Skip to main content

Redactie Beroepseer

De mens is geen datapakket

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kondigde in 2022 nieuwe regels aan waardoor behandelaars in de Geestelijke Gezondheidszorg –  GGZ –  verplicht zijn privacygevoelige vragenlijsten over de mentale en sociale problemen van hun patiënten en cliënten op persoonsniveau aan de NZa te leveren. Doen ze dat niet, dan ontvangen de behandelaars een boete van de NZa, die denkt met deze regeling de wachtlijsten in de GGZ in te perken.
De NZa vraagt van te voren de patiënten niet om toestemming voor het verzamelen van hun gegevens. Uit een steekproef van patiëntenplatform Mind blijkt dat bijna driekwart niet op de hoogte is van de nieuwe regels die sinds 1 juli 2023 gelden. Zij weten niet dat wat ze in de spreekkamer vertellen via vragenlijsten in een databank terechtkomt.

Op dinsdag 5 september 2023 kondigde de actiegroep Vertrouwen in de GGZ tijdens een publieksbijeenkomst in de culturele ontmoetingsplaats Pakhuis de Zwijger in Amsterdam aan dat er een rechtszaak zou worden aangespannen tegen de NZa vanwege de databank met profielen van GGZ-patiënten en cliënten. Vooruitlopend op een bodemprocedure werd een kort geding aangespannen dat plaatsvond op 29 september 2023 in de rechtbank Midden-Nederland in Utrecht. De voorzieningenrechter was verzocht de aanlevering van HONOS-lijsten*) stop te zetten tot er definitief uitspraak is gedaan over de bezwaren in de dagvaarding van de actiegroep. Het verzoek werd niet toegekend. De NZa mag voorlopig doorgaan met het verzamelen van de gegevens van patiënten. Het is nu wachten op de zitting in de bodemprocedure, die naar verwacht binnen een half jaar plaatsvindt.

Vragenlijst niet geschikt voor gebruik als uniforme standaard

Tom Grosfeld deed verslag van het kort geding voor opinieblad Vrij Nederland in zijn reportage De datahonger van de NZa en sprak met psychiater en juriste Cobie Groenendijk, een van de initiatiefnemers van Vertrouwen in de GGZ. Hij wijst erop dat de dataverzameling inmiddels al vier maanden aan de gang is, terwijl het volstrekt onduidelijk is hoe de wachtlijsten daardoor ingeperkt gaan worden: “Volgens hoogleraar psychiatrie Jim van Os heeft de vragenlijst, de zogenaamde HoNOS+-lijst, keer op keer bewezen de zorgvraag niet te kunnen voorspellen. Rond de eeuwwisseling werd het instrument voor het eerst gebruikt in Australië en Nieuw-Zeeland. Wat wetenschappers al wisten uit onderzoek werd in de praktijk bevestigd: het kán niet.

In 2010 dachten ze in Groot-Brittannië: laten we het ook eens proberen. En ja hoor, ook daar gingen de data alle kanten op, legt Van Os uit. Er was geen touw aan vast te knopen. Patiënten die in dezelfde groep – bijvoorbeeld zorgvraagtype 14 – werden ingedeeld, varieerden onderling enorm in de hoeveelheid zorg die ze nodig hadden, waardoor het onmogelijk bleek om te voorspellen welke patiënt langdurige zorg zou behoeven en welke het leven relatief snel weer zou kunnen oppakken.
De conclusie: de vragenlijst is niet geschikt om te gebruiken als uniforme standaard. De stekker ging uit het project. En dan, zucht Van Os, komt de NZa er nu nog mee op de proppen, alsof ze hebben zitten slapen”.

Maar ze gaan het gewoon proberen…

Grosfeld sprak Jim van Os in Pakhuis de Zwijger bij de lancering van de rechtszaak tegen de NZa op 5 september 2023, waarvoor de actiegroep via een crowdfundingscampagne zestig duizend euro ophaalde. Van Os vertelde het publiek dat het algoritme van de NZa een voorspellende waarde heeft van 23 procent. Een magisch getal, aangezien alles wat wetenschappers de afgelopen vijftig jaar hebben geprobeerd te voorspellen binnen de geestelijke gezondheidszorg, is blijven steken op ongeveer 20 procent. Daarmee gaan we de wachtlijsten van de ggz niet wegwerken.
Van Os legde uit, aldus Grosfeld, dat we de zorg ook meer collectivistisch zouden kunnen benaderen, zoals dat in vrijwel alle landen ter wereld gebeurt, behalve in rijke, westerse landen als Nederland. Het idee: proberen de zorg zo goed mogelijk te maken voor zo veel mogelijk mensen. De regio Maastricht zou dan bijvoorbeeld een budget krijgen dat is gebaseerd op de sociaaleconomische omstandigheden van de mensen die er wonen, wat volgens Van Os nog altijd de beste voorspeller is van psychisch lijden en een betrouwbaarheid oplevert van 43 procent. En belangrijker: waarvoor alleen gebruik wordt gemaakt van openbare, niet-individuële data.
De NZa vindt dat instrument niet nauwkeurig genoeg. En kiest daarom voor een algoritme waarvan ze, frappant genoeg, zelf toegeven dat ze niet weten of het uiteindelijk zal werken. Maar ze gaan het gewoon proberen. Lukt het niet, dan hebben ze meer data nodig om het algoritme ‘door te ontwikkelen’.
We zouden dit een positieve instelling kunnen noemen maar er spreekt eerder een blind vertrouwen in data uit, alsof ze nog nooit hebben gehoord van het programmeerprincipe garbage in, garbage out.

De NZa mag het zelf regelen

Grosfeld wijst erop dat er geen debat is gevoerd over de zeer ingrijpende dataverzameling van de NZa omdat de NZa een zelfstandig bestuursorgaan is met een bevoegdheid die wordt ingezet om grondrechten van burgers in te perken en het medisch beroepsgeheim – alles wat in de spreekkamer wordt gezegd, blijft binnen de spreekkamer – te doorbreken. Het is onmogelijk de NZa daarop aan te spreken. Grosfeld: “Op Kamervragen antwoordt de minister: de NZa mag het zelf regelen, ze houden zich aan de wet”.

De conclusie is dat de NZa denkt elk maatschappelijk probleem met technologie te kunnen bestrijden. Grosfeld: “Het is een vorm van luiheid: moeilijke vraagstukken en ingewikkelde discussies worden afgewenteld op een almachtig algoritme”. Daar komt nog bij dat techbedrijven proberen zoveel mogelijk medische data te verzamelen voor het maken van een persoonlijk profiel. De door de NZa verzamelde data kunnen uiteindelijk bij die bedrijven terecht komen. De privacy van de patiënten is allerminst gewaarborgd.
Coby Groenendijk daarover:“ Van een kleine miljoen mensen wordt hun mentale profiel afgetapt en dat hangt ergens in een databank van de overheid. God verhoede wat daar verder mee kan gebeuren”.

. . . ‘meer nota’s zonder privacyverklaring verwachten’

Behalve patiënten zijn ook behandelaars niet goed op de hoogte van de consequenties van de nieuwe regels. Ze vullen de vragenlijsten in – wat ze al gewend waren om te doen – maar, in tegenstelling tot zelfstandig therapeuten, sturen zij de gegevens vervolgens niet zelf naar de NZa op. Dat wordt gedaan door de administratie of de bestuurders van de desbetreffende instelling.
Grosfeld: “Om het nog bonter te maken: psychologen en psychiaters worden zelfs ontmoedigd om hun patiënten te informeren over de privacyverklaring. Het initiatief moet namelijk, stellen de NZa en zorgverzekeraars, van de patiënt komen. Praktijken waar gemiddeld veel patiënten de privacyverklaring ondertekenen, kunnen een brief en controle van de zorgverzekeraar verwachten.

Zo schreef coöperatie VGZ aan een praktijk dat het aantal privacyverklaringen daar boven de tien procent lag en dat ze daarom langs wilden komen om ‘inzicht te krijgen in de wijze waarop de privacyverklaring wordt gebruikt’. In de brief wordt zelfs expliciet gevraagd of er in de praktijk ‘actief bij de cliënt wordt aangegeven dat er een mogelijkheid is tot het indienen van een privacyverklaring’.
Het Zilveren Kruis schrijft in een tamelijk intimiderende brief dat de privacyverklaring slechts mag worden gebruikt bij ‘de nadrukkelijke wens van de patiënt’, en niet op initiatief van de zorgaanbieder. Aan een praktijk waar veel patiënten de privacyverklaring ondertekenen, schrijven ze, en ik citeer: ‘om dit beleid z.s.m. aan te passen’ en dat ze daarna ‘meer nota’s zonder privacyverklaring verwachten’.

Terwijl Grosfeld, Cobie Groenendijk en een GGZ-cliënt om vier uur ’s middags de rechtbank in Utrecht uitlopen, wijst de cliënt naar een spandoek tussen twee bomen op het Vrouwe Justitiaplein met de tekst: De mens is geen datapakket.

Lees de hele reportage: De datahonger van de NZa, door Tom Grosfeld, Vrij Nederland no 10 (november 2023). Te koop in kiosk en boekhandel voor € 8,99

Door datahonger is de spreekkamer voor ggz-patiënten geen veilige plek meer, door Tom Grosfeld, Vrij Nederland, 6 november 2023: https://www.vn.nl/nza-datahonger-spreekkamer (achter betaalmuur)

Steun de actie ‘Vertrouwen in de GGZ’. Tegen de Nationale GGZ-databank van NZa, Beroepseer, 14 februari 2023: https://beroepseer.nl

Protest tegen de verplichte afdracht van medische persoonsgegevens van 800.000 GGZ-patienten. Open brief aan NZa en AP, Blogs Beroepseer, 25 augustus 2022: https://beroepseer.nl/


Noot

*) HoNOS staat voor Health of the Nation Outcome Scales en is een onderzoeksinstrument om de psychische gezondheid en het functioneren van mensen met psychische klachten te onderzoeken. Binnen de HoNOS+ vragenlijst wordt niet gekeken naar de diagnose, maar naar de persoonlijke situatie van een cliënt/patiënt.

 

Cobie Groenendijk is voortrekker van Stichting Beroepseer

 

U P D A T E

Motie Tweede Kamer  –  no. 697, 4 juni 2024 – die ervoor zorgt dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de HONOS-database vernietigt. De motie was ingediend door Agnes Joseph van NSC en mede ondertekend door Sarah Dobbe van SP en Lisa Westerveld van GL.  De vier regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie stemden tegen, alle andere partijen stemden voor. https://beroepseer.nl

Meningen van zorgprofessionals over kwaliteit en veiligheid van zorg in 2023

Zorgprofessionals geven in 2023 de kwaliteit van zorg het rapportcijfer 7,2. De veiligheid van zorg krijgt een 7. Ondanks deze respectabele cijfers blijken zowel de kwaliteit als de veiligheid van zorg onder druk te staan. Zo ervaart 44% van hen een verslechtering van kwaliteit van zorg in de afgelopen twee jaar en geeft 29% dit aan wat betreft de veiligheid van zorg. Dit en meer blijkt uit de tweejaarlijkse Monitor Kwaliteit en veiligheid van zorg 2023. De monitorpeiling werd gedaan onder deelnemers van het Panel Verpleging & Verzorging van het Nivel, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg.
Elke twee jaar vraagt het Nivel aan verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, praktijkondersteuners en begeleiders wat zij vinden van de kwaliteit en veiligheid van de zorg die zij verlenen. Om inzichtelijk te maken wat goed gaat en welke knelpunten er zijn, vraagt Nivel in een online vragenlijst naar hun ervaringen met de directe cliëntenzorg, ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, wijkverpleging, verpleeghuiszorg en huisartsenzorg.

Een meerderheid (61%) van de zorgprofessionals werkzaam in de verpleging of verzorging vindt de kwaliteit van de door hen geboden zorg (zeer) goed. Bijna de helft (46%) vindt het veiligheidsbeleid (zeer) goed. Deze ervaringen blijven vrijwel stabiel in de jaren 2019, 2021 en 2023. Tegelijkertijd zijn er signalen dat de kwaliteit en veiligheid van zorg onder druk staan.

Registratielast

Bijna de helft van de zorgprofessionals (46,9%) vindt de hoeveelheid administratief werk onredelijk en denkt dat dit werk ten koste gaat van de cliëntenzorg. In 2021 leek een gunstige ontwikkeling zichtbaar dat dit percentage afnam. De huidige peiling van 2023 laat echter zien dat dit percentage stabiel blijft tussen 2019 en 2023. Ook het aantal uren dat zorgprofessionals besteden aan verslaglegging over zorg en registraties voor organisaties en de werkdruk die zij daardoor ervaren nemen niet af, maar blijven stabiel. Dit is geen gunstige ontwikkeling gezien de acties die worden uitgevoerd om de registratielast van zorgprofessionals te verminderen, onder andere vanuit het VWS-programma ‘[Ont]Regel de zorg’. Tegelijkertijd sluiten deze bevindingen aan bij de Kamerbrief van minister Helder waarin zij beschreef nog te weinig resultaten te zien van dit programma.

Andere onderzoeken over registratielast richten zich veelal op langdurige zorg. Nivels onderzoek laat echter zien dat dit onderwerp ook in de curatieve zorg om aandacht vraagt. Zo ervaren zorgprofessionals uit de GGZ het vaakste een verhoogde werkdruk door verslaglegging en besteden de zorgprofessionals in ziekenhuizen de meeste tijd aan verslaglegging over de zorg. Deze bevinding onderschrijft eerder onderzoek waaruit bleek dat een brede aanpak nodig is om de regeldruk in de zorg te verminderen.

Zeggenschap

Zeggenschap wordt vooral ervaren binnen het dagelijks werk, minder bij beleidsbeslissingen Bijna twee derde van de zorgprofessionals (64,1%) ervaart zeggenschap over het eigen werk. Echter nog geen derde van alle zorgprofessionals (29,3%) vindt dat ze geen mogelijkheid hebben om deel te nemen aan beleidsbeslissingen binnen de organisatie. Deze bevinding komt overeen met een peiling vanuit het Landelijk Actieplan Zeggenschap en Veerkracht (2022), waaruit ook bleek dat zorgprofessionals het minst tevreden zijn met zeggenschap op organisatieniveau . Bij die peiling werd geen onderscheid naar zorgsectoren gemaakt.  Nivels onderzoek laat zien dat de ervaringen van zorgprofessionals wel verschillen per sector. Zorgprofessionals in de huisartsenzorg geven het meest aan dat zij zeggenschap ervaren, zowel over het eigen werk als binnen de organisatie. Zorgprofessionals in ziekenhuizen zijn het minst tevreden over de zeggenschap in het eigen werk en zorgprofessionals in de gehandicaptenzorg over zeggenschap binnen de organisatie. Verder laat het onderzoek een samenhang zien tussen de ervaren zeggenschap en ervaren kwaliteit en veiligheid van zorg. Naarmate zorgprofessionals vaker zeggenschap ervaren, zijn zij ook positiever over de kwaliteit en veiligheid van zorg.

Conclusie

De meerderheid (61%) van verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, begeleiders en praktijkondersteuners vindt de kwaliteit van zorg (zeer) goed en bijna de helft (46%) vindt het veiligheidsbeleid (zeer) goed. Deze percentages bleven stabiel over de jaren 2019, 2021 en 2023. Ook zijn de percentages zorgprofessionals met plezier in hun werk hetzelfde gebleven (89%). Dit zijn positieve bevindingen gezien dat zorgprofessionals tussen 2019 en 2023 te maken kregen met moeilijke omstandigheden door de wereldwijde coronacrisis. Toch laat het huidige onderzoek ook zien dat de kwaliteit en veiligheid van zorg onder druk staan, aangezien een derde van de zorgprofessionals de indruk heeft dat de kwaliteit en veiligheid van zorg achteruit gaan. Reden daarvoor zijn volgens zorgprofessionals vaak een verhoogde werkdruk en personeelstekorten.

Herhaling van het monitoronderzoek over twee jaar zal uitwijzen of de kwaliteit en veiligheid van zorg op niveau blijven met de oplopende personeelstekorten en een stijgende vraag naar zorg

Downloaden rapport Kwaliteit en veiligheid van zorg in 2023. De meningen van verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, begeleiders en praktijkondersteuners, door Sofie Noorland, Peter Spreeuwenberg,
Kim de Groot, Nivel, 2023: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004510.pdf

Kwaliteit verpleegkundige zorg nog altijd hoog, maar wel meer onder druk, 27 november 2023, Nivel: www.nivel.nl

 

Figuur bovenaan is ontleend aan het rapport ‘Kwaliteit en veiligheid van zorg in 2023

Hoopvolle kijk op toekomst van de jeugdzorg

Kan beleid rondom jeugdzorg verbeteren? In de twaalfde Mulock Houwer-lezing gaf Tom van Yperen een antwoord op deze vraag. Van Yperen is orthopedagoog en expert kwaliteit jeugdstelsel bij het Nederlands Jeugdinstituut. De lezing vond plaats op 16 november 2023 en is terug te horen op video en te lezen in het document Kan de jeugdzorg veranderen? Een hoopvolle kijk op de toekomst van een werkveld.

Van Yperen begint zijn lezing zo:

“Beste mensen, laat ik maar met de deur in huis vallen: het gebruik van jeugdzorg in ons land is schrikbarend hoog. Afgelopen jaar kreeg bijna 14% van de kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 18 jaar jeugdhulp. Dat is bijna 1 op de 7. Ruim twintig jaar geleden was dat nog geen 1 op de 27.

U bent het ongetwijfeld met me eens: 1 op de 7 is veel. Erg veel. Het is nog meer schrikken als we in detail naar de cijfers kijken.

• Zo blijkt bij jongens in de leeftijd van 8 tot 12 jaar het jeugdzorggebruik ruim 22% te zijn, meer dan 1 op de 5. Dat vind ik een onthutsend cijfer. We weten uit studies dat het omgaan met zogeheten ‘lastig gedrag’ in deze leeftijd een van de meest voorkomende zorgpunten van ouders i s.Ook voor leerkrachten geldt dit als een van de grootste uitdagingen.

• Ook bij een andere groep is het jeugdzorggebruik hoog, namelijk bij meisjes ouder dan 12: bij hen is inmiddels 1 op de 6 in zorg. Deze cijfers komen overeen met studies die laten zien dat mentale problemen bij jongeren – en met name bij meisjes – flink aan het toenemen zijn.

De enorme toestroom naar de jeugdzorg is nog zorgelijker als we ons realiseren dat de jeugdzorg niet goed functioneert. U heeft de krantenberichten vast ook gezien. Dat de jeugdzorg moet verbeteren, is al vele jaren een issue. Zo pleitte Daan Mulock Houwer in de jaren zeventig al voor de nodige verbeteringen:

• Hij stelde bijvoorbeeld dat we de ouders per definitie bij de hulp moeten betrekken, als we iets met het kind willen bereiken;

• Ook gaf hij aan dat het nodig is meer ambulant met gezinnen te werken in plaats van residentiële zorg aan kinderen te bieden.

Deze punten uit de jaren 70 zijn nog steeds relevant. En dat is illustratief voor de sector: het lukt maar niet om te verbeteren.

Bestuurswetenschapper Sharon Stellaard bracht dat nog niet zo lang geleden onder de aandacht met haar proefschrift over het zogeheten ‘Boemerangbeleid’. Zij geeft een beeld van een overheid die steeds met een nieuwe wet de mankementen van een vorige wet probeert te verhelpen, zonder dat dit verbetering geeft. In alle publiciteit over Stellaards proefschrift ging het veel over het decennialange beleidsfalen van de overheid. Maar er speelt meer. Daar ga ik in deze lezing verder op in. Waarom verbetert het niet? En hoe kan het anders?”

“Ik mis de aandacht voor inhoudelijke vraagstukken”

Van Yperen besluit zijn lezing met het noemen van de pogingen tot verbetering. Hij wijst op de begin 2023 verschenen
Hervormingsagenda Jeugd, samengesteld door de zogeheten ‘Vijfhoek’: cliëntenorganisaties, beroepsverenigingen, aanbieders, gemeenten en het Rijk. De agenda bevat voorstellen om de jeugdzorg te verbeteren en de vraag is of de agenda een voorbode van een daadwerkelijke verbetering is? Volgens Van Yperen: ja en nee. Er is een mijlpaal bereikt dat vijf partijen de handen ineenslaan en met elkaar een agenda maken, in plaats van elkaar in de weg te zitten. Maar de Hervormingsagenda leidt niet echt tot een verbetering volgens Van Yperen. Hij vindt dat het Rijk in de agenda erg vaak genoemd wordt als partij die actie moet nemen. Het is het oude patroon: de overheid neemt actie, het veld reageert daarop:

“Mijn vraag is: op welke punten willen of kunnen veldpartijen eigenlijk zelf het voortouw nemen? Bovendien gaat de agenda vooral over typische jeugdzorgdingen: definities, regelingen, procedures. Ik mis de aandacht voor inhoudelijke vraagstukken.
Mijn pleidooi is: stop met het wijzen naar de verantwoordelijkheid en het beleidsfalen van de overheid. En stop met het eindeloos sleutelen aan definities, regelingen en procedures. Neem als partijen in de Vijfhoek elk meer eigen verantwoordelijkheid om met elkaar de inhoudelijke vraagstukken rondom het opgroeien en opvoeden bij de kop te pakken, vraagstukken die er echt toe doen. Ik zeg niet dat de agenda in de prullenbak kan, maar pak nu door.

Maar hoe dan? Allereerst dit: stop er vooral meer idealisme in, meer inhoudelijk vuur dat bij iedereen in de Vijfhoek bevlogen gedrag uitlokt om kinderen en jongeren in onze samenleving te laten floreren. Zijn we het er bijvoorbeeld over eens dat steeds minder kinderen en jongeren gedijen in onze samenleving en dat jeugdzorg dat echt niet allemaal kan fixen?
Ga er dan met elkaar voor om het landschap van de jeugdvoorzieningen ingrijpend te veranderen. Om de kwaliteit van de pedagogische omgeving te verbeteren, jeugdzorg minder nodig te maken, een sterke eerstelijn op te bouwen en de zorg effectiever te maken”.

Hervormingsagenda is heel simpel aan te passen

Van Yperen pleit voor een inhoudelijk gedreven aanpak. Bijvoorbeeld bij het hoge jeugdzorggebruik: “Laat bijvoorbeeld alle partijen eraan werken dat meer ouders en leerkrachten het zogenoemde ‘lastige gedrag’ van kinderen in goede banen kunnen leiden. En dat het mentaal welbevinden van jongeren verbetert. Mijn verwachting is dat hierdoor minder jeugdzorg nodig is. Dat geeft ook meer ruimte voor de jeugdzorg die wél nodig is. En die zorg zal beter werken door een sterkere verbinding met de omgeving.
De Hervormingsagenda is daarvoor heel simpel aan te passen: pak een van de punten van de agenda, zet daarboven een inhoudelijk vraagstuk waarvoor de Vijfhoek het vuur uit de sloffen wil lopen en kijk dan wat je met elkaar kunt doen. Het geeft niet als dat duw-en-trek-werk oplevert. Zaak is dat dit niet leidt tot een verzwakking, maar juist een versterking van wat je met elkaar wilt bereiken”.

Videoweergave van de Mulock Houwer-lezing 2023 door Tom van Yperen: https://www.youtube.com/watch?v=alC8dsfykh

Downloading Mulock Houwer-lezing 2023 Kan de jeugdzorg veranderen? Een hoopvolle kijk op de toekomst van een werkveld, dr. Tom van Yperen, Nederlands Jeugdinstituut, november 2023: www.nji.nl

Proefschrift Boemerangbeleid – Over aanhoudende tragiek in passend onderwijs- en jeugdzorgbeleid, door Sharon Rodriguez Rivas-Stellaard: https://research.vu.nl

Meer over de Mulock Houwer-lezing: www.nji.nl/over-het-nji/mulock-houwer-lezing

 

Rapport met aanbevelingen voor meer ruimte creëren voor tegenspraak rijksambtenaren en ander soort leidinggeven

Uit het onderzoeksrapport Ruimte voor tegenspraak komt een duidelijke behoefte aan een ander soort leidinggevende naar voren. Deze zou moeten werken aan een verbeterde terugkoppeling na tegenspraak, leren fouten erkennen en bespreekbaar maken, het vergroten van het vertrouwen in elkaar, de besluitvorming anders inrichten en het contact tussen organisatielagen verbeteren. Doel is het streven naar een manier van samenwerken waarbij fouten gemaakt mogen worden, ook door leidinggevenden, en waar die fouten bespreekbaar zijn. Openstaan voor feedback, een onafhankelijk aanspreekpunt en het delen van ervaringen kunnen daaraan bijdragen.

Het onderzoek is uitgevoerd door het Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht van Avans Hogeschool dat bestond uit een enquête onder 34 rijksambtenaren die meewerkten aan het landelijke project Loyale Tegenspraak dat onderzoekt hoe loyale tegenspraak makkelijker geuit en beter gehoord kan worden.
Naast de enquête is een analyse gemaakt van gesprekken van 78 ambtenaren die persoonlijke ervaringen hebben gehad met loyale tegenspraak binnen hun ministerie of organisatie, of die vanwege hun werkzaamheden interesse hebben getoond in het onderwerp. De resultaten zijn vergeleken met een deel van de doelgroep uit de Monitor Integriteit en Veiligheid 2022 (777 respondenten)

Belemmerende omstandigheden

De in het onderzoek geënquêteerde ambtenaren geven aan dat er belemmerende omstandigheden voor loyale tegenspraak zijn binnen de Rijksoverheid. Ze constateren een cultuur die de ruimte daarvoor bemoeilijkt. Leidinggevenden houden die cultuur in stand en dragen er zelfs aan bij. Ambtenaren ervaren een ontmoedigingscultuur en impliciete druk om ‘sensitief’ te zijn, wat grofweg wil zeggen dat hen gevraagd wordt loyale tegenspraak achterwege te laten. Omdat bestaande structuren, zoals integriteitsbeleid, als afdoende worden beschouwd, lijken de uitdagingen grotendeels cultureel van aard.

Aanbevelingen

De aanbevelingen in het onderzoek richten zich op vier verschillende typen betrokkenen. Zo dienen bestuurders van publieke organisaties het goede voorbeeld te geven: ze moeten het (mee)praten over loyale tegenspraak niet-vrijblijvend op de agenda zetten en houden. Leidinggevenden dienen actief ruimte te maken voor loyale tegenspraak door het belang van dit onderwerp openlijk te bespreken, ongemakkelijke zaken ter tafel te brengen en daarmee het gesprek hierover te normaliseren.

Lef en doorzettingsvermogen

De ambtelijke medewerkers in het onderzoek zien daarnaast ook een rol voor henzelf en hun directe collega’s. Zij vinden dat ze zelf aan de eigen leidinggevende en binnen het eigen team, de afdeling of werkomgeving meer aandacht kunnen vragen voor (ruimte voor) loyale tegenspraak. Dat vereist onder meer lef en doorzettingsvermogen. En ook hier is voorbeeldgedrag belangrijk, zodat collega’s ook gemotiveerd zijn om zich in te zetten voor tegenspraak.

Downloaden rapport Ruimte voor tegenspraak – Hoe meer ruimte te creëren voor het tegengeluid van rijksambtenaren, Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht & Avans Hogeschool, november 2023: www.avans.nl

Meer ruimte voor loyale tegenspraak vergt ander type leiderschap, Avans Hogeschool, 15 november 2023: www.avans.nl

Monitor Integriteit en Veiligheid 2022, Rijksoverheid, 1 juni 2022: www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/06/01/rapport-monitor-integriteit-en-veiligheid-2022


Evenwicht en tegenwicht,
Samenspraak en tegenspraak,
Macht en tegenmacht,
Kunnen in een democratische rechtsorde niet zonder elkaar.
Herman Tjeenk Willink

Drie vragen aan twaalf (kandidaat-)Kamerleden. Wat wil hun partij doen voor verpleegkundigen en verzorgenden?

Overmorgen zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Hoe zien de plannen van de politieke partijen eruit wat betreft de gezondheidszorg? Vereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) legde (kandidaat-)Kamerleden drie vragen voor:

  • Wat gaat uw partij doen voor verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten?
  • Wat moet er veranderen in de zorg?
  • Wat is uw boodschap aan verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten?

V&VN heeft de volgende partijen benaderd: VVD, D66, GroenLinks-PvdA, PVV, CDA, SP, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, Forum voor Democratie, BBB, SGP, DENK, Volt, JA21, BIJ1 en Nieuw Sociaal Contract (NSC).
Niet gereageerd hebben de Partij voor de Dieren, DENK, Volt en JA21.

Wat V&VN opvalt, is dat de plannen en ideeën van de politici voor de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 grotendeels lijken op die van twee jaar geleden voor de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021. Van meer zeggenschap en inspraak tot meer loon en betere arbeidsvoorwaarden. Ook nu benadrukken bijna alle partijen het belang van het investeren in zorgmedewerkers en het terugdringen van de administratielast.

Bekijk de antwoorden op de drie vragen op V&VN (16 november 2023): www.venvn.nl/nieuws/kijk-en-vergelijk-wat-willen-de-politieke-partijen-voor-verpleegkundigen-en-verzorgenden/

Zie ook: Verkiezingsprogramma’s 2023: dit gaat er gebeuren voor zorgpersoneel, Nationale zorggids, 17 november 2023: www.nationalezorggids.nl

Verkiezingsprogramma’s 2023: wat de partijen voor de zorg willen betekenen, Nationale zorggids, 20 november 2023: www.nationalezorggids.nl

Ambtenaren, spreek u uit!

Hoofdredacteur Eric de Kluis van Binnenlands Bestuur – tijdschrift en journalistieke nieuwssite voor ambtenaren en bestuurders – schrijft dat ambtenaren hun mening mogen geven. “Voor elke burger geldt het grondrecht van vrije meningsuiting. Dus ook voor ambtenaren”. De tekst staat letterlijk in de Gedragscode Integriteit Rijk.
En eronder: “Maar voor jou als ambtenaar is dit recht in relatie tot jouw ambtelijk functioneren wel begrensd”.

Zo maakt het verschil hoe dicht de ambtenaar bij het onderwerp staat waarover deze een mening uit. Wie voor de onderwijsinspectie werkt moet bijvoorbeeld terughoudender zijn met het uiten van een persoonlijke mening over de onderwijskwaliteit dan iemand van de Belastingdienst. Maar die laat zich weer beter niet al te kritisch uit over belastingheffing. Daarnaast waarschuwt de gedragscode ambtenaren zich niet al te persoonlijk uit te spreken over onderwerpen die op dat moment maatschappelijk en politiek gevoelig liggen. Zoals de strijd tussen Israël en Hamas.

Onlangs verschenen er oproepen van groepen ambtenaren die vinden dat de politiek na de Hamas-aanslagen wel erg eenzijdig achter Israël ging staan. De brieven van rijksambtenaren en van Amsterdam werden honderden keren ondertekend. Rode draad: overheid, heb meer oog voor de gevolgen voor Palestijnse burgers van het gebombardeer van het Israëlische leger op de Gazastrook.

Demissionair minister van Justitie en VVD-lijsttreker Yesilgöz haalde hard naar ze uit: “De politieke leiding bepaalt de lijn, niet andersom”.
Opmerkelijk. Want de ambtenaren deden geen poging het beleid te bepalen, ze vroegen om “aandacht en steun voor de-escalatie en onmiddellijke beëindiging van de voortdurende geweldsituatie in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever”. Ze gaven een mening. En dat mogen ambtenaren.

Lees het hele artikel Ambtenaren en meningen, door Eric de Kluis, Binnenlands Bestuur, 10 november 2023: www.binnenlandsbestuur.nl/carriere/meningen-en-ambtenaren

De rol van de zorgverzekeraar in verkiezingsprogramma’s politieke partijen

De beroepsvereniging voor zorgverleners VvAA licht in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 wekelijks een onderwerp uit de verkiezingsprogramma’s toe. Over de rol van de zorgverzekeraars bijvoorbeeld.

Het grootste deel van de zorg binnen de Zorgverzekeringswet wordt concurrentieel ingekocht en individueel gecontracteerd. Dat is en blijft het uitgangspunt binnen ons zorgstelsel, zo staat in het Integraal Zorgakkoord (IZA). Met de gemaakte afspraken in het akkoord wil men volop inzetten op passende zorg. Een adequaat contracteerproces is een belangrijke voorwaarde voor goede afspraken over de transitie naar passende zorg.

De rode draad binnen het IZA is passende zorg, die gebaseerd is op vier principes: zorg is waardegedreven, effectief en doelmatig, komt samen met en rond de patiënt tot stand, is juiste zorg op de juiste plek en gaat over gezondheid in plaats van over ziekte.
In het IZA staan afspraken om de transitie naar passende zorg te versnellen.

Contract afsluiten

Voor het afsluiten van een contract zijn in het akkoord voor zorgverzekeraars en -aanbieders afspraken gemaakt ter verbetering van het proces van contracteren. Dat dit hoog nodig is blijkt ook uit een recent onderzoek van VvAA*) waarbij per zorgverzekeraar zichtbaar is gemaakt waar de grootste mogelijkheden ter verbetering liggen.

In het IZA staat daarnaast dat zorgverzekeraars meer sturingsmogelijkheden krijgen om (on)gecontracteerde zorgaanbieders te laten binden aan de noodzakelijke transformatieafspraken. Denk aan het verlagen van de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg en de mogelijkheid om niet-passende zorg niet te vergoeden.

Wat zeggen de politieke partijen hierover?

Vrijwel alle partijen onderstrepen expliciet het belang van de transitie naar passende zorg. Over de rol die zorgverzekeraars daarbij dienen te spelen, lopen de standpunten sterk uiteen. Van het sterk beperken van hun rol (of zelfs geheel afschaffen van zorgverzekeraars) tot het sterk verstevigen van hun rol (bijvoorbeeld doordat zij niet langer verplicht worden om ongecontracteerde zorgaanbieders te vergoeden).

Lees verder op VvAA over de rol van de zorgverzekeraar in de programma’s van elf politieke partijen:  www.vvaa.nl

*) Rapport Van verschil naar verbetering. De ervaring van praktijkhouders met zorgverzekeraars, SiRM, september 2023:
https://media.umbraco.io/vvaa/5wqpw5h3/onderzoek-vvaa-en-sirm-van-verschil-naar-verbetering.pdf

#NewNews doet onderzoek naar de relatie tussen media-aandacht en nieuwe politieke partijen

Hoe krijgt een nieuwe politieke partij aandacht in de media? Onderzoekers van #NewNews houden zich bezig met antwoorden op de vraag hoe media berichten over nieuwe politieke partijen en de electorale effecten daarvan. Waarom zijn sommige nieuwe politieke partijen succesvol en andere niet? In het onderzoek speelt vooral de overweging van de kiezer een grote rol.
#NewNews is een project o.l.v. Joos van Spanje, hoogleraar faculteit Politiek, Internationale betrekkingen en Filosofie aan de Royal Holloway, University of London en wordt gesubsidieerd door de European Research Council (ERC). Van Spanje geeft leiding aan zeven onderzoekers. Een van hen is Rachid Azrout, universitair docent Politieke communicatie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Hij gaf een presentatie over nieuwe partijen in de media waarvan een weergave op de site van de UvA staat: Hoe belandt een nieuwe politieke partij in de media?

Over de relatie tussen media-aandacht en nieuwe partijen, zegt Azrout: “In Nederland zijn er veel nieuwe partijen die niet worden genoemd in de media. Kijkend naar alle verkiezingen na de Tweede Wereldoorlog, hebben we 183 nieuwe partijen gevonden. Uit onze steekproef waren er 80 niet één keer genoemd in de landelijke media, terwijl slechts 33 partijen meer dan drie keer in het nieuws kwamen”.

Geen bemoedigende statistiek voor politieke nieuwkomers. Azrout: “Nieuwe partijen zijn heel belangrijk. Ze brengen nieuwe ideeën, stemmen en zorgen voor een gezonde democratie. Media spelen een belangrijke rol in hun succes. Een kiezer die jouw partij niet kent, zal nooit op je stemmen”.
Dat is zeker niet het geval met de in november 2019 opgerichte BoerBurgerBeweging en de in augustus 2023 opgerichte partij Nieuw Sociaal Contract. Zij krijgen veel aandacht in de huidige verkiezingstijd.

Maar hoe krijgen nieuwe partijen dat voor elkaar? Azrout: “Wat meespeelt is of nieuwe partijen al zijn vertegenwoordigd in het parlement. Dat klinkt misschien raar, maar neem bijvoorbeeld Pieter Omtzigt. Die zit al een tijdje in de Tweede Kamer. Nieuwe partijen die zijn afgesplitst, of een fusiepartij als GroenLinks/PvdA, hebben al een zetel in het parlement. Als je al enige bekendheid hebt, is het voor een journalist makkelijker en interessanter om op te schrijven wat jouw partij ervan vindt”.

Eén onderwerp

Een van de conclusies van het onderzoek van #NewNews is dat nieuwe politieke partijen die zich profileren op één onderwerp en tegen de heersende ideologie van een gevestigde partij, meer opvallen. Azrout geeft een voorbeeld: “Dit is wat Belang van Nederland (BVNL) doet. Zij zeggen dat de VVD haar liberale standpunten niet genoeg duidelijk maakt en dat zij een puurder geluid laten horen. BVNL profileert zich als de ondernemerspartij, waar de VVD eigenlijk om bekend staat. De kiezers kennen dat onderwerp al, waardoor de partij makkelijker aandacht krijgt”.

Nieuwe thema’s

Partijen die nieuwe thema’s introduceren zijn ook succesrijk. Het blijkt dat waar specifiek werd gekeken naar een groene partij die aandacht besteedt aan een milieuvraagstuk en een gevestigde partij hier later ook aandacht aan besteedt, de media-aandacht van de nieuwe partij stijgt. Doordat de gevestigde partij het onderwerp oppakte, steeg het belang van de nieuwe partij. Dat heeft niet alleen een media-effect, maar ook invloed op het stemgedrag van de kiezer. Azrout: “De Nederlandse partij die dit het meest succesvol wist uit te voeren is de PVV van Geert Wilders. Door vaak op het randje te gaan zitten, deed hij uitspraken die vrijwel altijd tot een reactie leiden van de gevestigde partijen”.

Wat ook voorkomt is dat een gevestigde partij het thema van de nieuwe partij overneemt. Azrout: “Dit is voor een nieuwe partij natuurlijk slecht, omdat zij een nieuwe stem in het politieke debat willen laten horen. Alleen hun gedachtegoed gaat niet verloren: het is overgenomen door een grote partij. De nieuwe partij is misschien niet succesvol, maar het thema waar ze voor strijden wel. Zo wordt het partijsysteem continu ververst”.’

Hoe belandt een nieuwe politieke partij in de media? Universiteit van Amsterdam, 7 november 2023: www.uva.nl

Faculteit Maatschappij & gedrag, UvA: www.uva.nl

NewNews: www.newnewsproject.com

Get to know…Professor Joost van Spanje, Royal Holloway: https://intranet.royalholloway.ac.uk/

Hieronder video ‘Nieuwe partijen in de media’ met Rachid Azrout (2 november 2023)

Uitgekozen 15 films voor sociaal werkers. Van mantelzorg tot schijnstudent. Van Toeslagenaffaire tot schuldprobleem

Website Zorg + Welzijn voor professionals en beleidsmakers in het sociaal domein heeft vijftien (documentaire) films uitgekozen die elke sociaal werker gezien wil hebben. De films maken op treffende wijze problemen in het sociaal domein zichtbaar, zoals schulden, huiselijk geweld of prestatiedruk onder jongeren. De films zijn eerder vertoond op televisie, en gratis – uitgezonderd Master of Light – terug te zien op internet via 2Doc.nl, NPO Start, HUMAN of Avro Tros.

De gekozen films

1 en 2. Over hulp aan probleemgezinnen: Verloren hulpverleners en Verloren kinderen. NPO Start: https://npo.nl/start/serie/verloren-hulpverleners
en https://npo.nl/npo3/verloren-kinderen/VPWON_1340132

3 en 4. Over prestatiedruk onder jongeren: Schijnstudent en Boven verwachting. 2Doc.nl: https://www.2doc.nl/documentaires/2022/11/schijnstudent.html
en https://www.2doc.nl/documentaires/2022/10/boven-verwachting.html

5. Over de problematiek van de Toeslagenaffaire: Alleen tegen de staat. 2Doc.nl: www.2doc.nl/documentaires/2021/09/alleen-tegen-de-staat.html

6. Over de wereld van de schuldproblematiek: Schuldig. HUMAN: https://www.human.nl/schuldig/over-schuldig.html

7. Over de impact van huiselijk geweld op het gedrag en de ontwikkeling van een tiener. Dramafilm Camouflage, duur 16 minuten. AvroTros: hwww.youtube.com/watch?v=8Q77U5NMoH0

8. Over intergenerationeel trauma: Master of Light. HBO Max: https://hbo.max.com/nl/nl/movies/master-of-light/1415ed1f-cb44-4a82-998d-77af33f9ca40

9. Over mantelzorg en het zorgsysteem van de toekomst. Serie Sociaal Kanaal. NPO Start: https://npo.nl/start/serie/kanaal-sociaal

10. Over eenzaamheid onder ouderen in Rotterdam:  Goede Buren. 2Doc.nl: www.2doc.nl/documentaires/2019/09/goede-buren.html

11. Over partnergeweld: Femicide. NPO Start: https://npo.nl/start/serie/2doc/seizoen-9_1/femicide/afspelen

12. Over mantelzorg: Vader in de tuin. NPO 2Doc. ww.2doc.nl/documentaires/2020/05/vader-in-de-tuin.html

13. Over paardencoaching bij jongeren met mentale problemen: Spiegel. Te zien op TNPO 2 om 23.35 uur op maanda: www.vprogids.nl/documentaires/lees/artikelen/2023/Spiegel-dicht-op-de-huid-gefilmde-documentaire-over-paardencoaching.html

14. Over het hebben van een bipolaire stoornis: Wanneer waan werkelijkheid wordt. NPO 2Doc: www.2doc.nl/documentaires/2023/10/wanneer-waan-werkelijkheid-wordt.html

15. Over dakloze jongeren: Zie je mij. NPO 2Doc: www.2doc.nl/documentaires/2023/10/zie-je-mij.html

Update: deze 15 films en documentaires wil je als sociaal werker gezien hebben, Zorg + Welzijn 30 oktober 2023: www.zorgwelzijn.nl