Waarom zitten er geen docenten in de Onderwijsraad?

Jelmer Evers, docent geschiedenis op de school voor havo/vwo UNIC in Utrecht, heeft een brief gestuurd aan de Onderwijsraad.
De Onderwijsraad, gevestigd in Den Haag,  is een onafhankelijk adviescollege, opgericht in 1919. De raad adviseert de regering en de Kamer, gevraagd en ongevraagd, over hoofdlijnen van beleid en wetgeving op het gebied van het onderwijs.

De brief van Evers, 26 oktober 2012:

—-“Mijn vraag is eigenlijk heel simpel. Waarom zitten er geen, in de praktijk actieve, docenten in de Onderwijsraad?

Het valt me op dat door verschillende raden, stichtingen en dergelijke veel praten over de professionalisering en het imago van docenten. De conclusie is altijd dat het zorgelijk gesteld is met mijn beroep en dat de docent weer centraal moet komen te staan.

Echter in veel organisaties (bijvoorbeeld in de PO-Raad en de VO-Raad) zijn geen docenten betrokken op plekken die er echt toe doen als het aankomt op onderwijsbeleid. Hetzelfde geldt voor de Onderwijsraad. De enige manier om op niveau mee te praten is om de klas uit te gaan. Wat zegt dit eigenlijk over hoe er daadwerkelijk tegen docenten op beleidsniveau wordt aangekeken? Ik ben me bewust dat er een Onderwijscooperatie is, maar daar ligt op dit moment nog niet de autoriteit en bevoegdheid die ik bedoel.

Ik beschouw mezelf en mijn collega’s als experts als het op onderwijs aankomt. Leidend in mijn praktijk is de volgende uitspraak: practice what you preach. Het zou mooi zijn als een prestigieus instituut als de Onderwijsraad hierin het goede voorbeeld geeft en op zijn minst een docent uit elke sector opneemt. Als docenten echt zo belangrijk zijn dan praten we op elk niveau mee. Dan wordt er niet over docenten gepraat, maar door.

Ik ben erg benieuwd naar uw reactie.

Met vriendelijke groet—

Vier  dagen later, op 30 oktober 2012 kwam een antwoord van de Onderwijsraad:

—“Hartelijk dank voor uw bericht van 26 oktober jl. Uw vraag is helder; het antwoord is helaas wat complexer. U heeft gelijk als u stelt dat er niet over leraren moet worden gesproken, maar met leraren. Ditzelfde geldt wat ons betreft ook voor ouders en studenten als het gaat om onderwerpen die hen betreffen. Betekent dat nu ook dat leraren, ouders en studenten deel zouden moeten uitmaken van de Onderwijsraad?
Tot 1997 was dat inderdaad het geval. De toenmalige raad telde 95 leden. Vanaf 1 januari 1997 telt de Onderwijsraad aanmerkelijk minder leden, momenteel 10. Dit is het gevolg van de invoering van de Kaderwet Adviescolleges. Bij de samenstelling van de raad worden allerlei eisen gesteld, zo moet in de raad, naast kennis van de onderwijspraktijk ook wetenschappelijke expertise en algemeen maatschappelijke inbreng betrokken worden. Dit maakt feitelijke participatie van leraren in de raad moeilijk. Leraren, ouders en studenten maken weliswaar geen deel uit van de huidige raad, maar zij worden op verschillende manieren wel betrokken bij de voorbereiding van adviezen.

De Onderwijsraad adviseert de regering en de Eerste en Tweede Kamer over hoofdlijnen van onderwijsbeleid- en wetgeving. Adviezen kunnen alle sectoren beslaan, of overkoepelende thema’s. Bij elk nieuw adviestraject wordt opnieuw bekeken of en zoja, welk onderzoek uitgezet wordt, met welke mensen wij willen spreken en hoe we dit organiseren. In de praktijk worden er vaak panelgesprekken georganiseerd, of vinden er interviews plaats. Soms wordt een seminar georganiseerd, of maken we gebruik van een online discussie of mailronde om met veel mensen te kunnen spreken.

Deelnemers aan panels worden op allerlei manieren geworven. Door gebruik te maken van ons netwerk, door een vraag uit te zetten bij schoolbesturen of koepelorganisaties, maar ook door een oproep via onze website en twitter.

Zo heeft de raad bij de voorbereiding van zijn advies over cultuureducatie in het basisonderwijs (juni 2012) gesproken met leerlingen en schoolteams en via een online discussieforum en een vragenlijst 600 schoolleiders en leraren bij het advies betrokken. Een ander voorbeeld is een verkenning naar moderne professionaliteit die in voorbereiding is. Via onderzoeken in opdracht van de Onderwijsraad en uitgevoerd door het ICLON en het ECBO betrekken wij veel leraren bij dit onderwerp. Ook tijdens de lerarendiners die de Onderwijsraad organiseert in december en januari gaan wij met leraren in gesprek over dit thema.
Alhoewel leraren geen deel uitmaken van de Onderwijsraad worden zij door de raad altijd in de gelegenheid gesteld hun opvattingen kenbaar te maken. De invloed van docenten op de voor hen relevante adviezen van de Onderwijsraad is dan ook aantoonbaar; in elk advies wordt aangegeven met welke deskundigen (leraren) is gesproken.

Met vriendelijke groet”—

De reactie van Jelmer Evers aan de Onderwijsraad:

—-“Hartelijk dank voor uw snelle antwoord. Op zich begrijp ik dat de Kaderwet adviescolleges de Raad beperkt. Ik begrijp echter nog steeds niet dat er geen leraren in de Onderwijsraad zitten. Als ik de eisen bekijk waaraan moet worden voldaan dan voldoen een aantal van mijn collega’s zeker. Veel van mijn collega’s zijn universitair geschoold, in het bezit van een of meerdere titels en een aantal zijn ook gepromoveerd.

De meeste van mijn collega’s zijn maatschappelijk betrokken, dat moet bijna wel als je in het onderwijs werkt. Als met maatschappelijke betrokkenheid een hoge functie wordt bedoeld dan verstaan we daar wat anders onder. Want dat lijkt met name het onderscheidende element in de Onderwijsraad te zijn. Helaas is de afgelopen dertig jaar aangetoond dat dit nog niet betekent dat iemand verstand heeft van onderwijs. De huidige Raad zal ongetwijfeld erg bekwaam zijn, maar het mist essentiële ervaring omdat de echte expertise niet aanwezig is.

Mijn punt blijft overeind staan. Alleen al uit de samenstelling van alle raden in het onderwijs kun je opmaken dat het docentschap geen prestigieus beroep is. Daar draagt de Onderwijsraad door haar samenstelling ook aan bij. Ook bij uw medewerkers zitten geen docenten. Praten met docenten is echt wat anders dan docenten deel laten uitmaken van het beleid.

Nogmaals hartelijk dank voor uw antwoord. Misschien kunt u mijn overwegingen meegeven aan de Raad.
Met vriendelijke groet,

Jelmer Evers—

Zie Brief aan de Onderwijsraad, 26 oktober 2012: www.jelmerevers.nl (Website niet meer actief). Zie: https://nl.linkedin.com/in/jelmerevers

Lees ook Nieuw op te richten lerarenraad door René Kneyber, Blogs Beroepseer, 17 september 2012: https://beroepseer.nl


U P D A T  E

René Kneyber eerste leraar in Onderwijsraad, Didactief, 28 november 2014: https://didactiefonline.nl/artikel/rene-kneyber-eerste-leraar-onderwijsraad

 

René Kneyber en Jelmer Evers zijn voortrekker van Stichting Beroepseer

 

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer