Skip to main content

Redactie Beroepseer

Politie in een kwetsbare samenleving

In het artikel Politie in een kwetsbare samenleving in het Tijdschrift voor de Politie blikt Jaco van Hoorn terug op de schietpartij in winkelcentrum De Ridderhof in Alphen aan den Rijn op 9 april 2011 waar zeven doden vielen, inclusief de 24-jarige dader Tristan van der Vlis.

Jaco van Hoorn  is plaatsvervangend korpschef van Politie Hollands Midden en was als leidinggevende direct betrokken bij dit incident. In het artikel reflecteert hij op de de rol van de politie tijdens de gebeurtenissen en wat voor betekenis die rol heeft voor de politie en de samenleving.

Veel mensen vinden dat we sinds 11 september 2001 en de moord op Fortuyn en Van Gogh in een andere tijd zijn terechtgekomen: “Het maakbaarheidsparadigma is ingestort. Daar moet iets anders voor in de plaats komen. Met de bij velen bekende en gewaardeerde prof. Cees Zwart noem ik dat het idee van kwetsbaarheid . Het houdt de erkenning in, dat we in een samenleving leven, die niet perfect is en ook niet perfect te krijgen is. Rampen zullen er blijven, net als ongelukken en criminaliteit. Het principiële verschil tussen het idee van maakbaarheid en het idee van kwetsbaarheid is dat bij het eerste gewerkt wordt vanuit het ideaal om het kwaad en de ellende uit te bannen, terwijl bij het kwetsbaarheidsparadigma het de opgave is om te leren omgaan met de ellende en tegenslag, die ontegenzeggelijk komen”.

Van Hoorn pleit voor het stellen van menselijke kwaliteiten  boven systeemaanpassingen en personele afrekeningen. Immers, om met leed en ellende te kunnen omgaan, zijn kwaliteiten van mensen nodig, zoals betrokkenheid en steun.

Lees het hele artikel Politie in een kwetsbare samenleving, door J. van Hoorn, Tijdschrift voor de Politie, jaargang 73, no 9, november 2011: https://beroepseer.nl

 

“Om met leed en ellende te kunnen omgaan,
zijn kwaliteiten van mensen nodig”

Debat Welk gezag hebben professionals (nog)?

Op 25 januari 2012 vindt er in de Goed Werk Hub in Den Haag het debat plaats: “Welk gezag hebben professionals (nog)?”.

Kreten als “Tijd van natuurlijk gezag rechter is voorbij” – Van Bijsterveldt: “Leraar moet meer de ruimte krijgen gezag te laten gelden”, vormen regelmatig de koppen van de dagbladen. Maar als u zelf die gezagsdrager bent, hoe gaat u daar mee om?

Naar aanleiding van de door hun gemaakte bundel Macht en gezag: een zoektocht naar moderne legitimatie gaan derdejaars studenten Bestuurskunde van de Universiteit van Tilburg in discussie met professionals over de legitimatie van hun gezag. Geanalyseerd wordt waarop het gezag van de arts, de politieagent, de manager of de leraar gebaseerd is en kan worden gebaseerd in onze tijd.
Met o.a. Thijs Jansen, begeleider van studenten, en René Kneyber, vmbo-docent en auteur van Orde houden in het voortgezet onderwijs. Beiden redigeren op dit moment, samen met Gabriël van den Brink, het in juni te verschijnen boek Gezagsdragers¹)

Het debat is bestemd voor iedereen die te maken heeft met gezag en autoriteit, of meer over het onderwerp te weten wilt komen.

Datum: 25 januari 2012, van 18:00 tot 21:00 uur
Deelname aan het debat is kosteloos.
Elke deelnemer krijgt een exemplaar van de door de studenten gemaakte bundel Macht en gezag.

Klik hier voor meer details en aanmelden.(Niet meer beschikbaar).


¹) Boek Gezagdragers – De publieke zaak op zoek naar haar verdedigers.
Redactie: Thijs Jansen, Gabriël van den Brink, René Kneyber.
Klik hier voor meer info.

omslag boek gezagsdragers

 

Goede Zorg Prijs 2011 uitgereikt op Week van reflectie

Maandagmiddag 21 november 2011 werd het startsein gegeven van de Week van reflectie in de zorg en jeugdzorg met het symposium Met hart & ziel voor goede zorg en zes praktijkgerichte workshops in het gebouw van het Ministerie van Volksgezondheid in Den Haag.  In vier jaar tijd is de Week van reflectie uitgegroeid tot een groot landelijk evenement.

Op verschillende plaatsen in Nederland vinden er meer dan honderd activiteiten plaats op het gebied van ethische reflectie en moreel beraad. Deelnemers aan de week, zoals zorginstellingen, jeugdzorgorganisaties en opleidingen, hebben zelf de thema’s gekozen en invulling gegeven aan de activiteiten binnen hun eigen organisatie.
De Week van reflectie is in het leven geroepen als stimulans voor organisaties in de zorg en jeugdzorg om structureel ruimte te maken voor ethische reflectie en moreel beraad.

Drijvende krachten achter de Week van reflectie zijn AnneMarie Bloemhoff  en Jack van Raay van de Communicatie Company. Bloemhoff schreef o.m. de boeken Zorgen met hart & ziel en Bezield besturen.

goede zorg prijs 2011
 Twee winnaars van de Goede Zorg Prijs 2011:
Toos Frijters (rechts) en Annemarie Spee (midden) van
Hospice Breda. De prijs werd uitgereikt door ethica
Mirjam Houtlosser, voorzitter van de jury van de prijs.

Op het symposium werd ook de Goede Zorg Prijs 2011 uitgereikt, bestemd voor de schrijver van de meest aansprekende tekst met een ethisch dilemma in de dagelijkse praktijk. Er waren twee winnaars: Toos Frijters en Annemarie Spee van het Hospice Breda, een woonhuis waar mensen in huiselijke sfeer hun laatste levensfase doorbrengen.
Zij beschreven beiden een casus met uiteenzetting van hun ethisch dilemma, met wie ze het hebben besproken, wat de uitkomst was en wat voor positief effect het signaleren heeft gehad op hun handelen.

De Week van reflectie duurt tot en met 25 november 2011. Raadpleeg de kalender van alle landelijke activiteiten. Op 22 november bijvoorbeeld begint er om 15.30 uur een boeiend en uitdagend symposium rond het thema Grenzen aan professionele autonomie, georganiseerd door de Stuurgroep Ethiek Medisch Centrum Leeuwarden.

Week van reflectie: https://weekvanreflectie.nl/

Reclassering kan beter

In nummer 10 van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken (TSS) verscheen het artikel Reclassering kan beter van Corine von Grumbkow en Jaap van Vliet waarin zij beschrijven hoe reclasseringswerkers in Brabant de kans kregen om zonder regels te werken en te doen wat nodig is voor een cliënt. Dat pakte in de praktijk anders uit dan gedacht. Het bleek nog niet zo eenvoudig de knop om te zetten.
Reden voor dit experiment was dat  door efficiëntere bedrijfsvoering de reclassering bijna was gaan lijken op een productiebedrijf. Maar nu mocht het keurslijf van regels worden afgelegd: “Een groot deel van de werkers sprak over hun werk als het ‘moeten behalen van productietikken’. Waren ze nog wel aan het reclasseren? Deze signalen bereikten ook de politiek en waren in 2007 de aanleiding voor de motie van Velzen/Teeven.
Deze coproductie van SP en VVD riep op de reclassering te laten experimenteren met regelvrij werken. In een afgebakende periode mocht in één arrondissement in Noord-Brabant de reclassering de helft van het budget vrij besteden. De reclasseringswerkers kregen simpelweg de opdracht: ‘pak ruimte, doe wat nodig is, schat zelf in of je voor deze cliënt wat extra’s kan doen, of iets anders kan doen’ om zijn leefsituatie te verbeteren of hem op het rechte pad te houden”.

In de anderhalf jaar dat het experiment duurde hebben 63 reclasseringswerkers in 255 casussen gebruik gemaakt van de mogelijkheid cliënten meer te bieden dan regulier gebruikelijk.

Wat gingen ze doen?

Lees verder op de site van Sociale Vraagstukken over dit interessante experiment waarin het durven geven van ruimte en vertrouwen een veelbelovend begin is van een nieuwe manier van werken en besturen: Reclassering kan beter, door www.socialevraagstukken.nl

De praktijk

goed werk gereedschap omslag voor webWerk neemt veel tijd in beslag in ons leven. We besteden op kantoor of thuis dikwijls meer tijd aan het denken over taken en verplichtingen die met ons werk hebben te maken dan aan het werk zelf. En toch kunnen we ons de vraag stellen hoe velen van ons werk zinvol vinden? Hoe velen hebben het gevoel dat ze het beste werk doen? Hoe vaak houden we ermee op rekening te houden met de gevolgen van ons werk voor anderen, of de invloed ervan op de samenleving als geheel? Zeldzaam zijn de momenten waarop mensen van welk opleidingsniveau dan ook – jonge studenten, afgestudeerden, jonge en ervaren professionals – zich afvragen wat de zin van hun werk is voor hun zelf en voor anderen. Maar die momenten zijn wel noodzakelijk.
De samenleving heeft professionals nodig die zich bekommeren om goed werk.

Sinds 1995 zijn wetenschappers aan Claremont Graduate University, Harvard University en Stanford University bezig met het GoodWork® Project, dat zich richt op onderzoek naar de betekenis van “goed werk” in het beroep en bij de beroepsbeoefenaren. De definitie van “goed werk” is werk dat van uitmuntende kwaliteit is, dat beantwoordt aan de behoeften van de gemeenschap en dat persoonlijk zinvol is.

Het project, geleid door de psychologen Mihaly Csikszentmihalyi, William Damon en Howard Gardner, is ontstaan uit bezorgdheid over wat er zou kunnen gebeuren als professionals onder enorme druk komen te staan om te voldoen aan hoge eisen.
Terwijl wetenschapsmensen in het verleden zich bijvoorbeeld hebben gericht op het vermeerderen van kennis of het vinden van remedies tegen ziekten, zoeken zij vandaag waarschijnlijk naar winstgevende behandelingen die de aandelen van de biotechmarkt in waarde doen stijgen.

Dat wil niet zeggen dat financiële belangen niet altijd al een of andere rol hebben gespeeld in de beroepen. Wetenschappers hebben uiteraard altijd met elkaar gewedijverd om de subsidies. Maar de druk van de markt in onze tijd moet gezien worden in combinatie met de vooruitgang van de technologie en die kent zijn weerga niet.
Jonge werkers ontwikkelen zich in een ander cultureel klimaat dan hun voorgangers. Zij staan voor  de complexe uitdaging om te leren onderhandelen over de vaak tegenstrijdige eisen van uitmuntendheid, moraal en verdiensten. Ervaren professionals worstelen ook met de handhaving van hun normen en de zin en betekenis van hun werk in deze veranderende verhoudingen.

De uitdagingen om werk te doen dat uitmuntend van kwaliteit is èn maatschappelijk verantwoord èn fijn om te doen – “goed werk” – zijn van cruciaal belang voor professionals op alle niveaus en in alle gebieden. Goed Werk Gereedschap is een set gereedschappen dat ons besef van ideeën over “goed werk” doet toenemen. Door te werken met deze gereedschappen onderzoeken, bediscussiëren en formuleren zowel jonge studenten als ervaren professionals de kern van hun verantwoordelijkheden, hun overtuigingen en waarden, en doelen van werk.
Goed Werk Gereedschap levert een kader waarbinnen personen kunnen nagaan wat voor soort werkers zij eigenlijk zijn en wat voor soort professionals zij zouden willen worden.

Goed Werk Gereedschap moedigt hoge kwaliteit en zinvol werk aan, maar formuleert ook onze gedachten over de gevolgen van werk voor anderen. Via een reeks praktijkgevallen en de daarbij aansluitende opgaven, denken mensen na over de kern van “goed werk” bevattende thema’s.
Deelnemers wordt gevraagd kritisch na te denken over wat iemand tot een “goede” professional maakt. Is een “goede” journalist iemand die vaak haar verhalen op de voorpagina terugvindt, ook als haar manier van werken te wensen over laat? Of is een “goede” journalist iemand die geen compromissen sluit met zijn professionele maatstaven of normen (zoals rechtvaardigheid, eerlijkheid en nauwgezetheid) en wiens verhalen minder de aandacht trekken? Het voornaamste doel van de het Gereedschap is mensen te betrekken bij vragen die alle mensen met een beroep zich behoren te stellen.

Goed Werk Gereedschap is niet een voorgeschreven leergang. Hij heet “gereedschap”, omdat er een keur aan “gereedschappen” in te vinden is, te gebruiken in onderlinge combinatie. De onderdelen zijn bedoeld voor toepassing in allerlei samenstellingen.
Anders gezegd, Goed Werk Gereedschap kan gebruikt worden als onderdeel van een termijn van bezinning, als thema van een studiejaar op een school of universiteit of als basis voor een twee of drie dagen durend seminarie.
Het is niet nodig bij gebruik zich aan de opgegeven volgorde van de hoofdstukken te houden. Gebruikers voelen zich liever vrij hun eigen keuze te maken uit de praktijkgevallen en opgaven die het best overeenkomen met hun eigen doelen en behoeften.

Inhoud van het boek
Goed Werk Gereedschap is verdeeld in hoofdstukken en elk hoofdstuk is gewijd aan een hoofdthema van “goed werk”. Een hoofdstuk bevat praktijkgevallen waarbij personen (van verschillende leeftijd en beroep) op een of andere manier hebben geworsteld met het verrichten van “goed werk”.

Na elk praktijkgeval volgt een reeks vragen voor discussie waarover deelnemers zelf kunnen nadenken en waarop zij schriftelijk kunnen reageren. Begeleiders kunnen de vragen ook gebruiken om de discussie in de groep op gang te brengen of kunnen ze inbrengen als onderdeel van een groter project. Hoofdstukken bevatten eveneens vragen en verschillende opgaven, ontworpen voor deelnemers om uit te voeren in samenhang met het praktijkgeval.
De opgaven behelzen groepsdiscussie, rollenspel, groepsopdrachten, onderzoeksprojecten en schrijfoefeningen.

Goed Werk Gereedschap

Stichting Beroepseer werkt mee aan onderzoeksproject DeMoCraft

Stichting Beroepseer werkt mee aan onderzoeksproject DeMoCraft

Hoe kunnen politici en bestuurders het democratisch moreel vakmanschap ontwikkelen dat nodig is voor gezagvol en rechtvaardig handelen – juist in tijden van maatschappelijke crisis? Die vraag staat centraal in het onderzoeksproject DeMoCraft, dat deze week is gehonoreerd binnen de programmalijn Onderzoek op Routes door Consortia (ORC) van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA).

Het project staat onder leiding van dr. Leonie Heres (Vrije Universiteit Amsterdam) en brengt onderzoekers, beleidsmakers en maatschappelijke organisaties samen. Ook Stichting Beroepseer is partner in het consortium. Vanuit onze expertise op het gebied van professionele integriteit, goed werk, rechtsstatelijk vakmanschap en gezag leveren wij inhoudelijke bijdragen en advies.

🔍 DeMoCraft onderzoekt onder meer:

  • Welke morele en democratische kennis, vaardigheden en houdingen politici nodig hebben;
  • Hoe politieke en ambtelijke omgevingen deze vakontwikkeling stimuleren of juist ondermijnen;
  • Wat het effect is op de kwaliteit van beleid, besluitvorming en het publieke vertrouwen.

Samen met o.a. gemeenten, ministeries, hogescholen, belangenverenigingen en NGO’s werken we aan praktische strategieën om het democratisch en moreel handelen van politici duurzaam te versterken.

📚 Meer informatie:

https://www.nwo.nl/en/news/fourteen-consortia-receive-funding-in-the-nwa-orc-round-2024  Fourteen consortia receive funding in the NWA ORC round 2024 (2 July 2025)

https://vu.nl/en/news/2025/funding-for-research-projects-within-the-nwa-orc-round-2024?utm_source=chatgpt.com  Within the Research on Routes by Consortia (ORC) program line of the National Science Agenda (NWA), fourteen consortia will receive funding in the 2024 round. Vrije Universiteit Amsterdam and Amsterdam UMC, location VUmc are leading three projects and participating in four. (2 July 2025)

Read more

Factcheck: “zorg naar de overheid is valse nostalgie, en populisme”

Factcheck: “zorg naar de overheid is valse nostalgie, en populisme”

Er is een merkwaardige reflex in het debat over de zorg: zodra burgers pleiten voor meer publieke sturing, wordt dat al snel weggezet als “nostalgisch geweeklaag” of “populistisch verlangen naar het ziekenfonds”.

Maar is die framing terecht?

In dit stuk onderzoek ik twee hardnekkige frames:

  1. Dat de wens naar meer overheidsregie teruggrijpt op een geromantiseerd verleden.

  2. Het is een populistische roep die voorbijgaat aan “de complexiteit van dit zorgstelsel” .

De werkelijkheid blijkt namelijk een stuk genuanceerder.

Het ziekenfonds als utopie?

Laten we eerlijk zijn: het ziekenfonds had zijn tekortkomingen.

Lange wachttijden (die anno 2025 mogelijk NOG langer zouden zijn trouwens), beperkte keuzevrijheid en een inkomensgrens waardoor niet iedereen er automatisch onder viel.

Maar dat het geen “walhalla” was, betekent niet dat het verlangen naar meer publieke regie louter op sentiment is gebaseerd.

Uit langdurig onderzoek door onder andere het SCP en Nivel blijkt dat Nederlanders waarde hechten aan:

  • Duidelijke dekking

  • Voorspelbare kosten

  • Solidariteit

Het ziekenfonds — met zijn eenvoud en inkomensafhankelijke bijdrage — belichaamde dat voor veel mensen, ook al had het praktische gebreken.

Opvallend: Sinds de invoering van het huidige stelsel in 2006 is de keuzevrijheid toegenomen, maar ook de keuzestress.

Premies zijn fors gestegen, zorgverzekeraars worden laag gewaardeerd (slechts 28% vertrouwen volgens de Nivel-barometer), en het systeem voelt voor veel burgers ontoegankelijk en bureaucratisch.

De behoefte aan eenvoud en collectiviteit is dus niet “sentimenteel”, maar rationeel gevoed.

Zijn voorstanders populisten?

Nog zo’n kwalificatie: wie pleit voor meer overheid, is blijkbaar al snel een populist.

Maar de cijfers vertellen een ander verhaal:

Uit opiniepeilingen van EenVandaag, I&O Research, Nivel en het Radar-panel blijkt dat de wens voor publieke regie breed leeft onder Nederlanders: van links tot rechts, onder hoog- en laagopgeleiden, jong en oud.

Niet alleen burgers laten dit geluid horen.

Instanties als het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit riepen in een gezamenlijke brief (2023) op tot “minder marktprikkels en meer samenwerking”.

De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) stelde in haar rapport van juli 2023 ondubbelzinnig:

Het door sommigen verboden “S-woord” (stelseldiscussie) moet een serieus onderwerp van gesprek worden.

In een Kamerbrief uit maart 2025 geeft minister Agema toe dat “marktwerking zijn grenzen heeft bereikt” en spreekt zij zich uit voor structurele wijzigingen richting centrale sturing.

Populisme impliceert simplificatie, anti-elitisme of emotionele tegenstellingen.

Maar de roep om meer regie wordt vaak onderbouwd met systeemkritiek, realistische observaties en sociaal-economische zorgen.

Het gaat hier niet om zwart-witdenken, maar om het herijken van balans.

Een signaal, geen zwaktebod

Wanneer burgers aangeven dat het huidige zorgstelsel hen niet voldoende beschermt, verdienen zij geen karikatuur maar aandacht.

De wens om opnieuw publieke waarborgen in te bouwen is geen zwaktebod of vlucht naar het verleden.

Het is een krachtige oproep om het fundament van onze zorg — solidariteit en toegankelijkheid — serieus te nemen.

Wie deze oproep wegzet als “valse nostalgie” of “populisme”, mist het grotere plaatje: een samenleving die niet terugverlangt, maar vooruit wil — met meer zekerheid, minder versnippering en een overheid die durft te sturen waar marktwerking tekortschiet.

Wie werkelijk wil begrijpen waarom zoveel burgers verlangen naar meer publieke regie in de zorg, doet er goed aan verder te kijken dan gemakzuchtige etiketten.

En wie wil begrijpen van wie de frames van “valse nostalgie” en “populisme” afkomstig zijn?

Follow the money.

Ter herinnering: Er zijn wereldwijd 195 landen; slechts 3 of 4 daarvan hanteren een marktgereguleerde zorg, waaronder de VS en Nederland.

Zijn wij nou zo slim, of…?

Niet als romantici of populisten, maar als kritische ervaringsdeskundigen laat de meerderheid anno 2025 horen dat toegang tot zorg niet gereduceerd mag worden tot een markt.

Dat is geen stap terug — het is een stap richting herwaardering van wat zorg werkelijk betekent: onderlinge verbondenheid in kwetsbaarheid.

Over de auteur

Edward Kriek, gepensioneerd huisarts, en kritische volger van de zorg.

Read more

Herziene paper over ambtelijk vakmanschap in de democratische rechtsstaat

Herziene paper over ambtelijk vakmanschap in de democratische rechtsstaat

De afgelopen jaren is de noodzaak van goed ambtelijk vakmanschap indringend duidelijk geworden. De Toeslagenaffaire, maatschappelijke crises en ambtelijk activisme vragen om meer dan incidentele programma’s. Ze vragen om structurele, normatieve én juridische borging van vakmanschap. Daarom presenteren wij nu een herziene en uitgebreide versie van het paper Ambtelijk vakmanschap voor de democratische rechtsstaat (2024), in het kader van het project Van woorden naar daden – een initiatief van het A+O fonds Rijk, Stichting Beroepseer en CMHF Overheid.

Wat biedt dit paper?

  • Een vernieuwde definitie van ambtelijk vakmanschap als het vermogen om macht om te zetten in gezag.
  • Het viervoudig recht op vakmanschap: burgers, volksvertegenwoordigers, bestuurders én ambtenaren hebben recht op professioneel ambtelijk handelen.
  • Een herbronning in het denken van Hobbes, Rousseau, Kant en Montesquieu.
  • Sterke nadruk op rechtsstatelijke kaders en behoorlijk bestuur als professioneel kompas.
  • Een constructief-kritische beschouwing van rijksbrede programma’s zoals Grenzeloos Samenwerken, Dialoog en Ethiek en initiatieven als introductie van de nieuwe ambtseed. Deze hebben onmiskenbaar waardevolle bijdragen geleverd aan reflectie en cultuurverandering, maar er is tegelijkertijd te lang onvoldoende voortgang geboekt in de structurele juridische en organisatorische verankering van het recht op ambtelijk vakmanschap. Het is verheugend dat er nu echt werk lijkt te worden gemaakt van de verplichte basisopleiding democratisch en rechtsstatelijk ambtelijk vakmanschap (Motie Oostenbruggen/Palmen van 17 april 2024 en het regeerakkoord van het huidige, demissionaire kabinet).
  • Zes richtinggevende uitgangspunten voor structurele professionalisering van ambtelijk vakmanschap.

Voor wie?

Dit paper is relevant voor beleidsmakers, topambtenaren, opleiders, en iedereen die betrokken is bij de versterking van de democratische rechtsstaat via professioneel ambtelijk handelen. De hoofdstukken kunnen afzonderlijk worden geraadpleegd, maar vormen samen een geïntegreerde visie op het ambtelijk vakmanschap in Nederland.

Project van woorden naar daden

Dit paper is de eerste stap van het project ‘Van woorden naar daden’, een initiatief van het A+O fonds Rijk in samenwerking met Stichting Beroepseer en de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF). Dit project heeft als doel om de ruimte voor ambtelijke vakmanschap te vergroten en duurzaam te verankeren binnen de Rijksoverheid. Het vakmanschap van ambtenaren is cruciaal om een verantwoordelijke overheid te onderhouden, waarin burgers vertrouwen hebben.

Download hier het herziene paper Ambtelijk vakmanschap voor de democratische rechtsstaat.

 

Read more

Onderzoek van Stichting Het Vergeten Kind en Stichting Beroepseer: “Meer aandacht, minder regels: nieuwe koers noodzakelijk voor residentiële jeugdzorg.”

Onderzoek van Stichting Het Vergeten Kind en Stichting Beroepseer: “Meer aandacht, minder regels: nieuwe koers noodzakelijk voor residentiële jeugdzorg.”

Kinderen die niet thuis kunnen wonen, krijgen in de residentiële jeugdzorg niet dat wat ze écht nodig hebben: echte aandacht, stabiliteit en professionals die hen zien, horen en waarderen. Dit blijkt uit onderzoek van Stichting Het Vergeten Kind en Stichting Beroepseer. Dit onderzoek brengt in beeld waarom aandachtsvolle residentiële zorg zo moeilijk van de grond komt, terwijl vrijwel iedereen binnen de sector het belang ervan onderschrijft. Het onderzoek wijst op urgente systeem- en werkvloerproblemen én biedt hoopvolle oplossingsrichtingen.

Het onderzoek baseert zich op gesprekken met 45 deskundigen: ervaringsdeskundigen, professionals, bestuurders van instellingen, beleidsmakers en wetenschappers. Drie concrete vragen worden beantwoord: Wat is aandachtsvolle residentiële jeugdzorg? Welke blokkades staan aandachtsvolle residentiële jeugdzorg in de weg? Hoe kunnen deze blokkades worden doorbroken?

Wat is aandachtsvolle residentiële jeugdzorg?
Een belangrijke constatering is dat aandachtsvolle residentiële jeugdzorg over veel meer gaat dan de schaal van de leefgroep of de organisatie. Op basis van de gesprekken met deskundigen stelt het onderzoek de volgende definitie vast: Aandachtsvolle residentiële jeugdzorg houdt in dat een pedagogisch medewerker vanuit professionele nabijheid het kind oprechte positieve aandacht geeft binnen een duurzame vertrouwensrelatie. Het kind voelt zich gezien, gehoord en gewaardeerd. Er zijn 6 onmisbare voorwaarden om tot deze aandachtsvolle residentiële jeugdzorg te komen: 1) een positieve grondhouding: het kind zien als uniek individu met talenten en mogelijkheden, 2) een stabiel team van professionals, 3) een stabiele woonplek waar het kind kan blijven zolang het nodig is, 4) aandacht voor de ondersteuning van de professional, 5) de actieve betrokkenheid van het sociale netwerk, in het bijzonder de ouders, 6) een kleinschalige leefgroep dat voelt als een thuis midden in de wijk, in ‘het normale leven.’

Grote blokkades in systeem en praktijk
Het rapport signaleert ernstige systeemblokkades zoals:

  • het veelvuldig doorplaatsen van kinderen, wat duurzame relaties ondermijnt;
  • een financieringssysteem gericht op kostenbeheersing in plaats van kwaliteit;
  • een gebrek aan overkoepelende visie en samenwerking tussen gemeenten en aanbieders;
  • en een overdaad aan administratie die ten koste gaat van tijd en aandacht voor kinderen.

Daarnaast zijn er professionele blokkades die het werk van jeugdzorgprofessionals bemoeilijken:

  • een gebrekkige reflectie- en leerstructuur binnen teams;
  • een hoge werkdruk en personeelsverloop;
  • te weinig zeggenschap voor kinderen en ouders;
  • Professionals die niet durven te handelen terwijl dat wel nodig is.

Tijd voor verandering
Over de volle breedte van het veld – van ervaringsdeskundigen tot bestuurders – zijn er betrokken mensen die het eens zijn over de noodzaak van verandering. En er zijn goede voorbeelden van praktijken waarin wél volop ruimte is voor aandacht, nabijheid en samenwerking. De oplossingen zijn voorhanden maar vragen om bestuurlijk lef. Het onderzoeksrapport laat op basis van de groepsgesprekken en interviews met deskundigen zien wat er concreet nodig is om de blokkades te doorbreken. Een aantal van deze verbeterpunten zijn:

  1. Zorg voor langjarige en stabiele financiering (bijvoorbeeld via beschikbaarheidsfinanciering);
  2. Ontwikkel een gedeelde inhoudelijke visie en betere samenwerking tussen gemeenten en aanbieders;
  3. Faciliteer een cultuur van reflectie: intervisie en supervisie;
  4. Herwaardeer het werken in de residentiële jeugdzorg.

Het onderzoek is een uitnodiging aan iedereen die betrokken is bij de residentiële jeugdzorg om samen de randvoorwaarden te creëren waardoor aandachtsvolle zorg vanzelfsprekend wordt. Want kinderen mogen niet de dupe zijn van systeem- en werkvloerproblemen. Als we het voor de relatief kleine groep kinderen die echt niet meer thuis kunnen wonen goed doen, dan hebben ze daar hun hele leven profijt van.”, aldus Margot Ende-van den Broek, directeur Het Vergeten Kind.

Heb je vragen of wil je meer informatie over het onderzoek? Stuur een bericht naar Gerard van Nunen (g.vannunen@beroepseer.nl).

Download hier het onderzoeksrapport.

Read more

 

Het Goed werk gereedschap

gereedschapGoed werk gereedschap bestaat uit een boek met verhalen, opgaven, discussiethema’s en een reeks waardekaarten. Het gereedschap is bedoeld om gesprekken op gang te brengen en te inspireren en na te denken over vakmanschap en moreel verantwoord, persoonlijk betrokken werk.
De verhalen en opgaven zijn erop gericht goed werk-methoden toe te passen in de klas, een groep, onderwijsprogramma’s, groepsbijeenkomsten en workshops. Elk hoofdstuk in het boek bevat een een korte inleiding, een uiteenzetting van de te behalen doelen en vragen om over te discussiëren.
De verhalen in het boek zijn ontleend aan ware gebeurtenissen met als kern een dilemma.
Goed werk gereedschap is een rijke bron waaruit men kan putten en die je kan aanvullen met eigen ideeën, verhalen en opgaven. Het is bijzonder geschikt voor het samenstellen van een cursus over “goed werk”.
De set waardekaarten heeft tot doel deelnemers aan te moedigen na te denken over hun persoonlijke en professionele waarden.

Goed werk gereedschap is de vertaling van Good Work Toolkit door Wendy Fischman en Lynn Barendsen die met Howard Gardner hebben gewerkt aan het in 1995 begonnen Good Work Project. Dit project onderzoekt de kenmerken en voorwaarden van goed werk. Initiatiefnemers van dit project zijn de Amerikaanse psychologen Howard Gardner, Mihaly Csikszentmihalyi en William Damon. Goed werk wordt vakbekwaam, integer en betrokken uitgevoerd.

Zie het boek Beroeptrots – een ongekende kracht over het Goed Werk project, pagina 48: https://beroepseer.nl/beroepstrots/

Zie ook het korte verslag van de opening van de Goed Werk Hub in januari 2011: Goed Werk Hub feestelijk van start: https://beroepseer.nl

De Goed Werk Hub is ontstaan uit het Good Work project.

Publicaties Goed Werk

Presentatie Opbrengst Routekaart Goed Werk in het Openbaar Bestuur, september 2015

Overzicht Drie jaar Routekaart Goed Werk in het Openbaar bestuur, presentatie door Thijs Jansen, 7 september 2015

Verslag bijeenkomst Ambtelijk vakmanschap als morele verantwoordelijkheid? 17 april 2015

Samenvatting Goed Werk Toolkit Beleidsambtenaren.

Routekaart Goed Werk in het Openbaar Bestuur – Voortgangsnotitie. April 2014

Vakmanschap & Goed Werk van een Ministerie. Geanonimiseerde rapportage over de gelijknamige sessies en de slotbijeenkomst, gehouden in de periode september 2013 – februari 2014

Serie Portretten Publiek professionalisme en Goed Werk. April 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Utrecht. 24 april 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Eindhoven. 10 april 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Groningen. 24 maart 2014

Verslag bijeenkomst Slecht werk – Goed werk. 30 januari 2014

Verslag bijeenkomst Professionaliteit en moraliteit. 23 januari 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Rotterdam. 16 december 2014

Verslag bijeenkomst Vakmanschap en samenwerking. 14 november 2013

Waar sta ik voor op? Jongere & oudere ambtenaren over het productief maken van idealen en een andere overheid, onder redactie van Jan Prij, 2013.

Verslag bijeenkomst Wat is de functie van de ambtenaar? 23 september 2013

Verslag bijeenkomst Staan professionaliteit en loyaliteit van ambtenaren onder druk?
16 september 2013

Verslag bijeenkomst Goed Werk in het heetst van de strijd. juni 2013

Verslag bijeenkomst Echte leiders dienen het openbaar bestuur. 14 mei 2013

Verslag bijeenkomst Zelfsturende professionals. Hoe stuur je ze aan? 16 mei 2013

Opbrengst bijeenkomst Vakmanschap en lef van rijksambtenaren. 4 maart 2013

Verslag bijeenkomst Vakmanschap en lef van rijksambtenaren. 4 maart 2013

Verslag Maak vakmanschap zichtbaar. 4 maart 2013

Verslag bijeenkomst Goed Werkende professionals, 26 oktober 2012

Verslag bijeenkomst Ambtelijk vakmanschap en vertrouwen. 8 oktober 2012

Verslag boekpresentatie De Beroepstrots van verpleegkundigen en verzorgenden in Amsterdam. 4 oktober 2012

Verslag Atelier Beroepstrots Excellente Zorg. 26 september 2012

Verslag bijeenkomst Ambtelijk vakmanschap, 9 juli 2012.

Verslag bijeenkomst Ruimte voor hulpverleners in de jeugdzorg, 6 juni 2012

Verslag bijeenkomst Professie en ruimte, 23 april 2012

Verslag bijeenkomst Professie en verbinding. 12 maart 2012

Zes lessen uit faillissement Stichting Zonnehuizen, 8 maart 2012

Verslag bijeenkomst Doorstart na faillissement Stichting Zonnehuizen. 8 maart 2012

Verslag Atelier Beroepstrots Wat draagt Lean bij aan beroepstrots?, 6 februari 2012

Verslag bijeenkomst Arbeidstijdenwet (ATW). 9 februari 2012

Verslag bijeenkomst Professie en humor met Guido Rijnja. Zesde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Januari 2012

Verslag debat Welk gezag hebben professionals (nog)?, gehouden in Den Haag op 25 januari 2012. Door Suzanne van Soest

Verslag Atelier Beroepstrots Presentie in de zorg voor ouderen, met Ingrid Windmeijer en Jeannette Mulder. November 2011

Verslag bijeenkomst Op de bres voor het lager technisch onderwijs, met Wim van de Merwe. November 2011

Verslag bijeenkomst Professie en religie, met Afshin Ellian. Vijfde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. November 2011

Verslag bijeenkomst Professie en loyaliteit, met Hans Wilmink, Rob Kuipers, Charlotte Grezel. Vierde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Oktober 2011

Verslag Atelier Beroepstrots Dienend leiderschap met Inge Nuijten. September 2011

Verslag bijeenkomst Professie en geweten. Derde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. September 2011

Verslag Directeurentafel met Jaco van Hoorn. September 2011

Verslag bijeenkomst Professie en politiek. Eerste in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Mei 2011

Verslag bijeenkomst Professie en imago. Tweede in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Juni 2011

Verslag Atelier Beroepstrots met Lies Rutten. Mei 2011

Margreet in Nepal. Verslag van Goed Werk Hub bijeenkomst van 24 februari 2011

Feestelijke opening Goed Werk Hub in Den Haag op 26 januari 2011. Verslag van Alexandra Gabrielli

Verslag van het Debat Prestatiebeloning van leraren, gehouden in Den Haag op 17 december 2010

Verslag Atelier Beroepstrots met Pieter Coppoolse en Robert van der Krogt. December 2010

Verslag Atelier Beroepstrots met Bennie Beuvink. November 2010

Verslag Atelier Beroepstrots met Barend Rombout, door Jan Prij, oktober 2010