blogs Beroepseer, 27 mei 2014: https://beroepseer.nl

brief aan de economiestudent met de grote gedachten