Skip to main content

Redactie Beroepseer

Nieuwe richtlijn ‘Eenzaamheid onder ouderen’ van V&VN. De gevolgen van eenzaamheid zijn groot

In Nederland wonen ongeveer 2,9 miljoen 65-plussers. Hiervan voelen maar liefst 900.000 mensen zich eenzaam. Verontrustende cijfers, vindt wijkverpleegkundige Marjolein Zilverentant, die meewerkte aan de nieuwe richtlijn Eenzaamheid onder ouderen: “De gevolgen van eenzaamheid zijn groot. Het vergroot de kans op allerlei gezondheidsklachten, zoals hartklachten, depressies, dementie en verlies van eetlust. Maar nog gevaarlijker: eenzame ouderen blijken 14 procent meer kans te hebben op een vroege dood”.

De nieuwe richtlijn is samengesteld door de Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden (V&VN) en gefinancierd door ZonMw, organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. Doel van de richtlijn is verbetering van de wijkverpleegkundige zorg voor thuiswonende ouderen (65+) die zich eenzaam voelen. Verpleegkundigen en verzorgenden in de wijk signaleren vaak als eersten de maatschappelijke problemen. Eenzaamheid bij ouderen is zo’n probleem. Hoe ga je met dit kwetsbare onderwerp om? Wat moet je wel doen? En wat liever niet?

Marjolein Zilverentant ziet de cijfers terug in haar werk. “Ik werk in een multiculturele wijk. Hier wonen veel eenzame ouderen met een migratieachtergrond. Zij missen aansluiting met de Nederlandse samenleving. Bijvoorbeeld door een taalbarrière of culturele verschillen”.
Ook herinnert zij zich een andere cliënt. “Hij was niet getrouwd, had geen kinderen of familie en leefde om te werken. En toen ging hij met pensioen… Hij verloor zijn levensvreugde en werd heel eenzaam. Hij stelde mij vragen zoals: doet mijn leven er nog wel toe? Ben ik nog belangrijk? Die wanhoop vond ik schrijnend”.

Het gevaar van eenzaamheid

Eenzaamheid leidt soms tot gevaarlijke situaties.
Marjolein Zilverentant: “Een collega behandelde een dame op leeftijd met diabetes. In de weekenden belandde ze regelmatig met een hypo op de SEH. Dat vond mijn collega vreemd, want dit gebeurde doordeweeks nooit. Wat bleek? Mevrouw vond de weekenden verschrikkelijk. Ze ontving nooit bezoek en voelde zich heel eenzaam. Met een ziekenhuisbezoekje kreeg ze wel aandacht én was onder de mensen”.

De oplossing? De cliënt was vroeger kunstenares en wilde graag weer creatief zijn. De collega koppelde haar aan een buurthuis: “Hier geeft ze nu ieder weekend teken- en schilderles. Ze voelt nu: ik doe er weer toe. Puur door te luisteren vond mijn collega de oorzaak van haar ogenschijnlijk lichamelijke probleem. En de hypo’s? Die heeft ze niet meer gehad”.

Downloaden Richtlijn Eenzaamheid onder ouderen, V & VN, 1 juli 2021: www.venvn.nl/media/wnvhg5n1/vvn-rl-eenzaamheid-20210713.pdf

Aan het begin van de Richtlijn staat een samenvatting met drie belangrijke aanbevelingen:

  • Vaststellen van eenzaamheid – Doen
  • Screenen van eenzaamheid – Niet doen
  • Bespreken van eenzaamheid en hulp – Doen

Downloaden Gesprekshandleiding: www.venvn.nl/media/orvbojgw/v-vn-rl-eenzaamheid-gesprekshandleiding-1.pdf

  • Stap 1: Herkennen van eenzaamheid
  • Stap 2: In gesprek gaan
  • Stap 3: Praten over ondersteuning
  • Afstemmen van zorg

Nieuwe V&VN-richtlijn eenzaamheid: ‘Zorgprofessionals worstelen met dit thema’, V en VN, 22 juli 2021: www.venvn.nl

Essentieel werken betekent niet meer doen in minder tijd, maar de juiste dingen doen

Sam Elliot*, een capabele leidinggevende stafmedewerker in het Amerikaanse Silicon Valley, vond dat hij teveel taken moest verrichten waartoe hij niet de middelen tot zijn beschikking had. Sinds zijn bedrijf was overgenomen door een veel groter, bureaucratisch bedrijf was de hoeveelheid werk toegenomen. In zijn nieuwe rol zei hij ja op elk verzoek dat hij kreeg. Hij wilde zijn werk goed doen.
Maar het gevolg was – en daar stond hij niet bij stil – dat hij zich de hele dag door van de ene (telefonische) vergadering naar de volgende repte om het iedereen naar de zin te maken en de klus te klaren. De kwaliteit van zijn werk liep achteruit naarmate hij meer gestrest raakte. Het was alsof hij zich steeds meer moest bezighouden met minder belangrijke taken en dat leidde ertoe dat het werk hem geen voldoening meer gaf. Daarnaast raakten de mensen voor wie hij het allemaal deed, gefrustreerd.

Temidden van de frustratie kwam het bedrijf met het aanbod met vervroegd pensioen te gaan. Maar daar voelde hij niets voor, hij was pas begin vijftig. Hij overwoog even een adviesbureau te starten en te gaan doen wat hij al deed. Hij overwoog nog andere mogelijkheden, maar geen daarvan leken hem aantrekkelijk. Praten met een raadgever, leverde daarentegen een verrassend resultaat op: “Blijf waar je bent en doe wat je zou doen als je consultant was en niets anders. En, vertel het aan niemand”.
Met andere woorden, zijn adviseur gaf hem de raad alleen die dingen te doen die hij essentieel achtte en al het andere dat van hem werd verlangd te negeren.

Elliot volgde het advies op. Elke dag spande hij zich steeds weer opnieuw in de bureaucratische belemmeringen voor het echte werk te verminderen. Hij begon met nee zeggen. In het begin was hij voorzichtig en beoordeelde verzoeken op basis van
het bescheiden criterium: “Kan ik dit verzoek eigenlijk wel inwilligen, gezien de tijd en middelen die ik heb?” Als het antwoord nee was, ging hij niet op het verzoek in. Hij was aangenaam verrast toen hij ontdekte dat, hoewel mensen in eerste instantie enigszins teleurgesteld waren, ze zijn eerlijkheid leken te waarderen.

Ruimte en creatieve vrijheid

Aangemoedigd door deze bescheiden successen nam hij nog een stapje terug. Als er nu een verzoek binnenkwam, pauzeerde hij en toetste hij het verzoek aan een strenger criterium: “Is dit het allerbelangrijkste wat ik op dit moment met mijn tijd en middelen moet doen?” Als hij de vraag niet volmondig met ja kon beantwoorden, ging hij niet op het verzoek in. Wederom tot zijn vreugde begonnen zijn collega’s, hoewel ze aanvankelijk ook hierover teleurgesteld waren, hem al gauw meer te waarderen vanwege zijn weigering, niet minder.

Gesterkt door zijn ervaringen, begon hij beide criteria op alles toe te passen, niet alleen op rechtstreekse verzoeken. In zijn vorige leven was hij altijd degene die zich als eerste vrijwillig aanmeldde voor presentaties en opdrachten die op het laatste moment binnenkwamen. Nu had hij een manier gevonden dat niet meer te doen. Vroeger was hij een van de eersten die reageerde op een e-mail, maar nu deed hij een stapje terug en liet anderen reageren. Hij nam niet langer deel aan conferentiegesprekken waar hij slechts een paar minuten aan het woord was. Hij nam niet langer deel aan de wekelijkse updates omdat hij de informatie niet nodig had. Hij nam niet langer deel aan in zijn agenda genoteerde vergaderingen als hij geen directe bijdrage te leveren had. Hij legde uit: “Alleen het feit dat ik werd uitgenodigd, leek me niet een goede reden om present te zijn”.

Elliot had in het begin het gevoel dat hij tamelijk egoïstisch bezig was, maar door kieskeurig te zijn gaf hij zichzelf de ruimte, en in die ruimte vond hij creatieve vrijheid.
Hij kon zich concentreren op één project tegelijk. Hij kon een werkende planning maken. Hij kon anticiperen op obstakels en beginnen ze te verwijderen. In plaats van zich een slag in de rondte te werken om alles gedaan te krijgen, kon hij nu de juiste dingen doen.
Zijn hernieuwde betrokkenheid om alleen die dingen te doen die echt belangrijk waren – en al het andere uit te sluiten – herstelde de kwaliteit van zijn werk. In plaats van slechts een klein beetje vooruitgang te boeken in honderden richtingen, zette hij een enorme dynamiek in gang om dingen te bereiken die echt van belang waren.

Essentialisme

Zo ging hij enkele maanden door. Hij merkte onmiddellijk dat hij niet alleen meer gedaan kreeg op een dag, maar hij merkte ook dat hij ’s avonds thuis meer tijd had. Hij zei: “Ik heb mijn gezinsleven terug! Ik kan op een fatsoenlijke tijd naar huis gaan”. In plaats van een slaaf te zijn van zijn telefoon, schakelt hij hem uit. Hij gaat naar de sportschool. Hij gaat uit eten met zijn vrouw.
Tot zijn verbazing had zijn experiment geen negatieve gevolgen. Zijn baas wees hem niet terecht. Zijn collega’s namen hem niets kwalijk. Integendeel. Omdat hij alleen projecten kreeg die zinvol waren voor hem en waardevol voor het bedrijf, begonnen ze zijn werk meer dan ooit te waarderen. Zijn werk werd weer bevredigend. Zijn prestaties gingen omhoog. Hij eindigde met een van de grootste bonussen uit zijn carrière!

Bovenstaand voorbeeld is ontleend aan het boek Essentialism, geschreven door Greg McKeown en gepubliceerd in 2014. Het boek werd al snel na verschijnen een internationale bestseller. Pas als je jezelf toestemming geeft te stoppen met alles te willen doen, te stoppen met ja zeggen tegen iedereen, kun je je geheel en al wijden aan de dingen die er echt toe doen. Essentialism gaat dus niet over meer doen in minder tijd, het gaat erom alleen de juiste dingen te doen, het echte werk. Het boek is een aanrader voor mensen die tegen een burn-out aanzitten of zich doodergeren aan het absurde bureaucratisme van onze maatschappij waarin het aantal – overbodige en betuttelende – regels met de dag toeneemt. In 2018 verscheen er een Nederlandse vertaling bij uitgeverij Kosmos: EssentialismeNiet meer alles moeten.

Moeiteloos

In het voorjaar van 2021 kwam er een nieuw boek uit van McKeown: Effortless dat gaat over meer bereiken door minder inspanning. Het gaat over ophouden met uitstellen en de eerste noodzakelijke stap zetten. Op die manier ga je ontdekken dat je werk af is voordat je er erg in hebt. Kortom, het gaat over de kunst te onderscheiden wanneer een mens dient te handelen of in te grijpen en wanneer hij dat zo min mogelijk of helemaal niet behoort te doen.

In het Engelse dagblad The Telegraph van 7 mei 2021 staat een interview met McKeown waarin hij vertelt over de waarde van ‘niets doen’ of je zo min mogelijk inspannen of ergens tegenaan bemoeien, de kern van Effortless.

Noot
* Gefingeerde naam

Website Greg McKeown: https://gregmckeown.com
De in Engeland geboren Greg McKeown (1977) behaalde een MBA aan de Stanford Graduate School of Business in Californië na een studie communicatie en journalistiek aan Brigham Young University. Hij is oprichter en CEO van McKeown, Inc, bureau voor leiderschaps- en strategieontwerp, gevestigd in Californië. Voordat hij zijn bedrijf oprichtte, werkte McKeown voor de Global Leadership Practice van Heidrick & Struggles.

Aantal gedwongen en verplichte opnamen in gezondheidszorg bekend gemaakt door inspectie sinds invoering nieuwe wetten

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft de cijfers gepubliceerd van de aantallen verplichte zorg en zorg onder dwang volgens de nieuwe wetten. Sinds januari 2020 gelden er twee nieuwe wetten m.b.t. onvrijwillige zorg: de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd). Het doel van de wetten is zo min mogelijk dwang in de zorg toe te passen. En waar het toch nodig is, moet het zo zorgvuldig mogelijk gebeuren.

Veel zorgverleners verwachtten een explosie aan bureaucratie bij invoering van de wetten. De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) bijvoorbeeld uitte haar zorgen aan de Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De introductie van de Wvggz zou volgens hen ten koste gaan van de kwaliteit van behandelingen. De NVvP vond dat de wet in die vorm niet kon worden ingediend.

Petitie en reacties

Er werd een petitie opgestart in 2019 – voor de herziening van de ‘Wet verplichte ggz’ – met een uiteindelijk resultaat van 245 handtekeningen.
De reacties op sociale media logen er niet om. Men schreef dat de wet een eerste stap zou zijn in de richtig “van een totalitair regime, waar mensen zomaar opgesloten kunnen worden tegen hun wil. Op aangeven van…ja van wie eigenlijk? De wet zou de zorg niet verbeteren en onwerkbaar zijn”.
Een ander schreef: “Ik teken omdat de samenleving een verwachting wordt voorgehouden dat de ggz wel even zich over de verwarde persoon zal ontfermen terwijl er grote personele tekorten zijn. Verder bevordert de wet stigmatisering omdat meer personen ermee te maken gaan krijgen”.

Spoedreparatiewet

Nog geen twee maanden na invoering kwam het Kabinet met een plan voor nieuwe wetgeving om de beide nieuwe wetten te repareren. Nog voor de zomer van 2020 zou een spoedreparatiewetgeving naar de Tweede Kamer worden gestuurd met ‘een beperkt aantal concrete punten’ die volgens hen worden gesteund door ‘alle ketenpartijen’. Welke punten precies was nog niet bekend, maar waren bedoeld om de ‘uitvoerbaarheid te verbeteren’ . Daarnaast was er de hoop rond de jaarwisseling met een tweede aanpassing te komen waarin aandachtspunten zouden worden meegenomen die meer uitwerktijd vergen.

Het voorstel voor de spoedreparatiewet voor de Wet verplichte ggz en Wet zorg en dwang werd aangenomen op 8 oktober 2020. Doel: de uitvoerbaarheid van de Wvggz en Wzd te verbeteren door een aantal administratieve handelingen in de wet te vereenvoudigen of te schrappen. Op 8 juni 2021 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het Reparatiewetsvoorstel dat de uitvoering van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd) moet verbeteren.

De cijfers

Burgemeesters gaven in 2020 1.416 keer een inbewaringstelling af waarmee een patiënt in hun gemeente in een spoedsituatie verplicht werd opgenomen. Daarnaast gaven burgemeesters 9.421 keer toestemming voor verplichte zorg aan een patiënt omdat in een crisissituatie snel ingegrepen moest worden.
De cijfers blijken uit een overzicht van de inspectie die afschriften krijgt van alle crisismaatregelen en inbewaringstellingen door burgemeesters.

Klachten en meldingen

Naast de cijfers over de beslissingen van burgemeesters krijgt de inspectie ook andere gegevens, zoals klachten en meldingen. Klachtencommissies hebben 608 klachten over dwang in de zorg behandeld. De meeste gingen over het toepassen van dwangmedicatie (44%). Daarnaast gingen ze over het beperken van bewegingsvrijheid en insluiting (samen 17%). De 608 klachten waren gebaseerd op 955 gronden. De commissies hebben bijna driekwart (703) daarvan ongegrond verklaard, en bijna een kwart (215) geheel of gedeeltelijk gegrond. In 39 zaken kreeg de klager een schadevergoeding.

Van zorgverleners, vertrouwenspersonen en gemeenten kreeg de inspectie 68 meldingen over dwang in de zorg waar het in de ogen van de melder niet goed was gegaan. In 23 zaken ging zo’n melding over het probleem dat er geen opnameplek was, terwijl de cliënt wel een opname nodig had.

De publicatie Een beeld uit klachten, meldingen en crisissituaties over dwang in de zorg is te downloaden op www.igj.nl

Nieuw beeld over dwang in de zorg onder nieuwe wetten, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, 30 juli 2021: https://www.igj.nl/actueel/nieuws/2021/07/30/nieuw-beeld-over-dwang-in-de-zorg-onder-nieuwe-wetten (Niet meer beschikbaar op site van IGJ). Ga naar https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive en type titel van nieuwsbericht in zoekbox van grijze balk aan linkerkant van scherm.

Kandidatenlijst bekend van verkiezing ‘Overheidsmanager van het Jaar 2021’

De kandidatenlijst van de verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2021 is bekend gemaakt. Uit alle inzendingen zijn acht overheidsmanagers geselecteerd voor de tweede ronde: de jurygesprekken. “Fantastisch om te zien dat zoveel medewerkers dit jaar hun manager in het zonnetje wilden zetten. Het was lastig om te kiezen, maar uiteindelijk sprongen deze acht kandidaten er echt uit.’, aldus de  jury.

Meer dan honderd overheidsmanagers, werkzaam binnen ministeries, provincies, gemeenten, waterschappen, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen werden voorgedragen in het kader van het thema van de verkiezing: Met veerkracht en vertrouwen.

De acht kandidaten

  • Pieter-Jaap Aalbersberg, nationaal coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid
  • Richard Andringa, secretaris-directeur Waterschap Vechtstromen
  • Cor Burgmeyer, directeur Uitvoering klant en service, UWV
  • Jeroen ten Dam, directeur Stadstoezicht en veiligheid, gemeente Groningen
  • Bas van Rijsbergen, directeur Ruimtelijk economisch domein, gemeente Breda
  • Nanette van Schelven, directeur-generaal Douane, Ministerie van Financiën
  • Astrid Schulting, gemeentesecretaris, gemeente Westerkwartier
  • Aline Zwierstra, gemeentesecretaris, gemeente Eindhoven

Lees hier meer over de kandidaten: www.overheidsawards.nl/overheidsmanager-van-het-jaar/shortlist2021/

Bekendmaking finalisten

Na het gesprek tussen de kandidaten en de jury worden eind september 2021 de drie finalisten bekendgemaakt. De finalisten krijgen vervolgens op hun werkplek bezoek van een afvaardiging van de jury. Tenslotte wordt in de Ridderzaal in Den Haag op 18 november 2021 de winnaar uitgeroepen tot Overheidsmanager van het Jaar 2021.

Over de Verkiezing

Met de verkiezing Overheidsmanager van het Jaar wil de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) een platform bieden aan excellent overheidsmanagement en daarmee de kennis binnen de publieke sector bevorderen.
Uitgeroepen worden tot Overheidsmanager van het Jaar is daarmee dé beloning voor krachtig overheidsmanagement en publiek leiderschap. Om aan zoveel mogelijk verschillende managers een podium te bieden, wisselt het thema elk jaar. Voor 2021 is het thema Met veerkracht en vertrouwen.

De verkiezing  is een initiatief van de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM). De uitreiking van de Overheidsawards wordt mede mogelijk gemaakt door: Binnenlands Bestuur, landelijk netwerk van jonge ambtenaren werkzaam bij de overheid FUTUR, Interprovinciaal Overleg (IPO), Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN), Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), IT-dienstverlener Ordina, Publiek Denken en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Meer info over criteria van deelname aan de verkiezing en over het thema van 2021, Met veerkracht en vertrouwen: www.overheidsawards.nl/thema-en-criteria

Zie ook Overheidsawards: www.overheidsawards.nl

Inschrijving Nederlandse Privacy Awards 2022 geopend!

Op 28 januari 2022 worden de Nederlandse Privacy Awards uitgereikt door Stichting Privacy First. 28 januari is de jaarlijkse Europese Dag van de Privacy (Data Protection Day), in 2007 in het leven geroepen door de Raad van Europa met steun van de Europese Commissie. De datum van 28 januari heeft een belangrijke betekenis op het gebied van privacy in Europa. Op deze atum werd in 1981 het ‘Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens’, oftewel het Dataprotectieverdrag, getekend in Straatsburg. Dit verdrag is de basis voor de moderne Europese privacybescherming en bouwt voort op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) uit 1950. Artikel 8 voorziet in de brede zin natuurlijke personen in het recht voor privé- en familieleven, het eigen huis en briefgeheim.

Vanwege technologische ontwikkelingen is het Dataprotectieverdrag in mei 2016 vervangen voor de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

De 4 categorieën van de Privacy Awards

  1. categorie Consumentenoplossingen (van bedrijven voor consumenten)
  2. categorie Bedrijfsoplossingen (binnen een bedrijf of business-to-business)
  3. categorie Overheidsdiensten (van de overheid voor burgers)
  4. Aanmoedigingsprijs voor een baanbrekend technologie of persoon

Voorwaarde voor deelname is dat kandidaten reeds met hun privacy-innovatie aan de slag zijn gegaan. De ideeënfase is voorbij, het project is al in uitvoering en werkt inspirerend voor andere organisaties. Het gaat erom dat privacy niet als een belemmering wordt gezien maar als een kans.

Inschrijven tot en met 15 oktober 2021

Inschrijven voor de Privacy Awards kan tot en met 15 oktober 2021. Na een eerste selectie en diverse gesprekken maakt de onafhankelijke vakjury de genomineerden bekend in december 2021.

Voorwaarden voor deelname, aanmelden en meer info op Privacy Awards: https://privacyawards.nl/aanmelden/

Stichting Privacy First: www.privacyfirst.nl

‘Door de glazen deur zag ik een medewerker naar me toe lopen, hevig nee schuddend met haar hoofd en vinger.’ Is het sociaal werk bezig te verharden?

De Antwerpse opbouwwerker Sarah El Massaoudi vraagt zich af of het naïef is om te denken dat je als sociaal werker zelf een start zou kunnen maken “met het eigenhandig vertolken van de verandering die we willen in de bredere samenleving?” Volgens haar wel: “Ik begin alleszins graag bij mijzelf”. Ze vindt dat sociaal werk moet terugkeren naar haar basis: er zijn voor mensen.
Procedures en regels zijn belangrijk, maar zonder uitzonderingen of maatwerk worden starheid en machinaal handelen bijna onvermijdelijk. Kilte loert dan om de hoek.
El Massaoudi geeft op Sociaal.Net – Vlaams online platform voor sociale professionals – voorbeelden uit haar praktijk, waaruit blijkt hoe het in haar beroep niet en wél behoort toe te gaan.

Hoog tijd om elkaar een spiegel voor te houden

”Ik kreeg onlangs telefoon van een mama met vijf kleine kinderen en een zieke partner. Het gezin dreigde dakloos te worden en was dringend op zoek naar een woning. Ik verwees de moeder door naar de juiste diensten. Vervolgens vertelde ik haar dat ik vanuit mijn huidige job niets meer kon doen behalve luisteren naar haar verhaal.
De vrouw barstte in tranen uit. Ze had al verschillende instanties opgebeld, maar kreeg nergens gehoor.
De laatste medewerker die ze sprak, zou de telefoon abrupt opgehangen hebben. Hij gaf aan haar niet te begrijpen. Het Nederlands van de mama was inderdaad niet vlekkeloos, maar met een beetje moeite kon ik haar prima verstaan.

Toen ik het verhaal van de mama vertelde aan mijn collega opbouwwerkers, bleek dat ook zij die ongevoeligheid meer opmerken. Het uitwisselen van onze ervaringen, bracht mij terug naar een situatie van enkele maanden geleden.

Ik had bij een eerstelijnsdienst een afspraak voor een overleg. Toen ik aankwam was het kantoor gesloten. Ik belde aan. Door de glazen deur zag ik een medewerker naar me toe lopen, hevig nee schuddend met haar hoofd en vinger. Ik keek haar verward aan en bleef staan. Ze deed de deur – nauwelijks – open en zei emotieloos door het kiertje: ‘We zijn gesloten’. Vooraleer de deur terug dichtging, flapte ik snel de naam van mijn werkgever uit, alsook de naam van de medewerker waarmee ik afgesproken had. Ik mocht toch binnen.

Onderweg naar mijn werkplaats, zinderde die ontvangst bij me na.

Ik ben vrouw, heb een migratieachtergrond en draag een hoofddoek. Zou die medewerker vriendelijker geweest zijn indien ik een witte, blonde vrouw was? De kans is relatief groot. Al wierp het gesprek met mijn collega’s en onze gezamenlijke ervaringen nog een ander licht op deze gebeurtenis.

Wat deze situatie extra pijnlijk maakte, is dat de medewerker mij wellicht zag als iemand die langskwam met een hulpvraag. Ik werd de deur gewezen, nog voor ik een woord kon uitspreken. Of ik nu net was weggelopen van mijn agressieve man of louter informatie kwam vragen, waarbij het dan terecht zou zijn om mij beleefd op de openingsuren te wijzen, het had geen verschil gemaakt. Ik kreeg niet de kans om ook maar iets te vragen.
….
Door de verharding verlopen ook contacten met collega’s, zowel intern als extern, stroever. Hoog tijd dus om elkaar liefdevol een spiegel voor te houden: Laten we samen pleiten voor meer zachtheid”.

Kortom, laten we simpelweg terugkeren naar de basis van het sociaal werk: er zijn voor en met mensen.

Lees het hele verhaal van Sarah El Massaoudi, ‘Sociaal werk moet terugkeren naar haar basis: er zijn voor mensen’, Sociaal.Net, 18 januari 2021: https://sociaal.net/column/sociaal-werk-moet-terugkeren-naar-haar-basis/

Lees in dit verband ook over de presentietheorie van Andries Baart. Joost Bonte had begin 2019 een uitgebreid interview met Baart: ‘Als sociale professional moet je nabij zijn’ . Lees het op Sociaal Net, 21 januari 2019: https://sociaal.net/verhaal/andries-baart-presentie/

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Menselijk contact dreigt door wetenschappelijke inzichten en technologie naar achtergrond te raken

Dirk De Wachter is – met zijn Vlaamse landgenoot Paul Verhaeghe – het boegbeeld geworden van het vreedzame verzet tegen een kille prestatiesamenleving. De Wachter is psychiater en psychotherapeut in het Universitair Psychiatrisch Centrum (UPC) van de Katholieke Universiteit Leuven. Hij is expert in systeem- en gezinstherapie en verantwoordelijk voor het dagactiviteitencentrum Sint-Maarten op campus Kortenberg. Aan de KU Leuven is hij verbonden als opleider en supervisor in de gezinstherapie. De Wachter is een veelgeprezen auteur van boeken. Sinds de publicatie van Borderline times in 2016 waarin hij borderline niet als een individueel, maar als een maatschappelijk ziektebeeld schetst, is hij een veelgevraagde gesprekspartner.
Zijn landgenoot Paul Verhaeghe is klinisch psycholoog en hoogleraar aan de universiteit van Gent. In 2020 verscheen van zijn hand het boek Houd afstand, raak mij aan.

Psycholoog en journalist Vittorio Busato interviewde De Wachter voor de site van de RINO Groep vanwege een online congres in het najaar van 2021, getiteld De mens in ‘de behandelkamer’ – de zin van het leven delen. De Wachter meent dat “we van elkaar dreigen te vervreemden. In de behandelkamer is dat niet anders”.

Direct contact van mens tot mens bewaken

Het menselijke contact dreigt door allerlei wetenschappelijke inzichten en technologische doorbraken naarde achtergrond te geraken, aldus De Wachter. Hij vindt dat zijn beroepsgroep het directe contact van mens tot mens moet bewaken: “De verwetenschappelijking in ons vak is enerzijds een goede zaak, maar die dreigt de diagnostiek voorop te stellen. Mijn bekommernis is om altijd weer de mens voor de diagnose te zetten. Je ontmoet een mens, geen depressie”.

Het gaat om menselijkheid, om gewone dingen: “Dat is voor ons als therapeuten van belang: we moeten kijken naar de goede dingen die mensen nog hebben, naar hun talenten en mogelijkheden, niet alleen naar de problemen. In een medische opleiding bestaat sterk de neiging te vragen naar wat er mis loopt, en al die dingen op te lijsten. Maar we lijken te vergeten dat de mens ook mogelijkheden, krachten en coping-strategieën heeft. Het gaat om het individuele verhaal, de unieke casus. Die is nooit terug te brengen tot diagnostische en af te vinken schema’s”.

Busato vraagt of het begrip menselijkheid in de behandelkamer te veel is gaan verschillen van de menselijkheid in het alledaagse leven?
De Wachter: ”Neen. De behandelkamer verschilt niet zoveel van het dagelijkse leven. Ook in het dagelijkse leven moet erg worden gewaakt op de menselijkheid. Corona maakt eens te meer duidelijk hoe belangrijk het is elkaar in het echt te zien, om tijd voor elkaar te nemen, ons rustig een beetje te verliezen. We dreigen te vervreemden van elkaar, in de behandelkamer is dat niet anders dan in het dagelijks leven”.

De therapeut in het maatschappelijke debat

Opvallend is dat in onze tijd de therapeut weinig positie inneemt in het maatschappelijke debat. Hoewel de coronacrisis zeker psychologische gevolgen heeft en krijgt, zijn er weinig ‘mensenwetenschappers’ naar wie geluisterd wordt. Ze zouden zich juist nu meer mogen uitspreken.

Om die reden gaat De Wachter op het komende congres in op de rol van de therapeut in het maatschappelijke debat.
Busato: U laat zich daarin graag horen. Toch zal niet iedere psychotherapeut zich daarbij even senang voelen.
De Wachter: “Vanzelfsprekend wil ik therapeuten niet verplichten de politiek in te gaan, dat doe ik zelf evenmin. Maar ik vind wel dat de sector veel te braaf is. Wij zitten elke dag in dat menselijk leed. Wij werken met die mensen die uit de boot vallen, die niet meer kunnen. En dat heeft niet alleen met hun hersenweefsel te maken, maar ook met de hele maatschappelijke context. Onze sector spreekt zich daar naar mijn idee te weinig over uit. En tja, sommigen zullen zeggen: ‘laat me gerust, ik doe mijn werk in de behandelkamer, de rest is niet mijn taak’. Dat kan ik me prima voorstellen, dat zei ik voor mijn boek Borderline Times aanvankelijk ook. Maar door dat boek is mijn aanwezigheid in het publieke debat onbedoeld ontploft. Met voor- en nadelen”.

Busato: Vindt u het een plicht dat psychotherapeuten zich mengen in het maatschappelijke debat, wellicht nu nog meer door corona?
“Uiteraard is het zo dat als je voor de camera komt of als je voor de krant schrijft je goed gedocumenteerd moet zijn. Je mengen in het publieke debat is een harde wereld waarin je makkelijk kan worden getorpedeerd. Maar goed, het is zeker geen plicht.
Mijn boodschap is wel ‘meng je als therapeut vaker in het maatschappelijk debat’. Wij worden elke dag geconfronteerd met problemen van mensen, politici kennen onze patiënten niet. Dus spreek, therapeuten, wees de advocaat van de zwakkeren. Ook zo kun je bijdragen aan de menselijkheid”.

Lees het hele interview: ‘We dreigen te vervreemden van elkaar, in de behandelkamer is dat niet anders’. Interview met Dirk de Wachter, door Vittorio Busato, RINO Groep, 22 juli 2021: www.rinogroep.nl

RINO Groep in Utrecht is een maatschappelijk betrokken organisatie en verzorgt opleidingen, trainingen en congressen voor professionals die werken met mensen met een psychische kwetsbaarheid. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met docenten en diverse samenwerkingspartners.
Meer info over het congres van 13 oktober 2021 De mens in de ‘behandelkamer’: www.rinogroep.nl/opleiding/6086/online-congres-de-mens-in-de-behandelkamer-met-dirk-de-wachter.html

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Hoe werkt het keuringssysteem van de jeugdbescherming eigenlijk?

Het Keurmerkinstituut is de enige instantie die de jeugdbescherming kan certificeren.*) Zonder certificaat mag een instelling geen jeugdbescherming bieden. Margot Smolenaars en Judith Spanjers onderzochten voor Follow the money – platform voor financieel-economische onderzoeksjournalistiek – hoe het keuringssysteem van de jeugdbescherming werkt. In hun artikel Vertrouwelijk: het ondoorzichtige keuringssysteem van de jeugdbescherming, schrijven zij:

“Via jaarlijkse keuringen van het managementsysteem garandeert het Keurmerkinstituut dat de jeugdbescherming in staat is goed werk af te leveren. Hoe en waarom een instelling het predikaat ‘gecertificeerd’ krijgt (of verliest), is echter in nevelen gehuld: rapporten zijn niet openbaar, en zelfs de gemeenten en de cliëntenraad krijgen er niet zomaar toegang toe. De Limburger en Follow the Money ontdekten dat eenzelfde probleem binnen dit ‘objectieve’ systeem bij verschillende organisaties tot andere uitkomsten leidt.

In Limburg speelt al jarenlang een conflict tussen Bureau Jeugdzorg Limburg (BJL) en de cliëntenraad. Cliëntparticipatie is een belangrijk onderdeel van de jaarlijkse toets die instellingen moeten doorstaan om hun certificaat te krijgen.

In januari 2019 constateerde het Keurmerkinstituut dat BJL de cliëntparticipatie niet op orde had. Als dit nog een keer zou voorkomen, dan zou BJL volgens de regels zijn certificaat kunnen verliezen. Tijdens de audits in 2020 en 2021 overlegde de cliëntenraad bewijs dat de situatie alleen maar verslechterd was, maar dat had geen gevolgen.

De cliëntenraad zegt dat BJL omgang met de achterban frustreert door afspraken over een budget en een website voor hen niet na te komen. BJL vindt dat er met deze cliëntenraad niet valt samen te werken, en wil de cliëntenraad nu ontbinden. Op 22 juli 2021 buigt een ad hoc-commissie van vertrouwenslieden zich over de vraag of BJL dat mag doen. Een advies hierover wordt binnen enkele weken verwacht.

Hoewel de verhoudingen bleven verzuren, valt het Keurmerkinstituut niet langer over de gebrekkige cliëntparticipatie. Is dit keuringssysteem wel zo objectief als het lijkt?”

Lees het hele artkel: Vertrouwelijk: het ondoorzichtige keuringssysteem van de jeugdbescherming, door Margot Smolenaars en Judith Spanjers, Follow the money, 21 juli 2021: https://www.ftm.nl

Dit artikel is onderdeel van het dossier Jeugdzorg in het rood, een landelijk, regionaal uitgewerkt onderzoek door zeventien journalisten, tien redacties en 352 gemeenten die sinds maart 2020 op zoek zijn naar antwoorden op de vraag: Waar gaat het geld van de jeugdzorg heen?
Gemeenten wordt gevraagd om cijfers: hoeveel geven zij uit tussen 2015 en 2019 aan jeugdzorg, voor hoeveel kinderen en aan wie betalen ze voor wat? Deze uitgaven van gemeenten gecombineerd met de jaarrekeningen van zorgaanbieders moet een goed inzicht bieden in de ‘markt’ jeugdzorg.
Zie: www.ftm.nl/dossier/jeugdzorg-in-het-rood

https://www.ftm.nl/collectief-jeugdzorg

Noot:
*) De Jeugdwet schrijft voor dat een instelling die na 1 januari 2015 in opdracht van de gemeente de jeugdbescherming en jeugdreclassering wil uitvoeren daartoe gecertificeerd moet zijn. De normen waaraan deze instellingen moeten voldoen zijn door het Ministerie van Veiligheid en Justitie in samenspraak met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het werkveld gezamenlijk geformuleerd in het Normenkader ten behoeve van certificering van uitvoerende organisaties in jeugdbescherming en/of jeugdreclassering (jb/jr): https://keurmerk.nl/zorg-welzijn/certificatie-zorg-en-welzijn/certificering-jeugdbescherming-en-jeugdreclassering/

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Akademie van Kunsten krijgt zes nieuwe leden

De Akademie van Kunsten krijgt zes nieuwe leden. Het gaat om vooraanstaande kunstenaars uit alle kunstdisciplines zoals de muziek, beeldende kunst, toneel en literatuur. Leden van de Akademie van Kunsten worden gekozen op grond van nominaties. De nieuwe leden worden op 26 augustus 2021 geïnstalleerd in het Trippenhuis in Amsterdam.

Lotte de Beer (1981) – Opera regisseur

Regisseur Lotte de Beer geldt als een van de meest gewilde operaregisseurs van haar generatie. Ze is een vernieuwer van het operagenre en trekt met haar producties een divers publiek. De Beer is een inspirerend voorbeeld voor jonge mensen die het opera- en muziektheatervak in willen. De Beer studeerde regie aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Ze ontving de Ton Lutz Award voor meest getalenteerde regisseur en won in 2015 de International Opera Award in de categorie ‘Nieuwkomer’. Recente producties van De Beer zijn onder andere: Il Trittico bij de Bayerische Staatsoper, Aida bij de Opera National de Paris, Nozze di Figaro bij Festival Aix en Provence en verschillende producties bij de Nationale Opera in Amsterdam. Vanaf september 2022 is zij directeur van de Wiener Volksoper in Wenen.

Patricia Kaersenhout (1966) – Beeldend kunstenaar

Beeldend kunstenaar Patricia Kaersenhout neemt een prominente positie in in het culturele en publieke debat. Haar interdisciplinaire werk stelt vragen aan de orde over vrouwengeschiedenis en seksualiteit, racisme en de geschiedenis van de trans-Atlantische slavernij, en de invloed van slavernij op het heden. Kaersenhout, die zichzelf omschrijft als kunstenaar ‘in constante staat van wording’, beschikt over het talent om verborgen of vergeten geschiedenis zichtbaar te maken voor zowel een gespecialiseerd als breed publiek. Dit maakt haar tot een van de meest invloedrijke geëngageerde kunstenaars in en buiten Nederland.

Moniek Merkx (1956) – Regisseur, schrijver en dramaturg

Moniek Merkx is als regisseur, schrijver en dramaturg al bijna 35 jaar werkzaam in het Nederlandse theater. Ze regisseerde bijna honderd voorstellingen, schreef meer dan vijftig teksten en begeleidt al jaren jong talent. Dat doet ze vooral in het professionele jeugdtheater, maar ook in de voorhoede van de mime en het fysieke theater voor volwassenen. Haar werk is associatief, beeldend en muzikaal.
Van 2013 tot februari 2021 was Merkx artistiek directeur van Maas theater en dans in Rotterdam. Nu is zij hier werkzaam als regisseur en coach. Voor haar werk ontving Merkx in Nederland meerdere jeugdtheaterprijzen (Hans Snoek Prijs, 1000Watt Prijs, Gouden/Zilveren Krekels, Podiumkids Prijs) en de VSCD Mimeprijs. In de Verenigde Staten won ze de Tony Award, samen met The Children’s Theatre Company in Minneapolis.

Jolanda Spoel (1973) – Actrice, regisseur, artistiek leider

Jolanda Spoel speelde als actrice bij diverse gezelschappen, waaronder de Rotterdamse Het Waterhuis en Bonheur. Ook was zij jarenlang artistiek leider van het jongerentheatergezelschap Rotterdams Lef. Daar maakte ze onder andere de spraakmakende voorstellingen Kwaad Bloed (2006) en Brandgrens (2007). Spoel heeft zich bewezen als maker en pionier op het gebied van talentontwikkeling voor jonge podiumkunstenaars. Dit deed ze onder meer als medeoprichter van Maas theater en dans, dat het produceren en programmeren (voor een jong publiek) onder één dak combineert.
Ze verbindt traditionele kunstvormen met uitingsvormen van jonge mensen en mensen met een bi-culturele achtergrond. Een mooi voorbeeld hiervan was de samenwerking tussen Maas theater en dans en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Sinds vorig jaar is Jolanda Spoel algemeen directeur van het Bijlmer Parktheater.

Michael Tedja (1971) – Schrijver, dichter, schilder en curator

Michael Tedja is een toonaangevende Nederlandse schilder en schrijver die sinds 25 jaar zijn stempel op de Nederlandse kunstsector heeft gedrukt met zijn schilderijen en installaties. Zijn grenzeloze artistieke output en uitzonderlijke talent voor het ontwikkelen van nieuwe conceptuele denkmodellen maken hem tot een eigenzinnig kunstenaar. Tedja’s werk is nationaal en internationaal erkend en getoond, bijvoorbeeld in het Stedelijk Museum Amsterdam en het Cobra Museum in Amstelveen, en in diverse gezaghebbende galeries in de Verenigde Staten. Een aantal van zijn boeken werd in het Engels vertaald door het prestigieuze Sternberg Press. Tedja is tevens verbonden aan het Sandberg Instituut in Amsterdam. In die hoedanigheid is hij betrokken bij het werk van vele jonge kunstenaars.

Merlijn Twaalfhoven (1976) – Componist

De composities van Merlijn Twaalfhoven zijn uitgevoerd door nationale en internationale orkesten. Hij werkte met onder andere het Kronos Quartet, Holland Festival en het Tokyo Symphony Orchestra en initieerde festivals en samenwerkingsprojecten in onder meer Syrië, Jordanië, Palestina, Brazilië en de VS. Hierbij zocht hij naar manieren om bestaande grenzen tussen genres en stijlen, maar ook tussen bevolkingsgroepen en culturen te doorbreken, en nieuwe verbindingen te leggen. Na talloze muziek- en theaterprojecten in steden, wijken, conflictgebieden, vluchtelingenkampen en de natuur, ziet Twaalfhoven zichzelf als creatief onderzoeker van complexe maatschappelijke problemen. In zijn boek Het is aan ons laat hij zien hoe elk van ons de mindset van een kunstenaar kan activeren en daarmee een rol van betekenis kan spelen bij het aanpakken van grote en kleine wereldproblemen. Twaalfhoven ontving in 2011 een UNESCO-award als ‘Young Artist for intercultural dialogue between the Arab and Western worlds’ en werd genomineerd voor de Amsterdam Prijs voor de Kunst.

Ga voor informatie over de selectieprocedure naar de website van de Akademie van Kunsten. www.akademievankunsten.nl/nl/nieuws/akademie-van-kunsten-krijgt-zes-nieuwe-leden

Over de Akademie van Kunsten
De Akademie van Kunsten telt leden uit de hele breedte van de kunsten. De Akademie heeft tot doel de stem te vertolken van de kunsten in de Nederlandse samenleving (inclusief de politiek) en het bevorderen van de interactie tussen de kunsten ondeij en tussen wetenschap en kunst.
De Akademie van Kunsten is een onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.

Akademie van Kunsten: https://akademievankunsten.nl/nl

 

Foto bovenaan: Portretten van de zes nieuwe leden van de Akademie van Kunsten, v.l.n.r.
Moniek Merkx (door Fred Ernst)
Michael Tedja (door Cees Wouda)
Patricia Kaersenhout (door Aatjan Renders)
Merlijn Twaalfhoven (door Jelmer de Haas)
Jolanda Spoel (door Fred Ernst)
Lotte de Beer (door David Payr)