Skip to main content

Redactie Beroepseer

Politieke zorghypes over fraude leiden tot negeren van de feiten

Zorgfraude en het sociaal domein is een steeds terugkerend onderwerp in de media. Op Sociaalweb geeft Niels Uenk zijn visie op de berichtgeving daarover in zijn artikel Politieke zorghype van de maand. De landelijke politiek reageert steeds vaker ongenuanceerd op dergelijke berichten en dat is bepaald schadelijk te noemen.
Sociaalweb biedt nieuws op het gebied van Wmo, jeugd, langdurige zorg, zorgverzekering, werk & inkomen en schuldhulp, en wil een bijdrage leveren aan de discussie over een inclusieve samenleving en positieve gezondheidszorg.

Een Twents geval

Uenk neemt een geval uit Twente als voorbeeld. In de Twentse krant Tubantia stond een artikel over de toelating van dubieuze zorgaanbieders tot open-house overeenkomsten voor veertien Twentse gemeenten. Deze gemeenten hanteren een zogenaamd barrièremodel voor toetsing of zorgaanbieders wel zuiver op de graat zijn: is het personeel goed geschoold, is de kwaliteit van zorg op orde, kortom: wordt het zorggeld goed ingezet? Kort gezegd houdt dit model in dat er bij het afsluiten van het contract slechts een lichte toets plaats vindt. Direct na gunning van de contracten (die overigens nog geen omzet garanderen aan de zorgaanbieders) vindt een nadere screening plaats met een stoplicht-systeem. Bij vermoedens van malafide praktijken gaat het licht op rood, en gaan de gemeenten echt de diepte in. Bij bewezen malafide praktijken wordt het contract opgezegd en – waar relevant – zorggeld teruggevorderd.

Op 7 maart 2018 schreef Tubantia nog optimistisch: ‘Het Twents Barrièremodel, zoals de aanpak gedoopt is, heeft inmiddels ook elders in Nederland navolging gekregen’, maar de teneur van de berichtgeving in mei was van een hele andere orde: onbegrip voor de situatie waarin foute zorgondernemers toch een contract kregen (Tubantia, 2 mei 2019). Twee Twentse gemeentes (Almelo en Hof van Twente) deden op onderdelen niet mee met de regionale inkoop, maar organiseerden een eigen aanbesteding – juist met een stevige controle vooraf. ‘Bij ons moest iedereen zes formulieren en zes bewijsmiddelen inleveren. We hebben afgelopen zomer met een heel team al die papieren diepgravend gecheckt’ aldus de wethouder van Almelo in het artikel in Tubantia. Aanbieders die bij twaalf van de veertien gemeentes (met barrièremodel) inmiddels ‘op rood’ stonden, waren in Almelo en Hof van Twente niet door de selectie in de aanbesteding gekomen. Kortom, het contrast kon niet mooier.

De keerzijde

Het Twentse geval werd onderwerp van gesprek in de Tweede Kamer. Minister De Jonge van VWS liet ook van zich horen en prees tijdens een bezoek aan Almelo de aanpak van Almelo en Hof van Twente.
Natuurlijk is het onwenselijk, aldus Uenk, dat zorggeld naar malafide zorgbureaus gaat. Dat is uiteraard niet de bedoeling.

Maar, er is ook een keerzijde aan de aanpak van Almelo en Hof van Twente. Uenk: “Die gemeenten lieten uiteindelijk 160 zorgaanbieders toe – en die 160 bonafide zorgaanbieders hebben in het kader van deze aanbesteding dus allemaal twaalf documenten moeten opvragen, invullen en opsturen. Vervolgens ging de gemeente ‘met een heel team die papieren diepgravend checken’. Ook dat kost geld; geld dat dus niet aan hulpverlening wordt uitgegeven. En dat is een mooie brug naar de politieke zorghype in de voorafgaande maand. Want hoe zat het ook alweer met die administratieve lasten: wilden we er daar méér of minder van? Juist… nog niet zo lang geleden zagen we politici en branchevertegenwoordigers de bühne op gaan met paarse krokodillen onder de arm, om te ageren tegen de regeldruk in de gezondheidszorg. Natuurlijk is dat ook een zinnig streven – alleen druist het regelrecht in tegen de roep op méér controle en monitoring op zorgfraude”.

Uenk gaat vervolgens in op een aantal genegeerde feiten betreffende de ‘verplichte aanbesteding van de zorg’ en de kritiek van minister De Jonge op de toepassing van het open-house model voor sociale diensten.
Feiten worden genegeerd als het politiek gelegen komt.

Lees het hele artikel van Niels Uenk: Politieke zorghype van de maand, Sociaalweb, 17 juni 2019: https://sociaalweb.nl/nieuws/politieke-zorghype-van-de-maand/

Alternatieve overheidsregister Allmanak

Officieel overheidsregister staat vol fouten. Open State Foundation komt met eigen Allmanak

Open State Foundation heeft een website gelanceerd met een eigen Allmanak. Volgens Open State staat de officiële overheidsalmanak – het register van overheidsorganisaties – vol met fouten. Die fouten wil Open State met de nieuwe almanak corrigeren en aanvullen.
Open State is een organisatie, gevestigd in Amsterdam, die werkt aan digitale transparantie van de overheid door data te ontsluiten en toegankelijk te maken voor hergebruik.
Wallaart & Kusse Public Affairs heet al commentaar geleverd in een tweet op 14 juni. “Wij zijn blij met Allmanak.nl, hét alternatief voor de #overheidsalmanak van @OpenStateEU. Niet alleen staat de overheidsalmanak vol fouten, de ‘bijbel voor lobbyisten’ is door de hoge prijs alleen toegankelijk for the happy few”.

Een kloppende almanak

Een volledige en correcte lijst met overheden, politieke vertegenwoordigers en overheidsfunctionarissen is essentieel voor burgers, journalisten, bedrijven en belangenbehartigers. De informatie wordt gebruikt voor contactgegevens van overheden, voor onderzoek, verantwoording, participatie en belangenbehartiging.

Bij maar liefst driekwart van de provincies en bij meer dan 90 procent van de Nederlandse gemeenten zijn fouten ontdekt, of ontbreekt een deel van de informatie in de Almanak. Gebruikers zijn hierdoor veroordeeld tot tijdrovend zoekwerk, of zijn afhankelijk van derde partijen die hoge bedragen vragen voor overzichten die wel volledig zijn.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken is verantwoordelijk voor het bijhouden van een volledige lijst van overheden, politici en publieke functionarissen. “Hier slagen ze niet in omdat overheden deze basisinformatie niet doorgeven of foutief invoeren”, aldus Tom Kunzler, adjunct-directeur van Open State Foundation. “Hierdoor zijn onder andere belangenorganisaties, onderzoekers maar ook overheden zelf verplicht om elders lijsten te kopen voor duizenden euro’s of om zelf gegevens te gaan verzamelen. We sporen het ministerie daarom aan om werk te maken van een kloppende almanak.”

Voorbeelden van fouten in de Rijksalmanak

Open State deed onderzoek naar de gegevens in de almanak, die in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken in beheer is van het Kennis- en exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP). De meting is gedaan in juni 2019.

Daaruit kwamen diverse fouten naar voren zoals:

  • Bij 18.5% van de gemeenten klopt het aantal zetels van de gemeenteraad niet;
  • 14.82% van de namen van de raadsleden komt niet overeen met de namen zoals bekend bij de Kiesraad als gevolg van spelfouten;
  • PVV Tweede Kamerleden missen in de Almanak;
  • Bij negen provincies missen gegevens over Statenleden volledig.

Klik hier voor bekijken fouten in de almanakgegevens van gemeenten en provincies: https://openstate.github.io/almanak-kiesraad-matcher/visualization/ (Niet meer beschikbaar. Zie verder https://openstate.eu/nl/)

Alternatieve Allmanak

“De naam Allmanak”, aldus Kunzler “is bewust gekozen om te laten zien dat de data in deze almanak wel compleet moet gaan worden”. Deze alternatieve almanak bundelt data van almanak.overheid.nl, de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en de Kiesraad. Hiermee wordt een vollediger register aangeboden dat door iedereen gratis kan worden gebruikt.

Wanneer informatie niet klopt of onvolledig is kan een gebruiker van allmanak.nl dit aangeven via een meldingsknop. Hiermee wordt een e-mail naar de betreffende overheid gestuurd met het verzoek en instructies om de gegevens te updaten bij de officiële almanak van de Rijksoverheid.

Hierna komt deze update ook weer op allmanak.nl terecht. Open State gaat de Allmanak de komende maanden verder verrijken en uitbreiden met meer databronnen zodat iedereen toegang krijgt tot een volledige en goed bruikbare lijst met overheden en politieke vertegenwoordigers.

De Allmanak – online gezet op 5 juni 2019 – is ontwikkeld met steun van het SIDN Fonds en is een aanvulling op PoliFLW.nl.

Allmanak: https://allmanak.nl

Officieel overheidsregister staat vol met fouten, Open State, 5 juni 2019: https://openstate.eu/nl/2019/06/officieel-overheidsregister-staat-vol-met-fouten/

Register van Overheidsorganisaties: https://almanak.overheid.nl (Site heet voortaan: Organisaties overheid:  https://organisaties.overheid.nl/

Wallaart & Kusse Public Affairs: https://www.wkpa.nl

PoliFLW.nl: https://poliflw.nl

SIDN Fonds: https://www.sidnfonds.nl

Pdok – Platform voor hoogwaardige geodata: https://www.pdok.nl/

Waarom is besturen en verantwoorden vanuit wantrouwen dominant? Leer het anders: vanuit vertrouwen

Als vertrouwen zo goed en heilzaam is voor samenleving, burgers en organisaties, waarom wordt er dan niet meer bestuurd en gewerkt vanuit vertrouwen? Waarom is besturen vanuit wantrouwen dominant?
Een goede vraag van Frédérique Six, universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit (VU) en onderzoeker
van publieke governance-vraagstukken met speciale aandacht voor governance die vertrouwen bouwt: de relatie tussen vertrouwen en controle.
Governance is het integer en transparant handelen door overheidsorganisaties en bestuurders en het organiseren van effectief toezicht hierop.

Terechtgekomen in systeem van sturen en verantwoorden dat uitgaat van wantrouwen

Op de site van de VU gaat Six in op de aanbevelingen uit het advies Blijk van vertrouwen van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS)*) dat op 14 mei 2019 is gepresenteerd.
Frédérique Six:

“Wij zijn met elkaar in een systeem van sturen en verantwoorden terechtgekomen dat ervaren wordt als uitgaan van wantrouwen; terwijl (bijna) niemand vanuit algemeen wantrouwen wil werken. Het overgrote deel van de professionals, bestuurders, beleidsmakers en zelfs politici wil liever vanuit vertrouwen samenwerken. Onderzoek laat ook zien dat (samen) werken, sturen en verantwoorden vanuit vertrouwen tot betere resultaten , meer innovatie, verantwoorde risico’s nemen en hoger welbevinden leidt. En vaak ook tot lagere kosten. Dat het huidige systeem voor publieke taken financieren, aansturen en controleren niet meer werkt, wordt steeds breder erkend, of het nu gaat om de gezondheidszorg, jeugdhulp of onderwijs. Half mei publiceerde de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) een belangrijk advies “ Blijk van vertrouwen – anders verantwoorden voor goede zorg” met een analyse die goed aansluit bij wat ik vorig jaar al publiceerde in een serie blogs. Ook de analyse en oproep van Tjeenk Willink ligt in dezelfde lijn.

De RVS gebruikt het woord verantwoorden en niet controleren of beheersen wat mooi illustreert waar het wringt. Fatiha controleert Jan, terwijl het Jan is die verantwoording aflegt aan Fatiha. Waar controleren en beheersen overheersen domineert het top-down perspectief, wat vaak leidt tot wantrouwen; de RVS werkt dat mooi uit. Als de wijze van verantwoording ingevuld wordt van onderop, in nauwe dialoog met het forum waaraan verantwoording wordt afgelegd, is vertrouwen bouwen mogelijk.

Aanbevelingen RVS
De vier aanbevelingen van de RVS om te komen tot verantwoording van onderop zijn:
1. Zorgverleners nemen verantwoordelijkheid
2. Externe verantwoording sluit aan op de context van de praktijk
3. Samen komen tot gedeelde principes
4. Andere houding van betrokkenen

De reacties op het rapport waren overwegend positief in de (sociale) media, aangevuld met cynische reacties. De cynicus zegt, eerst zien dan geloven, of, dit is allemaal niet nieuw. Dit is al zo vaak gezegd – kijk bijvoorbeeld naar de boeken van Stichting Beroepseer over Het alternatief voor de zorg, of Het alternatief in het onderwijs en meest recent over de jeugdhulp – en er gebeurt maar niks, het wordt alleen maar erger. Ik ben wel hoopvoller, dit is een stevig advies van een Raad met gezag en belangrijke partijen in het veld ondersteunen expliciet de oproep. De tijd lijkt rijp voor de beweging richting anders verantwoorden. De richting en principes zijn duidelijk verwoord. De Raad geeft aan dat dit niet vanzelf zal gaan, omdat de dynamiek van het huidige systeem hardnekkig is. Experimenteren en gezamenlijk reflecteren zijn nodig. Het goede gesprek – dialoog – is essentieel om samen tot een dynamiek van verantwoorden vanuit vertrouwen te komen.

Zelf aan de gaan wordt de crux
Want er concreet zelf mee aan de slag gaan dat wordt nu de crux. Hoe doe je dat? Daar is geen blauwdruk voor en wordt een kwestie van proberen, vallen en weer opstaan; en vooral doorgaan. Dat vraagt regelmatige reflectie en intervisie, liefst samen met collega’s en anderen die met vergelijkbare processen bezig zijn”.

Op de School of Governance van de Vrije Universiteit is de opleiding Sturen en leidinggeven vanuit vertrouwen te volgen voor mensen die in hun eigen praktijk zelf aan de slag willen: https://vu.nl/nl/onderwijs/professionals/cursussen-opleidingen/sturen-en-leidinggeven-vanuit-vertrouwen
Meer info bij Frederiqe Six: f.e.six@vu.nl

*) Blijk van vertrouwen – Anders verantwoorden voor goede zorg, RVS. 14 mei 2019: www.raadrvs.nl

Besturen vanuit vertrouwen: voorwaarden en nieuwe overtuigingen, Frederique Six, 28 februari 2018: https://frederiquesix.nl

Frédérique Six over governance en relatie tussen vertrouwen en beheersing in publieke sector, Blogs Beroepseer, 22 januari 2019: https://beroepseer.nl/blogs

 

Foto bovenaan is van Gert Altmann

Zorgmedewerkers hebben weinig vertrouwen in actieplan (Ont)Regel de zorg

Uit een enquête van onderzoeksbureau Markteffect onder 523 medewerkers werkzaam binnen Nederlandse zorginstellingen, blijkt dat slechts één op de vijf (22%) zorgmedewerkers gelooft dat het actieplan (Ont)Regel de zorg verbeteringen gaat opleveren binnen de sector waarin zij werkzaam zijn. Het onderzoek is verricht in opdracht van ICT-dienstverlener Ictivity.

Tot op heden merken zij weinig van het plan dat inzet op minder regels voor zorgverleners en meer tijd voor de cliënt. Zo ervaart slechts iets meer dan een derde (36%) van de zorgmedewerkers minder papieren rompslomp en zegt slechts 28% tijd te besparen sinds de introductie van het plan.
Ministers Hugo de Jonge en Bruno Bruins en staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS) presenteerden op 23 mei 2018 het actieplan (Ont)Regel de zorg om de zorg te ontdoen van overbodige bureaucratie. Het plan zette in op minder regels voor zorgverleners en meer tijd voor de patiënt.

Weinig effect op regeldruk

Niet alleen het verminderen van de papieren rompslomp en het besparen van tijd blijven uitdagingen. Ook de realisatie van een uniforme werkwijze blijft achter. Slechts 30 procent merkt hier verbetering in. Daarnaast zegt eveneens 30 procent van de zorgmedewerkers nu een standaardisering van informatie-uitwisseling te ervaren.

Het Financieele Dagblad heeft het ministerie enkele vragen gesteld n.a.v. het onderzoek. Er blijken inmiddels zo’n vijftig maatregelen te zijn genomen, waaronder, aldus een woordvoerder “doorbraken die eerder niet mogelijk bleken. Tegelijkertijd zien wij ook wel dat we nog niet zijn waar we willen. We zien bijvoorbeeld dat het simpelweg afschaffen van een regel, formulier of procedure niet altijd voldoende is. Vaak gaat het namelijk om ingesleten patronen en werkwijzen. Aanpassen daarvan kost tijd”.

Ouderenzorg loopt op alle gebieden achter

Per zorgsector blijken verschillen te bestaan in wat zorgmedewerkers merken van het actieplan. Zo loopt jeugdzorg voorop als het gaat om minder papieren rompslomp: twee op de vijf medewerkers ervaart hier een verschil. De gehandicaptenzorg profiteert het meest van een standaardisering van informatie-uitwisseling (37%). Medewerkers in de thuiszorg lijken het meest te merken van tijdbesparing (35%). Opvallend is dat de ouderenzorg op elk gebied achterblijft. Het actieplan lijkt hier vooralsnog het minste resultaat te boeken.

Luister naar de stem van de medewerker

In het onderzoek hebben zorgmedewerkers ook de ruimte gekregen om hun visie op het actieplan toe te lichten. Zo reageert een zorgmedewerker uit de ouderenzorg: “De zorg blijft landelijk een uitdaging in alle sectoren. Wanneer wordt er eens aan de uitvoerenden gevraagd wat werkbaar is in plaats van aan iemand die vanachter een bureau zaken bedenkt die tijd en geld kosten, maar uiteindelijk niets opleveren”.

Wilbert van Beek, commercieel directeur bij Ictivity, vult aan: “ICT kan een belangrijke rol spelen in verlagen van de administratieve lasten in de zorg. De technologie moet echter zo ingestoken worden dat het de zorgverlener helpt en dagelijkse werkzaamheden eenvoudiger maakt. Alleen door te beginnen bij de behoeften van de medewerker kan daadwerkelijk een verschil worden gemaakt”.

De volledige resultaten van het onderzoek zijn te lezen in het onderzoeksrapport Dossier ICT: de digitale stand van zaken in de zorg: www.ictivity.nl/dossier-ict-zorg

Zorgmedewerkers hebben weinig vertrouwen in actieplan (Ont)Regel de zorg, Ictivity, 11 juni 2019: www.ictivity.nl

Zorgprofessionals merken nog weinig van deregulering, door Pim Brasser, Het Financieele Dagblad, 12 juni 2019: https://fd.nl

Foto bovenaan is van Gerd Altmann

Nieuw pamflet van actiegroep Het Roer Moet Om: Zorg voor samenhang

Actiegroep Het Roer Moet Om (HRMO)*), bestaande uit zestien huisartsen,  is met een nieuw pamflet gekomen, Zorg voor samenhang. Het is een oproep aan politieke partijen voor meer samenwerking in de zorg en minder concurrentie, minder productiedwang en minder bureaucratie. HRMO verzoekt collega huisartsen en zorgverleners en sympathisanten het pamflet te ondertekenen. 

Pamflet Zorg voor samenhang

Als huisarts ben ik een betrouwbaar anker en kompas in een complexe zorgwereld. Patiënten raken daarin zelf al gauw de weg kwijt. Wie echt kwetsbaar is, valt steeds vaker tussen de wal en het schip, zeker in de regio. Zonder verandering ziet de toekomst van de zorg voor de patiënt er somber uit. De tijd dringt! Als huisarts heb ik de overtuiging dat het anders moet en kan.

Alles zou er in ons zorgsysteem op gericht moeten zijn om samenwerking te versterken. In plaats daarvan staan we los van elkaar op smeltende ijsschotsen. Tijd, geld en kwaliteit lekken in rap tempo weg. Niet de opdracht tot concurrentie, maar de wil tot samenwerking moet leidend zijn.

Daarom deze oproep aan politiek, verzekeraars en zorgverleners.
Maak samenhang door samenwerking het leidende principe in de zorg, voor én met de patiënt.

Herken de blokkades en financiële schotten die samenwerking frustreren en bureaucratiseren;
Stop de leegloop van zorgprofessionals door meer erkenning van en vertrouwen in de kwaliteit van hun werk. Alleen zo kan adequate zorg beschikbaar en betaalbaar blijven;
Herpak het politieke mandaat. Zorg is gebaat bij een duurzame herinrichting en pijnlijke keuzes. Dat is het mandaat en de verantwoordelijkheid van de politiek.

Zonder regie geen gezamenlijkheid
Er is in Nederland regie nodig om tot een werkbare samenhang in de zorg te komen. Decennia van concurrentie- en productiegericht denken hebben de noodzaak van samenwerking weggedrukt. Om die terug te krijgen is een plan nodig. Een plan van de minister van VWS en de Tweede Kamer hoe die samenwerking in de zorg in Nederland weer centraal te stellen, in een evenwichtig netwerk samen met ziekenhuizen, spoedposten, verpleeghuizen en thuiszorg. Erken de groeiende schaarste, en neem passende maatregelen die de zorg voor kwetsbare patiënten en regio’s verbetert. Schrap de bureaucratie, versterk het vertrouwen in professionals en biedt hen ruimte voor de uitoefening van hun vak.

Zorgverzekeraars past een ondersteunende rol in financiering en ideeën. Luister en bespreek zonder te dicteren.

En tot slot wij zorgverleners zelf: denk en beslis mee, over samenhangende oplossingen die in de eigen regio gaan werken. Laten we niet afwachten maar elkaar aanspreken en de ongemakkelijkheid niet schuwen.

Ga naar de site van Het Roer Moet Om voor ondertekenen van het pamflet: https://hetroermoetom.nu/pamflet.html


*)
Actiegroep Het Roer Moet Om is voortrekker van Stichting Beroepseer. Zie voor meer info: https://beroepseer.nl

Huisartsen publiceren manifest ‘Het roer moet om’. Er moet een eind komen aan de ‘geëxplodeerde zorgbureaucratie’, Blogs Beroepseer, 11 maart 2019: https://beroepseer.nl

Man neemt 68-jarige werknemer aan en dat is heel ongebruikelijk, blijkt uit reacties

Werkloze 50-plussers zijn zo goed als kansloos op de arbeidsmarkt. Leeftijdsdiscriminatie blijft hardnekkig, blijkt uit een grootschalige enquête van arbeidseconoom Stijn Baert van de Universiteit van Gent en Vacature.com onder bijna 4.000 oudere werkenden, werkzoekenden en inactieven in België. Vacature.com maakt deel uit van de Persgroep en helpt mensen bouwen aan een professionele loopbaan.

In België is nog hooguit de helft van de 55- tot 64-jarigen aan het werk. Baert: “Ter vergelijking: in Nederland en Duitsland is dat ongeveer zeven van de tien. Dat roept toch wel vragen op: wat zijn nu eigenlijk de drempels die de Vlaming verhinderen om tot aan de officiële pensioenleeftijd van 65 te blijven werken? Het leek me heel interessant om het hen gewoon eens zelf te vragen”.
In België ligt de pensioenleeftijd op 65 jaar; in Nederland per 1 januari 2018 op 68 jaar.

Het blijkt dat werkende 50-plussers vooral worstelen met moeilijke werkomstandigheden. Met stip op één – vermeld door 44 procent van de werkende 50-plussers – staat het ontbreken van een goede werkorganisatie, op de voet gevolgd door de afwezigheid van een degelijke leidinggevende (43%) en een manifest gebrek aan waardering (42%).
36,80 procent van de mannen en liefst 45,40 procent van de vrouwen kreeg bovendien naar eigen zeggen het afgelopen jaar af te rekenen met leeftijdsdiscriminatie.

Hardnekkige vooroordelen

Volgens onderzoekster Hannah Van Borm van de Universiteit van Gent denkt “ruim de helft (52%) van de respondenten dat 50-plussers in de ogen van veel werkgevers beduidend minder gemotiveerd zijn. Slechts 13 procent gelooft dat die perceptie ook effectief een grond van waarheid bevat. Een vermeend gebrek aan flexibiliteit is volgens 55 procent van onze ouderen een serieuze drempel tot de arbeidsmarkt, terwijl hooguit 19 procent van hen vindt dat jongeren echt wel beter presteren. De drie percepties over 50-plussers die de respondenten zelf het meeste waar achten en die in hun visie hun kansen het zwaarst hypothekeren, zijn de hogere loonkost, de verminderde fysieke capaciteiten en de lagere technologische kennis en vaardigheden. Dat zijn dus de terreinen waarop de komende jaren met een gerichte aanpak de grootste winst kan worden geboekt”.

In Nederland vormen ouderen (ouder dan 45 jaar, jonger dan 75) van de langdurig werklozen 68 procent, in 2008 was dat 59 procent. Het ziet ernaar uit dat Nederland zich moet instellen op een vaste kern van oudere werklozen. Gelet op de vergrijzing, wordt die veronderstelling in de komende decennia waarschijnlijk bewaarheid.

Lieve mensen, ik voel me goed en trots

Op 4 juni 2019 kreeg een Nederlandse tweet aandacht in de Belgische krant Het Laatste Nieuws (HLN). De kop luidde: Man die 68-jarige werknemer aanneemt bedolven onder lofbetuigingen: Voorbeeld voor de maatschappij.

Een Nederlandse man die op Twitter deelde dat hij een 68-jarige werknemer had aangenomen, wordt overstelpt met positieve reacties. De werknemer was al drie keer eerder afgewezen door zijn leeftijd, maar Bram besloot hem toch een kans te geven. Al snel stroomden de fijne reacties binnen en mensen begonnen spontaan verhalen te delen over de positieve impact die oudere werknemers kunnen hebben. En hoe die zelf openbloeien als ze weer aan de slag kunnen.

De twitteraar, zich Bram noemende (hij blijft liever anoniem) heeft de man vanwege zijn kwaliteiten aangenomen: “Hij had 20 jaar ervaring in de technische klantenservice”, zegt hij, “maar ik heb hem vooral aangenomen om zijn motivatie”.
Een dag na de tweet was deze al ruim 6.000 keer geliket en 500 keer gedeeld. Een kleine 300 mensen reageerden al.
Bram blijkt onder de indruk. “Ik had nooit gedacht dat ik zo veel reactie zou krijgen. Dat was eerlijk gezegd ook niet de bedoeling”.
schermafbeelding tweet Bram

Man die 68-jarige werknemer aanneemt bedolven onder lofbetuigingen: “Voorbeeld voor de maatschappij”, door KVDS, HLN, 4 juni 2019: www.hln.be

Werkloze 50-plussers momenteel zo goed als kansloos op arbeidsmarkt, door Piet Verbeest HLN, 31 mei 2019: www.hln.be

Onderzoek Stijn Baert (UGent) en vacature.com: deze drempels ervaren 50-plussers op de arbeidsmarkt, Universiteit Gent, mei 2019: https://users.ugent.be/~sbaert/Welke_drempels_ervaren_50-plussers_zelf_op_onze_arbeidsmarkt_-_Analyse_en_commentaren.pdf

 

Foto bovenaan is van Bicanski

Tim Robbe lucht zijn hart over Kamerbrief ministerie VWS over voortgang programma Zorg voor de jeugd

Vanuit de auto, staande in een file, lucht Tom Robbe in een video zijn hart over de brief met bijlagen van 7 juni 2019 die minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid heeft gestuurd aan de Tweede Kamer over de voortgang van het programma Zorg voor de jeugd.

“Ik sta in de file en dan lees ik wel eens wat op mijn telefoon en wat ik zojuist heb gelezen, daar moet ik echt wat over kwijt. Ik lees zojuist de nieuwe brieven van onze minister De Jonge van VWS over de voortgang van zijn programma voor de jeugdzorg. En ik ben boos. Ik ben niet boos als adviseur of advocaat omdat ik mijn geld verdien in het sociaal domein. Ik ben boos als vader van een jongen van tien met klassiek autisme. Want wat lees ik in de brief over inkoop? We moeten vooral de keuzevrijheid niet heel belangrijk meer vinden, we moeten toe naar een inkoop om omzetgaranties te kunnen gaan bieden aan partijen die dan ook zeker zijn dat ze de jeugdhulp kunnen gaan verlenen aan jawel, kinderen zoals mijn zoon.

Daar moet de inkoop dus om draaien. Omzetgaranties zodat zorgaanbieders in ieder geval zeker zijn dat ze zorg kunnen verlenen aan mijn zoon. Heb ik daar ook nog wat over te zeggen? Heb ik daar nog wat over te zeggen mijnheer de minister? Daarnaast lees ik dat er allerlei andere bezwaren zijn om wat te doen met keuzevragen, o.a. omdat wijkteams het werken wel erg lastig wordt gemaakt op het moment dat wij zelf zouden kunnen kiezen waar wij onze zorg zouden willen halen voor onze zoon.

Wat schrijf je nou op? Ik als vader maak het werk van het wijkteam moeilijk en daarom moeten we op een andere manier gaan inkopen. Daarom wordt het sturen zo lastig. Omdat ik me ertegenaan bemoei wat ik doe met mijn eigen zoon. Dit is echt bizar, wat er hier op papier is gezet.

De minister noemt het allemaal principieel kwestieus wat er gebeurt bij bepaalde inkoopmodellen omdat keuzevrijheid zo belangrijk zou zijn Maar déze uitspraken zijn juist principieel kwestieus en ik verzoek Den Haag, met name de Tweede Kamerleden om eens een keer op te staan en dit soort dingen op te merken omdat cliënten, waaronder ikzelf, het zat zijn dat er op deze manier over ons wordt gesproken.

De samenwerking tussen gemeenten en aanbieders is een instrument. Ook als een gemeente niet kan samenwerken met een aanbieder, interesseert mij dat vrij weinig. Het enige dat mij interesseert is dat een zorgaanbieder goede zorg verleent aan mijn zoon. Regel dat gewoon in plaats van nu te spreken over omzetgaranties en wijkteams die hun werk niet kunnen doen omdat ik mij wil bemoeien met wat er gebeurt met mijn zoon.

Tot slot, het gaat niet om keuzevrijheid. Laten we dat nu ook een keer duidelijk hebben. Die framing, daar moeten we van af. Het gaat erom dat je mensen met een beperking niet beperkt op het moment dat er goede alternatieven zijn naast de alternatieven die gecontracteerd zijn.
Ik heb het niet over PGB, want PGB is een keuze. Ik heb het erover dat ik als ouder, omdat ik het zorglandschap redelijk goed kan overzien hoor, en tachtig tot vijfentachtig procent van de ouders met mij kunnen dat prima overzien.

Als wij een alternatief vinden, waarvan wij denken, dit is goed en wij ook expertise kunnen inhuren die zegt, dit is goed, waarom zouden wij dan naar die aanbieders toe moeten die dan de garantie hebben dat ze mogen leveren en daar een omzetgarantie ook voor krijgen.
Waar zijn wij mee bezig in het sociaal domein op het moment dat wij op déze manier over cliënten gaan praten, op deze manier.

Er moet iemand zich enorm schamen voor dit zo opschrijven op papier. Het is weekeind, ik ga nu ontspannen, maar hier moet echt iets mee gaan gebeuren. Want dit gaat de verkeerde kant op voor de cliënt, voor kinderen zoals mijn zoon. En daar ga ik voor strijden.
Fijn weekeind, wellicht tot de volgende keer”.

Actieprogramma Zorg voor de jeugd

*) Zie Kamerbrief van de regering: Voortgang Zorg voor de jeugd, Tweede Kamer, 7 juni 2019: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2019D23915

Lees ook: Hoe een ambtenaar jeugdzorg als vader vast kwam te zitten in zijn ‘eigen verstikkende web’, door Niek Megens, De Stentor, 9 juni 2019: www.destentor.nl

Tim Robbe is advocaat en bestuurskundige en voortrekker van Stichting Beroepseer.

VIDEO NIET MEER BESCHIKBAAR

https://www.youtube.com/watch?v=kFfQ4uvwCYY

 

Regieverpleegkundige

Besluit minister Bruins tot overgangsregeling voor verpleegkundigen. Introductie van de regieverpleegkundige

Minister Bruno Bruins voor Medische Zorg en Sport heeft op 5 juni 2019 zijn besluit bekend gemaakt over de overgangsregeling verpleegkundigen. Aan de voorzitter van de Tweede Kamer heeft hij een brief gestuurd over het beleidsstandpunt en het rapport Verpleegkundige op niveau – een overgangsregeling in het kader van BIG II-register.

Eerder al had de minister – op 25 april 2019 – een brief gestuurd om de Tweede Kamer in te lichten over de stand van zaken rondom de overgangsregeling voor de zittende groep verpleegkundigen in het licht van het wetsvoorstel BIG II. Met dit wetsvoorstel beoogde de minister “een duidelijker onderscheid te maken tussen de mbo- en hbo-opgeleide verpleegkundigen, door het beroep van regieverpleegkundige te introduceren en het deskundigheidsgebied van de verpleegkundige te actualiseren. Om het voorgaande te bewerkstelligen is het van belang om helderheid te krijgen over de overgangsregeling voor de zittende groep verpleegkundigen”.

Om de overgangsperiode te regelen had de minister de Commissie ter Beoordeling van de Verpleegkundige Vervolgopleidingen ingesteld met de taak de diverse verpleegkundige vervolgopleidingen op inhoud en niveau te toetsen teneinde te kunnen bepalen welke groepen verpleegkundigen straks voldoende gekwalificeerd zijn om tot het register van regieverpleegkundigen te worden toegelaten.
Na ontvangst van het definitieve rapport van de commissie is de minister in gesprek gegaan met de beroepsvereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN), de vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties (Brancheorganisaties zorg – Boz) en de vertegenwoordigers van werknemersorganisaties (FNV, CNV en NU’91).

Verschillende scenario’s

In het rapport Arbeidsmarktonderzoek toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging staan verschillende scenario’s over de invoering van het beroep van regieverpleegkundige. Vanuit de Regiegroep Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging was behoefte aan meer inzicht in de mogelijke effecten van dit wetsvoorstel om zich zo beter voor te bereiden op deze ontwikkeling.

De minister besluit zijn brief van 25 april 2019 met: “Het voorliggende rapport beschrijft een aantal mogelijke scenario’s en geeft hierover een aantal aanbevelingen voor onder andere de beroepsvereniging, de werkgevers- en werknemersorganisaties en voor het Ministerie van VWS zelf. Dit met het doel om het onderscheid van de mbo- en hbo-opgeleide verpleegkundigen goed in de praktijk te implementeren. Zoals de Regiegroep zelf heeft aangegeven is het onderzoek naar zijn aard een scenario-onderzoek met vele variabelen en onzekerheden. De uitkomsten van het onderzoek zijn volgens de Regiegroep indicatief en derhalve beperkt te hanteren. De Regiegroep beschouwt het onderzoek als een rapport dat inspiratie biedt die de transitie rondom de functiedifferentiatie ondersteunt. Ik zal het rapport op dezelfde wijze benutten”.

In de Kamerbrief van de minister van 5 juni staat op pagina 4 een passage uit het advies dat de Commissie ter Beoordeling van de Verpleegkundige Vervolgopleidingen heeft gegeven t.a.v. de term regieverpleegkundige:

Beroepstitel regieverpleegkundige
Ook de commissie heeft in haar advies aandacht besteed aan de titulatuur van de hbo-opgeleide verpleegkundige. De commissie stelt voor om in plaats van de titel regieverpleegkundige, de titel ‘verpleegkundige BN’ te gaan hanteren. De titel van regieverpleegkundige wordt op dit moment al gebruikt in het veld en is wijdverbreid. Veldpartijen ondersteunen deze benaming ook. Verder geldt dat in de aangedragen suggestie van ‘verpleegkundige BN’ een afkorting van een opleidingstitel (Bachelor of Nursing) wordt gebruikt. De opleidingstitel ‘Bachelor’ is beschermd in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Dat vormt een beletsel om een beschermde graad of een verwijzing daarnaartoe te gebruiken in de beroepstitel. Om die reden en bij gebrek aan betere alternatieven, streef ik ernaar om bij de verdere uitwerking van BIG-II de titel ‘regieverpleegkundige’ te hanteren.

We kunnen concluderen dat het niet zo eenvoudig is geweest een nieuwe titel te bedenken voor de hbo-opgeleide verpleegkundige. Waren er echt geen alternatieven?

Opleidingstitel

In een Nieuwsbericht van het ministerie van VWS van 5 juni staat dat de minister een overeenstemming heeft bereikt over een overgangsregeling voor verpleegkundigen die regieverpleegkundige willen worden: “Dit is een nieuw op te nemen beroep in het BIG-register. De regeling is bedoeld voor verpleegkundigen die zich straks als regieverpleegkundige willen registreren, maar daarvoor nog niet over alle benodigde kwalificaties beschikken. Bruins heeft de partijen intensief betrokken bij de besluitvorming en het resultaat is een breed gedragen overeenkomst. Hij werkt de overgangsregeling nu uit in een wetsvoorstel”.

Het Nieuwsbericht heeft het over “een nieuw op te nemen beroep”, waarmee dat van de regieverpleegkundige wordt bedoeld. Maar in feite gaat het niet om een ‘nieuw beroep’.
Het gaat hier in feite om een opleidingstitel binnen het beroep verpleegkunde. De term beroepstitel is voorbehouden aan een beroep, zoals dat van verpleegkundige, arts, leraar, rechter, advocaat, timmerman of loodgieter. Binnen die beroepen zijn er specialisaties en functies: cardioloog, strafrechter, leraar mbo, scheepstimmerman. Als een arts wordt benoemd tot directeur van een ziekenhuis dan betreft dat een functie.
Het Ministerie van VWS is indertijd begonnen met het opstellen van een lijst van beschermde titels van medische beroepen waaronder ook het beroep van verpleegkundige n.a.v. de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). De wet regelt de bescherming van beroepstitels en opleidingstitels van beroepen in de gezondheidszorg.

‘Complexe materie’

Het ministerie geeft te kennen dat het wetsvoorstel is ingegeven door de wens van de beroepsgroep verpleegkundigen duidelijk onderscheid te maken tussen mbo- en hbo-opgeleide verpleegkundigen, en hun deskundigheidsgebieden. Deze wens zou zijn ontstaan doordat patiënten en cliënten steeds vaker ingewikkelde zorg nodig hebben.

Maar de overgangsregeling Wet BIG en alles wat daarbij komt kijken – toetsen maken bijvoorbeeld of een aanvullende scholing – blijkt bij veel verpleegkundigen niet in goede aarde te vallen en onrust te veroorzaken.  Zij staan niet bepaald te juichen na bekendmaking van de overgangsregeling, gelet op reacties en de commentaren op internet. Het regent vragen die blijk geven van grote verwarring. Bijvoorbeeld:

Titel regieverpleegkundige is weer een move van VWS om het allemaal nog onduidelijker te maken. Moet ik nu inschrijven als regievpk omdat ik HBO recent klaar heb maar nu ingeschreven sta als VPK? Ik begrijp er weinig van.

Er is sprake van ‘complexe materie’, ‘overmatige rationalisatie’, ‘theoretisch bureaucratisch gedachtegoed’ en dan rijst de onvermijdelijke vraag of de dingen niet onnodig ingewikkeld zijn gemaakt en of men niet te ver gaat in opsplitsen en onderverdelen waardoor het eigenlijke beroep van verpleegkundige uit het zicht dreigt te raken? Het is toch zo dat deskundigheid juist in de praktijk door de meeste verpleegkundigen wordt ontwikkeld, stelde een verpleegkundige een jaar geleden al vast in een reactie over het onderwerp. Danst de beroepsgroep niet naar de pijpen van VWS, vraagt iemand, terwijl een ander opmerkt de hele regeling een ‘onbegrijpelijke actie van onze beroepsvereniging’ te vinden.

Tot slot de tweet: “Los van mijn gevoel bij dit besluit vraag ik mij af welk direct positief effect dit heeft op patiënt, cliënt, bewoner. Kan iemand dit uitleggen? Deden wij ons werk dan niet goed?”

V&VN gaat op haar site uitgebreid in op het wetsvoorstel en de consequenties. Er is ook een overzicht van meest gestelde vragen: Besluit minister Bruins: brede overgangsregeling voor verpleegkundigen, 5 juni 2019: www.venvn.nl/nieuws/besluit-minister-bruins-brede-overgangsregeling-voor-verpleegkundigen/

V &VN heeft ook een telefonisch spreekuur beroepsprofielen ingesteld: https://outlook.office365.com/owa/calendar/Telefonischspreekuurberoepsprofielen@venvn.nl/bookings/

Nieuwsbericht Minister Bruins stelt overgangsregeling verpleegkundigen vast, Rijksoverheid, 5 juni 2019: www.rijksoverheid.nl (Niet meer beschikbaar op Rijksoverheid). Dit nieuwsbericht is terug te vinden in het sitearchief van de Rijksoverheid. Type in het zoekveld van de grijze linkerkolom de titel van het bericht: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive

Kamerbrief over de overgangsregeling in het kader van BIG II-register, Rijksoverheid, 5 juni 2019: https://beroepseer.nl

Overgangsregeling in het kader van BIG II register, Rijksoverheid, 18 april 2019: https://beroepseer.nl

Beleidsstandpunt inzake overgangsregeling en aanbieden rapport ‘Verpleegkundige op niveau, een overgangsregeling in het kader van BIG II-register’, Tweede Kamer, 5 juni 2019: www.tweedekamer.nl

Arbeidsmarktonderzoek toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging – Hoofdrapport, Rijksoverheid, 25 april 2019: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-881345.pdf

Brief van minister voor medische zorg. nr 359 – Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector, Kamerstuk, Officiële bekendmakingen, 25 april 2019: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29282-359.html

Veel gestelde vragen op NU’91: www.nu91.nl/veelgestelde-vragen/

9 snelle vragen aan V&VN over de overgangsregeling, Nursing, 6 juni 2019: www.nursing.nl


U P D A T E

Minister Bruins komt met verkenner BIG-2, Rijksoverheid, 21 augustus 2019: www.rijksoverheid.nl (Niet meer beschikbaar op Rijksoverheid). Bericht is te vinden in sitearchief van de Rijksoverheid. Type de titel van het bericht in het zoekveld van de grijze linkerkolom: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive

Geef actiegroep Wet BIG II een plek aan tafel, Thijs Jansen, Blogs Beroepseer, 19 augustus 2019: https://beroepseer.nl

We nemen jullie zorgen mee naar Den Haag, V&VN, 13 juni 2019: www.venvn.nl/nieuws/we-nemen-jullie-zorgen-mee-naar-den-haag/

Overgangsregeling Wet BIG II: ‘Ik was er 2 dagen ziek van’, door Margot Hamel, Nursing, 12 juni 2019: www.nursing.nl

Petitie tegen regieverpleegkundige: Iedere hbo-v’er in register regieverpleegkundige. De petitie is opgezet door HBO Verpleegkundigen met een diploma ouder dan 2012. Einddatum 4 oktober 2019: https://hbovinregister.petities.nl

Petitie Gespecialiseerde verpleegkundige, inservice, mbo of hbo-v voor 2012: alle verpleegkundigen. De petitie is opgezet door Ervaren BIG geregistreerde verpleegkundige met een diploma ouder dan 2012. Einddatum: 6 oktober 2019: https://verpleegkundigevoor2012.petities.nl/

 

Foto bovenaan: Minister Bruins temidden van vertegenwoordigers van V&VN, bonden en zorgwerkgevers

The Good Univesity, boek van Raewyn Connell

Hoe zou een ‘goede universiteit’ er uit behoren te zien? Raewyn Connell geeft een aantal aanwijzingen

Het hoger onderwijs is ‘booming business’ met wereldwijd meer dan tweehonderd miljoen studenten op universiteiten en hogescholen. Subsidies en onderzoeksgelden stromen toe als nooit tevoren. Maar feit is ook dat mensen die op deze instituten werken nog nooit zo ongelukkig zijn geweest. Een zakelijke managementstijl, bezuinigende overheid, zich mobiliserende boze studenten en stakingen door ontevreden medewerkers eisen in bijna elk land inmiddels hun tol. Geen wonder dat er sprake is van een ‘universiteitscrisis’.

Hoe zou een ‘goede universiteit’ er behoren uit te zien? Raewyn Connell vraagt ons daarover na te denken en daagt ons uit de grondbeginselen van de universiteit te heroverwegen.
In haar boek The Good University – What universities actually do and why it’s time for radical change beschrijft zij welke stappen er genomen kunnen worden om de crisis in de academische wereld af te wenden en te komen tot een goede, voor de maatschappij waardevolle universiteit.
Raewyn Connell is socioloog, onderwijshervormer, vakbondslid en emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Sydney, de oudste universiteit van Australië, opgericht in 1850.

Op de site van Unite for Quality Education schrijft Connell dat er de laatste tijd veel slechte dingen zijn gebeurd op universiteiten. Daarvan getuigen boektitels als The University in Ruins, The Fall of the Faculty, Selling Students Short en The End of the South African University. Er zijn honderden artikelen geschreven met kritiek op neoliberale politiek die de universiteit zou hebben omgevormd tot een handelsonderneming. Jaren geleden waren er in Chili massale demonstraties tegen privatisering van het hoger onderwijs en universiteiten in Zuid-Afrika werden opgeschud door actievoerders die opriepen tot afschaffing van studieleningen en dekolonisering van het curriculum. Stakingen in het hoger onderwijs nemen toe, van Groot-Brittannië tot Australië.

Schaduwkant

Er is alle reden tot onrust. Universiteiten hebben zich wereldwijd verspreid en onderwijs en onderzoek zijn belangrijker dan ooit voor de maatschappij. Maar deze groei heeft ook een schaduwkant.
Connell noemt de druk op het personeel en de enorme toename van onzekere arbeidssituaties en outsourcing. Er is meer wantrouwen en minder democratie op de universiteit. Sociale rechtvaardigheid is ver te zoeken.
Volgens Connell kan het nog erger worden. In diverse landen met een rechtse regering zijn universiteiten openlijk aangevallen en probeert men faculteiten te sluiten en subsidies te schrappen.

Universiteitsmedewerkers hebben, als ze worden geconfronteerd met kwalijke veranderingen, de neiging naar het verleden te kijken waarin de universiteit nog respect genoot. Het boek The Idea of a University van John Henry Newman, gepubliceerd in 1852, wordt weer gelezen. Maar nostalgie is niet de oplossing. Er is nooit een Gouden Eeuw van de universiteit geweest, zonder onrechtvaardigheid of uitsluiting en waarin geen strijd geleverd hoefde te worden.

Democratische doelen

Connell: “Jarenlang heb ik gesprekken gevoerd met collega’s op zes continenten en heb ik een berg aan documenten en onderzoeken verzameld. Het resultaat is een nieuw boek over de universiteit, maar ik hoop een ander boek dan de gebruikelijke boeken. The Good University is geschreven vanuit het gezichtspunt van de vakbond. Het biedt geen vastomlijnde blauwdruk, maar ik heb geprobeerd met een frisse blik naar de universiteit te kijken en na te denken over haar toekomst”.

Startpunt is de taak van de universiteit en de medewerkers die het werk doen. Onderzoek en tertiair onderwijs zijn beide gecompliceerde soorten arbeid en het is belangrijk in te zien dat de helft van de vereiste werknemers niet-academici zijn. Ze zijn administratief medewerker, bibliothecaris, chauffeur, zakenman of ICT-medewerker. Hun werk is verweven met het academische werk. Zo kunnen lesgeven en onderzoek gedijen. Kennis en inventiviteit van de medewerkers zorgen voor een goed functionerende universiteit. De huidige opvatting dat managers het beter kunnen is onjuist. Strak toezicht van managers maakt de problemen alleen maar erger.

We hebben democratie nodig op de universiteit, vindt Connell, net zoals dat nodig is in andere sectoren.
Universiteiten zijn overal ter wereld aanwezig en de kennis die zij produceren en verspreiden vindt plaats op wereldwijde schaal. Het personeel op de universiteit is mondiaal, maar mondiaal betekent nog niet gelijk. Er is een diepe hiërarchische kloof tussen rijke universiteiten als Harvard en Stanford in de VS en de aan geldgebrek lijdende landbouwhogescholen in Azië en Afrika.

Om over de toekomst van de universiteit goed te kunnen nadenken is het nodig, aldus Connell, het hele spectrum in ogenschouw te nemen. Goede regionale universiteiten zijn even belangrijk als goede elitaire onderzoekscentra. Universiteiten zijn lange tijd geassocieerd met maatschappelijke privileges, en dat is eigenlijk nog steeds zo. Het idee dat de universiteit een wereldwijde elite voortbrengt is een marketingstrategie geworden om collegegeld betalende studenten aan te trekken.

Maar er is ook vraag naar democratische toegang tot hoger onderwijs. De toegang van kinderen uit de arbeidersklasse, boerenfamilies, vrouwen, etnische en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen kent een lange geschiedenis: “Een goede universiteit is naar mijn mening een universiteit die zich richt op democratische doelen in de maatschappij”.
Sociale rechtvaardigheid bijvoorbeeld is een democratisch doel maar dit soort doelen zijn niet erg populair bij de meeste machthebbers.
Wat kan ons hoop bieden? Een belangrijke bron van hoop is de kennis van de universiteitsmedewerkers zelf, evenals het doorgaan met brede steun bieden aan het hoger onderwijs.

De experimentele en alternatieve universiteit

In The Good University heeft Connell het over nog een andere bron van hoop: de rijke geschiedenis van experimentele en alternatieve universiteiten en stromingen, variërend van de anti-koloniale universiteit tot de underground-universiteit, de onofficiële ‘vrije universiteit’, gedurfde hervormingen op de officiële universiteit en de universiteit gebaseerd op inheemse of islamitische kennis of populaire wetenschap.
Aan bronnen geen gebrek. Helaas domineren in de huidige tijd gevestigde belangen in de door geld gedreven, geprivatiseerde en hiërarchische universiteit. Wat volgens Connell nodig is zijn verbeeldingskracht en strijdlust. Dan krijgen we weer een betrokken en creatieve universiteit, gedreven door maatschappelijke waarden in plaats van winst maken. Zo bouwen we ook een rechtvaardige maatschappij op.

The Good University, door Raewyn Connell, een uitgave van Books: www.zedbooks.net

The Good University – What Universities Actually Do and Why It’s Time for Radical Change, Raewyn Connell, Unite for Quality Education, 3 juni 2019: www.unite4education.org

Unite for Quality Education is een campagne van Education International (EI), de internationale federatie van lerarenvakbonden met dertig miljoen leden en vierhonderd aangesloten organisaties. IE is vertegenwoordigd in meer dan honderdzeventig landen en regio’s en zet zich in voor de kwaliteit van het onderwijs en onderwijs voor iedereen.