Skip to main content

Redactie Beroepseer

Theatervoorstelling Mindlab raakt hart van wetenschap en laat ons stilstaan bij wat ons drijft

Mindlab is een uitdagende theatervoorstelling voor mensen die een groot deel van hun leven binnen de universiteit doorbrengen. De voorstelling raakt het hart van de wetenschap en gaat over waarheidsvinding, waarden en waarachtigheid binnen het instituut ‘de universiteit’. De science-fiction-thriller laat zien wat er gebeurt als we onze eigen waarheid en de gevolgen van ons handelen onder ogen durven zien. Het is de bedoeling dat de voorstelling een ‘waarachtig en moedig’ gesprek op gang brengt aan de universiteit over een thema als wetenschappelijke integriteit, leiderschap, de sociale omgeving.

Werken in de academische wereld is uitdagend. Er wordt veel van academici gevraagd. Denk aan de druk om wetenschappelijke artikelen te publiceren en financiering aan te vragen, maar ook aan digitalisering en internationalisering van het onderwijs. Dat leidt tot een hoge werklast en dilemma’s tussen onderzoek en onderwijs. Om dilemma’s bespreekbaar te maken, ontwikkelden Universiteit Twente (UT) en Universiteit Utrecht (UU) met subsidie van het Sociaal Fonds voor de Kennissector (SoFoKleS) in 2019/2020 de theatervoorstelling Mindlab. De voorstelling was net zes keer opgevoerd in het theater van de UT toen de coronapandemie uitbrak.
De voorstellingen konden niet meer in het theater worden gegeven, dus werd gezocht naar een nieuwe vorm: de online-voorstelling.

Mindlab is voor het eerst online te zien op donderdag 24 februari om 12.30 en 17.00 uur, en op vrijdag 25 februari om 12.30 uur.
Daarna volgen in de maanden juni en juli voorstellingen in de theaters van de Universiteit van Twente in Enschede en de Technische Universiteit in Eindhoven.

Stilstaan bij wat ons drijft

Initiatiefnemer van Mindlab is prof. dr. Ellen Giebels, vicedecaan van de Faculteit Behavioural, Management and Social Sciences van de UT. Zij vertelt hoe zij op het idee kwam van Mindlab:

“De wetenschap ligt onder een vergrootglas. Integriteitsvraagstukken, opbrengst voor de samenleving, kwaliteit van onderwijs, internationalisering en financiering. Er wordt steeds meer van ons gevraagd. Tegelijkertijd blijft voor mij de wetenschap een fantastische plek om te werken. De afgelopen jaren bekruipt mij wel steeds vaker het gevoel: Hoe houd ik alle ballen in de lucht? En wat doet er echt toe? En dat hoor en zie ik ook om me heen. Een goed moment dus om eens stil te staan bij wat ons drijft, maakt en bezighoudt; wat vinden we echt belangrijk in ons werk? Afgelopen jaar bezocht ik twee theatervoorstellingen van Theatermakers Radio Kootwijk: Rauw (over werk en leven bij de Nationale Politie) en Vuurdoop (over de landmacht) en toen werd ik geraakt door de inhoudelijke en artistieke kwaliteit van de voorstellingen en de bijbehorende programma’s. Ik dacht gelijk: zoiets wil ik ook voor de wetenschap. En nu is het zover!”

De voorstelling is ontwikkeld door Theatermakers Radio Kootwijk (TMRK) samen met de Universiteit Twente en de Universiteit Utrecht (UU). Mindlab is hoofdzakelijk gebaseerd op interviews met medewerkers van beide universiteiten. Intussen is ook de Universiteit van Amsterdam (UvA) enthousiast en heeft zich als ambassadeur aan Mindlab verbonden.

Meer informatie over Mindlab op Theatermakers Kootwijk: https://tmrk.nl/voorstellingen/mindlab/

Lees verder in uitgebreid artikel: “Mindlab geeft geen antwoorden, maar nodigt uit tot nadenken”, Universiteit Twente, 22 februari 2022: www.cursor.tue.nl/nieuws/2022/februari/week-3/mindlab-geeft-geen-antwoorden-maar-nodigt-uit-tot-nadenken/

Universiteit Twente: www.utwente.nl/mindlab/

A theater performance that gets to the heart of science Mindlab, Technische Universiteit Eindhoven: www.tue.nl/en/our-university/calendar-and-events/04-07-2022-mindlab/

Hieronder Trailer Mindlab

Reacties op voorstelling Mindlab

 

Verslag met analyse van gevolgen van Covid-19-crisis op levenskwaliteit van oudere burgers in EU

In januari 2021 heeft de Europese Commissie met haar Groenboek over de vergrijzing*) een debat op gang gebracht over de vergrijzing ofwel ‘demografische transformatie’.
Er is onderzoek gedaan naar de invloed van Covid-19 op ouderen waarvan verslag is gemaakt, bedoeld als bijdrage aan het debat dat gaat onder meer over het recht op toegang tot gezondheidszorg en langdurige zorg en middelen die een waardig leven op oudere leeftijd waarborgen.

Het verslag COVID-19 and older people: Impact on their lives, support and care, gepubliceerd op 28 januari 2022, bevat een analyse van EU-enquêtegegevens en is gebaseerd op informatie van het netwerk van Eurofound-correspondenten. Eurofound is de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden en een agentschap van de Europese Unie, opgericht in 1975 en gevestigd in Dublin.

Levenskwaliteit

Het verslag schetst een beeld van de impact van de Covid-19-crisis op de levenskwaliteit van oudere burgers, op hun welzijn, financiën, werkgelegenheid en sociale leven. Het verkent de effecten op het gebruik van zorgdiensten en de afhankelijkheid van ouderen van andere vormen van ondersteuning.
In het verslag worden beleidsmaatregelen gepresenteerd die in de EU-lidstaten zijn genomen om ouderen op alle bovengenoemde gebieden te ondersteunen. Het gaat onder meer om maatregelen ter ondersteuning van zelfstandig wonen en regelingen ter ondersteuning van de integratie van ouderen op de arbeidsmarkt of ter voorkoming van werkloosheid, die allemaal een rol spelen bij de levenskwaliteit van oudere burgers.

Belangrijkste bevindingen

  • Tijdens de COVID-19-pandemie zijn de sociale contacten in alle leeftijdsgroepen in de EU afgenomen. Onder ouderen deden zich bijzonder zorgwekkende trends voor bij 80-plussers, van wie 18% in de zomer van 2020 aangaf zich eenzamer te voelen dan voor de pandemie en een derde sinds het begin van de pandemie zijn of haar huis niet meer had verlaten.
  • De geestelijke gezondheid van mensen van alle leeftijden verslechterde tijdens de pandemie, maar jongeren en 80-plussers werden het zwaarst getroffen. In de zomer van 2020 voelde 23% van de 80-plussers zich vaker verdrietig dan vóór de pandemie. Hoewel toegang tot geestelijke gezondheidsdiensten voor velen belangrijk is, is het ook van cruciaal belang om de oorzaken van geestelijke gezondheidsproblemen aan te pakken, zoals sociaal isolement en moeilijkheden om de eindjes aan elkaar te knopen.
  • Zowel inkomensdalingen als -stijgingen kwamen minder vaak voor bij ouderen, voor wie het pensioen een stabiele bron van inkomsten bleek te zijn. Uitgaven in verband met de pandemie, zoals voor privévervoer en zorgdiensten, veroorzaakten echter financiële problemen, vooral voor groepen met lage inkomens.
    De invoering van zorgdiensten die minder afhankelijk zijn van het inkomen, kan de situatie van mensen met een laag inkomen helpen verbeteren.
  • Tijdens de pandemie nam de kans op verminderde lichaamsbeweging toe met de leeftijd. In de zomer van 2020 ging 41% van de 50-plussers minder vaak wandelen dan vóór de pandemie. Om gezond leven aan te moedigen, obesitas aan te pakken – wat vooral veel voorkomt onder 55 tot 74-jarigen met een laag inkomen – en positieve gewoonten te ondersteunen, is het belangrijk om lichaamsbeweging en actieve wijzen van vervoer in de gemeenschap te faciliteren.
  • Laagtechnologische e-gezondheidszorg (per telefoon) vergemakkelijkte de toegang tot gezondheidszorg tijdens COVID-19, maar veel ouderen gaven nog steeds de voorkeur aan face-to-face consulten en bijna de helft van de 50-plussers die ervoor koos e-gezondheidszorg te gebruiken, meldde dat deze niet volledig aan de behoeften voldeed. Om in de toekomst een beter aanbod van e-gezondheidszorg te waarborgen, is een betere afstemming op de behoeften van de mensen nodig, alsook de erkenning dat e-gezondheidszorg beperkingen heeft, met name bij veeleisende vormen van zorgverlening.

Noot
*) Groenboek over de vergrijzing: www.eerstekamer.nl/eu/edossier/e210005_groenboek_over_de

Rapport COVID-19 and older people: Impact on their lives, support and care, door Hans Dubois; SannaNivakoski, Klára Fóti, Valentina Patrini en Massimiliano Mascherini, Eurofound (2022), Publications Office of the European Union, Luxembourg: https://www.eurofound.europa.eu/sites/default/files/ef_publication/field_ef_document/ef21053en.pdf

Samenvatting in het Nederlands: COVID-19 en ouderen: impact op hun leven, ondersteuning en zorg, Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden Eurofound, januari 2022: https://www.eurofound.europa.eu/sites/default/files/ef21053nl1.pdf

Eurofound: www.eurofound.europa.eu/

Ewald Engelen over essentiële economie en economie van alledag

Naar een nieuwe economie. Het klinkt als een gebod voor de moderne tijd. Nieuwe ideeën over wat voor soort economie volgen elkaar in rap tempo op. Neem het het initiatief van studenten van de Universiteit van Manchester en het in 2013 door hen opgerichte genootschap voor alternatieve economiestudie, de Post-Crash Economics Society. In 2020 schreef Dirk Bezemer dat er een andere economie nodig is. Hij is professor economie van de internationale financiële ontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen en lid van het Sustainable Finance Lab, gericht op onderzoek naar verduurzaming van de financiële sector.

Ook lid van het Lab is Ewald Engelen, professor financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Engelen schrijft regelmatig in de Groene Amsterdammer en Het Parool. Hij heeft zich laten interviewen door het Wetenschappelijke Bureau GroenLinks waarin hij vertelt over zijn werk voor The Foundational Economy Collective, een collectief van (voornamelijk) Europese academische onderzoekers die samenwerken voor de ontwikkeling van een nieuwe manier van denken die de heersende ideeën over economie en economisch beleid uitdaagt. Het collectief publiceerde middenin coronatijd, in maart 2020, een manifest voor een moderne, essentiële economie.

Daarin wordt gewezen op het onderscheid dat in het begin van de coronapandemie werd gemaakt tussen cruciale beroepen en niet-cruciale beroepen:
“Wat komt er na de pandemie als de noodtoestand van de volksgezondheid voorbij is? In heel Europa hebben we de afgelopen dertig jaar te maken gehad met een voortdurende crisis van de sociale cohesie. De toenemende inkomens- en vermogensongelijkheid heeft reële economische schade aangericht, voedt het politieke wantrouwen tegenover elites, fragmenteert politieke partijen en creëert electorale volatiliteit.

Tegen deze achtergrond heeft het collectief van de fundamentele economie ervoor gepleit dat beleidsmakers meer aandacht dienen te besteden aan essentiële goederen en diensten zoals huisvesting, nutsvoorzieningen, gezondheid, onderwijs en zorg. Deze fundamentele economie van branches en netwerken levert de infrastructuur van het dagelijks leven. Het voorziet in onze essentiële dagelijkse huishoudelijke behoeften, en houdt ons allen veilig en beschaafd. Het is het deel van de economie dat niet kan worden stilgelegd.

De pandemie toont het vitale belang ervan aan. De lijst van essentiële werknemers in de huidige lockdown biedt een op gezond verstand gebaseerde en praktische definitie van wat als fundamenteel geldt. Gewone dienstverleners voeren op betrouwbare wijze essentiële sociale taken uit met een niet aflatend plichtsbesef. Verpleegkundigen op intensive care-afdelingen en de slecht betaalde hulp in verzorgingstehuizen zijn frontliniehelden. Supermarktpersoneel wordt erkend als cruciale werknemers”.

Engelen in het interview met Het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks:

“Als salariëring een uitdrukking is van waardering zie je dat cruciale beroepen maar weinig gewaardeerd worden en de niet-cruciale beroepen juist heel erg”.
[…]
We moeten twee dingen bij elkaar brengen. Dat is ten eerste wat we geleerd hebben sinds de coronacrisis. Er is een groep essentiële beroepen die verantwoordelijk zijn voor het reilen en zeilen van de samenleving. Deze mensen zorgen ervoor dat iedereen toegang heeft tot de dingen die hij of zij voor het dagelijks functioneren nodig heeft. Als we deze activiteiten ‘essentieel’ en ‘cruciaal’ noemen, dan hoort daar ook maatschappelijke waardering bij.
Dat betekent dat we maatschappelijk gezien opnieuw die discussie moeten hebben of het billijk is dat we een politieagent een besteedbaar inkomen van 1800 of 1700 euro meegeven. Een begin is een forse verhoging van het minimumloon. En dat betekent niet dat de dienst zelf duurder hoeft te worden als we maar beseffen dat we heel goed zonder al die managementlagen kunnen: de niet-essentiële parasieten die rond publieke diensten zijn gegroeid. De andere discussie gaat over de vraag wat we ervan vinden dat een fiscalist die buitenlandse multinationals helpt om de Amerikaanse fiscus een poot uit te draaien honoreren met 1,3 miljoen euro aan jaarsalaris.

Die twee dingen moeten bij elkaar gebracht worden en daar moet maatschappelijk een discussie over gevoerd worden. We moeten de markten voor dit soort typen activiteiten op een andere manier inrichten. En misschien komen we dan tot de conclusie dat we die fiscalist hier niet willen. Dat we die brievenbusfirma’s gewoon sluiten. Dat levert dan een kleine daling van ons BBP op (pakweg twee procent minder) maar het betekent tegelijkertijd veel winst voor de fiscus in Duitsland, Griekenland, Portugal, de Verenigde Staten en elders. Zoals de data van econoom Gabriel Zucman laten zien. We moeten die structurele discussie voeren en ons niet blindstaren op de clichés van de ‘BV Nederland’ die nu al decennia over ons worden uitgestort”.

Kortom: het is tijd voor inzetten op de economie van alledag waarin de toegang die wij als burgers nodig hebben tot essentiële goederen en diensten centraal staat.

Lees het hele interview: Voorbij de BV Nederland, door Hans Rodenburg en Roelien van der Wel, Wetenschappelijk Bureau GroenLinks, 21 februari 2022: https://www.wetenschappelijkbureaugroenlinks.nl/onderzoek/voorbij-het-economisme/voorbij-de-bv-nederland

The Foundational Economy: https://foundationaleconomy.com/

2020 Manifesto for the Foundational Economy, maart 2020: https://foundationaleconomycom.files.wordpress.com/2020/04/2020-manifesto-for-the-foundational-economy.pdf

Sustainable Finance Lab: https://sustainablefinancelab.nl/nl/positie/leden/

Britse studenten richten genootschap op voor alternatieve economiestudie, Blogs Beroepseer, 27 oktober 2013: https://beroepseer.nl

Afbeelding bovenaan is van Nattanan Kanchanaprat

Waar maken studenten zich druk om? Niet om de vrije meningsuiting, maar om hoge cijfers

Waar houden de moderne universiteitsstudenten zich mee bezig? Waar maken zij zich druk om? Wendy Fischman en Howard Gardner*) hebben gezocht naar antwoorden. De resultaten zijn te vinden in hun nieuwe boek The real world of college. What higher education is and what it can be.

Voor hun onderzoek – waarvoor het idee ontstond in 2012 – bezochten Fischman en Gardner gedurende vijf jaar tien geheel verschillende campussen en voerden ze meer dan tweeduizend intensieve gesprekken van gemiddeld een uur. Op elke campus hebben ze ongeveer vijftig beginnende en vijftig afstuderende studenten geïnterviewd, alsmede personeel, jonge alumni, ouders, bestuurders en recruiters. Hun conclusie is ontnuchterend en ze stellen vast dat het hoger onderwijs dringend toe is aan een wezenlijke hervorming.
In een artikel, ontleend aan hun boek, schrijven ze in het Amerikaanse dagblad The Boston Globe dat het hoger onderwijs in de VS een eeuw lang een bron van nationale trots was en in een groot deel van de wereld werd bewonderd. Maar veel Amerikanen hebben te kennen gegeven dat ze ontevreden zijn over het hoger onderwijs. Oorzaken daarvan kunnen zijn de kosten, de overtuiging dat het hoger onderwijs politiek links georiënteerd is of een gevoel dat niet-beroepsgericht onderwijs verspilling van tijd en geld is.

Geestelijke gezondheid

De uitkomsten van het onderzoek bleken een verrassing voor de onderzoekers. De grote meerderheid van de studenten houdt zich niet bezig met politieke correctheid, vrije meningsuiting of studiekosten. Ze maakten zich daarentegen zorgen over hun cijfers en hun cv. Ze worstelen met geestelijke gezondheidsproblemen en gevoelens van er niet bij horen. Ze voelen zich vervreemd van medestudenten, de opleiding of de ethiek van hun universiteit.
Fischman en Gardner vinden dat, hoewel er nog veel te bewonderen valt aan het hoger onderwijsstelsel, de sector de weg kwijt is. Die conclusie hadden zij al getrokken lang voor het uitbreken van de COVID19-pandemie die ontwrichtend heeft gewerkt op onderwijsinstellingen.

Als Fischman en Gardner in 2012 was gevraagd een lijst op te stellen van de grootste problemen op de Amerikaanse campus, dan hadden ze waarschijnlijk alcohol, seksueel wangedrag of vrijheid van meningsuiting genoemd. Geestelijke gezondheid zou vermoedelijk niet op het lijstje hebben gestaan. Een decennium later kunnen ze bevestigen wat degenen die hun tijd doorbrengen op de campus al wisten: de geestelijke gezondheidsproblemen zijn groot.

Prestatiedruk en perfecte cv

Sommigen beweren dat de problemen zijn veroorzaakt door ‘teveel verwennerij’ van studenten of sociale media met als gevolg gevoelens van eenzaamheid en sociale angst. Maar, er blijkt een heel andere oorzaak te zijn. De meerderheid van de studenten voelt een enorme druk om te presteren en een perfecte cv op te bouwen.

De meest voorkomende verklaring voor de geestelijke gezondheidsproblemen is academische strengheid – de ‘druk’ van academici. Maar wat houdt die druk precies in? Gaat het om het leren van moeilijke stof? Het voorbereiden op een examen of het schrijven van een scriptie? Het opbouwen van een gunstige cijferlijst om een baan te krijgen of gaan promoveren?
Het blijkt te gaan om externe prestaties: het behalen van een hoog cijfergemiddelde of ‘het goed doen’ op een examen. Een eerstejaars student vertelde: “Ik ken veel kinderen die … supergestrest raken om de cijfers en er heel zenuwachtig van worden”.

Ook vriendschap blijkt stress te kunnen opleveren en dan gaat het om zowel nieuwe vrienden maken als het beheersen van moeilijke situaties. Sommigen hadden het over een ‘moordende sociale omgeving’, of een ongezonde leercultuur waarin studenten het gevoel hebben voortdurend met anderen te wedijveren en voortdurend ‘aan’ te moeten staan om de anderen bij te houden.
“Ik denk dat de sfeer van competitie en de druk om de beste te zijn, de drijvende factor is achter veel psychische problemen”, zei een student. “Het is gewoon geen plek waar mensen het gevoel hebben dat ze er met anderen over kunnen praten, omdat ze dan zwak zouden overkomen”.
Er is een gevoel van er niet bij te horen. Bij hun docenten, hun medestudenten en hun opleiding. Een personeelslid vertelde: “Er lopen hier veel vreemden rond. Ze komen van een middelbare school waar ze waarschijnlijk bijna iedereen kenden, en ze komen hier en kennen bijna niemand”.

Het onderwerp diversiteit kwam uiteraard ook aan de orde. Studenten spraken erover op zowel positieve als negatieve manier. Enerzijds waardeerden ze de kans om mensen met een verschillende achtergrond te leren kennen, vertrouwd te raken met verschillende perspectieven en deel te nemen aan nieuwe activiteiten. Anderzijds klaagden ze ook wel over het gebrek aan diversiteit op hun specifieke campus.
In het algemeen kan worden gesteld dat moeilijkheden vooral worden veroorzaakt door een gebrek aan tolerantie voor verschillen en gebruik van uitsluitende taal, zoals raciale en homofobe uitlatingen. Studenten klaagden dat anderen hen niet echt begrepen, met als gevolg dat ze zich opsplitsten in groepen. Sommigen vonden ook dat hun medestudenten niet wisten hoe ze een vruchtbaar gesprek over rassenkwesties moesten voeren. Er waren er die het hadden over flagrante discriminatie, onverdraagzaamheid en algemene ongevoeligheid, vooral gericht tegen minderheidsgroepen.

Oorzaken en remedies

Een van de oorzaken van de problemen is wat Fischman en Gardner ‘missiewoekering’ noemen. Bijna alle instellingen voor hoger onderwijs hebben een missieverklaring. De meeste hebben betrekking op talrijke afzonderlijke kwesties. Zeldzaam is de school die een enkele belangrijke missie heeft en zich daaraan houdt. De meeste scholen zeggen in feite dat zij alles voor alle mensen willen zijn.

Vanaf de eerste dag, zo niet eerder, is het nodig studenten te introduceren en te begeleiden. Hen op de hoogte brengen van de voornaamste doelstellingen van de universiteit en hun studie. Ook is het nodig hen aan te moedigen gebruik te maken van de bronnen van hun universiteit: bibliotheek, musea, onderzoekslaboratoria. Meestal ligt de nadruk op zaken als slaapzalen, eten, clubs en sport. Het is belangrijk vanaf het begin de studenten in te werken en hun helpen te begrijpen dat ze deel uitmaken van een gemeenschap van studenten die zich bekommert om hun gezondheid en hen, waar nodig, bijstaat.
Nog een oorzaak van problemen is ‘projectitis’: de wildgroei aan afdelingen, organisaties en centra waar studenten geen wijs uit worden. De onderzoekers ondervonden dat de ene na de andere campus een onvoorstelbare hoeveelheid activiteiten aanbood. Sommige werden georganiseerd door studenten, de faculteit en de staf, andere bestonden dankzij schenkingen en fondsen of waren het gevolg van modieuze invallen.
Er zijn hele verdienstelijke activiteiten, maar ‘projectitis’ verergert vaak de kwestie van ‘missiewoekering’. Niet iedereen is geïnteresseerd in of op de hoogte van al die mogelijkheden. Wat studenten nodig hebben of willen is vaak onzichtbaar. Iets dat uit het zicht ligt en wordt overschaduwd door ‘flitsender’ zaken. Maar het gaat om fundamentele onderwijsprogramma’s die weerspiegelen wat de universiteit werkelijk belangrijk vindt.

Stel je eens voor

Fischman en Gardner geven nog meer adviezen. In het begin van de studie bijvoorbeeld dient de beoordeling licht en vormend te zijn, met veel gelegenheid voor feedback en ondersteuning.
Laten we ons eens een situatie voorstellen, suggereren ze, waarin studenten voelen dat ze welkom zijn, dat ze erbij horen, dat ze de essentie van studeren aan de universiteit begrijpen, dat ze niet allerlei concurrerende meesters hoeven te dienen, en dat ze zich niet gedwongen voelen om alleen maar goede cijfers te halen.
Zo worden studenten voorbereid op de beloningen die de universiteit op unieke wijze kan bieden: de mogelijkheid om te ontdekken en misschien wel om getransformeerd te worden.

Noot
*) Howard Gardner is hoogleraar Cognition and Education aan Harvard Graduate School of Education en directeur van de onderwijsonderzoeksgroep Project Zero, opgericht in 1967, die zich toelegt op het begrijpen en verbeteren van leren en denken. Gardner is bekend geworden door zijn theorie van de meervoudige intelligentie, geïntroduceerd in 1983. In de jaren 1995 – 2006 werkte Gardner met collega’s Mihaly Csikszentmihalyi en William Damon aan het Good Work Project. Doel daarvan was te bepalen wat het betekent ‘goed werk’ te verrichten, nl. werk dat excellent, persoonlijk betrokken en ethisch verantwoord is.
Wendy Fischman kwam in 1995 bij Project Zero. Als projectdirecteur heeft zij de betekenis van onderwijs en werk bestudeerd in het leven van jonge kinderen, adolescenten en beginnende professionals. Met Lynn Barendsen schreef zij de in 2010 verschenen studiegids Good Work Tookit, gebaseerd op de waarden van ‘goed werk’. De gids leidt deelnemers door een reeks kernvragen bij het begrijpen van het belang van goed werk in de samenleving.


No, college students aren’t obsessed with free speech.
Here’s what they do worry about. door Wendy Fischman en Howard Gardner, The Boston Globe, 17 februari 2022: www.bostonglobe.com

The Real World of College: What Higher Education Is and What It Can Be, door Wendy Fischman en Howard Gardner, uitgeverij MIT, USA, 2022: https://www.therealworldofcollege.com/

A Void of “Great Books” in College…And Why We Should Care, The real world of college,  door Wendy Fischman, 4 januari 2022: www.therealworldofcollege.com

 

U P D A T E

The biggest problem on college campuses – book excerpt, door Valerie Strauss, The Washington Post, 24 maart 2022: www.washingtonpost.com

Resultaten van brede verkenning van zorglandschap: Grote kloof tussen beleid en praktijk

Voor zorgverleners zijn voldoende tijd voor de patiënt en autonomie de belangrijkste voorwaarden voor het leveren van goede zorg. Dit blijkt uit de resultaten van Brede verkenning zorglandschap onder ruim 2.000 zorgverleners. Huisartsen, tandartsen, medisch specialisten, fysiotherapeuten en andere paramedische beroepsgroepen roepen beleidsmakers en zorgverzekeraars op: “Laat wederzijds vertrouwen en professionele autonomie de basis zijn voor zorgbeleid in plaats van wantrouwen en regeldruk”.

Slechts een kleine meerderheid (60%) van de zorgverleners geeft aan voldoende professionele autonomie en voldoende tijd voor de patiënt te ervaren. Door het veranderende zorglandschap en de coronapandemie staan deze belangrijkste voorwaarden voor goede zorg onder druk. Ook is een fundamenteel inzicht dat 93% voldoende vertrouwen en waardering ervaart van patiënten en familie en dat een zeer ruime meerderheid dat onvoldoende ervaart van zorgverzekeraars en de politiek. Daarnaast zien zorgverleners dat de kwaliteit van zorg en het werkplezier stijgen wanneer patiënten zoveel mogelijk vaste zorgverleners kunnen blijven zien.

Dit zijn de belangrijkste uitkomsten van de Brede verkenning zorglandschap, uitgevoerd door Stichting Beroepseer in opdracht van de VvAA, beroepsvereniging voor zorgverleners met ruim 125.000 leden. De verkenning, die bestond uit een enquête onder ruim 2.000 huisartsen, tandartsen, medisch specialisten, fysiotherapeuten en diverse andere paramedische beroepsgroepen en daarnaast diverse gesprekssessies, duidt op een kloof tussen diegenen die het zorgbeleid maken en financieren en diegenen die het beleid uitvoeren. Een belangrijk en zorgelijk signaal vindt VvAA, die als beroepsgroepoverstijgend collectief samen met beroepsorganisaties en stakeholders in het zorgveld oplossingen wil aandragen voor een op vertrouwen gebaseerd zorgbeleid.

Stand van vertrouwen

Hoewel vertrouwen van patiënten in hun handelen volgens zorgverleners (79%) niet vanzelfsprekend is, ervaart 93% van de zorgverleners vertrouwen en 92% waardering van patiënten voor hun vakmanschap, zo wees het onderzoek uit. Waar de vertrouwenscijfers voor patiënten en directe collega’s (89%) heel positief zijn, tonen die voor zorgverzekeraars en politiek zeer negatief: slechts 13% van de zorgverleners ervaart vertrouwen in hun vakmanschap vanuit zorgverzekeraars. Voor de politiek ligt dat cijfer zelfs op 11%.

Kloof tussen zorgbeleid en zorgpraktijk

Ruim 600 zorgverleners namen de moeite om het (gebrek aan) vertrouwen dat zij ervaren vanuit zorgverzekeraars en de politiek, schriftelijk toe te lichten. De rode draad in deze toelichtingen is dat verzekeraars en politiek te ver afstaan van de werkpraktijk. Hierdoor begrijpt men onvoldoende wat er op de werkvloer gebeurt en dit werkt wantrouwen verder in de hand. Zorgverleners zijn weinig positief over het instrumentarium dat wordt ingezet om de kwaliteit van zorg te bewaken en fraude te voorkomen: twee derde (66%) geeft aan dat controles niet bijdragen aan betere zorg. Bijna de helft van de zorgverleners (44%) vindt de controle op fraude in de zorg disproportioneel. Slechts 4% van de zorgverleners is het eens met de stelling dat het vertrouwen van zorgverzekeraars in zorgverleners de afgelopen vijf jaar is toegenomen. Deze uitkomsten zijn in lijn met die van de (Ont)Regelmonitor uit maart 2021, waarin het grote deel van zorgverleners toen ook aangaf dat het ongenoegen vooral zit in het concept wantrouwen en de daarmee samenhangende regeldruk, kwaliteitscriteria en controles.

Samen met het zorgveld werken aan oplossingen

Raymonda Romberg, anesthesioloog en bestuurslid Vereniging VvAA: “De uitkomsten van deze verkenning leggen een vertrouwenskloof bloot tussen de makers en financiers van het zorgbeleid enerzijds en diegenen die het moeten waarmaken in de praktijk anderzijds. Deze onwenselijke situatie uit zich o.a. in de zeer belastende en tijdrovende regeldruk en kwaliteitscriteria waar zorgverleners aan moeten voldoen. Ook laat de verkenning zien dat de belangrijkste voorwaarden voor goede zorg, zoals tijd voor de patiënt en professionele autonomie, in het veranderende zorglandschap (en tijdens de coronacrisis) onder druk komen te staan.

Hans van der Schoot, directeur Vereniging VvAA, voegt hieraan toe: ”VvAA vindt het gebrek aan vertrouwen, hoewel niet nieuw, een zorgelijk signaal en wil dit thema met deze brede verkenning waarin 2.000 zorgverleners zich hebben uitgesproken, breed aan de orde stellen. Als beroepsgroepoverstijgend collectief, zien we een belangrijke rol in het herstel van vertrouwen en nemen graag het initiatief om het gesprek te faciliteren met beroepsorganisaties over mogelijke oplossingsrichtingen. “

Over dit onderzoek

Deze brede verkenning, uitgevoerd tussen maart 2021 en december 2021, is opgezet om de signalen die VvAA van leden ontvangt over de impact van het veranderende zorglandschap op de uitoefening van hun vak, verder te onderzoeken. In deze stap stond centraal hoe zorgverleners, anno 2021, de stand van de zorg beschouwen. En in welke mate zij in het huidige zorgveld in staat zijn om hun vak uit te oefenen met bezieling. In deze verkenning is de nadruk gelegd op thema’s als vertrouwen, vakmanschap, continuïteit en pluriformiteit omdat die cruciaal zijn voor het kunnen leveren van kwalitatief goede zorg en een hoge patiënttevredenheid.

Downloaden rapport Brede verkenning zorglandschap, VvAA en Stichtig Beroepseer, februari 2022: https://beroepseer.nl

Afbeelding bovenaan: Factsheet uit rapport ‘Brede verkenning zorglandschap’

Scriptie over volgerschap in plaats van leiderschap in sociaal-politiek activisme vanuit humanistisch perspectief

Nienke van Ittersum van de Universiteit voor Humanistiek is de winnaar van de scriptieprijs van de vakbeweging 2021. Haar Masterscriptie gaat over ‘goed’ volgerschap in sociaal-politiek activisme. De prijs is op 15 februari 2022 voor de zevende keer uitgereikt door het Wetenschappelijk Bureau voor de vakbeweging, de Burcht. De prijs is bestemd voor een (bijna of recent) afgestudeerde universitaire student. In totaal waren er twaalf scripties ingezonden, afkomstig van acht verschillende universiteiten in Nederland en van vijf verschillende disciplines: economie, bestuurskunde, sociologie, rechten en humanistiek. Uit de twaalf inzendingen werden door de jury uiteindelijk vier scripties voorgedragen.

De scriptie van de winnares is getiteld Volgens mijThematisch literatuuronderzoek naar een begrip van goed volgerschap in sociaal politiek activisme. Volgens de jury geeft de scriptie een originele beschouwing van volgerschap vanuit humanistisch perspectief. Waar boekenkasten vol geschreven zijn over leiderschap, biedt de scriptie een verfrissende blik op het fenomeen volgerschap door te onderzoeken hoe goed volgerschap in sociaal-politiek activisme begrepen kan worden. In de scriptie wordt literatuur uit verschillende vakgebieden, waaronder organisatiekunde, psychologie en filosofie, op geheel eigen wijze bij elkaar gebracht en gecombineerd met voorbeelden uit de praktijk. De jury was bovendien onder de indruk van de vlotte en heldere schrijfstijl.
Hoewel de scriptie het individuele proces van volgerschap onderzoekt, biedt het volgens de jury interessante reflecties voor de vakbeweging als collectieve ledenvereniging. Het daagt bovendien uit tot verdere reflecties over collectief volgerschap, en mogelijke implicaties daarvan voor (strategieën van) de huidige vakbeweging

De drie overige genomineerden voor de scriptieprijs van de vakbeweging 2021:

Eline Bornkamp schreef over de strategie van de Federatie Nederlandse Vakbeweging – FNV t.a.v. platformwerk.

Rik de Jager schreef een juridische scriptie die ook voor niet juristen toegankelijk is. Hij heeft mensen geïnterviewd om meer zicht te krijgen op de effecten van het herstel van de arbeidsovereenkomst in hoger beroep. Daaruit blijkt dat dit in de praktijk vaak niet tot een blijvend herstel van het dienstverband leidt.

Herman Tamer ging op zoek naar antwoorden op de vraag in hoeverre de rechten van pensioengerechtigden gwaarborgd zijn wanneer een pensioenfonds ontbonden is. De huidige wetgeving lijkt een manco te bevatten omtrent de rechtszekerheid van pensioen bij de liquidatie van een ondernemingspensioenfonds.

Downloaden Volgens mij. Thematisch literatuuronderzoek naar een goed humanistisch begrip naar goed volgerschap in sociaal-politiek activisme, door Nienke van Ittersum, Universiteit voor Humanistiek, , 27 januari 2021: www.deburcht.nl

Meer info over jury, reglementen en downloaden alle scripties bij De Burcht: www.deburcht.nl/wetenschappelijk-bureau/scriptieprijs

Het Wetenschappelijk Bureau Vakbeweging de Burcht, onderzoekt vakbondsvraagstukken, stimuleert hierover het debat en organiseert bijeenkomsten.
Aanbevolen: De opiniepagina – onderdeel van het project Goede tijden (na) slechte tijden? waarin positie en strategie van de vakbeweging in Nederland centraal staan. Ga naar: www.deburcht.nl/wetenschappelijk-bureau/opinie

Podcast over ‘meritocratie’ aan de hand van drie boeken

Definitie: Volgens het meritocratisch ideaal zijn verschillen tussen mensen wat betreft hun maatschappelijke positie, inkomen en sociaal netwerk gerechtvaardigd zolang iedereen, ongeacht afkomst, dezelfde kansen krijgt om zijn of haar individuele capaciteiten te ontwikkelen.

In de podcast VB Boeken van de Vereniging Bestuur bespreken wetenschappers, praktijkmensen en schrijvers recent verschenen boeken over bestuurskunde. De aflevering van 3 februari 2022 gaat over meritocratie aan de hand van drie boeken: The tyranny of merit van Michael Sandel (vertaald in het Nederlands De tirannie van verdienste),  The meritocracy trap van Daniel Markovits en De meritocratie van Paul de Beer.

Meritocratie wordt over het algemeen geassocieerd met gelijkheid en eerlijke kansen. De podcast werpt daar een ander licht op en waarschuwt voor de automatische aantrekkingskracht van meritocratie. VB bestuurslid Karin van Boetzelaer spreekt met Co Verdaas, Paul de Beer en Stella Hoff over de charme van de meritocratie, winnaars en verliezers, polarisatie en populisme, de druk om te presteren en het onderwijs als grote gelijkmaker. De drie boeken houden beleidsmakers en onderzoekers een spiegel voor .

Co Verdaas is dijkgraaf van waterschap Rivierenland en hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft.

Stella Hoff is wetenschappelijk medewerker bij het Sociaal Cultureel Planbureau.

Paul de Beer is bijzonder hoogleraar Arbeidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam

In de Vereniging voor Bestuurskunde (VB) – opgericht in 1973 – komen bestuurswetenschap en bestuurspraktijk samen. VB biedt een forum aan mensen die geïnteresseerd zijn in het reilen en zeilen van het openbaar bestuur, reikt drie prijzen uit geeft vier keer per jaar het wetenschappelijke tijdschrift Bestuurskunde uit. Zie site Bestuurskunde: www.bestuurskunde.nl/

Hieronder de podcast over meritocratie. Zie pijltje rechtsonder voor begin.

Aanbevolen: Howard Gardner bespreekt boek van Michael Sandel over meritocratie en de tirannie van verdienste, Blogs Beroepseer, 21 oktober 2020: https://beroepseer.nl

De opkomst van triggerwaarschuwingen vormt een bedreiging voor artistieke vrijheid

Goede kunst wordt verondersteld te ‘triggeren’. Het moet je raken, iets bij je losmaken of teweegbrengen. Columnist Ella Whelan schrijft in haar artikel Great art is supposed to be ‘triggering’ in het Engelse politieke tijdschrift Spiked over de trigger warnings die almaar toenemen en een bedreiging vormen voor de artistieke vrijheid. Op Nederlandse universiteiten zijn triggerwaarschuwingen nog geen gemeengoed, maar in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is dat wel anders. Voorafgaand aan de les laten docenten soms een waarschuwing uitgaan: Let op. Het onderwerp van vandaag kan als heftig worden ervaren en mogelijk psychische schade veroorzaken.

Whelan begint met een voorbeeld uit het verleden om te laten zien hoe onze houding t.a.v. kunst bezig is te veranderen. Tijdens de première van het toneelstuk Playboy of the Western world van de Ierse schrijver J.M. Synge in Dublin in 1907 werden de toeschouwers onaangenaam getroffen. Ze gaven luidruchtig blijk van hun afkeer en begonnen met projectielen te gooien. Men was geschokt door de inhoud van het stuk dat gaat over een vadermoord en scenes bevat met dames in ondergoed. Ierse nationalisten en republikeinen beschouwden het toneelstuk als een schending van de openbare zeden en als een belediging van Ierland.
Arthur Griffith, leider van de nationalistische politieke partij Sinn Féin noemde het een verachtelijk stuk in grove taal zoals nog nooit in een schouwburg vertoond. De bekende Ierse dichter W.B Yeats die een dergelijke reactie niet had verwacht, berispte het publiek omdat het “zichzelf weer te schande had gemaakt”.

Synge zelf evenwel was in de wolken en schreef de volgende ochtend aan zijn verloofde: Het is beter om elke dag herrie in de zaal te hebben zoals gisteravond, dan dat je toneelstuk wordt beëindigd met een mat applausje. Nu praten de mensen over ons.

De kunstwereld is bang

We zijn 115 jaar verder en het idee dat kunst ons hoort te verrassen, te shockeren of zelfs kwetsen lijkt tot het verleden te behoren. De kunstwereld is tegenwoordig zo bang voor het publiek – dat liever tweets rondstuurt dan rot fruit naar het toneel te gooien – dat ze haar toevlucht neemt tot waarschuwingen. Ze zijn een middel geworden om te controleren en te anticiperen op wat voor reactie een kunstwerk zou kunnen uitlokken.

Voorafgaand aan een recente uitvoering van het dramatisch oratorium Theodora van Händel in het Royal Opera House in Londen, kregen bezoekers een e-mail waarin ze werden gewaarschuwd voor scenes met “seksueel geweld, intimidatie, uitbuiting en oproepen tot terrorisme”. Theodora is een klassiek liefdesdrama tegen de achtergrond van de christenvervolging in het antieke Rome. In plaats van dankbaar te zijn voor de waarschuwing, waren veel operaliefhebbers nogal teleurgesteld over de fletse enscenering. Een recensie met drie sterren had het over een ‘verrassend sobere’ voorstelling. “Dit is niet de schokkende enscenering die ons beloofd was”.

Het zijn niet alleen bange theaterproducenten die waarschuwingen rondsturen. In 2014 ondertekenden studenten van vier Amerikaanse universiteiten een verklaring met verzoek om triggerwaarschuwingen voor boeken op hun leeslijst. Daarop stonden titels als Mrs Dalloway, The merchant of Venice en The Great Gatsby. De studenten wilden dat hun professor hen zou waarschuwen “welke delen van een boek triggerend zijn en welke veilig om te lezen”.
Het idee dat het lezen of bekijken van een fictief verhaal volwassen studenten in een bedreigende positie zou kunnen brengen, waardoor de professor moet ingrijpen om te bepalen wat ‘veilig’ is, werd indertijd op grote schaal belachelijk gemaakt. Het is nu gemeengoed geworden.

Black Beauty

In 2021 stuurde zondagskrant Mail on Sunday aan universiteiten in Groot-Brittannië een verzoek om informatie over het aantal waarschuwingen aan studenten. Het bleek dat de Universiteit van Aberdeen ze rondstuurde met de boodschap dat Shakespeare’s stuk Julius Caesar ‘seksistische passages’ bevat, inclusief de spoiler dat ‘de plot draait om een moord’. Aberdeen bood ook een lijst onderwerpen aan die als ‘onveilig’ werden beschouwd, zonder waarschuwing, waaronder: bevalling, abortus, miskraam, armoede en klassendiscriminatie. Aan de universiteit van Lancaster werden  studenten van een cursus Gothic-literatuur gewaarschuwd voor ‘spookscenes’.

Onlangs onthulde de Mail on Sunday dat de studie Victoriaanse literatuur, kunst en cultuur aan de Royal Holloway universiteit triggerwaarschuwingen bevatte voor Charles Dickens’ boek Oliver Twist, onder meer voor ‘kindermisbruik’, ‘huiselijk geweld’ en ‘raciale vooroordelen’.
Catherine Bennett merkte in dagblad The Guardian op dat de verspreiding van waarschuwingen eerder tot meer controverse en verontwaardiging heeft geleid dan het wegnemen van bezorgdheid. De journaliste vraagt zich af waarom, als academici veronderstellen dat studenten boos worden over Oliver die mishandeld wordt, “het wel juist was om de wreedheden begaan tegen dieren niet te noemen”, zoals tegen de beklagenswaardige hond Bull’s-eye van onderwereldfiguur Bill Sikes. De universiteit van Leeds was minder slordig en zorgde er op heel correctie manier voor dat de klassieke roman Black Beauty van Anna Sewell over een in vrijheid geboren wild paard waar miljoenen kinderen al jaren van genieten, werd voorzien van een waarschuwing met de tekst: “Taferelen van wreedheid jegens dieren”.

Een reëel gevaar

Er lijkt geen eind te komen aan de lijst van waarschuwingen. Van Jane Eyre tot Harry Potter en de Steen der wijzen. Het eerste contact van universiteitsstudenten met nieuwe teksten bestaat klaarblijkelijk uit een waarschuwing voor de inhoud.
In plaats van zich af te vragen waarom een jonge generatie intellectuelen in de dop zo’n slechte reputatie heeft als het gaat om het beheersen van hun gevoelens (of waarom universiteitsstudenten überhaupt Harry Potter-boeken lezen), lijken veel academici bereid mee te gaan met de waarschuwingen. Kritiek leveren op de waarschuwingen komt vandaag de dag neer op jezelf neerzetten als een sadist die van plan is emotionele schade toe te brengen aan grote groepen nietsvermoedende jongeren.

Maar, stelt Ella Whelan, we moeten ze bekritiseren, want triggerwaarschuwingen zijn om diverse redenen afschuwelijk.
Ze saneren onze authentieke ervaringen en gevoelens. Wanneer je leest over de brute moord op Nancy door de bende van Bill Sikes, word je geacht terug te deinzen. De waarschuwingen voeden ook het narcistische idee dat jongeren alles wat zij lezen direct betrekken op hun eigen ervaringen, in plaats van een universele visie te ontwikkelen.
Deze bekrompen benadering van leren zal een jonge generatie geleerden geen goed doen. De universiteit is tenslotte bedoeld om je geest open te stellen.

Triggerwaarschuwingen gaan ervan uit dat de reactie van mensen met de meeste verontwaardiging en de meeste teergevoeligheid het meeste gewicht in de schaal zou moeten leggen en bepalend zou moeten zijn voor het soort kunst en literatuur dat we in de toekomst maken. Ze suggereren dat er iets verkeerds, immoreels of zelfs gevaarlijks is aan het hebben van uitdagende kunst.
Zo’n houding is een reëel gevaar voor de toekomst van artistieke vrijheid.

Great art is supposed to be ‘triggering’, door Ella Whelan, Spiked, 10 februari 2022: www.spiked-online.com/2022/02/10/great-art-is-supposed-to-be-be-triggering/
Shelan publiceerde in 2017 het boek What Women Want: Fun, Freedom and an End to Feminism (Connor Court Publishing).

Warning – this article contains warnings about trigger warnings, door Catherine Bennett, The Guardian, 6 februari 2022: www.theguardian.com

 

Afbeelding bovenaan: De fakkel van vrijheid

Doorstaat de nieuwe Omgevingswet de uitvoeringstoets? Krijgen burgers echt inspraak?

Het plan is de Omgevingswet per oktober 2022 in te voeren, en als dat niet lukt per januari 2023. Dat heeft minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in een brief meegedeeld aan de Tweede Kamer op 1 februari 2022. Oorspronkelijk zou de wet in juli 2022 in werking treden. Het valt op, waarschijnlijk vanwege het naderen van de datum, dat de consequenties van de wet langzaam beginnen door te dringen.

Platform O besteedt er aandacht aan met het artikel Slaagt de Omgevingswet voor de uitvoeringstoets? geschreven door Bert van Dijk. Platform O is een online platform met als doel een brug slaan tussen de praktijk van het openbaar bestuur en de wetenschap.

De grootste wetgevingsoperatie sinds 1848

Het nieuwe kabinet heeft enorme opgaven en ambities op het gebied van woningbouw, energietransitie, klimaatadaptatie en andere fysieke ingrepen in Nederland. De miljarden liggen klaar, maar zijn de plannen op korte termijn uitvoerbaar, vraagt ook het Centraal Planbureau zich af. Fysieke projecten zijn berucht complex en procedures zijn stroperig. Al in 2015 bedacht Rutte I een oplossing voor dit probleem: de Omgevingswet. De Omgevingswet is door de Eerste Kamer aangenomen op 11 februari 2020. Het is de grootste wetgevingsoperatie sinds de invoering van de Grondwet in 1848.

De vraag is nu: Komt de wet wel door de uitvoeringstoets die Rutte na de toeslagenaffaire beloofde voor nieuwe wetgeving? Die vraag mag en moet sinds de toeslagenaffaire en andere uitvoeringsdebacles openlijk gesteld worden.
In de Omgevingswet is beschreven hoe de beoogde versnelling moet plaatsvinden: met vergaande digitalisering van besluitvorming, flexibilisering van regels voor lagere overheden, minder onderzoek, meer participatie door burgers. Deze middelen bleken moeilijker te realiseren dan gedacht, waardoor de wet zeven jaar is vertraagd. Volgens Bert van Dijk komt dat doordat er een aantal structurele foutieve aannames in de wet zitten.

De eerste misvatting volgens hem is het idee dat ruimtelijke besluitvorming grotendeels digitaal afgehandeld kan worden. Ruimtelijke ordening is geen SimCity, schrijft hij. De Ombudsman kwam al in 2019 met een duidelijk advies over de digitalisering van de Omgevingswet: “Zorg dat de burger mee kan blijven doen!”. Hij adviseerde vast te leggen welke dienstverlening burgers van de overheid kunnen verwachten. In 2021 sloegen de grote steden alarm over de uitvoerbaarheid van de Omgevingswet.

Het tweede punt van kritiek is de beoogde flexibilisering van regels. Sinds de Crisis- en Herstelwet van het kabinet zijn er projectbesluiten genomen, waarin vrijgelaten werd wat er gebouwd kon worden. Steeds weer oordeelde de Raad van State dat dit leidt tot rechtsonzekerheid van de buren van het project. Vaak oordeelde de Raad van State ook dat onvoldoende onderzoek naar de gevolgen van het project was gedaan: de informatiehuishouding van het project moet kortom 100 procent op orde zijn.

Negeren van het belang van rechtsbescherming

Volgens Van Dijk zijn de middelen van de Omgevingswet achterhaald. Hij schrijft:

“De doelen van de Omgevingswet zijn al zeven jaar oud en nu urgenter dan ooit. Maar de middelen van de Omgevingswet zijn typisch Ruttesiaans en inmiddels achterhaald. De beoogde flexibilisering van regels met stikstof (PAS) zijn afgeschoten door de Raad van State en hebben geleid tot de huidige stikstofcrisis. Doorgeschoten automatisering bij de Belastingdienst, en het bijbehorende vertrek van deskundige mensen, heeft geleid tot enorme problemen en 5 miljard euro aan kosten voor compensatie van de slachtoffers. Het negeren van het belang van rechtsbescherming voor burgers leidde uiteindelijk tot het aftreden van het kabinet Rutte III. Bij het aantreden van Rutte IV deed de nieuwe regering de belofte wetten te gaan toetsen op uitvoerbaarheid. Ik zou beginnen met de Omgevingswet, om een crisis in de ruimtelijke ontwikkeling te voorkomen”.

Van Dijk doet een aantal suggesties om de wet wel uitvoerbaar te maken. Bijvoorbeeld: “Beman het nieuwe ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening met deskundige mensen uit de praktijk”, en “Breng je informatiehuishouding op orde door het simpel te houden”.

Lees het hele artikel Slaagt de Omgevingswet voor de uitvoeringstoets?, door Bert van Dijk, Platform O, 1 februari 2022: https://platformoverheid.nl/artikel/slaagt-de-omgevingswet-voor-de-uitvoeringstoets/
Bert van Dijk is ontwikkelaar van PIM (Project Informatie Management), waarmee hij ondersteuning biedt bij digitaal werken

Participatiewet en de rol van gemeenten

De belangrijkste verandering in de Omgevingswet is de rol van de gemeenten. Zij krijgen meer beslissingsbevoegdheid, en daarmee ook de burger, die via participatie een belangrijke rol krijgt bij nieuwe bouwplannen.

Voor maandblad Vrij Nederland onderzoeken Bram Logger en Parcival Weijnen van journalistencollectief Split in hoeverre de openbare ruimte het speeltje is van overheden en bedrijven en of de burger echt een plek aan tafel krijgt als er moet worden bepaald hoe de omgeving wordt ingericht. De eerste aflevering van de serie is verschenen in no 5 van 2021, titel: De openbare ruimte is nog steeds het speeltje van de overheid en bedrijven. De tweede aflevering is verschenen in no 1 van 2022 en getiteld: Burgers hebben niets te zeggen – De netwerkcorruptie heerst.

In deze tweede aflevering komt Willeke Slingerland aan het woord. Zij is lector weerbare democratie aan de Saxion Hogeschool, en gespecialiseerd in netwerkcorruptie. Zij schreef het proefschrift: Network corruption: When social capital becomes corrupted waarmee zij promoveerde op 20 juni 2018 aan de Vrije Universiteit. Haar onderzoek toont aan dat er in de corruptieliteratuur te weinig aandacht is voor de rol van netwerken en dat er in de netwerkliteratuur maar beperkt aandacht is voor het ‘ontaarden’ van netwerken. Onderzocht is of de moeizame aanpak en vervolging van corruptie veroorzaakt wordt door de beperking van het huidige anti-corruptiebeleid.

Aan het woord komt ook Elisabetta Manunza, hoogleraar aanbestedingsrecht aan de Universiteit Utrecht en vanuit dat specialisme ook expert op het gebied van corruptie en belangenverstrengeling. Zij zegt naar aanleiding van de aangevoerde casussen in het artikel: “Het is juridisch ingewikkeld. Onze perceptie van wat niet mag en wat niet rechtvaardig lijkt, komt vaak niet overeen met wat volgens de wet ook echt onrechtmatig is. Dat is het grijze gebied waarin men zich beweegt”.

De vraag of burgers met invoering van de Omgevingswet echt inspraak krijgen is de hamvraag die nog moet worden beantwoord. Minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken heeft in januari 2022 aangekondigd een uitvoeringstoets decentrale overheden in te voeren. Voor invoering van nieuw rijksbeleid dient duidelijk te worden wat de effecten zijn voor medeoverheden zoals gemeenten en provincies. Zonder toets geen nieuw beleid naar gemeenten.

Burgers hebben niets te zeggen – De netwerkcorruptie regeert, door Bram Logger en Parcival Weijnen, Vrij Nederland, no 1, 2022.
Op website van VN is de titel: Hoezo inspraak? In de praktijk staat de burger vaak buitenspel, reportage van Bram Logger en Parcival Weijnen, 29 januari 2022: www.vn.nl/netwerkcorruptie

Binnenkort wordt de site Wonen daar mensen dan geactiveerd, een journalistieke zoektocht naar wie de macht heeft over uw achtertuin, van het journalistencollectief Spit: https://www.wdmd.nl/
Spit houdt zich aanbevolen voor tips.

Zie ook: Netwerkcorruptie. Proefschrift over uitruilen gunsten en smalle scheidslijn tussen lobbyen en corrupt gedrag, Blogs Beroepseer, 23 juli 2018: https://beroepseer.nl

Meer info op Rijksoverheid: Nieuwe omgevingswet maakt omgevingsrecht eenvoudiger: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/omgevingswet/vernieuwing-omgevingsrecht

 

Afbeelding bovenaan: beeld uit de video Aan de slag met de Omgevingswet