Skip to main content

Redactie Beroepseer

Rijksoverheid maakt voortaan ook departementale beslisnota’s openbaar

Bij de toezending van stukken over wetgeving en beleid aan de Eerste en Tweede Kamer maakt het kabinet vanaf donderdag 1 juli 2021 ook de departementale nota’s openbaar die door de bewindspersoon zijn gebruikt bij de besluitvorming. Daarmee wil het kabinet de afwegingen achter besluiten op een toegankelijke  wijze inzichtelijk maken voor parlement, pers en publiek .
Het gaat dan om relevante feiten, mogelijke risico’s, alternatieven, argumenten of overwegingen die de bewindspersoon heeft gebruikt bij de besluitvorming.

Met deze nieuwe, aanvullende informatiestroom wil het kabinet in goed overleg met het parlement een wezenlijke, betekenisvolle stap zetten naar een meer open informatievoorziening en bestuursstijl, en betere onderlinge verhoudingen.

De bedoeling is om in overleg met het parlement de komende tijd deze nieuwe werkwijze lerend en evaluerend toe te passen omdat het niet vanaf het eerste moment perfect zal verlopen. Het kabinet stuurde hierover in mei 2021 een Concept-beleidslijn actieve openbaarmaking nota’s aan het parlement.

Het kabinet gaat graag in gesprek met de Tweede en Eerste Kamer, en met name over de vraag of de voorgestelde werkwijze aan de verwachtingen voldoet. In 2022 wordt – mede op basis van de ervaringen – een voorstel gedaan voor de openbaarmaking van beslisnota’s bij andere categorieën Kamerstukken.

Rijksoverheid zet betekenisvolle stap naar meer openheid, Rijksoverheid, 1 juli 2021: www.rijksoverheid.nl

Concept-beleidslijn actieve openbaarmaking nota’s, Rijksoverheid 10 mei 2021: www.rijksoverheid.nl/documenten/beleidsnotas/2021/05/10/beleidslijn-actieve-openbaarmaking-notas

 

Afbeelding bovenaan is van Mohamed Hassan

‘Passend vangnet gewenst’. Veertien verhalen van mensen met een chronische ziekte of arbeidsbeperking

In Passend vangnet gewenst staan veertien verhalen van ervaringsdeskundigen die in de bijstand zitten en kampen met een chronische ziekte of arbeidsbeperking. Het rapport, opgesteld door vakbond FNV, is aangeboden aan enkele Kamerleden op 24 juni 2021 en is een oproep aan het nieuwe kabinet om de positie van deze groep mensen te verbeteren.

In het Voorwoord schrijft voorzitter Kitty Jong van FNV:

Uitgekleed rigide stelsel

“In Nederland is het sociale zekerheidssysteem in de hele breedte afgelopen decennia ingrijpend veranderd waarbij elke verandering gepaard ging met bezuinigingen. Wat overblijft, is een uitgekleed rigide stelsel dat uitgaat van onbetrouwbare gebruikers en regels en waarbij veel burgers het onderspit delven en in armoede zijn beland. De voedselbanken hebben het nog nooit zo druk gehad. De belastingdienst loopt vast in een poging om alle ellende van de slachtoffers van toeslagenaffaire op te lossen. En overal heerst wantrouwen tot in de hoogste Haagse kringen.

De werknemersverzekeringen zijn in de loop van de tijd geleidelijk en gestaag aangetast. De Wajong is alleen nog toegankelijk voor mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn. Jongeren met forse beperkingen die voorheen in de Wajong terecht kwamen, komen nu in de bijstand. De drempel om voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering in de WIA in aanmerking te komen is verhoogd, waardoor veel mensen met een lager inkomen niet langer in aanmerking komen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering en na hun WW-periode (deels) in de bijstand belanden. De namen van de wetten spreken boekdoelen. De Wet op de arbeidsongeschiktheid werd de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; ‘een tijdelijk vangnet bij verlies aan inkomen’; arbeidsongeschikt werd gedeeltelijk arbeidsgeschikt. En de bijstandswet groeide en nam in omvang toe. Maar ook die wet ontkwam niet aan de drang tot hervorming. De bijstandswet werd via de Wet Werk en Bijstand de Participatiewet. Kerngedachte van de Participatiewet is dat iedereen geacht wordt zo snel mogelijk te gaan werken en een bijstandsuitkering je tijdelijk van inkomen voorziet. Dat geldt voor iedereen volgens de overheid voor iedereen, ook voor alle mensen met forse gezondheidsproblemen die als gevolg van het knijpen op de arbeidsongeschiktheidswetten aangewezen zijn op de bijstand. Een groot deel van hen is niet meer in staat om te gaan werken. En een ander deel dat nog wel arbeidsvermogen heeft, komt nauwelijks aan de slag. Werkgevers staan niet te trappelen om mensen met een arbeidshandicap in dienst te nemen. Recent onderzoek van SCP toont aan dat het aantal werkgevers dat mensen met een arbeidsbeperking en die onder de banen-afspraak vallen, in dienst heeft genomen, zo goed als niet is toegenomen.

De FNV trekt al jaren aan de bel over misstanden in de sociale zekerheidswetten en in de uitvoering, vooral als het gaat over de Participatiewet. We zijn blij dat onze kritiek inmiddels breed gedragen wordt. Maar wat onderbelicht blijft in alle kritiek op de mislukte Participatiewet is het feit dat er veel mensen met een arbeidsbeperking gevangen zitten in de bijstand en daarmee samenhangend de inkomenskant. De overheid heeft de wet zo ingericht dat het alleen voor een zeer korte periode leefbaar is, want immers, iedereen moet toch werken! De wethouder van Tilburg die een maand van een bijstandsuitkering wilde leven, kwam al binnen die maand in grote problemen. Mensen met forse gezondheidsproblemen zijn nu permanent afhankelijk van een te laag bijstandsinkomen.

De schrijnende verhalen van mensen met een beperking zijn niet nieuw, maar de FNV kan niet anders dan weer aan de bel trekken om aandacht voor hen te vragen. De FNV heeft eerder succesvol SyRI bestreden en heeft een rapport uitgebracht – Snelweg of karrenspoor – over het mislukken van de Participatiewet. In december 2020 hebben we het boekje Boeten zonder schuld uitgebracht met verhalen van mensen in de bijstand die onterecht sancties opgelegd kregen en onterecht van fraude werden beticht in de bijstand. En nu brengen we een rapport met verhalen van mensen die aangewezen zijn op de Participatiewet, maar door forse permanente gezondheidsklachten uitzichtloos tot de AOW-leeftijd aangewezen zijn op een ‘tijdelijk vangnet’. Het zijn opnieuw schrijnende verhalen en eenieder kan niet anders concluderen dat we dit toch echt zo niet willen in ons welvarende land”.

Downloaden Passend vangnet gewenst, Uitgave FNV Uitkeringsgerechtigden, juni 2021: www.fnv.nl/getmedia/f3bc12c7-e10f-4095-9bae-99567ea39758/Gevangen-in-de-bijstand-rapport-FNV-Uitkeringsgerechtigden.pdf

FNV overhandigt rapport ‘Gevangen in de bijstand’ aan Tweede Kamer, door Yvette de Vries, FNV, 21 juni 2021: www.fnv.nl

Nieuwe CAO: Cultuuromslag bij universiteiten. Minder flex, meer vaste banen en werkdruk omlaag

Vakbond FNV heeft samen met andere bonden een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe cao Nederlandse Universiteiten. Een van de belangrijkste afspraken is dat universitair (hoofd-) docenten, hoogleraren en ondersteunend personeel in principe na één jaar in vaste dienst komen.
Verder worden de lonen in twee stappen structureel met 2% verhoogd en geldt vanaf 1 juli 2021 een minimumloon van 14 euro bruto per uur. De cao gaat in per 1 januari 2021 en loopt tot en met 31 maart 2022.

Jan Boersma, bestuurder FNV Onderwijs & Onderzoek: “Eindelijk maken we ook in de sector Onderwijs & Onderzoek de omslag van flex naar vaste banen. Hiermee kunnen we de werkdruk in deze sector verder terugdringen. Dat werd ook hoog tijd”.

Cultuuromslag

Universitair docenten, hoofddocenten en hoogleraren die al een contract hebben, komen na een jaar in vaste dienst. Nieuwkomers krijgen na anderhalf jaar een vast contract. Ondersteunend personeel komt ook na een jaar in vaste dienst. Boersma: “De afspraken over meer vaste banen betekenen echt een omslag in de cultuur bij universiteiten. Hierdoor zien in 2021 zo’n 800 wetenschappelijk personeelsleden hun tijdelijke baan omgezet worden in een vaste baan met meer zekerheid”. Bij het ondersteunend personeel gaat het om een veelvoud aan banen dat omgezet wordt in vast.

Loon en extra vergoedingen

De lonen worden op 1 juli structureel met 1,64% verhoogd en op 1 januari 2022 nog een keer met 0,36%. Naast een loonsverhoging ontvangen medewerkers vanaf 1 september 2021 een netto thuiswerkvergoeding van 2 euro per dag en een netto internetvergoeding van 25 euro per maand. Boersma: “Op deze manier realiseren we ook koopkrachtbehoud”. Daarnaast krijgen medewerkers een éénmalige uitkering van 650 euro op basis van een 38-urige werkweek en zijn er afspraken gemaakt over hybride werken.

SER-advies

De afspraken in de cao Universiteiten over het inperken van flex sluiten aan bij het SER-advies over een nieuwe, eerlijke arbeidsmarkt waar ook werkgevers (o.a. VNO-NCW) deze maand hun handtekening onder hebben gezet.

Werkdruk omlaag

Om de hoge werkdruk terug te brengen, krijgen docenten tijd voor onderwijsgebonden onderzoek. Zo kunnen zij ook onderzoek onder werktijd doen. Ook moeten universiteiten reëel haalbare en samenhangende takenpakketten vaststellen die de werkdruk beteugelen. Verder zijn er definitieve afspraken gemaakt over het vitaliteitspact. Oudere medewerkers kunnen zo minder werken tegen inlevering van slechts een deel van hun salaris, met behoud van pensioenopbouw over het volledige salaris.

Bij de Nederlandse universiteiten werken ruim 55.000 mensen. Het akkoord wordt positief aan de achterban voorgelegd. De leden kunnen tot 1 augustus stemmen over het akkoord.

Na 1 jaar vast in dienst en loonsverhoging voor personeel universiteiten in nieuwe cao, door Yvette de Vries, FNV, 29 juni 2021: www.fnv.nl/nieuwsbericht/sectornieuws/fnv-overheid/2021/06/na-1-jaar-vast-in-dienst-en-loonsverhoging-voor-pe

 

Foto bovenaan: Universiteit Leiden is sinds eind jaren negentig gevestigd in twee steden: Leiden en Den Haag

Nieuwe bundel artikelen roept politiek op werk te maken van menselijke maat in zorg en welzijn

Maandagmiddag 28 juni 2021 wordt de bundel Momentum voor de menselijke maat gepresenteerd in Den Haag in het bijzijn van de Kamerleden Steven van Weyenberg (D’66), Mei Li Vos (PvdA), Aukje de Vries (VVD) en Corinne Ellemeet (GroenLinks). Aanvang 15.00 uur op Campus Den Haag van de Universiteit Leiden en online live te volgen.

“Elke organisatie en toezichthouder moet een plan maken hoe de menselijke maat weer voorop moet komen te staan”, aldus demissionair premier Mark Rutte in mei 2021 in Nieuwsuur en in de Tweede Kamer. Hij verwees daarbij naar het werk van psycholoog Sandra van Dijk en econoom Marcel Canoy. Samen met kennisinstituut Movisie publiceren Van Dijk en Canoy nu een bundel waarin die menselijke maat verder wordt uitgewerkt.

In de asresten van de Toeslagenaffaire is er grote politieke urgentie om de menselijke maat te omarmen en het broze vertrouwen van de burger terug te winnen. Daarmee is de menselijke maat een verbindend thema waarin partijen van rechts tot links elkaar kunnen vinden bij het formeren van een kabinet. Er is volop momentum voor maatwerk, maar hoe doen we dat?

Momentum voor de menselijke maat

De bundel bevat vijftien positieve en krachtige voorbeelden over hoe de menselijke maat geboetseerd kan worden. Een keur aan prominente denkers op dit terrein laat zien waar het schuurt en hoe het wel kan. De bundel eindigt met tien lessen en is daarmee een handreiking aan de politiek om een klimaat te scheppen waarin de menselijke maat het uitgangspunt is:

  1. Erkennen: de menselijke maat is geen willekeur
  2. Luisterend meebewegen
  3. Anders verantwoorden
  4. Regels breken
  5. Ontschotten en prikkels die kloppen
  6. Langetermijnvisie
  7. Ervaringsdeskundigen
  8. Stop met de dominantie van het zorg-denken
  9. Geen nieuwe instrumenten of systemen meer ontwikkelen
  10. Er verdwijnt ook wat. De menselijke maat is niet iets wat er ook nog bij moet. Geen overbelasting van professionals, maar een nieuwe manier van werken waarbij geaccepteerd moet worden dat sommige zorg of diensten verdwijnen omdat ze niet voldoende van waarde zijn.

De bundel bevat vijftien hoofdstukken en is onderverdeeld in drie thema’s: Goed luisteren en breed kijken; Zo kan het ook; Buiten de lijntjes kleuren.

Downloaden Momentum voor de menselijke maat – Praktijklessen voor zorg en welzijn, door Marcel Canoy, Sandra van Dijk, Marcel Ham (redactie), Movisie, juni 2021: www.socialevraagstukken.nl/de-menselijke-maat-in-perspectief/

Presentatie online volgen

Wie de presentatie live online wil volgen kan zich aanmelden met het formulier op de site van Universiteit Leiden: www.universiteitleiden.nl/agenda/2021/06/momentum-voor-de-menselijke-maat

Het verschil tussen ‘coronaonderwijs’ en ‘blended learning’ in afstandsonderwijs

Scholen werden gedwongen tijdens de coronacrisis zowel het lesgeven als randzaken eromheen, waaronder het afnemen van toetsen, online te regelen. Algemeen was de mening dat scholen ook na de pandemie daarvan de vruchten zouden plukken.
Maar, volgens Wilfred Rubens is het huidige ‘coronaonderwijs’ niet te vergelijken met de wijze waarop blended learning normaliter in het onderwijs wordt ingevoerd en toegepast. Dat schrijft hij op de site van het onafhankelijke onderwijsplatform Komensky Post.
Blended learning – of hybrid learning – is een mix van onderwijsmethoden met en zonder technologie, bijvoorbeeld een combinatie van e-learning en klassikaal leren.
Wilfred Rubens is deskundig op het gebied van e-learning en te-learning (technology enhanced learning).

Onderzoek laat zien dat de leerresultaten achterblijven. In het begin van de coronocrisis moesten, aldus Rubens, docenten en leerlingen hun draai vinden, maar inmiddels zouden de inspanningen tot beter resultaat moeten leiden.

In zeven punten geeft Rubens een reactie op de gebeurtenissen in het onderwijs tijdens de lockdowns waarbij hij zich de vraag stelt: Waarom zou blended learning in de toekomst wel veelbelovend voor het onderwijs zijn? :

  1. De wijze waarop online onderwijs wordt ingezet is zeer divers. De resultaten ook. Onderzoeken bieden weinig zicht op verschillen tussen scholen en docenten.
  2. Professionalisering en ondersteuning op dit terrein zijn essentieel. In het verleden is daar lang niet altijd voldoende werk van gemaakt. Dat wreekt zich nu. Want ook het afgelopen jaar was daar dankzij de werkdruk en stress lang niet altijd voldoende ruimte voor (met name in basisonderwijs en soms ook in voortgezet onderwijs is vaak sprake van beperkte ondersteuning). Ik lees overigens ook anekdotes (!) van/over docenten die tijdens de tweede lockdown leerervaringen van de eerste lockdown toepassen.
  3. De context doet ertoe. Ik heb laatst al geschreven dat je het normaliter niet in je hoofd zou moeten halen om volledig online leren binnen het basis- en voortgezet onderwijs (vooral onderbouw) toe te passen. Online leren doet een fors beroep op zelfregulering. Zoals Tony Bates laatst schreef: kinderen en jongeren zijn daar over het algemeen minder sterk in dan volwassenen.

Lees verder over de punten vier tot en met zeven op Komensky Post: Maakten de ervaringen met ‘coronaonderwijs’ de hooggespannen verwachtingen waar? door Wilfred Rubens, 25 juni 2021: https://komenskypost.nl/?p=6837

De conclusie van Rubens is dat de pandemie negatief van invloed blijkt te zijn op het welbevinden van leerlingen en studenten. Zorgvuldig ingevoerde vormen van blended learning op school zijn niet te vergelijken met het huidige coronaonderwijs. De context is heel belangrijk.

Site van Wilfred Rubens: www.te-learning.nl


Op 1 mei 2021 bestond Komensky Post vijf jaar. Inmiddels staan er bijna 600 artikelen op de site. Komensky Post besteedt aandacht aan onderwerpen als de oorzaken van het groeiende aantal laaggeletterden en. Of hoe ga je als leraar om met leren op afstand? Waar komen de grote reserves bij veel schoolbesturen vandaan?
https://komenskypost.nl

Afbeelding bovenaan is van Hatice EROL

Aanmelden tot 15 juli voor KNMG-verkiezing ‘Geneeskundestudent van het jaar 2021’

Wie wint in 2021 de verkiezing Geneeskundestudent van het Jaar en gaat naar huis met de KNMG Studentenprijs? De prijs wordt in 2021 voor het eerst uitgereikt aan een maatschappelijk bevlogen student die in de afgelopen periode onderscheidend actief is geweest met het helpen van anderen.

Denk bijvoorbeeld aan een student die tijdens de coronacrisis vrijwilligers enthousiasmeerde om te werken op een corona-afdeling. Of een student die een project opstartte om eenzaamheid onder ouderen te verminderen. Belangrijkste criterium is dat de student zijn vaardigheden en kennis van de geneeskunde inzet om andere mensen te helpen.

Ken jij deze student, of ben jij deze student? Vul dan voor 15 juli 2021 het aanmeldformulier in. Kandidaten worden voorgedragen aan de jury, die drie finalisten kiest. De jury bestaat, naast de voorzitters van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) en de belangenbehartiger van geneeskundestudenten De Geneeskundestudent, uit Aura Timen en Angela Maas. De uiteindelijke winnaar wordt bepaald door de stemmen van het publiek.

De winnaar van de verkiezing KNMG Studentenprijs 2021 ontvangt 5.000 euro.

De KNMG Studentenprijs is een initiatief van de KNMG en De Geneeskundestudent. De prijs beoogt maatschappelijk betrokken studenten een podium geven, alsmede de waardering die zij verdienen.

Meer info over verkiezing, procedure, criiteria en aanmelden bij KNMG: www.knmg.nl/opleiding-herregistratie-carriere/geneeskundestudent-van-het-jaar/verkiezing.htm

Overhandiging witboek over werkdruk publieke sector aan Tweede Kamer

Dinsdag 22 juni 2021 overhandigen kaderleden en vakbonden in de publieke sector een rapport over werkdruk aan de Tweede Kamer. In het rapport staan de verhalen van zeven mensen over hoge werkdruk en structurele onderwaardering. De verhalen worden aangevuld met cijfers en oplossingen.

Tekort aan personeel

Jean Debie, voorzitter van de vakbond voor burger en militair defensiepersoneel (VBM): “Het is echt twee voor twaalf. Als er niet geïnvesteerd wordt in de publieke sector en de mensen die er werken, is er binnenkort geen blauw meer te zien op straat en loopt het lerarentekort nog verder op”.

Werkdruk, bezuinigingen, gebrek aan waardering

De cao-onderhandelingen in de publieke sector die zijn afgebroken, moeizaam verlopen of waarbij de werkgever zich maar voor een jaar wil committeren, zijn niet meer te tellen.
Marco Ouwehand, secretaris van de Algemene Centrale Overheidspersoneel ACOP FNV: “De werkgever, onze overheid, zingt in de media de lofzang over de fantastische inzet van de mensen in de publieke sector tijdens de coronacrisis. Maar als het gaat om het omzetten van die waardering in een fatsoenlijke loonsverhoging of verlaging van de werkdruk, geeft die niet thuis. Blijkbaar heeft de werkgever bezuinigingen hoger op de agenda staan dan het welzijn van haar medewerkers”.

Campagne #steunpubliekesectornu

Met de campagne #steunpubliekesectornu vragen de gezamenlijke bonden sinds februari 2021 op verschillende manieren aandacht voor de onderwaardering van de mensen in de publieke sector. Zo waren er laserprojecties op overheidsgebouwen en universiteiten, kregen verschillende bestuurders en politici een manifest aangeboden en was er op 19 mei een manifestatie op het Malieveld in Den Haag.

Manifest Werken voor publieke taken aantrekkelijk maken én houden: www.fnv.nl/getmedia/2f65fb6a-9ad9-4e5b-b008-51ea9677c6e5/Manifest-Werken-voor-publieke-taken-aantrekkelijk-maken-en-houden.pdf

Manifestatie op Malieveld: een noodkreet voor steun aan publieke sector, door Yvette de Vries, FNV, 17 mei 2021: www.fnv.nl

Medewerkers Publieke Sector overhandigen witboek over werkdruk aan Tweede Kamer, door Yvette de Vries. FNV, 17 juni 2021: www.fnv.nl

U  P  D  A  T  E

Dinsdag 22 juni 2021 om 13.00 uur is het Witboek ‘Steun publieke sector nu’ over de problemen en oplossingen van medewerkers in de publieke sector aangeboden aan Tweede Kamerleden en demissionair minister-president Mark Rutte op het Hofplein in Den Haag, naast het gebouw van de Tweede Kamer. Het rapport is overhandigd door kaderleden, werkzaam in de publieke sector en de FNV-vakbonden voor overheid, onderwijs (AOb), politie (NPB) en militairen (AFMP) EN het Ambtenarencentrum (AC).
In het rapport staan de verhalen van zeven mensen over hoge werkdruk en onderwaardering. De verhalen worden aangevuld met cijfers en oplossingen.

Uit het Voorwoord, door J. Hoffer, voorzitter Algemene Centrale voor Overheidspersoneel FNV en J. Debie, voorzitter Ambtenarencentrum, namens de vakbonden van Politie, Defensie, Onderwijs en ambtenaren werkzaam bij Rijk, Gemeenten, Provincies, Rechterlijke Macht, Universitaire Medische Centra en Waterschappen.

“Bijna 1 miljoen mensen werken in de publieke sector voor Nederland. Hun werk is essentieel, ook zonder coronacrisis. De regering steunt op hen om Nederland draaiend te houden. Maar de regering als de grootste werkgever van ons land, geeft er niets voor terug: de cao-onderhandelingen voor de een miljoenen mensen werkzaam in het onderwijs, bij defensie, op ministeries, gemeentehuizen, bij provincies, de rechterlijke macht en de universitair medische centra zijn door kabinet afgebroken, lopen erg moeizaam of er zijn karige tussen-cao’s afgesproken, zoals onlangs bij politie.
Het kabinet als werkgever heeft voor deze mensen geen loonstijging over en ook komt er niet extra (structureel) geld om de werkdruk te verminderen en te zorgen voor goede ondersteunende voorzieningen. De formatie van een
nieuw kabinet is het moment om het roer om te gooien en die miljoen essentiële werkers te geven wat ze nodig hebben, en verdienen.

Wij zien in alle overheidssectoren dat het piept en kraakt bij de uitvoering van de publieke taken. Het gaat niet goed. Het onderwijs kent door tekort aan bevoegde leraren met 27% het hoogste percentage burn-out klachten, terwijl dat landelijke 17% is (Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2019), politie en defensie hebben te weinig personeel voor de veiligheidstaken, gemeenten hebben vacaturestops ingesteld om financiële tekorten op te vangen die ontstaan zijn door de centralisatie van de jeugdzorg, bij de publieke omroep zijn het flexcontracten wat de klok slaat en het lukt uitvoerende Rijksdiensten als het gevangeniswezen steeds moeilijker om de dienstroosters in te vullen door de continue ondercapaciteit. Daar komt nog bij, dat de menselijke maat ver te zoeken is: politieke regelgeving en strakke centrale richtlijnen geven medewerkers niet het gevoel dat zij medezeggenschap hebben bij de uitvoering van hun dagelijkse werkzaamheden of dat er vertrouwen is in hun vakmanschap en professionaliteit. De verhalen en de cijfers in dit witboek liegen er niet om.

Nederland verkeert al meer dan een jaar in crisis. Wat ons land nu nodig heeft, is voldoende overheidspersoneel, dat goed opgeleid is en de beschikking heeft over goede ondersteunende middelen (ICT, oefenmateriaal). Er komen grote maatschappelijke en economische opgaven op ons af. Niet alleen om uit de crisis te komen, maar ook voor het uitvoeren van de digitale innovatie, energietransitie en inclusieve arbeidsmarkt. Alleen medewerkers die een fatsoenlijk loon krijgen, een vast contract hebben en goede arbeidsvoorwaarden, medewerkers waarbij werk en privé in balans is, alleen die medewerkers kunnen de uitvoering van de publieke taken aan.
Als we daar niet voor kunnen zorgen, dan blijven overheidsmedewerkers overstappen naar andere, niet overheidssectoren, omdat ze daar meer betaald krijgen. Wij zien dat al bij defensie, bij technisch en ICT-personeel. De uitvoering van de cruciale, publieke taken komt zo in het geding. Wij roepen de formerende partijen dringend op om het roer om te gooien en nu daadwerkelijk te gaan investeren in een sterke overheid: in het belang van de medewerkers en in het belang van Nederland: steun de publieke sector nu!”

Downloaden Witboek over de problemen en oplossingen van de medewerkers in de publieke sector, ACOP FNV, juni 2021: https://beroepseer.nl/wp-content/uploads/2021/06/witboek_publieke_sector.pdf

Structurele onderwaardering van ambtenaren’, door Wouter Boonstra, Binnenlands Bestuur, 22 juni 2021: www.binnenlandsbestuur.nl/

 

Foto bovenaan: Laserprojectie Steun publieke sector nu: www.youtube.com/

Enquête voor zorgverleners naar belangrijke voorwaarden voor leveren goede zorg

Als voorstander van het behoud van pluriformiteit en keuzevrijheid pleit de beroepsvereniging voor zorgverleners VvAA voor een zorglandschap waarin zorgverleners zich kunnen organiseren in die werkvorm die bij hen past: klein- of grootschalig, wel of niet gecontracteerd en waarin de patiënt zélf kan blijven kiezen waar en door wie hij behandeld wil worden.

Brede verkenning

Vanuit deze visie en naar aanleiding van signalen van leden is de VvAA samen met Stichting Beroepseer in mei 2021 een brede verkenning gestart om de effecten van het gewijzigde evenwicht in het zorglandschap en de invloed hiervan op de dagelijkse praktijk in kaart te brengen.

Uit het eerste deel van het onderzoek – de online gesprekssessies met zorgverleners – is gebleken op welke wijze continuïteit van zorg van invloed is op de kwaliteit van zorg, wat zorgverleners verstaan onder vakmanschap en hoe zij aankijken tegen het belang van vertrouwen. Deze bevindingen vormen de basis voor de enquête waarin zorgverleners kunnen aangeven welke voorwaarden zij belangrijk vinden voor het leveren van goede zorg.

Resultaten brede verkenning

Op basis van de onderzoeksresultaten bereiden we na de zomer vervolgacties voor waarmee we het maatschappelijk en politiek debat faciliteren over het belang van een zorglandschap waar zowel zorgverleners en patiënten een keuze hebben en waarmee we zorgverleners met stem en steun bijstaan in huidige ontwikkelingen.

Bent u werkzaam als medisch specialist, tandarts, mondhygiënist, huisarts, psycholoog, psychotherapeut, fysiotherapeut, apotheker, verpleegkundige, verloskundige, of (H)AIOS of ANIOS? En wilt u uw ervaringen delen? Vul dan de enquête in!

Ga naar VvAA vervolgt brede verkenning naar gevolgen gewijzigd evenwicht zorglandschap: https://www.vvaa.nl/voor-leden/nieuws/enquete-wijzigend-evenwicht-in-zorglandschap

VvAA en Stichting Beroepseer starten onderzoek naar invloed gewijzigd evenwicht in zorglandschap op dagelijkse praktijk zorgverleners, door Corné van der Meulen, Beroepseer, 26 maart 2021: https://beroepseer.nl-zorgverleners

Lancering essaybundel ‘Lijdelijk toezien’? over onafhankelijk publiek toezicht

In een vrije staat dient iedereen die in het bezit kan worden geacht van een vrije wil, zichzelf te besturen. De wetgevende macht zou dan ook bij het volk in zijn geheel moeten berusten. Maar aangezien zoiets in de grote staten een onmogelijkheid is en ook in kleine staten op veel bezwaren stuit, dient het volk vertegenwoordigers aan te stellen die alles moeten doen wat het volk zelf niet kan.
Op 16 juni 2021 werd de nieuwste essaybundel van het Montesquieu Instituut Lijdelijk toezien? Onafhankelijk toezicht in de democratische rechtsstaat gelanceerd in Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag. De bundel bevat essays van vijf wetenschappers, een voorwoord van Jan Schinkelshoek en een slotbeschouwing van de redacteuren. De bundel gaat in op verschillende soorten toezichthouders met de bijbehorende bevoegdheden en bevat beschouwingen op onafhankelijk publiek toezicht van zowel (rijks)inspecties als markttoezichthouders.

6 x blij

Bij het in ontvangst nemen van het eerste exemplaar zei voorzitter Jan van den Bos van de Inspectieraad wel zes redenen te hebben om blij te zijn met de bundel. Zo benadrukt het boek dat goed toezicht om veel meer gaat dan om de positie ervan; wordt in de bundel erkend dat de opgave van toezicht een grote is; en weerspiegelt de diversiteit van de essays het feit dat de wereld van toezicht niet zwart-wit is en er dus ook geen zwart-wit oplossingen zijn.

Debat

Vervolgens gingen twee wetenschappers en twee inspecteurs-generaal met elkaar in debat onder leiding van moderator Jan Schinkelshoek: Caelesta Braun, hoogleraar Bestuurskunde en tevens redacteur van de bundel; Henk Den Uijl, onderzoeker bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB); Henk Korvinus van de Inspectie Justitie en Veiligheid en Theodor Kockelkoren van Staatstoezicht op de Mijnen.

Niet té onafhankelijk

Den Uijl stelde dat inspecties naast nalevingstoezicht een bredere rol hebben, zij dienen de vrijheden van burgers en andere publieke belangen te beschermen. Dat vraagt om onafhankelijkheid in de zin van distantie ten opzichte van zowel de samenleving als de politiek. Maar hij moet ook weer niet té onafhankelijk zijn omdat dan het risico kan ontstaan dat de toezichthouder inhoudelijke opvattingen gaat kweken over beleid en toezicht politiek gaat opereren.

Te veel losse initiatieven

Braun plaatste kanttekeningen bij de huidige trend om allerlei initiatieven te nemen om de samenwerking met maatschappelijke organisaties en burgers vorm te geven om daarmee tot responsiever en effectiever toezicht te komen en het publieke belang te waarborgen. Ze vindt die initiatieven mooi, maar vaak nog te willekeurig en te veel los staan van het besluitvormingsproces binnen de inspecties om echt het gewenste effect te hebben.

Bewaker van het publieke belang

Kockelkoren ging in zijn bijdrage in op het publieke belang en dan vooral het belang van burgers. Handhaving is wat hem betreft een middel om dat publieke belang te borgen. En als toezichthouders zien dat regels averechts uitwerken, dan moeten die dat helder en krachtig laten weten aan de minister en Tweede Kamer.

Plussen en minnen

Korvinus had in de bundel graag nog wat meer expliciete aandacht gezien voor de kwaliteit van toezicht en de verantwoording daarover. Ook miste hij een doorwrochte vergelijking van de plussen en minnen van de twee vormen van governance die genoemd worden: inspecties als Zelfstandig Bestuursorgaan of inspecties als onderdeel van het ministerie. Braun gaf aan dat dit onderwerp kan zijn van vervolgonderzoek.

Vragen van kijkers

De lancering was voor publiek te volgen via een livestream. Kijkers stelden via de chat behoorlijk wat vragen. Wat is de invloed van internationalisering op toezicht? Wie bewaakt de bewakers van het publieke belang? Streng straffen of juist inzetten op preventie? Waarom zouden rijksinspecties onderdeel van het ministerie moeten zijn terwijl dit voor de markttoezichthouders niet geldt? Benieuwd naar de antwoorden? Zie hieronder het videoverslag:

Lijdelijk toezien? is verschenen bij Boom Uitgevers Den Haag: https://www.boomdenhaag.nl/webshop/lijdelijk-toezien

Lancering essaybundel ‘Lijdelijk toezien’? van Montesquieu Instituut, Rijksinspecties, 17 juni 2012: www.rijksinspecties.nl

Inhoudsopgave van de bundel alsmede meer info is te vinden op site van Montesquieu Instituut: www.montesquieu-instituut.nl/id/vljafqhwfvy8/bundel_18_lijdelijk_toezien#p1