Skip to main content

Redactie Beroepseer

Maatschappelijke effecten van corona

Welke gevolgen zijn te verwachten van corona voor de houding en opvattingen van Nederlanders? Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) zocht het uit in het kader van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) dat als doel heeft een beeld te geven van de veranderingen en constanten in de persoonlijke, politieke en maatschappelijke opvattingen van burgers. Voor dit onderzoek wordt elk kwartaal een peiling gehouden onder leden van het panel van onderzoeksbureau SAMR. In het tweede kwartaal van 2020 wordt het COB gehouden onder leden van het LISS panel (COB-LISS) en onder leden van het SAMR panel (parallelmeting). Vanaf het derde kwartaal van 2020-3 zal het COB alleen gehouden worden onder het LISS panel. LISS staat voor Langlopende Internet Studies voor de Sociale wetenschappen. In het LISS panel zitten mensen uit alle lagen van de Nederlandse bevolking.

De coronacrisis zorgt vermoedelijk niet voor grote structurele verschuivingen in het denken over instituties, politieke onderwerpen of de samenleving. Ook blijken na een crisis de toegenomen voorkeuren voor herverdeling, meer solidariteit in inkomensondersteuning en het sociale vertrouwen over het algemeen niet blijvend te zijn veranderd. Als de crisis langer aanhoudt is het discrimineren en stigmatiseren van groepen die, in de ogen van mensen, iets met het virus te maken hebben een punt van zorg. Het is verstandig dit te monitoren en waar nodig actie op te ondernemen. Deze conclusies trekt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in haar publicatie Verwachte gevolgen van corona voor de opvattingen en houdingen van Nederlanders.

De slotbeschouwing

Wie denkt dat de coronacrisis op korte termijn voor grote verschuivingen zal zorgen in het denken over instituties, politieke onderwerpen of de samenleving, komt waarschijnlijk bedrogen uit. Hoewel het vertrouwen in maatschappelijke en politieke instituties tijdens de coronacrisis toeneemt, blijkt uit de wetenschappelijke literatuur dat dit soort opvattingen na de crisis meestal weer op het oude niveau terugkeert. Ook herverdelingsvoorkeuren, solidariteitsgevoelens en politieke attitudes blijken na een crisis vaak niet blijvend te zijn veranderd.

Hoewel veranderingen in opvattingen en houdingen niet altijd beklijven als de crisis geweken is, is de invloed van de coronacrisis (en de gevolgen ervan) niet bij voorbaat kortstondig te noemen. Het coronavirus blijft voorlopig onder ons en kan weer tot nieuwe maatregelen leiden. Ook staat een economische crisis voor de deur, die mogelijk jaren gaat duren. Om deze reden kan de crisis toch gepaard gaan met langdurige veranderingen in opvattingen en houdingen van mensen, voordat deze weer geleidelijk terugveren.

We willen in deze slotbeschouwing nog stilstaan bij het politieke en maatschappelijke debat en hoe dat kan (blijven) zorgen voor schommelingen in de publiek opinie, en bij de mogelijkheden voor beleid om discriminatie en stigmatisering tijdens een pandemie tegen te gaan.

Politiek en maatschappelijk debat

De eerste fase van de coronacrisis was hoofdzakelijk een gezondheidscrisis, die nu draait naar een economische crisis. In deze nieuwe fase, waarin het land steeds meer opengaat, dienen zich nieuwe kwesties aan en is er meer ruimte voor politieke keuzes. Na de behoefte aan leiderschap (en mogelijke rally ‘round the flag-effecten) komen er inmiddels andere vragen op. Welke mensen en bedrijven hebben overheidssteun nodig, hoe gaan we de werkloosheid bestrijden en voorkomen we tegelijk dat er weer een gezondheidscrisis uitbreekt? Welke bedrijven en instellingen krijgen de ruimte om meer bezoekers toe te laten? En zal er meer geld gaan naar het zorgpersoneel, waar Nederland tijdens de crisis massaal voor klapte?
De vraag is of het politieke vertrouwen hoog blijft als er een aantal moeilijke keuzes gemaakt moeten worden. Ook vraagstukken rondom solidariteit en herverdeling kunnen bij schaarse middelen meer op de voorgrond komen: wie moet er zorg krijgen, wie heeft recht op financiële ondersteuning en hoe lang moet het noodpakket van kracht blijven? Een veelgebruikte theorie om te verklaren waarom mensen meer solidariteitsgevoelens hebben voor de ene sociale groep dan voor andere sociale groepen, is de deservingness theory (Van Oorschot et al.2007). Het idee is dat mensen vinden dat sommige groepen meer steun verdienen op basis van bepaalde kenmerken, zoals de mate waarin ze denken dat anderen steun nodig hebben, anderen al hebben bijgedragen aan de collectieve sociale zekerheid, anderen geen schuld aan de hulpvraag hebben en er ook niets aan kunnen doen om er zelf uit te komen, anderen verondersteld worden dankbaarheid te tonen voor de hulp en zich bescheiden opstellen en in hoeverre zij zich identificeren met personen die steun behoeven (Van Oorschot et al. 2007; Roosma 2019).
We verwachten dat deze punten, weliswaar niet in deze academische termen, steeds meer in het brandpunt van het maatschappelijk debat komen te staan en voor politieke frictie kunnen zorgen.

Zeker wat het vertrouwen in verschillende instituties betreft, is het voor de politiek en beleidsmakers belangrijk zich niet rijk te rekenen. Na de eerste fase van de crisis zullen vragen worden gesteld over de verantwoordelijkheid: waren de overheid, bedrijfsleven en bevolking voldoende voorbereid op een pandemie? Is er goed ingegrepen? Waar ontbrak het aan? Wat moet er gebeuren om dit in het vervolg te voorkomen of nog sneller en beter te reageren?

Het is niet te verwachten dat politiek vertrouwen bij een tweede golf van de corona-uitbraak weer tot recordhoogten stijgt. Recente demonstraties tegen de coronamaatregelen laten ook zien dat het vertrouwen bij een deel van de mensen juist een dieptepunt heeft bereikt.
Wil de overheid legitimiteit voor haar instituties en beleid blijven behouden – een basisvoorwaarde voor het voortbestaan en het functioneren van elke democratie – dan zal ook blijvend moeten worden gecommuniceerd over de keuzes die men maakt en welk algemeen belang hiermee wordt nagestreefd. Er moet verantwoording worden afgelegd over de redenen die men daarvoor heeft, de belangen die zijn afgewogen, de mogelijke alternatieven, de risico’s, wat wordt gedaan om deze te beperken, en over de behaalde resultaten. Juist ook tijdens een crisis, wanneer de eerste schok wegebt, ligt beleid onder een vergrootglas en bestaat behoefte aan inzicht in de redenen voor bepaalde besluiten. En omdat niet iedereen in deze crisis even kwetsbaar lijkt en de crisis ook op sociaal en economisch gebied steeds meer impact heeft, staat in toenemende mate ter discussie wat ‘het’ algemeen belang is, waardoor de afweging tussen algemene en individuele belangen mogelijk ook meer gaat wringen. Dit maakt de behoefte aan een open debat groter.

Aandacht voor discriminatie en stigmatisering

Als het gaat om de opvattingen van mensen ten aanzien van elkaar, zijn er tijdens de coronacrisis enkele punten van zorg. Discriminatie en stigmatisering kunnen tijdens epidemieën opspelen. Of dit plaatsvindt en wie daar slachtoffer van zijn, is sterk afhankelijk van het verloop van de coronacrisis en het debat erover. Volgens Van Bavel et al. (2020) zijn er manieren om toenemende discriminatie tijdens een epidemie of pandemie terug te dringen. Het is belangrijk om de naam van het virus in de communicatie niet te koppelen aan een land of de regio, zoals bij de Mexicaanse en Spaanse griep wel is gebeurd. Ook is de virusbestrijding iets wat gezamenlijk moet gebeuren; met medewerking en inclusie van verschillende groepen kunnen tegenstellingen overbrugd worden. Hierbij helpt het om te benadrukken dat iedereen in hetzelfde schuitje zit. Zoals we tussen maart en mei hebben gezien, worden grote groepen mensen getroffen. De ernst van de aandoeningen verschilt, maar iedereen behalve (zo lijkt het) jonge kinderen kan het virus krijgen. Door discriminatie en stigmatisering te monitoren en in gesprek te gaan met mensen uit kwetsbare groepen kunnen de negatieve gevolgen van deze uitsluiting worden geminimaliseerd. Na de SARS-epidemie hebben Person et al. (2004) nagedacht over een manier om stigmatisering tegen te gaan.
Daarvoor is het in eerste instantie nodig hier specifiek beleid op te voeren. Dit kan gaan om het monitoren van ervaren uitsluiting, maar ook om het onderzoeken van debatten in de maatschappij en in de media. In hoeverre worden daarin specifieke groepen mensen in verband gebracht met het virus? Mochten in het verdere verloop van de coronacrisis groepen worden uitgesloten, dan kan in de overheidscommunicatie geprobeerd worden mensen met deze vooroordelen van repliek te dienen. Ten slotte kan de overheid met vertegenwoordigende organisaties in gesprek gaan, zodat deze mensen zich gehoord en gesterkt voelen.

De onbekendheid met en de onvoorspelbaarheid van het verloop van de coronacrisis stellen Nederland voor een uitdaging. Het vraagt om een lastige balans: eensgezindheid, onderling begrip en solidariteit in de samenleving zijn belangrijk, maar politieke en maatschappelijke discussie die het beleid voldoende uitdaagt is dat ook. Het eerstgenoemde is belangrijk voor het opvolgen van de maatregelen vanuit een gezamenlijk doel, het indammen van het coronavirus en het beteugelen van de negatieve gevolgen. Het laatstgenoemde is belangrijk voor de democratie: kritiekloos en met blind vertrouwen achter het beleid van de overheid blijven staan is op termijn ook niet goed: het democratisch proces is gebaat bij debat en controle van de regering door het parlement en de burger.

Downloaden van Verwachte gevolgen van corona voor de opvattingen en houdingen van Nederlanders, d0or Emily Miltenburg en Joep Schaper, Sociaal Cultureel Planbureau, 17 juli 2020: www.scp.nl


Referenties

Oorschot, W. van, F. Roosma, B. Meuleman en T. Reeskens (2017). The social legitimacy of targeted welfare: Attitudes on welfare deservingness. Cheltenham: Edward Elgar.
Roosma, F. (2019). Wie verdient nog onze solidariteit? Veranderingen in solidariteitsgevoelens met ouderen, zieken en gehandicapten,
werklozen en immigranten in de 21ste eeuw. In: Mens en Maatschappij, jg. 94, nr. 4, p. 483-505.
Person, B., F. Sy, K. Holton, B. Govert en A. Liang (2004). Fear and stigma: the epidemic within the SARS outbreak. In: Emerging Infectious Diseases, jg. 10, nr. 2, p. 358.
Bavel, J. van, K. Baicker, P. Boggio, … R. Willer (2020). Using social and behavioural science to support COVID-19 pandemic response. In: Nature Human Behaviour, nr. 1-12.

 

AI en journalistiek

In 2018 hebben de London School of Economics (LSE) en het Google News Initiative een mediadenktank opgericht om de invloed van kunstmatige intelligentie – Artificial Intelligence (AI) – op de journalistiek in kaart te brengen: Journalism.AI
Hannes Cools, promovendus op het gebied van Nieuwe media en journalistiek aan de Katholieke Universiteit Leuven schrijft erover op de site van het Stimuleringsfonds voor de journalistiek.
Van nieuwsproductie tot factchecking, AI raakt aan allerlei facetten van de journalistiek. Toch zijn er nog veel hindernissen te nemen voordat AI-tools algemeen aanvaard zijn op een redactie. Zo is er een gebrek aan financiering voor media-innovatie en ontbreekt er bij media veel kennis over deze technologie. Veel mediabedrijven blijken nog geen idee te hebben van wat ze met AI moeten aanvangen.

Journalism.AI heeft in november 2019 een rapport uitgebracht, gebaseerd op een enquête onder 71 nieuwsorganisaties in 32 verschillende landen over AI en aanverwante technologieën. Een breed scala aan journalisten die met AI werken hebben vragen, beantwoord over hun kennis van AI, de manier waarop het wordt toegepast op hun redactie en over hun visie op ruimere mogelijkheden en de risico’s voor nieuwsbedrijven.
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat kunstmatige intelligentie al een belangrijk onderdeel is van de journalistiek, maar ongelijk is verdeeld. AI geeft journalisten meer macht, maar daarmee gaan ook redactionele en ethische verantwoordelijkheden.
gepaard.

Verstrekkend en diepgaande invloed

De invloed van AI op de toekomst is onzeker, maar AI heeft in potentie een verstrekkende en diepgaande invloed op de manier waarop journalistiek wordt bedreven en door het publiek wordt geaccepteerd.
AI kan journalisten bevrijden van routine zodat ze meer toekomen aan het betere journalistiek werk in een tijd waarin de nieuwsbedrijven vechten voor economische duurzaamheid, waarde en vertrouwen van het publiek. AI kan het publiek ook helpen bij het omgaan met nepnieuws en een teveel aan informatie. Het kan ook helpen het publiek op een makkelijke manier in contact te brengen met geloofwaardige, relevante en nuttige inhoud.
Het rapport is geen handleiding voor het implementeren van AI, maar eerder een inleiding tot en een discussie over journalistiek en AI.

Online AI-cursus

Journalism.AI heeft samen met de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie (VRT) en het Google News Initiative een online cursus, bestaande uit zeven lessen, samengesteld over AI in een journalistieke context. De cursus laat je kennismaken met de mogelijkheden van machineleren – machine learning – en helpt met nadenken over verantwoord gebruik om betere journalistiek te bedrijven.

JournalismAl Collab

Naast de cursus is er het JournalismAI Collab, een samenwerking van verschillende redacties van meer dan 24 nieuwsorganisaties, van Argentinië tot India en Hong Kong. Ze verdiepen zich bijvoorbeeld in diversiteit op redacties of nieuwe verdienmodellen.
De bedoeling is in het najaar van 2020 een aantal projecten te presenteren die geschikt zijn om door een redactie te worden getest. “Het doel is niet om een volledig afgewerkte tool of systeem af te leveren, maar de prototypes kunnen wel leiden tot meer concrete projecten. Zo heeft de Duitse regionale publieke omroep Bayerischer Rundfunk (BR) een lab waar ze werken aan tools met kunstmatige intelligentie. Ze bouwen aan tools en schrijven over hun proces, wat ook op de redactie van The Washington Post wordt gedaan”, aldus Mattia Peretti van JournalismAI.

Een voorproefje van het samenwerkingsexperiment om prototypes te maken van door AI aangedreven journalistieke oplossingen is sinds half juli 2020 te zien op JournalismAI Collab Diary: https://blogs.lse.ac.uk/polis/2020/07/14/journalismai-collab-diary-episode-1/

Deze denktank onderzoekt de impact van AI op de journalistiek: ‘Veel media hebben geen idee’, door Hannes Cools, Stimuleringsfonds voor de journalistiek, 6 augustus 2020: www.svdj.nl

Meer info over de denktank Journalism.AI: https://blogs.lse.ac.uk/polis/category/journalism-ai/

Downloaden New powers, new responsibilities. A global survey of journalism and artificial intelligence, door professor Charlie Beckett, The Journalism AI report, november 2019: https://drive.google.com/file/d/1utmAMCmd4rfJHrUfLLfSJ-clpFTjyef1/view

Online AI-cursus: https://newsinitiative.withgoogle.com/training/course/introduction-to-machine-learning

JournalismAI Collab: https://blogs.lse.ac.uk/polis/2020/06/03/news-organisations-worldwide-join-the-journalismai-collab/

KHMW zoekt bouwers aan vertrouwen. Maak kans op de Brouwer Vertrouwensprijs van 100.000 euro

De Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW) is op zoek naar hét maatschappelijke of wetenschappelijke initiatief dat het onderling vertrouwen in de Nederlandse samenleving versterkt.

Tot en met 30 september 2020 is het mogelijk om via het formulier op de website van de KHMW initiatieven aan te melden die kans maken op de Brouwer Vertrouwensprijs ter waarde van 100.000 euro: https://khmw.nl/vertrouwensprijs

Van fundamenteel belang

Onderling vertrouwen is van fundamenteel belang om als samenleving goed te functioneren in de breedste zin van het woord. Zo was vertrouwen in elkaar en in de overheid essentieel in onze reactie op de corona crisis. Tegelijkertijd is er sprake van ontwikkelingen die het maatschappelijk vertrouwen ondermijnen, zoals dreigende economische recessie, handelsconflicten, onevenredige welvaartsverdeling en resulterende migratiestromen, polarisatie in politiek en media, onzekerheid over de juistheid van informatie, kansenongelijkheid en klimaatverandering.

De Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen beoogt als sinds 1752 een brug te slaan tussen wetenschap en samenleving. Met de Brouwer Vertrouwensprijs stimuleert de KHMW de verdere ontwikkeling van een bestaand project dat bewezen succesvol bijdraagt aan het versterken van het onderling vertrouwen. Doel is opschaling om op deze manier nog meer mensen te bereiken. Het prijswinnende initiatief moet wetenschappelijk onderbouwd kunnen worden.
Het is de vierde keer dat de Brouwer Vertrouwensprijs uitgereikt wordt.

Eerdere prijswinnaars

– De Liberaal-Joodse Gemeente in Amsterdam voor het project Leer je buren kennen, gericht op beter begrip tussen verschillende groepen Nederlanders;
– De Stichting Privacy by Design voor het ontwikkelen en beschikbaar stellen van de app IRMA (I Reveal My Attributes) om op een veilige manier persoonsgegevens te kunnen tonen;
– Het journalistenplatform DROG voor het ontwikkelen en beschikbaar stellen van de game Slecht Nieuws, om de weerbaarheid tegen opzettelijke desinformatie (‘fake news’) te vergroten.

De KHMW geeft er de voorkeur aan de prijs elk jaar toe te kennen aan een initiatief op een ander maatschappelijk gebied

Een jury onder voorzitterschap van Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner beoordeelt de nominaties.

De prestigieuze prijs wordt op 18 januari 2021 feestelijk uitgereikt in Haarlem in het monumentale Hodshon huis, zetel van de KHMW.

Circulaire Brouwer Vertrouwensprijs 2021: https://khmw.nl/wp-content/uploads/Call-Brouwer-Vertrouwensprijs-2021-def.pdf

De KHMW zoekt bouwers aan vertrouwen. Maak kans op de Brouwer Vertrouwensprijs van 100.000 euro, KHMW: https://khmw.nl/vertrouwensprijs

U P D A T E

Het is ongepast zorgbestuurders in tijden van crisis op te zadelen met meer controle en regels

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hebben begin juli 2020 aangekondigd strenger toezicht te gaan houden op zorginstellingen. Ze willen een einde maken aan ‘zorgcowboys’ en meer gaan samenwerken om dokters, ziekenhuizen, verpleeg- en thuiszorginstellingen te wijzen op goed bestuur en een meer professionele werkwijze van de raden van toezicht.
In het document Kader Goed Bestuur staat gedetailleerd geformuleerd wat van de zorginstellingen verwacht wordt op het gebied van gedrag, cultuur, kwaliteit en veiligheid. Het gezamenlijk optrekken zou de effectiviteit van het toezicht vergroten en duidelijkheid geven aan de zorgaanbieders:

“Zorgaanbieders moeten goede, betaalbare en voor iedereen toegankelijke zorg leveren. De IGJ en de NZa zien daarop toe. Bij het bewaken van deze publieke belangen is goed bestuur een belangrijke factor. In dit kader leggen wij als toezichthouders uit wat we verstaan onder goed bestuur, wat onze taken op dat gebied zijn en wat wij doen om goed bestuur te bevorderen. Wij maken hiermee duidelijk wat wij verwachten van het bestuur en het interne toezicht van zorgaanbieders. Ook als een zorgaanbieder geen bestuur of raad van toezicht heeft, zijn de uitgangspunten in dit kader van toepassing. Deze gelden voor alle zorgaanbieders, ongeacht omvang of organisatiestructuur”.

Verslaggever en auteur Rob de Lange schrijft in Het Financieele Dagblad dat zorgbestuurders het ongepast vinden om in coronatijd aangekondigd scherper toezicht door te zetten. Hij interviewde voorzitter Rutger Jan van der Gaag van de beroepsvereniging van zorgbestuurders NVZD, die zei: “De crisis moet aanleiding zijn het vertrouwen in de zorgbestuurders te vergroten. In plaats daarvan gooien we er tot onze grote ergernis nog eens nieuwe controle tegenaan om ze op het rechte pad te houden”.

Werken vanuit vertrouwen

Van der Gaag, tevens emeritus hoogleraar jeugdpsychiatrie, vindt het niet opportuun dat zorgbestuurders hier nu al mee aan de slag moeten. Ziekenhuizen hebben volgens hem laten zien goed te kunnen reageren op een crisis door de zorg voor covid-19-patiënten snel uit te breiden. Ze deden dat door naar bevind van zaken te handelen en bestaande protocollen te versimpelen of te versoepelen. “Het gedwongen werken vanuit vertrouwen in plaats vanuit nauwgezette regels en besluitvormingsprocessen verlicht de crisis en brengt innovatie”.

Naast het scherpere toezicht zijn er volgens Van der Gaag nog tien vormen van wetsaanpassingen en regelgeving in de maak. De Wet toetreding zorgaanbieders is er een van, net als uitbreiding van de Wet normering topinkomens (Wnt), maatregelen rond het persoonsgebonden budget (PGB), de Jeugdwet en het toezicht op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
De zorgbestuurders vragen zich af waarom niet eerst de ingezette zelfregulering tot wasdom kan komen voordat wordt ingezet op meer overheidsregulering. “Het gebeurt constant: de ene maatregel is nog niet geëvalueerd of er komt weer een nieuwe regel overheen”.

95 procent gedraagt zich verantwoord

Van der Gaag merkt op dat 95 procent van de instellingen zich verantwoord gedraagt. Het is een reactie op een uitspraak  van waarnemend inspecteur-generaal bij IGJ, Marina Eckenhausen, die in juli 2020 in het FD beweerde dat de nieuwe aanpak van de toezichthouders voor sommige bestuurders nodig is: “Ik noem geen namen, maar we kennen allemaal de voorbeelden van cowboys in de zorg, faillissementen en andere tekortkomingen”.

Volgens Van der Gaag heeft extra regeldruk geen enkele zin. 95 procent voldoet aan de door NVZD opgestelde code. De regeldrift zet bestuurders alleen maar in een slecht daglicht: “In de overige 5% kan beschamend optreden plaatsvinden. Maar veel van deze wankele instellingen zijn al bij de inspecties in het vizier. Ik zou zeggen: richt daar je energie op, eventueel via verscherpt toezicht. Daar hoeven ze echt geen overuren voor te draaien. En als het fout gaat, hebben we het Scheidsgerecht Gezondheidszorg (een gespecialiseerde rechtbank voor de zorg, red.) om het gedrag te corrigeren”.

Volgens de bestuurders schiet de stapeling van toezicht haar doel voorbij en werkt het demotiverend. Wie kan straks door de bomen het bos nog zien, of aan besturen toekomen?

Een commentaar gelezen op internet: ”Integraal regeldruk vermeerderen in de zorg. Meer regels, meer toezicht, meer paarse krokodillen minder vertrouwen in zorgbestuurders en professionals”.

Lees het hele interview met Van der Gaag in Het Financieele Dagblad: Zorgbestuurders gruwelen van aangekondigd verscherpt toezicht, door Rob de Lange, 3 augustus 2020: https://fd.nl/

Kader Goed Bestuur, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, 3 juli 2020: www.igj.nl/publicaties/publicaties/2020/07/03/kader-goed-bestuur

IGJ en NZa: goed bestuur vraagt om actieve rol raad van toezicht, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, 3 juli 2020: https://www.igj.nl/actueel/nieuws/2020/07/03/igj-en-nza-goed-bestuur-vraagt-om-actieve-rol-raad-van-toezicht (Niet meer beschikbaar op site IGJ. Ga naar https://igj.sitearchief.nl/#archive en type titel van het bericht in zoekbox van grijze balk aan linkerkant van scherm).

Toezicht in de zorg op ‘cowboys en gebrekkig bestuur’ verder aangescherpt, Rob de Lange, Het Financieele Dagblad, 2 juli 2020: https://fd.nl

 

Afbeelding bovenaan is ontleend aan document ‘Kader Goed Bestuur’

Enquête: 64 procent van sociaal werkers vindt afname face-tot-face-contact met cliënten problematisch

Saxion Hogeschool is eind mei 2020 met een landelijk onderzoek gestart naar de ervaringen van sociaal werkers in coronatijd. De antwoorden van de respondenten blijken nogal eens tegenstrijdig te zijn.
Ines Schell-Kiehl, onderzoeker en projectleider van Saxion Hogeschool en Evert van Rest van kennisinstituut Movisie voor sociale vraagstukken geven een analyse van de resultaten van het onderzoek in een interview met Evelien Snel op de site van Sociale Vraagstukken. De resultaten blijken nogal tegenstrijdig aan elkaar te zijn.

Een aantal zaken valt op: het beeldbellen is sterk toegenomen. Van een half procent van de totale contacttijd met cliënten voor coronatijd tot twintig procent tijdens coronatijd. De face-to-face contacttijd met cliënten is sterk gedaald, van vijfenvijftig procent naar twaalf procent. Opmerkelijk is dat dit de meeste sociaal werkers niet helemaal lekker zit, want zestig procent van de respondenten vindt de wijzigingen in de vormen van contact problematisch. Tegelijkertijd zegt tweeëntachtig procent van de sociaal werkers haar opdracht ook tijdens coronatijd te vervullen en is het gemiddelde oordeel over het nut van de inzet van techniek in het sociaal werk positief.

Voor het veilig gebruik van technieken als beeldbellen en chatten ontbraken professionele richtlijnen. Wat is het antwoord op de vraag of je een foto van een privacygevoelig document kan delen via WhatsApp? Verder bleek contact met collega’s  ingewikkelder te zijn geworden en zijn intervisie en teamoverleg tijdens de crisis afgenomen.

Lees het hele artikel Sociaal werkers hebben zorgen over meer beeldbellen, door Evelien Vos, Sociale Vraagstukken, 3 augustus 3030: www.socialevraagstukken.nl

Saxion Hogeschool: www.saxion.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Werkenden en werkzoekenden kunnen kosteloos een ontwikkeladvies aanvragen bij loopbaanadviseur

Per 1 augustus 2020 kunnen werkenden en werkzoekenden in Nederland kosteloos een ontwikkeladvies aanvragen bij een gekwalificeerd loopbaanadviseur. Daarmee krijgen mensen zicht op de mogelijkheden die er voor hen zijn op de huidige arbeidsmarkt. Is het nodig om je bij te scholen, liggen er voor jou kansen in een andere sector of zit je goed op je plek? Dat zijn vragen waar de loopbaanadviseur mee kan helpen. Mensen kunnen zich daardoor beter voorbereiden op een mogelijke overstap naar ander werk. Door de coronacrisis verandert de economie namelijk fors. Werk wordt vaker digitaal uitgevoerd, er komen nieuwe banen bij en tegelijkertijd zijn er banen die verdwijnen. Het kabinet wil mensen helpen om zich aan te passen aan die nieuwe realiteit.

Zicht op arbeidsmarktkansen

In het ontwikkeladvies krijgen mensen zicht op de arbeidsmarktkansen die er in deze crisis voor hen zijn. Ook kunnen loopbaanadviseurs mensen ondersteunen bij het kiezen van de juiste (bij)scholing of tips geven bij het zoeken en solliciteren naar werk. Aan het einde van het traject krijgt de deelnemer een ontwikkelplan mee, waarin acties staan die iemand kan ondernemen om beter voorbereid te zijn op de toekomst. Iedereen tussen 18 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd kan gebruikmaken van deze mogelijkheid. Naar verwachting zullen zo’n 20.000 mensen dat de komende maanden doen. Om mee te doen, hoeven deelnemers zich alleen aan te melden bij een loopbaanadviseur bij hen in de buurt. De loopbaanadviseur vraagt vervolgens subsidie aan en handelt de administratie verder af. Op www.hoewerktnederland.nl kunnen mensen meer informatie vinden.

Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hoopt dat veel mensen deze zomer al aan de slag gaan met een loopbaanadviseur: “Onze arbeidsmarkt is snel aan het veranderen. Het is zaak dat iedereen zich daar goed op voorbereidt. Loopbaanadviseurs kunnen mensen daarbij helpen. Nu is het moment om in actie te komen en zo’n ontwikkeladvies aan te vragen”.

Met de mogelijkheid om kosteloos een ontwikkeladvies te volgen is het programma NL Leert Door definitief uit de startblokken. Het programma helpt werkenden en werkzoekenden zich voor te bereiden op veranderingen op de arbeidsmarkt, aan de hand van kosteloze ontwikkeladviezen en online scholing. Het kabinet stelt hier 50 miljoen euro voor beschikbaar. Werknemers kunnen bovendien gebruik maken van bestaande regelingen zoals de fiscale studieaftrek of de mogelijkheden die hun werkgever of O&O-fonds biedt.

Kosteloos een ontwikkeladvies volgen vanaf morgen mogelijk, Rijksoverheid, 31 juli 2020: www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/07/31/kosteloos-een-ontwikkeladvies-volgen-vanaf-morgen-mogelijk

Hoe werkt Nederland: www.hoewerktnederland.nl

Uitspraak: vergoedingen niet-gecontracteerde zorg waren in strijd met de wet. Verzekeraar moet excessieve zorgnota aantonen

De Nederlandse Zorgautoriteit en Stichting Zorghuis hebben de rechtszaak over vergoedingen voor zorgprestaties bij niet-gecontracteerde zorgverzekeraars gewonnen.
Sommige zorgverzekeraars maximeren de vergoeding van zorgdeclaraties bij restitutie-polissen en wijzen vergoeding boven dat maximum stelselmatig af. De maxima zijn zo vastgesteld dat ongeveer 95% van de nota’s worden vergoed. Op verzoek van Stichting Zorghuis gaf de Nederlandse Zorgautoriteit de aanwijzing met die praktijk te stoppen.

De verzekeraars stelden tegen die aanwijzing beroep in. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat NZa de aanwijzing terecht heeft opgelegd. Het uitgangspunt bij een restitutiepolis is nu eenmaal dat de verzekeraar de zorgnota volledig vergoedt. De wet geeft hem wel de mogelijkheid om de vergoeding van een niet marktconforme zorgnota (deels) te weigeren. Lijsten met (indicatieve) bedragen zijn een hulpmiddel, maar niet toereikend als bewijs dat het gedeclareerde bedrag duidelijk uitstijgt boven het bedrag dat andere zorgaanbieders voor gelijksoortige activiteiten in rekening brengen.

De volledige uitspraak, 28 juli 2020

Het betreft een rechtszaak tussen apellanten

1. Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.inclusief het label ProLife) (hierna: Zilveren Kruis),
2. FBTO Zorgverzekeringen N.V.FBTO) en
3. Avéro Achmea Zorgverzekeringen N.V.Avéro),

en de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster.

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: Stichting Zorghuis te Bergen op Zoom

Stichting Zorghuis had om handhaving verzocht door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), omdat volgens de stichting de vergoedingen die door Zilveren Kruis, FBTO en Avéro voor niet-geconracteerde zorg bij restitutiepolissen worden uitgekeerd, dusdanig beperkt zijn dat deze niet als restitutiepolissen aangeboden zouden mogen worden.

Deze zorgverzekeraars hanteerden lijsten met door henzelf berekende bedragen, waarbij het gedeelte van een ingediende declaratie dat boven zo’n berekend bedrag uitkwam, steeds automatisch werd afgewezen. NZa heeft vervolgens aanwijzingen opgelegd aan Zilveren Kruis en FBTO.

Het College komt tot de conclusie dat NZa deze aanwijzingen terecht heeft opgelegd. Uit artikel 11 Zvw en artikel 2.2 Bzv volgt dat het uitgangspunt bij een restitutiepolis is dat de nota van de zorgaanbieder volledig wordt vergoed. Daarop bestaat slechts een uitzondering voor onredelijk hoge nota’s. Door een lijst met door henzelf vastgestelde bedragen als vast maximum te hanteren handelen de zorgverzekeraars in strijd met voornoemde bepalingen. Met het door de zorgverzekeraars gehanteerde systeem van berekening, waarbij die bedragen zodanig zijn vastgesteld dat niet meer dan ongeveer 95% van de ingediende nota’s wordt vergoed, staat geenszins vast dat een ingediende nota die boven die bedragen uitkomt “excessief” is. Niet aangetoond is dat de 5% hoogste nota’s steeds als onredelijk hoog dienen te worden aangemerkt. Het College verklaart de beroepen van Zilveren Kruis en FBTO ongegrond.

Stichting Zorghuis streeft naar meer duidelijkheid, transparantie maar vooral rechtszekerheid in een steeds complexer wordend zorgstelsel: “Wij maken ons hard voor vrije artsenkeuze, transparantie en een eerlijk aanbod van zorgpolissen”. De stichtng verleent geen (juridische) bijstand voor individuele gevallen. Ook geeft men een advies over de af te sluiten zorgverzekering. Wel vraagt men goed op te letten. Er valt namelijk écht iets te kiezen…maar ook te verliezen

Uitspraak ECLI:NL:CBB:2020:489, de Rechtspraak, 28 juli 2020: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CBB:2020:489

College van Beroep; Vergoedingen Zilveren Kruis en FBTO in strijd met de wet, Stichting Zorghuis, 28 juli 2020: www.zorghuis.nl/uitspraak-college-van-beroep-over-restitutiepolis

Polisvoorwaarden belemmeren toegang tot zorg/Zilveren Kruis overtreedt de wet met te lage vergoedingen, Stichting Zorghuis: www.zorghuis.nl/opnieuw-aanwijzing-voor-zilveren-kruis

U   P  D  A  T  E

CBb zet streep door maximumvergoeding voor niet-gecontracteerde zorg, door

 

 

Afbeelding bovenaan is van Marek Studzinski

Coronacrisis is ongekende aanjager van werkstress

Vakbond CNV heeft onderzoek laten verrichten naar werkdruk tijdens de coronacrisis onder een representatieve groep van 2.500 werkenden. Het blijkt dat door de crisis 34% van alle werkenden meer werkdruk ervaart dan ooit.

1 op de 5 staat meer dan ooit onder druk om goed te presteren op het werk. 11% zit nu tegen een burn-out aan door de crisis en bij 21% is het ziekteverzuim op het werk gestegen. 16% van de ondervraagden is uitgeput vanwege de hoge werkdruk als gevolg van de crisis.

Schokkende cijfers

“Schokkende cijfers. Omgerekend betekent dit dat miljoenen werkenden onder hoge druk staan. Meer dan een miljoen mensen zijn uitgeput. De coronacrisis is een ongekende aanjager van stress op de werkvloer”,’ aldus Piet Fortuin, CNV-voorzitter.
”We roepen alle werkgevers met klem op om prioriteit te geven aan het verlichten van de werkdruk. Doen ze dat niet, dan zou de schade door ziekteverzuim en langdurige uitval enorm kunnen zijn. En daarmee ook de economische schade voor veel ondernemers”.

Zorg en onderwijs

Met name in de zorg (54%) en onderwijs (59%) ervaart men meer werkstress door de crisis. In het onderwijs overweegt 1 op de 5 over te stappen naar een andere sector vanwege de werkdruk, in de zorg is dit 14%. 34% van de zorgmedewerkers stelt dat het ziekteverzuim is gestegen op hun werkplek. 32% van de onderwijzers is uitgeput door de hoge werkdruk.
Fortuin: “Juist deze sectoren houden Nederland overeind tijdens de crisis. Schrijnend dat uitgerekend hier de druk zo groot is. We moeten voorkomen dat mensen de zorg en het onderwijs verlaten door deze crisis. De personeelstekorten zijn nu al zo hoog en zouden hierdoor nog meer oplopen”.

Marktsectoren

Ook de marktsector blijft niet buiten schot. Bijna de helft van de mensen (46%) in de dienstverlenende sectoren ervaart meer stress door de coronacrisis. 15% van de werkenden in de ICT zit momenteel tegen een burn-out aan en 12% heeft zich de afgelopen vier maanden minstens een keer ziek gemeld vanwege de hoge werkdruk.

“Het beeld, dat mensen in de marktsector het rustiger hadden door de crisis, klopt van geen kant. De eisen aan het personeel zijn alleen maar hoger geworden. In de marktsector komt ook nog de stress bovenop om de baan te verliezen”, stelt Fortuin. “We vragen werkgevers om de werkdruk behapbaar te houden. Uiteraard begrijpen wij dat omzetverlies voor veel ondernemers ingrijpend is. Maar medewerkers mogen hier nooit de dupe van worden”.

CNV-onderzoek: werkdruk hoger dan ooit door coronacrisis, CNV, 9 juli 2020: www.cnv.nl

Meer informatie over werkdruk is te vinden op Arboportaal van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: www.arboportaal.nl/onderwerpen/werkdruk

 

Foto bovenaan is van Josh Clifford

Enquête wijst uit: Helft van verpleegkundigen wil niet opnieuw werken op covid-afdeling

Verpleegkundigen verdienen structureel meer erkenning en waardering, en niet alleen tijdens crises (zoals nu tijdens COVID-19). Dat moet gepaard gaan met een passende beloning, die recht doet aan hun inzet, professionaliteit en hun grote maatschappelijke belang. Dat versterkt het vak, dat versterkt de loopbaanperspectieven, en dat versterkt de aantrekkingskracht op de arbeidsmarkt.
Deze aanbeveling werd gedaan door prof. dr. Willy Spaan in een interview voor Zorgvisie van 28 mei 2020. Spaan, scheidend voorzitter van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) deed ook een oproep aan overheid, zorgverzekeraars en burgers om het belang van extra financiële middelen op de agenda te zetten. Dat extra geld is nodig voor doorgroeimogelijkheden en verbetering van salarissen van verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel in umc’s. Hij zei: “We zijn als umc’s trots op onze verpleegkundigen. Mede door hun professionele inzet konden wij extra capaciteit aanbieden op de ic’s en afdelingen. Want aan extra bedden heb je niets zonder extra professionals”.

Armand Girbes verwijst naar de woorden van Spaan in zijn artikel Nog geen meter op de site van Arts en Auto. Girbes is intensivist-klinisch farmacoloog en hoofd afdeling ICV van Het VU medisch centrum. Hij schrijft dat wij als Nederlanders nog geen meter opgeschoten zijn met het opwaarderen van de waardering voor verpleegkundigen. Het is nu eind juli 2020. Wanneer gaat dat nu eens gebeuren?

‘Wil jij (weer) op een covid-afdeling werken?’

De uitslag van een peiling op de site van het tijdschrift voor verpleegkundigen Nursing waar ruim 1400 lezers op reageerden laat zien dat als er vanwege een tweede golf van het coronavirus weer cohort-afdelingen worden opgezet, de helft van de verpleegkundigen die voordien op zo’n afdeling heeft gewerkt daar niet meer wil werken. Van degenen die aan het onderzoek meededen wil minder dan de helft, namelijk 46%, op een covid-afdeling werken.
Van de in totaal 1414 mensen die antwoord gaven op de vraag Wil jij (weer) op een covid-afdeling werken? hebben er 900 al gewerkt op een covid-afdeling. 453 zeggen dat ze dat niet opnieuw willen doen, 447 zou werken op een covid-afdeling juist zo weer doen.
514 verpleegkundigen die hebben gereageerd hebben tijdens de coronacrisis nog niet op een cohort-afdeling gewerkt. Van deze groep zegt zo’n 38% (196 in totaal) dat ze dat bij een eventuele tweede golf wel zouden willen. 318 lezers of 62% zegt ‘Dat is niks voor mij’.

Vertrek ic-verpleegkundigen

Girbes schrijft dat de positieve signalen van waardering en herwaardering nú moeten komen: “Dat vereist ongewoon snel schakelen, zoals dat in ons vak intensive care geneeskunde heel gewoon is. We moeten ook hier naar een nieuw normaal: professionals van het primaire proces en vooral de verpleegkundigen juist (= comme il faut) waarderen en niet (indirect) bashen met o.a. onderwaardering. Anders wordt het eens maar nooit weer”.

Opwaardering van met name de verpleegkundigen staat wel op de agenda van het NFU die heeft aangekondigd dat een commissie in november 2020 met een rapport over IC-verpleegkundigen komt. Maar Girbes schijnt intussen al niet veel vertrouwen meer te hebben in een realisering, gelet op recente berichten over een forse stijging van de pensioenpremie die de loonruimte van umc’s zou opeten.

Ondertussen meldt dagblad de Gelderlander dat bij het Radboud UMC op korte termijn 24 van de 185 ic-verpleegkundigen op de intensive care,  gaan vertrekken. Ingewijden spreken over 33 ic-verpleegkundigen. Het vertrek zal het tekort aan ic-verpleegkundigen dat er al is nog verder doen oplopen. De uitstroom heeft volgens het ziekenhuis niets te maken met eventuele onvrede onder werknemers. Oorzaak zou zijn het hoge aantal mensen dat dit jaar met pensioen gaat.

Uitslag poll: helft verpleegkundigen die werkten op covid-afdeling wil dat niet meer, Nursing, 27 juli 2020: www.nursing.nl

Poll: Wil jij (weer) op een covid-afdeling werken?, Nursing, 23 juli 2020: www.nursing.nl

NFU: geef verpleegkundigen meer structurele erkenning en waardering, NFU, 29 me 2020: www.nfu.nl/actueel/nfu-geef-verpleegkundigen-meer-structurele-erkenning-en-waardering

Ruim 10 procent ic-verpleegkundigen Radboudumc Nijmegen vertrekt, door Frank Hermans, De Gelderlander, 18 juli 2020: www.gelderlander.nl