Skip to main content

Redactie Beroepseer

Podcastaflevering ‘Tegenspraak’ in serie ‘De publieke ruimte’

De eerste aflevering van het nieuwe seizoen van de podcastserie De publieke ruimte gaat over tegenspraak. Gasten zijn Erik Pool en Sandra Palmen. Hoe je kun als medewerker je goed uitspreken tegenover je leidinggevende of in een groep als je ziet dat er iets aangekaart moet worden? Hoe kan goede tegenspraak helpen bij een betere publieke dienstverlening?

Erik Pool is programmadirecteur Dialoog & Ethiek bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hij schreef het boek Macht en moed. Ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken. Sandra Palmen werd vooral bekend door het memo waarin ze beschreef wat er volgens haar niet goed ging bij de fraudebestrijding van de Kinderopvangtoeslag en dat vervolgens belandde in de spreekwoordelijke la. Totdat de affaire in de volle omvang duidelijk werd. Als geen ander weet ze wat het is om tegenspraak te geven.

In deze podcastserie gaan Martijn Grimmius en Otto Thors met een gast op zoek naar manieren om de publieke dienstverlening te verbeteren. De serie is onderdeel van het programma Werk aan Uitvoering (WAU). Wat komt er allemaal kijken bij een betere dienstverlening? Met welke dilemma’s krijgen ambtenaren te maken? En welke goede initiatieven zijn al tot bloei gekomen?

Naast de aflevering Tegenspraak is er een speciale aflevering – een bonus – gewijd aan Sandra Palmen over de fraudebestrijding en de kinderopvangtoeslag. Hoe kijkt zij terug op die periode en welke lessen heeft ze er als ambtenaar uit getrokken?

Tegenspraak luisteren op Spotify: https://open.spotify.com/episode/0jPFkFVHu7JrP0yIql6azm

Luisteren naar BONUS: Sandra Palmen blikt terug op Spotify: https://open.spotify.com/episode/79nEwlokYqQ9Tnj3HlSgB5

De publieke ruimte: https://open.spotify.com/show/5VWtfJI3bOU0fDfO33YgeD

Werk aan uitvoering: https://www.werkaanuitvoering.nl/

Tekorten hebben ervoor gezorgd dat overheid aan gezag heeft ingeboet. Hoe gezag te herwinnen?

Het gezag van de overheid is noodzakelijk voor de aanpak van urgente vraagstukken en langlopende beleidsopgaven. Dit gezag staat echter onder druk. De Raad voor het Openbaar Bestuur adviseert daarom te investeren in de bekwaamheid, betrouwbaarheid en betrokkenheid van de overheid en presenteert een agenda voor het herwinnen van gezag in het rapport: Gezag herwinnen. Over de gezagswaardigheid van het openbaar bestuur

Han Polman en Rien Fraanje, resp. voorzitter en secretaris­-directeur van ROB in het Voorwoord:

“Het openbaar bestuur wordt vandaag de dag uitgedaagd om op de toppen van zijn kunnen te opereren. Een aantal grote, urgente en uitdagende opgaven komen samen en vragen om daadkrachtig en voortvarend ingrijpen. Maar interventies kunnen niet effectief zijn als ze niet ook steun krijgen in de samenleving. Incidenteel kan leiderschap vragen om ingrijpen ook als daar geen steun voor is, op de lange termijn zijn daadkracht en draagvlak twee zijden van dezelfde medaille.

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) moet vaststellen dat het draagvlak voor het handelen van de overheid niet vanzelfsprekend meer is. Steeds vaker wordt haar optreden met argwaan bekeken. Dat tast de slagkracht van de overheid aan. Waarom treden mensen hun overheid steeds vaker met wantrouwen tegemoet? Wat is nodig om de relatie tussen overheid en burger te herstellen? Het waren deze vragen die de Raad aanzette om in de zomer van 2021 een verkenning naar het gezag van de overheid op te starten.

De verkenning is uitgevoerd langs drie onderzoekslijnen. Allereerst heeft de Raad een brede filosofisch-historische literatuurstudie uitgevoerd om meer te weten te komen over hoe de gezagsrelatie tussen overheid en burger zich in de afgelopen decennia heeft ontwikkeld. Hiervoor is de Raad onder andere een samenwerking met de Filosofische School Nederland aangegaan. Ten tweede heeft hij op basis van sociaal-psychologisch onderzoek onderzocht wat de staat is van het huidige overheidsgezag in meer kwantitatieve zin.

Deze studie – die voor een belangrijk deel gebaseerd is op bestaand empirisch onderzoek, bijvoorbeeld van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) – hielp bij het doorgronden van de redenen waarom burgers de overheid al dan niet gezag toedichten. Onder de noemer ‘gezag in de praktijk’ is de Raad – als derde onderzoekslijn – antropologisch te werk gegaan om de gezagsrelatie tussen overheid en burger in enkele praktische cases te onderzoeken. Het resultaat van deze praktijkcasussen is een bundel met drie longreads die separaat van dit signalement verschijnt.

De uitkomsten van de drie onderzoekslijnen komen samen in dit onderliggende signalement Gezag herwinnen. Over de gezagswaardigheid van het openbaar bestuur. Hierin betoogt de Raad dat verschillende tekorten ervoor hebben gezorgd dat de overheid aan gezag heeft ingeboet. Er is een cognitief tekort ontstaan, omdat afgelopen decennia veel publieke taken buiten
de overheid zijn belegd. Daarnaast werden veel ambtenaren, zeker in de top, geacht met regelmaat binnen de Rijksdienst te rouleren. Dit heeft als gevolg dat specialisten binnen de overheid schaars zijn geworden. Daarnaast is een moreel tekort ontstaan omdat het overheidshandelen is gereduceerd tot technocratisch-­rationeel optreden dat volledig neutraal zou zijn. Maar de overheid kan niet neutraal zijn, ze maakt uiteindelijk altijd keuzes vanuit een normatief kader. Het is van belang dat politieke bestuurders die morele uitgangspunten weer expliciet maken. Ten slotte bestaat er een maatschappelijk tekort waarmee de Raad bedoelt dat wat er leeft in de volle breedte van de samenleving niet altijd meer de overheid weet te bereiken.

Geredeneerd vanuit deze tekorten stelt de ROB vast dat een gezagswaardige overheid bekwaam, betrouwbaar en betrokken is. Vanuit die drie kernkwaliteiten presenteert de Raad in hoofdstuk 5 drie denkrichtingen die leiden tot herwinnen van gezag. De Raad wil – mede gebaseerd op de reacties op zijn signalement – hierna zelf aan de slag gaan met de uitwerking van in ieder geval een van de in hoofdstuk 5 genoemde oplossingsrichtingen. Dit signalement is aldus een tussenproduct van een langer lopend traject over het gezag van de overheid”.

Maand van het gezag

Volgens de ROB begint het herwinnen van gezag bij een overheid die beter presteert. Als start van het gesprek over het herwinnen van gezag organiseert de ROB daarom in november de ‘Maand van het Gezag’. Hiermee wil de ROB een aanzet doen voor het democratische debat over gezag en bestuurders en burgers activeren om er mee aan de slag te gaan en deze agenda verder vorm te geven.

Overheid moet gezag herwinnen, ROB, 10 november 2022: www.raadopenbaarbestuur.nl/actueel/nieuws/2022/11/10/overheid-moet-gezag-herwinnen

Downloaden rapport Gezag herwinnen. Over de gezagswaardigheid van het openbaar bestuur, ROB, 10 november 2022: www.raadopenbaarbestuur.nl

Meer over gezag:

Leergang Modern gezag en de Synopsis Modern gezag: https://beroepseer.nl

Het gezag van de wethouder: https://beroepseer.nl

Eindrapport ‘Het gezag van de gemeenteraad’ gepresenteerd: https://beroepseer.nl

De SAM-professional als gezagsdrager. Onderzoek naar beroepseer in het publiek sociaal domein: https://beroepseer.nl

Stichting Beroepseer onderzoekt het gezag van de raadsgriffier: https://beroepseer.nl

Gezagsdragers – De publieke zaak op zoek naar haar verdedigers. Redactie: Thijs Jansen, Gabriël van den Brink en René Kneyber, 2012: https://beroepseer.nl/gezagsdragers/
Met de bundel Gezagsdragers heeft Stichting Beroepseer in 2012 het onderwerp gezag op de kaart gezet.

Met gezag! Agressie tegen werknemers met een publieke taak: inzicht en uitzicht, door prof. Bas van Stokkom. Uitgeverij Boom, 2013: https://basvanstokkom.eu/

Eerst zand toevoegen aan pannenkoekendeeg, daarna docenten leren de korrels uit de gebakken pannenkoek te verwijderen

“Bij discussies over onderwijs is er dikwijls sprake van een clash tussen progressief en traditioneel onderwijs. Kritiek op traditioneel onderwijs ervaar ik al vanaf mijn opleiding. Na veertig jaar lesgeven oogt die kritiek voor mij nu zélf erg traditioneel. De kunstmatige tweedeling van progressief tegenover traditioneel heeft echter weinig te maken met de werkelijkheid, maar veel met ideologie en macht. Het zou goed zijn als we beide wat kunnen inperken en redelijk houden”.

Aan het woord is Trudo Herman in het artikel De Staat van het Onderwijs en zand in de pannenkoek op Komensky Post, onafhankelijk online onderwijsplatform. Herman noemt zich een ‘polyfoon gekweekte antieke lesgever’ in Vlaanderen.

De titel van zijn artikel is ontleend aan de reactie van een docente op het jaarlijkse, in april 2022 gepubliceerde rapport De Staat van het Onderwijs door de Inspectie van het Onderwijs, dat gaat over over trends en ontwikkelingen in het onderwijsstelsel en binnen de onderwijssectoren. Zij reageert op de stelling in het rapport dat de neergaande trend voor taal en rekenen in twee jaar kan worden gekeerd door vooral veel aandacht te besteden aan het vergroten van de kennis en kunde van leraren.*)

Eerst het ambacht afleren, en dan weer aanleren

Zij maakte een treffende vergelijking en beschreef hoe enerzijds wordt gevraagd zand toe te voegen bij het deeg, en anderzijds bijles kan worden georganiseerd voor leerkrachten om te leren hoe ze krakende korrels uit de gebakken pannenkoek moeten verwijderen. Zo beschreven komt dit neer op het afleren van een ambacht om het dan weer aan te leren. Op de werkvloer worden inderdaad al lang vraagtekens geplaatst bij enkele nog steeds dominante maar helaas falende onderwijstheorieën die twintig tot dertig jaar geleden door overheden werden gepropageerd en opgelegd. Veel veldwerkers vinden dat net deze theorieën ervoor hebben gezorgd dat steeds meer gediplomeerde mensen, waaronder ook leraren, niet het onderwijs hebben gekregen dat ze verdienden.

In Vlaanderen is in maart 2020 de commissie Beter Onderwijs opgericht. Aan zeven academici en zeven praktijk mensen was gevraagd zich te buigen over de oorzaken van de niveaudaling. De Commissie werkte iets langer dan een jaar aan een rapport met adviezen dat eind oktober 2021 is gepubliceerd: Naar de kern: de leerlingen en hun leer-kracht.

Zandvrije pannenkoeken

Herman hoopt op beter onderwijs… minder in het belang van ideologie of macht, maar meer in het belang van onze kinderen… “Laat ons paraplu’s dichtvouwen om de schadelijke gevolgen van een teveel aan ik-gerichte pedagogie en didactiek te helpen wegspoelen”.
Hij merkt aan het slot van zijn artikel op dat er “gelukkig nog veel zandvrije pannenkoeken gebakken worden in het onderwijs. Je kan het elke dag constateren op werkvloeren waar lesgeven wordt beschouwd als een stiel waarbij men mag blijven zoeken hoe men zoveel mogelijk leerlingen hoger kan tillen, met degelijke en voldoende instructie, los van enig dogma of doctrine”.

Noot
*) De Staat van de Pannenkoek, door Charlotte Goulmy, 14 april 2022: https://sites.google.com/view/destaatvandepannenkoek/homepage

Lees het hele artikel van Trudo Herman: De Staat van het Onderwijs en zand in de pannenkoek, Komensky Post, 11 november 2022: https://komenskypost.nl/?p=7753

Rapport De Staat van het Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, 13 april 2022:
www.onderwijsinspectie.nl/documenten/rapporten/2022/04/13/de-staat-van-het-onderwijs-2022

Commissie Beter Onderwijs in Vlaanderen presenteert tien speerpunten om onderwijskwaliteit te verhogen, Blogs Beroepseer, 2 november 2021: https://beroepseer.nl

Van alle beroepen lijden verhoudingsgewijs docenten het meeste onder de hoge werkdruk

Bijna 520 duizend werknemers (6,7 procent) van 15 tot 75 jaar noemden in 2021 werkdruk als belangrijkste reden voor hun laatste verzuim op het werk. Deze werknemers waren twee keer zo lang afwezig van het werk vergeleken met alle werknemers die hadden verzuimd. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van cijfers uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van het CBS en TNO.

Werknemers die aangaven dat de reden voor hun meest recente verzuim werkgerelateerd was, met werkdruk als belangrijkste reden, waren gemiddeld 38 werkdagen niet inzetbaar. De gemiddelde afwezigheid van een werknemer bij verzuim is 17 werkdagen. Van alle werknemers die verzuimden vanwege werkdruk, was 33 procent langdurig (20 werkdagen of meer) afwezig. Dat is ruim twee keer zo hoog als gemiddeld bij werknemers die verzuimden.

Verzuim door werkdruk hoogst bij docenten

10,9 procent van de werknemers met een pedagogisch beroep noemde in 2021 werkdruk als belangrijkste reden voor het laatste verzuim. Docenten in het wetenschappelijk onderwijs, het hoger onderwijs en op middelbare scholen gaven dit het vaakst aan. Verzuim door werkdruk werd ook relatief vaak genoemd door werknemers met een ICT-beroep, een creatief- en taalkundig beroep, of een zorg- en welzijnsberoep. Bij werknemers in agrarische beroepen, in beroepen in transport en logistiek, en in dienstverlenende beroepen, kwam verzuim door werkdruk veel minder vaak voor.

Voorbeeld

Het artikel Stress op de werkvloer leidt vooral tot mentale problemen in Het Financieele Dagblad door Elfanie toe Laer begint met een voorbeeld van werkstress in het onderwijs:

Ze durft niet met haar echte naam in de krant. Merel (45) werkt al ruim twintig jaar in het speciaal onderwijs. Ze geeft les aan basisschoolkinderen met gedragsproblemen en de omstandigheden waaronder zij dat doet verslechteren. Ze mag van haar werkgever niet in het openbaar klagen over de werkdruk. Dan maar anoniem, als Merel.

Er wordt veel met onbevoegden gewerkt, er zijn minder klassenassistenten en als iemand ziek is, wordt de assistent die er nog wel is voor de klas gezet. Ook de indeling van de werkdag noemt Merel ‘steeds pittiger’: ‘Je werkt van acht tot vijf. Je eet tussendoor met de kinderen, tijd om even op adem te komen is er niet. Dat was voorheen anders.’

De gevolgen van de oplopende werkdruk zijn niet te missen. Het verzuim is hoog en ondanks hun enthousiasme voor het vak, zijn al veel collega’s van Merel vertrokken.

Week van de werkstress 2022

De Week van de werkstress wordt gehouden van 14 tot en met 18 november 2022. De Week is voor de negende keer georganiseerd door OVAL, de brancheorganisatie voor duurzame inzetbaarheid. De leden van OVAL zijn grote en kleine bedrijven, breed georiënteerd of specialistisch en gericht op mens en organisatie. Ze werken voor werkgevers, verzekeraars, werknemers, UWV, gemeenten en individuele werkzoekenden.

De Week van de werkstress vormt de aftrap van een platform voor co-creatie en participatie op het gebied van werkstress en mentale kracht. De focus ligt dit jaar op werkstress bij werkende jongeren, werkplezier en een juiste werk-privébalans. Honderden bedrijven doen mee, inspireren elkaar en organiseren een breed scala aan activiteiten, zoals gratis online trainingen, webinars en de live training ‘Leidinggeven aan een hybride team’.
De officiële opening van de week werd verricht door Hanneke van den Bout, directeur Gezond en Veilig werken bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op de Avans Hogeschool te Breda op maandagochtend 14 november 2022.

Op dinsdag 15 november is er een Gratis webinar Young Professionals en werkstress, van 10.00 – 19.45 u. Voor wie wil kennismaken met vaardigheden die van belang zijn om werkstress te voorkomen. Zie: https://www.wvdws.nl/events/gratis-webinar-young-professionals-en-werkstress

Week van de werkstress: https://www.wvdws.nl/

OVAL: https://www.oval.nl/

Werknemers relatief lang afwezig bij verzuim door werkdruk, CBS, 14 november 2022: www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/46/werknemers-relatief-lang-afwezig-bij-verzuim-door-werkdruk

Stress op de werkvloer leidt vooral tot mentale problemen, door Elfanie toe Laer, Het Financieele Dagblad, 14 november 2022: https://fd.nl/economie/1457228/stress-op-de-werkvloer-leidt-vooral-tot-mentale-problemen-tnk2caSsNrcf

Onderwijs kampioen werkdruk, door Joëlle Poortvliet, AOb, 14 november 2022: www.aob.nl/nieuws/onderwijs-kampioen-werkdruk/

 

Afbeelding bovenaan: Tabel uit Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van CBS en TNO: Werkdruk als belangrijkste reden voor verzuim, beroepsklasse, 2021

Nivel Jaarverslag 2021 in beeld: Missiegedreven onderzoek brede gezondheidszorg

Het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel) heeft ook in 2021 onderzoek gedaan naar de vragen die spelen in de volle omvang van de gezondheidszorg. Daarmee geeft Nivel uitvoering aan zijn missie: het bieden van ‘kennis voor betere zorg’. Daarnaast is in 2021 de nieuwe Nivel Onderzoeksagenda 2022-2024 opgesteld. Deze agenda is in dialoog met het veld tot stand gekomen en focust op vier grote, maatschappelijke uitdagingen in de samenleving:

  • Gezond zijn en gezond blijven
  • Naar een inclusieve samenleving
  • De zorgprofessional van de toekomst
  • Duurzame gezondheidszorg

Bij elke uitdaging geeft Nivel aan wat voor bijdrage het onderzoek levert en wat voor oplossingen er worden gevonden

Missiegedreven onderzoek

Ook de komende jaren doet Nivel onderzoek naar de vragen die spelen in de gezondheidszorg. In essentie draait al het onderzoek om de vraag hoe de zorg voor de patiënt verbeterd kan worden, of het nu gaat om zorg bij de huisarts, zorg rond het levenseinde, zorgaanbod in de krimpgebieden of patiëntveiligheid in de ziekenhuizen. Met het onderzoek voert Nivel zijn missie uit: ‘Kennis voor betere zorg’ en de vier bijbehorende kernwaarden:

  • Maatschappelijk relevant
  • Wetenschappelijk betrouwbaar
  • Verbindend
  • Onafhankelijk maar betrokken

Nivel is gericht op brede verspreiding van de onderzoeksresultaten. Deze zijn openbaar toegankelijk.

Nivel Jaarverslag 2021 in beeld, 2022: www.nivel.nl

Nivel Jaarverslag 2021 – missiegedreven onderzoek brede gezondheidszorg, Nivel, 7 november 2022: www.nivel.nl

Nivel Onderzoeksagenda 2022 – 2024, Blogs Beroepseer, 3 februari 2022: https://beroepseer.nl/blogs/nivel-onderzoeksagenda-2022-2024/

Over Nivel: kennis bieden voor betere zorg: www.nivel.nl/nl/over-het-nivel/over-ons-instituut

Verschenen: Jaarrapport 2022 Landelijke Jeugdmonitor. Hoe gaat het met de jeugd in Nederland?

Het Jaarrapport 2022 van de Landelijke Jeugdmonitor beschrijft aan de hand van thema’s als jeugdzorg, opgroeien in ongelijke omstandigheden, onderwijs, werk, middelengebruik, criminaliteit en welzijn hoe het in 2021 ging met de jeugd in Nederland. Uit de vorige editie van het Jaarrapport bleek dat er in het eerste coronajaar 2020 veranderingen waren in de leefsituatie van jongeren. De vraag die in deze editie centraal staat is in hoeverre deze ontwikkelingen in 2021 hebben doorgezet.

Het Jaarrapport is samengesteld door het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) in samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Uit de Inleiding door Ruud van Herk van VWS:

“In het Jaarrapport Jeugdmonitor 2022 wordt allereerst gekeken naar de demografische ontwikkeling bij jeugdigen, daarna komen ontwikkelingen in het jeugdzorggebruik aan bod. Het beeld van het jeugdzorggebruik wordt vervolgens verrijkt met informatie over de leefsituatie van de jeugd aan de hand van een aantal maatschappelijke indicatoren. Deze maatschappelijke indicatoren komen aan bod in de hoofdstukken over het opgroeien in ongelijke omstandigheden, school, werk, criminaliteit en middelengebruik. De stand van zaken op deze onderwerpen heeft mogelijk impact op het welzijn van jongeren, en daarin worden lezers meegenomen in hoofdstuk 10. Doordat cijfers over het jeugdzorggebruik en de maatschappelijke indicatoren ook op gemeenteniveau beschikbaar zijn, is het mogelijk om de leefsituatie van de jeugd per gemeente af te zetten tegen het jeugdzorggebruik in de gemeente. De leefsituatie van jongeren op de BES-eilanden wordt afzonderlijk beschreven in hoofdstuk 9.

Het themaonderzoek gaat dit jaar over de arbeidsmarkt van de jeugdzorg (hoofdstuk 11). Schaarste aan personeel is immers, net als in andere sectoren, de dagelijkse realiteit. Het vraagstuk is niet eenvoudig omdat verschillende factoren doorwerken op elkaar en uiteindelijk effect hebben op thema’s als o.a. werkdruk, tevredenheid en in- en uitstroom van personeel. De uitdaging voor alle partijen die hier een rol in hebben is om hier met nog meer creativiteit naar te kijken”.

Jongvolwassenen voor het eerst lager persoonlijk welzijn dan 25-plussers

In 2021 daalde bij jongvolwassenen het aandeel met een hoog persoonlijk welzijn. Hierdoor hadden zij voor het eerst sinds de start van de meting minder vaak een hoog welzijn dan 25-plussers. Het persoonlijk welzijn van jongeren nam het meest af op het gebied van vertrouwen in instituties, het sociale leven en gezondheid.

Het percentage jongeren van 18 tot 25 jaar met een 7 of hoger voor persoonlijk welzijn is afgenomen van 70 in 2020 naar 63 in 2021. Hiermee hadden jongeren voor het eerst sinds het begin van de meting in 2013 minder vaak een hoog welzijn dan 25-plussers (67 procent). Deze afname is vooral te zien bij jonge vrouwen. Bij hen daalde het percentage met een hoog persoonlijk welzijn van 66 naar 53. Onder jongvolwassen mannen bleef het percentage met een hoog persoonlijk welzijn met 73 vrijwel gelijk. Niet alleen het persoonlijk welzijn nam in 2021 af, maar ook het percentage jongvolwassenen dat aangaf zich gelukkig te voelen en tevreden is met het leven.

Grootste afname hoog persoonlijk welzijn lag op gebied van vertrouwen

De grootste afname van het aandeel jongvolwassenen met een hoog persoonlijk welzijn had te maken met vertrouwen in instituties zoals de Tweede Kamer, rechters en de politie. Terwijl dit tussen 2019 en 2020 nog toenam van 53 naar 64 procent, was dit in 2021 met 52 procent weer op het niveau van 2019. Ook hadden jongvolwassenen minder vaak een hoog persoonlijk welzijn op het gebied van sociaal leven en gezondheid. Binnen de dimensie gezondheid daalde het percentage tevredenen met de psychische gezondheid, van 74 naar 68. Ook op het gebied van opleiding en arbeid en de financiële toekomst was er een daling in het aandeel met een hoog persoonlijk welzijn tussen 2021 en 2020.

Jaarrapport 2022 Landelijke Jeugdmonitor, CBS, 9 november 2022: www.cbs.nl/nl-nl/publicatie/2022/45/jaarrapport-2022-landelijke-jeugdmonitor

Inleiding tot Jaarrapport 2022 Landelijke Jeugdmonitor, Ruud van Herk, CBS, 9 november 2022: https://longreads.cbs.nl/jeugdmonitor-2022/

Downloaden PDF Jaarrapport 2022 Landelijke Jeugdmonitor, CBS, 9 november 2022: https://beroepseer.nl

Jongvolwassenen voor het eerst lager persoonlijk welzijn dan 25-plussers, CBS, 9 november 2022: www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/45/jongvolwassenen-voor-het-eerst-lager-persoonlijk-welzijn-dan-25-plussers

Expo ‘Lastpakken voor de klas’ wordt heropend door Paula van Manen in Theo Thijssen Museum

De tentoonstelling Lastpakken voor de klas wordt vrijdag 11 november 2022 opnieuw geopend in het Theo Thijssen Museum in Amsterdam. Deze gaat over kritische leerkrachten die in aanvaring kwamen met hun ‘bovengestelden’. Aanleiding tot de heropening is Paula van Manen. Zij krijgt een ereplaatsje in de expositie.

MBO-docent Paula van Manen schreef een boek over de praktijk op haar Nijmeegse werkplek waar overhaast ‘gepersonaliseerd onderwijs’ werd ingevoerd. Titel: Wanneer krijgen we weer les?  Na publicatie in 2019 werd zij prompt ontslagen. Alle druk trotserend, bestreed zij haar ontslag tot aan de Hoge Raad. Met succes, zo bleek op 7 oktober 2022.
“Paula van Manen is een dappere krijger”, schreef columnist Aleid Truijens in de Volkskrant.
Het aan haar gewijde nieuwe expositie-onderdeel wordt door Paula van Manen zelf onthuld. Daaraan voorafgaand laten leraar en publicist Ton van Haperen en advocaat Wouter Pors kort hun licht op de zaak schijnen.

Professionele autonomie

Een goede leerkracht slikt niet alles voor zoete koek. Theo Thijssen (1879 – 1943), schrijver, onderwijzer en politicus, ontmaskerde graag ‘pedagogische kwakzalverij’ en vocht voor zijn professionele autonomie. Maar hij kwam ermee weg: ontslagen of veroordeeld werd hij nooit.
Andere onderwijzers hadden pech: zij kwamen hard in botsing met Het Gezag. Omdat ze wilden meebeslissen. Omdat ze het schoolhoofd niet eerbiedig genoeg groetten. Omdat ze als getrouwde vrouw tóch wilden blijven lesgeven. Omdat ze ongehuwd samenwoonden. Omdat ze ‘staatsgevaarlijk’ werden geacht. Omdat ze zich iets te duidelijk uitspraken voor ontwapening. Of omdat hun onderwijsideeën wat ál te buitenissig gevonden werden.

De tentoonstelling – te zien vanaf medio mei 2022 – presenteert een aantal dwarsliggende onderwijzers uit de eerste helft van de 20ste eeuw, die opkwamen voor het onderwijs, hun positie, hun rechten, sociale gelijkheid en nog een groot aantal andere eerbare maatschappelijke thema’s.
Jelmer Evers opende de tentoonstelling met een boeiende speech. Hij is ex-leraar geschiedenis en sinds maart 2019 lid van het Dagelijks Bestuur van de Algemene Onderwijsbond (AOb), de voortzetting van de Bond van Nederlandsche Onderwijzers, waarvan Theo Thijssen bestuurder was.

Het Theo Thijssen Museum wordt beheerd door de Stichting Theo Thijssen en is gevestigd op de begane grond van Thijssens geboortehuis aan de Eerste Leliedwarsstraat 16 in Amsterdam.

De tentoonstelling word heropend op vrijdag 11 november 2022, om 16.00 uur.

Theo Thijssen Museum, Eerste Leliedwarsstraat 16, Amsterdam
www.theothijssenmuseum.nl

Klik hier voor downloaden van de nieuwsbrief De digitale bode (juni 2022) van het Theo Thijssen Museum met info over de tentoonstelling Lastpakken voor de klas en speech van Jelmer Evers: https://beroepseer.nl

Webinar over arrest Hoge Raad inzake Paula van Manen en de vrijheid van meningsuiting van docenten, Beroepseer, 17 oktober 2022: https://beroepseer.nl

 

De tekening bovenaan van de voorgevel van het Theo Thijssen Museum is gemaakt door Maria Wiersma

Het gaat niet goed met de medezeggenschap in het hoger onderwijs

De medezeggenschap in het hoger onderwijs zit in een spiraal naar beneden, zegt Rien Wijnhoven, voorzitter van de Tilburgse universiteitsraad én van LOVUM, de vereniging van universiteitsraden. De politiek laat de medezeggenschap aan haar lot over.
Woensdag 9 november 2022 opent hij een congres in Utrecht over de toekomst van de medezeggenschap in het hoger onderwijs.
In samenwerking met Werner Essen schreef hij het artikel Het gaat helemaal niet goed met de medezeggenschap in het hoger onderwijs. Essen is voorzitter van de Vereniging van Medezeggenschapsraden van Hogescholen – VMH:

Slechts 5,4% bedroeg de opkomst bij de laatste verkiezingen voor studentleden van de medezeggenschap aan de Erasmus Universiteit. Bij hogeschool Fontys stemde bij de laatste verkiezingen maar een kwart van de medewerkers en van de studenten slechts 2%. Eerder dit jaar lieten twee studentenpartijen aan de Universiteit Utrecht weten niet aan de verkiezingen deel te zullen nemen wegens onvoldoende kandidaten. En ASAP – al meer dan 10 jaar een stabiele en aanwezig factor in de studentenraad van de Radboud Universiteit – maakte twee weken geleden bekend zichzelf op te heffen, omdat het niet meer lukt genoeg studenten te vinden die actief willen worden.

De opkomst van studenten in het WO en het HBO is op steeds meer plekken dramatisch laag en gemiddeld weet minder dan een op de drie personeelsleden het (digitale) stemloket nog te vinden. Dit in het geval er überhaupt verkiezingen zijn, wat lang niet meer altijd en overal zo is. Soms is het aantal kandidaten net of niet genoeg is om het aantal beschikbare zetels te vullen.

Informatie en invloed

Ondertussen blijft onze minister van onderwijs en wetenschappen hardnekkig volhouden dat het goed gaat met de medezeggenschap in het hoger onderwijs. Dit mede op basis van een rapport ‘Goed bestuur en medezeggenschap’ van onderzoeksbureau Berenschot en van de medezeggenschapsmonitor 2022. Wij als medezeggenschap zijn hierover verbaasd. Het gaat dus helemaal niet zo goed. Behalve dat beide rapporten die conclusie niet rechtvaardigen, horen en zien wij dagelijks signalen van het tegenovergestelde. Opkomstcijfers bij medezeggenschapsverkiezingen voor studenten lopen al jaren terug en, enkele uitzonderingen daargelaten, ook de opkomstcijfers en kandidaatstellingen bij het personeel geven weinig reden tot optimisme.

Uit het Berenschot rapport blijkt bovendien dat slechts 58% van het personeel en 65% van de studenten enigszins tevreden is over de informatievoorziening aan de medezeggenschap. Aangezien juiste en tijdige informatie als zuurstof is voor een gezond democratisch debat, zou dit in de buurt van de 100% moeten liggen. En volgens de medezeggenschapsmonitor 2022 denkt maar een derde van de geënquêteerden als actief medezeggenschapper enige invloed te hebben. Waarom je al die inspanning getroosten als het zo weinig oplevert?

Lees het hele artikel Het gaat helemaal niet goed met de medezeggenschap in het hoger onderwijs, door Rien Wijnhoven en Werner Eussen, Lovum, 4 november 2022: www.lovum.net/nieuws/het-gaat-helemaal-niet-goed-met-de-medezeggenschap-in-het-hoger-onderwijs/

Congres ‘De toekomst van de medezeggenschap’: www.lovum.net/nieuws/nieuwsbrief-1-congres-de-toekomst-van-de-medezeggenschap/

VMH – Vereniging van Medezeggenschapsraden van Hogescholen: https://vmh-hbo.nl/

Rien Wijnhoven over medezeggenschap: ‘We zitten in een spiraal naar beneden’, Hoger Onderwijs Persbureau, Univers, 4 november 2022: https://universonline.nl

Bart de Coo legt uit hoe het niét moet in het onderwijs, maar ook hoe het wél moet in ‘Gepersonaliseerd onderuit’

Een ervaring van Bart de Coo tijdens het bijwonen van een studiemiddag zette hem aan tot het schrijven van zijn blog: Gepersonaliseerd onderuit. De Coo is imker, bijenteeltleraar en neerlandicus. Hij schrijft:

“Onlangs ben ik voor het eerst van mijn leven weggelopen bij een studiemiddag. Voor de zoveelste keer in mijn onderwijsloopbaan werd ik door een of andere onderwijsadviseur met zulke alle levenslust opzuigende onzin geconfronteerd, dat ik bij de eerste koffiepauze ertussenuit kneep. De groeten, ik kan mijn tijd beter besteden. Ik had dat eigenlijk al vele, vele studiemiddagen geleden voor het eerst moeten doen; het had zelfs al lang een gewoonte moeten zijn. Maar ja, volgzaamheid, groepsdruk, geen herrie willen maken, collegialiteit, geen reputatie alsjeblieft, de lieve vrede bewaren, enfin, u kent de mechanismen. De adviesbureaus en de ingehuurde sprekers profiteren er dankbaar van.

De vraag die tijdens de middag centraal stond was de vraag hoe we de onderwijsresultaten omhoog krijgen. De middag werd druk bezocht door vertegenwoordigers van een keur aan scholen uit de omgeving – nauwelijks leraren, vooral middenmanagement -, dus dat u niet denkt dat alleen mijn school met die uitdaging kampt. Het antwoord van de cursusleidster, een voormalige gymdocente van wie de academische achtergrond me even ontging, kwam neer op de overbekende progressieve onderwijsideologie, die overduidelijk niet de oplossing is voor de ellende, maar de oorzaak.

Over deze ideologie, die het onderwijs in de meeste westerse landen stevig in zijn greep heeft en in die landen onherroepelijk leidt tot omlaag gierende scores, verscheen recentelijk, in de aanloop naar de kabinetsformatie, het ‘zwartboek’ Progressief achteruit, Zwartboek over de last van slechte ideeën voor het funderende onderwijs van de hand van de hoogleraren Paul Kirschner en Jaap Scheerens. De beide hoogleraren leunen met hun zwartboek zwaar op het even briljante als vernietigende boek Progressively worse, The burden of bad ideas in British schools (2014) van Robert Peal.

Peal identificeert vier ‘pijlers’ waarop de progressieve onderwijsideologie rust. Ze worden vanzelf overgenomen door Kirschner en Scheerens. Ik zal ze alle vier noemen en kort toelichten. Daarna zal ik laten zien in welke richting ons onderwijs zich zal moeten bewegen, willen wij de resultaten in opwaartse richting krijgen. Na een hele hoop gesomber, zal ik optimistisch eindigen, met een blijmoedige glimlach op het gelaat, waarmee ik de toekomst vol verwachting tegemoet treed”.

De Coo over de derde pijler, Discipline en morele opvoeding zijn onderdrukkend:

“Is het disciplineren van kinderen onethisch? Lerarenopleidingen besteden nauwelijks of geen aandacht aan orde houden. Ze leren je hoogstens dat je les niet ‘uitdagend’ genoeg was als leerlingen de boel op stelten zetten. Zou het? Of beginnen mensen eigenlijk altíjd een beetje te muiten, als je ze geen leiding geeft, als ze niet snappen wat de procedures zijn? Of nog erger, als ze jong zijn en graag willen weten wat wel en niet geoorloofd is, zelfs als ze daarvan al de nodige vermoedens hebben?
Hét voorlopige standaardwerk over orde houden werd onlangs gepubliceerd door Tom Bennett, die er uit handen van de Britse kroonprins een hoge onderscheiding voor ontving: Running the room, The teacher’s guide to behaviour (2021). Dit jaar nog (2022) verscheen de Nederlandse vertaling van de hand van Gert Verbrugghen: Regie in de klas. Ik neem de aanprijzing door de uitgever van de Nederlandse editie letterlijk over:

In dit boek leer je hoe je een klas met overwicht en respect kunt managen. Goed gedrag is het begin van goed leren. Alle leerlingen verdienen klaslokalen waar het rustig en veilig is, en iedereen waardig met elkaar omgaat. Het is een van de belangrijkste taken van de leraar om zo’n ruimte te creëren. Maar dit gaat niet vanzelf. Het is niet voldoende om te zeggen dat leerlingen zich moeten gedragen; goed gedrag zal weloverwogen en met veel inspanning moeten worden aangeleerd.”

Lees verder op de site van Bart de Coo over hoe goed onderwijs eruit ziet: Gepersonaliseerd onderuit, 7 november 2022: https://bartdecoo.nl/gepersonaliseerd-onderuit/

‘Progressief achteruit’. Zwartboek over de last van slechte ideeën voor het funderende onderwijs, Blogs Beroepseer, 21 september 2021: https://beroepseer.nl

Progressively Worse – The burden of bad ideas in British schools, Robert Peal, CIVITAS – Institute for the study of Civil society, London, 2014: www.civitas.org.uk/pdf/ProgressivelyWorsePeal.pdf

Why Minimal Guidance During Instruction Does Not Work: An Analysis of the Failure of Constructivist, Discovery, Problem-Based, Experiential, and Inquiry-Based Teaching, Paul Kirschner, John Sweller en Richard Edward Clark, Educational Psychologist, June 2006: www.researchgate.net

Regie in de klas, door Tom Bennett, uitgeverij Phronese, 2022: https://www.uitgeverijphronese.nl/?p=1069