Skip to main content

Redactie Beroepseer

Ruimte in regels voor het mbo

‘Ruimte in regels’ biedt MBO-scholen en docenten mogelijkheid onderwijs in te richten zoals zij willen

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) publiceerde op 5 oktober 2018 de brochure Ruimte in regels – Handvatten voor goed en innovatief onderwijs:  middelbaar beroepsonderwijs die inzicht geeft in de kaders die wet- en regelgeving voor onderwijs in het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) stelt. En daarmee ook in de ruimte die er is voor scholen en docenten om zelf invulling te geven aan het onderwijs.
Voor de brochure is samengewerkt met de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO), het Kennispunt MBO Onderwijs & Examinering, de beroepsvereniging voor MBO-opleiders (BVMBO) en de Algemene Onderwijsbond (AOb).

Aan meer dan 150 docenten, instructeurs en beleidsmedewerkers in heel Nederland zijn vragen gesteld  tijdens gesprekken over wet- en regelgeving. Gebleken is dat docenten en andere betrokkenen in het MBO meer inzicht willen in de kaders die wet- en regelgeving stelt en de ruimte die er is om zelf het onderwijs mede vorm te geven.
De wet- en regelgeving voor het MBO-onderwijs biedt ruimte aan de school én de docent om het onderwijs in te richten naar eigen goedvinden. De regelgeving is juist niet bedoeld om alles dicht te regelen. Veel docenten vinden evenwel dat hun MBO-school ‘aan de veilige kant’ gaat zitten wat ruimte betreft, zodat niet altijd de doelen van het MBO worden behaald.

Interactief instrument

‘Ruimte in regels’ mag tegenstrijdig klinken, maar is dat dus niet.
Na lancering van de brochure gaat het ministerie van OCW samen met docenten een instrument ontwikkelen dat hen helpt bij het voeren van een gesprek met collega’s over de  wijze waarop zij de wet- en regelgeving toepassen op hun eigen onderwijs. Dat wordt dus een meer ‘interactief’ instrument, waarbij de brochure als naslagwerk kan fungeren.

Brigade voor vernieuwing van het onderwijs

In het Bestuursakkoord MBO 2018-2022, Trots, vertrouwen en lef, waarin afspraken staan tussen het ministerie van OCW en de MBO Raad over gezamenlijke ambities voor het MBO in de komende jaren, staat aangekondigd dat er een brigade komt, een gezamenlijk initiatief van de MBO Raad en het ministerie van OCW. Het doel van de brigade is dat scholen meer dan nu het geval is, de ruimte gaan nemen voor het vernieuwen van het onderwijs, zich minder laten remmen door belemmerende regels en deze regels aan de kaak stellen. Op dit moment wordt door de MBO Raad en het ministerie van OCW gewerkt aan de  aanpak en de werkwijze van de brigade. Zowel het ‘interactief’ instrument als de brigade verschijnen naar verwachting in het schooljaar 2018-2019.

’Eigenaar van ons eigen onderwijs’

mbo-docent Giel Kessels
MBO-docent Giel Kessels

Op de site Leraar staat het artikel Eigenaar van ons eigen onderwijs waar MBO-docent Giel Kessels van het Automotive aan het Summa College in Eindhoven vertelt over de manier waarop men zelf op zijn school het onderwijs vormgeeft en studenten laat meebeslissen over de manier waarop leerdoelen behaald kunnen worden. Aan het slot geeft Kessels een tip aan collega’s van MBO-scholen die ook het roer willen omgooien, maar niet weten hoe ze dat moeten doen: “Ik merk dat veel mensen een hele goede visie hebben en weten wat ze willen. Maar het ontbreekt vaak aan lef. Dus collega’s: begin gewoon. Dan rolt er vanzelf iets heel moois uit”: www.leraar.nl (Artikel niet meer beschikbaar).

Omslag brochure Ruimte in regelsBrochure Ontdekt de ruimte voor voortgezet middelbaar onderwijs

Downloaden brochure Ruimte in regels in het mbo, Ministerie van OCW, 72 p., oktober 2018: www.rijksoverheid.nl

Downloaden brochure Ontdek de ruimte. Ruimte in regels in het voortgezet onderwijs: www.onderwijsinspectie.nl

Bestuursakkoord mbo 2018-2022: Trots, vertrouwen en lef, Ministerie van OCW, 7 februari 2018: www.rijksoverheid.nl

Lees ook: Debat over het waarom en waartoe van het middelbaar beroepsonderwijs, Blogs Beroepseer, : beroepseer.nl

Op 19 november 2018 vindt De dag van het MBO plaats in Theater Orpheus in Apeldoorn

Wat is er gebeurd met het beroep van advocaat?

Het oktobernummer 2018 van het vier keer per jaar verschijnende Advocatie Magazine is gewijd aan de bedrijfsvoering voor advocaten. Sinds wanneer voeren advocaten een bedrijf? Wat is er gebeurd met het beroep van advocaat? Murk Muller, advocaat en Rechtsanwalt in Rotterdam en Berlijn, beantwoordt die vraag in zijn essay De commerciële advocaat bestaat niet dat hij voor Advocatie Magazine schreef en dat tevens hieronder te lezen is:

In Duitsland kun je je alleen in het handelsregister inschrijven, als je een bedrijf, een Gewerbe, uitoefent. Als Rechtsanwalt ben ik aldaar een ‘unabhängiges Organ der Rechts-pflege’ (onafhankelijk orgaan van de rechtsbedeling) met een maatschappelijke verantwoordelijkheid, die op voet van gelijkheid met rechters en openbaar ministerie gedragen wordt. Ik oefen een beroep uit, geen bedrijf. Dus in Duitsland sta ik als Rechtsanwalt logischerwijze niet in het handelsregister.

In Nederland is een advocaat verplicht zich in het handelsregister van de Kamer van Koophandel in te schrijven. Het beeld van de advocaat alhier is blijkbaar zo gecommercialiseerd, dat het beroep gezien wordt als een marktactiviteit: de koopman die handelt in juridische waren. Bedrijf en beroep worden zonder blikken of blozen op een hoop gegooid.

Belangen

Als de uitoefening van een beroep ingericht wordt in de vorm van een bedrijf, dan delft het beroep het onderspit. Hoe groter een organisatie, hoe meer energie het individu besteedt aan het zich staande houden in die organisatie. Hoe groter een organisatie, hoe meer de gezichten naar binnen gericht raken. Waar niet afgewacht wordt totdat het grind knerpt en er uren- en omzetnormen gelden staat de rechtsbedeling al snel niet meer centraal, maar het geld verdienen. Niet de belangen van de cliënt staan centraal, maar de belangen van de eigen onderneming. Het beroep van advocaat is tot bedrijf met winstoogmerk geworden.
Ik heb respect – in sommige gevallen zelfs bewondering – voor het ondernemerschap van advocaten, die van hun advocatuur een bloeiend bedrijf gemaakt hebben. Ik zou het niet kunnen. Maar ook niet willen. Mijn keuze is advocaat als beroep uit te oefenen, en niet als bedrijf. De advocaat behartigt de rechtvaardige belangen van de cliënt. Het is een kernachtige beschrijving van onze taak, waarop ik de eed heb afgelegd. Welke belangen rechtvaardig zijn, is een autonome beslissing van de advocaat. Daarom is en moet de advocaat onafhankelijk zijn; onafhankelijk van andere belangen die die beslissing beïnvloeden.

De marktwerking

Aan een bevriende ingenieur, researcher bij een industrieconcern, heb ik een eerste concept voor dit essay voorgelegd. De taakopvatting van advocaat spreekt hem wel aan en hij ziet gelijkenissen met zijn werk. Maar bij het nut van onafhankelijkheid zet hij vraagtekens. Het lukt niet om hem werkelijk te overtuigen.
De ingenieur had aan een oud-collega, die na wat jaren in China gestationeerd geweest te zijn terug in Nederland zelfstandig M&A adviseur geworden was, aangeraden met mij contact op te nemen over een overname van een Nederlands technologiebedrijf door een Chinees staatsbedrijf. Tijdens het kennismakingsgesprek met de cliënt raad ik aan de Nederlands-Chinese advocaat Choy Chan in de arm te nemen, die ik via Dutch Business Lawyers Abroad ken.
Een paar dagen later hebben de ingenieur en ik op een theaterfestival afgesproken. Wie komen we tegen: de adviseur-oud-collega.“Murk, we hebben geen contact met Choy opgenomen; is nog niet nodig”, begroet hij ons. Ik zeg niets, maar de ingenieur leest aan mijn gezichtsuitdrukking af, dat mijn vermoeden bevestigd ziet: de adviseur houdt de cliënt weg van Choy, want zijn eigen rol als culturele bemiddelaar dreigt daarmee overbodig te worden. De onderzoekende blik krijgt een Eureka glans en zodra de adviseur doorgelopen is naar de volgende joviale begroeting, stelt de ingenieur vast: “Dat is dus niet goed voor de klant.”
De onafhankelijkheid… De ingenieur knikt.
De beslissing ten aanzien van het belang van de cliënt moet dus ook onafhankelijk zijn van eigen belangen. Als je belang is geld te verdienen aan een zaak, heb je een tegenstrijdig belang. Zoals iedere advocaat weet, een zaak mag je niet aannemen als je een tegenstrijdig belang hebt. Moet je je werk als advocaat daarom pro deo doen? Nee, je mag best geld verdienen met je werk als advocaat, maar als in plaats van het behartigen van het rechtvaardige belang van de cliënt je eerste doel is om geld te verdienen, dan onthoud je je cliënt het kostbaarste dat je te bieden hebt: je onafhankelijkheid. Geld verdienen als doel of geld verdienen als gevolg is een subtiel, niet altijd goed te onderscheiden verschil. Maar de goede uitoefening van het beroep van advocaat verlangt dat dit onderscheid onderkend wordt.

Weinig maatschappelijke activiteiten lijken zich vandaag de dag nog te kunnen onttrekken aan de marktwerking. Zelfs kunst en wetenschap worden herleid, om niet te zeggen gereduceerd, tot op geld waardeerbare vraag en aanbod. Ook het beeld van de advocaat wordt door deze vercommercialisering vervormd. Bij de advocaat sluiten commercieel zijn en onafhankelijkheid elkaar uit. De commerciële advocaat bestaat niet.

“Grote kantoren hebben geen maatschappelijke verantwoordelijkheid,” hoorde ik een voormalig deken zeggen – het ging over de Panama Papers. Tot mijn verwondering protesteerde niemand. Ik ook niet. Te perplex was ik. Maar inmiddels ontwaar ik een onderliggende logica. Bedoeld is misschien, dat als je de advocatuur uitoefent in de vorm van een groot bedrijf, er voor dat bedrijf zelf geen verplichting bestaat maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Het bedrijf beperkt zich tot zijn winstoogmerk. Het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid wordt overgelaten aan de individuele advocaten die binnen dat bedrijf werken. Onder de druk van uren- en omzetnormen lijkt me dat geen sinecure.

Je werk als advocaat goed doen

Ben ik als beroepsbeoefenaar, die het bedrijf afgezworen heeft, gevrijwaard van bedreigingen voor de behartiging van de belangen van de cliënt? Welnee! Onafhankelijk blijven van degene die jouw diensten betaalt kan tot een spagaat leiden. Het is en blijft een krachtenveld, waarin je ook na decennia beroepservaring af en toe onderuit kunt gaan. De verleidingen zijn talloos: grote zaak, grote cliënt, prestige, openstaand honorarium, steekje laten vallen. Eigen belangen liggen altijd op de loer. De kunst is te proberen je desondanks niet door die eigen belangen, eerzucht, hebzucht, schaamte en angsten in de behandeling van de zaak van de wijs te laten brengen. Alleen dan kun je de belangen van de cliënt goed dienen; je werk als advocaat goed doen.

Waarom wil je je werk als advocaat goed doen? Als geld geen goede drijfveer is, wat dan wel? Appreciatie van je cliënt? Wij zijn pas content als U het bent? Het is stimulerend als de cliënt zich laat ontvallen: “Ik ben blij met U”. Maar de waardering van de cliënt als drijfveer zou me op een andere manier afhankelijk maken en ten koste kunnen gaan van de belangenbehartiging. Het kan me, bijvoorbeeld, er toe verleiden de cliënt te imponeren met een verontwaardigd pleidooi; een pleidooi dat in het gunstigste geval verveelde blikken van de rechter oogst.
Een morele plicht? Op grond van welke moraal? De onafhankelijke behartiging van de belangen van een cliënt strookt soms niet met de heersende moraal. Een advocaat moet soms onaangepast zijn om rechtvaardigheid in een onrechtvaardige samenleving na te streven. Dus lijkt de morele plicht niet onder alle omstandigheden een goede keuze als duurzame drijfveer.
Kwaliteit terwille van de kwaliteit? Als ambachtsman leg je er eer in om het belang van de cliënt zo goed mogelijk, met alle inzet en al je kunnen, te behartigen. Dat klinkt al beter. Beroepseer zou een goede drijfveer kunnen zijn, die bovendien voldoening in je werk oplevert.
Of je de advocatuur nu als beroep of bedrijf uitoefent, de uitdaging is de bedreigingen voor de onafhankelijke beoordeling wat een rechtvaardig belang van de cliënt is, waar mogelijk te beperken. Zorg ervoor dat jij en je praktijkgenoten de ruimte gelaten wordt die nodig is het werk als advocaat goed te kunnen doen.

Anwaltsladen

De vorm die ik gekozen heb gaat onder de naam Anwaltsladen (www.anwaltsladen.de). Het kenmerkende van deze organisatievorm, voor mijn part noemt U het bedrijfsvoering, is dat de organisatie zich naar de zaak richt en niet andersom. Anders gezegd: de organisatie staat ten dienste aan de rol die de advocaat te vervullen heeft, en niet andersom. De volledige digitalisering van documenten en informatie maakt het mogelijk onafhankelijk van plaats en tijd samen te werken. Een voorwaarde is de afwezigheid van hiërarchie, een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en volledige transparantie. Goede organisatie is goede communicatie. Het bindende element van de Anwaltsladen is de gemeenschappelijke behartiging van de belangen van de cliënt. Lage vaste kosten verkleinen het risico van een financieel eigenbelang. Geen arbeidscontracten. Geen exclusiviteit. De kring van mogelijke deelnemers is niet kleiner dan het tableau. De Anwaltsladen heeft geen flexibele schil, maar is de flexibele schil. In 2002 kreeg de Anwaltsladen een prijs voor Bestes Management Konzept für flexible Mitarbeit in Anwaltskanzleien.

De Anwaltsladen stelt mij al twintig jaar in staat om advocaat werkelijk als beroep uit te oefenen; bij huis-, tuin en keukengeschilletjes in m’n eentje; een mammoetzaak met een divers team, dat op basis van expertise vlot samengesteld kan worden met beroepsgenoten uit alle windstreken.

Een toekomstperspectief voor de bedrijfsvoering – ik ga er weer van stuiteren – van het advocatenkantoor:

1. Hou de organisatie zo klein mogelijk

2. Hou de vaste kosten laag

3. Zie de organisatie niet als autark, maar als deel van een netwerk

4. Bind elkaar niet onnodig aan plaats en tijd bij het (samen)werken

5. Geef alle ruimte voor onafhankelijke beroepsuitoefening

6. Zet kwaliteit centraal

Murk Muller is voortrekker van Stichting Beroepseer, en auteur van het in 2012 verscheen boek Met plezier advocaat zijn. www.mmrecht.com/plezier/met_plezier_advocaat_zijn.php

Omslag Advocatie Magazine

Advocatie Magazine, no 3, oktober 2018: http://advocatie-magazines.s3-website-eu-west-1.amazonaws.com/advocatie-magazine-2018-3-september/cover/

 

 

Open State Foundation wint Stuiveling Open Data Award 2018 met toepassing PoliFLW

De Open State Foundation kreeg op 4 oktober 2018 de Stuiveling Open Data Award (SODA) en € 20.000 uitgereikt voor de toepassing PoliFLW. Staatssecretaris Raymond Knops overhandigde de prijs tijdens de Innovation Expo in de RDM Onderzeebootloods in Rotterdam. PoliFLW maakt via één platform lokaal politiek nieuws toegankelijk, doorzoekbaar en herbruikbaar als open data.

Open data zijn overal. We navigeren er op los in het verkeer, gebruiken buienradar om de regen te ontwijken, zoeken de handigste routes voor het openbaar vervoer en bestellen eten online. We bekijken informatie over zorg en scholen en de uitgaven van overheden. In al deze gevallen gebruiken we open data, vaak zonder dat we het in de gaten hebben. Om het innovatief gebruik van open data zichtbaar te maken en te belonen, is de Stuiveling Open Data Award (SODA) ingesteld.

PoliFLW verzamelt nieuws- en sociale mediaberichten van politieke partijen en maakt deze op een gebruiksvriendelijke manier doorzoekbaar. Met behulp van machine-learning en open databronnen koppelt PoliFLW het politieke nieuws aan partijen en politieke vertegenwoordigers zoals raadsleden en Statenleden. PoliFLW stelt de gebruiker vragen om zichzelf te verbeteren, daardoor leert de gebruiker van de toepassing, en andersom.

Datamakelaars

De jury verkoos de winnaar uit 27 inzendingen. De inzenders zijn allemaal inventieve en creatieve ‘datamakelaars’. Intermediairs tussen de ruwe data die de overheid beschikbaar stelt, en de waardevolle toepassingen die zij weten te maken.

Juryvoorzitter Arno Visser, president van de Algemene Rekenkamer: “PoliFLW maakt het mogelijk beter om te gaan met de grote hoeveelheid informatie die we te verwerken krijgen. Het maakt het volgen van lokale politiek eenvoudiger en leuker. De interactie met de gebruiker maakt deze toepassing uniek ten opzichte van de andere inzendingen.”

SODA

De SODA – vernoemd naar de vorige president van de Algemene Rekenkamer Saskia J. Stuiveling – is ingesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2015. Het kabinet stimuleert het gebruik van open data. De prijs onderstreept het belang van het gebruik van open data vanwege de economische, maatschappelijke en democratische waarde.

Jury

De jury van de SODA2018 bestaat uit Arno Visser (Algemene Rekenkamer, voorzitter), Marianne Linde (gemeente Tilburg), Marleen Stikker (Waag Society), Michiel Leenaars (Internet Society Nederland), Paul Geurts van Kessel (Green Home, winnaar SODA2016) en Ramona de Jong (De Consumentenbond, winnaar SODA2017).
De Stuiveling Open Data Award wordt georganiseerd door het Leer- en Expertisepunt Open Overheid (onderdeel van ICTU, onafhankelijk advies- en projectenorganisatie binnen de overheid) in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

PoliFLW: https://poliflw.nl

PoliFLW wint SODA 2018, Open Data Award: www.opendata-award.nl

Petitie Repareer het onderwijs

Teken de petitie ‘Repareer het onderwijs’

Wie het onderwijs een warm hart toedraagt en zich er zorgen over maakt kan sinds 4 oktober 2018 een petitie ondertekenen: Repareer het onderwijs. Tekenen kan tot 1 januari 2019. Petitionaris is docent Marion de Koning. Zij schreef voor dagblad Trouw het artikel Weeffouten in onderwijs staan waardering voor kwaliteit in de weg. Ze begon met de verwijzing naar de problemen bij de scholenkoepel Limburgs Voortgezet onderwijs (LVO). Daar keurde in juli 2018 de Inspectie 354 diploma’s van eindexamenleerlingen van het VMBO Maastricht af. Alsof er niets was gebeurd maakte de raad van toezicht van het LVO in september 2018 bekend bestuursvoorzitter André Postema voor twee jaar te herbenoemen. Veel boze reacties en een debat in de Tweede Kamer zullen problemen als bij scholenkoepel LVO niet oplossen, aldus De Koning. Het zijn uitwassen van weeffouten in de organisatie van het voortgezet onderwijs sinds 1995.

De Koning noemt vijf weeffouten, waarvan de vijfde luidt: Leraren die met hart en ziel lesgeven en jarenlange ervaring hebben worden niet gehoord, maar in plaats daarvan gestraft. Wanneer de situatie het toelaat, stoppen ze met lesgeven. Hierdoor daalt het gemiddelde opleidingsniveau en daarmee het leerrendement.
Een andere weeffout is dat de leerling wordt beschouwd als een op­breng­sten­post en de docent als een kostenpost.

Waardering voor kwaliteit

De Konings artikel dient als basis van de petitie: Het onderwijs moet gerepareerd en heeft dringend behoefte aan structurele oplossingen. Bijvoorbeeld: Maak de lumpsum direct over aan de scholen, zoals D66-Kamerlid Paul van Meenen in juni 2018 voorstelde. Schaf de koepelbesturen af en daarmee de Vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs (VO-raad). Maak de rector weer een primus inter pares die ook verantwoording aflegt aan het docentenkorps en verander de controlecultuur op scholen in een waardering-voor-kwaliteit-cultuur.

Teken de petitie Repareer het onderwijs: https://petities.nl/petitions/repareer-het-onderwijs/signatures?locale=nl

Artikel Weeffouten in onderwijs staan waardering voor kwaliteit in de weg, Marion de Koning, Trouw, 3 oktober 2018: www.trouw.nl

actiegroep fysiotherapie reikt strakke strop uit aan zorgverzekeraarkke

Uitreiking ‘Strakke strop’ aan zorgverzekeraar door Actiegroep Fysiotherapie

Woensdag 10 oktober 2018 deelt de Fysiotherapie – ruim 11.000 leden – om 10.10 uur de Strakke strop uit aan zorgverzekeraar VGZ.
Volgens de fysiotherapeuten heeft VGZ een hoofdrol gespeeld in het zaaien van verdeeldheid binnen de beroepsgroep van fysiotherapeuten. In de communicatie met hun verzekerden had VGZ beweerd dat lage rugklachten slechts door gecontracteerde fysiotherapeuten goed behandeld konden worden. Op de website van VGZ stond het bericht dat VGZ “innovatieve overeenkomsten had afgesloten voor behandeling van lage rugpijn”.
Deze benadering schoot de niet-gecontracteerde fysiotherapeuten in het verkeerde keelgat. Ze eisten uitleg en rectificatie die er na maanden – na dreiging met een rechtszaak – ook kwam. VGZ gaf uiteindelijk toe dat de door hun aangeboden manier van behandelen niet beter is dan die van andere behandelaars.

Dertig procent onder kostprijs

Naast deze kwestie zijn er andere grieven van de fysiotherapeuten. Twee fysiotherapeuten noemen ze nog eens op in de Culemborgse Courant van 2 oktober 2018. Men heeft last van strenge regels die zorgverzekeraars de beroepsgroep opleggen. Zo kan men de patiënten niet altijd de zorg bieden die zij verdienen. Zorg waar patiënten nota bene voor verzekerd zijn. Dit komt omdat zorgverzekeraars fysiotherapeuten een behandelindex opleggen: er mogen niet meer behandelingen worden gegeven dan de index aangeeft. De fysiotherapeut wordt zelfs afgerekend op deze index: hij moet geld terugbetalen aan de zorgverzekeraar of hij krijgt het volgend jaar een lager tarief. Een strakke strop dus.

Ook de verplichting om een tevredenheidsenquête (PREM) door de patiënt te laten invullen bezorgt de beroepsgroep veel last. Het is interessant en leerzaam om te weten of een patiënt al dan niet tevreden is over de geleverde zorg. Maar als er niet genoeg enquêtes zijn verstuurd, dan krijgt de fysiotherapeut een lager tarief. Dat tarief is overigens al dertien jaar niet geïndexeerd of verhoogd, terwijl de kosten voor het leveren van goede zorg en een gezonde praktijkvoering wel enorm gestegen zijn. Uit onderzoek is gebleken dat het tarief voor een consult bij de fysiotherapeut dertig procent onder kostprijs ligt. Over die tarieven of over de inhoud van de contracten is geen enkel gesprek mogelijk met zorgverzekeraars. Het is een kwestie van tekenen bij het kruisje. En daar hebben de fysiotherapeuten genoeg van.

De fysiotherapeuten willen dus af van de strakke strop om hun nek die niet alleen hen, maar ook hun patiënten benadeelt. Het uitoefenen van hun beroep valt de fysiotherapeuten steeds zwaarder. Zij hebben immers kwaliteit hoog in het vaandel staan en bij hen staat de zorg voor de patiënt centraal. Dat willen de fysiotherapeuten graag zo houden.

Samenvattend

  • De strakke strop maakt dat we niet fatsoenlijk kunnen onderhandelen met zorgverzekeraars .
  • De strakke strop maakt dat we de patiënten niet genoeg behandelingen mogen geven.
  • De strakke strop maakt dat we de patiënten moeten overladen met tevredenheidsonderzoeken.
  • De strakke strop straft ons als we dat niet doen.
  • De strakke strop van tarieven die 30% onder kostprijs liggen.
  • De strakke strop die bepaalt hoe hoog onze omzet mag zijn

De uitreiking van de Strakke strop gaat gepaard met een demonstratie en het aanbieden van drie eisen aan de directie van VGZ.

De eisen

  • De vrijheid om een eigen bedrag te kunnen rekenen boven het Zorgverzekeringstarief tarief.
  • Transparante berekening van de BI-uitkomsten¹⁾, en deze niet gebruiken als afrekeninstrument, maar als een aanleiding tot gesprek.
  • PREM komt ten laste van en wordt uitgevoerd door de zorgverzekeraar.

De actiegroep roept collega’s op met patiënten en andere betrokkenen mee te doen aan de demonstratie. Verzamelen op woensdag 10 oktober 2018 rond 9.30 uur bij Station Arnhem Centraal. Het is de bedoeling dat om 10.10 uur de prijs wordt uitgereikt aan de directie van VGZ.

Nadere gegevens en details bij de Publieke Actiegroep Fysiotherapie op Facebook: https://nl-nl.facebook.com/actiefysio/

Of bij de in de Culemborgse Courant vermelde fysiotherapeuten onderaan het artikel Stop de strop om de nek van de fysiotherapeut, 2 oktober 2018: https://culemborgsecourant.nl/deel-je-nieuws-artikel/stop-de-strop-om-de-nek-van-de-fysiotherapeut-493645 (Niet meer beschikbaar)

Noot
¹⁾ BI-technieken voor de zorg. De waarde van business intelligence voor value based healthcare. Vraag is of de huidige business intelligence-(BI)-technieken van waarde kunnen zijn voor waardegedreven zorg.

Actiegroep Fysiotherapie, Facebook: www.facebook.com/actiefysio?locale=nl_NL

Overleg NZa en Genootschap voor Fysiotherapie over foute communicatie zorgverzekeraar VGZ, Blogs Beroepseer, 5 augustus 2018: https://beroepseer.nl

Landelijke Actiedag Fysiotherapie in Den Haag op 30 mei 2018, Blogs Beroepseer, 22 mei 2018: https://beroepseer.nl

U P D A T E

Culemborgse fysiotherapeuten: ‘De rek is eruit’, door Dick Aanen, Culemborgse Courant, 13 december 2022: https://www.culemborgsecourant.nl/nieuws/algemeen/332467/culemborgse-fysiotherapeuten-de-rek-is-eruit

Culemborgse Fysio’s maken zich zorgen, door Dick Aanen, Culemborgse Courant, 29 oktober 2022: www.culemborgsecourant.nl/nieuws/algemeen/327373/culemborgse-fysios-maken-zich-zorgen

Publieke actiegroep fysiotherapie, Facebook, 25 november 2020: https://www.facebook.com/actiefysio/posts/fysiotherapeuten-reiken-voor-de-tweede-keer-in-drie-jaar-de-strakke-strop-award-/1000856887065151/?locale=ms_MY

Interview Guusje Ter Horst: Teleurstelling bij voormalig minister Guusje ter Horst na vier jaar in de zorg: ‘Rationele argumenten tellen niet’, door Michel van der Geest, De Volkskrant, 20 november 2018: www.volkskrant.nl

De verhitte strijd tussen fysiotherapeuten en zorgverzekeraars, door Michiel van der Geest, De Volkskrant,

 

Nieuw technologisch platform voor de gezondheidszorg QruxxTech van start gegaan

Uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum heeft in de laatste week van september 2018 een nieuw platform opgezet op internet met de naam QruxxTech. Het is een zusje – of broertje – van Qruxx dat gericht is op verbetering van de kwaliteit van de zorg. QruxxTech gaat over de de ontwikkeling en toepassing van technologie in de gezondheidszorg.
Bohn is ook de uitgever van Skipr – crossmediale nieuwsdienst voor managers, bestuurders en toezichthouders in de gezondheidszorg en Zorgvisie, magazine met actueel nieuws en achtergrondartikelen over de gezondheidszorg.
QruxxTech is er voor wie op de hoogte wil blijven van robotisering, big data, e-health, virtual reality, kunstmatige intelligente, medische apparaten en gadgets, privacy en security, blockchain en domotica.

Over het inzetten van technologie in de bestrijding van het personeelstekort in de gezondheidszorg schreef René Baljon een blog. Organisaties die thuiszorg verlenen aan ouderen kampen met een enorm personeelstekort. En dat tekort wordt de komende jaren alleen maar erger. De prognose is dat de komende vier jaar bijna 100.000 extra zorgverleners nodig zijn.
Een ander punt is de verwachte forse uitstroom vanwege de pensioengerechtigde leeftijd van de geboortegolf-generatie. Een op de drie huidige medewerkers werkt in 2022 niet meer in de ouderenzorg.

Opmars van technologie

Volgens Baljon moet de technologie uitkomst bieden:

“Het gebruik van technologie wordt al jaren als zeer kansrijk gezien. Voorbeelden? Die zijn er genoeg. Van beeldbellen met een verpleegkundige tot het doorgeven van metingen van hartslag, bloeddruk en saturatie via een app. En van sensoren die de levensstijl van ouderen monitoren tot het online controleren van medicatie.

De projecten waar we de afgelopen jaren aan hebben meegewerkt, laten zien dat de technologie goed werkt. Cliënten waarderen het en ervaren dat ze meer regie hebben over hun eigen leven. En belangrijk in dit kader: we richten onze zorgtijd efficiënter in zodat we met minder mensen meer relevante zorg kunnen bieden. Helaas blijft het nog vaak alleen bij pilots. Ook al zijn de resultaten positief, opschaling blijkt lastiger”.

Aan het eind van zijn blog doet Baljon een oproep aan zorgverleners om hun kans te grijpen en in het gat van personeelstekort te springen: “De cijfers van Actiz*⁾ laten zien dat we niet kunnen wachten. Dus zorgverleners van Nederland: never waste a good crisis. Pak door op al die mooie e-health initiatieven en durf op te schalen!”

Nog niet zo lang geleden, en eigenlijk gebeurt het nog steeds, werd beweerd dat digitalisering en technologisering banen zou gaan kosten, ook in de gezondheidszorg. Nu gebeurt er iets omgekeerds. Door gebrek aan verpleegkundigen en verzorgenden veroveren digitalisering en technologisering in versneld tempo een plaats in de gezondheidszorg.
Of zien we hier iets over het hoofd?

Lees de hele blog: Personeelstekort in de zorg: technologie biedt uitkomst, door René Baljon, QruxxTech, 25 september 2018: https://tech.qruxx.com/personeelstekort-in-de-zorg-technologie-biedt-uitkomst/ (Website is niet meer in gebruik)

René Baljon is algemeen directeur van Medisch Service Centrum NAAST, voor digitale zorgverlening. Hij schreef deze blog met Reinout Engelberts, Algemeen Directeur van Seksara, een bedrijf dat leefstijlmonitoring biedt en Joost Hermanns, co-founder van ouderentablet Compaan.

Noot
*⁾ ActiZ, organisatie van zorgondernemers

 

 

 

Opgebrand door hoge werkdruk. Artikel in Financieele Dagblad

Steeds meer werknemers vallen uit met psychische aandoeningen zoals overspannenheid en burn-out

Het is zo langzamerhand de meest gehoorde klacht op de werkvloer, schrijft Rik Winkel in Het Financieele Dagblad. Of het nu gaat om postbezorgers, leraren, bejaardenverzorgers of compliance=medewerkers van ING, last van hoge werkdruk hebben ze allemaal. Als vakbond FNV de werknemers in de publieke sector oproept om dinsdag in een stille tocht door Den Haag te lopen, prijkt minder werkdruk dan ook bovenaan het eisenlijstje. Die eis gaat nog voor de roep om hoger loon. Mede door de stevige economische groei en de daarmee gepaard gaande personeelstekorten komt steeds meer werk terecht op de schouders van steeds minder mensen.

Dat kan bijna niet zonder gevolgen blijven voor de gezondheid. Cijfers die het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) en het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid van Amsterdam UMC naar buiten hebben gebracht, onderstrepen dat. Steeds meer werknemers, vooral in leidinggevende functies en intellectuele beroepen, vallen uit met psychische aandoeningen, zoals overspannenheid en burn-out.

De problemen doen zich het meest voor in het onderwijs, bij de overheid en in de zorg, precies die sectoren waarvan de werknemers dinsdag de straat op gaan. Het rapport legt een direct verband tussen die stijging en een toename van de werkdruk onder de werknemers. Op iedere 100.000 werknemers meldden bedrijfsartsen er vorig jaar 179 af met een beroepsziekte. In 2016 was dat nog 161 per 100.000. In 57% van de gevallen gaat het om psychische klachten, tegen 42% in 2016.

Het percentage ziektemeldingen vanwege psychische aandoeningen is sinds 2013 ruim verdubbeld. Hoewel dit cijfer mogelijk wordt vertekend door het wegvallen van bepaalde registraties uit de bouw en extra aandacht voor het probleem door campagnes over werkstress, is de stijgende trend volgens Henk van der Molen, hoofd van het NCvB, onmiskenbaar. Dat blijkt ook uit het feit dat het aantal werknemers in het hogere segment dat overspannen of opgebrand uitvalt, al jarenlang met gemiddeld 6% per jaar stijgt.

Opgejaagde koks

Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek ervaren koks, artsen, juristen en managers in de dienstverlening de hoogste werkdruk. Koks hebben het gevoel dat zij snel moeten werken. Artsen, juristen en managers hebben naar eigen beleving zeer veel werk. Gespecialiseerde verpleegkundigen scoren hoog op emotioneel zwaar werk en intimidatie. Emotionele zwaarte speelt een rol voor alle dienstverlenende zorg- en onderwijsberoepen.

Lees het hele artikel: Opgebrand door hoge werkdruk, door Rik Winkel, Het Financieele Dagblad, 2 oktober 2018: https://fd.nl

Geert Kelchtermans over de vijf elementen van professioneel leraarschap

Geert Kelchtermans kreeg in 2013 de opdracht van de Onderwijsraad een essay te schrijven over de ontwikkeling van de professionaliteit en de aard van de professionaliteit van leraren in de huidige onderwijspraktijk. Daarbij ging het vooral om de binnenkant van de professionaliteit van leraren, de kwaliteit van hun dagelijks handelen in de onderwijspraktijk en hun beroepshouding.

Een van Kelchtermans uitspraken: “Het fundamenteelste kenmerk van leraarschap, dat alle andere mede bepaalt betreft het relationele. De professionaliteit van leraren manifesteert zich per definitie in de relaties die zij aangaan met leerlingen. Maar ook met andere collega’s of de schoolleiding zijn relevant voor de ontwikkeling”.
Kelchtermans is hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven waar hij hoofd is van het Centrum voor Onderwijsvernieuwing en de Ontwikkeling van Leraar en School.

Eind 2017 gaf Kelchtermans twee inspiratiesessies voor het Christelijke Onderwijzersverbond (COV) in Hasselt en Gent over ‘professioneel leraarschap’. De COV is met bijna 40.000 leden de grootste Vlaamse onderwijsvakbond voor het gesubsidieerd basisonderwijs. De sessies waren georganiseerd in voorbereiding op het COV-congres van november 2018.

De vijf elementen van leraarschap

Kelchtermans had het over de fundamentele spanning waarmee leraren moeten omgaan in hun praktijk: Aan de ene kant is het nodig om in concrete situaties doelgericht, planmatig en systematisch te handelen. Aan de andere kant is de pedagogische werkelijkheid complex en dynamisch. Dat komt omdat het in het onderwijs over mensen gaat en niet over dingen of producten. Bovendien kan een leraar nooit helemaal zeker weten of zijn inschatting of zijn oordeel helemaal terecht was. Dat kan alleen maar blijken uit de gevolgen.

Kelchtermans noemt vijf elementen die inzicht geven in wat het betekent leraar te zijn. Waaruit bestaat de specifieke professionaliteit van de leraar?

1. Leraren zijn mensen die per definitie in relatie staan tot anderen.

2. Men staat niet zomaar in een relatie. Men staat in een relatie van gedeelde verantwoordelijkheid. Er wordt van de leraar iets verwacht: antwoord geven aan de leerling.
De persoon van de leerkracht is ongelooflijk essentieel om te snappen wat leraarschap inhoudt. Elke leerkracht zal zeggen: ik heb mijn eigen stijl.
In het leraarschap en de professionaliteit van het leraarschap kun je geen onderscheid maken tussen wie je bent als persoon en je professionele bagage. Dat kleurt de manier waarop de leraar in zijn beroep staat.

3. Inzet van expertise, deskundigheid. Daarmee wordt bedoeld didactische kennis, vakinhoudelijke kennis, vakdidactische kennis. De hele know how waarmee je gestalte geeft aan het beroep.

4. Inzet van engagement. Expertise en engagement zijn de twee cruciale elementen in de praktijk van leraarschap. Met engagement wordt bedoeld dat je als persoon betrokken bent bij je werk. Dat het je iets kan schelen dat de kinderen iets leren of niet.

5. Kwetsbaarheid. Professioneel leraarschap wordt fundamenteel gekenmerkt door kwetsbaarheid. Niet als kenmerk van de persoon, maar als kenmerk van het beroep.
Expertise en engagement hangen samen met het feit dat wij doelgericht dingen proberen te bereiken. Tegelijkertijd houdt het werk van de leerkracht in dat hem of haar een aantal dingen overkomen: “Bijvoorbeeld wie er in uw klas zit. Dat overkomt u. Daar heeft u niet per se voor gekozen en dat is wederzijds”.
Dat geldt ook voor collega’s en directeuren. Die kwetsbaarheid wijst naar het feit dat er in die professionaliteit naast dat doelgerichte, intentionele, een dimensie is van dingen die de leraar overkomen en waarmee hij moet omgaan.

De drie bronnen van kwetsbaarheid

Er zijn drie belangrijke bronnen van kwetsbaarheid van de leraar.

A. Een aantal essentiële werkomstandigheden valt niet onder de controle van de leraar. De staat van het schoolgebouw bijvoorbeeld. Wie zitten er in de klas? Welke collega’s heeft men? En toch heeft wie er in de klas zit een ongelooflijke invloed op het werk van de leraar. Het bepaalt wat de leraar kan doen in de klas.

B. Je kunt nooit je eigen doelmatigheid bewijzen. Wel kun je als leerkracht van ‘s morgens tot ‘s avonds het beste van jezelf geven. De leerkracht weet ook nooit zeker of positieve resultaten zijn verdiensten zijn. Men kan dat niet bewijzen: “Dat is behoorlijk balen. Want de gemeenschappelijke, gefundeerde publieke opinie is: de leerling die op het einde van het jaar goede resultaten heeft, daarvan wordt gezegd dat ie goed gewerkt heeft. Flink zijn best gedaan, heette dat vroeger. En de leerling die het niet zo goed doet, daarvan wordt gezegd; hij heeft ook een beetje pech gehad met de leerkracht dit jaar”.
Internationaal is de huidige tendens dat de leraar wordt afgerekend op basis van de resultaten van de leerlingen. Hier zit volgens Kelchtermans een gedachte achter die helemaal niet klopt. Het zou makkelijk zijn als dat legitiem aangetoond kon worden, maar dat is niet zo.

C. De laatste, in zekere zin nog ergere bron van kwetsbaarheid is dat de leraar in de dagelijkse praktijk niet anders kan doen dan voortdurend de situatie inschatten, deze beoordelen en beslissen wat te gaan doen. Voor een aantal beslissingen neemt men tien seconden de tijd. Die beslissingen zijn nooit puur technisch.
Kelchtermans geeft ter illustratie een voorbeeld over zo’n situatie in de klas. Het toont heel duidelijk de kwetsbaarheid van het leraarschap aan.
Die derde vorm van kwetsbaarheid heeft te maken met het feit dat we voortdurend keuzes moeten maken, moeten oordelen en handelen. Voor het ‘handelen’ kunnen we vaak goede argumenten geven, maar die argumenten zijn nooit puur technisch, ze zijn altijd waardegebonden. Nodig is de bereidheid de dialoog aan te gaan en het advies aan de leraar is dan ook zijn argumenten te uiten en zich er niet makkelijk vanaf te maken met te zeggen: Zo is het en daarmee uit.

Samenvattend: Kwetsbaarheid is onderdeel van de professionaliteit van de leerkracht. Niet van de persoon, het gaat om het kenmerk van het beroep.

Twee houdingen

Volgens Kelchtermans zijn er twee houdingen jegens zijn beroep waaruit de leerkracht kan kiezen:

1. Flink zijn. De realiteit uithouden. Beseffen dat dat de misère is die men zichzelf heeft aangedaan door te kiezen voor dit beroep. Soms is het het beste gewoon te denken: oké. Bijt vervolgens op je tanden, even slikken en doorgaan.

2. De andere houding is omarmen en koesteren. Juist omdat men niet alles onder controle heeft. Juist omdat de leraar allerlei dingen overkomen, zijn er verrassingen mogelijk. De dingen kunnen ineens een sprong maken die men nooit had voorzien. Denk bijvoorbeeld aan het ongelooflijk magische moment van een leerling die geïnteresseerd raakt in een vak of een activiteit. Ineens is er een klik. Of een van de ouders die zegt: ‘Mijnheer, mevrouw ik weet niet wat u gedaan heeft, maar voor de eerste keer –  ze zit in de derde – gaat mijn dochter graag naar school. Merci daarvoor’.

Het koesteren van de kwetsbaarheid is dus ook het alert zijn op dat soort dingen.
Kelchtermans adviseert leraren hun ervaringen te delen met anderen en elkaar verhalen te vertellen over de eigen ervaringen. Hij zegt dat wat er dan gebeurt… “een ongelooflijk wetenschappelijke, onderbouwde activiteit is, namelijk het organiseren van gestructureerd delen van verhalen met elkaar. Omdat er in die verhalen, dames en heren, veel meer, veel krachtiger, veel zinniger dingen gezegd worden, dan u misschien zelf tot vandaag gedacht had”.

Zie ook het verslag: Inspiratiesessies: Droomwerk(en)in basisonderwijs, COV-Congres 2018: www.hetacv.be

Geert Kelchtermans over de professionaliteit van de leraar, Blogs Beroepseer, 8 april 2013: https://beroepseer.nl

 

Nederlandse student wordt Europees kampioen bouwtimmeren Euroskills 2018

Het Nederlandse team heeft op de Europese kampioenschappen voor beroepen – de Euroskills 2018 – vijftien medailles gewonnen: een gouden medaille, vier bronzen medailles en tien medailles voor excellent vakmanschap. De medal of excellence wordt uitgereikt bij het verrichten van een bovengemiddelde prestatie. De beste score van Nederland werd behaald door hoveniers, Jochem Molenaar en Willem Stougie.

De gouden medaille is gewonnen door Daan Weijgertze (19) uit Hagenstein voor het vak bouwtimmeren. Hij is nu de beste bouwtimmerman van Europa. Weijgertze volgt een opleiding op het Hoornbeeck College en werkt bij Bouwmensen Rivierengebied/STIBO V.O.F. Hij was al nationaal kampioen.
Weijgertze na de bekendmaking: “Dit geeft me een wow-gevoel, ben enorm trots op mezelf!”
Weijgertze over zijn beroep: “In mijn beroep als timmerman is geen dag hetzelfde. Ben eigenlijk alleen maar werkzaam in de particuliere sector (nieuwbouw, renovatie en restauratie) en hier is geen klus te gek! Wij maken huizen vanaf de fundering tot aan de nok, dus alle bouwkundige werkzaamheden zitten hierin”.

Een bronzen medaille ging naar:

Tuinaanleg – Jochem Molenaar (Wellantcollege/JM Hovenier) en Willem Stougie (Wellantcollege/Stougie Hoveniers v.o.f)
Mobiele Werktuigen – Dinand Hekman (Aventus)
Etaleren – Aaron Preyer (Nimeto Utrecht)

Euroskills

Elke twee jaar strijden jonge vakmensen tot 25 jaar in verschillende vakgebieden drie dagen lang om de titel ‘beste vakman of vakvrouw van Europa’. De Euroskills van 2018 werden gehouden van 26 tot en met 28 september in de hoofdstad van Hongarije, Boedapest. Het was de eerste keer dat EuroSkills werd georganiseerd in Oost-Europa.

Grootste beroepenwedstrijd

In Boedapest streden meer dan 500 deelnemers uit 28 Europese landen in 37 beroepen voor een plek op het erepodium. Nederland deed mee in 27 beroepen, waaronder stukadoor, bloembinder, meubelmaker, lasser, CAD-tekenaar en verpleegkunde. Experts, afkomstig uit het bedrijfsleven en van scholen, trainden en begeleidden de deelnemers in de afgelopen maanden.

Op de plek waar Euroskills plaatsvonden, het Hungexpo Budapest Fair Center,  werden ruim 70.000 internationale bezoekers ontvangen, onder wie prominenten uit de politiek, het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs. Ook Nederland was vertegenwoordigd met een delegatie. Zij moedigden niet alleen TEAM NL aan, maar wisselden ook de laatste kennis uit op het gebied van beroepsonderwijs en vakmanschap.

Deelnemers kwalificeren zich voor de EuroSkills door het winnen van de nationale mbo-vakwedstrijden Skills Heroes. In het schooljaar 2018/2019 doen vrijwel alle mbo-scholen weer mee aan de vakwedstrijden. Inmiddels vindt deelname plaats door studenten van 857 opleidingen in 60 wedstrijdrichtingen. Zij maken kans om zich te kwalificeren voor de volgende lichting van Team NL, de selectie die deelneemt aan WorldSkills, het WK voor beroepen dat in augustus 2019 plaatsvindt in Kazan, Rusland.

WorldSkills Netherlands

Nederland kan niet zonder goede vakmensen. Daarom vestigt WorldSkills Netherlands de aandacht op het belang van vakmanschap en beroepsonderwijs bij jongeren. Dat doet zij door het ontwikkelen en organiseren van diverse evenementen en vakwedstrijden. WorldSkills Netherlands wordt ondersteund door het ministerie van Onderwijs en vele partners uit het beroepsonderwijs en bedrijfsleven.

Klik hier voor een volledig overzicht van de uitslagen van Team NL op EuroSkills 2018: https://worldskillsnetherlands.nl/teamnl/editie/euroskills-2018-boedapest/

Daan Weijgertze, Euroskills 2018 Boedapest: https://worldskillsnetherlands.nl/teamnl/kandidaat/daan-weijgertze/

Nederlandse student wordt Europees kampioen bouwtimmeren in Hongarije, Nationale onderwijsgids, 2 oktober 2028: www.nationaleonderwijsgids.nl

Foto bovenaan: Vooroplopend Daan Weijgertze , winnaar van de gouden medaille bouwtimmeren op Euroskills 2018 in Boedapest

Foto hieronder: Daan Weijgertze, winnaar van de gouden medaille bouwtimmeren, aan het werk op de Euroskills 2018 in Boedapest.

Daan Weijgertze winnaar van gouden medaille bouwtimmeren, aan het werk op Euroskills 2018 in Boedapest