Skip to main content

Redactie Beroepseer

Gestart: Onderzoek naar ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’

Stichting Beroepseer voert een onderzoek uit naar het recht op ambtelijk vakmanschap, in opdracht van het Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Rijk (A+O fonds Rijk) en in samenwerking met de vakbonden binnen de rijksoverheid, waaronder de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF). De centrale vraag van het onderzoeksproject luidt: Welke voorzieningen zijn er nodig om ambtelijk vakmanschap in de praktijk te ontwikkelen en beschermen? De resultaten worden gebundeld in een aantrekkelijk geschreven publicatie.

Context van het onderzoek: er is een nieuwe, normatieve infrastructuur voor ambtelijk vakmanschap nodig

De Toeslagenaffaire heeft de overheid wakker geschud en ervan doordrongen dat de normalisering van de ambtenarenpositie moet worden aangevuld met een nieuwe, normatieve infrastructuur die het recht op ambtelijk vakmanschap binnen de Nederlandse overheid kan waarborgen. Uit de stukken die het demissionaire kabinet daarover naar de Kamer heeft gestuurd blijkt dat men een degelijke infrastructuur nodig acht voor zowel beleidsambtenaren als voor uitvoerende ambtenaren. Over de concrete invulling van die infrastructuur staan aanzetten in de stukken, maar de voorstellen lijken nog veelal ad hoc te zijn en een vlucht naar voren vanwege de Toeslagenaffaire.

In juni 2020 schreef de Raad van State in zijn advies over ministeriële verantwoordelijkheid dat er onduidelijkheden bestaan over ambtelijke standaarden en adviseerde een ambtelijke code in te voeren. Tien jaar eerder, tijdens de behandeling van de initiatiefwet over de normalisering in 2010, had de toenmalige minister Ronald Plasterk de Tweede Kamer al beloofd met een ambtelijk statuut te komen. Daarin zou hij positieve kernwaarden en gedragsnormen voor ‘goed ambtenaarschap’ laten vastleggen. Uiteindelijk is er weinig werk gemaakt van een nieuwe infrastructuur met het recht op ambtelijk vakmanschap binnen de Nederlandse overheid.

Het ontbreken van een ambtelijke code met duidelijke plichten en rechten, en het ontbreken van daarmee samenhangende reflectieve (cultuur)programma’s en opleidingen, betekent dat de ambtenaar in de praktijk geen duidelijke normatieve identiteit heeft. Daarmee bestaat het risico dat een deel van het ambtelijk apparaat zich te snel ziet als een ‘normale’ werknemer die vooral aan kwantitatieve targets moet voldoen; als uitvoerder die ‘gewoon’ de wet moet uitvoeren; en als loyale politieke medewerker die de minister afschermt.

Een ambtelijke professionele identiteit moet echter bewust collectief geleerd, gedeeld en onderhouden worden. De overheid is een instituut dat een stabiel waardenpatroon schept en dat de professionaliteit en integriteit van haar ambtenaren structureert, stimuleert en ondersteunt. Een robuuste positie waar ambtenaren op kunnen terugvallen, is cruciaal om een gezond evenwicht tussen de ambtenarij en het politiek bestuur te herstellen en vanuit een onafhankelijke positie te kunnen adviseren en tegenspreken.

Doel van het onderzoek

Met Het recht op ambtelijk vakmanschap wil Stichting Beroepseer, samen met A+O fonds Rijk en de vakbonden binnen de rijksoverheid, advies uitbrengen over wat er nodig is om de positie en het vakmanschap van de ambtenaar te versterken. Dat is nodig om werk te maken van het herstel van het gezag van en vertrouwen in de overheid. De publicatie bevat concrete adviezen over hoe de nieuwe normatieve infrastructuur, inclusief een mogelijke ambtelijke code, er in de praktijk gaat uitzien. De beoogde publicatie geeft advies over de manier waarop de nieuwe infrastructuur concreet kan worden gerealiseerd binnen publieke organisaties.

Bijlage – Overzicht publicaties ambtelijk vakmanschap Stichting Beroepseer

  • Wilmink (2021), ‘Algehele transparantie is algeheel wantrouwen. Transparantie wekt alleen vertrouwen als het gepaard gaat met vakmanschap.’ Artikel verschenen op de website van Stichting Beroepseer op 26 mei 2021.
  • Wilmink & T. Jansen (2021), ‘Het toeslagenschandaal: wat is er loos met de ethiek van de ambtenaar’. Artikel verschenen op onderzoeksplatform Follow the Money op 21 april 2021.
  • Wilmink en M. Hoenders (2020) ‘Versterken ambtelijk vakmanschap cruciaal voor geloofwaardigheid overheid. Artikel verschenen op Platform Overheid op 23 december 2020.
  • drs. L.H. Janssen en drs. G.P.M. van Nunen (2020), ‘Nut en noodzaak van ambtelijke gedragscodes’. In: Tijdschrift Ambtenarenrecht.
  • Wilmink (2020) Voorbij boos en achteloos. Rechtsstatelijk besef als kompas voor overheid en burger. Culemborg: Stichting Beroepseer.
  • Wilmink & M. Hoenders (2017), ‘De medezeggenschap op de bres voor ambtelijk vakmanschap?’ Bijdrage aan whitepaper Normalisatie van de ambtenarenstatus: werken bij de overheid doodnormaal? Uitgegeven door e-Democracy bv.
  • Wilmink (2016), ‘Ontmoedigt Plasterk de ambtelijke dienst?’ Artikel verschenen op Platform Overheid op 12 december 2016.
  • Wilmink & T. Jansen (2016). ‘Bouwstenen voor een krachtig ambtenarenstatuut’. In: Jaarboek Integriteit 2015 (pp. 40-48). Den Haag: BIOS.
  • van den Brink & T. Jansen (2016). Ambtelijk vakmanschap en moreel gezag. Culemborg: Stichting Beroepseer.
  • van Nunen en L. Janssen (2014). Goed Werk Toolkit voor Beleidsambtenaren. Ambtelijk vakmanschap nader onderzocht aan de hand van de Goed Werk Toolkit. Culemborg: Stichting Beroepseer.
  • Rijnja & H. Wilmink (2010). Beroep: beleidsambtenaar. Over ambtelijk besef en professioneel lef. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken.

 

Commissie Beter Onderwijs in Vlaanderen presenteert tien speerpunten om onderwijskwaliteit te verhogen

Dalende leerprestaties van Vlaamse leerlingen in internationaal onderzoek zoals PISA en TIMSS*) leidden in maart 2020 tot de oprichting van de commissie Beter Onderwijs. Aan zeven academici en zeven praktijkmensen werd gevraagd zich onder voorzitterschap van Philip Brinckman te buigen over de oorzaken van de niveaudaling.
De belangstelling uit het onderwijsveld was zeer groot: bijna duizend leerkrachten stelden zich kandidaat om mee te werken. De Commissie werkte iets langer dan een jaar aan een rapport met adviezen dat eind oktober 2021 is gepubliceerd: Naar de kern: de leerlingen en hun leer-kracht. Het rapport bevat adviezen aan het brede onderwijsveld maar ook aan de leerlingen, hun ouders en de brede maatschappij.
In totaal bevat het rapport 58 concrete adviezen en 10 speerpunten voor verbetering van de onderwijskwaliteit.

De adviescommissie beseft dat de uitdagingen vandaag misschien groter zijn dan ooit, maar haar conclusie is helder: “Het Vlaamse onderwijs kan opnieuw aanknopen bij de internationale top als we samen naar de kern gaan. Leerkrachten moeten ruimte hebben voor hun kerntaak (lesgeven) en de kern van het onderwijs moet kennisverwerving en cultuuroverdracht zijn als springplank naar diepere inzichten en complexere vaardigheden. Onderwijsvernieuwingen zonder wetenschappelijke onderbouw moeten geweerd worden en de samenleving mag niet elke maatschappelijke taak doorschuiven naar het onderwijs”.

De tien speerpunten

  1. Leerkrachten moeten de ruimte en de steun krijgen om kwaliteitsvol les te geven.
  2. Ouders moeten de pedagogische werking van de school voluit ondersteunen.
  3. Meer investeren in taalvaardigheid en in technisch lezen: de basis voor later begrijpend en nog later gemotiveerd lezen.
  4. Het technisch en het beroepsonderwijs verdienen meer maatschappelijke waardering.
  5. De leerplichtleeftijd zou geleidelijk verder verlaagd moeten worden van 5 naar 3 jaar.
  6. Leerkrachten moeten hoge verwachtingen stellen aan kansarme kinderen.
  7. Niemand heeft baat bij overdiagnostisering of therapeutisering van elk leerprobleem.
  8. Ervaren leerkrachten zouden de kans moeten krijgen om zich te professionaliseren tot ‘expertleerkracht’.
  9. De lerarenopleiding krijgt best een instapproef met bindende gevolgen.
  10. Een onafhankelijk Kenniscentrum Onderwijs kan de brug zijn tussen wetenschappelijk onderzoek en de klasvloer.

Downloaden Naar de kern: de leerlingen en hun leer-kracht. Rapport van de Commissie Beter Onderwijs, oktober 2021: https://onderwijs.vlaanderen.be

Commissie Beter Onderwijs stelt basiskennis centraal in 58 adviezen en 10 speerpunten, Onderwijs Vlaanderen, 27 oktober 2021: https://onderwijs.vlaanderen.be

“Basiskennis bijbrengen moet opnieuw de kerntaak van de leraar worden”, Klasse, 27 oktober 2021: https://www.klasse.be

Noot
*) PISA (Programme for International Student Assessment) is een grootschalig internationaal vergelijkend onderzoek, dat wordt uitgevoerd onder auspiciën van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
TIMSS staat voor Trends in International Mathematics and Science Study. Sinds 1995 wordt wereldwijd elke vier jaar de kennis van leerlingen in de exacte vakken gemeten met een internationale TIMSS-toets voor het basisonderwijs en/of het voortgezet onderwijs.

Drie wetenschappers geven commentaar op adviesrapporten Jeugdzorg

Binnenlands Bestuur*) heeft een aantal rode draden getrokken uit adviesrapporten die worden gebruikt als ‘onderlegger’ voor de Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028 en legde ze voor aan drie wetenschappers. Met de vraag of het zinvolle voorstellen zijn of dat er iets heel anders moet gebeuren.
De Hervormingsagenda Jeugd wordt samengesteld door vijf partijen: het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), zorgaanbieders, cliënten(vertegenwoordigers), professionals en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

De Hervormingsagenda, die twee doelen heeft, komt voort uit de bestuurlijke afspraken die VNG en het rijk op 2 juni 2021 over de jeugdhulp hebben gemaakt. De twee aan elkaar gekoppelde doelen zijn:

– Betere en tijdige zorg en ondersteuning, op de juiste plek en wanneer dit nodig is;
– Een beheersbaar en daarmee duurzaam financieel houdbaar stelsel.

De vijf partijen hebben afgesproken in december 2021 te komen met een concept van de Hervormingsagenda. De definitieve versie dient 1 februari 2022 klaar te zijn.

Adviesrapporten, betrokken bij de samenstelling van de Hervormingsagenda Jeugd

Handvatten voor een veiligere jeugdhulp van bureau voor maatschappelijke vraagstukken Andersson Elffers Felix (AEF);
– Het lijvige advies van de stuurgroep Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet;
– Het Tien puntenplan voor betere jeugdzorg van FNV en Stichting Beroepseer;
– Een (eerste) advies van de Sociaal-Economische Raad (SER), Jeugdzorg: van systemen naar mensen.

De drie wetenschappers die de rode draden van de rapporteren becommentariëren zijn

– Mariëlle Bruning, hoogleraar jeugdrecht aan de Universiteit Leiden;
– Jan-Kees Helderman, universitair hoofddocent bestuurskunde en gespecialiseerd in bestuur en beleid van de gezondheidszorg aan de Radboud Universiteit;
– Annemiek Harder, bijzonder hoogleraar op de leerstoel wetenschappelijk onderbouwde jeugdzorg aan de Erasmus Universiteit.

Lees hun commentaar en visie op Binnenlands Bestuur: Haken en ogen aan ideeën voor betere jeugdzorg, door Yolanda de Koster, 28 oktober 2021: www.binnenlandsbestuur.nl

en in het artikel Rode draden voor de jeugdzorg no 20 van online tijdschrift Binnenlands Bestuur (29 oktober 2021). Daarin is tevens te lezen hoe zij denken over de inzet op preventie, het bevorderen van de uitstroom, meer praktijkondersteuners jeugd-ggz bij huisartsen, betere monitoring en kwaliteit en effectiviteit van de zorg:  www.binnenlandsbestuur.nl

Noot
*) Binnenlands Bestuur, tijdschrift en journalistieke nieuwssite voor ambtenaren en bestuurders.

Uitnodiging voor een gesprek over rechtsstatelijkheid als evenwichtskunst

Wat betekent rechtstatelijkheid? Onder meer dat ook de overheid aan het recht gebonden is. Rechtsstaat Nederland heeft een lange brief met uitnodiging gestuurd naar de Eerste en Tweede Kamer, de Raad van State, de Raad voor de Rechtspraak, het College voor de rechten van de mens, de ministers van Justitie en Veiligheid (J & V) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Vereniging van Nederlandse Gemeenten en interprovinciaal Overleg (iPO).

De uitnodiging betreft een gesprek over rechtstatelijkheid als evenwichtskunst.

Het afgelopen halfjaar heeft een groep betrokken mensen onder wie juristen, maar ook sociaal-wetenschappers en filosofen, professionals, burgers en belangenorganisaties gesprekken gevoerd over ontwikkelingen in de rechtsstaat. De voorlopige inzichten hieruit wil de groep nu in een open gesprek met geadresseerden onder de loep nemen. Onder de ondertekenaars van de brief bevindt zich ook stichting Beroepseer.

De brief is de moeite waard voor iedereen die zich interesseert voor de verhouding tussen burger en overheid.

Aanvang van de brief, verstuurd op 1 november 2021, luidt als volgt:

Spanning in rechtsstatelijke waarden

De idee van de rechtsstaat als middel tegen willekeurige machtsuitoefening door de overheid kent een lange geschiedenis. De kern ervan is zelfbinding van de overheid aan het recht: niet langer staat de macht boven de wet, maar is daaraan onderworpen. Grondrechten, legaliteit, machtenscheiding, democratie, verantwoording en waarden als universaliteit, rechtsgelijkheid, onpartijdigheid, objectiviteit, neutraliteit en dienstbaarheid zijn hiervoor essentieel. Ook responsiviteit, maatwerk en oplossen van problemen van burgers horen daar vanouds vanzelfsprekend bij. Dit zijn geen doelen op zich, maar zij dragen bij aan de rechtsstaatgedachte en de daarachter liggende menselijke waardigheid en algemene belangen, die ook gestalte hebben gekregen in de VN Duurzame Ontwikkelingsdoelen

Achter besluiten van overheidsorganen, en daarmee van hun medewerkers en bestuursrechters schuilen waardenafwegingen. Zo is het van belang dat vergelijkbare gevallen gelijk behandeld worden, maar ook dat verschillende gevallen ‘ongelijk’ behandeld worden op basis van de verschillen. Hiervoor wordt een beroep gedaan op het professionele oordeelsvermogen van ambtenaren en bestuursrechters. De waarden van gelijke behandeling en maatwerk laten zich vaak niet met elkaar verenigen, waardoor er een inherent spanningsveld ontstaat. Om dit belangrijke werk toch verantwoord te kunnen doen, vergt ‘rechtsstatelijke evenwichtskunst’: beide waarden moeten bij elke beslissing even zwaar blijven wegen. Het open gesprek aangaan met de betrokkenen en hun inbreng serieus nemen is hiervoor van groot belang.

Rechtsstatelijkheid betekent ook dat de overheid aan het recht gebonden is. Omdat algemene regels vaak te grofmazig zijn, kent bestuurswetgeving beoordelingsruimte. Hardheidsclausules en open normen als ‘eigen verantwoordelijkheid’ of ‘ruimtelijke onderbouwing’ geven de beslisser de nodige vrijheid om de regels in te vullen in individuele gevallen. Daarvoor gelden rechtsstatelijke beginselen, zoals het evenredigheidsbeginsel en het beginsel van fair play. Die beogen willekeurige machtsuitoefening, waaronder ongerechtvaardigde ongelijke behandeling (zoals discriminatie en favoritisme), te voorkomen. Maatwerkbeslissingen moeten aan de hand hiervan worden genomen, en dat betekent dat professionals ook betrokken moeten zijn bij burgers. De overheid moet zich minstens aan de wettelijke termijnen houden, en liefst zo snel mogelijk de burger duidelijkheid geven. Bij voorkeur wordt er geluisterd naar burgers voordat er een beslissing wordt genomen.

Speerpunten

De brief eindigt met vijf speerpunten die voor rechtsstatelijk Nederland van belang zijn. Ze zijn bedoeld ter bevordering van integer vakmanschap bij overheidsprofessionals en bestuurders. Het is immers zo dat ook zij als ieder mens bloot staan aan verleiding en vooringenomenheid. De vijf speerpunten kunnen helpen integer te blijven.

Lees de hele brief, met de namen van ondertekenaars, op Rechtsstaat Nederland: www.rechtsstaat-nederland.nl/uitnodiging/

Rechtsstaat Nederland is een initiatief van rechtswetenschappers, filosofen en sociaal-wetenschappers met doel het organiseren van online pluriforme sessies over responsiviteit en integriteit in het bestuursrecht. Het gaat om kennis en ervaringen met elkaar delen en het voeren van gesprekken. Meer info op: www.rechtsstaat-nederland.nl/

 

Afbeelding bovenaan: Infographic van de uitnodigingsbrief, gemaakt door Ilona van Opdorp-Van der Kooi en Aga Jachimowicz

Stroom regels blijft maar aanzwellen. Bedrijfsleven wil minder regeldruk vanuit overheid

Ondernemers merken dat de hoeveelheid aan regels onder de kabinetten-Rutte sterk is toegenomen. Dagelijkse fietscontroles, verplichte pauzes, monsteretiketten; ondernemers zijn onwerkbare regeldruk meer dan zat.
Frits Conijn en Richard Smit interviewden voor hun artikel in Het Financieele Dagblad ondernemers en vertegenwoordigers van ondernemersorganisaties over de voortwoekerende, peperdure stroom regels. Er komt maar geen einde aan.

Neem de kinderopvang. Hoewel er in de kinderopvang regels zijn verdwenen, groeit ook daar de regeldruk. “De regels die geschrapt zijn, daar hadden we niet zoveel last van”, zegt Mark Siep van kinderopvang Plukkebol in Delft. “Van de nieuwe wel”. Hij merkt dit in het dagelijks werk. “Het vak vraagt om soepel meebewegen met de kinderen, maar we kunnen niet eens meer zelf bepalen wanneer we pauze nemen. De inspectie vond dat lastig controleerbaar. Nieuwe regelgeving schrijft voor dat je pauze neemt op vaste, vooraf bepaalde tijdstippen”.
Kinderopvangmedewerkers worden volgens hem in een keurslijf geperst. “Dat zit ze ontzettend dwars”. Een andere regel waar hij moeite mee heeft is de strengere taaleis voor medewerkers. ’Dat is op havo-niveau. Voor veel medewerkers is dat best lastig. Daardoor verlaten mensen het vak. Terwijl er een ontzettende geboortegolf aan de gang is en de wachtlijsten groeien”.

Fietsregeling

Een ander voorbeeld dat Conijn en Smit geven is de onwerkbare regelgeving van de Fietsregeling. Dat is een sympathieke fiscale maatregel om te stimuleren dat mensen vaker op de fiets naar hun werk gaan. Er wordt alleen weinig gebruik van gemaakt door alle administratieve rompslomp. Het komt erop neer dat de werkgever dagelijks aan de poort moet controleren wie op de fiets komt en wie niet.

Rapportageverplichtingen

Vaak zijn niet eens de regels zelf het probleem, maar de wens om de naleving ervan te controleren. Om nog toezicht te houden op de steeds complexer wordende regels, kiest de wetgever steeds vaker voor rapportageverplichtingen of verplichte keuringen voor ondernemers. Daarmee wordt niet eens de feitelijke naleving gecontroleerd, maar de papieren werkelijkheid. Het zadelt bedrijven wel op met veel werk. Ondernemers lopen dood in de gemeentelijke bureaucratie.

Overijverige ambtenaren en geen rekening houden met uitvoering

Het komt ook voor dat overijverige ambtenaren met een eigen interpretatie van de regels komen en aanvullende eisen stellen. Voorts is een bron van ergernis is dat ministeries bij het opstellen van complexe regels in het geheel geen rekening houden met de uitvoering. Gemeenten, provincies, waterschappen en bedrijven moeten maar uitzoeken hoe ze de regels adequaat kunnen toepassen en oplossingen zoeken als dat niet lukt.

Ondernemersorganisaties zijn de oplopende regeldruk zat en riepen het kabinet op oktober 2021 op er iets aan te doen*). “Het principe dat er pas een nieuwe regel komt als er één wordt geschrapt, is verdwenen”, zegt Ramona van den Bosch van MKB-Nederland. Die organisatie wil, net als VNO-NCW, een nullijn voor elk ministerie. “Als je niet snoeit, dan woekert het voort”.

Lees het hele artikel ‘Als je al die peperdure regels niet snoeit, dan woekeren ze voort’, door Frits Conijn en Richard Smit, Het Financieele Dagblad, 31 oktober 2021: https://fd.nl/bedrijfsleven/1417327/als-je-al-die-peperdure-regels-niet-snoeit-dan-woekeren-ze-voort

*) ‘Maak van Adviescollege Toetsing Regeldruk een echte waakhond’, VNO-NCW 26 oktober 2021: www.vno-ncw.nl/nieuws/maak-van-adviescollege-toetsing-regeldruk-een-echte-waakhond

Regeldruk bij ondernemers, Rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/regeldruk/regeldruk-bij-ondernemers

Administratieve lasten en regeldruk, VNO-NCW: www.vno-ncw.nl/standpunten/administratieve-lasten-en-regeldruk

 

Arbeidsmarkt van huisartsenzorg van 28 regio’s in Nederland in kaart gebracht

De arbeidsmarkt van de Nederlandse huisartsenzorg staat onder druk. Maar wat zijn daarin de regionale verschillen? Het Nivel geeft inzicht in de arbeidsmarkt van de huisartsenzorg per Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW-)regio, in een serie van in totaal 28 factsheets (één voor elke AWZ-regio). Elke regio kan op basis hiervan een eigen strategisch arbeidsmarktbeleid ontwikkelen, met als uiteindelijk doel om met elkaar de balans op de arbeidsmarkt van de huisartsenzorg te verbeteren.
Nivel is een publieke organisatie die onderzoek doet naar de gezondheidszorg, op het brede terrein van de eerstelijns- en tweedelijnszorg.

De factsheets geven per regio een actueel beeld van:

1. Capaciteit aan personeel in de huisartsenpraktijk (en daarmee het aanbod aan huisartsenzorg)
2. Opleidingscapaciteit in de huisartsenpraktijk
3. Vacatures en verwachte tekorten in de huisartsenpraktijk
4. Drukte in de huisartsenpraktijk
5. Oplossingsrichtingen en -maatregelen voor in de huisartsenpraktijk
Samenvatting per regio

Huisartsenpraktijken en huisartsenorganisaties in verschillende regio’s in Nederland kunnen met de factsheets in dit rapport (en op basis van de voorgaande analyses) een eigen analyse maken van de knelpunten in hun regio – en in welke mate ze afwijken van andere regio’s en de Nederlandse situatie. Zo kunnen partijen in elke regio gezamenlijk de oorzaken ervan bepalen en welke maatregelen er nodig zijn om de problemen op te lossen. Hierbij kan gekeken worden naar andere regio’s met minder knelpunten. Ook kan gekeken worden naar regio’s met verwante knelpunten. Dit biedt een basis voor bovenregionale initiatieven.

Uit dit onderzoek blijkt dat veel huisartsenpraktijken zelf al verschillende maatregelen nemen om zich op (verdere) capaciteitsproblemen voor te bereiden. Maar de problemen kennen vaak praktijkoverstijgende oorzaken. Daarom is het zinvol dat verder ingezet wordt op samenwerking tussen en binnen regio’s, ondersteund door arbeidsmarktinformatie als deze. Daarnaast is het aan te bevelen de regio’s te blijven monitoren en onderzoek te richten op de effectiviteit van lokale en regionale oplossingen voor de verschillende typen knelpunten in de huisartsenzorg.

Vragenlijst

Nivel vraagt elk jaar aan huisartsen mee te doen aan de Praktijkenquête huisartsenzorg voor het in kaart brengen van de actuele situatie van de Nederlandse huisartsenzorg.
Hoe gaan praktijken om met de spanningen op de arbeidsmarkt, met werkdruk en personeelsplanning? En met veranderingen zoals inzage in het elektronisch patiëntdossier? Dit zijn enkele zaken die Nivel verkent door middel van de enquête.

De arbeidsmarkt van de huisartsenzorg in 28 regio’s van Nederland, 2019/2020, door Elize Vis, Jelle Keuper, Mark Bosmans, Ronald Batenburg, Nivel, 2021: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1003922.pdf

Oproep voor deelname aan de enquete: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Oproepbericht%20huisartsenpraktijkenquete%202021-%20Jelle_03.pdf

Ervaringsdeskundigen pleiten in Tweede Kamer voor jeugdzorgstelsel waarin bescherming van kinderen en kwetsbare ouders centraal staan

“Allereerst wil ik u bedanken dat ik als ervaringsdeskundige aan dit Rondetafelgesprek kan deelnemen. Mijn gezin heeft 8 jaar lang te maken gehad met een emotioneel schade toebrengend systeem van jeugdbescherming en familierecht. Het was 7 jaar te veel; 7 jaar met daarin voortdurende onzekerheid, angst, wanhoop, onmacht, verdriet, leed en opgelopen trauma’s. Wij worstelen nog dagelijks met het verwerken daarvan, zoals veel andere kinderen en ouders die met dit systeem te maken krijgen.
Ik ben hier ook als senior rechter, hoewel ik op deze plek niet de Rechtspraak vertegenwoordig. Ik noem mijn ambt, omdat ik juist vanwege dat ambt niet wil en kan zwijgen. Het gaat immers om gebreken die verband houden met kernwaarden van onze rechtsstaat als borging en waarborging van grondrechten, veiligheid en het bieden van individuele rechtsbescherming. Kernwaarden waar alle personen werkzaam in de staatsmachten dienend aan zijn. Het gaat bovendien om gebreken die structureel zijn en waar veel meer kinderen en ouders onder lijden dan de ongeveer 1100 kinderen en ouders die op dit moment in verband worden gebracht met de toeslagenaffaire.

Rechtsstaat

“Het is wellicht een wat ongebruikelijk verzoek van een rechter, maar ik zie de verbetering van de aanhoudende structurele systeemgebreken waar veel kinderen en ouders onder lijden en die verband houden met de kernwaarden van onze rechtsstaat, als een verantwoordelijkheid van alle staatsmachten. U heeft als leden van de Tweede Kamer bevoegdheden om grondiger onderzoek naar de gebreken en misstanden te verrichten. Ik hoop dat u daarvan gebruik zult maken, zodat we als staatsmachten kunnen leren van het verleden, meer leed wordt voorkomen en het maatschappelijk vertrouwen in onze rechtsstaat kan worden hersteld. Ik dank u voor uw aandacht”

Deze woorden zijn uitgesproken door Nathalie van Waterschoot, en beschreven in een nota, tijdens het rondetafelgesprek waarvoor zij was uitgenodigd door de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid en dat plaatsvond in de Troelstrazaal van de Tweede Kamer op woensdagmiddag 27 okrober 2021.
Onderwerp was jeugdbescherming. Naast ervaringsdeskundigen als Van Waterschoot namen ook deskundigen en jeugdzorg-organisaties deel aan de vergadering.
Van Waterschoot maakte veel indruk met haar verhaal. Evenals Vincent, een andere ervaringsdeskundige, een vader van een  dochter die vertelt over de manier waarop in de jeugdzorg wordt gewerkt Niet van incidenten leren, leidt tot een patroon en patronen worden werkwijzen. Het verslag van zijn ervaringen is onthutsend en geeft weer hoe een individueel geval de gebreken van het systeem van de jeugdzorg blootlegt.

Onjuiste informatie

…“We doen het toch, dacht jeugdzorg. En we stappen gewoon weer naar de rechter. Als we papa dan nog zwarter maken dan moet het lukken, zeker als de politie ons helpt. We gaan hem betrappen als hij tijdens de omgang een foto voor thuis maakt. We doen dan alsof dat niet mag. Een agent moet dan ingrijpen. En we laten de politie de hele buurt voor hem waarschuwen, deur voor deur.

Alleen jeugdzorg weet wat goed is voor kinderen, vond de nieuwe rechter. Ik luister alleen naar hun.

Wat een rare zaak dachten de klachtencommissies ondertussen. Er is geen terechte melding en de instanties werken partijdig en escalerend. Zo mag je helemaal niet werken. Papa’s klachten zijn gegrond.

Wat een rare zaak, dacht ook de strafrechter. Papa’s omgangsregeling en gezag worden tijdens de OTS zelfs geschonden.

Wat is dit balen, dachten de instanties. Maar weet je wat, we doen gewoon niets met die klacht- en rechtelijke uitspraken.

Dat is een goed idee, vond de inspectie.

Wat een rare zaak dachten de rechters na een jaar OTS. Er is helemaal geen bedreiging voor het kind en dan werken de instanties zo. We gooien de instanties er af.

Als we dan toch samen met moeder het meisje achter onze traliedeuren blijven zetten en papa blijven intimideren dan voegt hij zich wel, dacht jeugdzorg nog steeds. En dan vragen wij opnieuw om een OTS en zetten we papa uit het gezag, viel de Raad hen bij”.

Enzovoort. Inmiddels is bekend dat bij honderden gezinnen verregaande interventies worden gedaan op basis van foutieve informatie.

Rondetafelgesprek Jeugdbescherming, Commissie Justitie en Veiligheid Tweede Kamer, met vermelding namen van de deelnemers en downloaden position papers, 27 oktober 2021: www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2021A05923

Position paper Jeugdzorg Nederland t.b.v. rondetafelgesprek Jeugdbescherming d.d. 27 oktober 2021: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2021Z18491&did=2021D39824

Hieronder video met Nathalie van Waterschoot en vader Vincent tijdens rondetafelgesprek over jeugdbescherming in Tweede Kamer op 27 oktober 2021

Auditpedia, nieuw platform voor openbaarmaking relevante kennis over maatschappelijke rol accountant

Het is tijd voor een tussenevaluatie van het innovatieve project Auditpedia, in mei 2020 van start gegaan vanuit Hogeschool Utrecht. Auditpedia is een nieuw platform voor het openbaar maken van relevante kennis over de maatschappelijke rol van de accountant en is bestemd voor alle accountancy-studenten in Nederland, op hbo- en universitair niveau. Alle kennis die wordt gedeeld via Auditpedia valt onder open access, dus vrij toegankelijk beschikbaar.

Luc Quadackers had een interview met Margreeth Kloppenburg, bedenker van Auditpedia, voor tijdschrift Accountant. Kloppenburg is zelfstandig publicist en als onderzoeker/docent verbonden aan Hogeschool Utrecht. In 2010 verscheen van haar hand, samen met  Jaco van der Schoor, het boek Eerlijk scoren!: de professionele balans tussen target en integriteit. In 2017 kwam de door haar en Thijs Jansen geredigeerde bundel uit, Artikel 5 – De beroepseer van de accountant, die inmiddels een vierde druk beleeft.

Margreeth Kloppenburg over Auditpedia en achtergrond:

“We moeten zorgen voor een brede vorming van studenten, in plaats van een opleiding die overvol raakt en steeds meer technisch is georiënteerd. Volgens mij zijn accountants, en zeker studenten en jonge accountants, onvoldoende doordrongen van de fundamenten van het vak. Wat mij betreft vormen beroepseer, beroepsethiek en beroepsgeschiedenis de essentie daarvan. Wat kan het beroep betekenen voor de werkelijk grote vragen in de maatschappij? Het beantwoorden van die vraag is noodzakelijk. De ontwikkelingen schuiven steeds verder op naar de maatschappelijke verantwoordelijkheid en het publieke belang. De maatschappelijke rol van de accountant is gelukkig ook een stream in de CEA-eindtermen1), naast IT en corporate governance. Zo’n stream meandert door de hele opleiding heen.

In de Auditpedia zijn nu veertien kernthema’s ondergebracht, in drie pilaren: maatschappelijke relevantie, beroepsontwikkeling en beroepsgeschiedenis. Daarmee is gevisualiseerd wat de basisachtergrond zou moeten zijn voor iedere accountant, de conditio sine qua non.2)
Auditpedia kan studenten gemakkelijk en snel bij de belangrijkste bronnen brengen. Vanuit die belangrijke bronnen kunnen de studenten dan verder werken. Ik begrijp dat studenten natuurlijk zelf moeten leren zoeken en je moet dus niet alles voorkauwen. De zoektocht kan echter prima beginnen met een goed toegankelijk startpunt dat meehelpt aan het leggen van de kennisbasis. Vanuit onderwijskundig perspectief is dat helemaal niet onverstandig.

Auditpedia is een innovatief en interactief experiment om te kijken hoe we met aandacht voor geschiedenis, ethiek en beroepseer meer inhoudelijke basis kunnen meegeven aan accountants. In de CEA-eindtermen vind je best hier en daar elementen van wat we met Auditpedia beogen. Auditpedia laat echter zien hoe het logisch met elkaar samenhangt. Die samenhang moeten we binnen het onderwijs veel duidelijker maken. Anders verbindt een accountant zich niet optimaal met het vak”.

Lees het hele interview met Margreeth Kloppenburg, Gewoon een erg goed idee! door Luc Quadackers, Accountant no 5, oktober 2021, te lezen op: www.accountant.nl

Auditpedia: https://www.auditpedia.nl/index.php/Main_Page


Op 13 november 2021 vindt in Utrecht de Contenthackathon Auditpedia plaats, het multi-stakeholdersplatform rond de maatschappelijke rol van de accountant. Daar komen slimme mensen en teams uit alle gebieden die te maken hebben met de accountantscontrole bij elkaar om samen verder te werken aan de content van de Auditpedia. Aanmelden: Eline.Mulders@hu.nl

Bij hackathon denken we vaak aan coderen of computerprogrammeren, maar dat hoeft niet het geval te zijn. Een content hackathon bestaat uit het samenbrengen van de meest getalenteerde freelancers of medewerkers in een ruimte voor een of meer dagen. Je hebt een uitstekend inhoudelijk onderwerp of concept nodig – idealiter iets dat meerdere doelgroepen aanspreekt – dat op verschillende manieren kan worden gepromoot om de belangstelling ervoor aan te wakkeren.

Noten
1) CEA – de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) is een zelfstandig bestuursorgaan. De grondslag van deze commissie is terug te vinden in de artikelen 49 tot en met 53 van de Wet op het Accountantsberoep (Wab). De commissie bestaat uit zeven leden. De Minister van Financiën benoemt zowel de voorzitter als de andere leden op persoonlijke titel en voor een periode van vijf jaar.

2) Conditio sine qua non is een Latijnse, in de juridische wereld gebruikte term om het causaal verband tussen een schadeveroorzakende gedraging en de schade aan te duiden. De uitdrukking wordt ook wel buiten de rechtspraak gebruikt; in het algemeen als synoniem voor noodzakelijke voorwaarde.

 

Rapport met aanbevelingen ’Dokteren in tijden van corona’ naar Tweede Kamer

“Tijdens de conferenties blijkt dat wij, als dokters, een breed gedragen behoefte hebben om inhoudelijk bij te dragen aan de organisatie van ons werk en niet alleen tijdens de crisis, maar vooral ook daarna. De kloof tussen beleid en zorgpraktijk wordt als groot ervaren”.

In de afgelopen maanden hebben Optimale Zorg – Dappere Dokters en de districten van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der geneeskunst (KNMG-districten) werkconferenties georganiseerd rondom het thema Dokteren in coronatijd.
Meer dan 1400 dokters uit het hele land, van sociale geneeskunde tot en met ouderenzorg en GGZ en allen betrokken bij dagelijkse patiëntenzorg, hebben via hun district hun stem laten horen over de manier waarop zij hun werk hebben ervaren tijdens de crisis (tot op heden). De crisis maakte samenwerking des te belangrijker en door druk werden veel dingen vloeibaar. Centraal in de werkconferenties stond dan ook: wat nemen we als dokters mee uit deze crisis?

De resultaten van de werksessies zijn samengevat in het rapport Dokteren in tijden van corona, met actiepunten en aanbevelingen

De werkconferenties waren ingedeeld in vier domeinen:

  • Dokters nemen leiding
  • Samenwerken in de regio
  • Optimale zorg
  • Communicatie en logistiek.

Op dinsdag 26 oktober 2021  wordt het rapport aangeboden aan de leden van de Vaste Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en wordt de urgentie toegelicht.

De belangrijkste aanbevelingen aan VWS zijn:

  • Zorg dat de deskundigheid van artsen structureel wordt meegenomen in de (ontwikkeling van de) visie op medische zorg en de vertaling naar wet- en regelgeving.
  • Beperk concurrentieprincipes in wet- en regelgeving. Niet de opdracht tot concurrentie, maar de wil tot samenwerking moet leidend zijn in de zorg.
  • Zet (onderzoek naar) verdampte zorg tijdens de coronacrisis op de agenda. Patiënten deden tijdens de crisis minder vaak een beroep op zorg de huisartsen verwezen minder patiënten door naar medisch specialisten. Wat kunnen we daarvan leren voor de toekomst?
  • Schroom niet vergaande preventieve maatregelen voor de publieke volksgezondheid te nemen. Zoals het stoppen van tabaksgebruik, het instellen van de suikertaks en van mentale weerbaarheid- en beweegprogramma’s, en het aanpakken van luchtverontreiniging. We hebben gezien dat het kan en moet!

Het aanbieden van de aanbevelingen aan de Tweede Kamer valt samen met de begrotingsbehandeling van het ministerie van VWS in de Plenaire Zaal. Aanvang 16.30 uur.
De aanbieders hebben meegedeeld dat zij het ministerie van VWS – bij debatten, consultaties en gesprekken – zullen blijven verwijzen naar het rapport en de aanbevelingen.

Rapport met conclusies en aanbevelingen van de werkconferenties Dokteren in coronatijd: https://corona.maglr.com/dokteren-in-tijden-van-corona/dokteren-in-tijden-van-corona

Opbrengst werksessies ’Dokteren in tijden van corona’ naar Tweede Kamer, KNMG, 25 oktober 2021: www.knmg.nl

Optimale zorg – Dappere dokters: www.optimalezorg-dapperedokters.nl/
In 2012 is ‘Optimale zorg – Dappere dokters’ opgericht, een door huisartsen en specialisten gedragen beweging die als doel heeft samen op zoek te gaan naar concrete mogelijkheden om de zorg te optimaliseren.

Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) (1e termijn Kamer), Tweede Kamer, Plenair debat,  26 oktober 2021, aanvang 16.30 uur: www.tweedekamer.nl

Uit rapport ‘Dokteren in tijden van corona’

“Tijdens de conferenties blijkt dat wij, als dokters, een breed gedragen behoefte hebben om inhoudelijk bij te dragen aan de organisatie van ons werk en niet alleen tijdens de crisis, maar vooral ook daarna. De kloof tussen beleid en zorgpraktijk wordt als groot ervaren.
Volgens de dokters ontbreekt de nodige medische kennis en kennis van de praktijkvoering op die plekken waar zorgbeleid wordt gemaakt, zoals op het ministerie van VWS en bij zorgverzekeraars. Inhoudelijke kennis van de werkvloer schiet tekort en er is onvoldoende verbinding tussen beleid en uitvoering, is de ervaring van de deelnemende dokters.
Tijdens de crisis hebben wij als dokters op veel fronten het voortouw genomen en kregen we daarvoor ook de ruimte en het vertrouwen. Hierdoor hebben we ervaren dat wanneer de inhoud leidend is, de kwaliteit goed geborgd is. Voor veel professionals zal dit niet verrassend zijn, wij willen ook niet terug naar het traditionele patroon waar (over)organisatie en teveel aan controle de overhand hebben maar toe naar verantwoording in vertrouwen.

Daarnaast hebben we tijdens de crisis ervaren dat het gewaardeerd wordt als we onze kennis inbrengen op de (regionale) beleidstafels. Met name wanneer we kunnen spreken namens een brede groep dokters.

Geleerde lessen
We hebben tijdens de coronacrisis gemerkt dat we zelf heel ver komen door gewoon datgene te doen wat we nodig achten voor de patiënt. Als dokters gaan we meer leiding nemen en actief onze medische kennis en kennis van de praktijkvoering inbrengen op de plek waar besluiten worden genomen. We willen medeverantwoordelijkheid nemen voor het gemaakte beleid en daar ook rekenschap over afleggen.
Om dit goed te laten werken gaan we regionale bijeenkomsten organiseren met dokters met diverse achtergronden en specialismen, vergelijkbaar met de werkconferenties. De KNMG districten vertegenwoordigen de gehele beroepsgroep van artsen in al haar schakeringen. Tijdens deze sessies bespreken we een (voor de regio) relevant onderwerp. Door een thema in een groep van diverse dokters te bespreken, ontstaat een genuanceerder beeld van wat nodig is. De sessies worden afgesloten met concrete afspraken en aanbevelingen. Op deze manier kunnen we met onze inzichten invloed uitoefenen op het regionaal beleid.

We verwachten van de politiek en de Tweede Kamer expliciete regelgeving om de vanzelfsprekende professionele stem van de werkvloer structureel in te bedden”.