Leraar René Kneyber woonde afgelopen zaterdag 14 april 2012 de Manifestatie Leraren met Lef bij. Lees hieronder zijn verslag:
Leraren met Lef bestaat als stichting kennelijk al sinds 2009, maar ik ken ze pas sinds kort door een geretweette post waarbij ze leraren (met lef) zochten die een bijdrage wilden leveren op de manifestatie. Sinds ik met Thijs Jansen en Gabriël van den Brink (auteurs van Beroepszeer en Beroepstrots) werk aan “Gezagsdragers” en een aantal bijeenkomsten van de Goed werk hub bijgewoond heb, ben ik ook gefascineerd geraakt door de beroepstrots en de beroepseer. Het is in vele opzichten de weg vooruit. (zie ook www.beroepseer.nl)
Daarom stond ik vooraan om iets bij te dragen aan deze manifestatie, want ondanks dat Beroepstrots toch echt een baanbrekend boek is, is het onderwijs daarin nog vrij onderbelicht. En hoewel er veel voorbeelden zijn van hoe je beroepstrots de nek omdraait, is het nog niet heel duidelijk hoe je beroepstrots nou aanzwengelt. Het is complexe kost. Deze manifestatie was een mooie kans om de beroepstrots in het onderwijs eens goed op de kaart te zetten.
Vormfout
Om 1000 docenten bij elkaar te krijgen heeft Leraren met Lef een mooie list gevonden. Je mag je niet zelf inschrijven, maar je moet opgegeven worden. In het inschrijfformulier was echter niet duidelijk dat de leraar met lef ook een rekening zou krijgen van 90 euro. Zie hier: https://docs.google.com/spreadsheet/viewform?
Als er sprake is van opgegeven worden, is dat niet netjes om degene die opgegeven wordt met de rekening op te zadelen. Het lijkt me toch dat die naar degene moet die degene opgegeven heeft, bijvoorbeeld de werkgever. Of dat die in ieder geval de administratie mag afhandelen.
Strakke planning, goede sfeer
Desondanks had het dan toch iets bijzonders. Zelf was ik ook opgegeven door mijn rector, los van mijn eigen bijdrage aan het evenement. Ook een aantal andere naaste collega’s hadden een gevoel van waardering, van erkenning, eer, om bij een select groepje aanwezig te zijn. En het werd direct duidelijk gemaakt: Leraren met lef klagen niet, die pakken gewoon aan. Iemand die ik na afloop sprak was ook bij het BON-congres van een week ofzo geleden geweest en hij vertelde me dat het zuurpruimgehalte daar enorm was, terwijl er hier een zeer ontspannen en positieve sfeer hing.
De locatie was bovendien erg mooi, leuk aangekleed en werd het tijdschema strak gevolgd. De organisatie was op andere punten echter wat rommelig. Sprekers bij de workshops waren moeilijk te verstaan omdat die vaak in dezelfde loods stonden, de thematafels waren bijna onvindbaar en niet te onderscheiden en napraten aan het einde van de dag liep stroef door de keiharde muziek. Bovendien waren de gasten bij de thematafels ruimte om te projecteren beloofd, maar dat bleek eenmaal ter plaatse onmogelijk en onzinnig.
Leraren met lef moeten goed luisteren
De stichting Leraren met Lef en Inspirezzo kunnen in ieder geval 600 leraren op hun vrije zaterdag naar het midden van het land lokken. Maar wat doe je dan met al die unieke, autonome leraren als je ze eenmaal binnen hebt? Moedig je die dan aan om anderen te inspireren, om het goede voorbeeld te geven, om ze te laten zien wat ze doen?
De enige reden dat er docenten waren in de Fabrique in Maarssen was kennelijk voor bovengenoemden om daar goede sier mee te halen. Dat ze dat voor elkaar hadden gekregen. Of die docenten ook echt iets aan de dag gehad hebben is volstrekt onduidelijk. Iets wat ook beaamd werd door VK-columnist én docent Ferry Haan, die de organisatie en plein public een gebrek aan agenda verweet (over zijn glansrol later meer).
Zo begon de dag veelbelovend met de drie leraren van het jaar en een juf die veel goed werk gedaan heeft. Prachtig. Het lijkt me dat er op zo’n dag niet genoeg leraren met lef aan bod mogen komen. Daarna schitterden de docenten echter door afwezigheid op het podium. Hierna volgden namelijk Rinnooy Kan en staatssecretaris Zijlstra. Die combinatie was goed gekozen. Als Zijlstra alleen het podium had beklommen was er geen applaus geweest, want een ijzige spanning volgde in de zaal. Dat werd er niet beter op toen hij zich als grote voorstander van professionalisering van docenten en beroepstrots neer zette. De presentator, Ferd van den Eerenbeemt, had hem hier natuurlijk het vuur aan de schenen kunnen leggen, want deze staatssecretaris zadelt docenten die zich laten bijscholen op met enorme langstudeer boetes. Hier lag een enorme kans om een punt te maken over beroepstrots en hoe je dat faciliteert, maar dit was de eerste grote uiting van gebrek aan inhoud.
Vreemd genoeg beklom een band vervolgens een podium die een lied zong over leraren met lef. Een en ander zou nog te pruimen zijn geweest als dit ook leraren met lef waren geweest, maar de bandleider vertelde trots dat ze allemaal bij adviesbureaus werkten.
Wat volgde waren wat praatjes en lezingen . Maar het was vooral preken voor eigen parochie. Het verhaal van Marcel van Herpen over relatie met leerlingen was bijvoorbeeld goed, zeer goed. Maar aan leraren met lef natuurlijk niet besteed. Ook de opmerkingen van Filip Dochy over dat ICT niks bijdraagt viel goed, maar was natuurlijk overbodige informatie in deze zaal. Vertel dat liever aan al die adviesbureaus.
Cardinale fouten
Na de workshop en lezingen-ronde volgde een laatste plenair deel waar de energie volledig verdween. Hier kwamen de structurele weeffouten pas echt naar voren. Ten eerste startte dit onderdeel met presentator Ferd die het manifest voor ging lezen. Daarin staat wat ‘we’ allemaal gaan doen. Het lijkt me vreemd dat je deze leraren met lef, geroemd en geselecteerd om hun autonomie, gaat vertellen wat ze moeten doen. Want waar het deze mensen nou echt om gaat is wat ze doen op de werkvloer zelf en dat ze zich verre houden van allerlei abstractie-toezeggingen.
Bovendien was het tenenkrommend om iemand die overduidelijk geen docent is, laat staan een met lef, te horen praten over wat ‘we’ gaan doen. Zoals @hminkema op twitter terecht opmerkte: Het is wel lef hebben om je als club van bestuurders en adviseurs leraren met lef te noemen. En zo is het.
Daarna werd er gepraat over hoe het nu verder moet. Wat gaan we doen met al dit moois? Jammer genoeg werd dan aan iedereen gevraagd behalve de leraren met lef zelf. De geest ging volledig uit de fles toen de PO-raad en de MBO-raad en de lerarenopleidingen hun zegje mochten doen over wat zij aan beleid wilden veranderen. Het ministerie wilde ook graag leraren met lef op de aankomende OESO-summit in Amsterdam hebben. Daar werd op het podium enthousiast op gereageerd, in de zaal niet. Voorzitter Ragna Woodall kreeg sterren in haar ogen, haar blik ging naar de verre toekomst. Ze werd vurig: “Daar moeten we als leraren met lef aanwezig zijn.” Eh, juist. Wie bedoel je ook al weer met ‘we’?
Na een rare vertoning van Boris van der Ham – hij kwam tijdens het gesprek binnen, deed een verkiezingspraatje zonder iets te begrijpen of weten waar hij was, om daarna weer zo snel mogelijk de zaal te verlaten – was het de beurt aan Ferry Haan. Wat zou hij doen als journalist om leraren meer lef te geven?
Ferry Haan als grote winnaar
Het zou natuurlijk raar zijn als de journalistiek zich laat vertellen wat ze moeten schrijven. Bovendien hoort Ferry Haan helemaal niet bij de gevestigde orde en schrijft hij gewoon goede columns voor de Volkskrant en verzorgt items voor de radio. Maar hij liet zich bovendien ook niets in de mond leggen. In plaats daarvan toonde deze leraar met lef zijn lef en gaf vooral goede kritiek terug. Zo had deze stichting een veel te scherpe lucht van adviseurs om zich heen hangen, nog eens versterkt door zo’n adviseurs all-starsband, en een volledig gebrek aan agenda. ‘Wat gaan ze doen?’ hoorde hij op de radioredactie steeds terug. Het leverde het eerste echte applaus van de tweede plenaire ronde op.
Hierna was de organisatie danig van slag. De presentator liep zichtbaar aangeslagen over het podium zoekend naar repliek en kwam er niet echt meer uit. Voorzitter Ragna Woodall benadrukte nog maar eens dat zij ook docente is en dat het echt ‘van docenten voor docenten was’, yeah right…
Gebrek aan inhoudelijke kennis
Wat er op het podium gebeurde in het tweede deel is typisch voor hoe beroepstrots werkt. Waar bureaucratie en beroepstrots elkaar ontmoeten delft de trots altijd het onderspit. Binnen het tweede plenaire deel ging het over bureaucratie en verdween de energie volledig. De directeur van het IJburg College toonde wat noodzakelijk is om beroepstrots te laten floreren. Val je docenten niet lastig met de eisen van de buitenwereld, en laat de buitenwereld niets weten van wat er intern speelt. De leiding treedt op als een soort transformator. Niemand werd dan ook wijzer van zijn opmerkingen, maar als je Beroepstrots hebt gelezen kon je zijn opmerkingen goed plaatsen. Dat is dus hoe het hoort!
Beroepstrots zal er dan ook niet beter op worden door manifestaties als Leraren met Lef waar adviseurs en deskundigen zichzelf vooral flink op de borst kloppen en grote doelen stellen. Beroepstrots floreert wanneer de professional centraal staat. Die hebben 14 april echter een hele dag braaf in hun stoelen gezeten en met goed fatsoen naar de deskundigen geluisterd. Een gemiste kans dus.
Blog van René Kneyber: www.withitness.nl (Site is opgeheven)
Lees ook het commentaar op de Manifestatie Leraren met Lef van Ferry Haan, docent economie en columnist in de Volkskrant van 18 april 2012: Docenten met ballen gezocht: www.volkskrant.nl