Skip to main content

Redactie Beroepseer

Aantal klachten en schadeclaims van patiënten stijgt. Worden zorg en patiënt beter van een claimcultuur of juist niet?

Het aantal claims tegen huisartsen is de afgelopen jaren met 55 procent gestegen. “Patiënten krijgen duizenden euro’s schadevergoeding na fouten huisarts”, meldde RTL Nieuws. Tussen 2012 en 2017 is het aantal schadeclaims bij de grootste verzekeraar van huisartsen VvAA – bij wie 80 procent van de huisartsen is verzekerd – opgelopen van 222 naar 345.
Ook het gemiddelde bedrag van de uitgekeerde vergoedingen, bijvoorbeeld als mensen invalide raken doordat ze te laat worden doorverwezen naar het ziekenhuis, nam de afgelopen vijf jaar toe, van gemiddeld 6600 naar 10.800 euro.

De meeste claims worden ingediend door patiënten die een hart- of herseninfarct hadden, die niet werd herkend door de huisarts. Het niet tijdig opmerken, betekent vertraging bij de noodzakelijke behandeling. In 73 procent van de claims loopt een patiënt langer met klachten door dan nodig is, waardoor ze niet kunnen werken of langer ziek zijn.

Oorzaken

Volgens VvAA zijn de mogelijke oorzaken van de stijging:

  • Het sociale vangnet verschraalt:
    Vergoedingen vanuit de overheid zijn in de afgelopen jaren beperkt. Waar als gevolg van een medisch incident bijvoorbeeld een traplift nodig is, werd dit voorheen door de overheid vergoed. Nu maakt dit vaker deel uit van de schadevergoeding.
  • Een stijgend aantal zzp’ers:
    Bij zzp’ers ligt het indienen van een claim eerder voor de hand. Omdat er voor hen vaak geen financieel vangnet is zoals voor werknemers, leidt uitval vaak tot direct inkomensverlies.
  • Hogere vergoeding letselschadeadvocaten:
    Over de afgelopen jaren ziet VvAA tevens een stijging in de tarieven die letselschadeadvocaten rekenen voor hun diensten. Deze vergoeding maakt deel uit van de totale schadevergoeding met als gevolg dat die ook stijgt.

Door de toenemende werkdruk van huisartsen wordt de kans op fouten groter. Huisartsen hebben de laatste jaren meer taken gekregen van het ziekenhuis. Daarnaast staan patiënten er niet om te springen om te worden doorgestuurd naar het ziekenhuis in verband met hun eigen risico.

Ook het aantal tuchtzaken stijgt. Het aantal meldingen van fouten door huisartsen blijkt in zes jaar met 33 procent gestegen. Steeds meer patiënten dienen een klacht in bij het het Medisch Tuchtcollege.

Een van de oorzaken kan ook veranderende wetgeving zijn. Per 1 januari 2016 is de de wet kwaliteit, klachten en geschillen van kracht geworden. Sinds die datum is het eenvoudiger geworden voor patiënten om schadeclaims in te dienen. Volgens deze wet is het niet langer nodig een medisch expert in te huren. Deze heeft al een plek in de geschillencommissie door deze wet. Een toename van claims als gevolg van deze wet werd voorzien door onderzoekers.

Wantrouwen

Een tuchtklacht of schadeclaim gaat huisartsen niet in de koude kleren zitten. Er zijn dokters die er een burn-out door krijgen. Een enkeling stopt helemaal met werken, zegt huisarts Katerijne Slot in een gesprek met RTL Nieuws. Zij kreeg zelf te maken met zowel een tuchtzaak als een schadeclaim. Uiteindelijk waren beide klachten ongegrond. Deze zaken hadden grote invloed op haar werk: “Ik zag elke patiënt die ik binnenriep als een potentiele aanklager. Hoe goed ik die mensen ook kende, hoe aardig ik ze ook vond. Dus ik ging ze eigenlijk wantrouwen. Het is ontzettend akelig om dat te moeten voelen”. De invloed was zodanig dat Slot eerder ging doorverwijzen en meer bloedonderzoek ging aanvragen: “U vraagt wij draaien, zeg maar”.

Slot pleit voor betere communicatie voordat een claim wordt ingediend. Dat er een soort tussenstap komt waarbij arts en patiënt toch met elkaar in gesprek gaan onder begeleiding van een mediator, een klachtenbemiddelaar. Men kan dan vervolgens kijken of men er samen uit kan komen: “Dat neemt niet weg dat dat niet in de plaats komt van een tuchtcollege, omdat ik nog steeds denk dat het een goede zaak is, dat dat er is“.

Defensieve geneeskunde

In 2016 bleek overigens al dat 85 procent van de zorgverleners eerder toegeven aan de druk van derde partijen dan in de voorgaande tien jaar. Bij wat genoemd wordt defensieve geneeskunde verrichten zorgverleners onderzoeken en behandelingen niet om primair medische redenen maar uit angst voor klachten en claims. In landen als de V.S. waar een claimcultuur heerst, is dit al jaren een veelbesproken onderwerp.

Melchior Spies, directeur Medische Aansprakelijkheid VvAA: “De huisartsenzorg in Nederland is van zeer hoog niveau. Echter, we zien – naast alle andere maatschappelijke ontwikkelingen zoals verschraling van het sociale vangnet en vergrijzing maar ook patiënten die mondiger worden – dat de huisarts steeds meer taken krijgt en in lijn daarmee stijgt de kans op claims. Voor de toekomst vormt de combinatie van het toenemende aantal zorgtaken en de stijgende werkdruk een reëel risico voor de kwaliteit van huisartsenzorg. Dat is iets waar we met het hele veld alert op moeten zijn en waarin we huisartsen zoveel mogelijk ondersteunen”.

De VvAA ziet het als een belangrijk doel huisartsen te helpen om medische incidenten tot een minimum te beperken. Op de site van VvAA staan vijf punten vermeld die van nut kunnen zijn voor het waarborgen van de kwaliteit van de huisartsenzorg in Nederland.

Patiënten krijgen duizenden euro’s schadevergoeding na fouten huisarts, RTL Nieuws, 17 mei 2018: www.rtlnieuws.nl

Aantal bij VvAA ingediende huisartsenclaims stijgt licht, VvAA, 17 mei 2018: www.vvaa.nl (Artikel niet meer beschikbaar op site VvAA)

Patiëntenbelang onder druk door spagaat zorgverlener, Blogs Beroepseer, 29 maart 2016: https://beroepseer.nl/blogs

Landelijke protestactie van vier dagen tegen besparingen op universiteiten begint op 22 mei 2018

Universiteitsmedewerkers en studentenclubs gaan in de periode 22 tot en met 25 mei 2018 protesteren tegen de bezuinigingen op universiteiten. In deze landelijke actieweek komen studentenbonden met ‘ludieke acties’ op universiteiten door het hele land. Initiatiefnemers van de actieweek zijn onder meer de Landelijke Studentenvakbond, de Asva Studentenunie en actiegroep #WOinactie, die in december 2017 al een petitie aan de Tweede Kamer aanbood. Hun eis: meer geld naar wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.

Rens Bod, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en initiatiefnemer van actiegroep #WOinactie, geeft uitleg in een interview met Sterre van der Hee in Folia – het journalistieke medium voor studenten, docenten en medewerkers van de UvA, uit: “We willen samen optrekken: docenten, studenten, bestuurders en vakbonden. Om een duidelijk signaal af te geven”.

Zo organiseert, aldus Folia, de Asva Studentenunie met actiegroep Nieuwe Universiteit en facultaire studentenpartij Humanities Rally op 22 mei een Night of protest op de UvA, inclusief diversiteitsworkshop, paneldiscussie over de bezuinigingen en lezing over het academisch media-instituut DIA, dat waarschijnlijk moet sluiten. Het College Sociale Wetenschappen (CSW) wil de samenwerking met DIA opzeggen.

Structurele investeringen in onderwijs

De landelijke actieweek wil de aandacht vestigen op de bezuinigingen in het onderwijs. Bod: “In de actieweek sturen we een ultimatum aan de Tweede Kamer: op Prinsjesdag moet de zogeheten doelmatigheidskorting – de 183 miljoen aan budgetoverschrijding op onderwijs onder Rutte II, die het kabinet nu wil terughalen – zijn afgeschaft, want door die korting duren de bezuinigingen nog tot 2021. Ook willen we meer structurele investeringen in onderwijs en de verwevenheid van onderwijs en onderzoek. Deze acties tonen aan dat ook de studenten achter ons staan, en dat is belangrijk: als één groep sta je sterker”.

Als het kabinet het ultimatum negeert, dan komt er eind september 2018 een docenten-actieweek. Bod: “Daarbij kun je denken aan ludieke openluchtcolleges op het Stationsplein, op de pont, of op de tram. Als er dan niets gebeurt, denken we aan een ‘witte staking’: we houden ons strikt aan de uren in ons contract, stoppen met vrijwillige reviewtaken of doen massaal aangifte bij de arbeidsinspectie. Heeft dat geen effect, dan kunnen we nog een echte staking organiseren, met de vakbonden. We houden druk op de ketel“.

Lees het hele interview met Rens Bod: Volgende week landelijke actieweek tegen besparingen op universiteiten, door Sterre van der Hee, Folia, 15 mei 2018: www.folia.nl

U P D A T E

Rens Bod | Het mooiste wetenschappelijke nieuws van 2022, door Rens Bod, Folia, 6 juli 2022: www.folia.nl/opinie/152711/rens-bod-het-mooiste-wetenschappelijke-nieuws-van-2022

 

 

 

Sociale partners sluiten akkoord met flinke loonsverhoging en vormen front tegen financiers: overheid, zorgverzekeraars en gemeenten

De organisatie voor zorgondernemers ActiZ, Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN) en de vakbonden CNV Zorg & Welzijn, FBZ, FNV Zorg & Welzijn en NU ’91 hebben op maandag 7 mei 2018 een akkoord bereikt voor een nieuwe CAO voor de verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg. De nieuwe cao heeft een looptijd van 15 maanden en gaat in op 1 april 2018. In het akkoord is een loonsverhoging van 4% opgenomen per 1 oktober 2018. Vanaf 1 september stijgen de leerlingsalarissen met 10%, en de stagevergoedingen zelfs met 16%.

Reële en dekkende vergoedingen

Om dit te realiseren is het noodzakelijk dat de financiers – overheid, zorgverzekeraars en gemeenten – reële en dekkende tarieven vaststellen én hanteren. Gemeenten betalen nu op grote schaal te lage tarieven voor thuishulp en zijn onvoldoende bekend met de nieuwe eisen van de wmo-zorginkoop. Door verzekeraars worden te vaak forse kortingen toegepast op de door de Nederlands zorgautoriteit vastgestelde maximumtarieven, en de loon-prijsindexering wordt onvoldoende toegepast. De sociale partners vinden dat onaanvaardbaar. Zij ontwikkelen een gezamenlijke strategie en trekken samen op om financiers ertoe te bewegen reële tarieven te hanteren.

Sector aantrekkelijk houden en instroom bevorderen

Werkgevers en vakbonden willen de zorgsector aantrekkelijk houden voor huidige medewerkers, uitstroom uit de sector voorkomen en nieuwe medewerkers aantrekken.
Behalve de structurele loonsverhoging en de marktconforme beloning, zijn er ook afspraken in de cao gemaakt over het bevorderen van instroom van nieuwe medewerkers en zij-instromers met een zogenaamde ‘oriëntatiebaan’.
Door een oriëntatiebaan kunnen mensen in een korte periode kennis maken met het veelzijdige werk in de VVT-sector (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg). Het is bedoeld als glijbaan naar een reguliere baan of opleiding in de zorg. Dit is dan ook een belangrijk element in de cao geworden. Hoe meer mensen op een laagdrempelige manier kunnen kennismaken met de zorg, hoe beter.

Confrontaties

Naar aanleiding van het akkoord schreef Bart Kiers op de site van Zorgvisie – voor management en beleid in de zorg – dat die loonsverhoging van 4 procent, die forser is dan in andere sectoren, voor problemen gaat zorgen bij de financiers van de zorg: “Want 4 procent loonsverhoging is meer dan de zogeheten OVA-ruimte, de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling. Die bedraagt naar schatting 3 procent over 2018 en mogelijk 4 procent over 2019. Maar de loonsverhoging over 2019 kan nog hoger uitvallen dan de 4 procent. Want de looptijd is tot 1 juli 2019. Daarna loopt die 4 procent structureel door. En de vakbonden zullen er voor de rest van 2019 een schepje bovenop willen doen. Het ligt voor de hand dat er forse confrontaties in het verschiet liggen met de financiers in de zorg om de loonstijging ook echt te realiseren. In de verpleeghuiszorg zijn dat de zorgkantoren, in de wijkverpleging de zorgverzekeraars en in de Wmo de gemeenten”.

Werkgevers en vakbonden sluiten akkoord CAO-VVT met flinke loonsverhoging van 4%, BTN, 8 mei 2018: https://btn.nu/persbericht-werkgevers-en-vakbonden-sluiten-akkoord-cao-vvt-met-flinke-loonsverhoging-van-4/

Noot: Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN) heet voortaan Zorgthuis:  www.zorgthuisnl.nl

Sociale partners vormen één front tegen financiers, door Bart Kiers, Zorgvisie, 9 mei 2018: www.zorgvisie.nl

Onderhandelaarsakkoord CAO voor de Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg, en Jeugdgezondheidszorg 2018 – 2019, 7 mei 2018: www.fnvvoorzorg.nl (Website bestaat niet meer)

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 mei 2018 tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Verpleeg-, Verzorgingshuizen, Thuiszorg en Jeugdgezondheidszorg, gepubliceerd in Staatscourant van 14 mei 2018, Officiële bekendmakingen: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-21486.html

Nationale ombudsman n.a.v. onderzoeksrapport ʻZorgen voor burgers’: Drempels zijn te hoog, regels te complex, mensen vallen buiten de boot

omslag zorgen voor burgers
Overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de zorg van burgers, werken nog steeds te veel vanuit hun eigen regels en kaders. Dit constateert Nationale ombudsman Reinier van Zutphen in zijn rapport Zorgen voor burgers. Van Zutphen: “Dat hokjesdenken blijft de toegang tot zorg belemmeren. Instanties missen vaak nog wat burgers echt nodig hebben in hun situatie. Burgers krijgen hierdoor geen passende zorg. Dit is al veel te lang het geval, het kan en moet nu snel beter”.

Overbodige (her)indicaties

De ombudsman vindt dat burgers zich niet hoeven te verdiepen in de werking van ‘het systeem van de overheid’. Om te voorkomen dat zij verstrikt raken in de complexe overheid moeten burgers gewoon terecht kunnen bij een eerste aanspreekpunt, waar zij geholpen worden in situaties waarbij meerdere overheden betrokken zijn. Hij mag er op vertrouwen dat hij, wanneer hij zich met een zorg- of ondersteuningsvraag bij de gemeente meldt, daar ook terecht kan. Het is vervolgens aan die gemeente om vast te stellen of de burger aan het juiste adres is of dat hij zich tot een andere instantie moet wenden. Is dat laatste het geval dan behoort de gemeente ervoor te zorgen dat er een ‘warme’ overdracht plaatsvindt.

De ombudsman ziet drie oplossingen om de door hem geanalyseerde knelpunten aan te pakken. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gaat hiermee met betrokken instanties aan de slag.

Meer dan een jaar geleden wees de ombudsman al op knelpunten die burgers ervaren als zij voor zorg aankloppen bij de overheid. En nog altijd hoort hij regelmatig van burgers dat het hen niet of nauwelijks lukt zorg of ondersteuning voor zichzelf te regelen. Op papier lijkt het allemaal goed geregeld maar in de praktijk zijn drempels te hoog, regels te complex en vallen mensen buiten de boot.

Een greep uit de knelpunten die burgers ervaren: het is niet altijd duidelijk bij welke instantie zij hun zorgaanvraag moeten indienen, zij worden van het kastje naar de muur gestuurd. Instanties wijzen burgers niet op onafhankelijke cliëntondersteuning. Hun zorg wordt niet gecontinueerd en zij ervaren bureaucratische rompslomp zoals overbodige (her)indicaties en te veel formulieren. Van Zutphen: “Deze knelpunten zijn ingrijpend, urgent en bestaan al veel te lang. Burgers moeten terecht kunnen bij één overheid waar instanties zoveel als nodig samenwerken”.

Oplossingen en afspraken

De Nationale ombudsman wil snel en concreet actie om de knelpunten op te lossen die de toegang tot zorg voor burgers belemmeren. Als oplossingen voor de betrokken instanties ziet hij dit:

  1. Werk integraal en multidisciplinair en verwijs burgers door. Zorg voor een ‘warme’ overdracht.
  2. Zorg voor een overbruggingsbudget in situaties waarin het niet direct duidelijk is welke zorgwet of financiering van toepassing is.
  3. Zet de uitvoering centraal en investeer in scholing en methodiekontwikkeling. Maak moeilijke gevallen bespreekbaar, escaleer indien nodig en leer ervan.

Deze oplossingen heeft de ombudsman op 25 april 2018 besproken met het het ministerie van VWS, Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. VWS, VNG en ZN gaan met de voorgestelde oplossingen aan de slag. In het najaar van 2018 zit de Nationale ombudsman opnieuw met hen aan tafel over de stand van zaken.

Rapport Zorgen voor burgers. Onderzoek naar knelpunten die burgers ervarenbij d e toegang tot zorg, door Annemarie Tuzgöl-Broekhoven, Jeanine Stam en Ramazan Atalikyayi, De Nationale ombudsman, 14 mei 2018: www.nationaleombudsman.nl

Samenvatting rapport Zorgen voor burgers: www.nationaleombudsman.nl

zorgen voor burgers samenvatting

Wat doet de teleurgestelde Nederlander?

De column Facebook en ING overleven van Ben van der Burg in het programma De ochtendspits van BNR Nieuwsradio begint met: “Ik ben teleurgesteld in de teleurgestelde Nederlanders.
De Nederlander kan genieten van de serie ‘The Handmade’s tale’ op Videoland, van een wandeling met zijn geliefde op de Westeindse Heide bij Nunspeet of van het kopen van een citroenijsje met wonderdip bij de ijssalon op de hoek. Wat doet de teleurgestelde Nederlander? Hij roept, schreeuwt of spreekt schande over iedere mogelijke misstand en vervolgens verbindt hij geen consequentie aan zijn teleurstelling.

De eerste misstand: de affaire Cambridge Analytica bij Facebook. De afgelopen weken kon de verontwaardiging niet groter zijn. Facebook bouwt een digitaal profiel van ons allen op en manipuleert je vervolgens door te bepalen waarop je stemt, wat je koopt, van wie je houdt, wat je verlangt en wat je wilt. De werkelijkheid ligt genuanceerder, maar voor de verontwaardiging moet je de misstand extreem framen. We waren zo boos dat vijftienduizend mensen interesse toonden in de ‘Bye Bye Facebook’-actie van Arjen Lubach. De actie van Lubach werd een flop. Verbinden we daar consequenties aan? Nee. We blijven (vooralsnog) massaal liken, scrollen en vrienden maken op het sociale netwerk van Mark Z.

Deze week bracht Telecompaper een onderzoekje naar buiten. In Januari had 73 procent van de Nederlanders Facebook op zijn telefoon. In april was dat 70%. Volgens Telecompaper kon niet gesproken worden van een significante daling. Ook het gebruik van Facebook liet geen daling zien. “Het gemiddelde gebruik van de Facebook-app lag in april net als in januari onveranderd op 25 dagen per maand”.

De tweede misstand betreft de schandalige voorgestelde loonsverhoging aan ING-topman Ralph Hamers.

Luister naar de hele column van Ben van der Burg waarin hij besluit met: ”De teleurgestelde Nederlander moet natuurlijk zelf weten dat hij alleen schreeuwt en geen actie onderneemt. Alleen ondermijnt dat gedrag zijn geloofwaardigheid”.

Klik hier voor podcast Facebook en ING overleven, door Ben van der Burg, De ochtendspits, BNR Nieuwsradio, 11 mei 2018: www.bnr.nl

HELP! Brandbrief van huisarts over werkdruk en problemen rond ANW-zorg

De Vereniging van Praktijkhoudende huisartsen (VPHuisartsen) ontvangt met regelmaat signalen over de toenemende werkdruk op huisartsen. Zo kreeg ze een brandbrief van Wendy Wolfe, huisarts in West-Friesland, die ze namens haar intervisieclub heeft gestuurd aan Huisartsenpost West-Friesland ((HAPWF) en Zorgkoepel West-Friesland (ZWF). In deze brief wordt de problematiek op de werkvloer en als praktijkhouder en ANW-verantwoordelijke duidelijk beschreven. Reden om de brief op de site van VPHuisartsen te publiceren.

VPHuisartsen schrijft dat ze haar best doet om verandering teweeg te brengen in de ANW problematiek*) en de belasting voor huisartsen/praktijkhouders.

Hoorn, 3 mei 2018

Aan: Huisartsenpost en Zorgkoepel Westfriesland

Beste Stefan en Phyllis,

Als intervisiegroep met ervaren huisartsen (allen 50-plus) schrijven we deze open brandbrief mbt de werkdruk in het algemeen en in het bijzonder die op de HAPWF. We maken ons zorgen om de toenemende kans op fouten door overbelasting, hoge werkdruk, hoog werktempo, prikkelbaarheid van alle betrokkenen waardoor er minder goede communicatie is. Het gaat niet alleen om toename van de werkdruk en het werktempo tijdens de dagpraktijk en diensten, maar ook om het toegenomen aantal diensten. We zijn namelijk genoodzaakt om meer diensten dan voorheen zelf in te vullen, omdat er een zorgwekkend tekort aan waarnemers is ontstaan. De bedachte oplossing om meer dokters te laten werken (7-D9) werkt niet, omdat ook hier onvoldoende waarnemers te vinden zijn. Het is de laatste tijd meerdere keren voorgekomen dat de achterwacht zelfs in de nacht(!) opgeroepen werd.

In deze brief beschrijven we de problemen die wij ervaren en de gevolgen daarvan voor ons en voor de dagpraktijk. We doen een dringend beroep op jullie om deze zaak verder te onderzoeken en samen met ons en de landelijke organisaties te werken aan oplossingen.

Probleem 1. Onverkochte diensten

Wij ‘verkopen’ al jaren onze nachtdiensten, vanwege de impact die nachtdiensten hebben op ons dag- en nachtritme en ons energieniveau. Sinds 2017 lukt het nauwelijks meer om een waarnemer te vinden voor met name de nachtdienst, met alle consequenties van dien (zelf van slag, de volgende
dag niet in de praktijk, toename van de werkdruk voor collega’s of doordat collega’s er niet zijn, etc). Dat alleen praktijkhouders voor de invulling van de diensten verantwoordelijk zijn is niet veel langer meer vol te houden voor de betrokkenen.

Probleem 2. Onvoldoende waarneming voor de dagpraktijk

Waarneming voor de dagpraktijk bij vakantie of ziekte blijkt (zeer) lastig in te vullen, waardoor enkelen van ons extra dagen werken in de dagpraktijk. Door de hoge werkdruk en het hoge werktempo overdag verkiezen wij, net als veel andere huisartsen het om ‘parttime’ te werken, 3 of 4 dagen per week. Parttime staat hierbij tussen aanhalingstekens omdat we ook met 3 dagen werken, gemakkelijk weken van 40 uur werken halen. Bij uitval van een collega en het niet kunnen vinden van een waarnemer, gaan we zelf maar weer extra werken.

Probleem 3. Lange werkdagen, hoog werktempo, geen of onvoldoende pauzes

De dagpraktijken zijn geopend van 8.00 – 17.00 uur. Een aansluitende avonddienst betekent werken van 8.00 tot 23.00 uur. Dat is in strijd met het arbeidsrecht en niet goed voor de kwaliteit van zorg. Voorheen was het nog wel te doen: eerder stoppen met het middagspreekuur, een rustige start op de post en een rustig laatste uur op de avond. Door de toegenomen zorgvragen is het nu echt anders en schieten ook de geplande pauzes in de avond er vaak bij in. Ook de overdracht gebeurt nog maar zelden met alle artsen. Een deel werkt ook tijdens deze overdrachten gewoon door. Als je al even de tijd neemt om te eten, na een uur of 3-4 non stop hard werken, komen ook daar vragen tussendoor. Het werktempo en ontbreken van pauzes is ondenkbaar in een normale CAO en vinden wij zelfs voor ons eigen personeel niet verantwoord.

Probleem 4. Geen opvolgers voor stoppende collega’s

Een HAGRO of HOED**) wordt extra belast met de dagpraktijk en diensten van een collega die om welke reden dan ook niet meer werkt. Door het tekort aan waarnemers doen de zittende praktijkhouders dit werk erbij, soms voor een lange periode. Dat is niet vol te houden.

Kortom: dit alles tezamen maakt dat wij, als praktijkhouders, onevenredig belast zijn, ons overbelast voelen en dreigen om te vallen. Houd hierbij rekening met een domino-effect, want na de één, dreigt de ander uit te vallen.

Wij roepen om hulp en wensen dat er oplossingen komen om te zorgen dat we in een acceptabel aantal uren en in een gezond tempo kunnen werken. Hierbij willen we alle betrokken partijen oproepen zich in te zetten voor oplossingen, zowel lokaal als landelijk.

Ons vak is mooi, maar bij te veel wordt het te zwaar en dan dreigen er fouten gemaakt te worden, met alle consequenties van dien.

Namens Carola Bakker, Margot Haan, Ilona Bolhuis en Annet Wind,

Met zorgelijke groet

Wendy Wolfe

Het water voorbij de lippen, VP Huisartsen, 9 mei 2018: www.vphuisartsen.nl


Noten

*) ANW = Avond, nacht en weekend.  Sinds 2013 verzorgt ANW Nederland de bereikbaarheidsdiensten tijdens de avonden, weekenden en nachten van de artsen in zorginstellingen door heel Nederland. In juni 2016 is daar de ondersteuning van huisartsen en huisartsenpraktijken bij gekomen. ANW Nederland is een professionele, landelijk opererende organisatie voor huisartsen, huisartsenpraktijken, andere (para)medische praktijken, verpleeghuizen en instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking.

**) HAGRO = Huisartsengroep. HOED = Huisartsen onder één dak.

Situatie integriteitsbeleid overheid zorgelijk

Audit Magazine ging op bezoek bij het Huis voor Klokkenluiders en sprak met Alain Hoekstra, deskundige op het gebied van integriteitsmanagement, en Arjen Wilbers, persvoorlichter en woordvoerder.
Audit Magazine is het vier keer per jaar verschijnende vaktijdschrift van het Instituut van Internal Auditors (ILA) Nederland*). Nummer 1 van maart 2018 is gewijd aan het thema fraude, ethiek en integriteit.

Het Huis voor Klokkenluiders is een zelfstandig bestuursorgaan. Het bureau kent een afdeling Advies, een afdeling Onderzoek en een afdeling Kennis & Preventie. De afdeling Advies is er voor werknemers inclusief ex-werknemers, zzp’ers, uitzendkrachten en vrijwilligers die te maken hebben met (mogelijke) misstanden. De afdeling Onderzoek is verantwoordelijk voor onderzoek naar misstanden op zaakniveau. De afdeling Kennis & Preventie richt zich op preventie. Dat betekent motiveren en ondersteunen van werkgevers om vorm en inhoud te geven aan integriteitsbevordering/-management. Het gaat dus om de preventieve kant van een goed opgetuigd integriteitsbeleid.

Er gaat altijd wel iets mis op de werkvloer. Dit hoeft geen probleem te zijn. Het is pas problematisch als daar geen openheid over is. Als werknemers misstanden niet kunnen aankaarten en als werkgevers werknemers die een misstand melden uitsluiten, overplaatsen, intimideren, ontslaan of op een andere manier benadelen. Om dit tegen te gaan, is sinds 1 juli 2016 de wet Huis voor Klokkenluiders (wet HvK) van kracht. Deze wet regelt dat werkgevers met meer dan 50 werknemers een meldprocedure voor vermoedens van misstanden moeten hebben, die klokkenluiders bovendien beschermt tegen benadeling.

Van kwaad tot erger

Vraag: Wat wordt in dit kader verstaan onder ‘misstanden’?

Arjen Wilbers: “Kort gezegd gaat het om werkgerelateerde misstanden waarbij sprake is van een overtreding van wet- en regelgeving of onbehoorlijk handelen/nalaten. Daarnaast zijn er doorgaans meerdere mensen bij betrokken, heeft het een structureel karakter en is er sprake van een inbreuk op het algemeen maatschappelijk belang. Het aankaarten van misstanden gaat helaas vaak niet goed en resulteert regelmatig in een geschil met de werkgever. Vaak is er een traject van integriteitschendingen aan vooraf gegaan”.

Alain Hoekstra: “Wanneer het een medewerker niet lukt om integriteitschendingen te adresseren dan neemt de impact hiervan op de organisatie toe en worden de negatieve gevolgen geleidelijk ernstiger. De stellingen worden betrokken en de opstelling naar elkaar wordt harder. Er gaat bovendien een katalyserend en besmettelijk effect uit van integriteitsschendingen waardoor je ziet dat het binnen een organisatie van kwaad tot erger gaat. Uiteindelijk kunnen integriteitsschendingen dan uitgroeien tot misstanden. Om dit te voorkomen stimuleren wij werkgevers aandacht te hebben voor (beter) integriteitsmanagement en ondersteunen wij hen hierbij”.

Met name de situatie bij de overheid blijkt zorgelijk

In november 2017 heeft het Huis voor Klokkenluiders de resultaten gepubliceerd van een Verkenning onder ruim driehonderd ondernemingsraden**). Onderzocht werd of zij hun verplichtingen wel naleven. Volgens Alain Hoekstra laten de resultaten zien dat preventie aandacht verdient. Zie tabel hieronder.

tabel huis voor klokkenluiders

Alain Hoekstra: “De resultaten van deze Verkenning bieden inzicht in de aanwezigheid van een aantal integriteitsmaatregelen in drie sectoren: de publieke, semipublieke en private sector. Deze maatregelen worden cruciaal geacht voor het bevorderen van een ethische organisatie. Het zijn maatregelen waar werkgevers verantwoordelijk voor zijn en waar werknemers recht op hebben. De Verkenning geeft aan dat integriteitsbeleid onder de maat is, zowel op de ‘harde’ als op de ‘zachte’ maatregelen. Met name de situatie bij de overheid blijkt zorgelijk, zeker gezien het feit dat de Nederlandse overheid al ruim 25 jaar investeert in integriteitsbeleid”.

Leidinggevenden communiceren nog te weinig expliciet over integriteit. Dat is een stevig manco. Immers, de effectiviteit van een gedragscode neemt toe als leidinggevenden deze regelmatig bespreken.

Lees het hele interview met Alain Hoekstra en Arjen Wilbers: Goed integriteitsmanagement loont, Audit no 1, maart 2018: www.iia.nl

Noten
*) Interne audit is een onderzoek dat, met een systematische en gedisciplineerde aanpak, wordt uitgevoerd naar het goed en betrouwbaar functioneren van de interne organisatie door auditors die in dienst zijn van die organisatie. Interne audit is een vorm van auditing die voorkomt bij grote organisaties zoals de overheid, grote ondernemingen en grote instellingen.
**) Meldprocedures en integriteitsvoorzieningen bij werkgevers in Nederland, Verkenning Huis voor Klokkenluiders, november 2017: https://huisvoorklokkenluiders.nl

omslag audit magazine no1 maart2018

 

Meer info over Audit Magazine:
https://www.iia.nl/actualiteit/audit-magazine

Meer info over Huis voor Klokkenluiders:
https://huisvoorklokkenluiders.nl

 

Open brief van docent aan ouders van leerlingen in het voortgezet onderwijs

Annet Kruidhof schreef een Open brief aan ouders van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Zij is docent op een middelbare school en schrijft regelmatig over haar belevenissen in de klas op de blog Dagboek van een docent:

Beste ouders,

Het is fijn dat u een betrokken ouder bent en begaan met het wel en wee van uw kind. Doorgaans delen u en ik die betrokkenheid voor uw kind op een goede manier. Soms slaat u echter enigszins door. Ik zal een paar voorbeelden geven.

Kennelijk vindt u het belangrijk dat uw kind continu bereikbaar is. Ook als het op school is. U appt en belt uw kind onder schooltijd. U leert uw kind dat het continu bereikbaar moet zijn.
Ik betrapte laatst een leerling met zijn mobiel in de les. “Mijn moeder belt, dan moet ik hem toch opnemen?”, vroeg hij verbaasd en verontwaardigd, nadat ik hem gesommeerd had zijn mobiel af te geven. Nee dus! Ik wil niet dat hij  hem opneemt. Onze school is gewoon telefonisch bereikbaar. Bij spoed is het geen probleem uw kind uit de les te halen. Wij kennen het rooster en weten waar uw kind zich bevindt.

Of neem die keer dat u ons mailde dat uw kind, dat verontwaardigd thuis kwam met de boodschap dat ze strafwerk had gekregen, dit niet hoefde te maken. Omdat u, net als uw kind, het er niet mee eens was. Hoe zou u het vinden als uw kind bij ons kwam klagen over het tijdstip van naar bed gaan? En ik dan zou zeggen: “Joh, jij gaat gewoon om 22.00 uur naar bed hoor, want ik ben het echt niet met je ouders eens”.
Realiseert u zich welke boodschap u uitdraagt?: “Wat de docent zegt is niet ter zake doende. Word je onheus behandeld op school? Kom thuis met je verhaal en wij lossen het voor je op.”
Wellicht bent u zich er niet van bewust dat deze reactie niet bevorderlijk is voor de docent-leerling relatie. Op het moment dat u ons gezag ondermijnt, neemt uw kind echter niets meer van ons aan. En rent het bij elke teleurstelling naar u toe om de problemen voor hem of haar op te lossen.
Weet u wat wel bijdraagt aan een gezonde docent-leerling relatie? Stimuleer uw kind het gesprek met de docent aan te gaan. Deze aanpak maakt dat uw kind een aantal zaken leert:

1. hoe het een probleem kan aanpakken|
2. dat het in gesprek kan gaan|
3. dat het verantwoordelijkheid neemt
4. dat het initiatief neemt
5. dat het leert omgaan met teleurstellingen
6. dat het ‘t heft in eigen handen neemt
7. dat het opkomt voor zichzelf

Mocht het gesprek niet het gewenste resultaat opleveren, dan heeft de docent het laatste woord en zullen u en uw kind, hoe vervelend dit ook is, zich daarbij neer moeten leggen.

Een ander voorbeeld:

Lees de hele Open brief aan ouders van leerlingen in het voortgezet onderwijs op de blog van Annet Kruidhof, Dagboek van een docent, 10 april 2018: https://dagboek-van-een-docent.blogspot.nl

open brief dagboek van een docent annet kruidhof

 

Consumenten maken weinig kans met indienen klacht bij Tuchtrecht Banken

Stichting Tuchtrecht Banken is verantwoordelijk voor de uitvoering van het tuchtrecht in de bankensector, als onderdeel van de wettelijk verankerde Bankierseed*). De stichting is op 1 april 2015 ingesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken.
Drie jaar na de invoering van Tuchtrecht Banken blijken consumenten veelal bakzeil te halen met hun klachten bij het tuchtorgaan. Hoewel particulieren verreweg de meeste klachten melden, blijkt de Stichting tot dusver vooral zaken te behandelen die door de sector zelf worden aangedragen. Dat blijkt uit een inventarisatie door actualiteitenprogramma EenVandaag, gepresenteerd op 3 mei 2018.
Consumenten kunnen een klacht indienen tegen individuele bankmedewerkers die de fout ingaan. Zij hebben de afgelopen jaren allemaal de bankierseed afgelegd, waarmee ze beloven de daaraan gekoppelde gedragsregels na te leven.

Rekeninggegevens bekijken zonder toestemming

De Tuchtcommissie Banken deed tot dusver uitspraak in 21 zaken. 18 keer werd een klacht (deels) gegrond bevonden, twee keer ongegrond en één keer niet ontvankelijk. In 11 gevallen was het vergrijp dermate ernstig dat een beroepsverbod werd opgelegd, de langste voor de duur van 18 maanden. Twee bankiers mogen 12 maanden niet in de bancaire sector werken, zes medewerkers een half jaar en nog twee anderen gedurende drie maanden. Zes bankmedewerkers kregen een berisping.
Het gaat bijvoorbeeld om medewerkers die rekeninggegevens bekeken zonder dat zij daar toestemming voor hadden of op naam van een klant een creditcard aanvroegen voor eigen gebruik

De overige 4 zaken waarin de tuchtcommissie uitspraak deed werden door consumenten gemeld. In 3 gevallen gebeurde dat pas na herziening van een aanvankelijke afwijzing van hun klacht. Ook 34 andere consumenten vroegen om herziening van hun afwijzing, maar kregen nul op het rekest.

Volgens hoogleraar rechtspleging Jonathan Soeharno, gespecialiseerd in tuchtrecht, was voorzien dat consumenten weinig kans zouden maken. Het tuchtrecht is er primair voor bedoeld om de sector schoon te houden. Met andere woorden, om de normen en waarden binnen de bancaire sector te bewaken. Volgens hem is het er niet primair voor bedoeld om de consumenten te beschermen: “Het was te voorzien dat consumenten weinig kans zouden maken. Het tuchtrecht bij banken werkt toch anders dan bij advocaten of artsen. Met hen heb je een persoonlijke vertrouwensrelatie. Als je advocaat of arts in de fout gaat kan je hem of haar rechtstreeks aanspreken. Bij banken gaat de besluitvorming over veel meer schijven. Dat maakt het lastig individuele medewerkers daarop aan te spreken. Je zou dat oplossen als je ook banken als organisatie tuchtrechtelijk kan aanklagen”.

Tweede Kamerleden van SP en PvdA willen uitleg van minister Wopke Hoekstra van Financiën over het beperkte aantal consumenten dat tot de tuchtcommissie weet door te dringen. Het CDA wil de Stichting Tuchtrecht Banken zelf vragen tekst en uitleg te komen geven in de Kamer.

Noot
*) In januari 2013 legden beleidsbepalers in de financiële dienstverlening een eed af in Den Haag. Een unicum in de wereld. De bestuurders beloofden met de eed dat ze zich goed zullen gedragen en altijd zullen opkomen voor de belangen van hun klanten. In Nederland is de bankierseed sinds 1 januari 2013 verplicht voor hooggeplaatsten in de financiële sector.

Consumenten vangen bot bij Tuchtrecht Banken, door Floris Prenger, Een Vandaag, 3 mei 2018: https://eenvandaag.avrotros.nl

De Bankierseed, Tuchtrecht Banken: https://www.tuchtrechtbanken.nl/de-bankierseed

Kamerstuk 2018Z08370 m.b.t bericht over botvangen consumenten bij Tuchtrecht Banken, Tweede Kamer, 4 mei 2018: www.tweedekamer.nl

Eed voor financiële sector, door Marijn Duintjer Tebbens, Een Vandaag, 10 januari 2013: https://eenvandaag.avrotros.nl