Skip to main content

Redactie Beroepseer

Nieuwe actiegroep Zorgen om de GGZ

Comitè Zorgen om de GGZ is een nieuwe actiegroep die zich wil inzetten voor de belangen van cliënten en zorgprofessionals in de  de GGZ.
Al sinds 2009 liggen er ideeën en voorstellen  klaar om tot een goede en volwaardige GGZ te komen waar vertrouwen, hoop, compassie, betrokkenheid en maatwerk weer de hoofdzaken worden. Allerlei voorstellen daartoe van de GGZ-sector –  die sinds 2004  te horen zijn – lijken evenwel te worden genegeerd, zoals het comité stelt:

  • Al sinds 2004 is bekend dat de marktideologie niet werkt; dat markt en ziel niet samen gaan.
  • Al sinds 2006 is bekend dat de dbc’s (diagnosebehandelcombinaties) onbruikbaar zijn in de psychiatrie.
  • Al sinds 2008 is bekend dat verzekeraars zich als oligarchen gedragen en zich inhoudelijk met de zorg bemoeien.
  • En het is al lang bekend dat sinds de invoering van de dbc-systematiek de privacy van cliënten niet langer is gewaarborgd. Dat door de marktwerking GGZ instellingen en professionals elkaar beconcurreren in plaats van samen pal te staan voor de cliënt!

Het comité Zorgen om de GGZ gaat zich  – in de breedste zin – inzetten voor de belangen van:

  • 11.000 cliënten die door de huidige acties van de zorgverzekeraars in de GGZ per direct worden bedreigd in de continuïteit van de voor hun noodzakelijke tweedelijns GGZ behandeling.
  • 1200 zorgprofessionals die door de huidige acties van de zorgverzekeraars per direct worden bedreigd in de uitoefening van hun werk als professional in de GGZ en in hun bestaanszekerheid.
  • Een onbekend aantal cliënten  dat door het beleid van zorgverzekeraars en door politieke keuze in de nabije toekomst worden bedreigd in de continuïteit van de voor hun noodzakelijke 2elijns GGZ behandeling. Ongeacht bij welke instelling in de GGZ zij worden behandeld.
  • Een onbekend aantal zorgprofessionals dat door beleid van zorgverzekeraars en door politieke keuze in de nabije toekomst worden bedreigd in de uitoefening van hun werk als professional in de GGZ. Ongeacht bij welke instelling in de GGZ zij werkzaam zijn.

Ook wil het comité zich inzetten voor het op gang brengen van een brede maatschappelijke discussie over de actuele situatie in, en de toekomst van de Geestelijke Gezondheidszorg in Nederland.

Daarbij richt Zorgen om de GGZ zich vooral op de volgende punten:

  • Behoud en verbetering van bescherming van het medisch geheim; zorgverzekeraars mogen zich niet ongevraagd toegang tot de medische dossiers van cliënten verschaffen.
  • Beschikbaarheid van goede GGZ zorg voor iedere inwoner van Nederland.
  • Keuze vrijheid voor cliënten. Het recht om zelf een behandelaar te kunnen kiezen die bij de problematiek, de situatie en de persoonlijkheid van de cliënt past.
  • Het ‘ontzuilen’ van de GGZ. Nu nog heeft iedere beroepsgroep eigen belangenorganisaties, die vaak met elkaar met elkaar in strijd zijn, Het nastreven van het motto ‘met elkaar, naast elkaar, maar niet tegen elkaar’.
  • Het herstellen van het door de media beschadigde imago van zorgprofessionals in de GGZ.
  • Het terugdringen van bureaucratische invloeden in de GGZ, inclusief de invoering van de ROM (Routine Outcome Measurement) – een zogenaamd objectief instrument voor het meten van kwaliteit – als maatstaf voor ‘kwaliteit van zorg’.
  • Het tegengaan van de invloed van de zorgverzekeraars. Geen directe bemoeienis met de inhoud van het zorgtraject.
  • Het fungeren als spreekbuis voor cliënten en zorgprofessionals, naar de Nederlandse samenleving, naar de zorgverzekeraars en naar de politiek.
  • Het komen tot een systeem van intensieve en duidelijke omschreven kwaliteitscontrole voor de geleverde GGZ zorg waarbij verbetering van kwaliteit  en de bescherming van het medische geheim van de cliënt voorop staat.
  • Het meer betrekken van de cliënten bij de beoordeling van de aan hen geleverde zorg.

Initiatiefnemers tot oprichting van het comité Zorgen om de GGZ zijn Hanneke Nijkamp-den Hertog, psycholoog, en Hans Landman, sociaal pyschiatrisch verpleegkundige.

Ga naar de website van Zorgen om de GGZ en steun dit initiatief door bijvoorbeeld het ondertekenen van een petitie:  http://zorgenomdeggz.nl (Website is opgeheven)

Nieuw WWR rapport over ‘Vertrouwen in burgers’

omslag vertrouwen in burgersOp dinsdagmiddag 22 mei 2012 presenteert de WRR het rapport: Vertrouwen in burgers.
Tijdens deze presentatie zal WRR raadslid prof.dr. Pieter Winsemius het eerste exemplaar van het rapport overhandigen aan minister-president drs. Mark Rutte in het Kyocera Stadion van ADO Den Haag.

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelt dat de betrokkenheid van  de burgers bij de samenleving een andere rol van ambtenaren en politici vergt. Beleidsmakers moeten meer openstaan voor burgers die zich inzetten voor de samenleving. Laat ze meer denken vanuit het perspectief van burgers en minder vanuit de bestuurlijke logica.

Veel meer dan wordt gedacht, zijn burgers bereid zich in te zetten voor de samenleving. De WRR trof een groot aantal vormen van burgerbetrokkenheid aan: van razendsnel georganiseerde ludieke acties tot nieuwe samenwerkingsvormen tussen burgers en professionals. Eén daarvan is het in 2002 opgerichte Publieksbureau van ADO Den Haag, waarin vertegenwoordigers van de club, supporters, politie en welzijnsorganisaties zitten. Het Publieksbureau is er in geslaagd een informele overlegstructuur te creëren, waardoor partijen die rondom wedstrijden voorheen vaak lijnrecht tegenover elkaar stonden, elkaar nu makkelijker kunnen vinden. Deze actieve betrokkenheid van burgers is onontbeerlijk voor een democratie die meegroeit met zijn tijd.

Helaas blijven er veel kansen voor burgerbetrokkenheid liggen. De WRR maakt zich zorgen over de grote groepen burgers die het vertrouwen in de overheid en in hun eigen vermogen daar invloed op uit te kunnen oefenen dreigen te verliezen. Slechts kleine groepen burgers voelen zich aangesproken door de wijze waarop beleidsmakers hen pogen te betrekken. En beleidsmakers lijken op hun beurt weer weinig open te staan voor de nieuwe manieren waarop burgers hun betrokkenheid uiten. Steeds meer burgers nemen zelf het initiatief en omzeilen de gebruikelijke routes via politiek, belangenbehartigers en formele inspraakorganen die de beleidsmakers gewend zijn. Met als gevolg een steeds verdere verwijdering tussen burgers en beleidsmakers.

De WRR doet vier aanbevelingen om hier verandering in te brengen:

Creëer tegenspel:
Beleidsmakers moeten niet bang zijn voor tegenspel. Het houdt hen scherp en geeft hun de mogelijkheid om de creativiteit en het oplossingsvermogen van de samenleving aan te boren. Een absolute voorwaarde voor tegenspel is goede informatie van beide kanten.

Versterk alledaagse invloed:
Burgers voelen zich betrokken bij hun leefomgeving, die zich niet beperkt tot hun fysieke woonomgeving maar via virtuele verbindingen steeds ‘groter’ wordt. Overheden laten kansen liggen door te eenzijdig het vizier te richten op participatie op buurtniveau.

Stimuleer maatschappelijk verkeer:
Niet iedereen is gewend of instaat zelfstandig vorm te geven aan zijn betrokkenheid. Soms is gerichte inzet nodig van professionele frontlijnwerkers (agenten, welzijnswerkers, buurtconciërges) en goed toegeruste vrijwilligers. Zij kunnen fungeren als verbinders tussen burgers en overheden.

Bouw steunpilaren:
De manieren waarop burgers beleidsmakers proberen te beïnvloeden, zijn toegenomen. Traditionele belangenbehartigers (zoals politieke partijen, maatschappelijke instellingen, vakbonden en ngo’s) blijven belangrijk, maar zullen zich meer moeten instellen op een wisselende achterban. Daarnaast moeten beleidsmakers ruimte bieden voor nieuwe vormen van belangenbehartiging, via nieuwe ngo’s, maatschappelijk ondernemen en nieuwe verbanden van burgers.

De kern van succesvolle participatie van burgers ligt in vertrouwen, zowel van beleidsmakers in burgers als van burgers in beleidsmakers. Een behoorlijke dosis vertrouwen is essentieel voor de representatieve democratie en onderlinge betrokkenheid, een gepaste dosis wantrouwen is noodzakelijk voor corrigerende tegenmacht en maatschappelijke vernieuwing.

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is een onafhankelijk adviesorgaan voor de Nederlandse regering. De WRR geeft de regering gevraagd en ongevraagd advies over onderwerpen vanuit een langetermijnperspectief. Deze onderwerpen zijn sectoroverstijgend en hebben betrekking op maatschappelijke vraagstukken waarmee de regering in de toekomst te maken kan krijgen. De WRR-adviezen krijgen hun weerslag in openbare rapporten, die zowel een probleemstellend als adviserend karakter kunnen hebben.

Downloaden WRR-rapport nr. 88 Vertrouwen in burgers, Amsterdam University Press, 2012: https://beroepseer.nl

Discussie over ambtelijk vakmanschap

Als onderdeel van het project Ambtelijk Vakmanschap, start deze week een ‘crowdsourcing’-discussie, waarbij ambtenaren wordt gevraagd mee te discussiëren over hun vak.

“Ambtenaren zijn de ambassadeurs van de overheid. De burger ontleent immers vertrouwen in de overheid aan het optreden van ambtenaren. Bovendien brengt werken voor de overheid bijzondere verantwoordelijkheden met zich mee, zoals een zorgvuldige belangenafweging, transparant en integer handelen en omgaan met gemeenschapsgeld”, aldus beleidsspecialist Limke Tukker van het project Ambtelijk Vakmanschap van de afdeling Arbeidsrecht, Integriteit en Kennismanagement van de directie Arbeidszaken Publieke Sector van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Tukker is met haar afdeling deze week een brede discussie gestart over de kernwaarden voor ambtelijk vakmanschap.

Kernwaarden
Tukker: “We willen door een brede discussie onder alle ambtenaren een helder beeld krijgen van waar de ambtenaar voor staat en tegelijkertijd uitdrukking geven aan de waardering voor diens bijzondere taak.
Uiteindelijk is het doel om te komen tot een set van eenduidige en herkenbare kernwaarden die voor de ambtenaar handvatten kunnen bieden voor goed ambtelijk handelen en ook in de dagelijkse praktijk kunnen worden gebruikt.”

Om zoveel mogelijk input te verzamelen, zoekt BZK de dialoog met vakbonden en andere organisaties, maar natuurlijk ook rechtstreeks met de ambtenaar.
Evelien Smit, beleidsmedewerker bij het project: “De aftrap van het project vindt plaats met een online discussie op www.ambtelijkvakmanschap.nl (Website bestaat niet meer).
Dit is een zogenaamde Pleio-groep*). Wie nog niet lid is van deze samenwerkingsruimte voor ambtenaren, kan zich eenvoudig aanmelden. Het succes van de discussie wordt mede bepaald door de hoeveelheid en de verscheidenheid aan mensen die mee doen, dus het is van groot belang dat zoveel mogelijk collega’s en andere ambtenaren zich in de discussie mengen.”

Ankerpunt
Tukker: “De kernwaarden die we met hulp van de ambtenaren willen formuleren, kunnen een belangrijk ankerpunt vormen, in een tijd waarin ambtenaren zich meer en meer tot moderne publieke professionals ontwikkelen en ook met de praktijk van het nieuwe werken en sociale media te maken krijgen.”

Zie voor discussies en blog-postings de site www.ambtelijkvakmanschap.nl (Website bestaat niet meer)

De online discussie over het ambtelijk vakmanschap loopt tot eind juni 2012. Daarna worden de resultaten geïnventariseerd en via de site gecommuniceerd.

————————————

*) Pleio – www.pleio.nl – is een samenwerkingsplatform op internet waarop overheidsorganisaties onderling met elkaar kunnen communiceren.

Volgens Dan Pink “doet passie er niet toe”

dan pink
Op de vraag aan Dan Pink hoe wij onze loopbaan kunnen omvormen tot onze passies, antwoordt hij dat hij niet zo’n grote fan is van het hele idee van “passie” met betrekking tot de loopbaan: “In plaats van op de intimiderende vraag Wat is uw passie? antwoord te geven, is het beter eens te letten op wat je doet als je alle tijd aan jezelf hebt en er niemand in de buurt is. Dat geeft je een diep inzicht in wat je zou moeten doen met je leven. Als mensen hun krachten aanboren en deze ten dienste van iets stellen dat groter is dan henzelf, zorgt passie wel voor zichzelf”.

Rana Florida, bestuursvoorzitter van The Creative Class Group stelde deze vraag aan Dan Pink in een interview, gepubliceerd in de internetkrant The Huffington Post van 5 april 2012.
Pink is journalist en schrijver van bestsellers als Free Agent Nation: The Future of Working for Yourself (2002) en het  recente Drive: The Surprising Truth About What Motivates Us. In dat laatste boek schrijft Pink dat het geheim tot grote prestaties en voldoening op het werk, op school en thuis, de diepe menselijke behoefte is om aan je leven richting te geven, te leren, nieuwe dingen te creëren en jezelf en de wereld steeds beter te maken. Pink onderscheidt drie elementen van ware motivatie: autonomie, vaardigheid en doel en biedt methoden aan om ze te activeren.
Pink werkte van 1995 – 1997 in het Witte Huis in Washington waar hij speeches schreef voor vice-president Al Gore.

Een andere vraag van Florida aan Pink luidde: Wat adviseert u mensen die zin en betekenis willen vinden in hun werk terwijl hun carrière op een dood spoor loopt en ze nauwelijks de eindjes aan elkaar kunnen knopen?

Pink: “Dat is lastig. Als je aan het worstelen bent om te overleven staat het streven naar idealen op de tweede plaats. Maar toch slagen veel mensen erin momenten van betekenis in hun dagelijkse werk te vinden. De sleutel daartoe is een stapje terug te doen en na te gaan wat je hebt bijgedragen die dag: voor een oudere persoon gezorgd, een kind veilig naar school gebracht of een klant goed geholpen. Dat is niet altijd makkelijk. Het is zeker geen wondermiddel, maar het kan wel helpen”.

Your Start-Up Life: Dan Pink on Why “Passion” Doesn’t Matter, door Rana Florida, The Huffington Post,

Website van Dan Pink: www.danpink.com

Masterstudent Wiljan Hendrikx van Tilburgse School voor Politiek en Bestuur bij GoodWork Project

We kregen het verheugende bericht op 16 mei 2012 dat Wiljan Hendrikx, masterstudent bij docent Thijs Jansen van de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur (Universiteit van Tilburg) vanaf september 2012 drie maanden op studiebezoek gaat bij het GoodWork Project aan de Harvard  Graduate School of Education.

Wiljan is ook uitgenodigd om de Good Work Course van Howard Gardner te volgen. Met Wiljan als ‘verbindingsofficier’ kan de al  langer bestaande informele samenwerking tussen de Harvard  Graduate School of Education en de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur/ Stichting Beroepseer verder verstevigd en uitgebouwd worden.

We hebben Wiljan gevraagd zich op deze plek aan u voor te stellen en hem uitgenodigd vanaf september ons via dit blog op de hoogte te houden van zijn ervaringen:

wiljan hendrikx

Mijn naam is Wiljan Hendrikx (23) en inmiddels ben ik in de laatste fase van mijn Research Master bestuurskunde. Deze master is een samenwerking tussen de bestuurskunde-departementen van drie universiteiten: Tilburg, Utrecht & Rotterdam.

Via mijn scriptie over de professionele identiteit van huisartsen in tijden van economisering ben ik in aanraking gekomen met het GoodWork Project. Mijn eerste gedachte na het lezen van de GoodWork Project overview was: dit is gaaf! Dit is zoals wetenschap hoort te zijn, namelijk op het snijvlak tussen theorie en praktijk. Het gaat namelijk niet alleen om het leren kennen van goed werk in de ‘echte’ wereld, maar juist ook om het versterken en verspreiden van goed werk door middel van de Toolkit of het Gereedschap.

Tijdens mijn bezoek aan het GoodWork Project in de VS zal ik me ook voornamelijk met deze Toolkit bezighouden. Ik zal me richten op de achtergrond en het gebruik ervan: hoe komt hij tot stand? Hoe pas je hem aan? Hoe wordt hij gebruikt in de VS en op andere plaatsen in de wereld?

Tijdens mijn verblijf in de VS zal ik vanaf september 2012 via een blog regelmatig een update geven van mijn ervaringen bij het GoodWork Project en die met de toolkit. Ik heb er uiteraard heel veel zin in!

Mijn ervaring met het Goed Werk project

goedwerkprojectinindia
Lerares Farah Shamsi schreef hoe ze aan de hand van het Goed Werk project het waardenstelsel van het Indiase onderwijs hoopt te verbeteren. Shamsi is al twintig jaar lerares in India. Ze schrijft:

Als lerares heb ik altijd het gevoel gehad dat kinderen hun moraal en waarden vergeten en zich blind overgeven aan de ratrace van alledag om te slagen in deze materialistische wereld. Ze willen in korte tijd hun doelen bereiken en sluiten compromissen met een aantal zinvolle en zeer belangrijke aspecten van het leven. Ik heb geprobeerd hun waarden bij te brengen maar de introductie van het Goed Werk project door mevrouw Reetika Khanna gaf me een groter inzicht in de manier hoe je kinderen bewust kan maken van goed werk in de ware betekenis van het woord. Door een aantal activiteiten toe te voegen aan het lesprogramma, zou ons programma een stap van betekenis verder brengen.

Een van de activiteiten die ik introduceerde in mijn klas was de studenten vragen de kwaliteiten van hun rolmodellen op te schrijven. Daarna werd hun gevraagd de algemene kwaliteiten te onderstrepen, die ik later op het schoolbord onder elkaar opschreef. Vervolgens vroeg ik de studenten drie kwlaiteiten uit te kiezen waarvan ze vonden dat ze het belangrijkst waren om succes in het leven te hebben. tot mijn verrassing kwam eerlijkheid niet voor in bijna tachtig procent van de reacties, hoewel voor de meeste leerlingen enkele  andere goede kwaliteiten wel belangrijk waren zoals hard werken, geduld, compassie, intelligentie, etc.

De discussies tijdens de Goed Werk bijeenkomsten zijn echt heel zinvol gebleken en hebben mijn ervaringen meer waarde verleend . Ze zijn in elk geval voldoende voer voor ideeën  over hoe je als lerares kan uitgroeien  tot een goede lerares. De verschillende activiteiten die we hebben uitgevoerd, zoals het sorteren van waarden, waren heel goede voorbeelden van hoe  we Goed Werk kunnen invoeren in ons lesprogramma, wat betreft de leraren zowel als de studenten.

Klik hier voor Farah Shamsi’s blog van 4 mei 2012 in het Engels op de site van The Good Project, My experience as a part of GoodWork Project: www.thegoodproject.org

Manifest van Verontruste VU’ers

In Ad Valvas, het onafhankelijke weekblad van de Vrije Universiteit voor medewerkers en studenten, verscheen een manifest van verontruste VU’ers alsmede een oproep mee te doen met een manifestatie op 23 mei 2012 over de bezuinigingsplannen en de voorgenomen fusies tussen faculteiten.
Het manifest is getiteld: Dekoloniseer de VU. We zijn geen koekjesfabriek:

“Het VU-bestuur presenteert megabezuinigingen en marktdenken als onvermijdelijk, maar het zijn keuzes. Veronruste VU’ers betwijfelen de legitimiteit van het huidige college van bestuur.
Het college van bestuur rolt bezuinigingen van ongekende omvang uit over de VU. Werknemersorganisaties plaatsen kanttekeningen bij de noodzaak en uitwerking van de voorstellen die leiden tot drastische reorganisatie met onvoorspelbare gevolgen. In de afgelopen maanden is de toon van het VU-bestuur scherper geworden en ontvouwde het steeds verdergaande plannen. De miljoenen vliegen ons om de oren, maar ondertussen verschraalt het opleidingsaanbod en moeten in de bedrijfsvoering in hoog tempo tot wel vierhonderd arbeidsplaatsen verdwijnen.

Het lijkt wel alsof de VU wordt gekoloniseerd. De wetenschappelijke cultuur wordt geïnfiltreerd door de managementcultuur. De universiteit wordt geleid door bestuurders die geen hart lijken te hebben voor de universitaire sector, voor onderwijs en onderzoek. Zij herprofileren de universiteit als een economische entiteit, maken er een bedrijf van. Dat voelen we
in het personeelsbeleid, het beleid ten aanzien van wetenschap en onderwijs en ook in de dagelijkse uitvoering van onderzoek, onderwijs en ondersteuning daarvan.

Dit college wil de VU hervormen op een manier die regelrecht indruist tegen een lange traditie van goed werkgeverschap en het streven naar een excellente kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Medewerkers en studenten hebben onvoldoende zeggenschap over de voorgestelde wijzigingen van hun werk- en studeeromgeving. Zo vervreemdt het bestuur zich van de praktijk van de universiteit.

De kolonisatie moet leiden tot een metamorfose van de universiteit. Van een kennisinstituut met een belangrijke sociale en maatschappelijke functie wordt de VU veranderd in een massaproductiebedrijf. Nieuwe functies hebben hun intrede gedaan, die vervuld worden door managers die van wetenschap geen benul hebben en zich gedragen als goedbetaalde slavendrijvers die zich focussen op kostenverlaging, productieverhoging en cijfermatige voorspelbaarheid. Zij voelen zich niet verbonden met de kerntaken van de universiteit, of met
studenten en medewerkers. Ze hebben ook geen inzicht in de omstandigheden waaronder ‘excellente’ wetenschap optimaal gedijt. Het geheel wordt vertaald in nieuwe concepten die we kennen uit de bedrijfscultuur.

Faculteiten kunnen op zulk drijfzand geen coherente, stabiele onderwijsagenda meer formuleren en uitvoeren. Onderwijsprogramma’s worden voortdurend omgegooid. Onderwijs
wordt grootschaliger en studies worden omgebouwd tot goed verkoopbare, platte Ikea-pakken, waarin keuzepakketten worden aangeboden met hapklare kennisbrokken. Studenten krijgen steeds minder begeleiding en beschikking over faciliteiten.

Onderzoek is alleen nog waardevol als het door fondsen en liever nog derde geldstroom bekostigd wordt en verschijnt in high-ranking tijdschriften. Kennisvalorisatie is het nieuwe doel. De nadruk op flexwerken, ‘flexibiliteit’ in managementjargon, en door beurzen gefinancierd onderzoek maakt langetermijnbeleid onmogelijk.

Tegelijk wordt het niet-wetenschappelijk personeel met ontslag bedreigd. Vaste aanstellingen verdwijnen in een gestaag tempo. Meer dan 50 procent van het academisch personeel is jonger dan 35 jaar. De flexschil – het aantal mensen op een tijdelijk contract – is op onze universiteit toegenomen tot meer dan 40 procent. Dit alles bedreigt de onderlinge cohesie, betrokkenheid en continuïteit op de VU.

De VU gaat gebukt onder een chaos van vernieuwingsbeleid dat ondoorzichtig tot stand komt, zonder bewijs dat het positieve resultaten zal hebben voor het onderwijs, onderzoek of onze ‘concurrentiepositie’. De bezuinigingen worden aangekondigd als een onvermijdelijke natuurramp, maar zijn in werkelijkheid beleidskeuzes van het bestuur. Het bestuur kiest ervoor te bezuinigen op personeel en tegelijkertijd miljoenen te investeren in prestigieuze gebouwen. Het kiest voor een marktmodel. Het kiest ervoor om kleine wetenschapsgebieden af te stoten en onderwijs op afstand te plaatsen. Met welk recht maakt het bestuur deze keuzes? Wij betwijfelen de legitimiteit van het huidige college van
bestuur. Het heeft de werkvloer volledig buitenspel gezet.

De universiteit is geen productiebedrijf en kan dat ook niet worden. Kennisontwikkeling en -verspreiding is iets anders dan het produceren van koekjes. Wetenschap is eerder te vergelijken  met een koraalrif dat alleen levensvatbaar is in een organisch uitgebalanceerd netwerk van omstandigheden.

Wat we nodig hebben is een nieuwe bestuurscultuur. Een universiteit moet zeker ook kennis ontwikkelen om maatschappelijke problemen mee te helpen oplossen, maar dit betekent niet dat ze primair door economische motieven moet worden gedreven. In deze nieuwe cultuur krijgen wetenschap, onderzoek en onderwijs prioriteit. De werkvloer krijgt zeggenschap. Het leger aan intelligente, talentvolle universiteitsmedewerkers is bereid om daaraan in onderlinge verbondenheid vorm te geven.

Dit manifest is de uitkomst van een reeks open discussiebijeenkomsten van betrokken VU-medewerkers. Verontruste VU’ers komen tweewekelijks bijeen op donderdagmiddag. Wij roepen iedereen die de VU een warm hart toedraagt op zich aan te sluiten”.

Manifestatie
Op woensdag 23 mei 2012 is er een manifestatie voor VU-medewerkers over de bezuinigingen: om11.15 uur bij het Atrium (gebouw Medische Faculteit). Aansluitend is er de openbare overlegvergadering over de bezuinigingsplannen tussen de ondernemingsraad en het college van bestuur.

Wie zijn de verontruste VU’ers die een manifest naar Ad Valvas hebben gestuurd en het liefst anoniem willen blijven vanwege angst voor ontslag? De bij de redactie bekende contactpersoon wilde geen namen noemen omdat het niet om een of twee mensen gaat, maar om een breed gedragen gevoel. De groep zegt dat het manifest is ontstaan na een aantal openbare discussiebijeenkomsten.

Lees op de site van Ad Valvas meer over deze kwestie. Op 16 mei verscheen een reactie van rector Lex Bouter: “Ik ontken de kritiek dat we de universiteit als een koekjesfabriek organiseren. Ons werkkapitaal is het enthousiasme en de motivatie van de docent en de wetenschapper. Niemand heeft de bedoeling om dat kapot te maken”.
VU-bestuurder Bernadette Langius reageerde in de Volkskrant dat “de reorganisatie nodig is vanwege teruglopende overheidsfinanciering en de gestegen studentenaantallen. Ook moet de ‘concurrentiepositie’ van de VU verstevigd worden”.

De details van de bezuinigingen zijn op 16 mei gepresenteerd.

Dekoloniseer de VU. We zijn geen koekjesfabriek, Ad Valvas, 8 mei 2012: https://www.advalvas.vu.nl/opinie/dekoloniseer-de-vu-we-zijn-geen-koekjesfabriek (Niet meer beschikbaar)
Zie: Manifest: Dekolonisatie van de VU, 12 mei 2012: https://verontrust.wordpress.com/2012/06/11/manifest/

Verontruste VU’ers: https://verontrust.wordpress.com/about/

Deskundigen waarschuwen voor misbruik ROM

De GGZ laat zich horen!, het digitale netwerk en platform voor de GGZ, zendt een brief rond met verzoek een oproep te sturen aan “Zorgverzekeraars Nederland” om in overleg te treden met de ROM-critici:

………..In rap tempo ontwikkelt ROM – Routine Outcome Monitoring – zich tot de nieuwe Betuwelijn in de GGZ.
Ondanks grote twijfels over de validiteit van het systeem zal binnen afzienbare tijd de financiering eraan gekoppeld  worden. Door nu bij te sturen kan heel veel toekomstige ellende worden voorkomen.

Wat is ROM precies?

ROM is van oorsprong een systeem waarbij meetinstrumenten worden gebruikt om de effecten van een individueel behandeltraject te evalueren. Inmiddels is de toepassing echter veel breder geworden. Door de metingen per instelling te vergelijken  – dit heet benchmarken –  moet duidelijk worden welke instellingen goede resultaten boeken. Op grond daarvan beslissen zorgverzekeraars bij wie ze de zorg inkopen. Om dit mogelijk te maken is vorig jaar de Stichting Benchmark GGZ opgericht. GGZ-instellingen worden door de verzekeraars verplicht hun ROM-gegevens aan deze stichting aan te leveren.

ROM oogst felle kritiek

In het maartnummer 2012 van het Tijdschrift voor Psychiatrie uiten elf vooraanstaande deskundigen, onder wie alle acht kernhoogleraren psychiatrie, ongekend felle kritiek in een essay op het benchmarken op basis van ROM-gegevens. Ze spreken van “het gijzelen van hulpverleners met het zoveelste voorbeeld van kostbare en onwetenschappelijke bureaucratie” en roepen op tot verzet tegen het verplicht aanleveren van data. Het zou in het beste geval nog jaren duren voordat geschikte instrumenten zijn ontwikkeld die het mogelijk maken om wetenschappelijk en ethisch verantwoord te benchmarken met ROM-gegevens.

Zorgverzekeraars doen het af als onzin

De zorgverzekeraars hebben inmiddels gereageerd. De kritiek wordt afgedaan als onzin en er wordt gedreigd met miljoenenkortingen. Wij vinden deze reactie schokkend. Als elf vooraanstaande deskundigen aan de noodrem trekken dan kun je dat niet afdoen als onzin. Wij vinden de bezwaren van de auteurs van het artikel terecht en juichen het toe dat zij op deze wijze voor de sector opkomen. Goede en betaalbare zorg komt niet dichterbij als zorgverzekeraars keuzes gaan maken op basis van troebele, onwetenschappelijke en onethische vergelijkingen. Ben je het hiermee eens? Wil je je steun uitspreken voor de deskundigen die hun nek hebben uitgestoken? Vind je ook dat de zorgverzekeraars met hen in overleg moeten treden in plaats van de kritiek af te doen als onzin? Onderneem dan nu actie!

Wat kun je concreet DOEN?

1. Verstuur deze oproep aan Zorgverzekeraars Nederland om in overleg te treden met de ROM-critici.
2. Stuur deze mail door naar zoveel mogelijk collega’s.
3. Download het essay*) en bespreek het in je team(s). Zorg dat iedereen er kennis van neemt en dat erover gediscussieerd wordt. Stimuleer je collega’s om in actie te komen door de oproep naar Zorgverzekeraars Nederland te verzenden.

Met vriendelijke groet,
mede namens Menno Oosterhoff, psychiater en initiator van deze actie,

Fred Leffers, Thijs Emons, Co Klaver en Alan Ralston
www.deggzlaatzichhoren.nl (Website is inmiddels niet meer actief; archief nog beschikbaar)

 

*) ROM: gedragsnorm of dwangmaatregel? Overwegingen bij het themanummer over routine outcome monitoring, door  J. van Os/R. Kahn/D. Denys e.a., Tijdschrift voor psychiaterie 54, maart 2012: www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl

Regeling prestatiebeloning leraren ingetrokken door ministerie OCW

De Regeling Prestatiebeloning in het onderwijs is helemaal van de baan, aldus een bericht  – met een foto van een ontkurkte champagnefles! – op de website van de Algemene Onderwijsbond (AOb) van 14 mei 2012.

Staatssecretaris Zijlstra heeft afgelopen vrijdag besloten om de driejarige regeling in te trekken. Daarmee komt ook de ingediende eerste lichting onderzoeken te vervallen.
In een vooraankondiging aan betrokken schoolbestuurders mailde het ministerie op 14 mei: “Het kabinet heeft besloten de middelen voor de experimenten prestatiebeloning te herbestemmen. Dit betekent dat er na 2013 geen middelen meer worden gereserveerd voor (experimenten) prestatiebeloning. Dit besluit zorgt ervoor dat het niet meer mogelijk is om over meerdere jaren een experiment uit te voeren. Staatssecretaris Zijlstra heeft afgelopen vrijdag daarom besloten dat de Regeling Prestatiebeloning in het onderwijs in z’n geheel en op korte termijn wordt ingetrokken”.

Er zijn volgens het ministerie ongeveer veertig aanvragen ingediend in de eerste ronde. De schoolbesturen die al een aanvraag hebben ingediend, krijgen een tegemoetkoming voor de gemaakte kosten.

Het onderzoeksprogramma stond de afgelopen weken al op losse schroeven, vanwege de bezuinigingsplannen die in politiek Den Haag zijn gemaakt. Daarin was al de bezuiniging op passend onderwijs van tafel gehaald. Vanuit verschillende kanten klonk een week geleden nog het bericht dat de eerste ronde aanvragen in elk geval in behandeling zou worden genomen.

Onderzoekers waren daarom nog tot afgelopen weekend bezig om de voorstellen op tijd voor de deadline van 15 mei de deur uit te krijgen. Tot ze alsnog bericht kregen. Melanie Ehren, verbonden aan de Universiteit Twente en betrokken bij een mbo-onderzoeksvoorstel voor Helicon Opleidingen: “We kregen afgelopen zaterdag een mailtje van het CAOP dat de stekker uit de experimenten prestatiebeloning gaat, ook de eerste ronde.”

Ook bij het CAOP, dat het experimentenprogramma uitvoerde, bestond vorige week onduidelijkheid over de onderzoeken. Dat merkte bestuursvoorzitter Wiely Hendricks van De Haagse Scholen tijdens een overleg vorige week woensdag. “Dat heeft natuurlijk te maken met de idiote politieke situatie die is ontstaan. Eerst was het signaal dat de eerste ronde wel doorging, maar misschien met een kleiner budget. Maar afgelopen donderdag had ik de indruk dat het voortbestaan van de experimenten überhaupt voor het CAOP onduidelijk was.”

Hendricks had eerder al een aanvraag ingediend, maar onder voorbehoud van instemming van de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Vorige week dinsdagavond besloot de personeelsgeleding geen akkoord te geven. Afgelopen vrijdag trok Hendricks zijn aanvraag in. “Voor ons is dit nieuws niet meer van belang”, reageert hij. “Maar als je nog wel een aanvraag had liggen, kan ik me voorstellen dat je dit niet leuk vindt. Er gaat heel veel tijd in zo’n onderzoeksvoorstel zitten.”

Onderzoeker Ehren baalt ervan dat er op het laatste moment een streep door de prestatiebeloning-experimenten gaat, terwijl collega’s en scholen alles aan de kant hebben gezet om de deadline te halen. Ze probeert alsnog financiering te vinden voor het experiment. “Het is een uniek experiment, waarbij we ook een maat willen ontwikkelen voor het vaststellen van de leerwinst van een docent in het mbo. Die bestaat nog niet. Helicon zelf heeft er al veel tijd ingestoken.”

In de mail van het ministerie van vanmiddag: “De staatssecretaris realiseert zich dat deze boodschap op een laat moment komt en dat er de afgelopen maanden door betrokkenen veel tijd en energie is gestoken in de experimentplannen. OCW wil ook zijn erkentelijkheid naar schoolbesturen uitspreken voor het werk, de betrachte creativiteit en de bereidheid een nieuw instrument degelijk te willen onderzoeken. Tegelijkertijd noopt de huidige economische en budgettaire situatie tot het kritisch bekijken van alle lopende trajecten en zijn stevige keuzen niet te vermijden”.

AOb: ‘zinloze prestatiebeloning van tafel’, Trouw, 14 mei 2012: www.trouw.nl

AOB: www.aob.nl (Bericht over regeling prestatiebeloning niet meer beschikbaar)

Lees over wat vooraf ging het verslag van het debat  Prestatiebeloning van leraren: Waarom!? en Hoe!?, gehouden in Den Haag op 17 december 2010. Klik hier.