Naar een florerende, publieke universiteit met meer vrijheid en wetenschappelijke verwondering
De moderne universiteit is verworden tot leerfabriek en geobsedeerd door efficiëntie. Kritiek als deze horen we al langer van mensen binnen de universiteit. Hoe zou de ideale universiteit er volgens hen behoren uit te zien? Larissa Schulte Nordholt verdiepte zich in drie analyses van universitaire misère en het huidige universitaire systeem in haar artikel Verzet in de leerfabriek in de Nederlandse Boekengids. Schulte Hordholt is promovendus bij het Instituut voor Geschiedenis aan de Universiteit Leiden.
WO in Actie
Een goed voorbeeld van verzet de afgelopen jaren is sinds 2017 de actiegroep WO in Actie die “opkomt voor de belangen van het universitair onderwijs en de verwevenheid met wetenschappelijk onderzoek, dat door forse, langdurige bezuinigingen en een snelle toename van het aantal studenten onder grote druk staat”.
WO in Actie heeft zich voornamelijk ingespannen om bezuinigingen terug te draaien en de gevolgen te benoemen, waaronder een zware werkdruk in het hoger onderwijs. Er zijn steeds minder universitair docenten die een steeds grotere hoeveelheid werk moeten verzetten, waardoor de kwaliteit van het onderwijs en de taak van de universiteit als maatschappelijk dienstverlener in het gedrang komen. Waar de onderfinanciering van het universitaire systeem dus een speerpunt vormt voor WO in Actie, gaat achter de roep om geld het ideaal van een brede publieke universiteit schuil.
Genadezesjes
In het in 2019 gepubliceerde boek Genadezesjes schreef Eelco Runia dat de universiteiten ontspoord waren. Een jaar voor publicatie van het boek had Runia, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen ontslag genomen. Waarom hij dat had gedaan beschreef hij in het opiniestuk Waarom ik ontslag neem bij de universiteit (NRC Handelsblad, 19 januari 2018).
Genadezesjes is, aldus Schulte Nordholt, een meedogenloze diagnose van het versleten universitaire stelsel in Nederland. Het boek bestaat uit “acht brieven aan verschillende groepen die in relatie staan tot de universiteit. Zo komen uiteraard docenten en studenten voorbij, maar ook de belastingbetaler en de bedrijfsarts. In die laatste brief ontvouwt Runia zijn visie op overwerken, een probleem dat ook WOinActie aankaart. Hoewel Runia, historicus en psycholoog, erkent dat de hoeveelheid burn-outs bij zijn collega’s in de eerste plaats te wijten is aan hun arbeidsomstandigheden, vindt hij ook in de psyche van wetenschappers een belangrijke oorzaak voor de vele overuren die ze draaien. Zij gaan ten onder aan hun solidariteit jegens elkaar en hun geloof in de wetenschap als roeping. Volgens Runia is de moderne Nederlandse universiteit bovendien verworden tot een fabriek die studenten zo snel mogelijk na binnenkomst als producten moet verwerken en wegwerken. Hij gebruikt hiervoor de term throughput. Docenten wordt alsmaar gevraagd studenten sneller het systeem door te loodsen. Tegelijkertijd is volgens de Vereniging van Universiteiten (VSNU) de rijksbijdrage per student tussen 2000 en 2017 gedaald met 25%. In combinatie met het hoge plichtsbesef van docenten verklaart dit de wildgroei aan burn-outs.
Toch is het belangrijkste terugkerende thema in Runia’s analyse van het dolgedraaide universitaire systeem niet de throughput van studenten, maar hoe de verhouding van ondersteunend en wetenschappelijk personeel volledig uit balans is geraakt. De groep managers zou parasiteren op het wetenschappelijke deel van de universiteit. Het aantal mensen dat als beleidsmedewerker of manager aan de slag gaat is met 44% gegroeid, terwijl het aantal ondersteunende banen – huismeesters, onderwijssecretariaat – licht is teruggelopen. Runia hekelt dan ook de hoeveelheid regels die voor docenten wordt opgesteld. Deze regels ontnemen hen niet alleen de wetenschappelijke vrijheid die zo onlosmakelijk aan het beroep verbonden zou moeten zijn, maar vreten ook waardevolle tijd”.
De problemen op de universiteit zijn volgens Runia veroorzaakt doordat docenten hun professionaliteit is afgenomen. De oplossing ligt voor de hand: docenten moeten weer autonomer mogen optreden, dan zal ook de overhead slinken.
Slow-scholarship
De Slow scholarship-beweging biedt ook een oplossing. De auteurs Maggie Berg en Barbara Seeber stellen in hun manifest The slow professor wetenschappers meer tijd zouden moeten krijgen om tot echt waardevolle ontdekkingen en inzichten te komen. Ze keren zich tegen de door efficiëntie en een hoge publicatiedruk geobsedeerde universiteit, die ervoor zorgt dat medewerkers vervreemden van hun werk.
De ‘langzame academicus’ zou de universiteit als instituut kunnen veranderen.
Het derde boek dat Schulte Nordholt onder handen nam is van Sara Ahmed: What’s the use? Ahmed gaat in haar boek in op de termen ‘ nut en gebruik en betoogt dat efficiëntie en utilitarisme geen nieuwe uitvindingen zijn binnen de academische wereld. Ze werpt de mogelijkheid op dat de vraag waar de universiteit voor dient niet alleen een normatieve is, maar ook een pragmatisch-historische. Welke functie heeft de universiteit in het verleden vervuld? Het utilitarisme bood een reeks educatieve technieken om individuen vorm te geven door ze naar nuttige doelen te leiden.
Meer vrijheid
Schulte Nordholt: “Runia, Ahmed en Berg en Seeber roepen allen op tot meer vrijheid, maar kleden dat op verschillende manieren in. Ze streven naar een universiteit waar zelfreflectie en een brede academische vrijheid belangrijke waarden zijn. Niet in de laatste plaats omdat de publieke universiteit een controleur van de macht moet zijn. Om te voorkomen dat politieke doelen en economisch gewin bepalen welk soort onderzoek wordt gedaan, moeten we ongerichtheid omarmen. Dat betekent ruimte laten voor onderzoek dat niet meteen van nut lijkt, maar dat in de toekomst wel zou kunnen zijn. Ongerichtheid als vrijheid. De vrijheid om zelf invulling te geven aan wat nut betekent en wie waar baat bij heeft. Zulke vrijheid is alleen mogelijk wanneer verandering niet enkel van onderaf door individuen wordt bevochten, maar ook van boven door overheden.
( … )
Universiteiten moeten meer ruimte krijgen voor rust en bezinning, en meer geld om een nieuwe structuur werkbaar te maken. De boeken van Runia, Ahmed, Berg en Seeber ondersteunen de actieplannen van WOinActie, aangezien zij de vrije publieke universiteit hoog in het vaandel hebben staan. Een vrije publieke universiteit die floreert als niet economische vooruitgang, maar wetenschappelijke verwondering het hoogst haalbare is”.
Lees het hele artikel Verzet in de leerfabriek, door Larissa Schulte Nordholt, Nederlandse Boekengids, 29 juni 2020: www.nederlandseboekengids.com
WO in Actie: https://woinactie.blogspot.com
Floris Cohen presenteert ‘De ideale universiteit’, waar vaklui de dienst uitmaken, Blogs Beroepseer, 13 februari 2020: https://beroepseer.nl