Skip to main content

Redactie Beroepseer

Debat Welk gezag hebben professionals (nog)?

Op 25 januari 2012 vindt er in de Goed Werk Hub in Den Haag het debat plaats: “Welk gezag hebben professionals (nog)?”.

Kreten als “Tijd van natuurlijk gezag rechter is voorbij” – Van Bijsterveldt: “Leraar moet meer de ruimte krijgen gezag te laten gelden”, vormen regelmatig de koppen van de dagbladen. Maar als u zelf die gezagsdrager bent, hoe gaat u daar mee om?

Naar aanleiding van de door hun gemaakte bundel Macht en gezag: een zoektocht naar moderne legitimatie gaan derdejaars studenten Bestuurskunde van de Universiteit van Tilburg in discussie met professionals over de legitimatie van hun gezag. Geanalyseerd wordt waarop het gezag van de arts, de politieagent, de manager of de leraar gebaseerd is en kan worden gebaseerd in onze tijd.
Met o.a. Thijs Jansen, begeleider van studenten, en René Kneyber, vmbo-docent en auteur van Orde houden in het voortgezet onderwijs. Beiden redigeren op dit moment, samen met Gabriël van den Brink, het in juni te verschijnen boek Gezagsdragers¹)

Het debat is bestemd voor iedereen die te maken heeft met gezag en autoriteit, of meer over het onderwerp te weten wilt komen.

Datum: 25 januari 2012, van 18:00 tot 21:00 uur
Deelname aan het debat is kosteloos.
Elke deelnemer krijgt een exemplaar van de door de studenten gemaakte bundel Macht en gezag.

Klik hier voor meer details en aanmelden.(Niet meer beschikbaar).


¹) Boek Gezagdragers – De publieke zaak op zoek naar haar verdedigers.
Redactie: Thijs Jansen, Gabriël van den Brink, René Kneyber.
Klik hier voor meer info.

omslag boek gezagsdragers

 

Goede Zorg Prijs 2011 uitgereikt op Week van reflectie

Maandagmiddag 21 november 2011 werd het startsein gegeven van de Week van reflectie in de zorg en jeugdzorg met het symposium Met hart & ziel voor goede zorg en zes praktijkgerichte workshops in het gebouw van het Ministerie van Volksgezondheid in Den Haag.  In vier jaar tijd is de Week van reflectie uitgegroeid tot een groot landelijk evenement.

Op verschillende plaatsen in Nederland vinden er meer dan honderd activiteiten plaats op het gebied van ethische reflectie en moreel beraad. Deelnemers aan de week, zoals zorginstellingen, jeugdzorgorganisaties en opleidingen, hebben zelf de thema’s gekozen en invulling gegeven aan de activiteiten binnen hun eigen organisatie.
De Week van reflectie is in het leven geroepen als stimulans voor organisaties in de zorg en jeugdzorg om structureel ruimte te maken voor ethische reflectie en moreel beraad.

Drijvende krachten achter de Week van reflectie zijn AnneMarie Bloemhoff  en Jack van Raay van de Communicatie Company. Bloemhoff schreef o.m. de boeken Zorgen met hart & ziel en Bezield besturen.

goede zorg prijs 2011
 Twee winnaars van de Goede Zorg Prijs 2011:
Toos Frijters (rechts) en Annemarie Spee (midden) van
Hospice Breda. De prijs werd uitgereikt door ethica
Mirjam Houtlosser, voorzitter van de jury van de prijs.

Op het symposium werd ook de Goede Zorg Prijs 2011 uitgereikt, bestemd voor de schrijver van de meest aansprekende tekst met een ethisch dilemma in de dagelijkse praktijk. Er waren twee winnaars: Toos Frijters en Annemarie Spee van het Hospice Breda, een woonhuis waar mensen in huiselijke sfeer hun laatste levensfase doorbrengen.
Zij beschreven beiden een casus met uiteenzetting van hun ethisch dilemma, met wie ze het hebben besproken, wat de uitkomst was en wat voor positief effect het signaleren heeft gehad op hun handelen.

De Week van reflectie duurt tot en met 25 november 2011. Raadpleeg de kalender van alle landelijke activiteiten. Op 22 november bijvoorbeeld begint er om 15.30 uur een boeiend en uitdagend symposium rond het thema Grenzen aan professionele autonomie, georganiseerd door de Stuurgroep Ethiek Medisch Centrum Leeuwarden.

Week van reflectie: https://weekvanreflectie.nl/

Reclassering kan beter

In nummer 10 van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken (TSS) verscheen het artikel Reclassering kan beter van Corine von Grumbkow en Jaap van Vliet waarin zij beschrijven hoe reclasseringswerkers in Brabant de kans kregen om zonder regels te werken en te doen wat nodig is voor een cliënt. Dat pakte in de praktijk anders uit dan gedacht. Het bleek nog niet zo eenvoudig de knop om te zetten.
Reden voor dit experiment was dat  door efficiëntere bedrijfsvoering de reclassering bijna was gaan lijken op een productiebedrijf. Maar nu mocht het keurslijf van regels worden afgelegd: “Een groot deel van de werkers sprak over hun werk als het ‘moeten behalen van productietikken’. Waren ze nog wel aan het reclasseren? Deze signalen bereikten ook de politiek en waren in 2007 de aanleiding voor de motie van Velzen/Teeven.
Deze coproductie van SP en VVD riep op de reclassering te laten experimenteren met regelvrij werken. In een afgebakende periode mocht in één arrondissement in Noord-Brabant de reclassering de helft van het budget vrij besteden. De reclasseringswerkers kregen simpelweg de opdracht: ‘pak ruimte, doe wat nodig is, schat zelf in of je voor deze cliënt wat extra’s kan doen, of iets anders kan doen’ om zijn leefsituatie te verbeteren of hem op het rechte pad te houden”.

In de anderhalf jaar dat het experiment duurde hebben 63 reclasseringswerkers in 255 casussen gebruik gemaakt van de mogelijkheid cliënten meer te bieden dan regulier gebruikelijk.

Wat gingen ze doen?

Lees verder op de site van Sociale Vraagstukken over dit interessante experiment waarin het durven geven van ruimte en vertrouwen een veelbelovend begin is van een nieuwe manier van werken en besturen: Reclassering kan beter, door www.socialevraagstukken.nl

De praktijk

goed werk gereedschap omslag voor webWerk neemt veel tijd in beslag in ons leven. We besteden op kantoor of thuis dikwijls meer tijd aan het denken over taken en verplichtingen die met ons werk hebben te maken dan aan het werk zelf. En toch kunnen we ons de vraag stellen hoe velen van ons werk zinvol vinden? Hoe velen hebben het gevoel dat ze het beste werk doen? Hoe vaak houden we ermee op rekening te houden met de gevolgen van ons werk voor anderen, of de invloed ervan op de samenleving als geheel? Zeldzaam zijn de momenten waarop mensen van welk opleidingsniveau dan ook – jonge studenten, afgestudeerden, jonge en ervaren professionals – zich afvragen wat de zin van hun werk is voor hun zelf en voor anderen. Maar die momenten zijn wel noodzakelijk.
De samenleving heeft professionals nodig die zich bekommeren om goed werk.

Sinds 1995 zijn wetenschappers aan Claremont Graduate University, Harvard University en Stanford University bezig met het GoodWork® Project, dat zich richt op onderzoek naar de betekenis van “goed werk” in het beroep en bij de beroepsbeoefenaren. De definitie van “goed werk” is werk dat van uitmuntende kwaliteit is, dat beantwoordt aan de behoeften van de gemeenschap en dat persoonlijk zinvol is.

Het project, geleid door de psychologen Mihaly Csikszentmihalyi, William Damon en Howard Gardner, is ontstaan uit bezorgdheid over wat er zou kunnen gebeuren als professionals onder enorme druk komen te staan om te voldoen aan hoge eisen.
Terwijl wetenschapsmensen in het verleden zich bijvoorbeeld hebben gericht op het vermeerderen van kennis of het vinden van remedies tegen ziekten, zoeken zij vandaag waarschijnlijk naar winstgevende behandelingen die de aandelen van de biotechmarkt in waarde doen stijgen.

Dat wil niet zeggen dat financiële belangen niet altijd al een of andere rol hebben gespeeld in de beroepen. Wetenschappers hebben uiteraard altijd met elkaar gewedijverd om de subsidies. Maar de druk van de markt in onze tijd moet gezien worden in combinatie met de vooruitgang van de technologie en die kent zijn weerga niet.
Jonge werkers ontwikkelen zich in een ander cultureel klimaat dan hun voorgangers. Zij staan voor  de complexe uitdaging om te leren onderhandelen over de vaak tegenstrijdige eisen van uitmuntendheid, moraal en verdiensten. Ervaren professionals worstelen ook met de handhaving van hun normen en de zin en betekenis van hun werk in deze veranderende verhoudingen.

De uitdagingen om werk te doen dat uitmuntend van kwaliteit is èn maatschappelijk verantwoord èn fijn om te doen – “goed werk” – zijn van cruciaal belang voor professionals op alle niveaus en in alle gebieden. Goed Werk Gereedschap is een set gereedschappen dat ons besef van ideeën over “goed werk” doet toenemen. Door te werken met deze gereedschappen onderzoeken, bediscussiëren en formuleren zowel jonge studenten als ervaren professionals de kern van hun verantwoordelijkheden, hun overtuigingen en waarden, en doelen van werk.
Goed Werk Gereedschap levert een kader waarbinnen personen kunnen nagaan wat voor soort werkers zij eigenlijk zijn en wat voor soort professionals zij zouden willen worden.

Goed Werk Gereedschap moedigt hoge kwaliteit en zinvol werk aan, maar formuleert ook onze gedachten over de gevolgen van werk voor anderen. Via een reeks praktijkgevallen en de daarbij aansluitende opgaven, denken mensen na over de kern van “goed werk” bevattende thema’s.
Deelnemers wordt gevraagd kritisch na te denken over wat iemand tot een “goede” professional maakt. Is een “goede” journalist iemand die vaak haar verhalen op de voorpagina terugvindt, ook als haar manier van werken te wensen over laat? Of is een “goede” journalist iemand die geen compromissen sluit met zijn professionele maatstaven of normen (zoals rechtvaardigheid, eerlijkheid en nauwgezetheid) en wiens verhalen minder de aandacht trekken? Het voornaamste doel van de het Gereedschap is mensen te betrekken bij vragen die alle mensen met een beroep zich behoren te stellen.

Goed Werk Gereedschap is niet een voorgeschreven leergang. Hij heet “gereedschap”, omdat er een keur aan “gereedschappen” in te vinden is, te gebruiken in onderlinge combinatie. De onderdelen zijn bedoeld voor toepassing in allerlei samenstellingen.
Anders gezegd, Goed Werk Gereedschap kan gebruikt worden als onderdeel van een termijn van bezinning, als thema van een studiejaar op een school of universiteit of als basis voor een twee of drie dagen durend seminarie.
Het is niet nodig bij gebruik zich aan de opgegeven volgorde van de hoofdstukken te houden. Gebruikers voelen zich liever vrij hun eigen keuze te maken uit de praktijkgevallen en opgaven die het best overeenkomen met hun eigen doelen en behoeften.

Inhoud van het boek
Goed Werk Gereedschap is verdeeld in hoofdstukken en elk hoofdstuk is gewijd aan een hoofdthema van “goed werk”. Een hoofdstuk bevat praktijkgevallen waarbij personen (van verschillende leeftijd en beroep) op een of andere manier hebben geworsteld met het verrichten van “goed werk”.

Na elk praktijkgeval volgt een reeks vragen voor discussie waarover deelnemers zelf kunnen nadenken en waarop zij schriftelijk kunnen reageren. Begeleiders kunnen de vragen ook gebruiken om de discussie in de groep op gang te brengen of kunnen ze inbrengen als onderdeel van een groter project. Hoofdstukken bevatten eveneens vragen en verschillende opgaven, ontworpen voor deelnemers om uit te voeren in samenhang met het praktijkgeval.
De opgaven behelzen groepsdiscussie, rollenspel, groepsopdrachten, onderzoeksprojecten en schrijfoefeningen.

Goed Werk Gereedschap

Leergang Modern Gezag voor Statenleden

Leergang Modern Gezag voor Statenleden

Leergang Modern Gezag voor Statenleden

Het openbaar bestuur kampt met diverse crises, complexiteit, uitvoeringsproblemen, afnemend gezag en (politieke) fragmentatie. Dit heeft mede ertoe geleid dat steeds meer burgers geen of weinig vertrouwen hebben in de politiek en de overheid. Daarnaast spelen er specifieke opgaven zoals hoe om te gaan met de schaarse ruimte in steden en landelijk gebied, de energietransitie, landbouw versus natuur, en de omgang met nieuwe technologie zoals AI. Deze en andere ontwikkelingen hebben geleid tot extra druk op de (gezags)positie van Provinciale Staten, in relatie tot de Gedeputeerde Staten en in relatie tot de burger.

Tegen deze achtergrond is versterking van het gezag van statenleden en de Provinciale Staten als geheel urgent. Statenlidnu en de statengriffiers herkennen de noodzaak en meerwaarde om Staten te blijven stimuleren en ondersteunen in hun ontwikkeling en te werken aan het vergroten van hun gezag.  Om hieraan bij te dragen heeft Stichting Beroepseer een Leergang Modern Gezag voor Statenleden ontwikkeld die dit najaar van start zal gaan.

Aanleiding

Gemeenteraden staan voor vergelijkbare uitdagingen als Statenleden. Vorig jaar heeft Stichting Beroepseer, in samenwerking met de Vereniging voor Raadsleden en de gemeente Almere en met steun van het ministerie van BZK, een Leergang Modern Gezag voor raadsleden ontwikkeld en 2 pilots uitgevoerd. Deze pilots werden positief beoordeeld door de deelnemers en projectpartners. Door een goede mix tussen theorie en praktijk en vooral de inzet van theateroefeningen hebben de deelnemers veel geleerd over hun eigen gezag en het gezag van de raad waar ze onderdeel van zijn en hebben ze praktische stappen gezet. De Leergang Modern Gezag voor Statenleden is hierop gebaseerd en toegespitst op de specifieke context van de Provinciale Staten.

Doel

De leergang kent de volgende doelen:

  • Deelnemers leren zichzelf te zien als gezagsdrager en hoe ze op eigen wijze gezag kunnen ontwikkelen.
  • Inzicht bieden in de verschillen tussen de verschillende ‘arena’s’ waarin gezag kan worden opgebouwd. Voor gezag binnen de lokale samenleving kunnen bijvoorbeeld andere voorwaarden gelden dan voor de gezagspositie in de Provinciale Staten zelf en richting de Gedeputeerde Staten.
  • Deelnemers leren hoe ze op effectieve wijze gezagsbronnen kunnen inzetten. We onderscheiden daarbij drie typen gezagsbronnen: institutionele, positionele en persoonsgebonden gezagsbronnen
  • Deelnemers prikkelen vaker hardop te twijfelen en onbegane paden te verkennen. Dat betekent het durven loslaten van bestaande routines en afstemmen op wat een gegeven situatie vraagt en die recht te doen. De leergang biedt een prikkelende ruimte waarin deelnemers leren improviseren, experimenteren, oefenen in het aanpassen, verrijken en verbreden van hun rol en handelingsrepertoire

Opzet

De leergang Modern gezag voor Statenleden bestaat uit 3 volledige trainingsdagen en een afsluitende bijeenkomst. Tijdens de afsluitende bijeenkomst houden de deelnemers een eindpresentatie waar zij een aantal zaken laten zien. Ten eerste hoe zij als statenlid hun gezag verder invulling geven met hetgeen is aangereikt tijdens de leergang. Ten tweede, hoe zij de Staten willen verrijken in de positionering als gezagsvol instituut en welke (verander)inzet dat vraagt.

  • Dag 1: Macht en gezag
  • Dag 2: Gezagsbronnen en arena’s van het statenlid
  • Dag 3: Werken aan je eigen gezagsprofiel
  • Afsluitende bijeenkomst: Modern gezag

Voor wie?

  • Statenleden die gemotiveerd zijn om te groeien in hun rol en professionaliteit als statenlid.
  • Statenleden die willen leren zichzelf te zien als gezagsdrager en hoe ze op eigen wijze gezag (verder) kunnen ontwikkelen.
  • Statenleden die bereid zijn om naar zichzelf te kijken en met zichzelf de slag te gaan (persoonlijk leiderschap), inclusief de weerstand die daar dikwijls bij komt kijken.
  • Statenleden die zich als ambassadeur en cultuurdrager willen inzetten om naast hun eigen gezag ook het gezag van hun Staten als geheel een impuls te geven.

Praktisch

  • 12-15 deelnemers
  • Diverse groep met max 3 Statenleden van dezelfde provincie
  • Locatie: nader te bepalen, maar waarschijnlijk het Provinciehuis van Zwolle of Utrecht
  • Trainingsdata
    • 23 oktober – 10.00-16.30 uur
    • 8 november – 10.00-16.30 uur
    • 20 november – 10.00-16.30 uur
    • 4 december – 18.00-21.30 uur

Aanmelden

Om je aan te melden vragen we je een korte video op te nemen (max 2 minuten) waarin je antwoord geeft op deze vragen:

  • Wie ben je?
  • Waarom ben je statenlid geworden?
  • Wat is je motivatie om aan deze leergang mee te doen?
  • Wat hoop je uit de leergang te halen?

Deze video uiterlijk 4 juli 2025 per mail versturen naar Maurits Hoenders (m.hoenders@beroepseer.nl).

Selectiecriteria

  • Max 15 plekken
  • De motivatie om aan de slag te gaan met je eigen gezag en dat van de Staten waar je onderdeel van bent
  • Max 3 statenleden per provincie

Kosten

Deze leergang wordt grotendeels mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het ministerie van BZK. Voor deelname aan deze Leergang vragen we daarnaast een eigen bijdrage van € 726,- (incl. btw). Hiervoor kan je een beroep doen op het scholingsbudget van jouw provincie. Neem contact op met je griffie(r) over de mogelijkheden bij jouw provincie.

Read more

Versterken van rechtsstatelijk handelen in de praktijk: recente initiatieven van Stichting Beroepseer

Versterken van rechtsstatelijk handelen in de praktijk: recente initiatieven van Stichting Beroepseer

In een tijd waarin het vertrouwen in de overheid onder druk staat, blijft Stichting Beroepseer zich inzetten voor het versterken van rechtsstatelijk handelen en ambtelijk vakmanschap. Hieronder een overzicht van recente projecten, publicaties en trainingen die bijdragen aan een eerlijke, deskundige en mensgerichte overheid.

  1. Onderzoek: Rechtsstatelijk beslissen en motiveren

In opdracht van de Staat van de Uitvoering voert Stichting Beroepseer het onderzoek “Rechtsstatelijk beslissen en motiveren: beter ambtelijk vakmanschap in de uitvoering” uit. Dit onderzoek biedt uitvoeringsorganisaties en gemeenten inzicht in de toepassing van bestuursrechtelijke wetten en beginselen binnen hun organisatie. Deelnemende organisaties ontvangen een vertrouwelijke eindrapportage met concrete aanbevelingen voor verbetering.

  1. Training: Rechtsstatelijk en democratisch vakmanschap

Samen met de Vrije Universiteit Amsterdam ontwikkelde Stichting Beroepseer een eendaagse training gericht op het vergroten van rechtsstatelijk en democratisch besef onder ambtenaren. De training behandelt onder andere de Algemene wet bestuursrecht en de beginselen van behoorlijk bestuur, en biedt handvatten voor het omgaan met dilemma’s in de praktijk. Deze training is inmiddels verzorgd voor ambtenaren van organisaties zoals DUO, de Belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank. Meer informatie: Wat de ambtenaar nu met de democratische rechtsstaat moet – eendaagse stoomcursus

  1. Publicatie: Ambtelijk vakmanschap voor de democratische rechtsstaat

In samenwerking met het A+O fonds Rijk publiceerde Stichting Beroepseer het paper “Ambtelijk vakmanschap voor de democratische rechtsstaat”. Deze publicatie biedt een theoretische basis en praktische tools om ambtelijk vakmanschap duurzaam te verankeren binnen de Rijksoverheid. Het paper is onderdeel van een breder project dat zich richt op het versterken van de normatieve identiteit van de ambtenaar.

  1. Project: Van woorden naar daden

Met steun van het A+O fonds Rijk en in samenwerking met de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF) lanceerde Stichting Beroepseer het project “Van woorden naar daden”. Dit initiatief richt zich op het vergroten van de ruimte voor ambtelijk vakmanschap binnen de Rijksoverheid. Het project omvat een actuele analyse van de huidige situatie en werkt toe naar concrete adviezen en praktische instrumenten om vakmanschap in de werkpraktijk van rijksambtenaren te borgen.

  1. Boek: Het recht op ambtelijk vakmanschap

De publicatie “Het recht op ambtelijk vakmanschap” biedt een stevig fundament voor de versterking van rechtsstatelijk ambtelijk handelen. In dit boek worden onder meer de juridische grondslagen van vakmanschap uitgewerkt, de toepassing van bestuursrechtelijke beginselen besproken, en aanbevelingen gedaan om ambtelijk vakmanschap beter te verankeren in de uitvoeringspraktijk. Het bevat bijdragen van onder anderen Caroline Raat, Arre Zuurmond en Arnt Mein.

Tim Wittenberg (DUO) schreef hierover: “Het recht op ambtelijk vakmanschap is een must have in de gereedschapskist van elke ambtenaar. Als ambtenaar heb ik bij mijn aanstelling de belofte afgelegd. En dit geweldige boek biedt houvast om deze belofte dagelijks aan de maatschappij en haar burgers in te lossen.”

Stichting Beroepseer blijft zich inzetten voor het versterken van rechtsstatelijk handelen en ambtelijk vakmanschap. Voor meer informatie over deze en andere initiatieven, bezoek www.beroepseer.nl. En kijk op onze Academie voor Ambtelijk Vakmanschap met ons trainingsaanbod.

 

 

Read more

Doe mee aan het onderzoek Rechtsstatelijk beslissen en motiveren

Doe mee aan het onderzoek Rechtsstatelijk beslissen en motiveren

Doe mee aan het onderzoek ‘Rechtsstatelijk beslissen en motiveren’: versterk ambtelijk vakmanschap in de uitvoering!

Stichting Beroepseer voert in opdracht van Staat van de Uitvoering het onderzoek ‘Rechtsstatelijk beslissen en motiveren: beter ambtelijk vakmanschap in de uitvoering’ uit. Voor dit onderzoek zoeken wij uitvoeringsorganisaties en gemeenten die willen deelnemen.

Het onderzoek biedt deelnemers objectief en verdiepend inzicht in de manier waarop binnen hun organisatie rechtsstatelijk wordt gehandeld in de uitvoering. Daarnaast draagt u bij aan bredere kennisontwikkeling over rechtsstatelijk handelen binnen de overheid.

Doel van het onderzoek

Het doel van het onderzoek is om zichtbaar te maken in welke mate en op welke wijze beslismedewerkers in uitvoeringsorganisaties rechtsstatelijk handelen. Er wordt niet alleen gekeken naar de toepassing  maar ook naar de organisatorische borging van bestuursrechtelijke wetten en beginselen in de uitvoering. Op basis van de bevindingen worden aanbevelingen gedaan voor het versterken van kennis, vaardigheden en organisatorische ondersteuning op dit terrein.

Onderzoeksaanpak

Het onderzoek wordt uitgevoerd bij drie uitvoeringsorganisaties en twee gemeenten. Per deelnemende organisatie bestaat het onderzoek uit:

  • Analyse van relevante documenten;
  • Een anonieme kennistoets onder beslisambtenaren;
  • Interviews met sleutelfunctionarissen;
  • Groepsgesprekken met betrokken medewerkers;
  • Een eindrapportage met concrete bevindingen en aanbevelingen.

Planning

De totale looptijd van het onderzoek is twaalf maanden. De centrale onderzoeksfase vindt plaats tussen begin augustus en eind november 2025. In deze periode doen wij een beroep op de betrokkenheid van uw organisatie.

Vertrouwelijkheid en anonimiteit

Vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid staan voorop. Stichting Beroepseer sluit met iedere deelnemende organisatie een overeenkomst waarin wordt vastgelegd dat:

  • de identiteit van deelnemende organisaties niet openbaar wordt gemaakt;
  • individuele uitkomsten van de anonieme kennistoets niet bekend zijn bij Stichting Beroepseer, noch bij de organisatie zelf.

De uitkomsten en adviezen die specifiek op uw organisatie betrekking hebben, worden uiteraard wel met u gedeeld.

Meedoen?

Wilt u bijdragen aan beter rechtsstatelijk handelen in de uitvoering én uw organisatie versterken? Neem dan  zo spoedig mogelijk contact met op met Thijs Jansen (thijsjansen@beroepseer.nl). Wij gaan graag met u in gesprek over deelname.

Read more

Meer, meer macht! Het autocratische project van Trump in het licht van de machtenscheiding

Meer, meer macht! Het autocratische project van Trump in het licht van de machtenscheiding

De opeenhoping van alle machten – de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht – in dezelfde handen, of het nu in één, een paar of vele, en of deze nu erfelijk, zelfbenoemd of verkozen zijn, kan met recht geïdentificeerd worden met tirannie’. Dat schreef James Madison, de ‘vader’ van de Amerikaanse Grondwet en vierde president van de VS (1809-1817) in 1787 en 1788 met anderen in een van The Federalist Papers (no. 48). Deze waren bedoeld om de ratificatie van de kersverse federale Grondwet te bevorderen en worden vaak gebruikt om deze te interpreteren. In een ander paper (no. 47) schreef Madison over hetzelfde thema: ‘Het behoud van de vrijheid vereist dat de drie grote machtsdepartementen gescheiden en onderscheiden moeten zijn’.

De VS hebben het moeilijk gehad om daarnaar te leven. De Grondwet begint wel met drie aparte artikelen, achtereenvolgens over de Wetgevende macht (1), de uitvoerende macht (2) en de rechtsprekende macht (3). Deze bevat echter geen apart artikel dat de scheiding van de uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht duidelijk voorschrijft. Om er een visie op de taakverdeling tussen de drie machten uit te halen moet de Grondwet geïnterpreteerd worden. Het lastige is dat deze de drie machten niet alleen (onder)scheidt, maar ook op allerlei manieren verweeft en daarmee van elkaar afhankelijk maakt.

Daarmee leent die grondwet zich op dit punt voor heel wat verschillende, conflicterende interpretaties. Volgens sommigen was het de bedoeling van de afgevaardigden die de Constitutionele Conventie in 1787 bijwoonden om de meeste macht aan het Congres – de wetgevende macht – te geven. De realiteit is echter dat de uitvoerende macht verreweg de machtigste tak is geworden.

Dit werd al duidelijk onder president Nixon (1969-1974). Vanwege het Watergate-schandaal bedacht men na diens ambtstermijn allerlei maatregelen om de uitvoerende macht aan regels te binden en ter verantwoording te kunnen roepen, maar daar kwam uiteindelijk weinig van terecht. Sinds de aanslagen op 9/11/ 2001 hebben zowel Democratische als Republikeinse presidenten met verwijzing naar de nationale veiligheid hun macht vergroot. Het gevolg is dat er nog steeds een onevenwichtig systeem bestaat waarvan de uitvoerende macht ongestraft gebruik kan maken. Daarbij doet men het meest een beroep op de tweede en derde sectie van Grondwetsartikel 2

Daarin staat dat de president de – door het Congres aangenomen – wetten getrouw dient uit te (laten) voeren. Het Hooggerechtshof heeft gesteld dat deze clausule ‘het idee weerspreekt’ dat de president bedoeld was ‘als wetgever’. In de tweede sectie staat dat de president voor zijn uitvoerende taak handhavers mag benoemen. Het Hof heeft verklaard dat de grondwet de president niet alleen expliciet, maar ook impliciet bevoegdheden toekent, zoals die om toezicht te houden op uitvoerende functionarissen en hen te ontslaan. De grens met de wetgevende macht vervaagt vervolgens waar het Hof heeft erkend dat handhavers ook zelf quasi-wetgevende en quasi-rechtsprekende bevoegdheden hebben. Daarnaast geeft artikel 2 de president vergaande bevoegdheden op het gebied van buitenlands beleid en het inzetten van het leger.

In zijn eerste termijn (2017-2021) heeft president Trump meer bevoegdheden naar zich toe getrokken dan welke van zijn voorgangers ook. In 2019 zei Trump: ‘En dan heb ik een Artikel 2, waarin ik het recht heb om te doen wat ik wil als president.’ Zijn topadviseurs produceerden juridische argumenten ter ondersteuning van deze aanspraak.

Nu Trump ruim 1 maand met zijn tweede termijn bezig is, blijkt hij in hoog tempo nog veel meer macht naar zich toe te trekken dan in zijn eerste termijn. Hij is daarin veel brutaler en doortastender. Hij heeft al meer dan 300 decreten uitgevaardigd. Zijn vergaande opvatting is in lijn met het ultraconservatieve, ruim 900 pagina’s dikke ‘spoorboek’ Project 2025 dat een concreet regeerprogramma voor de tweede termijn van Trump heeft opgesteld en waarvan de volledige titel luidt Mandate for Leadership. The conservative promise. Project 2025. Presidential transition project.

Russell Vought, co-auteur van Project 2025 en door Trump inmiddels benoemd tot hoofd van het begrotingsbureau van het Witte Huis, schreef in dat spoorboek:

‘In zijn openingswoorden maakt artikel II van de Amerikaanse grondwet overduidelijk dat “[d]e uitvoerende macht zal berusten bij een president van de Verenigde Staten van Amerika.” ‘De taak van de moderne conservatieve president is het beperken, controleren en sturen van de uitvoerende macht namens het Amerikaanse volk. (…) Succes bij het aangaan van die uitdaging zal een zeldzame combinatie van durf en zelfverloochening vereisen: durf om de bureaucratie om te buigen of te breken naar de wil van de president (..).’

Trump handelt in veel opzichten volgens dit spoorboek. Dankzij het gebrek aan effectieve tegenmachten, heeft hij in iets meer dan een maand – vooral door middel van decreten – zijn greep op de overheid enorm verstevigd. Voor de formele tegenmachten toont hij geen ontzag.

Wat betreft de wetgevende macht hoeft hij zich vooralsnog weinig zorgen te maken. In het Congres hebben de Republikeinen de meerderheid. Van die volksvertegenwoordigers eist hij volledige loyaliteit. Dat doet hij door te dreigen dat hij een ieder die hem ook maar een strobreed in de weg legt zal dwars zitten bij (voor)verkiezingen. De angst regeert in het Congres.

De andere tegenmacht – de rechterlijke macht – beschouwt Trump als een zeer ergerlijke blokkade voor ‘zijn’ uitvoerende macht. Musk heeft al eerder opgeroepen om federale rechters uit hun ambt te zetten die decreten van Trump blokkeerden.

Tot 27 februari is de regering al geconfronteerd met 94 rechtszaken die betrekking hadden op acties variërend van de poging tot afschaffing van het geboorterecht tot het bevriezen van federale subsidies en fondsen – en de toegang tot gevoelige computersystemen en gegevens door niet-officiële entiteiten. Alle rechtszaken tegen Trump worden systematisch geïnventariseerd en gevolgd door de Litigation Tracker.

Trump, vicepresident Vance en Musk benadrukken dat het rechters niet geoorloofd is zich als tegenmacht op te stellen. Het Witte Huis spreekt zelfs van een ‘constitutionele crisis’ die door de rechters zou worden veroorzaakt. Een paar typerende uitspraken van de hoofdrolspelers:

Trump: ‘Hij die zijn land redt, overtreedt geen enkele wet’(X, 15 februari 2025).

Vance: ‘Als een rechter een generaal zou proberen voor te schrijven hoe hij een militaire operatie zou moeten uitvoeren, dan zou dat illegaal zijn. Als een rechter een procureur-generaal zou trachten te bevelen hoe ze haar discretionaire ruimte zou moeten gebruiken, dan zou dat ook illegaal zijn. Het is rechters niet geoorloofd de legitieme macht van de uitvoerende macht in de weg te staan’ (X , 9 februari 2025).

Musk: ‘Een corrupte rechter die bescherming biedt aan corruptie. Hij moet NU afgezet worden!’ (X, 9 februari 2025).

Kunnen Amerikaanse federale rechters uit hun ambt gezet worden? Het kan, maar is zeer ongebruikelijk: sinds 1803 zijn er slechts 15 federale rechters afgezet. De procedure is meestal voorbehouden voor ernstige vormen van strafbaar wangedrag – niet voor meningsverschillen over de rechtmatigheid van beleid. Het lijkt vooralsnog onwaarschijnlijk dat rechters massaal uit hun ambt zullen worden gezet. Maar het bij herhaling aanwijzen van rechters – met naam en toenaam – als corrupte saboteurs van het beleid, roept agressie op bij de achterban van Trump en Musk. Daardoor kan het leven van rechters behoorlijk lastig worden gemaakt en zullen er misschien een aantal van hen opstappen. Dat lijkt ook de bedoeling te zijn.

Een en ander maakt duidelijk dat Trump zich weinig gelegen laat liggen aan de klassieke tegenmachten.

Daarnaast maakt hij enorme vaart met het onder controle krijgen van de vierde macht: het ambtelijk apparaat.

Ten eerste betreft dat de organisaties die op afstand van de overheid geplaatst zijn, wat we in Nederland ‘zelfstandige bestuursorganen’ noemen. Deze kunnen uitvoerende taken hebben of regulerende taken. Met name over die laatste hadden Congres en president altijd een soort gezamenlijke zeggenschap. Trump heeft op 18 februari een decreet getekend waarin beide soorten onafhankelijke agentschappen direct onder de presidentiële verantwoordelijkheid worden gebracht. Zonder instemming te vragen aan het Congres, heeft Trump onder andere het regulerende Consumer Financial Protection Bureau gesloten en The United States Agency for International Development (USAID) opgelegd het werk te staken. Er zijn zaken aangespannen, maar tot nu toe is hiervoor nog geen definitief rechterlijk stokje gestoken.

Ten tweede is Trump erop uit om het ambtelijk apparaat op een andere leest te schoeien. Hij breekt radicaal met het sinds 1883 ingevoerde systeem om ambtenaren te benoemen op basis van deskundigheid en onafhankeljkheid. Zijn doel is een apparaat te creëren dat volledig loyaal is aan zijn politieke agenda. Zoals Musk verklaarde: ‘We hebben deze ongekozen vierde, ongrondwettelijke regeringstak: de bureaucratie’ . In het kader daarvan worden cruciale leidinggevenden van onder andere de FBI, CIA, en verschillende legeronderdelen vervangen door loyalisten die vaak helemaal niet voldoen aan professionele eisen. Bovendien hebben inmiddels al 30.000 andere ambtenaren (van de 2 miljoen) ontslag aangezegd gekregen.

Het turbulente geheel overziend is duidelijk dat Trump bezig is met een snelle en doelgerichte, tirannieke greep naar de macht ten koste van de wetgevende, rechtsprekende en ambtelijke machten. Gelet op het grote aantal aangespannen rechtszaken is de hoop van veel getroffen organisaties voorlopig gericht op de rechterlijke macht. Het is de vraag of die hoop gerechtvaardigd is: niet alleen is de Amerikaanse grondwet ten aanzien van de machtenscheiding voor velerlei uitleg vatbaar maar ook bestaat in het Hooggerechtshof op dit moment een conservatieve meerderheid. Het is dus ongewis hoe – en überhaupt of – men deze geest weer terug in de fles gaat krijgen.

Thijs Jansen is directeur van Stichting Beroepseer

Dit artikel verscheen eerder op Nederland Rechtsstaat: www.nederlandrechtsstaat.nl/meer-meer-macht-het-autocratische-project-van-trump-in-het-licht-van-de-machtenscheiding/

Afbeelding bovenaan is van Sergei Tokmakov

Read more

 

Het Goed werk gereedschap

gereedschapGoed werk gereedschap bestaat uit een boek met verhalen, opgaven, discussiethema’s en een reeks waardekaarten. Het gereedschap is bedoeld om gesprekken op gang te brengen en te inspireren en na te denken over vakmanschap en moreel verantwoord, persoonlijk betrokken werk.
De verhalen en opgaven zijn erop gericht goed werk-methoden toe te passen in de klas, een groep, onderwijsprogramma’s, groepsbijeenkomsten en workshops. Elk hoofdstuk in het boek bevat een een korte inleiding, een uiteenzetting van de te behalen doelen en vragen om over te discussiëren.
De verhalen in het boek zijn ontleend aan ware gebeurtenissen met als kern een dilemma.
Goed werk gereedschap is een rijke bron waaruit men kan putten en die je kan aanvullen met eigen ideeën, verhalen en opgaven. Het is bijzonder geschikt voor het samenstellen van een cursus over “goed werk”.
De set waardekaarten heeft tot doel deelnemers aan te moedigen na te denken over hun persoonlijke en professionele waarden.

Goed werk gereedschap is de vertaling van Good Work Toolkit door Wendy Fischman en Lynn Barendsen die met Howard Gardner hebben gewerkt aan het in 1995 begonnen Good Work Project. Dit project onderzoekt de kenmerken en voorwaarden van goed werk. Initiatiefnemers van dit project zijn de Amerikaanse psychologen Howard Gardner, Mihaly Csikszentmihalyi en William Damon. Goed werk wordt vakbekwaam, integer en betrokken uitgevoerd.

Zie het boek Beroeptrots – een ongekende kracht over het Goed Werk project, pagina 48: https://beroepseer.nl/beroepstrots/

Zie ook het korte verslag van de opening van de Goed Werk Hub in januari 2011: Goed Werk Hub feestelijk van start: https://beroepseer.nl

De Goed Werk Hub is ontstaan uit het Good Work project.

Publicaties Goed Werk

Presentatie Opbrengst Routekaart Goed Werk in het Openbaar Bestuur, september 2015

Overzicht Drie jaar Routekaart Goed Werk in het Openbaar bestuur, presentatie door Thijs Jansen, 7 september 2015

Verslag bijeenkomst Ambtelijk vakmanschap als morele verantwoordelijkheid? 17 april 2015

Samenvatting Goed Werk Toolkit Beleidsambtenaren.

Routekaart Goed Werk in het Openbaar Bestuur – Voortgangsnotitie. April 2014

Vakmanschap & Goed Werk van een Ministerie. Geanonimiseerde rapportage over de gelijknamige sessies en de slotbijeenkomst, gehouden in de periode september 2013 – februari 2014

Serie Portretten Publiek professionalisme en Goed Werk. April 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Utrecht. 24 april 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Eindhoven. 10 april 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Groningen. 24 maart 2014

Verslag bijeenkomst Slecht werk – Goed werk. 30 januari 2014

Verslag bijeenkomst Professionaliteit en moraliteit. 23 januari 2014

Verslag bijeenkomst Jouw rol in een veranderende overheid – Rotterdam. 16 december 2014

Verslag bijeenkomst Vakmanschap en samenwerking. 14 november 2013

Waar sta ik voor op? Jongere & oudere ambtenaren over het productief maken van idealen en een andere overheid, onder redactie van Jan Prij, 2013.

Verslag bijeenkomst Wat is de functie van de ambtenaar? 23 september 2013

Verslag bijeenkomst Staan professionaliteit en loyaliteit van ambtenaren onder druk?
16 september 2013

Verslag bijeenkomst Goed Werk in het heetst van de strijd. juni 2013

Verslag bijeenkomst Echte leiders dienen het openbaar bestuur. 14 mei 2013

Verslag bijeenkomst Zelfsturende professionals. Hoe stuur je ze aan? 16 mei 2013

Opbrengst bijeenkomst Vakmanschap en lef van rijksambtenaren. 4 maart 2013

Verslag bijeenkomst Vakmanschap en lef van rijksambtenaren. 4 maart 2013

Verslag Maak vakmanschap zichtbaar. 4 maart 2013

Verslag bijeenkomst Goed Werkende professionals, 26 oktober 2012

Verslag bijeenkomst Ambtelijk vakmanschap en vertrouwen. 8 oktober 2012

Verslag boekpresentatie De Beroepstrots van verpleegkundigen en verzorgenden in Amsterdam. 4 oktober 2012

Verslag Atelier Beroepstrots Excellente Zorg. 26 september 2012

Verslag bijeenkomst Ambtelijk vakmanschap, 9 juli 2012.

Verslag bijeenkomst Ruimte voor hulpverleners in de jeugdzorg, 6 juni 2012

Verslag bijeenkomst Professie en ruimte, 23 april 2012

Verslag bijeenkomst Professie en verbinding. 12 maart 2012

Zes lessen uit faillissement Stichting Zonnehuizen, 8 maart 2012

Verslag bijeenkomst Doorstart na faillissement Stichting Zonnehuizen. 8 maart 2012

Verslag Atelier Beroepstrots Wat draagt Lean bij aan beroepstrots?, 6 februari 2012

Verslag bijeenkomst Arbeidstijdenwet (ATW). 9 februari 2012

Verslag bijeenkomst Professie en humor met Guido Rijnja. Zesde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Januari 2012

Verslag debat Welk gezag hebben professionals (nog)?, gehouden in Den Haag op 25 januari 2012. Door Suzanne van Soest

Verslag Atelier Beroepstrots Presentie in de zorg voor ouderen, met Ingrid Windmeijer en Jeannette Mulder. November 2011

Verslag bijeenkomst Op de bres voor het lager technisch onderwijs, met Wim van de Merwe. November 2011

Verslag bijeenkomst Professie en religie, met Afshin Ellian. Vijfde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. November 2011

Verslag bijeenkomst Professie en loyaliteit, met Hans Wilmink, Rob Kuipers, Charlotte Grezel. Vierde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Oktober 2011

Verslag Atelier Beroepstrots Dienend leiderschap met Inge Nuijten. September 2011

Verslag bijeenkomst Professie en geweten. Derde in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. September 2011

Verslag Directeurentafel met Jaco van Hoorn. September 2011

Verslag bijeenkomst Professie en politiek. Eerste in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Mei 2011

Verslag bijeenkomst Professie en imago. Tweede in de reeks: De beroepstrots van de rijksambtenaar. Juni 2011

Verslag Atelier Beroepstrots met Lies Rutten. Mei 2011

Margreet in Nepal. Verslag van Goed Werk Hub bijeenkomst van 24 februari 2011

Feestelijke opening Goed Werk Hub in Den Haag op 26 januari 2011. Verslag van Alexandra Gabrielli

Verslag van het Debat Prestatiebeloning van leraren, gehouden in Den Haag op 17 december 2010

Verslag Atelier Beroepstrots met Pieter Coppoolse en Robert van der Krogt. December 2010

Verslag Atelier Beroepstrots met Bennie Beuvink. November 2010

Verslag Atelier Beroepstrots met Barend Rombout, door Jan Prij, oktober 2010

 

Luisteren naar leraren uit de V.S.

onderwijs radio_nprOp de Amerikaanse publieke radiozender NPR was een programma te beluisteren waarin diverse leraren aan het woord kwamen: Teachers feeling ‘beat down’ as school year starts. In de vijf minuten durende uitzending wordt in een notendop helder verteld wat leraren hebben ervaren op hun werk in de afgelopen jaren en hoe ze de ondermijnende aanvallen op hun functioneren in de media moe zijn.

Ze hebben er genoeg van verantwoordelijk te worden gesteld voor niet door hen veroorzaakte gebreken en misstanden in het Amerikaanse onderwijsstelsel. De stroom van door de overheid opgelegde bepalingen en eisen, zoals het maken van standaardtoetsen om prestaties te meten in de klas, hebben averechtse effecten en werken fraude in de hand zoals is gebleken.
In het afgelopen jaar zijn de leraren begonnen op te komen voor hun vak en hun beroepseer. Ze doen hun mond open en laten zich niet langer demoraliseren. Ze demonstreren of schrijven een open brief. Dat was decennialang niet meer gebeurd.

Steun voor de leraren is ook op gang gekomen. Bijvoorbeeld van de overal in het openbaar optredende Diane Ravitch, een voormalige onderminister van Onderwijs en schrijver van de bestseller met de veelzeggende titel The Death and Life of the Great American School System: How Testing and Choice Are Undermining Education. Of van filmacteur Matt Damon, spreker op de demonstratie Save Our Schools in Washington van eind juli.

Luister naar wat de leraren in de V.S. zeggen over hun beroep. Ga naar het radioprogramma: Teachers Feeling ‘Beat Down’ As School Year Starts. Er is ook een transcriptie te lezen.

Er wordt wel beweerd dat in Nederland alles tien jaar later gebeurt dan in de V.S.  Zeker is dat maatregelen van het Amerikaanse onderwijs ook onderwerp van gesprek zijn in Nederland. Voorbeelden zijn de prestatiebeloning voor leraren en standaardtoetsen. Terwijl men er in de V.S. erop terug begint te komen door de onbedoelde, negatieve gevolgen, is het Ministerie van Onderwijs dit jaar begonnen met experimenteren met prestatiebeloning voor leraren, waarvoor 250 miljoen euro is uitgetrokken.

Lees meer op deze Beroepseer-site over de kwetsbare situatie van de Amerikaanse leraren: