Skip to main content

Redactie Beroepseer

Zorgverzekeraars bemoeien zich steeds vaker met de inhoud van de zorg, maar zonder enige deskundigheid

Psychiater Bram Bakker vindt dat zorgverzekeraars zich veel te vaak zonder enige inhoudelijk deskundigheid met de inhoud van zorg bemoeien. Dat moet ophouden. In zijn blog op Joop.nl Opinies schrijft hij dat “zelfs minister Schippers zich onlangs openlijk afvroeg of de zorgverzekeraars niet te veel macht hebben. Ik zal u het antwoord verklappen, voor zover u nog niet begreep dat het om een retorische vraag gaat: de zorgverzekeraars hebben heel veel te veel macht.

Ze werken niet enkel met de officiële regels, ze voegen er domweg hun eigen eisen aan toe. Op mijn werkplek, een gecertificeerde GGZ-instelling, die alles keurig volgens de wettelijke regels uitvoert, krijgen we met steeds meer belachelijke eisen te maken. Terwijl we aantoonbaar bovengemiddeld scoren in zowel de uitkomsten van onze behandelingen als de klanttevredenheid.

Geen vergoeding

Zo moeten we van tevoren toestemming vragen bij bepaalde zorgverzekeraars om een behandeling te mogen starten, anders krijgen we naderhand niet betaald. We zijn namelijk maar klein, en krijgen daarom geen zorgcontracten aangeboden. Dus financieren we alle behandelingen zelf voor, om ze pas achteraf te declareren. Dat heet restitutie en is wettelijk nog altijd mogelijk, en gangbaar. Maar steeds vaker krijgen we achteraf te horen dat er geen vergoeding zal plaatsvinden, omdat men vindt dat we iets niet goed hebben gedaan. Als het om ontevreden klanten of totaal mislukte behandelingen zou gaan kan ik me daar nog iets bij voorstellen, maar hier gaat het zonder uitzondering om bijzaken, die los staan van de uitkomst van de behandeling. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van een fysiotherapeut, voor bijvoorbeeld running-therapie als onderdeel van een depressiebehandeling (dat leidt volgens recent Scandinavisch onderzoek tot significant betere uitkomsten). Ongebruikelijk in veel GGZ-instellingen, maar het mag, en onze klanten waarderen het bijna altijd enorm.

Dieptepunt

Het dieptepunt werd wat mij bereikt toen we een doortimmerd plan indienden om iemand liefst 3000 minuten zorg te gaan bieden. Zonder enig argument, laat staan een toelichting, kregen we toestemming voor een behandeling van 1800 minuten

Lees de hele blog van Bram Bakker, Verzekeraars, blijf van onze zorg af!, Joop.nl Opinies, 26 juni 2015: www.joop.nl

Blog van Anke Wauters: Het onbewaakte moment

Anke Wauters (25) uit België is studente journalistiek. Ze schrijft over alles wat haar gelukkig en ongelukking maakt in haar blog Anke schrijft het neer. In haar  verhaal Het onbewaakte moment becommentarieert ze de angstcultuur waarin ze is opgegroeid, over altijd op je hoede zijn en waakzaam zijn:

“Twintig jaar geleden verdwenen twee meisjes. Twintig jaar geleden werd alles plots onveilig. Er komen regeltjes. We mogen niet meer met vreemden spreken, alleen op pad is verboden, witte bestelwagens zijn altijd verdacht, en zeker voor het donker thuis. Twintig jaar geleden was ik zelf nog een kind: vijf jaar, mij van geen kwaad bewust. De boze wolf was toen nog gewoon een wolf, geen mens van vlees en bloed met slechte bedoelingen.

Ik werd ouder. En ik speelde nog altijd buiten. De beelden op televisie waren vaag, maar ze waren er wel: twee meisjes, nog meer meisjes, een verborgen kruipkamertje achter een kast. Mijn ouders die huilden voor het televisiescherm toen hun kleine lijfjes uit het huis werden gehaald. Ze rilden. Mijn ouders ook. De mensen spuwden hun helderwit gal. Een nooit geziene massa golfde traag door de hoofdstad. Ingetogen woede die alles veranderde. Omdat het moest. Omdat het nodig was. Omdat we daar veel te lang niet bij stil hadden gestaan. Omdat twintig jaar geleden twee meisjes zomaar konden verdwijnen. En omdat we ze niet vonden. Niet op tijd.

Ik was nog een kind toen. Het zijn allemaal heel troebele herinneringen. Het is een verhaal dat tijdens mijn jeugd altijd op de achtergrond verteld werd, een verhaal waar niemand lang en gelukkig leefde op het einde. Ik hoorde het in flarden – ‘Het is toch zo verschrikkelijk’ – en ging dan verder spelen. Ik snapte niet goed hoe erg het was, en waarom. Ik had een vriendinnetje dat als de dood was voor hem, de boze wolf van vlees en bloed. Toen hij even ontsnapte zag ze hem achter elke vreemd vervormde boom en elke scherpe straathoek. Ik vond het grappig, ik joeg haar graag de stuipen op het lijf: “Pas op, daar is hij, op vrije voeten!

De kranten brachten uiteindelijk het verlossende nieuws: de boswachter had hem kunnen strikken, de wolf zat weer achter slot en grendel. En we lachten eens omdat mijn vriendinnetje zo’n ongelooflijk schijtluis was. Ik begreep het niet. Niet echt. Ik was nog een kind toen. Ik wist alleen dit: niet met vreemden praten, alleen op stap is verboden, witte bestelwagens zijn verdacht, en voor het donker thuis.

We zijn altijd hier

‘Kinderen hebben geen denkbeeldige vriendjes meer. Kinderen hebben tablets’. Dat merkte ik onlangs grappend op tijdens een gesprek met een vriendin”.

Lees het hele verhaal van Anke Wauters, Het onbewaakte moment, 23 juni 2015: http://ankeschrijfthetneer.com (site bestaat niet meer)

Site Humilitas geeft overzicht van topinkomens, afkoopsommen, bonussen en wachtgelden

Topinkomens, bonussen, afkoopsommen en wachtgelden in de publieke sector. Wilt u op de hoogte blijven van wat Nederland aan bedragen betaalt aan directeuren, bestuurders en andere topmannen van ziekenhuizen, scholengemeenschappen, corporaties en organisaties in de publieke en semi-publieke sector, ga dan naar de site van Humilitas: “Verworven bescheidenheid”. Daarop wordt nieuws verzameld over personen en de hoogte van aan hen uitgekeerde bedragen met links naar de betreffende nieuwsbronnen.

Veel organisaties in de publieke en semipublieke sector worden geheel of gedeeltelijk gefinancierd met overheidsgeld. Ze vervullen wettelijke taken en/of oefenen een publiek belang uit. Deze organisaties zijn verplicht om hun topinkomens openbaar te maken. Topfunctionarissen mogen niet meer verdienen dan een minister.
Door de Eerste Kamer is de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT (WNT2) aanvaard, waarmee het bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen met ingang van 1 januari 2015 wordt verlaagd naar €178.000

Recente berichten

NS-topman Timo Huges, net vertrokken bij de Nederlandse Spoorwegen krijgt tonnen mee.
De raad verzuimde de ‘ontslagen’ Huges een ontslagbrief te sturen, waardoor de topman nog steeds in dienst is. Omdat Huges nu niet op staande voet is ontslagen, en dat ook niet meer kan gebeuren, wordt de kans op een aanzienlijke vertrekregeling veel groter, denken diverse arbeidsjuristen (De Telegraaf, 24 juni 2015).

Oud-bestuurder Gerard Honkoop van zorgorganisatie Eleos krijgt nog een halve ton.
In 2014 heeft hij een kleine 50.00- ontvangen, terwijl hij al sinds 1 februari 2013 geen bestuurder meer is. Dit blijkt uit de jaarrekening van Eleos over 2014. Interim-bestuurder van Eleos Gijsbert Buijs laat in een reactie weten dat het betaalde bedrag voortkomt uit een afvloeiingsregeling. “De gesprekken over de voorwaarden van het vertrek van Honkoop hebben zo lang geduurd dat we pas in 2014 overeenstemming hebben bereikt. Vandaar dat we het bedrag in de jaarrekening van 2014 op hebben moeten nemen”. (Skipr, 19 juni 2015).

Ton in twee weken bij UMC Maastricht.
Een ex-bestuurder, die vorig jaar 15 dagen in dienst was van het Maastricht Universitair Medisch Centrum, ontving in die periode bijna 116.000 euro. Dat is ruim 11.000 euro per werkdag. Medio december 2013 maakte Maastricht UMC bekend dat Harm Jan Driessen zou opstappen als lid van de raad van bestuur. Doordat het officiële afscheid nog een maand werd uitgesteld, hoefde het ziekenhuis de vertrekpremie pas in het jaarverslag over 2014 openbaar te maken. (RTL Nieuws 18 juni 2015).

Ex-bestuurder pensioenreus APG krijgt miljoen afkoopsom.
APG, de grootste pensioenbelegger van Nederland, moet ex-bestuurder Adri van der Wurff een vertrekpremie van ruim 1,1 miljoen euro meegegeven. Inclusief een jaar loondoorbetaling heeft zijn vroegtijdige vertrek APG bijna 1,7 miljoen euro gekost. Dat blijkt uit onderzoek door RTL Nieuws (15 juni 2015).

Kwart miljoen voor ex-topman Haags ziekenhuis.
Medisch Centrum Haaglanden in Den Haag heeft ex-topman Willem Geerlings nog tien maanden na zijn vertrek doorbetaald. Dat kostte ruim een kwart miljoen euro. Dat blijkt uit onderzoek door RTL Nieuws (11 juni 2015).

Actiz50: Teveelverdieners in de ouderenzorg.
Voor het vijfde jaar op rij komt FNV Zorg en Welzijn met een ranglijst van teveelverdieners in de ouderenzorg. Met een knipoog naar de Quote500, komt de FNV met de ‘ActiZ50. ActiZ is een organisatie van zorgondernemers.
Ondanks dat er in de zorg op dit moment flink bezuinigd wordt, wordt er aan de top nog steeds flink geld verdiend. Zo zijn er dit jaar maar liefst 152 directeuren van een zorginstelling voor ouderenzorg, die meer verdienen dan onze minister president, Mark Rutte. FNV bestuurder Gijs van Dijk: “Het is ongehoord. Het CBS meldde onlangs dat afgelopen twee jaar zo een 65.000 zorgmedewerkers hun baan zijn verloren. Daarnaast wordt van veel medewerkers in de thuiszorg gevraagd om een kwart van hun loon in te leveren. Veel ouderen krijgen minder zorg. Dan past het niet dat aan de zorgtop nog steeds zulke hoge salarissen verdiend worden.” (FNV voor zorg, 4 juni 2015).

Ga voor meer info en meer berichten naar Humilitas: “Verworven bescheidenheid”. Het archief gaat terug tot medio 2013:  www.humilitas.nl (site bestaat niet meer).

humilitas

Hoe om te gaan met de risico-regelreflex? Over bestuurlijke overreactie op risico’s en incidenten

risico regelreflexWat kunnen bestuurders het beste doen als er zich incidenten voordoen en er maatschappelijke onrust ontstaat? Bij het uitbreken van de Mexicaanse griep bijvoorbeeld? Wat is de beste manier van reageren? Wat te doen bij verontwaardigde reacties van journalisten, publiek en politici op incidenten of ‘fatale fouten’ waarvan wordt gezegd dat “het nooit meer mag gebeuren” en overheidsingrijpen wordt geëist?

Daarnaast interveniëren bestuurders regelmatig om de veiligheid van de burger te verhogen en risico’s zoveel mogelijk uit te bannen. Maar teveel risico-uitsluiting en overreageren op incidenten leiden tot wat wordt genoemd de risico-regelreflex. Zo’n reflex leidt weer tot vaak dure maatregelen en nieuwe regelgeving die nauwelijks effect hebben, maar wel onbedoelde bijwerkingen. Het beperken van vrijheden om maar een voorbeeld te noemen.

Een voorbeeld van overreageren is het teenslipper-incident in Maastricht. Een eigenlijk wat dommig ongeval in 2013. Daarbij liepen twee vrijwilligers verwondingen op toen zij met teenslippers op een oudpapierwagen sprongen. De financiële gevolgen voor de gemeente waren relatief groot. Onder het mom van “dit mag nooit meer gebeuren” werden voortaan alle vrijwilligers opgeleid en kregen zij werkkleding en veiligheidsschoenen. Totale kosten voor 330 vrijwilligers: 45.000 euro. Maar, viel dit ongeval wel onder de gemeente en gold hier niet de eigen verantwoordelijkheid van de vrijwilligers: een kwestie van nadenken en gezond verstand gebruiken?
De risico-regelreflex komt voort uit de overtuiging dat risico’s altijd verder verkleind moeten worden. Daardoor kan je in een fuik zwemmen van ‘maatregelen nemen’ en ‘daadkracht tonen’ waar je vervolgens niet meer uitkomt. Hoe vermijd je specialistisch, eenzijdig advies? Hoe maak je duidelijk wat eigen verantwoordelijkheidsrisico’s zijn? Hoe wapen je je tegen de valkuil van de risicoregelreflex en hoe organiseer je alternatieven? Al deze vragen vormen een   grote uitdaging voor bestuurders.

Programma Risico’s en verantwoordelijkheden

Vier jaar lang is het Ministerie van Binnenlandse Zaken bezig geweest met onderzoek naar de de risico-regelrelfex, naar gevallen waarin de overheid bovenmatig ingreep. Dat gebeurde in het kader van het programma Risico’s en verantwoordelijkheden dat tot doel heeft een visie te ontwikkelen op de rol van de overheid bij het omgaan met risico’s. Het programma heeft brede aansluiting gevonden bij ministeries, provincies en gemeenten en daarnaast bij geïnteresseerde wetenschappers, volksvertegenwoordigers en journalisten. De inzichten moeten met name bestuurders en ambtenaren helpen passend om te gaan met fysieke veiligheid. Wie is verantwoordelijk voor bepaalde risico’s en welke risico’s zijn toelaatbaar? Extra punt van aandacht is de verantwoordelijkheid van de overheid voor preventie en schadevergoeding. Burgers en bedrijven dienen zich te realiseren dat ze niet alleen naar de overheid moeten kijken. Zij zijn zelf ook verantwoordelijk voor het omgaan met risico’s

Video Balans in risico’s en verantantwoordelijkheden

In een vierdelige video (zie onderaan de pagina) met de titel Balans in risico’s en verantwoordelijkheden (2015) worden diverse aspecten behandeld, met voorbeelden uit de praktijk: 1. De risicoregelreflex. 2. Casus: de chloortrein. 3. De positieve keerzijde van risico’s en 4. Goed bestuurlijk omgaan met de risico-regelreflex.
Aan het woord komen mensen uit diverse sectoren. Zij vertellen over voorvallen, geven hun visie en leveren commentaar. Onder hen: Harm Taselaar, hoofdredacteur van RTL Nieuws; Michel van Eeten, hoogleraar Bestuurskunde TU Delft; Ira Helsloot, hoogleraar Besturen van Veiligheid Radboud Univerversiteit; burgemeester Koos Janssen van Zeist; oud-kamerlid Remi Poppe, alsmede:

Jacques Wallage, voorzitter Raad voor het openbaar bestuur: “Je ziet iets gebeuren, er is een ernstig probleem en in de media windt iedereen zich erover op, en de politiek gaat zich als het ware plaatsvervangend opwinden. Ik denk dat onder de druk van de publieke omstandigheden bestuurders willen laten zien dat ze er echt heel serieus mee bezig zijn”.

Annemarie Jorritsma, burgemeester van Almere: “Het feit dat gezegd wordt: iedereen vraagt om ingrijpen, durf ik te betwijfelen”.

DonaldMacrae, consultant Beleid en regulering, voormalig directeur-generaal: “De druk waaronder je moet werken is soms gigantisch. Als oud-beleidsambtenaar heb ik met ministers veel crises meegemaakt. De druk waaronder je dan staat is enorm. Soms neemt zo’n minister dan willens en wetens een slechte beslissing, gewoon omdat hij of zij geen andere manier ziet om onder de druk uit te komen.
Ook als het iets is waar een lokale overheid of een bedrijf over gaat, voelt een politicus zich geroepen om voor redder in de nood te spelen. Dan wordt de overheid er alsnog de facto verantwoordelijk voor. Bij zo’n crisis bestaat dus het gevaar dat de overheid veel zwaarder geschut inzet dan nodig is”.

Conny Janssen, choreografe: “Ik denk dat risico nemen een onderdeel is van kunst maken. We zijn allemaal iets aan het maken wat op het moment dat we beginnen er nog niet is. Je springt als het ware in het diepe en je gaat heel hard zwemmen want je moet de overkant bereiken. Maar hoe die weg gaat, van het een naar het ander, dat ontdek je in het moment. Voor dansers is het heel belangrijk dat ze buiten de bekende kaders kunnen denken. Dat ze durven vrijheid te nemen in het ontdekken wat hun grenzen zijn… Voor kunstenaars is risico nemen dus een voorwaarde voor groei en verdieping. Ook op andere gebieden kan het heel positief zijn om risico’s te accepteren”.

Zie ook de site Verantwoord omgaan met risico, waarop publicaties over het programma Risico’s en verantwoordelijkheden zijn te downloaden. Bijvoorbeeld het overzicht Producten en activiteiten van programma R&V: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kwaliteit-en-integriteit-overheidsinstanties/verantwoord-omgaan-met-risicos

SVB Gate geopend op GeenStijl: Medewerkers doen onthullingen over de interne ‘wantoestanden’ bij de Sociale Verzekeringsbank

Op de site van Geenstijl is SVB Gate geopend. Een anonieme insider van de Sociale Verzekeringsbank heeft een brief gestuurd naar Geenstijl waarin hij uit de doeken doet wat er intern mis is in zijn organisatie, met het IT-systeem en wie de aanstichters zijn van de ellende waarvan PGB-houders, hulpverleners en hulpverlenende instanties de dupe zijn geworden.

De SVB, met 2800 mensen in dienst verspreid over tien locaties – het hoofdkantoor is gevestigd in Amstelveen – is de uitvoerder van volksverzekeringen zoals  het Persoongebonden budget (PGB). Met de uitbetalingen van het PGB zijn grote problemen; de SVB blijkt niet in staat tienduizenden rechthebbenden hun budgetten bijtijds uit te betalen. Staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid beloofde keer op keer dat de zaken spoedig op orde zouden zijn. Achteraf heeft de staatssecretaris toegegeven dat de wijzigingen rond de uitbetaling van het PGB niet goed en niet zorgvuldig zijn verlopen.

Gedupeerden verenigen zich intussen. Kitty Beelen van Zorgdorp Deurne bijvoorbeeld bereidt, samen met zeven andere zorginstellingen, een collectieve schadeclaim voor tegen de SVB. Dat maakte ze in mei 2015 bekend: “Ik heb continu iemand aan het werk om de puinzooi van de SVB op te ruimen. Na vijf maanden moet het klaar zijn. Er is een nieuw systeem bedacht maar het werkt niet en wij draaien daarvoor op. Bedrijven lijden financiële schade”, stelt Beelen.

Naar aanleiding van de anonieme brief hebben de Kamerleden Pieter Omtzigt van het CDA en Fleur Agema van de PVV mondelinge Kamervragen aangemeld voor het Vragenuur van 15 juni. De verzoeken van beide Kamerleden werden evenwel geweigerd door VVD Kamervoorzitter Van Miltenburg.

Na de eerste brief aan GeenStijl van 15 juni 2015, volgde op 17 juni 2015 een anonieme mail van een collega met aanvullingen. De dag daarop, 18 juni 2015 stuurt “een teleurgestelde SVB’er” een brief met de kop: “Het echte verhaal” met verwijten aan GeenStijl. Ze zouden ‘wraakbeluste medewerkers’ een podium hebben gegeven. De briefschrijver probeert een aantal eerdere beschuldigingen en openbaringen te weerspreken en te nuanceren, maar ook in deze brief wordt een verhaal verteld waarin onderling wantrouwen, incompetentie en bedorven bedrijfscultuur de boventoon voeren.

De anonieme inzender van de eerste mail aan Geenstijl begint met:

Beste lezer,

Het stoort me erg dat binnen de SVB niemand verantwoordelijk wordt gehouden voor alle problemen (PGB, MRS) die er zijn binnen de IT afdeling, en dat de verantwoordelijke projectleiders, managers en consultants overal mee weg komen. Kritiek hierop is binnen de huidige SVB-cultuur niet meer mogelijk. Velen zijn bang om bij de eerstvolgende reorganisatie ontslagen te worden.

Laat ik eerst beginnen met het MRS. Een project van bijna 100 miljoen euro (officieel minder maar dat gelooft niemand) dat nu ten einde is zonder dat het iets heeft opgeleverd. Hoofdrolspeler in dit project is de heer Hans Louwhoff. Deze meneer werd hoofd van de IT-afdeling om van het MRS-project een groot succes te maken. Het eerste wat hij deed was alle bestaande managers en teamleiders vervangen. Hierdoor ontstond er een complete chaos waar we nu pas een beetje bovenop komen. Na het opruimen van zijn tegenstanders besloot deze man ook nog eens een affaire te beginnen met de partner van een van de ontslagen managers, zijnde Martine Vos (de ex van Marcel Gutz, ontslagen manager). Tijdens het MRS-project heeft Hans uitdrukkelijk iedere vorm van kritiek op het project verboden. Degene die wel (zoals nu blijkt) gefundeerde kritiek hadden, kregen daarvoor een slechte beoordeling. Uiteindelijk is het MRS een groot fiasco geworden. Deze zelfde meneer Louwhoff is nu, geloof het of niet, ook de verantwoordelijke voor de IT van de PGB! Hoe dat project verloopt, hoef ik u niet te vertellen.

Nog een mooi voorbeeld van hoe consultants blunderen en ermee wegkomen zijn Joop Groen en Ron Roozenboom. Dit duo adviseurs begeleidde het MRS-project. Ook zij waren doof voor iedere vorm van kritiek. Tijdens de aanbesteding waren zij al duidelijk voorstander van de uiteindelijk gekozen leverancier (Oracle/CAP). Tijdens het punten geven aan de verschillende offertes hebben zij in ‘hidden’ columns in excel deze leverancier extra punten gegeven. Naast deze fraude bij de aanbesteding hebben zij het project lang laten voortduren (en daarmee ook hun inkomsten). Terwijl iedereen zag dat dit nooit ging werken hebben zij in rapportages aangegeven dat tests voor bijna 90% goed gingen terwijl in werkelijkheid er nog niet 1 testscenario (van de vele honderden) door het systeem kwam. Kritiek hierop was zoals al gezegd uitdrukkelijk verboden. En nu zijn deze twee bij de IND de boel waarschijnlijk weer aan het belazeren.

Lees verder op de site van GeenStijl:

Anonieme insider mailt details IT-troep SVB, GeenStijl, 15 juni 2015: www.geenstijl.nl

Van Miltenburg weigert Kamervragen over SVB Leaks, GeenStijl, 16 juni 2015: www.geenstijl.nl

SVB Leaks II: Nieuwe klokkenluiders lopen leeg over baantjesmolen, integriteit en angstcultuur bij SVB, GeenStijl, 17 juni 2015: www.geenstijl.nl

SVB Leaks IV en V – “Het echte verhaal”, Geen Stijl, 18 juni 2015: www.geenstijl.nl

Puinzooi moet worden opgeruimd’, Zorgdorp Deurne bereidt collectieve schadeclaim voor tegen SVB, Omroep Brabant, 20 mei 2015: www.omroepbrabant.nl

 U P D A T E

SVB Leaks X – Mismanagement en vriendjespolitiek, GeenStijl, 13 juli 2015: www.geenstijl.nl

SVB Leaks IX – over de managementdictatuur, GeenStijl, 26 juni 2015: www.geenstijl.nl

SVB Leaks VIII – ‘Raad van Bestuur in gesprek met ICT-medewerkers na onthullingen op GeenStijl’, GeenStijl, 22 juni 2015: www.geenstijl.nl

SVB Leaks VII – ‘Leden Raad van Bestuur wijzigden alarmerende adviezen en vernietigden bewijs’, GeenStijl, 20 juni 2015: www.geenstijl.nl

SVB Leaks VI – Weer een IT’er die leegloopt over snoepreisjes, angstcultuur en mismanagement, Geen Stijl, 19 juni 2015: www.geenstijl.nl

Enquête wijst uit: Toename zware psychische problematiek in spreekkamer van huisarts

Sinds de invoering van de Basis-GGZ per 1 januari 2014 heeft tachtig procent van de huisartsen meer patiënten die specialistische geestelijke gezondheidshulp nodig hebben in de spreekkamer gehad. 66 procent van de artsen zegt dat de klachten in de huisartsenpraktijk in complexiteit is toegenomen en dat is een stijging van vijftig procent ten opzichte van de vorige peiling.
Dit zijn conclusies uit de derde GGZ-peiling van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) die door 1878 huisartsen is ingevuld.

De bedoeling van het huidige GGZ-systeem is dat psychische problematiek zoveel mogelijk dicht bij huis wordt opgepakt. Dat is ook precies wat er gebeurt.
Huisartsen willen graag bijdragen aan de opvang van GGZ-patiënten, zo blijkt bijvoorbeeld uit het hoge percentage respondenten (91 procent) dat werkt met een praktijkondersteuner GGZ.
De communicatie met de gespecialiseerde GGZ rond de overdracht van patiënten laat daarbij te wensen over. Voor een terugverwijzing vanuit de GGZ naar de huisarts is een warme overdracht nodig:  telefonisch overleg tussen behandelaar en huisarts, instemming met de overname van een patiënt en een snelle ontslagbrief met relevante informatie voor de vervolgbehandeling. Op die goede contacten wil ook GGZ Nederland bij de GGZ-instellingen grote nadruk leggen.

Rust, tijd en aandacht gevraagd, ook van de zorgverzekeraars en de politiek

LHV-bestuurslid Geert-Jan van Loenen reageert op de uitkomsten: “We hebben met elkaar afgesproken ‘bij de huisarts als het kan, elders als het moet’, dit betekent dat alle betrokkenen in de geestelijke gezondheidszorg een pittige klus hebben te klaren. Die bereidheid is overal aanwezig en voelbaar. Het gemeenschappelijke uitgangspunt is het bieden van de beste zorg aan kwetsbare patiënten en dat vraagt om rust, tijd en aandacht. Niet alleen aandacht van de huisarts en de psychiater, ook van zorgverzekeraars en de politiek. De LHV vraagt andere partijen dan ook te helpen de psychische zorg voor deze kwetsbare groep patiënten goed en flexibel te regelen”.

Voor downloaden uitkomsten van de GGZ-peiling zie onderaan artikel op site van LHV: Huisarts ziet toename zware psychische problematiek in spreekkamer, 16 juni 2015: www.lhv.nl (Niet meer beschikbaar op site van LHV).

Huisartsen worstelen met uitvoering basis-ggz, door Simone Pauw, Medisch Contact, 16 juni 2015: www.medischcontact.nl

Huisartsen in de problemen door lange wachttijd ggz, NOS Nieuws, 16 juni 2015: http://nos.nl

Het systeem kan mensen verzwelgen

leren van juni 2015 alex brenninkmeijerAlex Brenninkmeijer is gasthoofdredacteur van het juninummer 2015 van Leren van, het drie keer per jaar verschijnende magazine van Pensioenfonds Zorg & Welzijn. Brenninkmeijer was Nationale Ombudsman tot januari 2015 en is sindsdien lid van de Europese Rekenkamer. Het nummer begint met een interview van Francine Smink met Brenninkmeijer en Marius Buiting, directeur van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ). Op de vraag aan Brenninkmeijer: Hoe houd je als bestuurder in zorg en welzijn oog voor waar het werkelijk om gaat: mensen, antwoordt hij: ‘s Ochtends voor de spiegel aan jezelf vertellen waar je het die dag voor doet, is een mooie start.

 

Hoe vinden we een betere aansluiting tussen systemen en mensen? Voor de duidelijkheid: een professionele organisatie kan niet zonder regels. Maar het slaat zo door. “In een sector als de zorg, die vergeven is van protocollen, kwaliteitsvensters en wetten, kafkabeeld praagraakt de menselijke maat steeds meer uit zicht. Succes wordt bepaald aan de hand van geld, rendement, uitkeringen: logos, in de termen van Aristoteles. Gaat er iets niet goed tussen jou en het systeem, dan heb je een groot probleem. Want het systeem kan mensen verzwelgen”.
Brenninkmeijer vertelt over het monument voor Kafka dat hij in Praag zag en dat hem diep raakte: “De kleine man zit op de schouders van een moloch. Die heeft geen hoofd en geen hart en voert de man mee. Dat is wat er gebeurt. Mensen haken af.”

“Ze worden steeds banger voor een tik op de vingers”

In de gezondheidszorg probeert men de kwaliteit te verbeteren door te standaardiseren. Dat is nu juist wat niet hoort te gebeuren, vindt Buiting. Dat ‘verbraaft’ mensen: “Ze worden steeds banger voor een tik op de vingers, door een leidinggevende of door de inspectie die regels stelt voor omgang tussen professional en klant”. Wat je dan krijgt, noemt hij ‘de verexcuserende professional’. En wie kent hem niet: de apotheekmedewerker die een medicijn niet verstrekt omdat de verzekeraar dat niet toestaat. “Zolang het niet om iets wezenlijks gaat, is het niet erg. Maar vind je het als zorgverlener in het belang van je patiënt het anders te doen, dan moet je op je intern kompas durven varen”. Of, in de termen van Brenninkmeijer: Op ethos. Dat waar je voor staat, de waarden die je hoog hebt en die bepalen wat je werkelijk doet. Brenninkmeijer: “Je hoeft niet altijd genoegen te nemen met zo’n ‘nee vanuit het systeem’. Begin met iets kleins. Mensen zijn vaak bang een precedent te scheppen, maar je gooit een systeem echt niet zomaar omver”.

Vaker met medewerkers praten

Het afstemmen op de leefwereld van mensen begint volgens Brenninkmeijer bij jezelf: “Kijk ‘s ochtends in de spiegel en vertel waar jij het die dag voor doet. Het is een kijkrichting, die vervolgens in de organisatie doorklinkt. Als je als bestuurder in gesprek gaat met mensen, ben je effectief wanneer je responsief bent. Dat je echt aanwezig bent en de ander jou ervaart. Die prettige aanwezigheid geldt zeker voor de zorgverlener. Aandacht, een blik, lichaamstaal ‘lezen’. Het is wetenschappelijk bewezen dat aandacht van de arts genezend werkt. Net zo goed als excuses dat doen als er fouten zijn gemaakt. Bestuurders zouden er ook meer op moeten sturen dat zorgverleners competenties ontwikkelen als luisteren en goede vragen stellen, in alle situaties en met alle typen mensen. Bovendien zijn zij degenen die ervoor kunnen zorgen dat professionals – letterlijk – de ruimte krijgen om hun menselijke kant te tonen”.
Buiting vult aan: “Bestuurders zouden vaker met medewerkers moeten praten over wat waardevol is in het leven van de mensen voor wie ze zorgen”.

Zin en onzin van managementtaal

Een interessant interview met hoogleraar journalistiek Jaap de Jong in hetzelfde nummer gaat over managementtaal. Managers praten over ‘entameren’ en ‘assumpties’, spreken van ‘zwaluwstaarten’ of vinden iets ‘thans niet opportuun’. Ze krijgen vaak het verwijt dat ze een onbegrijpelijke taal spreken en daarmee het vertrouwen van hun mensen verliezen. Iedereen klaagt erover, en toch wordt managementtaal ontzettend veel gebruikt. Het is moeilijk uit te bannen.
“Dan zal het toch ook wel voordelen hebben”, is de nuchtere conclusie van Jaap de Jong. Zelf gruwt hij van grote woorden zonder inhoud, toch begrijpt hij wel waarom managers ze soms gebruiken. “Ze hebben het vaak niet gemakkelijk. Managers moeten beslissingen nemen die veel mensen aangaan en compromissen vinden waar niemand echt blij mee is. Dan is het wel handig om wat gereedschap tot je beschikking te hebben om je uit lastige situaties te redden”.

Voor downloaden van het juninummer 2015 van Leren van…: www.alexbrenninkmeijer.com

Pensioenfonds Zorg & Welzijn: www.pfzw.nl

Op 18 juni 2015 geeft Alex Brenninkmeijer een interactief college over het thema van het juninummer van Leren van: Hoe voorkom je dat het systeem mensen verzwelgt en hoe houd je als bestuurder oog voor de mens? Plaats: Muziektheater de Veerensmederij in Amersfoort. Aanvang: 14.30 uur. Deelname is gratis.

Op de foto: Het Kafkabeeld in Praag, gemaakt door Jaroslav Róna. Het staat naast de Spaanse synagoge, in de buurt waar Kafka praktisch zijn hele, korte, leven heeft gewoond. Het bronzen beeld – 3,75 m hoog en 800 kilo wegend – is onthuld in 2003 ter gelegenheid van de 120ste geboortedag van Kafka. (Foto Myrabella/Wikimedia Commons).

Meepraten over kwaliteit en vernieuwingsplannen verpleeghuiszorg? Vijftig verpleegkundigen gezocht

De beroepsvereniging V&VN zoekt 50 verpleegkundigen en verzorgenden die de vernieuwingsplannen van verpleeghuiszorginstellingen in het kader van het plan Waardigheid en Trots willen beoordelen. Op 3 juli 2015 is er een bijeenkomst van het ministerie van Volksgezondheid (VWS) in Nieuwegein waar de verbeterplannen worden gepresenteerd. Geef je op en praat mee over de kwaliteit van de intramurale verpleeghuiszorg.

Een onderdeel van het plan Waardigheid en Trots, liefdevolle zorg voor onze ouderen van staatssecretaris Van Rijn is een vernieuwingsprogramma, waarbij aan 200 verpleeghuislocaties met de ambitie om best practice te worden, de ruimte wordt geboden deze ambitie waar te maken.
Het ministerie van VWS en de TaskForce Waardigheid en Trots dagen verpleeghuizen uit om de best mogelijke kwaliteit van zorg te leveren en als voorbeeld te dienen voor de rest van de sector. Zij doen dat samen met V&VN, Patiëntenfederatie NPCF, Stichting LOC voor zeggenschap in zorg, de brancheorganisatie voor zorgondernemers ActiZ, de organisatie voor zorgaanbieders in de thuis- en de kraamzorg BTN, de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde Verenso, Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) en het Kwaliteitsinstituut.

Relatie tussen cliënt, zorgverlener en informele zorg centraal
Het doel van het plan is dat bejegening, aandacht, service en medische zorg aansluiten bij wat de cliënt wil en nodig heeft. Naasten krijgen alle ruimte om de cliënt te blijven helpen. De cliënt conformeert zich niet aan de regels en routines van de instelling, maar de instelling en haar professionals doen al het mogelijke om de cliënt een waardige laatste woonplaats te bieden; zo thuis als mogelijk.
Dat betekent dat de relatie tussen cliënt, zorgverlener en informele zorg centraal staat. Er zijn al verschillende goede voorbeelden. Maar sommige aanbieders lopen aan tegen (vermeende) regels en tradities of het ontbreekt aan veranderkennis en -kunde. Zij krijgen de ruimte om hun ambitie te realiseren.

Deze doelstelling moet ook tot uitdrukking in de vernieuwingsplannen, die 3 juli worden beoordeeld. In het traject is een duidelijke stem gegeven aan de cliëntenraden en zorgprofessionals. Zij spelen op 3 juli een belangrijke rol in de beoordeling van plannen.

Hoe meedoen?

  • Zorgaanbieders kunnen tot uiterlijk 19 juni hun voorstellen insturen.
  • Alle zorgaanbieders met een serieus voorstel worden in de gelegenheid gesteld hun voorstellen te presenteren, toe te lichten en er vragen over te beantwoorden.
  • Op 3 juli is de Voice of Care-dag in het NBC in Nieuwegein.
  • Tijdens deze dag worden er gesprekstafels ingericht. Cliënt(vertegenwoordigers) en professionals voeren de gesprekken met de zorgaanbieders die voorstellen hebben gedaan.
  • Per tafel en per aanbieder is een formulier aanwezig om het voorstel van de zorgaanbieder te helpen duiden. Dit formulier is afgeleid van de brief van de staatssecretaris. De aanwezigen aan de tafel vullen gezamenlijk het formulier per aanbieder in.
  • De voorstellen waarvan de cliënten en de professionals aangeven dat deze de meeste ambitie aan de dag leggen om kwaliteit door de ogen van de cliënt te realiseren, komen op de shortlist.
  • De formulieren worden verzameld en verwerkt. De meest ambitieuzen gaan door, met als streefgetal 200.

V&VN zoekt nog 50 mensen voor 3 juli (hele dag). Je hoeft geen lid te zijn van V&VN, wel moet je werkzaam zijn in de intramurale verpleeghuiszorg. De reiskosten worden vergoed.

Voor aanmelden en meer lezen: Beoordeel zelf verbeterplannen verpleeghuiszorg Van Rijn, V&VN, 11 juni 2015: www.venvn.nl