Skip to main content

Redactie Beroepseer

Arbeidsomstandigheden van interactive service workers – ISW’s – volgens ‘Handvest van de grondrechten van de Europese Unie’

In de EU is de dienstverlenende sector momenteel goed voor driekwart van alle werkgelegenheid. Daarmee breidt de rol van de werknemers in deze sector zich flink uit in de economie en de samenleving. Een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in de EU – 41% van de medewerkers – heeft volgens een analyse van Eurofound*) direct contact met de afnemers van door hen geleverde diensten: klanten, patiënten, leerlingen, enzovoort.

Terwijl veel van deze beroepen en functies zijn geautomatiseerd – door bijvoorbeeld zelfbedieningswinkelkassa’s en online-kaartverkoop – nemen andere met direct persoonlijk contact toe. De vergrijzing van de bevolking vraagt bijvoorbeeld om meer verpleegkundigen en verzorgenden. De overgang van een geïndustrialiseerde naar een kenniseconomie zorgt voor meer vraag naar onderwijsprofessionals.

Interactive service workers – ISW’s

Door de COVID-19-pandemie is het belang van de rol van deze werknemers bij het functioneren van de samenleving in het volle licht komen te staan. Deze mensen staan aan de frontlijn: dokters, verpleegkundigen, paramedici en ambulancemedewerkers. Hun beroep is door de Europese Commissie tijdens de COVID-19-ingedeeld bij de ‘cruciale beroepen’ die nodig zijn om de samenleving draaiende te houden. Daar horen ook ‘reizende’ beroepen bij, bijvoorbeeld brandweerlieden en transporteurs.
Men schat dat werknemers in de nieuw gedefinieerde cruciale beroepen 36% vertegenwoordigen van alle mensen die in contact komen met afnemers van diensten.
Het contact met afnemers van diensten – klanten, consumenten, patiënten en anderen – bezorgt deze werknemers vaak veel stress. Ze moeten werken in een emotioneel veeleisende omgeving die schadelijk is voor hun productiviteit en hun welzijn.

De beleidsnota At your service: Working conditions of interactive service workers gaat in op de arbeidsomstandigheden van werknemers die interactive service workers (ISW’s) zijn, een benaming die in de literatuur wordt gebruikt om de brede reikwijdte van dit deel van de beroepsbevolking weer te geven, van callcentermedewerkers tot bedrijfsadviseurs, van leraren tot politiemensen, van verpleegkundigen tot bezorgers aan de deur.
Doel is te achterhalen in hoeverre de kwaliteit van hun werk – of die nu goed of slecht is – overeenkomt met die van de gemiddelde werknemer.

In de analyse wordt de nadruk gelegd op de vele emotionele eisen die aan deze werknemers worden gesteld en wordt beoordeeld welke specifieke middelen kunnen worden ingezet om de negatieve gevolgen van dergelijke eisen uit te sluiten.

Vanwege hun cruciale rol in het bestrijden van COVID-19, worden werknemers in de gezondheidszorg in de analyse apart en met name genoemd, om extra aandacht te vragen voor de omstandigheden waarin zij hebben moeten werken en de eisen waaraan zij hebben moeten voldoen.

Een gezonde en veilige werkomgeving

Direct contact hebben met cliënten is tweezijdig. Aan de ene kant vinden deze werknemers hun baan zinvoller dan van werknemers in andere sectoren. Aan de andere kant blijkt oog in oog staan met een cliënt emotioneel een uitdaging te zijn; de kans is groot dat het contact leidt tot emotioneel ongemakkelijke, verstorende toestanden. De emotionele aspecten van interactieve dienstverlening wordt emotionele arbeid genoemd. Daaronder vallen de psychologische processen die nodig zijn om “de door de organisatie gewenste emoties te tonen tijdens de interactie met klanten“. Een werkomgeving die te maken heeft met afnemers van diensten stelt ons bijgevolg voor specifieke uitdagingen. Een aspect daarvan is de verwachting van de klant. Het personeel behoort vriendelijk en toeschietelijk te zijn. Die verwachting kan de oorzaak zijn van emotionele dissonantie, een verschil tussen gevoelens en getoonde emoties.
Dat komt voor wanneer medewerkers emoties moeten tonen die ze niet echt hebben in een specifieke situatie – een van de meest stressvolle aspecten van de dienstverlening. Voor de eerstelijnsgezondheidsmedewerkers zijn de emotionele eisen in de context van COVID-19 geëscaleerd als gevolg van de schommelingen in het aantal patiënten dat een behandeling nodig heeft, het zien van de vele mensen die lijden of sterven, de noodzaak van afstand bewaren terwijl men meevoelt, de angst voor besmetting en de omgang met angstige familieleden.

Grote emotionele eisen brengen risico’s met zich mee zoals een burn-out, het afnemen van geestelijk welzijn of een verslechtering van de algehele gezondheid.
De dubbelzinnigheid van de functie en de werklast verhogen de kans op een burn-out.
Verbetering van de arbeidsomstandigheden voor alle werknemers is al lange tijd een doel van EU-beleid. Dat geldt uiteraard ook voor ISW’s, maar centraal in het beleid staan vooral hun veiligheid en gezondheid. Veilige en gezonde arbeidsomstandigheden zijn een sociaal recht geworden door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarin staat dat “iedere werknemer recht heeft op gezonde, veilige en waardige arbeidsomstandigheden”(Artikel 31).
De Europese pijler van sociale rechten, geratificeerd in november 2017, wijst opnieuw op het belang van gezonde arbeidsomstandigheden en verklaart in Principe nummer 10 dat werknemers recht hebben op een gezonde, veilige en goed aangepaste werkomgeving.

Downloaden beleidsnota At your service: Working conditions of interactive service workers, door Franz Ferdinand Eiffe, Mathijn Wilkens en Nils Brandsma, Eurofound (2020), European Working Conditions Survey 2015 series, Publications Office of the European Union, Luxembourg. https://www.eurofound.europa.eu/publications/policy-brief/2020/at-your-service-working-conditions-of-interactive-service-workers

Noot
*) Eurofound: Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden: www.eurofound.europa.eu/nl

Kandidatenlijst bekend van Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het jaar 2020

Op dit moment strijden er nog zestien kandidaten om de titel Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2020. De jury maakt samen met de partners in de eerste week van september 2020 bekend welke tien organisaties meedingen naar één van de drie finaleplekken.

De Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar heeft als doel goede initiatieven binnen het openbaar bestuur voor het voetlicht te brengen en professionele trots te stimuleren. Ook draagt de prijs bij aan transparantie en kennisdeling binnen het openbaar bestuur.

De zestien kandidaten zijn:

  • Centrum Indicatiestelling Zorg
  • Douane
  • Explosieven Opruimingsdienst Defensie
  • Gemeente Groningen
  • Gemeente Meierijstad
  • Gemeenste Súdwest-Fryslân
  • GGD Amsterdam-Amstelland
  • Koninklijke Militaire School Ermelo
  • Nederlandse Publieke Omroep – NPO
  • Politie Eenheid Midden-Nederland
  • Sociale Verzekeringsbank
  • Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen – UWV
  • Veiligheidsregio Brabant-Noord
  • Veiligheidsregio Groningen
  • Veligheidsregio Limburg-Noord
  • Waarderingskamer

De Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar is een initiatief van de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De VOM organiseert de Overheidsawards in samenwerking met: advies- en projectenorganisatie ICTU, Interprovinciaal Overleg (IPO), NEderlandse Norm (NEN), Netwerk Publieke Dienstverleners (NPD), Unie van Waterschappen (UvW), Vereniging voor Bestuurskunde (VB), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Binnenlands Bestuur, Ordina en Publiek Denken.

Winnaar van 2019

Gemeente Tilburg won in 2019 de titel Beste Overheidsorganisatie van het Jaar. Tilburg was de eerste gemeente ooit die deze onderscheiding heeft gekregen.
Over de ervaringen met de verkiezing 2019 en de jurybeoordeling is een artikel geschreven, te vinden op de site van Platform O: Het wonder van Tilburg, 6 juli 2020: https://platformoverheid.nl/artikel/wonder-van-tilburg/

Meer info over Overheidsawards: www.overheidsawards.nl

U P D A T E  III

De Sociale Verzekeringsbank (SVB) is uitgeroepen tot de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2020. De uitreiking vond plaats in de Ridderzaal in Den Haag op 5 november 2020 en kon via livestream op internet worden gevolgd.

De jury over de Sociale Verzekeringsbank – SVB

“De focus op innovatie en het verbeteren van de ervaring voor de burger zijn belangrijke elementen in het profiel van de SVB. Er heerst een positieve en open sfeer met een nadruk op samenwerking en als resultaat indrukwekkende productiecijfers en klanttevredenheid. Problemen en uitdagingen worden niet uit de weg gegaan, maar actief opgezocht en aangepakt. Er is bij de SVB altijd mogelijkheid om kwesties bespreekbaar te maken en samen naar oplossingen te zoeken door middel van initiatieven als Garage de Bedoeling, de Werkplaats Schulden en het ABBA-systeem (Algemene Beginselen van Behoorlijk Afwegen). De medewerkers van de SVB voelen een sterke verbondenheid met de organisatie en zijn trots op het werk dat zij leveren. Daarnaast wordt veel waarde gehecht aan het meervoudig perspectief en ligt er binnen de organisatie een sterke focus op innovatie, middels bijvoorbeeld het innovatielab Novum. Dit is een voorbeeld van de proactiviteit, het enthousiasme en het gevoel voor maatwerk”.

Meer info over uitreiking Overheidsawards 2020 en terugkijken video: Overheidsawards | Winnaars 2020 bekend! : www.overheidsawards.nl/nieuws/overheidsawards-winnaars-2020-bekend-6-november/

U P D A T E  II

De finalisten van de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2020 zijn bekend. Tien overheidsorganisaties hielden in de Werkspoorfabriek in Utrecht een pitch voor de jury, onder leiding van juryvoorzitter Jan van Zanen: “Het waren veelzijdige Nederlandse overheden die ons lieten zien met hoeveel toewijding er wordt gewerkt voor de publieke zaak. Het is van belang balans te houden zodat onze inwoners op jullie kunnen blijven rekenen, maar jullie ook het vertrouwen krijgen dat jullie verdienen”.

Na uitvoerig overleg heeft de jury gekozen voor: de gemeente Groningen, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en Veiligheidsregio Limburg-Noord. Deze drie organisaties gaan met elkaar de strijd aan in de finale, die op donderdag 5 november 2020 wordt gehouden in de Ridderzaal in Den Haag.

Op 30 september en 7 en 14 oktober ontvangen de finalisten een delegatie van de jury tijdens een werkbezoek waarop zij de kans kans krijgen de jury te overtuigen van het feit dat hun organisatie de beste is.

Meer info op Overheidsawards: www.overheidsawards.nl

U P D A T E  I

Op 8 september 2020 zijn de kandidaten voor de verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het jaar 2020 bekend gemaakt die meedingen naar één van de drie finaleplekken. Tien overheidsorganisaties zijn geselecteerd voor de tweede ronde. Het was een lastige keuze voor de jury, omdat er veel kwalitatief goede en originele inzendingen waren ingestuurd.

De 10 organisaties op de shortlist zijn:

  • Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
  • Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD)
  • Gemeente Groningen
  • Gemeente Meierijstad
  • GGD Amsterdam-Amstelland
  • Nederlandse Publieke Omroep (NPO)|-
  • Sociale Verzekeringsbank (SVB)
  • Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
  • Veiligheidsregio Brabant-Noord
  • Veiligheidsregio Limburg-Noord

De tien kandidaten worden uitgenodigd voor een presentatie van hun organisatie aan de jury tijdens de Dragon’s Den in Utrecht op vrijdag 18 september 2020. Daarna gaat de jury onder leiding van voorzitter Jan van Zanen in beraad en worden de drie finalisten bekend gemaakt.

Op 5 november 2020 wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de uitreiking van de Overheidsawards in de Ridderzaal in Den Haag en gekroond tot Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2020.

Meer info op: www.vom-online.nl/nieuws/verkiezing-beste-overheidsorganisatie-jaar-shortlist-bekend-2020/

ECB maakt zich zorgen over schraal aanbod techbedrijven in Europa

De Europese Centrale Bank maakt zich zorgen over het schrale aanbod van techbedrijven in Europa. De toezichthouder vindt het geen gezonde ontwikkeling dat banken weinig anders kunnen dan hun ziel overleveren aan Amerikaanse Big Techbedrijven zoals Google.

Rutger Betlem wijst er in Het Finacieele Dagblad op dat de zorgen onder meer betrekking hebben op de clouddiensten waar banken gebruik van maken. Voor de meeste bestaat het lijstje van mogelijke partners slechts uit drie spelers: naast Google ook Amazon en Microsoft. “De afhankelijkheid van technologiepartners van buiten de EU is groot”, aldus de ECB.

De toezichthouder ziet met lede ogen aan hoe Europese banken voor hun kritieke infrastructuur steeds minder gebruik kunnen maken van Europese bedrijven. In bepaalde domeinen zijn grote Amerikaanse techbedrijven het enige alternatief. Dat levert niet alleen risico’s op voor de banken maar zorgt ook voor concentratierisico’s en systeemrisico’s nu Amerikaanse bedrijven hier steeds meer de dienst uitmaken.

De ECB maakt zich al langer zorgen over de Amerikaanse invloed in het Europese financiële systeem. Eind 2019 schaarde de toezichthouder zich achter het voornemen van Europese banken om een alternatief op te zetten voor het betaalnetwerk van Visa en Mastercard.

De ECB benadrukt positief te staan tegenover het toepassen van nieuwe techniek. “Fintech*) kan grote voordelen hebben voor financiële instellingen, hun klanten, het Europese financiële systeem en de economie”.
Meer samenwerking tussen toezichthouders en een eenduidig fintechbeleid over de lidstaten worden gezien als factoren die de Europese fintechsector een duwtje in de rug kunnen geven.

Noot
*) FinTech = is een samentrekking van de Engelse woorden financial en technology. Het begrip omvat alle innovatieve financiële producten en diensten die de manier waarop we met geld omgaan vereenvoudigt en versnelt.

ECB waarschuwt voor dominante positie Amerikaanse techgiganten, door Rutger Betlem, Het Financieele Dagblad, 30 augustus 2020: https://fd.nl

Lees ook: ‘Fintech bedreigt financiële stabiliteit’, door Rutger Betlem, Het Financieele Dagblad, 14 februari 2019: https://fd.nl

 

Foto bovenaan is van

 

Nieuwe bonus van 500 euro en extra miljoenen voor verlaging werk- en regeldruk voor zorgpersoneel

De coalitiepartijen zijn momenteel bezig met het opstellen van de begroting voor 2021. Op Prinsjesdag horen we meer, maar bekend is al dat er voor volgend jaar een eenmalige bonus van vijfhonderd euro netto komt voor zorgmedewerkers in verband met de extra inzet door de coronacrisis. Die komt bovenop de bonus van duizend euro die zij ontvangen in 2020.

In de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid voor 2021 wordt ook ruimte gemaakt om de werk- en regeldruk voor zorgpersoneel te verlagen. Daarvoor komt honderd miljoen euro extra beschikbaar.

Er blijkt nog geen oplossing te zijn voor de lage starterssalarissen in de zorg. Het bepalen van de hoogte van het salaris is niet alleen een zaak van de regering maar ook van de sociale partners. Toch wil het kabinet een commissie laten kijken of hier iets te regelen valt.

Prinsjesdag: Geld voor extra bonus en werkdrukverlaging zorg, Edwin van der Aa, Algemeen Dagblad, 27 augustus 2020: www.ad.nl

Bonus voor personeel in zorg, geen verlaging winstbelasting voor grote bedrijven, NOS, 27 augustus 2020: https://nos.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Peggy Anke

Utrechtse studenten voeren actie met kleurkrijt tijdens Opening Academisch Jaar 2020–2021

Studenten aan de Universiteit Utrecht (UU) voeren actie op 31 augustus 2020 tegen de overuren van hun docenten. Aan de Universiteit van Utrecht werkt het wetenschappelijk personeel elke dag 10.000 uur meer dan in hun contract staat vermeld.
De studenten zijn geïnspireerd door een interview met Leidse hoogleraar Remco Breuker in de Volkskrant waarin hij zegt dat de universiteit op de schop moet. Breuker maakt deel uit van de in 2017 opgerichte protestgroep WO in Actie die aandacht vraagt voor problemen in het wetenschappelijke onderwijs, waaronder de grote werkdruk.
Hoe een betere universiteit eruit behoort te zien wordt beschreven in het in augustus 2020 verschenen pamflet 40 stellingen over de wetenschap dat Breuker schreef met de Amsterdamse hoogleraar Rens Bod en de Utrechtse hoogleraar Ingrid Robeyns.

Onbetaalde overuren

Academici draaien wekelijks gemiddeld 13-15 onbetaalde overuren. De UU had 3.768 academici in dienst in 2019. Dat zijn 3.768 mensen keer gemiddeld 13,5 overuren per week = 50.868 uren per week, dus *10.174* uur per dag totaal aan overwerk aan de UU.

Op 21 februari 2020 stelden Lisa Westerveld, Wim-Jan Renkema en Frank Futselaar Kamervragen over werkdruk in het Hoger Onderwijs. Specifiek verwezen zij naar 700 meldingen van onwenselijke werkomstandigheden bij de Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook verwezen zij naar het rapport Inventarisatie omvang en gevolgen van structureel overwerk aan de Nederlandse universiteiten van de Algemene Onderwijsbond (AOb) en vakbond FNV namens actiecomité WO in Actie, waarin een gemiddelde van 13-15 overuren per week wordt gerapporteerd. In het antwoord op de Kamervragen werd de verantwoordelijkheid voornamelijk bij de instellingen zelf gelegd.

10.000 vierkantjes rood

Op maandag 31 augustus 2020, tijdens de opening van het academische jaar, kleuren de studenten 10.000 vierkantjes rood in de binnenstad van Utrecht, op de route die loopt van het bestuursgebouw naar het academiegebouw. Elk vierkantje staat voor één uur overwerk dat de docenten per week maken.
Wie wil meedoen kan zich aanmelden en een formulier invullen op de site van 10000 overwerk: www.10000uuroverwerk.nl/doe-mee (Website is opgeheven)

Academische fietstocht

Op 31 augustus vindt ook de Tour of Academics plaats, een ‘academische fietstocht’ tussen Nederlandse universiteiten. De tocht roept op tot in beweging komen omdat je als docent gedwongen bent om (weer) naar een volgende tijdelijke aanstelling te gaan. Zwaai weggestuurde collega’s uit, of steun collega’s met een tijdelijke aanstelling.
Aanmelden voor de Tour of Academics: www.aob.nl/tour-of-academics/

10000 uur overwerk: www.10000uuroverwerk.nl/about (Website is opgeheven).

Rapport WO in Actie: Inventarisatie omvang en gevolgen van structureel overwerk aan Nederlandse universiteiten, Blogs Beroepseer, 29 januari 2020:  https://beroepseer.nl/blogs

Position paper WO in Actie m.b.t. noodzakelijke investeringen in kennis en democratisering van de universiteiten, WO in Actie: www.dropbox.com
WO in Actie strijdt voor een adequate basisfinanciering van en werkomstandigheden in het WO.

Ruim 700 wetenschappers stappen naar de Arbeidsinspectie wegens ernstige lichamelijke en psychologische klachten, WO in Actie, 20 december 2019: https://woinactie.blogspot.com

Tour of Academics:  www.aob.nl/tour-of-academics/

De universiteit moet op de schop waarschuwt Koreadeskundige Remco Breuker, door Kaya Bouma, de Volkskrant, 21 augustus 2020: www.volkskrant.nl

40 stellingen over de wetenschap, door Rens Bod, Remco Breuker, Ingrid Robeyns, Boom uitgevers Amsterdam, augustus 2020: www.boomfilosofie.nl

Downloaden Open acces versie: 40 stellingen over de wetenschap, door Rens Bod, Remco Breuker, Ingrid Robeyns: www.boomfilosofie.nl/product/100-9121_40-stellingen-over-de-wetenschap

De universiteit wordt steeds verder uitgehold, De Telegraaf, 26 augustus 2020: www.telegraaf.nl

Het is goed mis met de universiteiten in ons land, schetsen de hoogleraren Rens Bod, Remco Breuker en Ingrid Robeyns in hun pamflet 40 stellingen over de wetenschap. Geldgebrek, afgematte docenten, machtsverschuiving van onderzoekers naar besturen. ,,Er zijn veel hervormingen nodig”.

rood vierkant voor WOiActie
Symbool van WO in Actie is het rode,
vilten vierkant. Het symboliseert
dat de rek in het WO er helemaal uit is. 

Cybersecurity serieus nemen

De Haagse wethouder Saskia Bruines heeft ICT in haar portefeuille. Ze zegt zich zorgen te maken om de digitale kwetsbaarheid van onze samenleving. Dat de gemeente Den Haag cybersecurity serieus neemt bewijst de jaarlijkse hackwedstrijd Hâck The Hague. Hier proberen honderd ethische hackers uit binnen- en buitenland de computersystemen binnen te dringen. En ja, dat lukt ze, vertelt Bruines op Platform Overheid: “De overheid heeft dagelijks te maken met cyberaanvallen. Alleen als je jezelf kwetsbaar durft op te stellen kunnen we onze weerbaarheid verhogen. Door deze ‘goede’ hackers uit te dagen zijn verschillende kwetsbaarheden aan het licht gekomen, zoals een zwakke plek bij een internationale leverancier. Heel veel gemeenten maken gebruik van deze leverancier. Dit geeft dan ook gelijk aan hoe belangrijk het was dat deze zwakke plek werd gevonden. Jezelf willen blijven verbeteren en kennis met elkaar delen is noodzakelijk. Zelfs op internationaal niveau wisselen we informatie uit. Bij cybercriminaliteit moet je verder kijken dan je eigen gemeente- of landsgrens”.

Overheidsbrede Cyberoefening en webinars

In de maand oktober 2020 organiseren gemeenten, provincies en waterschappen diverse webinars onder de naam Overheidsbrede Cyberwebinars. Tijdens deze online-sessies delen bestuurders en professionals uit verschillende overheidslagen hun geleerde lessen. Wat hebben zij het afgelopen jaar gedaan aan cyberveiligheid? Wat zijn hun best practices als het gaat om oefenen met cyberincidenten? Welke invloed heeft het coronavirus en het thuiswerken op de organisatieveiligheid? Deze interactieve webinars dagen uit om actief aan de slag te gaan in de eigen organisatie. De eerste oefening vindt plaats op 1 oktober en gaat over de DDoS-aanval. Zo’n aanval is te vergelijken met een zeer grote groep personen die tegelijkertijd door een winkeldeur willen.

Op 26 oktober organiseert het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) de Virtuele Overheidsbrede Cyberoefening waarbij men de dynamiek en complexiteit van een cybercrisis ervaart en zelf kan meebeslissen hoe te handelen.

Bruines: “Op deze manier hoor je de problemen en leer je over de manier van werken bij andere instanties. Zover ik weet ben ik nooit slachtoffer geworden van cybercriminelen, wel ken ik vreselijke verhalen. Denk maar aan de digitale gijzeling van de Universiteit Maastricht of dat iemand jouw identiteit overneemt. Het is goed dat we met elkaar in gesprek gaan over digitale gevaren. Bij een groot auto-ongeluk wordt er eerst gekeken bij welke bestuurder de schuld ligt. Maar dat een storing van het verkeerslicht ook een oorzaak kan zijn, zit nog niet in onze manier van denken. Hoe krijgen we dat eruit? Zo heeft de gemeente Den Haag een noodplan klaarliggen mocht zich een digitale crisis voordoen. Ik ben benieuwd hoe andere organisaties dat hebben geregeld en hoop tijdens de Overheidsbrede Cyberoefening en webinars van elkaar te leren”.

Programma en aanmelden voor Overheidsbrede Cyberoefening en webinars, Digitale Overheid: www.weerbaredigitaleoverheid.nl
Na registratie ontvangt men een bevestiging met link naar een online-platform.
Deelname aan de Overheidsbrede Cyberoefening en webinars is gratis.

Cybercriminelen houden zich niet aan landsgrenzen, Platform O, 25 augustus 2020: https://platformoverheid.nl/artikel/cybercriminelen-houden-zich-niet-aan-landsgrenzen/

Zie ook rapport Voorbereiden op digitale ontwrichting, WRR, 9 september 2019: https://beroepseer.nl

Hâck The Hague 2021: www.cybersprint.com/hack-the-hague-2021

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Topambtenaren staan steeds meer ‘in de wind’. Gespannen sfeer op werk van rijksambtenaren vanwege gevolgen toeslagenaffaire

Topambtenaren komen steeds vaker ‘in de wind’ te staan. Toegenomen politieke- en mediadruk maakt de laatste jaren een topmanagementfunctie bij de overheid minder aantrekkelijk. Aan de andere kant raakt het werkklimaat binnen de rijksoverheid gespannen en dat komt momenteel door de toeslagenaffaire. Tijdschrift Binnenlands Bestuur besteedt aandacht aan een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar de gevolgen van de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Uit de reacties op de site van Binnenlands Bestuur kunnen we opmaken dat men over het algemeen weinig medelijden heeft met ambtenaren die nu leven in een angstcultuur. Ze hebben dat aan zichzelf te wijten, is het oordeel.

De toeslagenaffaire betreft de manier waarop de Belastingdienst jarenlang duizenden gezinnen in diepe financiële problemen heeft gebracht door onrechtmatig kinderopvangtoeslag stop te zetten en terug te vorderen. De affaire bereikte zijn hoogtepunt tijdens het debat in de Tweede Kamer op 4 december 2019. In mei 2020 heeft het Ministerie van Financiën aangifte gedaan tegen de Belastingdienst vanwege een redelijk vermoeden van strafrechtelijke feiten, gepleegd door ambtenaren van de Belastingdienst. Inmiddels is een strafrechtelijk onderzoek begonnen. Het verzoek om strafrechtelijke vervolging door het Ministerie van Financiën is bij de ambtenaren ingeslagen als een bom.

2400 medewerkers ondervraagd

Het onderzoek naar de gevolgen van de toeslagenaffaire is verricht door hoogleraar bestuurskunde Caspar van den Berg en promovendus Alexandre Belloir van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Campus Frysàn.
Zij hebben een representatief panel ondervraagd van 2400 medewerkers in de publieke sector over hoe ze tegen de misstanden bij de Belastingdienst aankijken en hoe de toeslagenaffaire doorwerkt op de sfeer op hun werk. De respons was 56 procent. Van alle respondenten was 45 procent van mening dat de aangifte tegen de Belastingdienst afbreuk doet aan een open cultuur waarin men graag verantwoordelijkheid neemt. Dat wordt sterker naarmate de ambtenaren dichter tegen de nationale politiek aan werken. Van de ambtenaren op Haagse ministeries is 40 procent van mening dat de angstcultuur wordt versterkt door de aangifte. Verder inzoomend op leidinggevenden binnen de beleidstoren stijgt dit percentage tot 70 procent.

Rol en positie van de ambtenaar

Volgens de onderzoekers ligt onder de boosheid over de misstanden bij de Belastingdienst een ander vraagstuk, een over de rol en de positie van ambtenaren. In hoeverre kunnen zij individueel verantwoordelijk gehouden worden voor hun handelen op gezag van de bewindspersoon?

Van grote publieke waarde

Het onderzoek is een vervolg op een eerder onderzoek van de RUG en de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB). De resultaten daarvan verschenen in november 2019 in het rapport: Een toekomstbestendige topmanagementgroep – Naar een groter aantal beschikbare kandidaten.
De onverminderd hoge kwaliteit van de overheid in Nederland berust volgens de onderzoekers voor een belangrijk deel op goed opgeleide, professionele en gemotiveerde overheidsdienaren: “Daarmee is het ambtelijk apparaat van grote publieke waarde voor ons allemaal. Ook wanneer de verontwaardiging van specifieke misstanden hoog oploopt, moet dat niet uit het oog verloren raken”.
Een scherp debat over het functioneren van de overheid hoort bij een gezonde democratie zolang de pijlen gericht zijn op degenen die daadwerkelijk verantwoording moeten en kunnen afleggen aan het parlement en de samenleving.


Lees het hele artikel Werkklimaat rijk gespannen door toeslagenaffaire in Binnenlands Bestuur no 16, 21 augustus 2020: https://onlinetouch.nl

Reacties op de site van Binnenlands Bestuur onder artikel Werkklimaat rijk gespannen door toeslagenaffaire, door Hans Bekkers, 20 augustus 2020: www.binnenlandsbestuur.nl

Advies Raad van State over ministeriële verantwoordelijkheid, Rijksoverheid, 15 juni 2020: www.rijksoverheid.nl

Aanbevolen literatuur
Ambtelijk vakmanschap en moreel gezag, door Gabriël van den Brink en Thijs Jansen, Stichting Beroepseer, 2016: https://beroepseer.nl

Voorbij boos en achteloos. Rechtsstatelijk besef als kompas voor overheid en burger, door Hans Wilmink, Stichting Beroepseer, 27 maart 2020: https://beroepseer.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Wilfried Pohnke

Interviews met veertien patiënten na hun klacht over de huisarts

Het is soms lastig om als direct betrokkene op een klacht te moeten reageren. Een klachtenfunctionaris of het organiseren van peer support kan dan een oplossing zijn. Bij de start van een geschillenprocedure zouden klagers beter geïnformeerd moeten worden over wat die procedure inhoudt.

Veel minder bekend

Er is veel onderzoek gedaan naar de ervaringen van patiënten die een klacht indienen over een ziekenhuis. Veel minder is er bekend over de manier waarop huisartsen reageren op een klacht. Uit onderzoek is bekend dat iets meer dan de helft van de patiënten een vervelende ervaring naderhand met de eigen huisarts bespreekt en dat daarvan weer ongeveer de helft tevreden is met diens reactie. Maar weinig  is bekend over de ervaringen van patiënten van wie de klacht niet naar tevredenheid wordt opgelost.

In het kader van het project ‘Openheid in de huisartsenzorg’ onderzochten E. Stobbe, S. Broek en R. van den Friele van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL de vraag: “Wat zijn de belangrijkste ervaringen van klagers met het indienen van een klacht over de zorgverlening door een huisarts of vanuit een huisartsenpost?”

“We namen 14 mensen die een klachtenprocedure hadden doorlopen bij een huisartsenpost of huisartsenpraktijk een kwalitatief interview af. Van de 14 respondenten werden er 5 geworven via huisartsenposten en 9 via de Stichting Klachten en Geschillen Eerstelijnszorg (SKGE). Bij 6 respondenten was de klacht uitgemond in een geschillenprocedure. De betreffende huisartsenposten en de SKGE stuurden mensen die een klacht hadden ingediend een uitnodiging voor het onderzoek, met de mededeling dat zij zich konden aanmelden bij het Nivel. Zo wisten noch de huisartsenpost noch de SKGE welke kandidaten deelnamen aan het onderzoek en wist het Nivel niet wie er allemaal waren uitgenodigd. Daardoor werd de privacy van de respondenten maximaal gewaarborgd”.

Resultaten

Over de klachtenfunctionaris bleken de respondenten weinig opmerkingen te hebben. De belangrijkste observaties betreffen dan ook: doel van de klacht, reactie van de huisarts en ervaring met de geschillencommissie.

Doel van de klacht

De respondenten vonden het belangrijk dat hun klacht serieus in behandeling werd genomen en dat er ook iets mee werd gedaan. Ook wilden ze graag de erkenning krijgen dat hun klacht terecht was ingediend.
Gevraagd naar de reden voor het indienen van een klacht antwoordden de meesten dat ze hun onvrede wilden uiten en wilden voorkomen dat andere patiënten in de toekomst hetzelfde zouden meemaken. Meerdere klagers vermeldden dat het hun toescheen dat de huisarts vooral bang was dat de klacht was bedoeld voor financieel gewin of om de huisarts aansprakelijk te stellen. Voor hen waren deze overwegingen echter niet belangrijk

Reactie van de huisarts

De eerste reactie van de zorgverlener op een klacht blijkt belangrijk voor het verdere verloop van de klachtbehandeling. Voor de respondenten was het indienen van de klacht een emotioneel moment. Een goede en open eerste reactie nam deze emotie grotendeels weg, een negatieve reactie leidde bij sommige respondenten juist tot méér emotie en tot escalatie van de klacht.

Ervaring met de geschillenprocedure

De 6 respondenten die een geschillenprocedure waren gestart, gaven daarvoor verschillende redenen. Enkelen hadden weinig vertrouwen in de gebruikelijke klachtenprocedure, een gesprek met de zorgverlener. Eenmaal ging het om een situatie waarin de huisarts vasthield aan een diagnose die volgens de klager afweek van de rapportage vanuit het ziekenhuis. Een andere respondent had de huisarts meermalen verzocht om een verwijsbrief en deze niet gekregen. Weer anderen meenden dat de geschillenprocedure een logisch vervolg was op de klachtenprocedure, zonder altijd een duidelijk idee te hebben van de meerwaarde daarvan.

Conclusie

Mensen hopen dat er ‘iets gedaan wordt’ met hun klacht over de huisartsenzorg, wat niet altijd gebeurt. In de tweede lijn is dat niet anders. De eerste reactie op de klacht kleurt de rest van het klachtenproces. Zelfs kleine non-verbale signalen kunnen zo’n eerste klachtgesprek die kleur geven. De respondenten oordeelden in dit verband vaker positief over de huisartsenpost dan over de eigen huisarts. Bij huisartsenposten en in de tweedelijnszorg vindt het eerste contact doorgaans plaats met een niet direct betrokken klachtenfunctionaris, in huisartsenpraktijken is het vaak de huisarts zelf. Die directe betrokkenheid maakt het lastig om open op de klacht te reageren. In zo’n geval kan het helpen om als eerste aanspreekpunt een klachtenfunctionaris te hebben. Ziekenhuizen hebben die, en kennen daarnaast georganiseerde vormen van peer support om artsen te ondersteunen als er iets ernstig mis is. Ook voor huisartsen zou zoiets kunnen bijdragen aan een adequatere reactie op klachten. Deze ondersteuning is voor huisartsenpraktijken wellicht lastiger te organiseren dan voor grotere organisaties, maar het loont de moeite om te zoeken naar mogelijkheden om klachtenprocedures te verbeteren.

Lees het volledige rapport: Ervaringen na een klacht over de huisarts. Veertien diepte-interviews met patiënten, door Emiel Stobbe, Stijn van den Broek, Roland Friele, Nivel, 20 augustus 2020: http://postprint.nivel.nl/PPpp7447.pdf

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

 

Consultatie inzake voorgenomen wetswijzigingen Jeugdwet kan tot 6 september

De herziening van de Jeugdwet is eerder dan verwacht in consultatie gegaan. Het plan was de online-consultatie te starten na de zomer van 2020 maar is al gestart op 10 juli. Vanwege de vakantieperiode is de termijn gesteld op ruim acht weken. Reageren kan tot 6 september 2020.

Aanpassen van de wet is nodig om de randvoorwaarden van het jeugdstelsel te verbeteren. Zorg voor jeugdigen dient tijdig beschikbaar te zijn. Door versterking van regionale samenwerking hoopt men de toegang tot jeugdhulp te verbeteren.

Betere samenwerking

Het kabinet heeft een aantal knelpunten in de huidige wet gesignaleerd en wil dat deze worden opgelost. Het gaat hier onder andere om de samenwerking en uniformering bij de organisatie van jeugdhulp, kinderbescherming en jeugdreclassering. Het kabinet vindt deze samenwerking nu te vrijblijvend en wil dat de randvoorwaarden worden verbeterd, zo blijkt uit de Memorie van Toelichting. Het is hierbij voornamelijk van belang dat de toegang tot jeugdhulp, het opdrachtgeverschap en het inzicht in en toezicht op zorg voor jeugdigen door aanpassing van de huidige wetgeving versterkt worden. Voor de regionale samenwerking zullen gemeenten een gemeenschappelijke regeling moeten treffen volgens de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr).

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

Jeugdigen en ouders, gemeenten, jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen, jeugdprofessionals.

Verwachte effecten van de regeling voor de doelgroepen

Jeugdigen en ouders:

• Moeten weten waar ze terecht kunnen met hun hulpvraag, weten wat ze van een lokaal team mogen verwachten en moeten erop kunnen vertrouwen dat zorg voor jeugdigen beschikbaar is als dat nodig is, zo dichtbij mogelijk en gericht op de versterking van het gewone leven.
• Gemeenten moeten het perspectief van cliënten meenemen in hun regiovisie.

Gemeenten:

• Zullen met elkaar moeten zorgen voor een sluitend zorglandschap in hun regio in het belang van inwoners van de eigen gemeenten. Dit is om continuïteit van bepaalde zorgfuncties te kunnen borgen.
• Zullen voor bepaalde vormen van zorg voor jeugdigen regionaal moeten samenwerken en bovenregionaal af moeten stemmen. Hierbij betrekken zij jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen (GI’s).
• Hebben beter inzicht in ontwikkelingen in het jeugdstelsel, en naleving c.q. uitvoering van wettelijke verplichtingen door gemeenten en Jeugdregio’s die betrekking hebben op de beschikbaarheid van zorg voor jeugdigen.
• Kunnen indien problemen rond zorgcontinuïteit worden geconstateerd, signalen en verbetervoorstellen ontvangen van de NZa en worden gestimuleerd om afspraken te maken met de verantwoordelijke jeugdhulpaanbieder/GI.

Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen:

• Hebben een duidelijk aanspreekpunt bij gemeenten.
• Hebben te maken met meer eenduidigheid bij inkoop en verantwoording.
• Zullen moeten voldoen aan drie basisvereisten voor governance.
• Hebben beter inzicht in de ontwikkelingen in het jeugdstelsel.
• Kunnen indien problemen rond zorgcontinuïteit worden geconstateerd, signalen en verbetervoorstellen ontvangen van de NZa en worden gestimuleerd om afspraken te maken met verantwoordelijke gemeente/Jeugdregio.

Jeugdprofessionals:

• Meer aandacht voor het deskundigheidsoordeel van professionals omdat gemeenten bij het opstellen van hun regiovisie de deskundigheid van professionals raadplegen.

Waarop kunt u reageren

• Er kan worden gereageerd op het wetsvoorstel.
• Er kan gereageerd worden op de andere vragen.

Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.

Ga voor consultatie naar: Wet verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen: www.internetconsultatie.nl/zorgvoorjeugdigen
Op deze site zijn ook te downloaden Concept regeling en Ontwerp Memorie van toelichting en andere bronnen betreffende de (herziening van) de jeugdwet.
Eveneens is hier te downloaden de beantwoording van zeven vragen over de (herziening van) de jeugdwet uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK). Dit document – versie 10-7-2020 – geeft helder en in duidelijke taal weer waaraan goed beleid en goede regeling dienen te voldoen.

Herziening Jeugdwet eerder in consultatie, Europa decentraal, 24 juli 2020: https://europadecentraal.nl

Input gevraagd op Herziening Jeugdwet, Mind Platform, 21 juli 2020: https://mindplatform.nl

Nieuwe Jeugdwet in consultatie, Wegwijzer jeugd en veiligheid, 16 juli 2020: https://wegwijzerjeugdenveiligheid.nl/


Afbeelding bovenaan is van Kathrynne