Het thema van de zomeruitgave 2017 van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken is gewijd aan ervaringsdeskundigheid. Het onderwerp staat momenteel volop in de belangstelling, niet alleen in de geestelijke gezondheidszorg maar ook op het terrein van de armoede. Een ervaringsdeskundige is volgens de definitie een persoon die door gerijpte en doorleefde ervaring van tegenslag, ziekte, beperking, lotgeval of levensomstandigheid in staat is om de kennis die niet door studie, maar door eigen ervaring is opgedaan, te benutten. Mensen die ernstig en aanhoudend psychisch lijden en in armoede leven zijn deskundig.
Op verschillende plaatsen in ons land is er een beroepsopleiding tot ervaringsdeskundige te volgen. De opleiding is er voor studenten die zelf psychische problemen of armoede hebben ervaren en lotgenoten met hun ervaring willen ondersteunen. Er is bijvoorbeeld een mbo-beroepsopleidng in Rotterdam aan het ROC Zadkine, en sinds 2016 is er de Coöperatieve Opleiding ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting (COEVA) in Amsterdam, Utrecht, Groningen en binnenkort Eindhoven. Op Hogeschool Windesheim is de specialisatie ervaringsdeskundig sociaal werker een afstudeerrichting. Een ex-verslaafde kan de hogeschool verlaten als ervaringsdeskundig hulpverlener. Daarmee is Windesheim koploper in het hoger onderwijs.
Wetenschappelijke belangstelling
Kennis van mensen die ‘het hebben meegemaakt’ mag zich steeds meer verheugen in wetenschappelijke belangstelling. In april 2017 promoveerde Wilma Boevink, zelf ervaringsdeskundige, op het onderwerp aan de Universiteit van Maastricht. Titel van haar proefschrift HEE! Over herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid in de psychiatrie. Boevink betoogt dat ervaringsdeskundigen niet worden geboren en ook niet ‘van de fabrieksband afrollen’. Er moet in hen geïnvesteerd worden.
Alie Weerman promoveerde in mei 2016 cum laude aan de Vrije Universiteit met haar onderzoek naar ervaringsdeskundige zorg- en dienstverleners. Weerman, thans lector aan Hogeschool Windesheim, waarschuwt ervoor ervaringsdeskundigen niet te veel als bijzondere vogels te zien die in een reservaat thuishoren. Ze waarschuwt er ook voor dat ervaringsdeskundigen geen nieuw machtsbolwerk moeten vormen. Ervaringsdeskundigheid moet niet teveel een systeem op zich worden. Zij ziet graag dat ervaringsdeskundigheid een vrije beweging blijft die tegengeluiden laat horen van buíten het systeem, als correctie daarop.
Ervaringsdeskundigen aan het woord
In het eerste artikel in deze uitgave is Edo Paardekoper aan het woord. In een meeslepend levensverhaal, verteld aan redacteur Marc Räkers: “Hoewel ik er niet voor betaald word, beschouw ik mijzelf wel als een geprofessionaliseerde ervaringsdeskundige. Er woedt een discussie binnen de wereld van de ervaringsdeskundigen over wanneer je effectief ervaringsdeskundige kunt zijn. Ik zie teveel mensen die bij wijze van spreken drie weken geleden nog in de crisisopvang zaten en die morgen weer totaal ontregeld aan de haldol kunnen zitten en die zich vandaag presenteren als ervaringsdeskundigen. Nou, dat moet je niet doen, denk ik. Daarmee maak je jezelf heel erg kwetsbaar, maar de ander ook. Die verwacht dan iets van je wat je niet kunt bieden. Het is echt nodig dat je een heel eind bent in je herstelproces. Dat je dit proces min of meer hebt kunnen afronden en dat het onderdeel geworden is van jezelf. Dat is volgens mij echt noodzakelijk om effectief ervaringsdeskundige te kunnen zijn, anders richt je alleen maar schade aan”.
Een andere ervaringsdeskundige die aan het woord komt is Heidi van der Laan. Zij lijkt de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken waarin haar familie generaties lang was opgesloten. Ze ondersteunt en begeleidt inwoners van Nieuwe Pekela, een oude Groningse veenkolonie, om ook uit de armoede te raken. De echte verandering voor Van der Laan begon toen de consulent van de sociale dienst “mij het aanbod deed voor een opleiding tot ervaringsdeskundige. Ik heb meteen ja gezegd: een kans, eindelijk!” Voor die opleiding reisde ze een jaar lang elke maandagochtend met twee andere mensen uit het noorden naar Utrecht. Dinsdag aan het einde van de middag togen ze weer huiswaarts.
In haar dagelijkse werk als ervaringsdeskundige is Van der Laan zich steeds meer gaan realiseren dat ervaringsdeskundige een eenzaam beroep kan zijn: “Je werkt meestal samen met collega’s die uit een heel ander milieu komen en in jou soms een concurrent zien. Daarnaast staat er afstand met je oude omgeving. De een vindt dat je met de vijand heult en de ander prijst je je graf in dat je zover bent gekomen. In plaats van erover te zwijgen, zoals ik voorheen gedaan zou hebben, praat ik er nu over met mensen. Dat helpt om misverstanden te voorkomen”.
Ervaringsdeskundigen en de toekomstige regering
Het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken vroeg aan ervaringsdeskundigen wat zij zouden willen dat de aanstaande regering doet? Studenten van de Amsterdamse COEVA gingen op pad om de verlangens op te tekenen. Een van de antwoorden luidde: “Beste Kamerleden, beleidsmakers, klaarblijkelijk is uw focus gebaseerd op de visie van de doorsneemens met supermodale inkomsten en een druk sociaal leven. Deze groep buigt mee en zwijgt omdat u besluiten in hun voordeel neemt. De ondermodale samenleving is hier de dupe van. Echt medeleven en empathie is vaak ver te zoeken. Met de inzet van ervaringsdeskundigen uit armoede en sociale uitsluiting krijgt u een andere visie. Samen kunnen er besluiten gemaakt worden waar iedereen wat aan heeft”.
Professionele hulpverleners en ervaringsdeskundige ‘professionals’
Een andere vraag die we zouden kunnen stellen is wat de professionele hulpverleners vinden van de ervaringsdeskundigen? Volgens Marc Räkers voelen professionals in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGz) en armoedebestrijding zich bedreigd door deze nieuwe groep op het terrein van het sociaal werk: “Maar, deze ontwikkeling is een reactie op het feit dat veel mensen in de hulpverlening zich niet gezien en gehoord voelen en dat de huidige professionals er kennelijk onvoldoende in slagen aan te sluiten bij de belevingswereld van hun cliënten”.
Cultuurpsycholoog Jos van der Lans schrijft tenslotte in een column dat de dominante professionele orde ervaringsdeskundigheid vooral blijkt te zien als een aanvulling op wat er is: “Het is eerder een soort smeerolie om moeizame relaties tussen professionals en cliënten vlot te trekken dan dat het als hefboom wordt gezien om de eigen professionele orde te ondervragen.
Ervaringsdeskundige ‘professionals’ daarentegen zijn vaak uit ervaring kritisch op het bestaande professionele hulpsysteem. Zij willen het herstel van mensen niet langer laten dicteren door instellingen en professionals, maar veeleer door de mensen zelf, gesteund door lotgenoten, door betekenisvolle anderen, door ervaringsdeskundige coaches en maatjes. Professionals en hun instellingen moeten hun praktijk zo inrichten dat ze hun kennis en kunde voegen naar de hulpstructuren die mensen zelf in hun leefwereld inrichten om aan hun herstel te werken. Ruimte bieden aan ervaringsdeskundigheid is dus niet een extra declaratietitel erbij, maar vraagt om een andere inrichting van hulpverleningsrelaties”.
Ervaringsdeskundigheid is een fundamentele kennisbron die niet meer weg te denken is uit het sociaal werk.
Klik hier voor downloaden zomernummer 2017 Ervaringsdeskundigheid, Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken