In Een schitterende slangenkuil (juli 2021) beschrijft Ton Verlind zijn persoonlijke ervaring met vijftig jaar journalistiek en geeft hij een inkijk in het Nederlandse medialandschap. Verlind was werkzaam als eindredacteur van KRO’s Brandpunt en als mediadirecteur en leidinggevende bij omroep KRO. In 2008 vestigde hij zich als zelfstandig strategisch en creatief adviseur. In een recensie in Het Parool schrijft Roelf Jan Duin:
“Dertig jaar werkte Ton Verlind (71) voor de KRO, maar vraag hem waar zijn omroep tegenwoordig voor staat en hij gooit zijn armen de lucht in. ‘Geen idee. De omroep is in het publieke debat totaal afwezig, ik zou niet weten wat de doelen zijn of welke visie ze voorstaan. Ja, iets met ‘liefde’ volgens mij. De KRO zoals die was – eigenzinnig, brutaal, anti-autoritair – bestaat niet meer. De fusie met de NCRV was een historische vergissing en heeft de weg bereid richting de uitgang’.
Volgens Verlind wacht omroepen, niet alleen KRO-NCRV maar ook AVROTROS, een duidelijke keuze: óf ze zorgen ervoor dat ze weer relevant worden in de samenleving, óf ze verdwijnen. Want een omroep zonder duidelijk profiel heeft geen bestaansrecht, vindt hij. Verlind ziet in toenemende mate een Hilversumse eenheidsworst ontstaan. ‘Voor afwijkende geluiden is nauwelijks plaats, de bandbreedte van de discussie is de afgelopen vijftien jaar steeds smaller geworden, van pluriformiteit is nauwelijks nog sprake’. Terwijl daarin nou juist de kracht van het publieke bestel schuilt, denkt Verlind”.
NPO
De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) verzorgt de programma’s op de publieke zenders. Zowel op de radio als op televisie. Doel is programma’s uitzenden die geschikt zijn voor alle groepen in de samenleving en zorgen voor een gevarieerd media-aanbod. Dat staat in de Mediawet. De programma’s moeten ook een publieke waarde hebben. De NPO bestaat uit de Stichting Nederlandse Publieke Omroep (NPO-organisatie) en de landelijke publieke omroepen.
NPO-organisatie
Dit is het bestuur van de publieke omroep. De NPO zorgt voor gemeenschappelijke zaken. Zij bepaalt bijvoorbeeld welke programma’s op welke tijd worden uitgezonden. Dit gebeurt na overleg met de omroeporganisaties. Ook verzorgt ze de on-demand-platforms van de NPO en de ondertiteling. De NPO zorgt ervoor dat het aanbod op alle zenders herkenbaar en geordend is. Sinds september 2016 is Shula Rijxman voorzitter van de Raad van Bestuur.
De publieke omroepen
Deze omroepen maken de programma’s die worden uitgezonden op de publieke radio- en televisiezenders. Zij bepalen de inhoud en zijn hier ook verantwoordelijk voor.
Journalistiek zwaargewicht benoemen in Raad van Bestuur NPO
Op uitnodiging van KIM, forum voor reflectie en journalistiek, schreef Verlind een essay waarover te lezen is op de site van Villamedia, vakblad voor de journalistiek. Verlind schrijft dat er journalistieke betonrot is ontstaan bij de publieke omroep. Hij vindt het hoogtijd om een journalistiek zwaargewicht te benoemen in de Raad van Bestuur van de NPO om affaires rond de VPRO-documentaire over minister en D66-fractieleider Sigrid Kaag en Op1-presentator Jort Kelder in de toekomst te voorkomen. Kelder kwam in opspraak, omdat hij een redacteur betaalde die van dat geld campagnevideo’s maakte voor Forum voor Democratie. Verlind schrijft dat hij rond deze affaires een aantal opmerkelijke feiten ziet.
“Allereerst de reactie van AVROTROS op de actie van Kelder. Als een van de beeldbepalende presentatoren van het opiniërende Op1, moet hij zich kritisch en onpartijdig opstellen. Het is ongelukkig dat door zijn betrokkenheid bij een politieke partij de schijn van belangenverstrengeling is ontstaan. Kelder deed het voorval luchthartig af, de directie van zijn omroep reageerde té onverschillig door erop te wijzen dat Kelder freelancer is en het de omroep niet aangaat wat hij in zijn vrije tijd verder nog doet.
Het is een argument dat geen hout snijdt en een zwakte zichtbaar maakt in de werkwijze van de publieke omroep waar steeds vaker gebruik wordt gemaakt van freelance presentatoren op beeldbepalende posities. Ze zijn de directeur van hun eigen bedrijf en voor hun opdrachten afhankelijk van de marktwaarde die ze hebben. Het kan niet anders of dit heeft invloed op de manier waarop ze zich manifesteren. Een perverse prikkel, waardoor de kijker er niet meer zeker van is dat deze journalistieke functies (nog) in onafhankelijkheid worden vervuld. De discussie binnen de publieke omroep zou zich op dit bredere feit moeten richten, niet alleen op het incident rond Kelder.
VPRO
De kritiek op de VPRO is van een andere orde. De omroep wordt aangevallen op een documentaire waar veel op viel aan te merken. Weinig kritisch, ogenschijnlijk vooringenomen, minstens gemakzuchtig en van een geringe informatieve waarde. De VPRO evenwel is een onafhankelijke omroep met een missie en is niet – zoals dat voor de journalisten van NTR, NOS en Nieuwsuur wél geldt – gebonden aan neutraliteit. De VPRO mag dus uitgaan van een vooringenomen standpunt: het omroepbestel is er ooit voor opgericht. Dat er discussie ontstaat over de manier waarop de VPRO invulling geeft aan zijn taak laat zien dat het omroepbestel zich in een crisis bevindt. Steeds meer verdwijnt uit het zicht dat omroepen autonome organisaties zijn, die over hun eigen inhoud gaan en de NPO slechts over de plaatsing van programma’s. In werkelijkheid gaat de bemoeienis van de NPO veel verder.
Steeds meer partijen mengen zich in de discussie
Een ander opmerkelijk feit bestaat eruit dat ook het Commissariaat voor de Media de neiging ontwikkelt om zich een inhoudelijk oordeel te vormen over de onafhankelijkheid van omroepjournalistiek. Daarnaast is er de Ombudsman van de NPO. Dat steeds meer instanties zich bezighouden met het controleren van journalisten, raakt óók aan de journalistieke onafhankelijkheid en is daarom niet per definitie een goede ontwikkeling. Het is een typisch Nederlandse reflex: problemen aanpakken door regels te bedenken, die niet werken, waarna er nog meer regels komen. Laat die ontwikkeling aan journalisten voorbijgaan.
Dat journalisten van NTR, NOS en Nieuwsuur aan bestuursvoorzitter Rijxman vragen om zich met de discussie te bemoeien mag worden gezien als een opmerkelijke actie. Is dat niet de omgekeerde wereld?
[ … ]
Systeemfout
De sturing van het omroepbestel is in de loop van de jaren meer en meer verlegd van de omroepen naar de NPO. De NPO heeft – anders dan de omroepverenigingen – geen directe worteling in de samenleving en ademt in de ogen van zijn critici de geur van gevestigde belangen. Van een organisatie met sterke betrokkenheid van burgers en programmamakers (civil society) heeft de publieke omroep zich ontwikkeld tot een gouvernementele organisatie, waarin managers grote invloed hebben op de programmering. In praktijk beschikt de NPO over veel formele en informele, dus onzichtbare, sturingsmechanismen die direct de inhoud raken”.
Journalist in de top
Wat is de oplossing? Verlind stelt voor om te beginnen een fundamentele discussie te beginnen over de journalistieke rol die de publieke omroep voor zichzelf ziet. Een mooie kans voor meer betrokkenheid en het doorbreken van de lethargie door bij de komende bestuurswisseling in de Raad van Bestuur van de NPO niet de zoveelste manager of oud-politicus te benoemen maar een journalist, met de opdracht om het journalistieke klimaat bij de publieke omroep (aanmerkelijk) te verbeteren.
Ton Verlind: ‘Benoem een journalist in de top van de NPO’, door Ton Verlind, Villamedia, 10 augustus 2021: www.villamedia.nl
Oud-omroepbaas Ton Verlind: ‘De publieke omroep is doodsbang voor discussie’, door Roelf Jan Duin, Het Parool, 9 augustus 2021: www.parool.nl