Skip to main content

Redactie Beroepseer

Podcast over ‘meritocratie’ aan de hand van drie boeken

Definitie: Volgens het meritocratisch ideaal zijn verschillen tussen mensen wat betreft hun maatschappelijke positie, inkomen en sociaal netwerk gerechtvaardigd zolang iedereen, ongeacht afkomst, dezelfde kansen krijgt om zijn of haar individuele capaciteiten te ontwikkelen.

In de podcast VB Boeken van de Vereniging Bestuur bespreken wetenschappers, praktijkmensen en schrijvers recent verschenen boeken over bestuurskunde. De aflevering van 3 februari 2022 gaat over meritocratie aan de hand van drie boeken: The tyranny of merit van Michael Sandel (vertaald in het Nederlands De tirannie van verdienste),  The meritocracy trap van Daniel Markovits en De meritocratie van Paul de Beer.

Meritocratie wordt over het algemeen geassocieerd met gelijkheid en eerlijke kansen. De podcast werpt daar een ander licht op en waarschuwt voor de automatische aantrekkingskracht van meritocratie. VB bestuurslid Karin van Boetzelaer spreekt met Co Verdaas, Paul de Beer en Stella Hoff over de charme van de meritocratie, winnaars en verliezers, polarisatie en populisme, de druk om te presteren en het onderwijs als grote gelijkmaker. De drie boeken houden beleidsmakers en onderzoekers een spiegel voor .

Co Verdaas is dijkgraaf van waterschap Rivierenland en hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft.

Stella Hoff is wetenschappelijk medewerker bij het Sociaal Cultureel Planbureau.

Paul de Beer is bijzonder hoogleraar Arbeidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam

In de Vereniging voor Bestuurskunde (VB) – opgericht in 1973 – komen bestuurswetenschap en bestuurspraktijk samen. VB biedt een forum aan mensen die geïnteresseerd zijn in het reilen en zeilen van het openbaar bestuur, reikt drie prijzen uit geeft vier keer per jaar het wetenschappelijke tijdschrift Bestuurskunde uit. Zie site Bestuurskunde: www.bestuurskunde.nl/

Hieronder de podcast over meritocratie. Zie pijltje rechtsonder voor begin.

Aanbevolen: Howard Gardner bespreekt boek van Michael Sandel over meritocratie en de tirannie van verdienste, Blogs Beroepseer, 21 oktober 2020: https://beroepseer.nl

De opkomst van triggerwaarschuwingen vormt een bedreiging voor artistieke vrijheid

Goede kunst wordt verondersteld te ‘triggeren’. Het moet je raken, iets bij je losmaken of teweegbrengen. Columnist Ella Whelan schrijft in haar artikel Great art is supposed to be ‘triggering’ in het Engelse politieke tijdschrift Spiked over de trigger warnings die almaar toenemen en een bedreiging vormen voor de artistieke vrijheid. Op Nederlandse universiteiten zijn triggerwaarschuwingen nog geen gemeengoed, maar in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is dat wel anders. Voorafgaand aan de les laten docenten soms een waarschuwing uitgaan: Let op. Het onderwerp van vandaag kan als heftig worden ervaren en mogelijk psychische schade veroorzaken.

Whelan begint met een voorbeeld uit het verleden om te laten zien hoe onze houding t.a.v. kunst bezig is te veranderen. Tijdens de première van het toneelstuk Playboy of the Western world van de Ierse schrijver J.M. Synge in Dublin in 1907 werden de toeschouwers onaangenaam getroffen. Ze gaven luidruchtig blijk van hun afkeer en begonnen met projectielen te gooien. Men was geschokt door de inhoud van het stuk dat gaat over een vadermoord en scenes bevat met dames in ondergoed. Ierse nationalisten en republikeinen beschouwden het toneelstuk als een schending van de openbare zeden en als een belediging van Ierland.
Arthur Griffith, leider van de nationalistische politieke partij Sinn Féin noemde het een verachtelijk stuk in grove taal zoals nog nooit in een schouwburg vertoond. De bekende Ierse dichter W.B Yeats die een dergelijke reactie niet had verwacht, berispte het publiek omdat het “zichzelf weer te schande had gemaakt”.

Synge zelf evenwel was in de wolken en schreef de volgende ochtend aan zijn verloofde: Het is beter om elke dag herrie in de zaal te hebben zoals gisteravond, dan dat je toneelstuk wordt beëindigd met een mat applausje. Nu praten de mensen over ons.

De kunstwereld is bang

We zijn 115 jaar verder en het idee dat kunst ons hoort te verrassen, te shockeren of zelfs kwetsen lijkt tot het verleden te behoren. De kunstwereld is tegenwoordig zo bang voor het publiek – dat liever tweets rondstuurt dan rot fruit naar het toneel te gooien – dat ze haar toevlucht neemt tot waarschuwingen. Ze zijn een middel geworden om te controleren en te anticiperen op wat voor reactie een kunstwerk zou kunnen uitlokken.

Voorafgaand aan een recente uitvoering van het dramatisch oratorium Theodora van Händel in het Royal Opera House in Londen, kregen bezoekers een e-mail waarin ze werden gewaarschuwd voor scenes met “seksueel geweld, intimidatie, uitbuiting en oproepen tot terrorisme”. Theodora is een klassiek liefdesdrama tegen de achtergrond van de christenvervolging in het antieke Rome. In plaats van dankbaar te zijn voor de waarschuwing, waren veel operaliefhebbers nogal teleurgesteld over de fletse enscenering. Een recensie met drie sterren had het over een ‘verrassend sobere’ voorstelling. “Dit is niet de schokkende enscenering die ons beloofd was”.

Het zijn niet alleen bange theaterproducenten die waarschuwingen rondsturen. In 2014 ondertekenden studenten van vier Amerikaanse universiteiten een verklaring met verzoek om triggerwaarschuwingen voor boeken op hun leeslijst. Daarop stonden titels als Mrs Dalloway, The merchant of Venice en The Great Gatsby. De studenten wilden dat hun professor hen zou waarschuwen “welke delen van een boek triggerend zijn en welke veilig om te lezen”.
Het idee dat het lezen of bekijken van een fictief verhaal volwassen studenten in een bedreigende positie zou kunnen brengen, waardoor de professor moet ingrijpen om te bepalen wat ‘veilig’ is, werd indertijd op grote schaal belachelijk gemaakt. Het is nu gemeengoed geworden.

Black Beauty

In 2021 stuurde zondagskrant Mail on Sunday aan universiteiten in Groot-Brittannië een verzoek om informatie over het aantal waarschuwingen aan studenten. Het bleek dat de Universiteit van Aberdeen ze rondstuurde met de boodschap dat Shakespeare’s stuk Julius Caesar ‘seksistische passages’ bevat, inclusief de spoiler dat ‘de plot draait om een moord’. Aberdeen bood ook een lijst onderwerpen aan die als ‘onveilig’ werden beschouwd, zonder waarschuwing, waaronder: bevalling, abortus, miskraam, armoede en klassendiscriminatie. Aan de universiteit van Lancaster werden  studenten van een cursus Gothic-literatuur gewaarschuwd voor ‘spookscenes’.

Onlangs onthulde de Mail on Sunday dat de studie Victoriaanse literatuur, kunst en cultuur aan de Royal Holloway universiteit triggerwaarschuwingen bevatte voor Charles Dickens’ boek Oliver Twist, onder meer voor ‘kindermisbruik’, ‘huiselijk geweld’ en ‘raciale vooroordelen’.
Catherine Bennett merkte in dagblad The Guardian op dat de verspreiding van waarschuwingen eerder tot meer controverse en verontwaardiging heeft geleid dan het wegnemen van bezorgdheid. De journaliste vraagt zich af waarom, als academici veronderstellen dat studenten boos worden over Oliver die mishandeld wordt, “het wel juist was om de wreedheden begaan tegen dieren niet te noemen”, zoals tegen de beklagenswaardige hond Bull’s-eye van onderwereldfiguur Bill Sikes. De universiteit van Leeds was minder slordig en zorgde er op heel correctie manier voor dat de klassieke roman Black Beauty van Anna Sewell over een in vrijheid geboren wild paard waar miljoenen kinderen al jaren van genieten, werd voorzien van een waarschuwing met de tekst: “Taferelen van wreedheid jegens dieren”.

Een reëel gevaar

Er lijkt geen eind te komen aan de lijst van waarschuwingen. Van Jane Eyre tot Harry Potter en de Steen der wijzen. Het eerste contact van universiteitsstudenten met nieuwe teksten bestaat klaarblijkelijk uit een waarschuwing voor de inhoud.
In plaats van zich af te vragen waarom een jonge generatie intellectuelen in de dop zo’n slechte reputatie heeft als het gaat om het beheersen van hun gevoelens (of waarom universiteitsstudenten überhaupt Harry Potter-boeken lezen), lijken veel academici bereid mee te gaan met de waarschuwingen. Kritiek leveren op de waarschuwingen komt vandaag de dag neer op jezelf neerzetten als een sadist die van plan is emotionele schade toe te brengen aan grote groepen nietsvermoedende jongeren.

Maar, stelt Ella Whelan, we moeten ze bekritiseren, want triggerwaarschuwingen zijn om diverse redenen afschuwelijk.
Ze saneren onze authentieke ervaringen en gevoelens. Wanneer je leest over de brute moord op Nancy door de bende van Bill Sikes, word je geacht terug te deinzen. De waarschuwingen voeden ook het narcistische idee dat jongeren alles wat zij lezen direct betrekken op hun eigen ervaringen, in plaats van een universele visie te ontwikkelen.
Deze bekrompen benadering van leren zal een jonge generatie geleerden geen goed doen. De universiteit is tenslotte bedoeld om je geest open te stellen.

Triggerwaarschuwingen gaan ervan uit dat de reactie van mensen met de meeste verontwaardiging en de meeste teergevoeligheid het meeste gewicht in de schaal zou moeten leggen en bepalend zou moeten zijn voor het soort kunst en literatuur dat we in de toekomst maken. Ze suggereren dat er iets verkeerds, immoreels of zelfs gevaarlijks is aan het hebben van uitdagende kunst.
Zo’n houding is een reëel gevaar voor de toekomst van artistieke vrijheid.

Great art is supposed to be ‘triggering’, door Ella Whelan, Spiked, 10 februari 2022: www.spiked-online.com/2022/02/10/great-art-is-supposed-to-be-be-triggering/
Shelan publiceerde in 2017 het boek What Women Want: Fun, Freedom and an End to Feminism (Connor Court Publishing).

Warning – this article contains warnings about trigger warnings, door Catherine Bennett, The Guardian, 6 februari 2022: www.theguardian.com

 

Afbeelding bovenaan: De fakkel van vrijheid

Doorstaat de nieuwe Omgevingswet de uitvoeringstoets? Krijgen burgers echt inspraak?

Het plan is de Omgevingswet per oktober 2022 in te voeren, en als dat niet lukt per januari 2023. Dat heeft minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in een brief meegedeeld aan de Tweede Kamer op 1 februari 2022. Oorspronkelijk zou de wet in juli 2022 in werking treden. Het valt op, waarschijnlijk vanwege het naderen van de datum, dat de consequenties van de wet langzaam beginnen door te dringen.

Platform O besteedt er aandacht aan met het artikel Slaagt de Omgevingswet voor de uitvoeringstoets? geschreven door Bert van Dijk. Platform O is een online platform met als doel een brug slaan tussen de praktijk van het openbaar bestuur en de wetenschap.

De grootste wetgevingsoperatie sinds 1848

Het nieuwe kabinet heeft enorme opgaven en ambities op het gebied van woningbouw, energietransitie, klimaatadaptatie en andere fysieke ingrepen in Nederland. De miljarden liggen klaar, maar zijn de plannen op korte termijn uitvoerbaar, vraagt ook het Centraal Planbureau zich af. Fysieke projecten zijn berucht complex en procedures zijn stroperig. Al in 2015 bedacht Rutte I een oplossing voor dit probleem: de Omgevingswet. De Omgevingswet is door de Eerste Kamer aangenomen op 11 februari 2020. Het is de grootste wetgevingsoperatie sinds de invoering van de Grondwet in 1848.

De vraag is nu: Komt de wet wel door de uitvoeringstoets die Rutte na de toeslagenaffaire beloofde voor nieuwe wetgeving? Die vraag mag en moet sinds de toeslagenaffaire en andere uitvoeringsdebacles openlijk gesteld worden.
In de Omgevingswet is beschreven hoe de beoogde versnelling moet plaatsvinden: met vergaande digitalisering van besluitvorming, flexibilisering van regels voor lagere overheden, minder onderzoek, meer participatie door burgers. Deze middelen bleken moeilijker te realiseren dan gedacht, waardoor de wet zeven jaar is vertraagd. Volgens Bert van Dijk komt dat doordat er een aantal structurele foutieve aannames in de wet zitten.

De eerste misvatting volgens hem is het idee dat ruimtelijke besluitvorming grotendeels digitaal afgehandeld kan worden. Ruimtelijke ordening is geen SimCity, schrijft hij. De Ombudsman kwam al in 2019 met een duidelijk advies over de digitalisering van de Omgevingswet: “Zorg dat de burger mee kan blijven doen!”. Hij adviseerde vast te leggen welke dienstverlening burgers van de overheid kunnen verwachten. In 2021 sloegen de grote steden alarm over de uitvoerbaarheid van de Omgevingswet.

Het tweede punt van kritiek is de beoogde flexibilisering van regels. Sinds de Crisis- en Herstelwet van het kabinet zijn er projectbesluiten genomen, waarin vrijgelaten werd wat er gebouwd kon worden. Steeds weer oordeelde de Raad van State dat dit leidt tot rechtsonzekerheid van de buren van het project. Vaak oordeelde de Raad van State ook dat onvoldoende onderzoek naar de gevolgen van het project was gedaan: de informatiehuishouding van het project moet kortom 100 procent op orde zijn.

Negeren van het belang van rechtsbescherming

Volgens Van Dijk zijn de middelen van de Omgevingswet achterhaald. Hij schrijft:

“De doelen van de Omgevingswet zijn al zeven jaar oud en nu urgenter dan ooit. Maar de middelen van de Omgevingswet zijn typisch Ruttesiaans en inmiddels achterhaald. De beoogde flexibilisering van regels met stikstof (PAS) zijn afgeschoten door de Raad van State en hebben geleid tot de huidige stikstofcrisis. Doorgeschoten automatisering bij de Belastingdienst, en het bijbehorende vertrek van deskundige mensen, heeft geleid tot enorme problemen en 5 miljard euro aan kosten voor compensatie van de slachtoffers. Het negeren van het belang van rechtsbescherming voor burgers leidde uiteindelijk tot het aftreden van het kabinet Rutte III. Bij het aantreden van Rutte IV deed de nieuwe regering de belofte wetten te gaan toetsen op uitvoerbaarheid. Ik zou beginnen met de Omgevingswet, om een crisis in de ruimtelijke ontwikkeling te voorkomen”.

Van Dijk doet een aantal suggesties om de wet wel uitvoerbaar te maken. Bijvoorbeeld: “Beman het nieuwe ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening met deskundige mensen uit de praktijk”, en “Breng je informatiehuishouding op orde door het simpel te houden”.

Lees het hele artikel Slaagt de Omgevingswet voor de uitvoeringstoets?, door Bert van Dijk, Platform O, 1 februari 2022: https://platformoverheid.nl/artikel/slaagt-de-omgevingswet-voor-de-uitvoeringstoets/
Bert van Dijk is ontwikkelaar van PIM (Project Informatie Management), waarmee hij ondersteuning biedt bij digitaal werken

Participatiewet en de rol van gemeenten

De belangrijkste verandering in de Omgevingswet is de rol van de gemeenten. Zij krijgen meer beslissingsbevoegdheid, en daarmee ook de burger, die via participatie een belangrijke rol krijgt bij nieuwe bouwplannen.

Voor maandblad Vrij Nederland onderzoeken Bram Logger en Parcival Weijnen van journalistencollectief Split in hoeverre de openbare ruimte het speeltje is van overheden en bedrijven en of de burger echt een plek aan tafel krijgt als er moet worden bepaald hoe de omgeving wordt ingericht. De eerste aflevering van de serie is verschenen in no 5 van 2021, titel: De openbare ruimte is nog steeds het speeltje van de overheid en bedrijven. De tweede aflevering is verschenen in no 1 van 2022 en getiteld: Burgers hebben niets te zeggen – De netwerkcorruptie heerst.

In deze tweede aflevering komt Willeke Slingerland aan het woord. Zij is lector weerbare democratie aan de Saxion Hogeschool, en gespecialiseerd in netwerkcorruptie. Zij schreef het proefschrift: Network corruption: When social capital becomes corrupted waarmee zij promoveerde op 20 juni 2018 aan de Vrije Universiteit. Haar onderzoek toont aan dat er in de corruptieliteratuur te weinig aandacht is voor de rol van netwerken en dat er in de netwerkliteratuur maar beperkt aandacht is voor het ‘ontaarden’ van netwerken. Onderzocht is of de moeizame aanpak en vervolging van corruptie veroorzaakt wordt door de beperking van het huidige anti-corruptiebeleid.

Aan het woord komt ook Elisabetta Manunza, hoogleraar aanbestedingsrecht aan de Universiteit Utrecht en vanuit dat specialisme ook expert op het gebied van corruptie en belangenverstrengeling. Zij zegt naar aanleiding van de aangevoerde casussen in het artikel: “Het is juridisch ingewikkeld. Onze perceptie van wat niet mag en wat niet rechtvaardig lijkt, komt vaak niet overeen met wat volgens de wet ook echt onrechtmatig is. Dat is het grijze gebied waarin men zich beweegt”.

De vraag of burgers met invoering van de Omgevingswet echt inspraak krijgen is de hamvraag die nog moet worden beantwoord. Minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken heeft in januari 2022 aangekondigd een uitvoeringstoets decentrale overheden in te voeren. Voor invoering van nieuw rijksbeleid dient duidelijk te worden wat de effecten zijn voor medeoverheden zoals gemeenten en provincies. Zonder toets geen nieuw beleid naar gemeenten.

Burgers hebben niets te zeggen – De netwerkcorruptie regeert, door Bram Logger en Parcival Weijnen, Vrij Nederland, no 1, 2022.
Op website van VN is de titel: Hoezo inspraak? In de praktijk staat de burger vaak buitenspel, reportage van Bram Logger en Parcival Weijnen, 29 januari 2022: www.vn.nl/netwerkcorruptie

Binnenkort wordt de site Wonen daar mensen dan geactiveerd, een journalistieke zoektocht naar wie de macht heeft over uw achtertuin, van het journalistencollectief Spit: https://www.wdmd.nl/
Spit houdt zich aanbevolen voor tips.

Zie ook: Netwerkcorruptie. Proefschrift over uitruilen gunsten en smalle scheidslijn tussen lobbyen en corrupt gedrag, Blogs Beroepseer, 23 juli 2018: https://beroepseer.nl

Meer info op Rijksoverheid: Nieuwe omgevingswet maakt omgevingsrecht eenvoudiger: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/omgevingswet/vernieuwing-omgevingsrecht

 

Afbeelding bovenaan: beeld uit de video Aan de slag met de Omgevingswet

Reportage weekblad De Groene Amsterdammer over ‘de laatste huisarts’

Weekblad De Groene Amsterdammer publiceert in februari 2022 enkele artikelen over de rol van de huisarts in de samenleving: De laatste huisarts. Dreigt de huisarts zoals wij die nu kennen, te verdwijnen? De voorspelling is dat de huisartsenzorg in Nederland op korte termijn ernstig uit evenwicht zal raken: het aantal huisartsen kan dan niet meer voldoen aan de zorgvraag.
In aflevering Help! de dokter verdwijnt geven Roos Menkhorst en Catrien Spijkerman een aantal voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Huisartsen zien het probleem van praktijkovernames al langere tijd op zich afkomen. Ze staan op het punt met pensioen te gaan, maar vinden geen opvolger: “Ik ben al drie jaar een opvolger aan het zoeken, niemand wil”. In 2018 luidden de huisartsen hierover al de noodklok.
Begin 2020 verschenen er alarmerende berichten onder een kop als: Duizenden mensen zonder huisarts door huisartsentekort. De Landelijke Huisartsenvereniging LHV schrijft op haar site dat het onderwerp prioriteit is in 2022: “De problematiek van huisartsentekorten speelt op landelijk, regionaal, lokaal en praktijkniveau. Het probleem is veelzijdig, heeft meerdere oorzaken en kent verschillende uitwerkingen door het land heen. Om dit probleem goed aan te pakken, is actie nodig op ál die niveaus”.

De oplossing?

De afgelopen jaren, schrijven Menkhorst en Spijkerman, waren er ruim twintig nieuwe huisartseninitiatieven die allemaal beweren een oplossing te bieden voor het huisartsentekort. De een met een ‘digital first’-praktijk, de ander door de administratie van huisartsen over te nemen, weer een ander door te bemiddelen tussen aanstaande pensionado’s en beginnende huisartsen. De initiatiefnemers variëren van groepjes gefrustreerde huisartsen tot buitenlandse zorgketens die willen uitbreiden naar Nederland en vermogende ondernemers die een gat in de markt zien.

Er zijn huisartsen die blij zijn met vermogende ondernemers en de commerciële organisaties de vaak met grootse ideeën inspringen op het groeiende tekort. Maar ze blijken niet altijd de oplossing. Er komen teveel meldingen binnen bij de Inspectie Gezondheidszorg over onbereikbaarheid en afwezigheid van huisartsen. Per slot van rekening hebben de nieuwe bedrijven evengoed te kampen met een gebrek aan huisartsen.

Co-Med, een van de organisaties kocht in twee jaar tijd 24 praktijken op. Guy Vroemen, CEO van Co-Med: “Wij nemen probleemgevallen over: de praktijken waar geen opvolging voor is, of waarvan de praktijkhouder zegt: ‘Ik heb hier écht geen zin meer in’.” Logisch dus dat er wat klachten binnenkomen, want we moeten natuurlijk een nieuwe dokter zoeken”.

De personeelstekorten leiden tot hoge werkdruk. Uit onderzoek van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Nivel in 2019 – dus nog voor de corona-tijd – blijkt dat 64 procent van de huisartsen de noodzakelijke werkzaamheden niet afkrijgt. Ook 64 procent zegt dat er een acuut probleem ontstaat bij ziekte van een collega.

De Nederlandse Zorgautoriteit en de zorgverzekeraars spreken van overmacht.

Advies

Margreet Fogteloo eindigt haar artikel in Organiseer de huisartsenzorg op een ander manier in De Groene Amsterdammer met het advies:
“Moeten we de realiteit niet gewoon onder ogen zien? Vaarwel zeggen tegen een vaste familiedokter of een groepspraktijk om de hoek – die iedereen natuurlijk het liefst wil maar die er niet is? Beter zou zijn om de nieuwe aanwas van dokters anders te organiseren door het aantal opleidingsplaatsen te verdubbelen of verdriedubbelen. Dat is duur, maar het sluit beter aan bij de wensen van een generatie artsen die naast werk ook een privé-leven koestert. Of moeten we voor een eerste diagnose onze ziel straks verkopen aan een robotconsult?”.

Verder lezen: Help! De dokter verdwijnt, door Roos Menkhorst en Catrien Spijkerman, De Groene no 6, 9 februari 2022: www.groene.nl/artikel/help-de-dokter-verdwijnt

Organiseer de huisartsenzorg op een andere manier, door Margreet Fogteloo, De Groene, no 6, 9 februari 2022: www.groene.nl/artikel/organiseer-de-huisartsenzorg-op-een-andere-manier

Lees ook:

Jonge artsen in opleiding verdienen een lossere werkcultuur, door Margreet Fogteloo.“Zo’n tien procent valt oververmoeid uit, één op de vijf denkt regelmatig over stoppen. Hun identiteit is meer dan hun baan en hun wereld groter dan het ziekenhuis”.
De Groene no 5, 2 februari 2022: www.groene.nl/artikel/jonge-artsen-in-opleiding-verdienen-een-lossere-werkcultuur

24 uur per dag dokter? Nee, bedankt. Waarom jonge artsen stoppen met hun opleiding, door Karlijn Saris, De Groene no 5, 2 februari 2022: www.groene.nl/artikel/24-uur-per-dag-dokter-nee-bedankt

 

Afbeelding bovenaan is van Batian Lu

 

RED-Team Onderwijs presenteert manifest ‘Breng de basis op orde’: Stel de leraar, het leren en het lesgeven centraal

RED-Team Onderwijs heeft het manifest Breng de basis op orde gepresenteerd met tien adviezen. In de complexe crisis waarin het onderwijs zich al meer dan twintig jaar bevindt – met een toenemend lerarentekort en dalende prestaties – heeft het RED-Team Onderwijs het initiatief genomen om een onderwijsmanifest op te stellen met als doel de bewindvoerders en beleidsmakers te adviseren over hoe zij het funderend onderwijs (po en vo) – de basis van een gezonde democratische samenleving en economie – weer op orde kunnen brengen.

Het manifest Breng de basis op orde. Stel de leraar, het leren en het lesgeven centraal  bestaat uit een korte samenvatting van de crisis en tien adviezen die in het manifest worden gemotiveerd op basis van wetenschappelijke kennis en kennis van de onderwijspraktijk. De analyse en adviezen geven inzicht in de huidige malaise en bieden concrete richtlijnen om het Nederlandse funderend onderwijs weer op het niveau te brengen dat hoort bij een van de welvarendste landen in de wereld.

De tien adviezen

  1. Verhoog de kwaliteit van het onderwijs.
  2. Verhoog de kwaliteit van leraren en hun opleidingen.
  3. Maak lerarenopleidingen aantrekkelijk.
  4. Maak lesgeven aantrekkelijk.
  5. Verhoog de kwaliteit van schoolleiders en hun opleidingen.
  6. Voer centrale regie om het lerarentekort terug te dringen.
  7. Faciliteer een krachtige beroepsorganisatie van leraren.
  8. Herstructureer de onderwijssalarissen.
  9. Voer een bureaucratietoets in.
  10. Luister naar leraren.

Het manifest wordt op dinsdag 8 februari 2022 aangeboden aan de ministers Dijkgraaf en Wiersma en de Tweede Kamercommissie van onderwijs.

Het RED-Team Onderwijs analyseert de problemen in het onderwijs en beoordeelt nieuwe plannen, maatregelen en wetgeving met een groene (doen!), gele (ja, maar …) of rode kaart (niet doen!). De leden van het team zijn afkomstig uit de wetenschap en de onderwijspraktijk en laten via allerlei kanalen regelmatig hun kritiek op het onderwijsbeleid horen. Doordat de crisis in het onderwijs verergert en de meeste plannen, maatregelen en wetten in de afgelopen twintig jaren weinig hebben uitgehaald, besloten zij in februari 2021 hun krachten en expertises te bundelen in een team dat gevraagd en ongevraagd adviezen geeft aan politici, beleidsmakers en bestuurders.

De leden van het kernteam zijn: Sarah Bergsen, schoolleider bo;  Anna Bosman, hoogleraar pedagogiek en lerarenopleider;  Sezgin Cihangir, directeur Nederlands Mathematisch Instituut;  Jan Drentje, schoolleider, leraar); Ton van Haperen, docent vo, lerarenopleider;  Paul Kirschner, emeritus-hoogleraar onderwijspsychologie;  Jaap Scheerens, emeritus-hoogleraar onderwijsorganisatie en -management; Gert Verbrugghen, docent Engels vmbo en Theo Wittel, vakdidacticus en lerarenopleider.

Downloaden Manifest Breng de basis op orde, 7 februar 2022: https://redhetonderwijs.com/wp-content/uploads/Onderwijsmanifest-RED-Team-Onderwijs-8-Februari-2022.pdf

Red het Onderwijs: https://redhetonderwijs.com/

20 jaar Oranjefonds, 20 jaar die ertoe doen, 20 persoonlijke verhalen

Het Oranjefonds bestaat twintig jaar en zet zich al twintig jaar in voor een samenleving waarin niemand er alleen voor staat
en is voor iedereen die iets voor een ander wil doen. Het Oranjefonds verstrekt aan stichtingen en verenigingen financiële middelen ter versterking van de sociale kant van de samenleving. Het Oranjefonds werd opgericht op 1 februari 2002 en was het nationaal huwelijksgeschenk aan prins Willem-Alexander en prinses Máxima. In hetzelfde jaar fuseerde het fonds met het Juliana Welzijnfonds, dat in 1948 werd opgericht.

Het Oranjefonds is het grootste Nederlandse fonds op sociaal gebied. Jaarlijks heeft het 26 miljoen euro te besteden.

Appeltjes van Oranje en NLdoet

Elk jaar worden door koningin Máxima op Paleis Noordeinde de zogenaamde Appeltjes van Oranje uitgereikt aan drie bijzondere, innovatieve of succesvolle projecten op sociaal gebied. De prijs, bestaande uit een oorkonde, een bronzen beeldje  en een bedrag van € 15.000, is bedoeld als waardering voor het werk en de inzet van organisaties achter de winnende projecten en tevens als voorbeeld voor anderen om soortgelijke projecten te starten.

Het Oranjefonds organiseert ook elk aar de grote vrijwilligersactie NLdoet, die de vrijwillige inzet in de schijnwerpers zet. Een publiekscampagne moedigt zoveel mogelijk Nederlanders aan om een dag vrijwilligerswerk te doen en zo het verschil te maken. In 2022 vindt NLdoet plaats op 11 en 12 maart. Voor dit jaar zijn er – op 7 februari – al 4935 activiteiten aangemeld. Zie: www.nldoet.nl/

Twintig verhalen

Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan publiceert het Oranjefonds op de website twintig persoonlijke verhalen en video’s. Ze gaan over mensen die voor elkaar klaarstaan en de ander het gevoel geven ertoe te doen.

Vijf voorbeelden:

– De Gaveborg. “We hebben het hier sámen gedaan, met het hele dorp”. Mede dankzij Derk is het multifunctionele centrum de Gaveborg opgericht. Hierdoor komen mensen weer samen. Beheerder Henriëtte: “We noemen Derk met een knipoog de burgemeester van Oostwold”. Oostwold is een ruim en groen dorp ten zuidwesten van Groningen. www.oranjefonds.nl/20-jaar-ertoe-doen/straat#de-gaveborg

–  Mega D Youth Foundation. “Het voelt als een grote familie in plaats van naschoolse opvang”. Op het eiland Sint Eustatius is na schooltijd niet veel te doen voor jongeren. Reden voor de Mega D Youth Foundation om een naschools programma te ontwikkelen waar jongeren niet alleen hun talenten ontdekken, maar ook hun vaardigheden verbeteren. www.oranjefonds.nl/20-jaar-ertoe-doen/mega-d

– Hulst voor elkaar. “Het is niet zomaar een volkstuin, het is een verbindingsmiddel. Als ik zie dat eentje minder onderhouden is, dan kijk ik of er iets aan de hand is. We zijn er voor elkaar. Zo laten we weten dat iedereen ertoe doet”. www.oranjefonds.nl/20-jaar-ertoe-doen/hulst-voor-elkaar

– Oud geleerd, jong gedaan. Thea (71): “Mijn zoons vinden het geweldig dat ik weer in de collegebanken zit. Ik had absoluut niet kunnen bedenken dat ik op deze leeftijd les zou krijgen van studenten. Ik wilde altijd al leren. Maar waar kon je leren als getrouwde vrouw en moeder van twee kinderen? Toen ik later in de IT-wereld werkte, had ik er geen tijd voor. Ik heb het leren ontzettend gemist. Ik ben nu helemaal happy”. www.oranjefonds.nl/20-jaar-ertoe-doen/oud-geleerd-jong-gedaan

– Tuin in de stad. Toen ze voor het eerst kennismaakte met het Groningse Tuin in de Stad was Tony (64) stil en teruggetrokken. Ze zat nog midden in een burn-out. Ze had nooit gedacht dat ze planten zou gaan kweken. En zeker niet dat ze dat tien jaar later nog steeds heerlijk zou vinden. “Eigenlijk heeft Tuin in de Stad op de een of andere manier mijn leven geopend”.  www.oranjefonds.nl/20-jaar-ertoe-doen/tuin-in-de-stad

Oranjefonds: www.oranjefonds.nl

Nivel Onderzoeksagenda 2022 – 2024

Het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Nivel presenteert de nieuwe onderzoeksagenda voor de komende twee jaar. Centraal in de agenda staan vier grote maatschappelijke uitdagingen:

  • Gezond zijn en gezond blijven
  • Naar een inclusieve samenleving
  • De zorgprofessional van de toekomst
  • Duurzame gezondheidszorg

De eerste twee uitdagingen hangen samen met maatschappelijke doelen, de andere twee hebben betrekking op de gezondheidszorg. Bij iedere uitdaging gaat Nivel in op relevante thema’s om te onderzoeken en wordt de rol beschreven van Nivel  in het onderzoek.

Over de derde uitdaging, De zorgprofessional van de toekomst, staat in de Onderzoeksagenda:

Professionaliteit en professioneel handelen in de zorg

De Nederlandse gezondheidszorg behoort tot de beste in de wereld. Essentieel voor die kwaliteit zijn de ruim 1,2 miljoen professionals die werkzaam zijn in de gezondheidszorg. Dat deze professionals die kwaliteit kunnen en zullen blijven leveren, is niet vanzelfsprekend.
Arbeidsmarkttekorten, werkdruk, maar ook de ervaren regeldruk zorgen ervoor dat de kwaliteit van het werk van zorgprofessionals steeds verder onder druk komt te staan. Met ons onderzoek willen we ertoe bijdragen dat de professionals de gevraagde kwaliteit wel kunnen blijven leveren. Dat doen we door in te gaan op drie essentiële onderzoeksthema’s:

    • de ontwikkeling van de professionaliteit
    • de context waarin de professionals hun werk doen
    • arbeidsmarktvraagstukken.

Professionals betrekken bij onderzoek

Nivel betrekt professionals op vele manieren bij het onderzoek naar de professional van de toekomst:

Zo nodigen we hen uit deel te nemen aan het Panel Verpleging & Verzorging om zodoende een actieve bijdrage te leveren aan ons panelonderzoek. Maar ook vragen wij om hun inbreng als adviseur, als medebedenker of als co­-onderzoeker. Bovendien zoeken we nadrukkelijk de feedback van professionals op tijdens feedbackbijeenkomsten.
Ten slotte is vermeldenswaardig dat verschillende Nivel­-onderzoekers ook als professional in de zorg werkzaam zijn en zodoende hun ervaringen direct in ons onderzoek inbrengen. Op die manier geven we professionals een stem in ons onderzoek.

Ons onderzoek richt zich op de ontwikkeling van het vak: nieuwe inzichten leiden tot nieuwe (be)handelwijzen, die zodra zij zich bewezen hebben moeten worden opgenomen in richtlijnen en in de dagelijkse praktijk. Dit laatste blijkt een vak apart: implementatieonderzoek en actieonderzoek leveren waardevolle inzichten in hoe die richtlijnen hun rol in de praktijk vinden. Uit dat onderzoek blijkt dat het een absolute voorwaarde voor succes is dat zorgprofessionals vroeg verantwoordelijkheid nemen in het proces van richtlijnontwikkeling en ­invoering. Het Nivel onderzoekt wat er leeft bij verpleegkundigen en verzorgenden door de vinger aan de pols te houden bij leden van ons Panel Verpleging & Verzorging. In aanvulling daarop bouwen we aan een netwerk van innovatieve huisartsen die willen meedenken over de toepassing van e­-health en over de toekomstige inrichting van de huisartsenzorg.

Downloaden Onderzoeksagenda 2022 – 2024, Nivel, februari 2022: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004154.pdf

Nivel Onderzoeksagenda 2022-2024: https://www.nivel.nl/nl/nivel-onderzoeksagenda-2022-2024

Zelfstandig professional voelt zich niet vertegenwoordigd bij besluitvorming en heeft weinig vertrouwen in de landelijke politiek

Hoogopgeleide zelfstandig professionals geven hun vertrouwen in de landelijke politiek een 4,6 op een schaal van één tot tien. De zelfstandig professional voelt zich niet serieus genomen.
Sem Overduin studeerde in augustus 2021 af aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op een onderzoek naar het vertrouwen in de landelijke politiek onder zelfstandig professionals c.q. hoogopgeleide zzp’ers. Hij schrijft dat vertrouwen in de relatie tussen burger en politiek een belangrijke rol speelt. Burgers worden steeds kritischer en rekenen erop dat politici verstand van zaken hebben en oog houden voor het algemeen belang. Meermaals is bewezen dat het vertrouwen in de politiek sterk schommelt en fluctueert met de tijd en reeds is aangetoond dat bepaalde groepen in de samenleving over het algemeen minder vertrouwen hebben in de politiek. De vraag is dan ook: Waarom hebben zelfstandig professionals minder dan gemiddeld vertrouwen in de landelijke politiek? Zelfstandig professionals zijn hoogopgeleide zzp’ers die bewust hebben gekozen voor het zelfstandig ondernemerschap.

Overigens daalt het vertrouwen van de gemiddelde Nederlander in de politiek ook flink. Uit een enquête van Ipsos bleek dat een meerderheid van zes op de tien Nederlanders weinig of heel weinig vertrouwen heeft in de landelijke politiek. Dat aantal is hoger dan in 2020 toen het ging om vier op de tien. De enquête van Ipsos was uitgevoerd in aanloop naar Prinsjesdag, in september 2021, in opdracht van de NOS.

Het onderzoek

Overduin heeft uitgebreid literatuuronderzoek verricht waarna interviews plaatsvonden met zelfstandig professionals. Door deze interviews kreeg Overduin meer kennis en inzicht in de complexiteit van vertrouwen hebben in de politiek. De geanalyseerde kwalitatieve data zijn vervolgens gebruikt bij het opstellen van een online-vragenlijst waarop 239 zelfstandig professionals hebben gereageerd. Zij waren geselecteerd uit de database van Overduins stagebedrijf, de HeadFirst Group, een internationale HR-dienstverlener en het grootste platform voor tijdelijk werk voor professionals. Van de respondenten was 78% man en de gemiddelde leeftijd was 53 jaar.

Uit de resultaten blijkt dat zelfstandig professionals over het algemeen weinig vertrouwen hebben in de competenties van politici en hebben zij het gevoel nauwelijks vertegenwoordigd te zijn bij het besluitvormingsproces. Er wordt onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de zelfstandig professionals en ook voelen zij zich door politici niet gewaardeerd. Tot slot heeft de doelgroep over het algemeen ook weinig vertrouwen in politiek en maatschappelijke instituties.

Aanbevelingen

Om de vertrouwensrelatie te verbeteren doet Overduin drie aanbevelingen.

1. Representatie binnen de Sociaal-Economische Raad
De zelfstandig professional wordt slechts af en toe geconsulteerd, maar is niet echt vertegenwoordigd. Geef  zzp’ers een centrale en gelijkwaardige plek aan tafel bij de SER en zo de mogelijkheid om mee te onderhandelen over adviezen en beleidsvoorstellen over de arbeidsmarkt.  Ongeveer 17% van de beroepsbevolking is werkzaam als zzp’er en Nederland telt ongeveer 500.000 zelfstandig professionals. Het is van groot belang om die vertegenwoordiging te organiseren en de vertrouwensrelatie te verbeteren.

2. Sterke en onafhankelijke belangenorganisatie voor zelfstandig professionals
Het landschap van zzp-organisaties is versnipperd en diffuus. De voormalige minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aangegeven in een Kamerdebat dat het gesprek aangaan met zzp’ers complex is vanwege de versnippering en lage organisatiegraad. Cijfers van het CBS uit 2021 bevestigen dit; 64,2% van de zelfstandig professionals is geen lid van een belangenorganisatie omdat zij er niet vanaf weten of de waarde er niet van inzien.
Veel respondenten hebben het gevoel dat de reeds bestaande zzp-organisaties elkaar eerder beconcurreren in plaats van met elkaar samenwerken. Ook hadden zij commentaar op het feit dat veel zzp-organisaties gelieerd zijn aan vakbonden of werkgeversorganisaties.

3. Rondetafelgesprek tussen politici en zelfstandig professionals.
De derde aanbeveling ligt op één lijn met een opiniestuk in de Volkskrant van 16 juli 2021 met de titel Praat met zzp’ers en niet slechts óver hen: velen van hen zijn maar wat blij als zzp’er te kunnen werken.
Overduins aanbeveling richt zich tot de Kamerleden van de Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid om tweemaal per jaar deel te nemen aan een ronde tafel met zelfstandig professionals. Dat straalt waardering uit en heeft een positief effect op de responsiviteit van de politiek. Verder zal kennisuitwisseling zorgen voor nieuwe inzichten en een positief effect hebben op het kennisniveau van de Kamerleden. Vertrouwen in de deskundigheid van politici kan zo een positief effect hebben op de vertrouwensrelatie.

Vervolgonderzoek

Overduin heeft ook een aantal interessante aanbevelingen voor vervolgonderzoek: “In dit onderzoek lag de focus primair op zelfstandig professionals, een relatief homogene en hoogopgeleide doelgroep. Dit was een bewuste keuze gezien de database van mijn stagebedrijf en het wetenschappelijk bewijs dat zelfstandig professionals c.q. zelfstandige ondernemers over het algemeen minder vertrouwen hebben in de politiek. Meerdere onderzoekers pleiten ervoor om meer onderzoek te doen naar specifieke groepen in de samenleving die vatbaar zijn voor een lager niveau van politiek vertrouwen Enkele voorbeelden zijn immigranten of praktisch opgeleide zzp’ers. […]  De verschillen en overeenkomsten van de onderzoeksresultaten van andere doelgroepen kunnen met elkaar vergeleken worden. Dit resulteert weer in nieuwe inzichten voor vervolgonderzoek of beleidsaanbevelingen om de vertrouwensrelatie te versterken”.

Downloaden Het politiek vertrouwen van de zelfstandig professional langs de meetlat, door Sem Overduin, Erasmus Universiteit Rotterdam, 8 augustus 2021: https://beroepseer.nl/

Zelfstandig professional voelt zich niet serieus genomen en heeft weinig vertrouwen in de landelijke politiek, door Claartje Vogel, Zipconomy, 27 september 2021: www.zipconomy.nl

Ipsos: vertrouwen van Nederlanders in de politiek gekelderd, NOS, 20 september 2021: https://nos.nl

Nieuwe Governancecode Zorg 2022 besteedt expliciet veel aandacht aan professionele zeggenschap

Per januari 2022 is de nieuwe Governancecode Zorg 2022 van kracht. Deze vervangt de Governancecode Zorg 2017. De nieuwe Code is niet fundamenteel herzien. Wel zijn de principes van de code verfijnd en zijn enkele nieuwe aspecten toegevoegd.
Goed bestuur en toezicht zijn belangrijke voorwaarden voor goede zorg. Met de Governancecode Zorg volgen zorgorganisaties zeven principes die breed gedragen zijn in de hele sector. Bij elk principe wordt de concrete toepassing beschreven. De Code is een instrument om de governance*) zo in te richten dat deze bijdraagt aan het waarborgen van goede zorg, aan het realiseren van de maatschappelijke doelstelling van zorgorganisaties en het maatschappelijk vertrouwen.

De zeven principes zijn:

  1. Goede zorg
  2. Waarden en normen
  3. Invloed belanghebbenden
  4. Inrichting governance
  5. Goed bestuur
  6. Verantwoord toezicht
  7. Continue ontwikkeling

Aanleiding voor de wijzigingen in de GCZ 2022 is de komst van nieuwe wetgeving, met name de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr), Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza). De nieuwe Code kan leiden tot noodzakelijke wijzigingen in de reglementen en statuten van de zorgorganisatie.
Eigenaar van de Code zijn de branchevereniging van Nederlandse zorgorganisaties ActiZ, de Nederlandse GGZ, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). Deze organisaties zijn verenigd in de Brancheorganisatie Zorg (BoZ), verantwoordelijk voor de opstelling, monitoring en blijvende ontwikkeling van de Code.

Professionele zeggenschap

Sinds de nieuwe Code zijn er diverse advocaten die een toelichting geven op de wijzigingen. Onder hen Charlotte Perquin-Deelen, specialist ondernemingsrecht in de zorg bij Dirkzwager Legel & Tax en Bas van Schelven, advocaat gezondheidszorg bij Van Benthem & Keulen. Van Schelven behandelt de belangrijkste wijzigingen in drie afleveringen op Zorgvisie, online platform voor beleid en management in de zorg:

Deel 1: Governancecode van samenwerkingsverbanden
Deel 2: Medezeggenschap zorgprofessionals
Deel 3: Belangenverstrengeling.

Van Schelven schrijft dat de beroepsvereniging Verzorgenden & Verpleegkundigen (V&VN), werknemersorganisaties en BoZ in april 2021 hebben afgesproken dat professionele zeggenschap meer aandacht zou krijgen in de GCZ 2022. Daarmee hadden ze de betrokkenheid van professionals op alle niveaus op het oog en de ontwikkelingen die in de zorg nodig zijn om zorgvragers de best passende zorg te blijven bieden.

Passages uit de Governancecode Zorg 2022 :

Bij het eerste principe van de Code, Goede zorg, staat onder punt 4 Professionele ruimte en verantwoordelijkheid:

“Zorgorganisaties zorgen dat professionals hun professionele verantwoordelijkheid voor goede zorg kunnen nemen en dragen. Zij vertrouwen op het professioneel handelen en het professionele oordeel van hun (gekwalificeerde) medewerkers, vanuit de erkenning en waardering van de deskundigheid van professionals om evenwichtig om te kunnen gaan met de wensen van de cliënt, hun eigen professionele standaarden en de financiële, organisatorische en zorginhoudelijke (rand) voorwaarden van de zorgorganisatie”.

In de Introductie van principe no 3 over de invloed van belanghebbenden staat:

“Interne belanghebbenden moeten invloed uit kunnen oefenen op de zorg, dienstverlening en de koers van de zorgorganisatie. Medezeggenschap van cliënten (cliëntenraad), hun verwanten en medewerkers (OR), en advisering en beïnvloeding door professionals is van groot belang voor de koersbepaling van de zorgorganisatie, het bewaken van de maatschappelijke doelstelling van de organisatie en het delen van waarden en normen. Medezeggenschap ligt in het verlengde van het primair proces.
(…)
Naast de wettelijke medezeggenschap via de ondernemingsraad (OR) en de cliëntenraad is in zorgorganisaties de professionele medezeggenschap onontbeerlijk. Deze zijn deels overlappend, maar ook aanvullend op elkaar. Zeggenschap gaat over de bevoegdheid en verantwoordelijkheid om beslissingen te nemen. Professionele zeggenschap wordt onder punt 1.4 verwoord. Medezeggenschap gaat over invloed op besluitvorming. De medezeggenschap van professionals kan gaan via gestructureerde kanalen, zoals een professionele adviesraad of stafconvent, maar ook meer informeel via invloed op de dagelijkse beroepsuitoefening.
(…)
De zorgorganisatie waarborgt dat professionals invloed kunnen hebben op het beleid dat hen raakt in de dagelijkse beroepsuitoefening, maar ook betrokken worden bij de beleidskeuzes over ‘de zorg van morgen’.
(…)
De raad van toezicht maakt met de raad van bestuur afspraken over de wijze van omgang van de raad van toezicht met de medezeggenschapsorganen en (vertegenwoordigers van) professionals.
Daarbij kan de raad van toezicht buiten aanwezigheid (maar niet buiten medeweten) van de raad van bestuur contact hebben met de medezeggenschapsorganen en (vertegenwoordigers van) professionals voor zover dat voor de uitoefening van de toezichtfunctie wenselijk is of voor zover deze behoefte kenbaar is gemaakt door de medezeggenschapsorganen of (vertegenwoordigers van) professionals.

Conclusie

Bas van Schelven concludeert op Zorgvisie:
“Alles overziend, beoogt de Code 2022 de medezeggenschap van professionals te versterken door zorgorganisaties te verplichten om waarborgen te treffen voor hun invloed op het beleid dat hen raakt in de dagelijkse beroepsuitoefening en betrokkenheid bij de beleidskeuzes over ‘de zorg van morgen’. Het belang daarvan zal door geen veldpartij worden ontkend. De Code 2022 geeft zorgorganisaties bovendien alle ruimte voor de praktische invulling van deze verplichting. De vele zorgorganisaties waar al sprake is van medezeggenschap van professionals zullen in de regel dus al voldoen aan deze verplichting. Voor zorgorganisaties waar dit nog niet het geval is, biedt de Code 2022 een mooie stimulans”.

Noot
*) Governance is het integer en transparant handelen door (overheids)organisaties en bestuurders en het organiseren van effectief toezicht hierop.

Downloaden Governancecode Zorg 2022, BoZ: www.governancecodezorg.nl/wp-content/uploads/2021/12/Governacecode-Zorg-2022.pdf

Medezeggenschap zorgprofessionals ‘onontbeerlijk’ volgens nieuwe Governancecode, door Bas van Schelven, Zorgvisie, 24 januari 2022: www.zorgvisie.nl

Per 1 januari 2022: de nieuwe Governancecode Zorg, door Charlotte Perquin-Deelen, Dirkzwager Legal & Tax, 13 januari 2022: /www.dirkzwager.nl

Governancecode Zorg 2022: www.governancecodezorg.nl/