Skip to main content

Redactie Beroepseer

Jeugdzorgwerkers worden niet gehoord aan hervormingstafel van de jeugdzorg

In mei 2021 presenteerde Vakbond FNV met Stichting Beroepseer het advies De Jeugdsprong*) , over hoe de jeugdzorg anders georganiseerd kan worden. Dit advies is opgesteld met vele partijen. Uit een petitie blijkt een groot draagvlak in de samenleving voor dit advies. “Staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), leken ook even op onze hand”, aldus Maaike van der Aar**), FNV-bestuurder Jeugdzorg, in een artikel op Binnenlands Bestuur.
“ ‘We hebben nog één kans om het goed te doen’, beaamden de gemeenten onze urgentie. En Blokhuis zei: ‘Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen’.”

Daar hoort dan wel bij dat ieder zijn verantwoordelijkheid ook krijgt. Van der Aar: “Een hervorming veronderstelt veranderingen in de jeugdzorg. En die zijn hard nodig. Dat bepleiten wij al jaren, regelmatig als enige, en nu bovendien met een uitgebreid gedragen advies. In die veranderingen zijn werknemers niet rechteloos. Een vakbond gaat over randvoorwaarden voor werknemers. Dat gaat verder dan alleen loon. Dat gaat ook over belangenbehartiging en expertise op onder andere arbeidsomstandigheden, kwaliteit van arbeid, werkdruk, vitaliteit, scholingsfaciliteiten, gezond ouder worden, veilig en gezond werken, inwerken, administratie, emancipatie en het maken van regelingen daarvoor. Het is juist de jarenlange ontbrekende aandacht van bestuurders hiervoor en het ontbreken van een passende positie en waardering voor werkenden, die inmiddels heeft geleid tot grote personele problemen”.

Werknemers krijgen een positie langs de zijlijn 

Uit een onderzoek van FNV bleek dat 56 procent van de medewerkers uit de jeugdzorg het afgelopen anderhalf jaar collega’s zag vertrekken. Zonder hen is er geen jeugdzorg/jeugdhulp en zijn dus ook alle hervormingsplannen niet meer dan dood papier onder in een kast.
Van der miljarden euro’s die naar de jeugdzorg aan, zullen medewerkers niets van terug zien. Van der Aar schrijft dat het Rijk het geld niet oormerkt en gemeenten en werkgevers geven geen cent van die miljarden uit aan medewerkers: “Terwijl ook onderwaardering een belangrijke vertrekreden is, weten wij allang uit vele onderzoeken.

Hoe ongelooflijk teleurstellend is het dat overheden ons nu weren van de hervormingstafel. Wij mogen een keer naar een bijeenkomst komen, maar moeten ons verder blijkbaar koest houden. Werknemers worden door onze overheden geacht akkoord te gaan met een positie langs de zijlijn als het gaat over hun eigen positie, visie en belangen, bij misschien wel de belangrijkste veranderingen voor hun sector sinds de jeugdzorg werd overgeheveld naar de gemeenten, en tijdens het voorbijvaren van het grootste geldschip dat de jeugdzorg ooit zag. Opnieuw een klap voor de medewerkers in de jeugdzorg, die al 5 jaar vechten voor een volwaardige positie. So much voor de ‘nieuwe bestuurscultuur’.”

Steven de Waal, een van de samenstellers van manifest De Jeugdsprong twitterde – @stevendewaal – naar aanleiding van een debat in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam op 22 september 2021 over de jeugdzorg die zelf probleemkind werd: “Onze stelling van #Jeugdsprong dat geld geen oplossing is, maar vooral bestuurlijke dommigheid en gebrek aan kennis over Jeugdzorg zelf, wordt hier expliciet bevestigd door de wethouder Oudewater. Wij hoorden die geluiden ook steeds” @FTM_nl@De_Zwijger.  Video van debat: www.youtube.com/watch?v=A5oAot0JKTs&t=9s

*) Manifest De Jeugdsprong: https://beroepseer.nl
**) Jeugdzorgwerkers kunnen fluiten naar extra jeugdgeld, door Yolanda de Koster, Binnenlands Bestuur, 10 september 2022: www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/jeugdzorgwerkers-zien-niets-van-extra-jeugdgeld

Jeugdzorgwerkers niet gehoord aan hervormingstafel, door Maaike van der Aar, Binnenlands Bestuur, 20 september 2021: https://www.binnenlandsbestuur.nl/fnv-jeugdzorgwerkers (Artikel is niet meer beschikbaar)
Binnenlands Bestuur is het kennisplatform voor hoger opgeleide ambtenaren en bestuurders werkzaam bij de overheid

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Hoe krijgen we de paarse krokodil de jeugdzorg uit?

Jeugdzorgmedewerkers zitten veel te veel met hun neus in de papieren. Al jaren schreeuwt de sector moord en brand. Het probleem: er blijft te weinig tijd over voor al die kinderen en gezinnen in de jeugdzorg. De zorg lijdt eronder. En dat vinden niet alleen de jeugdzorgmedewerkers zelf. Niet voor niets werd Rita Verdonk in 2018 door minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) aangesteld als speciaal adviseur (Ont)regel de zorg. Haar opdracht: de administratieve lasten voor professionals in de jeugdzorg binnen één jaar merkbaar verminderen. Wat is er terechtgekomen van die belofte?

Vakbond FNV Zorg & Welzijn en televisieprogramma Pointer (KRO-NCRV) hebben de balans opgemaakt. Ze deden onderzoek onder ruim 2700 professionals naar de administratieve lastendruk in de jeugdzorg. Driekwart van de jeugdzorgwerkers zag de papierwinkel sinds de decentralisatie in 2015 (erg) toegenomen. Hetzelfde percentage overweegt daardoor nu te stoppen met het werk. Nu drie jaar later is de conclusie duidelijk: er is niets verbeterd.

Systeemverandering nodig

“Dit ontregel de zorg programma is symptoombestrijding gebleken”, zegt Maaike van der Aar, FNV-bestuurder jeugdzorg.? “Het is echt onbegrijpelijk dat er zoveel tijd, aandacht, energie en geld naar zo’n programma gaat en dat bijna niemand merkt dat het geholpen heeft. Dan zie je dat er meer nodig is dan een speciaal adviseur met goede bedoelingen om daadwerkelijk iets te verbeteren. Als je echt resultaat wilt boeken dan is een systeemverandering nodig. Wij willen daarom onder meer dat professionals en cliënten zo veel mogelijk zelf aan het roer komen te staan. Door hen de regie te geven, snijd je een groot deel van de onnodige bureaucratie de pas af”.

Complexere zorg neemt toe

Uit het onderzoek blijkt verder dat ook de zorgzwaarte (91%) en de zorgvraag (85%) zijn toegenomen. “De wachtlijsten groeien al jaren door de onderbezetting in de jeugdzorg. Tegen de tijd dat een kind daadwerkelijk geholpen wordt, bevindt het zich vaak al in een complexere zo niet crisissituatie”, zegt van der Aar. “Dat drukt ook enorm op de te bieden zorg”.

Breed gedragen advies

87% van de respondenten geeft aan dat de huidige manier waarop de jeugdzorg is georganiseerd onhoudbaar is. Eerder dit jaar, in mei 2021, bundelden FNV Zorg & Welzijn en Stichting Beroepseer hun krachten in de denktank De Jeugdsprong. De samenwerking leidde tot een breed gedragen advies om de jeugdzorg te verbeteren. Daarin staat onder meer het advies om professionals en cliënten meer zeggenschap te geven om de effectiviteit van de zorg te vergroten.
Zie: https://beroepseer.nl

Administratiedruk jeugdzorg woekert voort ondanks belofte ministerie, door Danielle van Essen, FNV, 19 september 2021: https://www.fnv.nl

Terugkijken televisie-uitzending van Pointer over bureaucratie in de jeugdzorg (20 september 2021 op NPO2): https://pointer.kro-ncrv.nl/pointer-de-paarse-krokodil-in-de-jeugdzorg

‘Progressief achteruit’. Zwartboek over de last van slechte ideeën voor het funderende onderwijs

De laatste vijf jaar is een serie rapporten over het functioneren van het Nederlandse funderende onderwijs verschenen, waarin steevast begonnen wordt met een verwijzing naar dalende onderwijsprestaties en toenemende ongelijkheid. Helaas wordt deze diagnose nimmer gevolgd door een fanatieke en gerichte inzet op de verbetering van deze situatie. Sterker, de voorgestelde beleidsplannen weerspiegelen eerder bewezen ineffectieve strategieën.
Het zwartboek Progessief achteruit wil daar verandering inbrengen. Met het zwartboek willen de beide schrijvers, de emeritus-hoogleraren Jaap Scherens en Paul A. Kirschner de situatie verder documenteren, de knelpunten verduidelijken en suggesties aandragen voor de richting waarin er oplossingen kunnen worden gevonden.

Progressieve achteruitgang

De auteurs wijzen erop dat er in het onderwijssysteem van Nederland, waarin onderwijzen en leren centraal staan, sprake is van ‘progressieve achteruitgang’. Dat wil zeggen dat in de afgelopen honderd jaar de als vernieuwend en progressief bedoelde ideeën over het onderwijs, juist slechtere prestaties bevorderen. Dat is vooral te wijten aan:

  • De orthodoxie van het kindgerichte onderwijs: onderwijsconcepten geïnspireerd op het constructivisme, gepersonaliseerd en ontdekkend leren, en romantische onderwijsconcepten.
  • De aversie tegen dan wel het negeren van het belang van kennis: mythes over generieke- en 21e-eeuwse vaardigheden en inhoudsloze soft skills.
  • De afkeer tegen het bijbrengen van discipline en normen en waarden: anti-autoritair onderwijs waar leerlingen zelfgestuurd leren en hun wensen zouden leidend moeten zijn voor de inhoud en inrichting van de leeromgeving.
  • De ‘zachte dweperij’ van lage verwachtingen en hoe leerlingen uit lagere sociale milieus de dupe hiervan worden: kinderen uit achterstandsmilieus krijgen gemiddeld een lager advies wat de lage verwachtingen t.a.v. kinderen uit deze groep weerspiegelt.

Afnemende prestaties in Nederland

De auteurs vergeleken de casuïstiek over progressief achteruit in Nederland met Finland, Nieuw-Zeeland, Schotland en Engeland en legden deze naast de resultaten gebaseerd op de PISA, PIRLS en TIMSS sinds 2002. In vier van de vijf landen, waaronder Nederland, nemen de prestaties over een periode van twintig jaar af; alleen Engeland laat in de laatste jaargangen een duidelijke verbetering zien. In de vergelijking tussen Engeland en Nederland blijkt dat Nederland de laatste 10 jaar terugvalt in een progressieve orthodoxie, terwijl Engeland in deze periode juist weer traditioneler beleid voert wat terug is te zien in de prestaties.

Enerzijds lijkt Nederland niets te hebben geleerd van de bevindingen en aanbevelingen van de Commissie Dijsselbloem in 2008. Na een korte periode van ‘naleving’ zien de auteurs een geleidelijke terugkeer naar het door Dijsselbloem gewraakte onderwijsconcept van het ‘het nieuwe leren’; tegenwoordig gepersonaliseerd leren. In de casusbeschrijving over Engeland zien zij ook voorzieningen als een gespecificeerd op vak-inhouden gericht nationaal curriculum, een kerncurriculum voor lerarenopleidingen, een sterke drang naar evidence-based praktijken, een gestabiliseerd stelsel van gestandaardiseerde examens en een op effectieve instructie ingestelde inspectiebenadering.

De auteurs benoemen in hun zwartboek de kern van de problemen en de verkeerde keuzes in het huidige onderwijsbeleid, en kijken vervolgens naar een aantal vigerende plannen en beleidsvoornemens die ze in verband brengen met genoemde kernproblemen.
De plannen komen overeen met de kenmerken die progressief achteruit weerspiegelen en het maken van verkeerde keuzes. Nodig is een reset in het denken over de toekomst van het onderwijs.

Het Zwartboek eindigt met een  reeks aanbevelingen voor onderwijsbeleid waarin leren en leraren centraal staan.

Downloaden van Progressief achteruit. Zwartboek over de last van slechte ideeën voor het funderende onderwijs, door Jaap Scheerens en Paul A. Kirschner, september 2021: www.kirschnered.nl/wp-content/uploads/2021/09/Zwartboek-over-de-Last-van-Slechte-Ideeen-voor-het-Funderende-Onderwijs-progressief.pdf

Paul Scherens is emeritus-hoogleraar Onderwijsorganisatie en -management aan de Universiteit Twente en lid van het Team Red het Onderwijs
Paul A. Kirschner is emeritus-hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit, gasthoogleraar aan Thomas More Hogeschool (Antwerpen) en lid van het Team Red het Onderwijs

Websites
Red het onderwijs: https://redhetonderwijs.com/het-red-het-onderwijs-team
Kirschner ED: www.kirschnered.nl

Een zorginfarct dreigt. Wat zijn de oorzaken?

Zou jij blijven werken in een sector waarin klanten torenhoge verwachtingen hebben, jouw werkgever de financiën niet meer rond krijgt, je vanuit wantrouwen wordt benaderd, goed werkgeverschap ver weg is, jouw mening niet gevraagd wordt en werk en privé moeilijk te combineren is?
De problemen rondom de zorg stapelen zich al jaren op en zorgmedewerkers zijn aan het einde van hun latijn. En dan hebben we het woord corona nog niet laten vallen. De vraag is hoe lang het nog duurt voordat er een heroriëntatie komt op het zorgstelsel. Voor of na het zorginfarct?

Is de dreiging reëel? Het is de hamvraag, gesteld door Lex Tabak van ZZP-er in de zorg. Er zijn voldoende symptomen die erop wijzen. In zijn artikel Er dreigt een zorginfarct gaat hij in op de oorzaken en schrijft hij dat er in de afgelopen jaren ontzettend veel onderzoek is gedaan naar omstandigheden in de zorg. Ook is er op een aantal onderwerpen géén onderzoek gedaan, terwijl deze redenen wel bijdragen aan het zorginfarct.

Deel van de zorgsector sterft af

Met infarct wordt bedoeld het afsterven van een stuk weefsel door zuurstofgebrek. De betekenis van een zorginfarct is dat een deel van de zorgsector afsterft doordat zorg niet langer wordt geleverd door zorgverleners. Onderdelen van de zorg verdwijnen en de beschikbaarheid van de zorg die overblijft gaat achteruit. Dit betekent dat het recht op zorg dat verzekerden hebben, niet meer of slechts deels op te eisen valt. Er is simpelweg niemand meer die de zorg kan leveren. Hoe is het mogelijk dat zorg-koploper Nederland op een zorginfarct afstevent?

Oorzaken van afsterven van zorgvoorzieningen waar we vroeger trots op waren

  • Nederland durft tot op heden niet te kiezen. Gaan we hetzelfde doen voor meer geld, of minder voor hetzelfde geld?
  • De business-case is niet meer op orde. Zorgorganisaties krijgen het financieel niet meer rond.
  • Het zorgstelsel vertrekt vanuit wantrouwen, in plaats van vertrouwen. Dit brengt zorgprofessionals in de verdrukking.
  • Kennis over goed werkgeverschap is zeer beperkt. De reflectie hierop komt traag op gang, maar die tijd is er niet.
  • Professionals zijn slecht gepositioneerd binnen organisaties en het zorgstelsel. Dit systeem wordt tot nu toe niet onderbroken.
  • De flexibilisering van de (zorg)arbeidsmarkt wordt gezien als probleem, niet als symptoom.

Lees het hele artikel van Lex Tabak Er dreigt een zorginfarct. Wat betekent dit en wat is de oorzaak? ZZP-er in de zorg, 20 september 2021: https://www.zzp-erindezorg.nl/blog/er-dreigt-een-zorginfarct-betekenis-oorzaak

ZZP-er in de zorg is een online platform, opgericht door Lex Tabak. De site informeert, ondersteunt en begeleidt zzp-rs in de zorg bij hun ondernemerschap.

 

Foto bovenaan is van Mannette

Nieuwe editie van FNV Welzijnsbarometer: zorgsector loopt hard leeg, medewerkers zijn op

Vakbond FNV heeft een diverse groep van ruim 12.000 leden in de sector zorg & welzijn geënquêteerd om in kaart te brengen hoe zij de afgelopen anderhalf jaar hebben ervaren. De FNV voert de enquête elke twee jaar uit. Deze nieuwe editie van de Welzijnsbarometer is de eerste sinds het uitbreken van de coronapandemie.

38% van de medewerkers in zorg & welzijn heeft het afgelopen anderhalf jaar collega’s zien vertrekken vanwege de hoge werkdruk of overbelasting door onderbezetting.
Hierdoor staat een derde meerdere keren per week met te weinig collega’s ingeroosterd. Medewerkers die zelfs dagelijks met onderbezetting te maken hebben, komen het vaakst voor bij apotheken (28%), (academische) ziekenhuizen (19%) en in de verpleeghuizen (19%). Door het tekort aan personeel worden operaties afgezegd, afdelingen gesloten en nemen wachtlijsten zorgelijk toe.

Verlof kan niet opgenomen worden

‘Zorgmedewerkers zijn op’, zegt Bert de Haas, bestuurder FNV Zorg & Welzijn. ‘Al voor de pandemie was de werkdruk enorm hoog en dat is door corona nog eens verergerd. Heel veel momenten om bij te tanken hadden veel werknemers dan ook niet.’ Uit de FNV barometer blijkt dat een derde van de zorgmedewerkers minder vrij konden nemen. Zij bouwden meer verlofuren op dan voorgaande jaren. In branches waar met jaarurensystematiek wordt gewerkt, zoals in de kinderopvang, is geschoven met uren, waardoor ze juist minder verlof konden opbouwen. Voor alle zorg- en welzijnsmedewerkers geldt dat 41% van hen geen verlofuren kan opnemen op de momenten waarop zij dat graag willen en ze niet voldoende tot rust kunnen komen.

Emotionele druk

Marianne, verpleegkundige in een kinderziekenhuis: ‘Ik werk inmiddels al 6 weekenden achter elkaar. Ik zou heel graag mijn zoon van Schiphol ophalen die ruim 3 maanden in het buitenland studeerde, maar dat lukt niet. Er zijn simpelweg te weinig collega’s om het werk te doen. Er komen zoveel verzoeken op de groepsapp om diensten te ruilen vanwege ziekte of om spoeddiensten over te nemen, dat is zorgelijk. Hierdoor voel ik emotionele druk om te blijven werken.’

Maatregelen terugdringen administratie weinig succesvol

Opvallend is dat de verschillende maatregelen om de administratieve lasten tijdens de corona-pandemie terug te dringen, weinig effect lijken te hebben gehad. Bijna de helft van het zorgpersoneel geeft aan dat ze de afgelopen anderhalf jaar juist méér administratieve taken erbij kreeg. Daarmee lijkt de papierwinkel in de sector onverminderd door te groeien. Twee derde van de werkdag van een zorg/hulpverlener bestaat uit direct contact met cliënten, patiënten en kinderen. Het restant van de dag vullen zij met administratieve taken en met schoonmaken, terwijl alle tijd en aandacht naar directe zorg zou gaan.

Marna, jeugdhulpverlener: ‘De meldingen van huiselijk geweld stromen binnen door de lockdowns en het thuiswerken. Deze moeten eerst langs allerlei protocollen en vinkjes voordat het opgepakt kan worden. Iets waar de cliënten geen fluit aan hebben, maar de overheid wil dat per se weten.’

Een andere maatregel die vanwege de coronacrisis is ingevoerd, is het sluiten van de dagbesteding. Het zorgde voor een toename van fysieke en verbale agressie van cliënten. 72% van de werknemers in de gehandicaptenzorg wil dit zo snel mogelijk teruggedraaid hebben. ‘Werkgevers lijken dit nu als verkapte bezuinigingsmaatregel te gebruiken om de dagbesteding niet overal weer te openen’, zegt De Haas.

Vertrekkende collega’s

Medewerkers in de jeugdzorg (56%), de kraamzorg (54%), de academische ziekenhuizen (42%) en in de verpleeghuizen (40%) zagen het afgelopen anderhalf jaar het vaakst collega’s vertrekken. Bovendien overweegt ruim een op de vijf (22%) van alle medewerkers in zorg & welzijn zelf ook om uit de sector te stappen. Vooral de enorme werkdruk, een slechte werk-privé balans en het salaris zijn redenen om weg te gaan.

Acties en stakingen in voorbereiding

De Haas: ‘Dit geeft wederom aan dat het heel belangrijk is om de sector nu aantrekkelijker te maken en gelijk te trekken aan de marktsector op het punt van waardering. De zorg loopt 9% achter op de marktsector in salariëring. Dat moet echt gecompenseerd worden door een financiële injectie uit Den Haag. Structureel meer loon, geen eenmalige bonussen. Daarnaast roepen wij werkgevers op maatregelen te nemen om hun werknemers te beschermen. Ze moeten altijd maar bereikbaar zijn. In de cao-overleggen gaan wij dit ook met werkgevers bespreken. Als FNV gaan wij alleen akkoord met afspraken die tot verlaging van de werkdruk leiden en een reële structurele loonsverhoging voor álle medewerkers. Overal waar dit niet gebeurt overleggen we met onze leden, er volgen mogelijk acties en stakingen, zoals nu al in de kinderopvang en binnenkort in de academische ziekenhuizen.’

Downloaden rapport De sector Zorg & Welzijn gedurende de coronapandemie, door Suzanne Plantinga en Ruben van Rooijen, onderzoeksbureau Blue Field, FNV, september 2021: https://fnvsawebprd.blob.core.windows.net/fnvmediacontainer/fnv/attachments/fnv/11/116f6a55-08e9-4f25-80c3-3283b20cce45.pdf

Alarmerende FNV Zorg & Welzijnsbarometer: Sector loopt hard leeg, door Danielle van Essen, FMV , 17 september 2021: www.fnv.nl

Het Grote Ontslag Nemen is begonnen. Miljoenen werknemers zeggen hun baan op in de V.S.

Het Grote Ontslag Nemen is begonnen, het gebeurt echt. Phillip Kane schrijft op nieuwssite Inc. dat er momenteel in de V.S. een massale, vrijwillige uittocht van de beroepsbevolking plaats vindt. Het wordt de Great Resignation genoemd, het Grote Ontslag, een term bedacht door Anthony Klotz van Texas A&M University in 2019.

Volgens het Amerikaanse Ministerie van Arbeid – U.S. Department of Labor – hebben in de maanden april, mei en juni 2021 in totaal 11,5 miljoen werknemers hun baan opgezegd. Recent onderzoek geeft aan dat de uittocht waarschijnlijk nog niet voorbij is. Uit een enquête van Microsoft onder ruim 30.000 werknemers blijkt dat 41 procent overweegt ontslag te nemen. Dat aantal loopt op tot 54 procent als alleen Generatie Z – volgend op de Millennials (Generatie Y) – wordt meegeteld. Onderzoeksbureau Gallup ontdekte dat 48 procent van de werknemers actief op zoek is naar nieuwe kansen. En Persio Inc. meldde dat 38 procent van de ondervraagden van plan is om in de komende zes maanden te gaan veranderen.

Het zijn alarmerende cijfers. De kosten van elk personeelsverloop zijn duur. Als een organisatie zelfs maar een derde van haar personeel verliest, is dat ronduit desastreus. De gevolgen voor kleine en middelgrote ondernemingen, waar afdelingen met slechts één personeelslid niet ongebruikeijk zijn, zullen bijzonder ernstig zijn.
Zoals bij elke potentiële crisis, kan de situatie het best worden aangepakt als men de oorzaak kent.

Men had er gewoon genoeg van ondergewaardeerd te worden

De kwesties die het Grote Ontslag aanwakkerden, zijn weliswaar talrijk, maar meestal variaties op één thema. Volgens een door LinkedIn uitgevoerd onderzoek, gaf 74 procent van de ondervraagden aan dat de tijd die ze thuis hebben doorgebracht — vanwege lock-down of werken op afstand — tijdens de pandemie de aanleiding is geweest voor heroverweging van hun huidige werksituatie. Een groot aantal van hen – meer dan de helft in verschillende onderzoeken – noemt stress en burn-out in hun huidige functie als reden om elders te gaan werken. Anderen wijzen op onbehagen en zelfs angst, veroorzaakt door overhaaste kostenbesparende maatregelen van hun huidige werkgever in reactie op de aan Covid-19-gerelateerde groeivertraging van het bedrijf.
Werknemers vinden het uitblijven van promotie, de bevroren loonsverhoging en het willekeurige ontslag die slechte presteerders en top-presteerders even hard treffen bijzonder unfair temeer daar ze zagen hoe de leiding zelf het leed wist te ontwijken.

Weer anderen beoordeelden, zowel met hun hoofd als met hun hart, opnieuw de kosten en baten van een tweeverdienershuishouden en stelden vast dat de voordelen niet langer opwogen tegen de nadelen. Sommigen hebben uiteindelijk de sprong gewaagd en zijn een een eigen bedrijf begonnen. Men had er schoon genoeg van ondergewaardeerd te worden en niet gehoord door venijnige, narcistische managers. Tenslotte verklaarde een derde zich zorgen te maken over hun persoonlijke veiligheid als ze naar hun werkplek moesten terugkeren terwijl de pandemie nog heerste.
Wat kan een gemiddelde, kleine onderneming doen om het tij te keren – vooral nu grote bedrijven al concurrerend vissen in dezelfde, kleiner wordende talentenvijver?

Het onaanvaardbare niet langer aanvaarden

Kortom, men maakt zich zorgen. Het Grote Ontslag heeft veel werkgevers verrast omdat het indruist tegen alles wat het traditionele management dacht te weten over de arbeidsmarkt. Sinds mensenheugenis was men er zeker van dat de werkgever in tijden van laagconjunctuur met bijna alles kon wegkomen. Werknemers hadden werk nodig en zouden dankbaar zijn als ze alleen al een baan hadden. Alle franje en extraatjes waren overbodig. Maar de motiverende rode draad die door het Grote Ontslag loopt, is het besluit niet langer het onaanvaardbare te aanvaarden.

Of ze nu bang zijn voor hun eigen veiligheid, unfair worden behandeld, te maken hebben met een vreselijke baas of een disbalans tussen werk en privéleven ervaren, degenen die vluchten uit wat kan worden beschouwd als een prima baan, kiezen er gewoon voor zichzelf eens op de eerste plaats te zetten, voor de verandering. Werkgevers die hen voor zijn door voor  hen een omgeving te creëren waarin ze zich veilig en gewaardeerd voelen en meer mogelijkheden hebben om hun werk vrij uit te voeren, maken een grote kans deze werknemers te behouden. En met omgeving wordt hier niet bedoeld zitzakken en pingpongtafels.

Gewoon erkend worden

Een artikel in Fast Company (juli 2021) legde uit: “De tijd voor maffe extraatjes op kantoor is voorbij”. Medewerkers zijn slim genoeg om in te zien dat speeltjes en minikoelkasten vol energiedrankjes geen vervanging zijn voor leiders die echt om hen geven en zich inzetten voor verbetering.  Werknemers willen transparantie. Ze willen vertrouwd worden. Ze willen werkgevers die erkennen dat leidinggeven in een Zoom-economie anders is, en dat hun leiders andere vaardigheden en training nodig hebben. Ze willen een baas die niet langer sceptisch is en zich zorgen maakt of ze thuis wel echt werken. Ze willen gerespecteerd worden door leiders die begrijpen dat werken op afstand geen uitnodiging is voor micromanagement.

Belangrijker nog is dat werknemers gewoon erkend willen worden. Volgens Bonusly, een bedrijf dat tools ontwerpt ter bevordering van een gevoel van zingeving en vooruitgang op het werk – gaf 63 procent van de ondervraagden in een recent onderzoek aan dat ze regelmatig erkenning krijgen en dat het onwaarschijnlijk is dat ze op zoek gaan naar een nieuwe baan. Werknemers willen organisaties die begrijpen dat hybride werk een management vereist dat meer communiceert, niet minder. Ze willen dat hun directie en personeelsafdeling eindelijk tot het inzicht komen dat narcisme een kwaadaardig fenomeen is en dat pestkoppen niet geschikt zijn leiding te geven aan andere mensen.

Ze willen ook werken voor bedrijven waar ze trots op kunnen zijn, die nadenken en met onderscheidingsvermogen weten te bezuinigen. Ze willen niet werken voor met machetes zwaaiende managers die alles wegsnijden wat ze zien. Zij willen werken voor bedrijven die geloven dat de beste tijd voor investeren in opleiding en onderwijs is als de zaken minder goed gaan. En ze willen inspraak – in de besluitvorming EN in hun eigen werkindeling.

Het draait allemaal om betrokkenheid

De slimste bedrijfsleiders van vandaag nemen de tijd om hun medewerkers regelmatig en formeel te vragen wat er wel en niet goed gaat.
De meeste medewerkers zijn redelijke mensen. Slechts weinigen verkeerden in de verwachting dat hun leider alle antwoorden zou hebben toen de pandemie uitbrak en zich vervolgens voortsleepte. Wat ze op zijn minst willen, is dat hun leiders de tijd nemen om eerlijk te communiceren. Bedrijven die kleine stappen nemen, hebben nu een grotere kans op behoud van gewaardeerde medewerkers.

Het Grote Ontslag heeft veel organisaties behoorlijk ontwricht, maar slimme bedrijven moeten het ook zien als een geweldige kans. De markt wordt op dit moment overspoeld met mensen op zoek naar iets beters en die genoeg hebben van organisaties die niet om hen geven. Kleine bedrijven wordt geadviseerd tijd en energie te steken in niet alleen praten over beter zijn, maar ook in daadwerkelijk bewijzen dat ze een betere plek, met meer betrokkenheid zijn om te werken.

Het draait allemaal om betrokkenheid. Zo simpel is het. Elf en een halve miljoen mensen kijken daarnaar uit, ze smeken erom.

The Great Resignation Is Here, and It’s Real, door Phillip Kane, Inc, 26 augustus 2021: www.inc.com

Inc. Unlimited is een Amerikaans zakelijk mediabedrijf, opgericht in 1979 en gevestigd in New York City.  Inc. publiceert jaarlijks zes gedrukte nummers van Inc. magazine en beheert de nieuwssite Inc.com met dagelijks nieuwe artikelen en video’s.

 

Afbeelding bovenaan is van Peggy en Marco Lachmann-Anke

IC-verpleegkundigen verlaten de IC na coronapandemie

De beroepsvereniging V&VN voor verpleegkundigen en verzorgenden heeft alarm geslagen. Voorzitter Bianco Buurma: “Het is onheilspellend: er zijn nu aanzienlijk minder IC-verpleegkundigen aan het werk dan vóór de coronapandemie. Terwijl we juist méér IC-verpleegkundigen nodig hebben. Hierdoor kunnen we bij een volgende coronapiek nauwelijks nog opschalen op de IC’s. De personeelstekorten worden steeds nijpender. Niet alleen op de IC’s, maar in alle onderdelen van de zorg. Het demissionaire kabinet loopt ondertussen met een wijde boog om de nationale zorgcrisis heen” .

Waarom verlaten IC-verpleegkundigen hun baan? Op het online platform ZZP-er in de zorg geeft oprichter Lex Tabak een verklaring. Hij schrijft:

“Voor de pandemie uitbrak, hadden de Nederlandse ziekenhuizen samen 1050 IC-bedden beschikbaar. De bezetting op die bedden was al problematisch. Berichtgeving over tekorten aan IC verpleegkundigen stamt al uit 2016 en die boodschap is in feite niet veranderd in 2021. Ondanks die 5 jaar oude werkelijkheid, wordt er nog steeds gesproken over IC-capaciteit alsof de personele krapte geen issue is.
Tijdens de eerste coronagolf moest het aantal IC-bedden van 1050 naar 2000, liefst 2400. Dit bleek onmogelijk, door het reeds bestaande tekort aan IC verpleegkundigen van dat moment. Tijdens de eerste golf kon met veel hulp van allerlei andere disciplines nog opgeschaald worden tot 1800 bedden, in het najaar van 2020 was dat 1700. Beroepsorganisatie V&VN stelt nu dat met kunstgrepen er mogelijk 1350 bedden beschikbaar kunnen worden gemaakt. Het aantal IC bedden loopt terug, omdat IC-verpleegkundigen ermee stoppen. Waarom verlaten IC-verpleegkundigen de IC na de coronapandemie?”

Geen verbeteringen, al jaren niet

De coronapandemie heeft een aantal zaken die al jaren speelde, in korte tijd zeer nadrukkelijk voor het voetlicht gebracht. IC-verpleegkundigen ontdekten dat er zelfs tijdens corona geen verbetering kwam in hun werk- en arbeidsomstandigheden.
Tijdens de pandemie is er op IC’s over de hoofden van medewerkers heen gepland. Ze hadden te weinig inspraak in het rooster.
Er bleken verkeerde materialen voorradig te zijn of onvoldoende materialen, of er ontbraken simpelweg materialen. Die zijn wel nodig om het werk professioneel te kunnen uitvoeren.
Het logistieke proces van de zorg verliep door verkeerde aanpak zodanig dat het primaire proces op de werkvloer daarmee niet werd geholpen. Men stelde ook niet aan de orde hoe het beter kon. Het is een gemiste kans. De Corona-crisis had kunnen leiden naar een beter samenwerking binnen de organisatie.
Wat salariëring betreft: In juni liepen de onderhandelingen voor een nieuwe CAO voor universitaire ziekenhuizen vast. De bonden eisen naast afspraken over arbeids- en rusttijden en aanpak van het personeelstekort een loonsverhoging van drie procent.

Het geduld is op

IC-verpleegkundigen met ambitie vinden makkelijk andere werk in de zorg. De mogelijkheden zijn eindeloos. Er zijn bijna overal in de zorg tekorten. Doorstromen naar een Spoed Eisende Hulp (SEH) bijvoorbeeld waar de ambulance lonkt met een betere salarisschaal.

Tabak besluit met: “Het geduld van de IC-verpleegkundige blijkt op. Dit is goed voor te stellen als je bedenkt dat corona een onopgelost, bestaand probleem vooral onderstreept heeft en ook op dit moment de echte aanpak uitblijft”.

Lees het hele artikel Waarom verlaten IC verpleegkundigen de IC na de coronapandemie? door Lex Tabak, ZZp-er in de zorg, 13 september 2021: www.zzp-erindezorg.nl
ZZP-er in de zorg is een online platform, opgericht voor ondersteuning en begeleiding van zzp-ers in de zorg bij hun ondernemerschap.

‘Hoe langer Den Haag wacht, hoe hoger de prijs’, Blog van Bianca Buurman, V&VN, 9 september 2021: www.venvn.nl

IC-capaciteit 2021 – 2022, Update opschalingsplan, V&VN en NVIC, september 2021: www.venvn.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Nick Youngson

Gebrek aan praktische, inhoudelijke kennis is een maatschappijbreed monster: mensen op beslissende posities met nul inhoudelijke achtergrond

In zijn column Vakmanschap op Arts en auto vraagt Armand Girbes zich af “hoe je op het idee komt de timmerman die de deur precies passend maakt, te scharen onder laagopgeleid?”
Armand Girbes is intensivist-klinisch farmacoloog en hoofd afdeling intensive care & medium care volwassenen (ICV) van het  medisch centrum van de Vrije Universiteit (VUmc).

Girbes schrijft:

“Al vele jaren verwonder ik mij over het feit dat je een baan op een hoge positie kan krijgen zonder dat je ook maar iets van het vak weet waarover die baan gaat. Vooral vanuit politiek Den Haag worden mensen geparachuteerd op posities in de gezondheidszorg of commissies waarbij het mij niet lukt om in hun CV enige affectie met, of ervaring in de gezondheidszorg te vinden. Kennelijk doet het inhoudelijke CV er niet toe op dat niveau.

[…]

Ik ben dol op vakmensen

… Na slechts enkele weken kwamen de echte vakmensen: elektricien en installateur. Nu moet u weten, ik ben dol op vakmensen, mensen die hun vak verstaan. Spontaan denk ik dan aan de loodgieter die zo even op het oog een nieuw leidingbuisje verbuigt dat vervolgens precies blijkt te passen, 50 cm onder de vloer. Het doet me denken aan de vaatchirurg die de nierarterie van de donornier precies even bijknipt en die dan zonder enige torsie naait aan de arterie van de ontvanger van de nier. Of aan de IC-verpleegkundige die me roept voor een spoedpatiënt en alle belangrijke zaken al klaar heeft liggen en tijdens de behandeling steeds meedenkt of vooruit denkt. Heerlijk is dat, het plezier van mijn leven. Ik ga graag op mijn manier mee met het ageren tegen de termen hoogopgeleid en laagopgeleid. Het gaat om vakmensen, mensen die hun vak verstaan. De timmerman die de deur precies passend maakt, hoe kom je op het idee om dat te scharen onder laagopgeleid?

[…]

Met uit het hoofd geleerde praatjes

En toen gingen de vakmensen los. Die vertegenwoordiger was gewoon een verkoper met uit het hoofd geleerde praatjes, die niets van de inhoud begreep. Hij had ook helemaal geen achtergrondkennis. Zoals u wel zult begrijpen, hadden we daarna een goed en levendig gesprek over de grote overeenkomsten waar wij als vakmensen, artisans, zowel in de gezondheidszorg als in de zonnepanelenbranche tegenaan liepen. Mensen op beslissende posities die nul inhoudelijke achtergrond hebben. De recente ervaringen tijdens de pandemie gaven mij ruime hoeveelheden anekdotes. En ook ziekenhuizen hebben ‘verkopers’ en zorgverzekeraars ‘zorginkopers’.”

Lees de hele column Vakmanschap, door Armand Girbes, Arts en auto, 10 september 2021: https://www.artsenauto.nl/vakmanschap/
Arts en auto is een website en een magazine voor leden van beroepsvereniging voor zorgverleners VvAA

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

De SAM-professional als gezagsdrager. Onderzoek naar beroepseer in het publiek sociaal domein

Inkomensconsulenten, schuldhulpverleners, werkcoaches, jeugdzorgprofessionals: zij hebben iets belangrijks gemeen. Ze zijn verantwoordelijk voor het ondersteunen van mensen én het uitvoeren van wetten. Beroepsvereniging SAM liet onderzoek doen naar de manier waarop zij omgaan met hun verantwoordelijkheid en hun gezag. Op 9 september 2021 overhandigde directeur Marcel van Druenen van SAM de onderzoeksresultaten aan Karin Sleeking, directeur A&O Fonds Gemeenten dat het onderzoek financierde.

De SAM-professional als gezagsdrager

De professionals waarover dit onderzoek gaat – officieel ‘uitvoerend professionals in het publiek sociaal domein’ – werken bij gemeenten, maar ook bij uitvoeringsorganisaties zoals het UWV en bij re-integratiebedrijven bijvoorbeeld. Ze zijn voor veel mensen het gezicht van de overheid. Hun werk bestaat voor een groot deel uit het vinden van balans tussen helpen en handhaven. Een ‘dubbele opdracht’, volgens de auteurs van het boekje De SAM-professional als gezagsdrager. Zij deden vanuit de Stichting Beroepseer onderzoek naar het werk van deze professionals: hoe gaan zij om met hun verantwoordelijkheid? Hoe kunnen zij gezag opbouwen én behouden

“Het is de complexe werkpraktijk, de dubbele opdracht en maatschappelijke context die maakt dat SAM-professionals een ingewikkeld beroep uitoefenen. Ga er maar aan staan. Blijf maar eens overeind als professional in al deze complexe dynamiek.” (Ido van der Meulen, voormalig directeur SAM)

Dubbel gebonden

Een belangrijk aspect van het werk van uitvoerend professionals is dat zij volgens de onderzoekers ‘dubbel gebonden’ zijn. Aan de ene kant zijn zij er om de burger te helpen (weer) aan het maatschappelijk leven deel te nemen door bijvoorbeeld betaald werk te verrichten. Tegelijkertijd hebben die professionals echter een belangrijke rol om de rechten en plichten van burgers te waarborgen. Dat houdt in dat zij beoordelen of een burger recht heeft op een bepaalde voorziening en zij ook diens gedrag kunnen sturen, grenzen kunnen stellen en zelfs sancties kunnen opleggen wanneer de burger zijn plichten niet nakomt. De wensen van burgers kunnen op gespannen voet staan met wet- en- regelgeving, en met de handelingsruimte die de wettelijke kaders aan deze professionals bieden. Zij moeten bij dit soort dilemma’s voortdurend afwegingen maken en hun besluiten motiveren.

Eerst helper, dan handhaver

Aan dit onderzoek werkten meer dan 200 uitvoerend professionals uit het sociaal domein mee. Wat blijkt? Zij hebben een duidelijk beeld van hun maatschappelijke opdracht. Deze verkennende studie laat zien dat ze zichzelf beschouwen als ‘helper’ en als ‘handhaver’, waarbij het helpende of ondersteunende perspectief dominant is. Volgens de professionals draait hun werk om het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de burger. Die is cruciaal om iemand goed te kunnen ondersteunen en invloed uit te kunnen oefenen.

Gezag onder druk

Het gezag van uitvoerend professionals in het algemeen staat onder druk. Dit onderzoek laat zien dat hoe verder partijen van de dagelijkse werkpraktijk van de professional afstaan, des te minder zij diens vakmanschap serieus nemen. Expert agressie- en conflictmanagement Caroline Koetsenruijter doet in het boekje concrete voorstellen om in te zetten op de ontwikkeling van het persoonlijke optreden van professionals: “We hebben in Nederland een groot probleem met agressie en geweld tegen publieke professionals. Ik verwacht dat deze tendens zich zal doorzetten, met het oog op de consumptiemaatschappij, de verruwing en de coronacrisis met de bijbehorende financiële crisis. Gemeentelijke werkgevers en de beroepsvereniging moeten daarom investeren in de ontwikkeling van sociaal-communicatieve vaardigheden, conflictvaardigheden en een goede omgang met agressie. […] Dat helpt onbegrip, conflicten en frustraties te voorkomen. Deze professionals zijn voor veel mensen in een kwetsbare positie het gezicht van de overheid.”

“Als wethouder in Zeist heb ik het sociaal domein in mijn portefeuille. Daar zie ik telkens weer: SAM-professionals doen bijzonder goed en noodzakelijk werk. Het is mijn hoop dat de inhoud van dit boekje je helpt om jouw rol nog beter in te vullen. En om zo elke opnieuw vorm te geven aan de relatie tussen gemeente en inwoner. Met de trots en de beroepseer die je toekomen!”  (Marcel Fluitman, wethouder Gemeente Zeist en voorzitter A&O Fonds Gemeenten)

Beroepsvereniging SAM

De uitvoerend professionals naar wiens werk dit onderzoek is uitgevoerd zijn specifiek verantwoordelijk voor de uitvoering van Participatiewet, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), Jeugdwet en Wet Inburgering en Kwalificatieplicht. Ze zijn verenigd in beroepsvereniging SAM.

Het onderzoek is door Stichting Beroepseer uitgevoerd in opdracht van SAM, met financiering van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en A&O Fonds Gemeenten.

De SAM-professional als gezagsdrager, door Gerard van Nunen, Corné van der Meulen en Thijs Jansen is een uitgave van Stichting Beroepseer (148 pagina’s, 2021)

Beroepsvereniging SAM: https://sam.nl
Stichting beroepseer: https://beroepseer.nl