Skip to main content

Redactie Beroepseer

Werkdruk op universiteiten is alleen te verhelpen door bewustwording en collectief verzet

Werkdruk op universiteiten wordt niet verholpen door meer tijd aan werk te besteden. Alleen een gezamenlijke aanpak kan  de werkdruk terugdringen. Dat is de conclusie van Ali Haseltalab in een artikel over werkdruk op de site van Delta, journalistiek platform van de TU Delft.
Haseltalab is post doctoraal onderzoeker aan de TU Delft, afdeling Maritime and Transport Technology.

Volgens wetenschappers is er sinds de jaren tachtig een drastische transformatie gaande op de universiteiten; de werkomstandigheden zijn bepaald slechter geworden. Maria do Mar Pereira, Associate Professor aan de Universiteit van Warwick in Engeland, concentreert zich op twee recente trends in het leven van academici: extensification en elasticisation van tijd en ruimte van het werk op de universiteit. (Elasticisation is ontleend aan elastic: rekbaar; extensification = extensivering: uitbreiding).

Pereira is van mening dat als gevolg van de duizelingwekkende ontwikkeling van de informatie- en communicatietechnologie, elke plaats en elk moment in principe gebruikt kan worden om te werken. Daar komt nog bij dat in veel landen de hoeveelheid werk is toegenomen. De huidige ‘normale’ hoeveelheid werk is zo zwaar dat academici hun werk alleen kunnen doen – college geven, onderzoek doen en administratie – door er meer uren aan te besteden dan in hun contract staat vermeld.

Academici raken in de war

Elasticisation en extensification hebben bijgedragen aan bezuinigingen in het hoger onderwijs. Dat is ook funest gebleken voor het persoonlijke leven van academici en studenten. De competitie – je verzekeren van een baan of van subsidie – wordt intenser. Men moet zoveel mogelijk presteren en elke kans aangrijpen – in tijd en in ruimte – om cv en netwerk aan te vullen en te versterken. In zo’n arbeidscultuur raken academici in de war. Ze weten niet hoeveel genoeg is en ze zijn onzeker of ze de dingen wel goed doen of even goed doen als de ander.

Pereira stelt voor naar dit onderwerp te kijken door de ogen van de Franse filosoof Michel Foucault (overleden 1984) die het had over de ‘conceptualisering van macht’. Macht wordt niet uitgeoefend door verbieden maar door normalisering, zelfregulering en zelfdiscipline. Het gevolg is dat veel academici overwerk verrichten terwijl dat niet van hen wordt gevraagd. Ze doen het om hun ‘productiviteit’ zoveel mogelijk te verhogen.

Deze houding doet Haseltalab denken aan het beroemde essay van de Duitse filosoof Walter Benjamin, Kapitalismus als Religion (Kapitalisme als religie, 1921) waarin hij beweert dat het kapitalisme een cultusdienst is waarin schuld een rol speelt, net zoals in religie.
Het kapitalisme als cultusdienst of religie beschouwen gaat tegen de officiële visie van het historisch materialisme in – het wordt een ideologisch systeem dat los staat van de in het Marxisme zo belangrijk geachte ontwikkeling van productiekrachten.

Op de moderne universiteit worden “belangeloos werken en lange uren maken synoniem aan martelaarschap en religieus lijden”. Iemand die extensivering van academisch werk weigert, krijgt te maken met gevoelens van schuld of schaamte. Dat heeft bij veel academici geleid tot een systeem van zelfcontrole.

Academici voelen zich gestrester dan het publiek in het algemeen

Veel academici zijn inderdaad voorbeeldige, neoliberale onderdanen. De hele tijd zijn ze bezig met het bevorderen en bevestigen van een zelfcontrole-systeem om hun productie te verhogen. Geen wonder dat in veel landen academici zich gestrester voelen dan het publiek in het algemeen.

Academische werkdruk staat beslist niet op zichzelf. Wereldwijd verkeren politiek en economie in een overgangstijd. Er is bijna geen enkel wetenschappelijk of filosofisch rapport te vinden dat niet de relatie legt tussen werkdruk, kapitalisme en neoliberalisme. De totale onderwerping van staten aan de eisen van de markt heeft geleid tot ernstige gevolgen voor de universiteiten en tot een andere rol in de maatschappij.
Als gevolg van marktgeoriënteerd management en controle wordt het fundamentele recht van universiteiten op onderwijs van minder maatschappelijk betekenis. Het wordt op de moderne universiteit nu beschouwd als een soort handelsartikel voor strategische zetten. Een setje managementtechnieken is al geschikt gemaakt voor dit soort universiteit.

Wie het veranderende karakter van de universiteit erkent, ziet het effect ervan op academici en studenten. Bezuinigingen doen werkdruk toenemen op verschillende manieren. Ze leiden bijvoorbeeld tot een toename van taken voor steeds minder mensen omdat er banen en functies zijn geschrapt. Wat vrouwelijke academici betreft, voor hen zijn de gevolgen nog ongunstiger. De kloof tussen honorering van mannen en vrouwen op de universiteit is dieper geworden.

Niet een individueel probleem met individuele oplossingen

Toenemende werkdruk bij academici is niet een individueel probleem met individuele oplossingen. Veel mensen denken misschien dat ze de hoeveelheid werk niet aan kunnen omdat ze niet goed genoeg zijn, of niet nauwkeurig of gedisciplineerd genoeg. Ze denken dat ze hun levensstijl moeten aanpassen en meer tijd moeten vrijmaken voor werk, vroeger opstaan of ook in de weekeinden gaan werken. Deskundigen gaan hiertegen in en geven aan dat bewustwording noodzakelijk is, evenals verzet tegen werkdruk.

Ook dient men te beseffen dat politieke en economische strijd de werkdruk doet toenemen en leidt tot onrechtvaardigheid in de werkomgeving van de universiteit. Nodig is ons collectief te richten op oplossingen voor het probleem. Yoga noch mindfulness noch lange vakanties en sabbaticals zullen ons op de lange termijn helpen. We kunnen het probleem alleen verhelpen als we ons bewust zijn van het probleem. Alleen met vereende kracht kan er verzet worden geboden tegen het destructieve beleid en de managementsystemen, oorzaken van zowel de directe als indirecte, toenemende werkdruk op de universiteit.

Zie: Work pressure in academia: collective awareness and resistance, door Ali Haseltalab, Delta,16 juli 2019: www.delta.tudelft.nl/article/work-pressure-academia-collective-awareness-and-resistance

Educate yourself about the root causes of work pressure, door Ali Haseltalab, Delta, 3 juli 2019: www.delta.tudelft.nl/article/educate-yourself-about-root-causes-work-pressure

‘Universities resemble capitalist enterprises’, door Ali Haseltalab, Delta, 1 juni 2017: www.delta.tudelft.nl/article/universities-resemble-capitalist-enterprises

 

Foto bovenaan is van Nikolay Georgiev

Boek ‘Op de schouders van reuzen’, gratis te downloaden

Het boek Op de schouders van reuzen draagt als motto: “Als ik verder heb gezien dan anderen, komt dat doordat ik op de schouders van reuzen stond”. (Isaac Newton in een brief aan zijn collega-onderzoeker en rivaal Robert Hooke, 1675).

Op de schouders van reuzen is geschreven door Paul A. Kirschner, universiteitshoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit; Luce Claessens, universitair docent op de afdeling Educatie aan de Universiteit Utrecht en Steven Raaijmakers, onderwijsadviseur bij Onderwijsadvies & Training aan de Universiteit Utrecht.
Het boek is gratis te downloaden in PDF of tegen betaling in druk te bestellen bij de uitgever. De ondertitel luidt: Inspirerende inzichten uit de cognitieve psychologie voor leerkrachten.

Effectief benutten

Begrippen als cognitive load theory, dual coding en scaffolding klinken mooi en er zit degelijk onderwijskundig onderzoek achter, maar hoe kun je als leraar deze wetenschappelijke begrippen effectief benutten in je lespraktijk?

In de inleiding schrijft Paul A. Kirschner:

“Wisbordjes gebruiken tijdens de instructie, voordoen hoe iets moet,leerlingen begeleiden tot ze het zelf kunnen – het is slechts een greep uit de dingen die je als leerkracht dagelijks doet. Je staat er misschien
niet meer bij stil, maar die dingen zitten niet toevallig in je gereedschapskist. Ze zijn gestoeld op hoe kinderen leren en wat zij nodig hebben. Dat is onderzocht ten beschreven door de reuzen uit het onderwijsonderzoek. In dit boek stellen we enkele van die reuzen aan je voor.Vaak zijn het pioniers, onderwijsonderzoekers die als eerste licht lieten schijnen op zaken die we voorheen nog niet begrepen of waar we nog geen bewijs voor hadden. Ze keken goed naar hoe leerkrachten lesgeven en hoe kinderen leren
en maakten de vaak impliciete kennis hierover expliciet. Hun werk inspireerde vele onderzoekers en leerkrachten en heeft een stempel gedrukt op hoe we tegenwoordig lesgeven.

We selecteerden voor dit boek 24 sleutelwerken oftewel kernartikelen over leren en onderwijzen van de laatste decennia; het oudste artikel is uit 1960 en de meest recente zijn uit 2013. Zoals elke selectie is
ook die van ons verre van volledig – en dat streefden we ook niet na. Wij putten vooral uit het domein van
de cognitieve psychologie. Er ging aan de selectie ook geen wetenschappelijk onderzoek vooraf, al hebben we uiteraard wel verder gekeken dan onze eigen boekenkasten en voorkeuren, bijvoorbeeld door het ‘in de groep te gooien’ op Twitter; de reuzen komen dus niet alleen uit onze kokers. We kunnen met gemak een tweede boek maken met 24 andere artikelen en nog steeds incompleet zijn. Maar in de beperking toont zich de meester (of juf )”.

Tien didactische hoofdzonden

“Het boek wordt ingeleid met een kernartikel van Benjamin Bloom, waarin deze beroemde onderwijspsycholoog haarscherp de taak en de kracht van onderwijsonderzoek neerzet: het vinden van effectieve instructiemethodes.We beschouwen hem als de reus aan wie vele andere reuzen, bijvoorbeeld John Hattie, schatplichtig zijn. We leiden het boek uit met twee hoofdstukken. Eén daarvan gaat over tien didactische hoofdzonden, ideeën of aanpakken die verleidelijk logisch en goed klinken – en om die reden helaas omarmd worden door velen – maar die het leren juist in de weg zitten.
We besluiten het boek met een overzicht van de belangrijkste tips uit dit boek”.

Download hier in PDF: Op de schouders van reuzen, door Paul A. Kirschner, Luce Claessens en Steven Raaijmakers, 162 p., december 2018: https://newsroom.didactiefonline.nl

Op de schouders van reuzen, Didactief online: https://didactiefonline.nl

Terugblik op congres over kwaliteit in de GGZ: Naar een andere manier van verantwoorden

Een terugblik in de vorm van video’s, presentaties en een verslag van het congres Frisse Blik op kwaliteit in de GGZ is te vinden op de site van beroepsvereniging voor zorgprofessionals VvAA. Het conges vond plaats in Utrecht bij de VvAA op 6 juli 2019 en was georganiseerd door de psychiaters Jim van Os en Alan Ralston, ervaringskundigen Judica Berkelaar en Inge van de Kerkhof, en jurist Ab van Eldijk.

Zorg van hoge kwaliteit willen we allemaal ontvangen en allemaal geven. Maar wat is eigenlijk kwalitatief goede zorg? Hoe meten we dat en hoe maken we het inzichtelijk? Welke rol speelt het vertrouwen in zorgprofessionals bij de verantwoording van geleverde zorg? Er zijn verschillende manieren om naar kwaliteit te kijken.
Het congres wordt beschouwd als een eerste stap naar Anders verantwoorden op grond van een andere definitie van kwaliteit.

De voorzichtige conclusies na afloop van het congres zijn:

  1. Kwaliteit speelt zich af in de spreekkamer. Patiënt/cliënt en zorgverlener bepalen wat kwaliteit van geleverde zorg is.
  2. Bij kwaliteit horen een aantal condities: gelijkwaardigheid, vertrouwen, vertrouwelijkheid (en mogelijk herstelgerichtheid).
  3. ‘Anders Verantwoorden’ is vanwege punt 1 en 2 noodzaak; de huidige manier van verantwoorden biedt geen goede informatie over de geleverde kwaliteit en houdt te weinig rekening met belangrijke criteria.

Wat kwaliteit betreft: de huidige informatie die wordt verzameld voor verbetering en verantwoording is ontoereikend is. Ook is niet bewezen dat wat nu wordt gerapporteerd, voldoende zegt over kwaliteit.

Andere manier van verantwoorden

Bij kwaliteit horen harde waarden én zachte waarden. Vanuit deze benadering, die werd ondersteund door praktijkvoorbeelden, constateerden de aanwezigen dat het tijd wordt om toe te werken naar een andere manier van verantwoorden. Hoogleraar Jan Kremer en lid van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) zette deze constatering kracht bij. In zijn presentatie lichtte hij het rapport Blijk van Vertrouwen van de RVS toe.

Toetsen rechtmatigheid

Het congres is een start van een omvangrijke exercitie. Het is duidelijk dat partijen als de zorgverzekeraars en Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ook de rechtmatigheid willen toetsen. Aan de ene kant heb je dus de behoefte aan zachte indicatoren; aan de andere kant keiharde indicatoren. Elkaar daarin vinden, is het doel.

Alan Ralston stelde in zijn slotbeschouwing dat er binnen instellingen en praktijken een integrale kwaliteitscultuur vorm dient te krijgen. Dat vraagt volgens hem om verticale en horizontale dialogen. Ook de dialoog over privacy en gegevens uitwisselen moet goed worden gevoerd. Ralston  roept op om aan de slag te gaan met elkaar, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, passend bij de eigen rol. Daarbij moeten patiënten, naasten en ervaringsdeskundigen een centrale rol in het vormgeven van het kwaliteitsproces (kunnen) spelen.

Frisse blik op kwaliteit in de GGZ – Congresverslag, Psychosenet, 2 augustus 2019: www.psychosenet.nl/frisse-blik-op-kwaliteit-in-de-ggz-congresverslag/

Frisse blik op kwaliteit in de ggz: begin bij waarden, LOC, 5 augustus 2019: https://beroepseer.nl

Adviesrapport Blijk van vertrouwen – Anders verantwoorden van goede zorg, Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, 14 mei 2019: https://www.raadrvs.nl

 

 

Publicatie Solidariteit en de Nederlandse zorgverzekeringswet

Nivel brengt mening van burgers over ‘solidariteit in de zorg’ in kaart. Wat betekent solidariteit voor hen?

Burgers zijn het erover eens dat solidariteit in de zorg behouden moet worden. Maar hoe dit precies moet? Daarover zijn de meningen verdeeld. Een eerste stap is het in kaart brengen van de meningen van burgers over ‘solidariteit in de zorg’ en met name ook hóe deze meningen tot stand komen. Dit was het doel van het Burgerplatform Solidariteit, dat het Nivel organiseerde. Uit het platform kwam naar voren dat kennis over de werking van het zorgstelsel in Nederland van invloed kan zijn op solidariteit in de zorg: een toename van kennis kan leiden tot meer solidariteit.

De burgers die deelnamen aan het Burgerplatform bleken verschillend te denken over de betekenis van ‘solidariteit in de Nederlandse zorg’. Wel associeerden de meesten het met termen als ‘samen’, ‘gelijke kansen’, ‘collectief’ en ‘noodzakelijk’. Interessant is dat hun beeld aan het eind van de dag positief was veranderd, dus nadat hun kennis hierover tijdens het Platform was vergroot.

Nivel-peilingen geven een algemeen beeld van de meningen over solidariteit in de zorg

Het Nivel peilt sinds 2013 tweejaarlijks de mening van mensen in Nederland over dit onderwerp, door middel van een vragenlijst. De volgende peiling staat gepland voor eind 2019. De peilingen geven een goed algemeen beeld over solidariteit, maar bieden minder inzicht in hoe mensen solidariteit daadwerkelijk interpreteren en hoe hun mening over solidariteit in de zorg tot stand komt.

Burgerplatform Solidariteit voor meer en specifieker inzicht

In een eerste opdracht gaven de deelnemers aan wat hun eerste gedachten waren bij het begrip ‘solidariteit in zorg’. Vervolgens kregen zij een presentatie over de werking van solidariteit in de zorg. Hierna volgden enkele opdrachten met interactieve werkvormen, waarbij deelnemers mee discussieerden over dit onderwerp. Toen hen vervolgens op het eind van de dag nogmaals werd gevraagd naar hun beeld over solidariteit in het Nederlandse zorgstelsel, bleek dit positief te zijn veranderd. Dit was een van de bevindingen die zijn opgenomen in het verslag over het Burgerplatform Solidariteit.

Onderzoek met het Burgerplatform van het Nivel

Een Burgerplatform is een bijeenkomst van het Nivel waaraan verschillende burgers deelnemen, die meediscussiëren over complexe vraagstukken in de zorg. Uitgangspunt is dat niet iedereen het met elkaar eens hoeft te zijn; juist het verschil in meningen en behoeftes wordt belicht. Aan het Burgerplatform Solidariteit deden 19 burgers uit Nederland mee. Zij verschilden in leeftijd, geslacht en opleiding en zijn geworven via het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het Nivel.

Download hier de publicatie Solidariteit en de Nederlandse zorgverzekeringswet – Verslag van een Burgerplatform, door Martijn Kooijman, Anne Brabers, Judith de Jong, NIVEL, juli 2019: https://nivel.nl

Burgers staan achter solidariteit in de zorg, maar wat betekent solidariteit voor hen? Nivel, 24 juli 2019: https://nivel.nl

shortlist kandidaten verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2019

Kandidaten verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2019 bekend

De shortlist met kandidaten van de verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2019 is bekend! Er zijn vijf overheidsmanagers geselecteerd voor de tweede ronde, de jurygesprekken. Thema van de verkiezing van 2019 is Kompas in zwaar weer.

De vijf kandidaten vertegenwoordigen verschillende lagen binnen het openbaar bestuur. Ze zijn werkzaam op ministeries, in gemeenten, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen.

Ze vijf kandidaten zijn:

  • Rosemarie Bastianen, directeur Eenvoudig Beter, ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK)
  • Anne Coenen, directeur Maatschappelijke Ondersteuning in de Wijk, gemeente Rotterdam
  • Rogér Pellemans, vestigingsdirecteur Detentiecentrum Rotterdam en Zeist
  • Sylvo Thijsen, algemeen directeur Staatsbosbeheer)
  • Bob Wiegerink, teamchef Specialistische Opsporing, Politie Eenheid Amsterdam


Drie finalisten

Na het gesprek tussen de kandidaten en de jury wordt halverwege september de naam van de drie finalisten bekend gemaakt. Zij krijgen daarna op hun werkplek bezoek van een afvaardiging van de jury. Uiteindelijk wordt tijdens de uitreiking op dinsdag 19 november 2019 uit de drie kandidaten de Overheidsmanager van het jaar 2019 verkozen. Dat gebeurt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Ridderzaal in Den Haag.

Over de verkiezing

De bedoeling van de verkiezing Overheidsmanager van het jaar is een platform bieden aan excellent overheidsmanagement en bevordering van het delen van kennis binnen de publieke sector. Verkozen worden tot Overheidsmanager van het jaar is daarmee dé beloning voor krachtig overheidsmanagement en publiek leiderschap. Elk jaar is er een ander thema. Voor 2019 is dat Kompas in zwaar weer. Zie voor meer info op site van Overheidsawards: www.overheidsawards.nl/thema-en-criteria/

De verkiezing Overheidsmanager van het jaar is een initiatief van de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM). De prijsuitreiking  wordt mede mogelijk gemaakt door: Binnenlands Bestuur, landelijk netwerk van jonge ambtenaren werkzaam bij de overheid FUTUR, Interprovinciaal Overleg (IPO), Koninklijk NEN, Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Ordina, Publiek Denken en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Meer informatie over de verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2019 bij Overheidsawards: www.overheidsawards.nl

Opheffen betaalmuur wetenschappelijke publicaties nog niet zo eenvoudig

Vorig jaar pleitte een groep Europese wetenschapsfinanciers dat iedereen vanaf 1 januari 2020 vrije toegang krijgt tot wetenschappelijke publicaties. Om dat mogelijk te maken zouden uitgevers hun betaalmuur voor wetenschappelijke artikelen moeten afbreken.

Jeroen Piersma en Ilse Zeemeijer schrijven in Het Financieele Dagblad (FD) dat onderhandelingen om open access mogelijk te maken stroef verlopen. Open access leidt tot veel discussie, maar is vooralsnog niet de beloofde revolutie die de markt van uitgevers radicaal gaat veranderen.
De macht van een uitgever als Elsevier bijvoorbeeld is niet zomaar gebroken. Maar ook academici blijken verdeeld.

Beleggers maken zich zorgen

Toen eerder dit jaar de Universiteit van Californië de onderhandelingen met Elsevier over een nieuw miljoenencontract voor wetenschappelijke tijdschriften afbrak, zakte de koers van moederbedrijf Relx met ruim 7%. Beleggers schrokken van deze tegenvaller voor ’s werelds grootste wetenschappelijke uitgever.

De koers herstelde zich snel, maar de dip was toch een signaal dat beleggers zich zorgen maken. De roep om vrije toegang tot wetenschappelijke publicaties – open access – klinkt de afgelopen jaren steeds luider. Wetenschappers klagen dat onderzoek dat gefinancierd is met belastinggeld achter betaalmuren van grote uitgevers zoals Springer en Elsevier staat. Zij verdienen hun geld met de verkoop van dure abonnementen

Voorstanders van open access willen het verdienmodel van uitgevers veranderen. Bij open access betaalt de wetenschapper of zijn financier vooraf een bedrag aan de uitgever voor het publiceren. Na deze ‘article processing fee’ is het artikel voor iedereen toegankelijk. Een abonnement is dan niet meer nodig.

De onderhandelingen in Californië laten zien dat uitgevers niet zomaar overstag gaan. Ook de onderhandelingen tussen Elsevier en de koepel van 14 Nederlandse universiteiten, de VSNU, over een nieuw contract verlopen stroef.
Dit alles vergt tijd omdat het gaat om gesprekken “die verder strekken dan alleen toegang tot wetenschappelijke inhoud”, aldus een woordvoerder van Elsevier.
Op de achtergrond speelt mee dat de grote Europese wetenschapsfinanciers – waaronder de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) – vorig jaar met elkaar hebben afgesproken dat vanaf 2020 al het door hen gefinancierde onderzoek 100% open acces moet zijn. Inmiddels is de deadline voor dit zogenoemde Plan S*) uitgesteld naar 2021.

Positie te danken aan publicaties

Ook academici zijn verdeeld. Dat komt, aldus Het Financieele Dagblad, omdat veel prominente wetenschappers hun positie te danken hebben aan publicaties in de veel geciteerde prestigieuze tijdschriften van grote uitgevers, oftewel titels met een hoge ‘impactfactor’. Zij vrezen dat Plan S ten koste gaat van hun carrière.

“Wij houden onszelf gevangen in het systeem van tijdschriften met een hoge impactfactor”, zegt voorzitter Stan Gielen van NWO tegen het FD: “Daarom vinden wij dat er een ander systeem moet komen voor het waarderen van onderzoekers en hun werk. Zolang dat er niet is, blijven wetenschappers kicken op die tijdschriften”.

Voor analisten is de conclusie helder: open access leidt voorlopig niet tot een revolutie op de uitgeversmarkt. Daarvoor zijn universiteiten te klein en is de afhankelijkheid van grote uitgevers te groot, aldus analist Konrad Zomer van ABN Amro. “Universiteiten kunnen niet om Elsevier heen”.

Lees het hele artikel Universiteiten trekken ten strijde tegen betaalmuur uitgevers, door Jeroen Piersma en Ilse Zeemeijer, Het Financieele Dagblad, 25 juli 2019: https://fd.nl

 

Noot
Plan S Open accessPlan S is een initiatief voor het stimuleren van open access publiceren. Het plan is gepubliceerd in september 2018 en in mei 2019 aangepast. Het initiatief wordt gesteund door een internationaal consortium van onderzoeksfinanciers: cOAlition S. Plan S vereist dat wetenschappelijke publicaties die gefinancierd worden door deelnemende organisaties, waaronder NWO en ZonMw, vanaf 2021 in compliant open access tijdschriften of platforms gepubliceerd moeten worden.
Zie: Wat is plan S? Universiteitsbibliotheek RUG: www.rug.nl/library/open-access/funder-policies/plan-s/

 

Foto helemaal bovenaan is van Luis Wilker

Is waarschuwen voor FaceApp door politie gewenst? Datavakbond wil techgiganten voorwaarden stellen voor gebruik datagegevens

De Politie van Maastricht plaatste zondag 21 juli 2019 op Facebook een waarschuwing voor de FaceApp ouderdoms-filter: “De laatste paar dagen gaat de ouderdoms-filter weer compleet viraal. Deze app heeft de spraakmakende filter om je ouder te laten lijken, maar ook filters om je bijvoorbeeld jonger te maken, of te kijken hoe je eruit zou zien als je een ander geslacht had.
Maar voor deze, op het eerste gezicht onschuldige app, willen wij u waarschuwen. De FaceApp is een product van een Russisch bedrijf. De Europese privacywetgeving is hier dus niet van toepassing”.
Door het gebruik van de FaceApp worden extreem veel gegevens verzameld, zoals foto’s, IP-adressen, specifieke gegevens van je smartphone en ook worden er cookies geplaatst: “Daarom adviseren wij u om de Face-App te verwijderen van uw telefoon!”

Na plaatsing van het bericht kwam de vraag of dit bericht een goed idee is geweest van de plaatselijke politie? Is een dergelijke waarschuwing wel haar taak? Afgezien van de vraag, blijkt het bericht niet helemaal te kloppen.
Tweakers – de grootste elektronica- en technologiewebsite van Nederland en België – meldt dat gegevensbescherming van toepassing is op iedere dienst die in Europa actief is, ongeacht het land van herkomst.
Tweakers: “Diverse andere politiekorpsen hebben het bericht overgenomen op hun Facebookpagina’s. Desondanks is zo’n bericht niet automatisch afkomstig van ‘de politie’, zegt een woordvoerder van de politieregio Limburg. Elk basisteam en de meeste wijkagenten hebben hun eigen sociale mediaprofielen, Daar kunnen ze opzetten wat ze willen. Daar zijn wel richtlijnen voor, maar de communicatieafdeling kijkt niet mee met ieder bericht.
Volgens de woordvoerder wordt die aanpak gehanteerd om de politie ook online zichtbaarder te maken. “Sommige berichten worden soms met alle goede bedoelingen de wereld in geholpen, maar daarom worden we soms wel eens aangesproken op gedrag dat misschien niet namens de hele politie gepresenteerd wordt”.

Het is dus nog maar de vraag of de politie de aangewezen partij is om te waarschuwen voor een app als FaceApp. Dat durft de woordvoerder ook niet te zeggen. “Dit Facebook-bericht was een initiatief van het basisteam Maastricht. We weten niet precies waarom ze dat zo hebben geplaatst, daar hebben we op dit moment zelf ook vragen over uit staan. De vraag is of wij wel de aangewezen partij zijn om dit advies te geven, en of dit advies überhaupt wel klopt”. Hij vervolgt dat de communicatieafdeling niet alle berichten kan en wil controleren, maar: “Ik denk dat dit niet onze keus was geweest als we die hadden gehad”.

Misbruik van gegevens

Voor het misbruik maken van gegevens van internetgebruikers wordt al jaren gewaarschuwd. Er wordt zelfs les gegeven in datagebruik en -misbruik. Een voorbeeld.
Tijdens een datales op een middelbare school in Dieren bleek uit de Google-gegevens van een leerling dat hij tijdens een toets niet ziek thuis zat, zoals hij had gezegd, maar een pizza had gehaald bij de nieuwe Domino’s in het dorp. De dertienjarige leerling die zich vrijwillig had aangemeld en had ingelogd op zijn Google-account, te zien op een groot scherm in de klas, vertelde na afloop dat hij het niet fijn had gevonden dat iedereen wist waar hij overal was geweest.

Dagelijks produceren wij kosteloos data waar bedrijven als Google en Facebook miljarden mee omzetten. Je zou denken dat wij daarom recht hebben op goede gebruikersvoorwaarden. Maar dat is niet zo.
Als individu staan we machteloos tegenover techgiganten. Het is slikken of stikken, we moeten instemmen met de voorwaarden van de grote digitale platformen met monopolieposities, want anders kunnen we maar weinig beginnen op internet.

Journalist Sjors Roeters deed voor Vrij Nederland verslag van zijn bezoek aan de Datavakbond die de belangen behartigt van iedereen die data produceert op het internet. De Datavakbond beschouwt surfers op internet als producenten van data, omdat ze veel informatie op sociale media delen. Volgens de Europese Algemene verordening gegevensbescherming (AVG-wet) zijn de data van gebruikers van henzelf.

Bas van der Gaag is leraar wiskunde en geeft ook datalessen. Bovenstaand voorbeeld is van hem afkomstig. Hij is een van de oprichters van de Datavakbond. Andere personen die meehielpen met de oprichting zijn journalist Reinier Tromp en Klara Boonstra. Tromp werkt bij De Correspondent en liep stage bij de Wiardi Beckmanstichting (WBS), het wetenschappelijk bureau voor de sociaal-democratie. Deze stichting hielp ook mee met de oprichting van de Databank. Klara Boonstra is directeur van de WBS. Het idee voor de Nederlandse Datavakbond is overigens afkomstig van Europarlementarier Paul Tang.
De Datavakbond is opgericht in mei 2018 en is politiek neutraal. Het is de tweede datavakbond ter wereld. De eerste is de internationale Data Workers Union, opgericht in 2017 die op zijn site vermeldt dat we dagelijks bijna drie exabytes aan gegevens produceren. Een exabyte is 1000 petabytes of 1 triljoen bytes.

Niet machteloos staan tegenover gegevensverzamelaars

Omslag boek Radical marketsVolgens Roeters is de oorspronkelijke bedenker van een datavakbond Glen Weyl, gasthoogleraar economie aan de Princeton-universiteit en onderzoeker bij Microsoft. Datavakbonden zijn volgens Weyl nodig omdat de waarde van platformbedrijven wordt geproduceerd door ons, internetgebruikers, zonder dat we daarvoor betaald worden. Laat staan dat we enige inspraak hebben in de manier waarop zij omgaan met onze data, onze privacy, ons online-leven en onze democratie. Volgens Weyl zijn er nieuwe organisaties nodig die ervoor zorgen dat wij, individuen, niet machteloos staan tegenover de gigantische monopoliemacht van de platforms: “We hebben organisaties als datavakbonden nodig die namens ons kunnen onderhandelen”.
Weyl schreef het boek Radical Markets: Uprooting capitalism and democracy for a just society (2018) met co-auteur Eric A. Posner, hoogleraar rechten (Chicago Law School). Een interessante theorie in het boek is dat een manier om uit de impasse van het liberalisme te komen, we de rol van de markten zouden moeten vergroten in plaats van deze in te perken. Rijkdom kan eerlijker verdeeld worden als vrije markten nog vrijer worden. Het is een uitdagende stelling, maar volgens de auteurs is het het beste antwoord op het hedendaagse populisme en protectionisme. Het boek behelst nog meer ongewone en radicale oplossingen voor problemen van onze tijd. Onder andere het afschaffen van privébezit. Daarvoor in de plaats behoort te komen het gebruik van spullen waarvan de waarde bepaald wordt door de ‘eigenaar’.

Een plaats aan de onderhandelingstafel

De Nederlandse Datavakbond biedt internetgebruikers de mogelijkheid zich te verenigen. Verzekerd is dan een plaats aan de onderhandelingstafel. Dan kunnen er collectief voorwaarden worden gesteld. Er zijn inmiddels bijna tweeduizend leden. Reinier Tromp tegen Roeters: “Maar als we vijf miljoen leden hebben, is de kans groter dat een bedrijf als Google daadwerkelijk naar onze eisen luistert”.

Een dergelijk aantal is niet irreëel. Bestuurslid van Datavakbond Laura Vermeulen vertelt aan Roeters: “Heel veel mensen vinden dit belangrijk. Kijk eens naar het sleepwetreferendum, waar ruim 300.000 handtekeningen voor zijn verzameld. Dat betekent […] dat burgers van beleidsmakers verlangen dat er iets gebeurt. Idealiter zouden we een grote internationale organisatie zijn die bij de Verenigde Naties spreekt, bijvoorbeeld. Er zou natuurlijk ook gewoon een minister van Digitalisering en Privacy moeten zijn”.

Het is niet de bedoeling dat burgers zich de hele tijd zorgen moeten maken en bezig met zich beschermen. Vermeulen: “Je zou gewoon relaxt je telefoon moeten kunnen gebruiken. Het zou zo geregeld moeten zijn dat er überhaupt niets met je data wordt gedaan als je dat niet wilt […] Gebruiksgemak en privacy zouden niet automatisch tegengesteld moeten zijn, ze zouden gewoon samen moeten kunnen gaan”.

Referenties

Internetgebruikers, verenigt u! De Datavakbond strijdt tegen de techgiganten, door Sjors Roeters, Vrij Nederland, 23 juli 2019: www.vn.nl

Hoe meer een bedrijf van jou weet, hoe makkelijker je te manipuleren bent, door Roxane van Iperen, Vrij Nederland, 2 juli 2019: www.vn.nl

Politie Maastricht: WAARSCHUWING FACE-APP OUDERDOMS-FILTER, 21 juli 2019:
https://www.facebook.com/politiemaastricht1/posts/1282376695245040

Nuance: waarschuwt de politie echt om FaceApp te verwijderen? Tweakers, 23 juli 2019: https://tweakers.net

Datavakbond, Wiardi Beckman Stichting: www.wbs.nl

Data Workers Union: https://dataworkers.org

Data workers of the world, unite, The Economist, 7 juli 2018: www.economist.com


Foto bovenaan is van Igor Ovsyannykov (Fancy Crave)

Subsidieregeling voor talentontwikkeling in onderzoeksjournalistiek

Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek heeft een nieuwe subsidieregeling voor Talentontwikkeling in de Onderzoeksjournalistiek opengesteld. Deze subsidieregeling is bestemd voor organisaties die trainingen of cursussen aanbieden rond onderzoeksjournalistiek.

Missie in de journalistiek, ervaring met scholing

Subsidieaanvragen kunnen alleen worden ingediend door organisaties en bedrijven met een missie in de journalistiek die aantoonbaar ervaring hebben met het soort activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

Subsidies en doelgroepen

In totaal is er een bedrag van 275.000 euro beschikbaar binnen deze regeling. Hiervan is 200.000 euro bedoeld voor het opzetten en ontwikkelen van de initiatieven. Per project kan tot maximaal 50.000 euro aan subsidie aangevraagd worden; dit kan bijvoorbeeld worden besteed aan de opzet van de cursus of de aanschaf van lesmateriaal. De resterende 75.000 euro is beschikbaar voor het vergoeden van de cursuskosten van de deelnemers. Om de drempel laag te houden voor aankomende cursisten mag maximaal 25% van de cursuskosten doorberekend worden in de cursusprijs aan de deelnemers. Het fonds vergoed de resterende cursuskosten tot maximaal 750 euro per deelnemer na een afgeronde cursus. Voor de subsidie komen alleen activiteiten met een niet-commercieel karakter in aanmerking.

De regeling is bedoeld voor journalistieke organisaties, niet voor individuele journalisten die op zoek zijn naar een cursus of training. Deze journalisten kunnen vanzelfsprekend wel gebruik maken van de trainingen die uit deze regeling voortkomen. Individuele journalisten met opleidingswensen in de onderzoeksjournalistiek worden daarnaast geadviseerd het aanbod van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten te bekijken op www.fondsbjp.nl

Randvoorwaarden en criteria

De beoordeling van de aanvragen vindt plaats aan de hand van een aantal randvoorwaarden en inhoudelijke criteria. Gekeken wordt onder meer naar uitvoerbaarheid, transparantie, vernieuwing, impact en duurzaamheid van de aanvragen.

Deadline en aanvragen

Subsidie kan worden aangevraagd tussen 17 juli en 25 augustus 2019. In september vallen de besluiten over de subsidies. Per 1 oktober 2019 kunnen de toegewezen projecten van start gaan.

Ga naar www.svdj.nl/talentontwikkeling voor meer informatie over de subsidieregeling.

Nu open: subsidieregeling voor talentontwikkeling in onderzoeksjournalistiek, Stimuleringsfonds voor de journalistiek, 17 juli 2019:www.svdj.nl

bode Walter Djorai (Wally) vertelt over zijn beroep: bode bij de gemeente Rotterdam

‘Ik wil dat mensen lachend het stadhuis uitlopen’

Bij de gemeente Rotterdam werken ruim 11.000 mensen. Sommigen met een heel bijzonder beroep. Walter Djorai (Wally) bijvoorbeeld. Hij is bode in het stadhuis en werkt daar al bijna twintig jaar. Met een grote glimlach begroet hij elke bezoeker die binnenkomt: “Ik sta vaak in deze hal. Heeft iemand een afspraak bij de burgemeester of wethouder? Dan begeleid ik degene naar de juiste kamer. Is er een evenement in de burgerzaal? Ook dan breng ik iedereen naar zijn plek. Op één dag kun je zo tweehonderd keer de trap op lopen. Dat houdt je wel fit!”

Met zijn collega’s heeft hij verschillende taken: “Zoals het bijwonen van vergaderingen in de raadzaal. Je moet dan goed opletten. Wil een raadslid wat zeggen tegen een ander raadslid? Dan schrijft hij of zij dit op een briefje en steekt netjes zijn vinger op. Ik geef dit briefje aan het juiste raadslid. Dit kan wel een paar honderd keer tijdens een vergadering gebeuren.
Bij een keukendienst zorg ik ervoor dat de burgemeester, wethouders en hun bezoek drinken en maaltijden krijgen. Dat doe ik natuurlijk niet in mijn eentje. Hard werken is het wel. Een wethouder kan wel tien afspraken op een dag hebben. En gaat de burgemeester of een wethouder om 23.00 uur weg? Pas dan ga je alles opruimen”.

Wally wil graag dat iedereen lachend het pand uitloopt: “Daar kick ik op. Zo zei een mevrouw laatst: ‘Was er maar elke dag een concert in de burgerzaal. Dan kon ik elke dag arm in arm met jou naar boven lopen!’”

Bijzondere beroepen: bode Wally, Rotterdam, 1 juli 2019: https://www.rotterdam.nl/nieuws/bode-stadhuis/ (Artikel niet meer beschikbaar)

Klik hier voor de video met Wally, bode bij gemeente Rotterdam: www.instagram.com/tv/ByDgNldhXDC/