Skip to main content

Redactie Beroepseer

Mogelijke oorzaak van huidige crisis jeugdzorg: uitwisseling van informatie binnen samenwerkingsverbanden

Jeugdzorg wisselt al meer dan tien jaar in het geheim gegevens uit met ketenpartners in samenwerkingsverbanden. Dat zou wel eens de oorzaak kunnen zijn van de huidige crisis in de jeugdzorg. Mr. Tom Knijp, oprichter van Beroepsopleiding Advocaten LLM Legal, analyseert verbanden, o.a. met de Toeslagenaffaire en de situatie m.b.t. de kinderen van slachtoffers die uit huis zijn geplaatst.
Hij begint zijn analyse met het wetsvoorstel Gegevensverwerking door samenwerkingsverbaden (WGS) dat nog goedgekeurd moet worden door de Eerste Kamer:
“Ik vermoed dat de Tweede Kamer zich er onvoldoende bewust van is geweest dat de WGS niet zozeer een ‘nieuw’ voorstel behelst, maar dat het er in feite om gaat dat een praktijk die al ruim een decennium daadwerkelijk in deze vorm bestaat, alsnog van de benodigde wettelijke legitimatie wordt voorzien. Daarover is de Kamer mijns inziens onvoldoende voorgelicht door – onder meer – het Ministerie van Justitie en Veiligheid”.

Al ruim tien jaar zijn bepaalde decentrale samenwerkingsverbanden actief. Ze wisselen onderling informatie uit en plegen op basis van die informatie interventies. In veel gevallen gaat dit via de zg. Zorg- en Veiligheidshuizen, maar ook andere instanties kunnen betrokken zijn, zoals de RIEC’s – Regionale Informatie- en Expertisecentra.

Kan ook een eigen leven gaan leiden

Informatie uitwisselen kan onschuldig zijn, maar de uitwisseling kan ook een eigen leven gaan leiden. Knijp geeft een voorbeeld:
“Een voorbeeld is een melding vanuit de Belastingdienst aan een Zorg- en Veiligheidshuis dat een burger een schuld heeft opgebouwd, of als potentiële fraudeur wordt aangemerkt. Dat zou in beginsel kunnen gebeuren op basis van een algoritme dat een rood vlaggetje achter iemands naam zet vanwege een niet-Nederlandse etnische herkomst, of om welke reden dan ook. Die melding kan dan via de zgn. ‘samenwerkingsverbanden’ eenvoudig bij Veilig Thuis of een wijkteam terechtkomen, met – uiteindelijk – verstrekkende consequenties”. Een ander voorbeeld van Knijp gaat over de melding van een wijkteam.

Volgens Knijp oordelen kinderrechters normaal gesproken op basis van een dossier dat door de Raad voor de Kinderbescherming of een gecertificeerde instelling (GI) wordt aangeleverd: “Die dossiers blijken in de praktijk vaak te rammelen, bijvoorbeeld omdat feiten en meningen door elkaar lopen. De meeste jeugdzorginstellingen geven aan ‘om principeredenen’ niet te willen werken op basis van waarheidsvinding, ook al is dat wel wettelijk verplicht. Veel GI’s betrekken hun informatie weer van allerlei andere personen en instanties, zoals kleine ondernemers en GGZ-instellingen. Die zijn sinds de decentralisering van de jeugdzorg als paddenstoelen uit de grond geschoten”.

Kinderrechters

Kinderrechters zijn over het algemeen niet kritisch op de naleving van at. 3.3 Jeugdwet, dat waarheidsvinding vanuit de Raad voor de Kinderbescherming en de GI’s verplicht stelt. Het is goed denkbaar dat de samenwerkingsverbanden bijdragen aan een situatie dat onjuiste (of uit de context gehaalde) informatie over een ouder of kind, uiteindelijk bij de kinderrechter terechtkomt. Het gevolg is dat dat ouders op basis van subjectieve informatie die de rechter eigenlijk niet aan zijn beslissing ten grondslag hoort te leggen, geconfronteerd worden met een uithuisplaatsing of een ondertoezichtstelling.

Lees de hele analyse van Mr Tom Knijp: Jeugdzorg wisselt al 10 jaar informatie uit binnen samenwerkingsverbanden; Kamer verkeerd geïnformeerd over wetsvoorstel WGS, LLM Legal, 25 januari 2022: www.llmlegal.nl/blog/jeugdzorg-wisselt-al-10-jaar-informatie-uit-binnen-samenwerkingsverbanden-kamer-verkeerd-geinformeerd-over-wetsvoorstel-wgs/

WGS

Het is te hopen dat er een eind komt aan de almaar ronddraaiende carrousel van informatieverstrekking en er mensen komen die zich echt verdiepen in kinderen en met een heldere blik de werkelijkheid onderzoeken. Kortom, het gaat om waarheidsvinding.
De vraag is nu wat de Eerste Kamer gaat beslissen.
De Tweede Kamer heeft de wet aangenomen op 17 december 2020. Dat was op dezelfde dag waarop de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag haar eindverslag Ongekend Onrecht aan de Tweede Kamer presenteerde. Het wetsvoorstel is aan de Eerste Kamer gezonden, en vervolgens naar de Raad van State die op verzoek van de voorzitter van de Eerste Kamer een zogenoemde voorlichting heeft gegeven over het wetsvoorstel, die openbaar is gemaakt op 24 november 2021.

Daarin staat onder meer:
“Hierna brengt de Afdeling advisering van de Raad van State in kaart welke risico’s op discriminatie en ongelijke behandeling zich bij geautomatiseerde gegevensanalyse door samenwerkingsverbanden in het kader van de WGS in algemene zin kunnen voordoen”.  Dan volgt een aantal fasen in het proces van gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden en het benoemen van risico’s op discriminatie en ongelijke behandeling.
Zie: Samenvatting voorlichting over wet gegevensverwerking door same­werkingsverbanden, Raad van State, 24 november 2021: www.raadvanstate.nl/@127613/voorlichting-wet-gegevensverwerking/
Voorlichting met betrekking tot het wetsvoorstel Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden, Raad van State, 24 november 2021: www.raadvanstate.nl/@126518/w16-21-0223-ii-vo/

Petitie

Momenteel loopt de petitie Stop de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden. De petitie eindigt op 11 februari 2022: https://petities.nl/petitions/stop-de-wet-gegevensverwerking-door-samenwerkingsverbanden?

Autoriteit Persoonsgegevens

De voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens, Aleid Wolfsen, heeft op 9 november 2021 een brief van 32 pagina’s gestuurd naar de Eerste Kamer met advies over het gewijzigd voorstel voor de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden. De brief eindigt met de vraag ‘Kan misbruik van persoonsgegevens voldoende worden tegengegaan’, en concludeert vervolgens: “Kort samengevat bevat het voorstel onvoldoende waarborgen tegen het risico van misbruik omdat de inmengingen op het recht op bescherming van persoonsgegevens beter moeten worden afgebakend en op genoemde onderdelen preciezer in de wet moeten worden  omschreven”.
Downloaden brief: www.autoriteitpersoonsgegevens.nl/sites/default/files/atoms/files/advies_ap_gewijzigd_voorstel_wgs.pdf

Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden, Eerste Kamer: www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/35447_wet_gegevensverwerking_door

Dossier Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?cfg=wetsvoorsteldetails&qry=wetsvoorstel%3A35447

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

 

Nivel-onderzoek naar solidariteit: Meer mensen bereid om te betalen voor zorgbehandelingen van anderen

De meeste mensen in Nederland (78% van de bevolking) geven aan bereid te zijn om te betalen voor zorgbehandelingen waar men zelf geen gebruik van maakt, maar anderen wel. De betalingsbereidheid is licht toegenomen tussen 2013 en 2021. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van de Barometer Solidariteit van Nivel – Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg.

Het Nederlandse zorgstelsel is gebaseerd op solidariteit. Mensen betalen mee aan de zorgkosten van henzelf en anderen, onder andere via de premie voor de zorgverzekering. Aan de hand van de Barometer Solidariteit in het Nederlandse Zorgstelsel meet het Nivel sinds 2013 om het jaar de solidariteit. Hierin wordt de bevolking in Nederland gevraagd naar de bereidheid om te betalen voor de zorgbehandelingen van anderen. Ook wordt onderzocht hoe mensen de solidariteit van anderen inschatten.

Solidariteit met de ander licht gestegen

De bereidheid om te betalen voor de zorg van anderen is licht toegenomen van 73% in 2013 naar 78% in 2021.

Verwachte solidariteit van de ander niet veranderd

De verwachte solidariteit van anderen is door de jaren heen niet veranderd. In 2021 verwacht 61% van de Nederlandse bevolking dat anderen bereid zijn om te betalen voor zorgbehandelingen van anderen, tegenover 60% in 2013.

Zelf kiezen welke resultaten van de Barometer Solidariteit u wil zien

De resultaten van het onderzoek zijn te vinden op de Nivel-website, de pagina Barometer Solidariteit in het Nederlandse Zorgstelsel. Op de dynamische grafieken kan men groepen (zoals leeftijd en inkomen) selecteren en de resultaten bekijken, evenals de solidariteit voor specifieke groepen (bijvoorbeeld jongeren en ouderen).

Het onderzoek

De Barometer Solidariteit in het Nederlandse Zorgstelsel geeft de solidariteit van burgers weer door de betalingsbereidheid voor de zorg te meten onder de algemene bevolking in Nederland. De vragen over solidariteit worden sinds 2013 om het jaar voorgelegd aan een steekproef van 1.500 panelleden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het Nivel. De respons varieerde van 42% in 2015 tot 56% in 2021.

Solidariteit in Nederland: meer mensen bereid om te betalen voor zorgbehandelingen van anderen, Nivel, 20 januari 2022: www.nivel.nl

Infographic. Barometer Solidariteit: Bereidheid om te betalen voor de zorgbehandelingen van anderen is licht toegenomen. Update met cijfers uit 2021, door M. Meijer, A. Brabers en J. de Jong.  www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004145.pdf

Resultaten met grafieken van de Barometer Solidariteit in het Nederlandse Zorgstelsel: www.nivel.nl/nl/consumentenpanel-gezondheidszorg/barometer-solidariteit

Verdwaald raken in werk en ontsnappen aan het kapitalisme

In haar boek Lost in work – Escaping capitalism gaat de Britse Amelia Horgan in op zowel de urgente als eeuwige vraag waarom werk zoveel mensen ongelukkig maakt? Horgan verkent de moeilijkheden die we vandaag de dag ondervinden met werk. Waarom kunnen we zelden een baan vinden die ons niet uitbuit? Waarom geeft ons werk ons een gevoel van waardeloosheid? Waarom keren de kansen om terug te vechten zich tegen ons?
Horgan schreef het boek met de bedoeling op een begrijpelijke en inhoudelijke manier jonge mensen uit te leggen wat er allemaal mankeert aan het werk dat we tegenwoordig doen. Het boek laat zien dat als we weer de controle krijgen over onze werkplek we ons minder ellendig gaan voelen.
“Werk hard en je krijgt betaald”, klinkt mooi maar is even zo goed niet waar – althans niet voor de meeste mensen. Jongeren van vandaag zien de oude aannames afbrokkelen. Je uiterste best doen op school garandeert niet langer zekerheid en een goedbetaalde baan. In plaats van rijkdom en voldoening betekent ‘werk’ steeds meer onzekerheid, angst en vervreemding.

Het boek begint met een korte geschiedenis van de arbeid.
We kennen allemaal wel het geruststellende verhaal van de vooruitgang van arbeid. De slechte oude tijd van vreselijke banen is voorbij: van kinderen die in de mijn werken, katoenfabrieken, ongelukken op de werkplek, wrede bazen. Daarvoor in de plaats hebben we nog maar een probleem, namelijk dat niet iedereen het juiste soort werk heeft of dat er belemmeringen zijn waardoor bepaalde groepen mensen – vrouwen, mensen van kleur, gehandicapten – geen toegang hebben tot bepaalde soorten banen. Voor velen evenwel is de realiteit wat werk betreft anders.
Tegenover het verhaal van vooruitgang staat het verhaal van het wereldwijd nog steeds bestaande riskante werk. Terwijl het grootste deel van extreem gevaarlijk en onderbetaald werk in de winningsindustrieën is geëxporteerd naar het Zuiden, zijn er in het Noorden van de wereld nog steeds hardnekkige problemen met de gezondheid en de arbeidsomstandigheden. Andere voorbeelden zijn tirannieke bazen die naar willekeur macht uitoefenen over werknemers.
In Groot-Brittannië waren er circa 1,4 miljoen werknemers die leden aan een werkgerelateerde slechte gezondheid in de periode 2018/19. Terwijl het aantal mensen dat ziek wordt door het werk al jarenlang afnam, steeg het in korte tijd in de nasleep van de
financiële crisis van 2008 en is sindsdien op gelijk niveau gebleven.

Slecht nieuw werk

Covid-19 heeft vraagtekens gezet bij het sussende idee van geleidelijk beter wordende arbeid en heeft aan het licht gebracht hoe wijdverbreid slecht nieuw werk is. Degenen die dit niet aan den lijve ondervinden – de welgestelden, die niet op dezelfde manier afhankelijk zijn van inkomsten uit betaald werk zoals de werkende klasse, en sommige mensen van de oudere generatie – leven in een fantasiewereld of verkeren in halfslaap.
In deze fantasiewereld behoren tirannieke bazen, armoedelonen en ontslag vanwege het betwisten van ondermaatse voorwaarden tot het verleden. Of deze dingen gebeuren elders. Het verhaal dat bewoners van de fantasiewereld aan elkaar vertellen gaat als volgt: het is relatief makkelijk om een baan te krijgen – geef gewoon ergens in de Hoofdstraat je CV af! – en als je er eenmaal een hebt, kun je erop vertrouwen dat je de huur kunt betalen. Ook dat het onwaarschijnlijk is dat er iets ergs zal gebeuren. Of, als het toch gebeurt – je wordt ziek, of raakt gewond op het werk – dan ben je beschermd, wettelijk, of door de goede wil van de werkgever.

En terwijl je misschien een paar jaar moet ploeteren en iets doen waar je niet bijzonder enthousiast over bent, uiteindelijk komt de dag dat je in staat bent iets te doen wat je echt fijn vindt, of, heb je op zijn minst werk waarvoor je goed betaald wordt en dan doet het er niet zoveel toe of je het fijn vindt.
De werkelijkheid is dat voor de banen die je vroeger met je nog warme CV uit de printer makkelijk kon krijgen in de Hoofdstraat er nu honderden kandidaten zijn.

Hardnekkig blijven geloven in de mogelijkheid van het vinden van goed – dat wil zeggen, goed betaald en bevredigend – werk, heeft verschillende oorzaken. Het kan zijn dat veel mensen zijn afgeschermd van de de realiteit en daardoor de omvang en de aard van het probleem niet kennen. Dat komt doordat de economische stagnatie die deze eeuw tot nu toe heeft gedomineerd in Groot-Brittannië heeft geleid tot een polarisatie van de arbeidsmarkt. Het midden is weggevallen, en daarmee zijn de matig betaalde beroepen verdwenen. Aan de onderkant blijft er slecht betaald werk over, vaak gedaan in deeltijd of als schijnzelfstandige (mensen die wettelijk als werknemers kunnen worden beschouwd en tot werknemers kunnen worden gerekend, worden door bedrijven aangemoedigd zich als zelfstandige te laten registreren). Aan de bovenkant bevindt zich een groeiend aantal dikbetaalde beroepen.

De polarisatie is niet gelijkmatig verspreid. In delen van Zuid-Engeland, en met name in Londen, zijn de niveauverschillen van ongelijkheid en arbeidspolarisatie enorm groot; ze worden elders niet in dezelfde mate aangetroffen Tegelijkertijd is de bescherming die van oudsher door de welvaartsstaat wordt geboden door opeenvolgende regeringen tenietgedaan of uitgehold. Van strengere voorwaarden voor uitkeringen die vroeger universeel waren tot verlaging van het uit te keren bedrag en het verlies van openbare diensten.

Maar degenen die niets te maken hebben met het moderne uitkeringsstelsel of er voldoende arbeidsjaren hebben opzitten en daardoor niet gedwongen zijn tijdelijk werk of een nulurencontract te accepteren, of die met pensioen zijn, hebben wellicht geen idee hoe erg het is. Hoe snel het hele tapijt onder hun voeten is weggetrokken. Zij herinneren zich, of leven nog in een wereld van wat wordt genoemd het ‘standaard dienstverband’. Dat wil zeggen, voltijdse banen met een door vakbonden bedongen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met wederzijdse verantwoordelijkheden van zowel werkgever als werknemer.

De negentiende- en vroeg twintigste-eeuwse campagnes die werden gevoerd over slechte arbeidsomstandigheden in fabrieken en benauwde, ongezonde werkplaatsen, lijken griezelig veel op die van vandaag. Ze hebben indertijd nauwelijks invloed gehad op de feitelijke omstandigheden. Werknemers die zich organiseerden in vakbonden daarentegen boekten al snel succes als ze zich ermee gingen bemoeien. Voorbeelden zijn de regels inzake gezondheid en veiligheid en de achturige werkdag.
Standaard dienstverband heeft niet altijd bestaan. Vóór de invoering van de wettelijke arbeidsvoorwaarden had je werkgevers die naar willekeur hun macht konden uitoefenen. Ze konden zoveel mensen aannemen en ontslaan en werktijden bepalen als ze maar wilden. Traditionele autofabrieken waren superhiërarchisch.

Horgan is goed in het laten zien van verbanden en het analyseren van economische krachten die de collectieve malaise versterken. Een illustratie daarvan is het verhaal van een bouwvakker die met een minigraafmachine tegen de gevel van een nieuw gebouwd hotel aanreed. Hij beweerde dat zijn werkgevers hem niet wilden betalen. De meeste werknemers hebben zo weinig invloed op hun arbeidsomstandigheden dat ze hun toevlucht nemen tot geweld.

Macht en flexibiliteit

Terwijl de de meerderheid van de werknemers een normale baan heeft, zijn velen daarvan uitgesloten. In de sectoren waarin jongeren, migranten, vrouwen en mensen van kleur werken, is de kans op tijdelijke en nulurencontracten, onderaanneming en schijnzelfstandigheid groter. Al deze (steeds vaker voorkomende) contractuele ‘onregelmatigheden’ geven meer macht en flexibiliteit aan werkgevers. Zo kunnen zij kosten besparen op sociale verzekeringen, ziektegeld of ouderschapsverlof, en wordt het voor hen gemakkelijker en goedkoper werknemers te ontslaan.

Nulurencontracten of werk op afroep betekent flexibiliteit, maar die flexibiliteit is vaak gunstiger voor werkgevers dan voor werknemers. Het betekent dat bij minder vraag, werknemers geen uren kunnen inplannen. Het creëert ook een systeem van controle. Werknemers kunnen verplichtingen hebben buiten het werk, bijvoorbeeld hun kinderen ophalen op een bepaalde tijd. Werkschema’s alleen door managers en bazen laten opstellen, betekent dat werknemers bepaalde, vaak onhaalbare doelstellingen niet halen. Degenen die klagen over de omstandigheden, blijven verstoken van een werkschema waaraan ze wel kunnen voldoen.

Hoewel er in Groot-Brittannië minder atypische dienstverbanden dan standaard dienstverbanden zijn, nemen de atypische in sommige sectoren, toe. Dit betekent dat een aanzienlijk aantal mensen geen werknemersrechten heeft. Wereldwijd wordt het meeste werk buiten de formele sector verricht. Dat wil zeggen dat het niet alleen gaat om niet-standaard betaald werk, maar dat het ook buiten het wettelijke en fiscale kader van de staat valt. Naarmate de groei van nieuwe banen afneemt en meer banen verloren gaan, wordt niet-standaardwerk, of elk werk dat buiten de formele sector valt, steeds meer de norm.

Dienstensector

Een sector waar steevast banen verloren gaan, is de dienstensector. Naarmate deze sector zich uitbreidde, is werk dat vroeger door huisvrouwen en huishoudhulpen werd gedaan, zoals kinderverzorging en koken, uitbesteed. Een aantal apps richt zich nu op professionals die hun boodschappen, wasgoed en maaltijden kunnen laten bezorgen door onderbetaalde werknemers met een nulurencontract. De scheiding tussen mensen die betaald worden om zogenaamd bevredigend werk te doen en mensen die betaald worden om hun werk op te ruimen heeft nefaste gevolgen, vooral wanneer de arbeidsstatus wordt gezien als een resultaat van persoonlijke bekwaamheid. Een van de meest levendige momenten in het boek is een jeugdherinnering van de schrijfster, een gevecht op het schoolplein tussen twee moeders. De ene moeder roept tegen de andere op minachtende toon: “Jij bent degene die mijn toiletten schoon maakt!”

In een samenleving die beweert elke hiërarchie te verwerpen wordt “dienstverlening een soort angstige magie”, die vreemde effecten teweegbrengt bij de mensen aan de top. De rijken hebben een goed leven, terwijl anderen een hongerloon krijgen, maar de mensen aan de bovenkant moeten ook bang zijn dat deze macht verloren kan gaan. Dat is de angst van de hogere middenklasse die Leïla Slimani beschrijft in haar roman Lullaby, waarin een kindermeisje haar kinderen vermoordt, en in Bong Joon-ho’s film Parasite, waarin een rijke Koreaanse familie een leraar in dienst neemt uit een arbeidersgezin dat zich in hun huis nestelt. Het is de angst dat “degenen ‘onder‘ je genoeg over je weten om je kapot te maken”, schrijft Horgan.

Iets menselijks vangen en het exploiteren

Tot slot een toenemend fenomeen. Huidige arbeid verschilt niet zoveel van arbeid in de vorige twee eeuwen. De machtsverhoudingen op de achtergrond zijn onveranderd. Wel anders is de vorm waarin de macht zich presenteert. Tegenwoordig hoor je de roep om autonomie en creatief werk overal om je heen, maar de feiten wijzen uit dat die roep gekaapt is en gebruikt wordt voor exploitatie. Uitbuiting dus.

In de vorige eeuw had je routineus en geestdodend werk. Het was mechanisch en hiërarchisch georganiseerd. Mensen verrichtten een enkele taak of maakten een enkele beweging die ze dag in dag uit herhaalden. Het ‘nieuwe’ werk beloofde opwindend te zijn, flexibel, snel, verricht door teams en vol afwisseling. Nieuw werk is inderdaad flexibel, maar daar profiteren de werkgevers van. Nieuw werk is vaak gebaseerd op het managen van emoties, van de werknemer en van de klant. Het werk wordt georganiseerd door zogenaamde decentrale ‘teams’ voor toeleveringsketens die zich over de wereldmarkt uitstrekken.
Het werk heeft de schijn van informaliteit; het is verbonden met sociale relaties en persoonlijk sociaal kapitaal, en belooft niet te verschillen van ‘sociability’ – gezelligheid – je gaat met de ander om als met vrienden en zelfs je familie. Het nieuwe werken is erg goed geworden in het vangen van iets menselijks en dat vervolgens aan het werk zetten.

Een voorbeeld hiervan zijn de aankondigingsborden bij stationsingangen. Een paar jaar geleden besloten werknemers van een Londens metrostation uit eigen beweging citaten te schrijven op zo’n bord in de stationshal. De citaten waren een mengeling van gevoeligheid, humor, ernst en inspiratie. Soms waren ze ronduit ontroerend. Reizigers namen foto’s van het bord en deelden ze op sociale media. Deze spontaniteit is omgezet in een centraal geregelde, algemene richtlijn: Elk station ontvangt nu per e-mail hetzelfde kant-en-klare citaat, dat de volgende ochtend op de borden wordt geschreven.

Lost in Work by Amelia Horgan, review – why so many people feel unfulfilled, door Hettie O’Brien, The Guardian, 19 juni 2021: www.theguardian.com

‘Lost in Work: Escaping Capitalism’ Proposes That We Put Workers First, door Lexi McMenamin, Teen Vogue, 21 juli 2021: www.teenvogue.com/

Why Work Perpetually Sucks Under Capitalism, door Hannah Ewens, Spike, 11 juni 2021: www.vice.com

Lost in work – Escaping capitalism door Amerlia Horgan is een uitgave van Pluto Press, Londen, 2021.

Amelia Horgan is editorial strategist, project officer, assistant lecturer en promovenda (filosofie)

Gemeenten met het hart op de goede plaats, blijken in staat hun lokale jeugdstelsel te transformeren

“Alle jeugdigen in Zwijndrecht moeten gezond en veilig kunnen opgroeien. Dit is niet altijd vanzelfsprekend en dan kunnen zorg en ondersteuning een oplossing bieden. Met de decentralisatie van de Jeugdhulp in 2015 kregen we als gemeente een extra mogelijkheid om deze ambitie te realiseren. De afgelopen jaren zijn hier belangrijke stappen in gezet maar er waren ook signalen dat verbeteringen nodig en wenselijk waren”.

In maart 2019 maakte de gemeente Zwijndrecht een lokaal plan van de jeugdzorg bekend voor de jaren 2019 – 2021. Wethouder voor jeugdzaken Jolanda de Witte schreef het Voorwoord waarin ook geschreven stond:
“Naast de reguliere cliënt-tevredenheidsonderzoeken heeft de gemeente Zwijndrecht besloten ouders en jeugdigen uit te nodigen om hun ervaringen met de zorg en ondersteuning op het gebied van Jeugdhulp te delen. Op 1 november jl. spraken we hierover met ouders en op 12 december met een aantal jeugdigen uit Zwijndrecht”.

Van die bijeenkomsten is een verslag gemaakt en als bijlage gevoegd bij het lokale plan van aanpak. De wethouder besluit het Voorwoord met: “In dit lokale plan gaan we in op de aanpak van de gesignaleerde knelpunten. Ik heb er alle vertrouwen in dat we met ouders, jeugdigen en partners erin slagen nog beter invulling te geven aan onze zorg voor de jeugd. Ik geloof erin dat we gezamenlijk het verschil kunnen en moeten maken. De acties in dit lokale plan van aanpak dragen bij aan deze doelstelling”.

“De regie naar ons toegetrokken”

Op 12 januari 2022 schrijft Yolanda de Koster op de nieuwssite voor ambtenaren en bestuurders Binnenlands Bestuur in haar artikel ‘Stop met steggelen over budget jeugdzorg’ dat Zwijndrecht de discussies over (extra) budget voor de jeugdzorg zat is: “De gemeente heeft in 2019 het roer omgegooid en de inhoud op de eerste plaats gezet. Goede hulp en ondersteuning aan de meest kwetsbare kinderen en gezinnen staat centraal. Niet alles kan, en zeker niet tot in de lengte der dagen. Zwijndrecht schrijft vrijwel geen rode cijfers meer op de jeugdzorg”.

De huidige wethouder Ronald de Meij van Jeugd en Wmo van Zwijndrecht – Jolanda de Witte is sinds juli 2019 burgemeester van gemeente Albrandswaard – op Binnenlands Bestuur: “In 2019 liepen de tekorten in de jeugdhulp hard op en hebben we de regie naar ons toe getrokken. De jeugdzorg moeten en gaan we beter regelen voor onze inwoners. Ik vind het dan ook een principieel punt om er daadwerkelijk te staan, om verantwoordelijkheid te nemen”.

Het gaat om de inhoud

Op eigen kracht knelpunten wegwerken. Het kan. Zwijndrecht heeft het bewezen en heeft het jaar 2021 vrijwel zonder tekorten op de jeugdzorg afgesloten.
Het gaat de gemeente Zwijndrecht in de eerste plaats om de inhoud. De Meij blijft het herhalen: “Via de inhoudelijke weg gaan we stap voor stap naar een betere jeugdzorg en financieel beheersbare situatie toewerken, en naar een situatie waarbij de maatschappelijke kosten goed uitlegbaar zijn”. De Meij stoort zich eraan dat gemeenten en rijk eindeloos blijven steggelen over het geld en dat “we landelijk op de inhoud niet verder komen”.
De Meij legt uitgebreid en met voorbeelden uit de praktijk in het interview uit hoe zijn gemeente te werk is gegaan bij de transformatie van de jeugdzorg.

Serieuze alternatieven

Het blijkt dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) tijdens een extra ingelaste algemene vergadering op 13 januari 2022 heeft besloten de Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028 op te schorten. Deze Hervormingsagenda komt voort uit de bestuurlijke afspraken die de VNG en het rijk op 2 juni 2021 over de bekostiging van de jeugdhulp hebben gemaakt. Met de agenda willen de gemeenten én het stelsel verbeteren én de uitvoering versterken. De agenda wordt opgeschort totdat er een principeafspraak is gemaakt met het nieuwe kabinet. In deze principeafspraak moet het nieuwe kabinet onderschrijven dat de extra bezuiniging in het coalitieakkoord niet ten laste komt van kwetsbare kinderen en dat dit niet wordt afgewenteld op gemeenten.

Net als VNG is ook FNV Zorg en Welzijn uit het overleg over de hervormingsagenda gestapt. Het geeft wel aan dat het tijd wordt  serieuze alternatieven te raadplegen, zoals bijvoorbeeld het manifest met adviezen van denktank De Jeugdsprong. Of neem de gemeenten die hun zaakjes allang op orde hebben serieus, en ga bij hen eens kijken hoe goed ze het doen. Het Verwey Jonker instituut deed samen met het Instituut voor Management Research van de Radboud-universiteit in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) onderzoek in vijf gemeenten waar de transformatie van de jeugdhulp wel op koers lijkt te zijn: de gemeenten Deventer, Peel en Maas, Roosendaal, Utrecht en Zaltbommel. Zie hun rapport Eigenwijs transformeren – Onderzoek naar de ervaringen van 5 gemeenten met de transformatie van de jeugdhulp.

Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer spoort aan: “Laat de VNG zorgen dat alle gemeenten als de wiedeweerga gaan leren van de gemeenten die het al goed doen en uit de rode cijfers zijn en goede jeugdzorg hebben. Waar wacht de VNG in hemelsnaam op!?”

‘Stop met steggelen over budget jeugdzorg’, door Yolanda de Koster, Binnenlands Bestuur, 12 januari 2022: www.binnenlandsbestuur.nl

Lokaal plan van aanpak Jeugd 2019-2021, Gemeente Zwijndrecht, 12 maart 2019: https://beroepseer.nl/

Hervormingsagenda Jeugd onder druk, VNG, 13 januari 2022: https://vng.nl

Manifest De Jeugdsprong: https://beroepseer.nl

Eigenwijs transformeren – Onderzoek naar de ervaringen van 5 gemeenten met de transformatie van de jeugdhulp, Rijksoverheid, 31 maart 2021: www.rijksoverheid.nl/

Interactieve, digitale ‘Speelveld LLO-tool’ biedt overzicht van alle partijen, betrokken bij een leven lang ontwikkelen

Er zijn veel partijen die zich bezighouden met leven lang ontwikkelen. Van beleidsmakers tot onderwijsaanbieders. Er zijn er zoveel dat mensen door de bomen het bos niet meer zien. De interactieve, digitale tool – Speelveld LLO-tool – moet daar verandering in brengen.  De tool is ontwikkeld door Marian Thunnissen, Mariëlle Rosendaal en Ellen Koop-Spoor van Fontys Hogescholen.  Zij hebben alle LLO-spelers op een rij gezet.

Een leven lang ontwikkelen (LLO) is een van de grote arbeidsmarktthema’s van dit moment. In de snel veranderende samenleving is het continu leren en ontwikkelen belangrijk, zodat mensen mee kunnen doen in werk en samenleving, bijblijven en niet uitvallen. De continue ontwikkeling wordt een leven lang ontwikkelen genoemd.
LLO kan omschreven worden als alle leeractiviteiten die iemand gedurende het hele leven ontplooit om kennis, vaardigheden en competenties vanuit een persoonlijk, burgerlijk, sociaal en/of werkgelegenheidsperspectief te verbeteren (Commissie van de Europese Gemeenschappen, 2001).

Tool Speelveld LLO

Hoewel LLO betrekking heeft op het individu en de activiteiten die door de persoon worden ondernomen om zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen, is facilitering en ondersteuning door werkgevers, onderwijs- en overheidsinstellingen van essentieel belang. Zij spelen een belangrijke rol hierin. Voor werkenden, werkzoekenden en werkgevers is het evenwel lastig om een overzicht te krijgen wie nu eigenlijk welke ondersteuning biedt. Een niet-volledig en gebrekkig overzicht kan voor werkgevers een belemmering zijn om met LLO aan de slag te gaan.

Fontys

Via onderzoek heeft Fontys alle bij LLO betrokken partijen in kaart gebracht. Werkgevers krijgen de naam van de partijen te zien, welke rol zij spelen, en op welke doelgroep zij zich in hun dienstverlening richten. Op basis van deze informatie kunnen werkgevers beter bepalen met wie zij in contact willen treden.

Op de site Tool ‘Het Speelveld LLO’ van Fontys staat een gebruiksaanwijzing van de tool, met een startscherm en met spelerskaarten: https://fontys.nl/Onderzoek/Dynamische-talentinterventies/Interventies/Tool-Speelveld-LLO.htm

Fontys Hogescholen is een Nederlandse instelling voor hoger beroepsonderwijs en bestaat uit 24 instituten, voornamelijk gevestigd in Zuid-Nederland. Internationaal wordt de naam Fontys University of Applied Sciences gevoerd.

Tool zet leven lang ontwikkelen-spelers op een rij, SER, 11 januari 2022: www.ser.nl/nl/actueel/Nieuws/tool-speelveld-llo

SER-thema Leven Lang Ontwikkelen: www.ser.nl/nl/thema/leven-lang-ontwikkelen/actie-agenda

Actie-agenda leven lang ontwikkelen: de hoogtepunten van 2021, SER, 21 december 2021: www.ser.nl/nl/actueel/Nieuws/llo-hoogtepunten-2021

Jos de Blok van Buurtzorg gaat voor zorgpersoneel een salarisschaal hoger indelen: Niet zeggen dat het anders kan, maar het gewoon zelf anders gaan doen

Buurtzorg Nederland gaat al het zorgpersoneel in maart een salarisschaal hoger indelen. Directeur Jos de Blok roept collega-bestuurders op hetzelfde te doen. “De politiek geeft zorgpersoneel niet de waardering die ze verdienen voor hun werk in de coronacrisis”. De Blok hoopt dat een betere beloning voor verpleegkundigen en verzorgenden navolging krijgt bij andere zorgaanbieders “Meer dan ooit is in de afgelopen twee jaar duidelijk geworden hoe belangrijk dit werk is. Verpleegkundigen en verzorgenden verdienen dit”.

Berichten over het voornemen van De Blok verspreidden zich al snel via kranten, radio, televisie en de vakbladen. Frank van Wijck van Arts en Auto en Bart Kiers van Zorgvisie besteedden er  bijvoorbeeld aandacht aan, en beroepsvereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden (V&VN) interviewde Jos de Blok voor de website.
De eerste vraag luidde: Waar komt dit idee vandaan?
Jos de Blok: “Eerder dit jaar gooide ik er al eens een balletje over op via Twitter. Verpleegkundigen en verzorgenden hebben de afgelopen twee jaar meer dan ooit laten zien dat ze onmisbaar zijn. In Den Haag zag je in de tussentijd Kamerleden weglopen bij stemmingen die een beter salaris moesten regelen. Toen was ik al aan het bekijken wat we zelf konden bij Buurtzorg”.

Concreet: wat krijgen mensen er bij?
“Er werken bij Buurtzorg ongeveer 10.000 verpleegkundigen en verzorgenden die nu in aanmerking komen voor een extra schaal. Als het me lukt, worden dat er 15.000. De huishoudelijk verzorgenden neem ik graag mee in deze slag, maar de vergoedingen die we voor hun werk krijgen zijn helaas een stuk lager. Gemiddeld gaan mensen er bruto 500 euro per jaar op vooruit”

Hoe betaal je dit?
“Door het werk zorgvuldiger over de dag te spreiden en te zorgen dat er meer variatie in de gemiddelde dag van een verpleegkundige of verzorgende zit. Een verpleegkundige die de hele dag bezig is met chronisch zieken doet mentaal en fysiek heel zwaar werk. Je krijgt een veel productievere dag als je er met diezelfde verpleegkundige voor zorgt dat hij bijvoorbeeld in de ochtend bezig is met chronisch zieke cliënten, maar in de middag tijd krijgt voor preventie van problemen. Gelukkig willen zorgverzekeraars tegenwoordig ook preventie vergoeden. Door die variatie wordt de dag optimaal besteed. Dat komt ook ten goede aan het verzuim. Dat is al laag, maar Buurtzorg geeft mensen een gezondheidsbudget, waarmee ze zelf kunnen werken aan hun inzetbaarheid. Dus ook op dat punt: autonomie bij de professional.
Verder hebben we de beschikbaarheid van buurtzorg in de nacht anders ingericht. Dat kostte vroeger veel tijd en energie van teams, maar nu is dat geregionaliseerd en dat werkt heel goed. Dat scheelt enorm veel tijd en geld”.

Lees het hele interview: Jos de Blok van Buurtzorg: ‘Verpleegkundigen en verzorgenden verdienen extra salaris’, V&VN, 12 januari 2022: www.venvn.nl

Voor het blok, door Frank van Wijck, Arts en auto, 12 januari 2022: www.artsenauto.nl

Jos de Blok zet al zijn zorgpersoneel in hogere salarisschaal – met reacties – door Bart Kiers, Zorgvisie, 7 januari 2022: www.zorgvisie.nl

Naar aanleiding van de actie van Jos de Blok stuurde Thijs Jansen een tweet rond waarin hij verwees naar een ander, eerder geslaagd optreden, dat van PO in Actie, dat tot positieve gevolgen heeft geleid:

Eindelijk gaan juffen en meesters net zoveel verdienen als leerkrachten op middelbare scholen: ‘Missie geslaagd’, door Henk van Gelder, De Gelderlander, 11 december 2021: www.gelderlander.nl

Jos de Blok en de initiatiefnemers van PO in Actie, de leraren Jan van de Ven en Thijs Roovers zijn voortrekker van Stichting Beroepseer

 

Afbeelding bovenaan is van Mohamed Hassan: ‘De toekomst hangt af van wat je nu aan het doen bent’ (Gandhi)

FNV Jeugdzorg presenteert ‘Commissie van wijzeren’, als reactie op ‘Commissie van wijzen’ die staatssecretaris Jeugd en Preventie gaat helpen

De sector Jeugdzorg van vakbond FNV presenteert – met een knipoog, maar wel serieus – de ‘Commissie van wijzeren’ die de nieuwe staatssecretaris van Jeugd en Preventie, Maarten van Ooijen, een handje komt helpen bij zijn zware taak om de jeugdzorg weer op de rit te krijgen. Het is een tegengeluid als reactie op het advies dat de zogeheten ‘Commissie van wijzen’ vorig jaar gaf aan het kabinet over financiering en hervorming van de Jeugdzorg.
Maaike van der Aar, bestuurder FNV Jeugdzorg in een interview met Sander Wageman: “De Commissie van Wijzeren bestaat uit mensen die met de voeten stevig in de modder staan. Zij moeten gehoord worden. Het is een gezonde mix van jeugdprofessionals en ervaringsdeskundigen”.

Adviezen

Er zijn door FNV Zorg & Welzijn en de sector adviezen opgeleverd voor nu, en voor de toekomst. Die adviezen zijn onder meer terug te vinden in het manifest ‘de Jeugdsprong’ waarvoor FNV met Stichting Beroepseer een brede denktank oprichtte, en het SER advies ‘Van systemen naar mensen’.
Volgens de ‘Commissie van Wijzeren’ moeten deze adviezen de basis zijn voor hervormingen in de sector. Van der Aar: “Wij willen onder andere met een brief aan de nieuwe staatssecretaris duidelijk maken dat er meer werk gemaakt moet worden van de (ervarings)kennis van onze ‘Commissie van Wijzeren’. En dat zij niet alleen mee moeten praten, maar ook mee moeten beslissen. Vandaar dat ze op het bordes staan; het zijn de beste vakministers die we ons kunnen wensen!”*)

Bom

De in het coalitieakkoord aangekondigde bezuinigingen, maar ook de eigen bijdrage legt voor FNV Zorg & Welzijn een bom onder alle randvoorwaarden die nodig zijn om de sector te redden. Van der Aar: ‘Dat er nu een kabinet aantreedt dat opnieuw wil bezuinigen op deze sector is onacceptabel. Jeugdzorgverleners zitten al jaren met de handen in het haar en steeds meer van hen verlaten gedesillusioneerd de sector. De overgebleven ‘die hards’ hebben hun laatste hoop op de nieuwe staatssecretaris gevestigd. Hopelijk worden ze gehoord, want tot nu toe werden ze steeds buiten de deur gehouden.’

Massale protestactie

In december 2021 stapten al een aantal jeugdzorgmedewerkers uit de werkgroepen van de zogeheten Hervormingstafel, waar onder meer het Rijk en gemeenten werken aan een verbeterplan voor de sector. De groep medewerkers voelt zich niet gehoord en wilde zich niet verbinden aan planloze bezuinigingen op voorhand.
Op dinsdag 15 maart 2022 organiseert FNV Jeugdzorg daarom een massale protestactie tegen de bezuinigingen.

Noot
*) Zie de foto FNV presenteert eigen vakministers op bordes, op site van FNV: www.fnv.nl/nieuwsbericht/sectornieuws/zorg-welzijn/2022/01/laat-kabinet-eindelijk-luisteren-naar-echte-wijzen

Laat kabinet eindelijk luisteren naar echte wijzen uit de jeugdzorg, door Sander Wageman, FNV, 10 januari 2021: www.fnv.nl/nieuwsbericht/sectornieuws/zorg-welzijn/2022/01/laat-kabinet-eindelijk-luisteren-naar-echte-wijzen

Manifest De Jeugdsprong: https://beroepseer.nl

Jeugdzorg: van systemen naar mensen, SER-advies: www.ser.nl/-/media/ser/downloads/adviezen/2021/van-systemen-naar-mensen.pdf

Brief van FNV aan de nieuwe staatssecretaris: https://www.fnv.nl/getmedia/a03d602f-d9b3-4697-b46c-24be7b5d9ce5/kamerbrief-over-oordeel-commissie-van-wijzen-v3.pdf


Foto bovenaan is van Julia Sezemova

Wijkverpleging lijdt aan gebrekkige beeldvorming. Betere verpleegkunde-opleiding brengt daar verandering in

Terwijl het werk van wijkverpleegkundigen veelzijdiger en uitdagender is geworden, kiezen relatief weinig hbo-verpleegkunde-studenten voor een baan in de wijk. Onderwijskundig onderzoek van promovenda Margriet van Iersel helpt hierin verandering te brengen.
De onterecht negatieve beeldvorming van de wijkverpleging is hardnekkig, leert het promotieonderzoek. Dat is een probleem, omdat de transities in de zorg juist om méér medewerkers in de wijkverpleging vragen.

Docent-onderzoeker Margriet van Iersel*) promoveerde in november 2021 op het onderzoek Verpleegkundig onderwijs voor wijkverpleegkundigen. Volgens Van Iersel levert haar onderzoek veel informatie op die gebruikt kan worden om het onderwijs te verbeteren. Meer nog dan zij dacht, zijn er ‘misconcepties’ over de beroepspraktijk van verpleegkundigen.
Van Iersel in een interview met ZonMw – organisatie voor gezondheidsonderzoek en -innovatie: “Veel studenten denken bijvoorbeeld dat ze in de wijk vooral met oudere patiënten werken. Maar in het ziekenhuis zijn verreweg de meeste patiënten toch ook oud? En in de GGZ zou de emotionele belasting van het werk zo groot zijn. Maar wat denk je dan van de kinderoncologie?”

Samenwerken met mensen die om de cliënt heen staan

Het werk in de wijk is uitdagender en complexer geworden, ook omdat de visie op zorg veranderd is. Denk aan begrippen als zelfmanagement en samen beslissen. “Er is veel meer aandacht voor de vraag hoe je als wijkverpleegkundige jezelf overbodig kunt maken. Hoe kan je de cliënt helpen om beter voor zichzelf te zorgen? Met die enorme ‘diversiteit achter de voordeur’ vraagt dit veel van de wijkverpleging. Wijkverpleegkundigen bevinden zich op andermans terrein. Zíj moeten invoegen en echt samenwerken met mensen die om de cliënt heen staan”.

Beeldvorming hbo-v-studenten

Een belangrijk onderdeel van het promotieonderzoek van Van Iersel was de ontwikkeling van een vragenlijst om de beeldvorming van hbo-v-studenten over de wijkverpleging te kunnen onderzoeken. Over deze zogeheten SCOPE-vragenlijst publiceerde zij in 2018 een artikel in een internationaal tijdschrift. Ze is nog steeds verbaasd over de respons. “Er is wereldwijde belangstelling. Ik heb nu de Turkse en Chinese vertaling in mijn computer staan. Ook in Amerika en Australië wordt de lijst al gebruikt. Dit is de grootste spin-off van het onderzoek”.

Beroepsvoorlichting

Op basis van haar eigen onderzoek heeft Van Iersel concrete aanbevelingen voor hbo-verpleegkunde-opleidingen. Bijna meer nog dan gedacht, blijkt bijvoorbeeld dat studenten al bij het begin van hun opleiding vooral dat (onterechte!) beroepsbeeld van de ziekenhuisverpleegkundige voor ogen hebben. Een betere en vooral ook vroegere voorlichting kan daar iets aan doen, bijvoorbeeld bij de beroepsvoorlichting op middelbare scholen en tijdens de open dagen voor aankomende studenten.

Hogeschool van Amsterdam

Om meer studenten voor een baan in de wijk te motiveren, heeft de Hogeschool van Amsterdam het onderwijsprogramma aangepast. Er is bijvoorbeeld meer aandacht voor ‘rolmodellen’ uit de wijkverpleegkunde, tweedejaars studenten kunnen in een community care-week meelopen in een wijkteam en in het 3e jaar is er een nieuwe minor Complex Community Care. Daarnaast is vanuit het nieuwe opleidingsprofiel Bachelor Nursing 2020 ook landelijk gewerkt aan een nieuwe insteek van de opleiding hbo-v. De opleiding is nu meer gericht op de huidige transities in de zorg.

Leerwerkplaatsen voor de wijk

Ook voor thuiszorgorganisaties heeft Van Iersel adviezen. Zo kunnen de leerwerkplaatsen die in de ziekenhuissector al bestaan, ook voor aankomend wijkverpleegkundigen worden opgezet. “Studenten in de wijk missen peers, daar kunnen we meer oplossingen voor vinden”.  Ook een goede begeleiding tijdens de stage blijkt heel belangrijk. “Voor aankomend wijkverpleegkundigen moet er een balans zijn tussen voldoende veiligheid in de wijk én de uitdaging om een kick te ervaren als je alleen met een patiënt aan het werk bent”.

Meer en beter opgeleide studenten kiezen voor de wijk. Interview met onderwijskundige Margriet van Iersel, door Gonny ten Haaf, eindredactie ZonMw, januari 2022: https://publicaties.zonmw.nl/onderwijs/meer-en-beter-opgeleide-studenten-kiezen-voor-de-wijk/

Nursing education for community care – Effect of curriculum-redesign on students’ perceptions and choices in caregiving, met samenvatting in het Nederlands, door M. van Iersel, november 2021: https://dare.uva.nl/search?identifier=40fb4dc9-0844-453d-a057-42a8c1b01b25

*) Naast onderzoeker is Margriet van Iersel werkzaam als hoofddocent bij de opleiding Verpleegkunde aan de Hogeschool van Amsterdam. Bovendien is zij programmacoördinator van de nieuwe master GGZ-Verpleegkunde.

 

Foto bovenaan is van Cade Martin

Manifest voor echte bijstand met bestaanszekerheid

De Participatiewet is bedoeld als vangnet. Mensen die zelf onvoldoende inkomen hebben, moeten worden beschermd in hun bestaanszekerheid, toekomstperspectief krijgen, zo nodig met ondersteuning. De werkelijkheid staat hier mijlenver van af. Het kán anders. Emeritus hoogleraar Trudie Knijn heeft met de Landelijke Cliëntenraad (LCR) en vakbond FNV het initiatief genomen voor opstelling van het manifest Een oproep tot meer echte bijstand.
Achter het initiatief hebben zich geschaard – in de werkgroep Verbetering Participatiewet – wetenschappers, professionals in het sociaal domein, ervaringsdeskundigen en gespecialiseerde advocaten.

Uit het Manifest

Hoe het nu is
Geen mens zit voor zijn plezier in de bijstand. De bijstand schept door alle voorschriften een afhankelijkheidsrelatie tussen burgers en de overheid die velen ervaren als bedreigend of beklemmend. Het bedrag dat mensen per maand krijgen, is minimaal. Wie (langdurig) in de bijstand zit, heeft moeite om rond te komen. Het lage inkomen en de ingewikkelde regelgeving zorgen ervoor dat burgers onbedoeld in de schulden raken. Het is ook bekend dat mensen in de bijstand vaker dan gemiddeld kampen met problemen die met elkaar samenhangen: slechtere huisvesting, verminderde gezondheid, spanningen in relatie of gezin.

Hoe het is bedoeld
De Participatiewet is bedoeld als vangnet. Mensen die zelf onvoldoende inkomen hebben, moeten zo worden beschermd in hun bestaanszekerheid. Zij moeten zo nodig ondersteuning krijgen om deel te kunnen nemen aan de samenleving. Het bieden van toekomstperspectief op volwaardig meedoen, is onmisbaar.

Wat er moet gebeuren
Wij menen dat een bijstandswet waaruit vertrouwen en respect spreekt wél voldoet aan de behoeften van uitkeringsgerechtigden. Er moet worden gebouwd vanuit een andere visie. In dit manifest beschrijven wij onze visie.

Kernpunten

De knelpunten: onvoldoende betaald passend werk en mensen niet centraal

Uit onderzoeken van het Centraal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV ) blijkt dat er niet voor alle mensen (passend) werk is. De huidige wetgeving en de uitvoering ervan sluiten onvoldoende aan op de mogelijkheden, behoeften en belevingswereld van honderdduizenden mensen in Nederland. Een deel van de bevolking kán niet participeren binnen de huidige kaders, een deel kan dit slechts beperkt en een deel participeert op een andere manier dan beleidsmakers hebben bedoeld. Al deze mensen hebben het moeilijk: ze passen niet in het aanbodgerichte formaat van de dienstverlening en ze wantrouwen instituties.

De huidige benadering is er een vanuit een eenzijdig economisch mensbeeld. Het product en het resultaat staan centraal, en niet de mens. Dit werkt niet en kwetst mensen. Bijstandsgerechtigden verkeren in armoede en gaan gebukt onder stigmatisering en vernedering. Gemeenten hebben niet de middelen om goede bijstand te verlenen en uitvoerende professionals merken dat ze geen kans krijgen om mensen werkelijk te ondersteunen en perspectief te bieden op zinvol meedoen.

Bijstand vanuit een nieuwe visie kan niet langer wachten.

Het nieuwe kabinet moet zo snel mogelijk zorgen voor een bijstandswet die uitgaat van een sociaal mensbeeld. Iedereen moet kunnen bijdragen op basis van de eigen mogelijkheden en wensen.

Belangrijkste elementen in deze nieuwe visie op de bijstand

Mensen beschermen, betekent bestaanszekerheid bieden.
Mensen ondersteunen betekent luisteren, aandacht geven en zorgen dat zij de mogelijkheden krijgen die zij nodig hebben.

Andere manier van bejegening

De manier waarop de overheid burgers nu bejegent, is gericht op wantrouwen met strikte handhaving. Dwang met zogenaamde prikkels is nu dè manier om resultaten te behalen. Wij wijzen deze houding af.

De overheid biedt toekomstperspectief

Een nieuwe bijstandswet biedt mensen echt toekomstperspectief en de overheid staat hen hierin bij met raad en daad. Om onze ambitie te realiseren, pleiten wij voor een nieuwe wet met verankering van:

• Het recht op volwaardige begeleiding en scholing.
• Het recht op zinvolle maatschappelijke participatie.
• Het recht op een passend arbeidsaanbod.
• Het recht op persoonlijke ontwikkeling.
• Het recht op financiële bestaanszekerheid.
• Het recht op zelfstandigheid en gelijkwaardigheid.

Cultuuromslag voor flexibiliteit, meer autonomie en innovatie in uitvoering

Naast de wettelijke verankering van rechten is een cultuuromslag in de uitvoering van de bijstand noodzakelijk.

Bijstand als vorm van solidariteit: kabinet neem onze ambities over

Wij hanteren een sociaal mensbeeld dat uitgaat van solidariteit. In onze visie biedt de bijstand bescherming, ondersteuning en toekomstperspectief aan mensen die hierop tijdelijk of permanent een beroep moeten doen. De Werkgroep verbetering Participatiewet roept het nieuwe kabinet op al deze ambities over te nemen en naar de werkelijkheid van meer dan 350.000 Nederlanders te vertalen”

Lees het hele manifest Een oproep tot meer echte bijstand, met lijst van alle ondertekenaars, Landelijke Cliëntenraad, 4 januari 2022: https://o8s9ala602u.b-cdn.net/7656b9f3-2577-4f3b-9f26-7da25ddd5555.pdf

Manifest voor echte bijstand is dringende oproep aan nieuwe kabinet, Landelijke cliëntenraad, 4 januari 2022: www.landelijkeclientenraad.nl