Skip to main content

Redactie Beroepseer

Discussie over medisch beroepsgeheim in VU medisch centrum

Het VU Medisch Centrum in Amsterdam start een bewustwordingscampagne over grenzen van wat mag en niet mag. Dat staat in Tracer, het personeelsblad van het VUmc. Het lijkt allemaal zo simpel. Medewerkers in de gezondheidszorg mogen niet met derden over patiënten spreken. Niet over wat patiënten hen vertellen en niet over wat de anamnese aan het licht brengt. Maar de werkelijkheid is weerbarstig en de grens van wat wel en niet mag is lang niet altijd duidelijk.

Een middel dat wordt ingezet bij de campagne is een interne website: “Op de intranetsite gaan we zoveel mogelijk vragen over de reikwijdte van het medisch beroepsgeheim beantwoorden”, zegt Anke Janssen, jurist medische zaken bij het instituut ondersteuning patiëntenzorg: “We willen een levendige pagina maken, waar mensen casuïstiek kunnen lezen, waar actuele ontwikkelingen te volgen zijn, maar waar ook veelgestelde vragen te vinden zijn”.
Er staan basisregels rond het beroepsgeheim en privacy op de site vermeld, evenals de uitzonderingen op deze regels en contactgegevens voor meer advies en documentatie en naslagwerken: “Dit wordt aangevuld met praktijkvoorbeelden die we van medewerkers hopen te krijgen”.

Ook worden er sinds kort klinische lessen gegeven over het beroepsgeheim aan artsen en verpleegkundigen: “Natuurlijk hebben ze dat tijdens hun opleiding geleerd, maar na een paar jaar een opfrisbeurt is niet onverstandig”, aldus Janssen. Ook blijkt tijdens de klinische lessen dat zaken vaak genuanceerd liggen en dat er nogal wat uitzonderingen te bedenken zijn: “Het is ook niet altijd duidelijk waar de grens precies ligt. De afwegingen die dan moeten worden gemaakt, zijn niet eenduidig”.

Geldt het medisch beroepsgeheim alleen voor de zorgprofessionals? Nee, dat is niet zo. Janssen: “Kijk maar in de CAO. Alle medewerkers van VUmc hebben een afgeleid beroepsgeheim. Van baliemedewerkers tot schoonmakers, iedereen heeft een zwijgplicht over informatie van patiënten”.

Intranetpagina verlevendigt discussie over medisch beroepsgeheim, door Monique Krinkels, Tracer no 8, 18 april 2013: https://issuu.com/vumc/docs/tracer-8-2013?mode=window&backgroundColor=

Een leerling heeft mij stiekem gefilmd, mag dat?

Arnoud Engelfriet beantwoordt elke week op de site van Security.nl een vraag betreffende beveiliging, recht en privacy.
Afgelopen week kwam er een vraag van een leraar op een school van het voortgezet onderwijs: Laatst ontdekte ik dat leerlingen me stiekem hadden gefilmd en dit op Youtube hadden gezet. Ik was daar bepaald niet blij mee. Wat kan ik doen?

Antwoord: Ook op school en in functie als leraar heb je recht op privacy. Niet zo veel als thuis, maar ook geen nul. Je kunt dan ook op grond van je privacy bij de leerling eisen dat de beelden worden verwijderd. Alleen in heel uitzonderlijke omstandigheden, als er iets nieuwswaardigs op de beelden staat,mogen zij het laten staan.

Je hebt ook portretrecht, dat komt hier op hetzelfde neer.

Zelf iets doen is vaak lastig in zo’n situatie. Het liefst heb je dan ook dat de school optreedt. Een school is bevoegd om regels in te stellen om de goede gang van zaken op de school te bewaren, en zij mogen daar ook sancties op stellen.
Een school kan dus regels maken over filmen in de klas en wat daarmee mag gebeuren. En een leerling die die overtreedt, kan daarop worden aangesproken en onder dreiging van schorsing e.d. worden verplicht het filmpje te verwijderen.

In 2008 werd het zelfs toegestaan door de klachtencommissie om een filmpje te wissen van een inbeslaggenomen telefoon. Dat blijf ik nog altijd wat vergaand vinden.

Arnoud Engelfriet is ICT-jurist, gespecialiseerd in internetrecht waar hij zich al sinds 1993 mee bezighoudt. Hij werkt als partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Zijn site Ius mentis is één van de meest uitgebreide sites van Nederland over internetrecht, techniek en intellectueel eigendom. Hij schreef twee boeken, De wet op internet en Security: Deskundig en praktisch juridisch advies.

Security.nl brengt dagelijks het laatste nieuws en achtergronden over informatiebeveiliging, privacy en gegevensbescherming: www.security.nl

Blogwedstrijd over Respect & Werk in dagblad Trouw

Hoewel de landelijke weerzin tegen graaiers al groot is, zal die volgend jaar vermoedelijk alleen maar verder toenemen. Want zoals het er nu naar uitziet, gaat de semi-publieke sector in 2014 namelijk op de nullijn. In zekere zin draait hij op voor het gelag bij de SNS-bank eerder dit jaar. Sebastien Valkenberg levert met zijn artikel Bestuurders genieten ‘gouden parachute’ een bijdrage aan de artikelenreeks van wetenschappers en praktijkdeskundigen die in dagblad Trouw verschijnt van april tot medio juni 2013 als onderdeel van het project Respect & Werk.
In zijn artikel citeert Valkenberg het door Dick Pels geschreven boek De economie van de eer, verschenen in 2006. Pels pleit daarin voor andere inkomensverhoudingen, maar veronderstelt dat herstel van de beroepseer veel belangrijker is: “Daar hebben het verpleegkundig personeel, de politieman en de onderwijzer op den duur het meest aan”.

Het project Respect & Werk wordt afgesloten met een symposium op 11 juni 2013 in Utrecht. Een ander onderdeel van het project is de blogwedstrijd Respect & Werk. Voor de winnaar is er een prijs van 500 euro en plaatsing van de blog in Trouw. De tweede prijs is 300 euro, de derde 200 euro.
Respect op het werk kan gaan over ontzag, eerbied of erkenning. Wat betekent respect op het werk voor jou? Waarom is het belangrijk, of juist niet? Wat versta je onder respectloos en hoe ga je daarmee om?
Op de site staan een paar voorbeelden waardoor je je kan laten inspireren bij het schrijven van de blog. Een daarvan luidt:
“Uitkomst van een onderzoek onder 1.800 werknemers: ‘Salaris verliest het van respect’. Respect krijgen op de werkvloer is het meest van invloed op de medewerkerstevredenheid. Op wat voor respect doelen zij? Geldt dit ook voor jou?”
Of:
“De Amerikaanse arbeidssocioloog Richard Sennett zegt: ‘Gebrek aan respect kan, hoewel minder agressief, even kwetsend zijn als een regelrechte belediging. De ander wordt weliswaar niet beledigd maar krijgt ook geen erkenning. Hij of zij wordt niet gezien als een volwaardig mens die er toedoet.’Herken je dit?”

Schrijfwedstrijd Respect & Werk: https://www.trouw.nl/nieuws/schrijfwedstrijd-respect-werk~bec5cb08/

Artikel Bestuurders genieten ‘gouden parachute’, door Sebastien Valkenberg, 25 april 2013 op site Trouw: www.trouw.nl

Aanmelden symposium Respect & Werk: www.live.cloudformz.com

Afscheidsspeech rechter Charlotte Keijzer: Er zit vernieuwing in de lucht

Charlotte Keijzer (1948) nam op 21 maart  2013 afscheid van de Rechtbank in Utrecht. Sinds 1980 heeft zij vele functies vervuld binnen de rechtspraak, bijvoorbeeld het presidentschap van de rechtbank Groningen. Naast het rechterschap heeft zij vaardigheden ontwikkeld voor het begeleiden van conflictoplossing en “vreedzame” manieren van communiceren en is zij opgeleid als mediator en facilitator in het herstelrecht.

In haar afscheidsspeech blikt Keijzer niet alleen heel even terug op de voorbije jaren, maar richt zij zich vooral op de toekomst van de rechtspraak. Ze ziet een nieuwe realiteit ontstaan en noemt een aantal proefprojecten en plannen die bijdragen daar vorm aan te geven. De essentie van die nieuwe realiteit is dat de rechtspraak gaat denken en werken vanuit de behoefte van de burger.

Afscheid nemen en vooruitkijken

De rechtspraak is de laatste decennia bezig geweest met verbetering en vernieuwing van de organisatie. In de 33 jaar dat ik hier werkzaam was: van typekamers, telexen en potloden te bestellen bij het Ministerie, naar een bij de tijdse club. Die staat op zijn eigen benen, loopt niet voorop maar zit wel redelijk degelijk in elkaar.
Intussen zijn we tot de ontdekking gekomen dat die organisatorische vernieuwing niet los staat van de inhoud, het primaire werk, het vak. Je zou het Leeuwardense Manifest kunnen zien als een dramatische uiting van dat besef.

In zoverre is het Manifest een noodklok: help! Het gaat niet goed. Ik zie het liever als een luidklok voor vernieuwing: zó niet meer. Dan is de logische vraag: wat wel?
Er is al veel gaande dat een begin van een antwoord is op die vraag. Ik wil u deelgenoot maken van het enthousiasme dat ik daarover voel.

Natuurlijk, we staan onder druk, het gezag is niet meer zo vanzelfsprekend en de grenzen van de trias ook niet. Ook wij zullen op termijn moeten bezuinigen. Allemaal niet makkelijk.
Maar juist die druk kunnen we heel goed gebruiken omdat hij ons dwingt andere wegen te zoeken. Meer van hetzelfde, nog sneller en efficiënter doen wat we al doen, zal de oplossing niet zijn, dat is nu wel duidelijk. En terug naar een lager tempo: tja, is dat reëel? En wie help je ermee?

Ik ben in mijn loopbaan een aantal keren teruggekeerd in het primaire proces, na daar een tijdje uit te zijn geweest. Wat me telkens weer opviel is hoe omslachtig de weg naar de (in mijn geval civiele) rechter eigenlijk is. Hoe de procedure, en zelfs wat daaraan voorafgaat, partijen dwingt tot escalatie en conflictgedrag. Hoe moeilijk zij het hebben om de regie te houden. En dan, hoeveel tijd en inspanning het óns kost om de, deels daardoor ontstane, kluwens weer te ontwarren.
Eigenlijk is het trouwens merkwaardig dat je als rechter je eigen core-business voortdurend afvalt door partijen zoveel mogelijk te ontmoedigen om verder te procederen: tijdrovend, duur, onvoorspelbaar. Mijnheer, mevrouw, probeert u maar liever een schikking te bereiken.
Ik zou trots willen zijn op die core-business en kunnen roepen: ik bied je precies dat wat je nodig hebt om er doorheen te komen.

Kan dat? Ja, daar ben ik van overtuigd.

Wat mij betreft is daarvan de essentie dat wij erop inzetten wérkelijk te denken en werken vanuit de behoefte van de burger. Dat raakt aan die core-business. Die kan dan niet hetzelfde blijven.

Ik zei al: er is veel gaande.
Een paar voorbeelden:

    • In de rechtbank Amsterdam gaan binnenkort acht rechters in opleiding als mediators, om veel meer op maat geschilbeslechting te kunnen aanbieden.
    • Hier in Utrecht loopt het project De burenrechter. Daarin wordt een protoype ontwikkeld van een procedure die conflicten in de leefomgeving op een de-escalerende en oplossingsgerichte wijze behandelt. Met gebruikmaking van kennis en ervaring van over de hele de wereld, zowel in alternatieve geschilbeslechting als in rechtspraak.
    • In een aantal rechtbanken lopen pilots Mediation naast strafrecht
    • De Nederlanse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) wijdde vorig jaar haar jaarvergadering aan innovatie.
    • De wetgever werkt aan vereenvoudiging van de civiele procedure.
    • De Raad voor de Rechtspraak aan digitale toegang tot de kantonrechter.

Onlangs vond op initiatief van de rechtbank Utrecht een bijeenkomst plaats met een bont gezelschap van advocaten, gerechtsdeurwaarders. rechtsbijstandsverzekeraars, sociaal raadslieden, juridisch loket, Raad voor de Rechtsbijstand, ondernemers.
Doel van de bijeenkomst was om uit te vinden hoe, niet alleen in burengeschillen maar veel breder, een weg naar de rechter is te vinden die niet, of veel minder, escalerend werkt. Het was om te beginnen al een geweldig plezier om te merken met hoeveel enthousiasme op de uitnodiging werd gereageerd. Zelfs mensen die er via via van hadden gehoord wilden erbij zijn. Met een rijke oogst aan ideeën die het proberen waard zijn, zoals:
– tussenkomst van de rechter helemaal voorin het proces;
– de rechter op afroep voor deelbeslissingen, bijvoorbeeld in een lopende mediation;
– en de rechter als toezichthouder, bijvoorbeeld om mensen met een meervoudige problematiek op koers te houden.
Ook hierin zullen vervolgstappen worden gezet: op naar een nieuwe realiteit.

Kern van die nieuwe realiteit is in mijn ogen dat vaardigheden en kennis uit verschillende disciplines integraal onderdeel gaan uitmaken van wat de rechter te bieden heeft. Met als inzet een flexibele beschikbaarheid van de rechter daar waar partijen hem echt nodig hebben, om te kunnen schikken of voor een beslissing.

Er zit werkelijk vernieuwing in de lucht.

Charlotte Keijzer

Debat eerste stap naar herstel van vertrouwen in accountants

Om het vertrouwen te herstellen in accountants, is het nodig dat de beroepsgroep van accountants een open debat organiseert. Het zou in ieder geval helpen een begin te maken met een herstel. Met die woorden spoort Margreeth Kloppenburg in haar stuk op de opiniepagina van Accountant de beroepsgroep aan nu eindelijk met dat debat te beginnen dat oorspronkelijk een idee was van Paul Steman, bestuursvoorzitter van accountantsbureau Mazars.
“Een tijdje terug ben ik voor het huisblad van BDO geïnterviewd over De vertrouwde adviseur, het boek van David Maister dat binnen de zakelijke dienstverlening aan een heuse revival bezig is. Banken houden enquêtes met vragen als Zijn wij uw vertrouwde adviseur? Het boek van David Maister is al meer dan 25 jaar oud. En het gaat mijns inziens dan ook nogal voorbij aan de complexiteit van ons hedendaagse professionele bestaan”.

Margreeth Kloppenburg werkt bijna twintig jaar als adviseur en facilitator met professionals en managers in het bedrijfsleven. Ze is auteur van enkele boeken waaronder Eerlijk scoren, de professionele balans tussen target en integriteit. Voor haar promotie doet ze onderzoek naar hoe professionals beroepsinteger leren handelen. Ze vervolgt:

“Zelf denk ik dat klanten professionals vaak juist te veel hebben vertrouwd, en dat hen dat duur is komen te staan. Denk maar aan de woekerpolissen die werden verkocht (en ook wettelijk toegestaan, mind you) door hele kundige financiële professionals die meester waren in het opbouwen van vertrouwen, maar de bijbehorende verantwoordelijkheid voor het welzijn van hun klant er niet bij namen. Zij kregen de training ook.
Ook de commotie rond de adviescontracten bij de big four (een frame waar ik als ik hen was wel van af zou willen) is een pijnlijk voorbeeld van hoe klanten meegaan in een wijze van werken door een dienstverlener die uiteindelijk tot schade leidt.

En, zo vraag ik me af:

Hoe is het voor een klant om naar de AFM te stappen en de – tikje ruim omschreven – adviescontracten onder de aandacht te brengen?
Hoe is het voor de rest van de klanten die hier in mee zijn gegaan, maar niet naar de AFM zijn gestapt? Die moeten intern nu gaan uitleggen waarom zij deze werkwijze wel akkoord achtten.
Hoe is het als je klant bent en je hebt helemaal niet zo’n aantrekkelijk ruim omschreven adviescontract aangeboden gekregen? Was jij niet belangrijk genoeg?

Precies dit euvel, namelijk dat de druk in professionele organisaties om omzet te realiseren heel groot is, en dat daar rare acties uit ontstaan, benoemt Maister niet in zijn boek. En ook niet dat klanten in sommige gevallen baat hebben bij het meewerken aan constructies die eenmaal buiten het speelveld (of schoolplein, als ik Bob Hoogenboom aanhoud) tegen het licht gehouden, stukken minder helder overkomen dan je zou wensen. Waarbij mijns inziens een beroepsvereniging de zuiverheid van dat speelveld zou moeten voorleven.

Het dienstverlenende concept is vele malen complexer dan enkel de professional in gesprek met de klant. Er zijn meer spelers verantwoordelijk om in het belang van het maatschappelijke verkeer te handelen.
Er zijn gesprekken nodig met alle betrokken stakeholders die moeten gaan over hoe verantwoordelijkheden te beleggen en ook in hoeverre de vorm waarin een en ander nu gegoten is, nog steeds passend is. Vandaar dat ik het voorstel van de Mazars-voorzitter om in een open debat met relevante partijen de ontstane situatie eens goed te bezien, van harte toejuich.

Omdat het getuigt van moed om het gesprek werkelijk aan te gaan en belangen opzij te zetten met de ambitie een hoger gelegen belang te dienen (en me dunkt, dat is er bij dit beroep).
En juist omdat zo’n gesprek een bepaalde mate van risico met zich meebrengt, zeer lastig als je gewend bent controle te voeren over zaken, draagt het bij aan het creëren van vertrouwen. Daar weet Maister alles van.
Er bestaat geen haarlemmerolie voor de crisis binnen de accountancy. Je zult met elkaar stap voor stap hard moeten werken aan het herstel van vertrouwen. Zo’n debat is een mooie eerste stap.
Dus, beste accountants, hoe komt dit debat van de grond?

Organiseer dat debat!, door Margreeth Kloppenburg, Accountant – NBA-platform voor nieuws, achtergrond en debat – 18 april 2013: www.accountant.nl/

Lees ook de reacties.

Inkoopbeleid zorgverzekeraars is onpraktisch en leidt tot duurdere GGZ-zorg

Ingrid van den Brink, psychosociaal- en pastoraal therapeute heeft een brief geschreven aan politici in de hoop dat ze zich meer gaan inzetten voor de GGZ:

“Ondanks de geluiden uit het veld gaan de minister en zorgverzekeraars door met de hervormingen van de GGZ. In 2014 wordt met grote stappen de Basis GGZ en Generalistische GGZ ingevoerd. Over de invoering van de DBC – diagnosebehandelcombinatie – is zeven jaar gedaan. Deze hervormingen zijn ingrijpender en minder goed voorbereid en moeten sneller ingevoerd worden.

En dan nog het hoofdbehandelaarschap en inkoopbeleid van de zorgverzekeraars. Prof. M. Verbraak heeft er een artikel over geschreven in Psychopraktijk van april 2013. Hij is klinisch psycholoog en bijzonder hoogleraar Gezondheidszorgpsychologie, hoofdopleider GZ-psychologen bij SPON Radboud Universiteit Nijmegen en inhoudelijk directeur van de HSK-Groep

Ik hoop echt dat u meer voor de GGZ op gaat komen. De huidige ontwikkelingen leiden niet tot de gewenste bezuinigingen en marginaliseren de psychotherapie tot een product in de context van het marktdenken en daarmee verliest het de benadering van de cliënt in zijn menselijke context”.

Lees het artikel: Inkoopbeleid zorgverzekeraars leidt tot duurdere en minder duurzame GGZ, door Marc Verbraak, Psychopraktijk, april 2013: https://beroepseer.nl

Hans Ludo van Mierlo: Beroepseed kan financiële sector veranderen

Hans Ludo van Mierlo is dit voorjaar twee keer geïnterviewd over de bankierseed door een financieel vakblad. In Banking Review, vakblad voor leidinggevenden in de financiële sector: Beroepseed kan sector veranderen en in B & E  – Bank en Effectenbedrijf – vakblad voor de financiële sector: De bankierseed behoeft exegese. Daar moet over gepraat worden.

In de jaren negentig werkte Hans Ludo van Mierlo als persvoorlichter in de bankwereld. Sinds 2006 is hij actief als bestuurdersadviseur en als spreker op congressen.
Kort voor het uitbreken van de financiële crisis in 2008 publiceerde hij zijn boek Gepast en ongepast geld. Hij pleitte daarin onder meer voor een ‘bankierseed’.
Sinds begin 2013 is zo’n gelofte wettelijk verplicht geworden voor directeuren en commissarissen van alle financiële instellingen in Nederland, en later dit jaar voor nog een kwart miljoen mensen in de financiële sector. Het moreel appèl is dus wettelijk verankerd.

Prima gedaan! Opgelost toch? Van Mierlo: “Het begint nu pas. De beroepseed is geen wet met afvinkbare regels. Bankiers moeten leren weer zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun gedrag. Waarom doen we wat we doen? Wat is het beste voor onze klanten? Welke rol hebben wij in de maatschappij? Een discussie over dergelijke vragen draagt er aan bij dat bankiers weer trots worden op hun vak en het verloren vertrouwen herwinnen”.

In eerste instantie bedoelde Van Mierlo de eed als een eervolle onderscheiding voor het beroep van financiële dienstverlener: “Mét de eed scharen financiële dienstverleners zich in de reeks van artsen, rechters, advocaten, notarissen, Kamerleden. Deze mensen doen werk dat diep ingrijpt in het leven van anderen. Het vertrouwen in die beroepen mag niet beschaamd worden, dus je wilt dat de beoefenaars beloven dat ze hun afwegingen gewetensvol maken. Je introduceert een minimumeis op het punt van betrouwbaarheid.”

Op de vraag of het plechtig afleggen van een eed iets kan veranderen als je niet tegelijkertijd iets doet aan de structuren, zoals het opknippen van verantwoordelijkheden in specialismen, het vinkgedrag, het straatje schoonvegen, de testosteron-gedreven competitiedrang, antwoordt Van Mierlo: “Het plechtig afleggen van een eed heeft meer effect dan je misschien zou denken. Helemaal als iemand er zo nu en dan aan wordt herinnerd. Van een juriste die professioneel betrokken was bij een van de vastgoedaffaires, hoorde ik dat drie hoofdverdachten in die zaak in het verleden was gevraagd een beroepseed af te leggen. Dat weigerden ze. Want dat was toch ‘allemaal gelul’. Dat zegt wel iets. Dan Ariely, hoogleraar gedragseconomie aan het Massachusetts Institute of Technology, heeft aangetoond dat onze besluitvorming wordt beïnvloed wanneer we erop worden gewezen dat we een eed hebben afgelegd. Logisch: moreel gedrag ontwikkelt zich niet van nature, maar in interactie met de buitenwereld”.

Een andere vraag aan Van Mierlo luidde of bankiers zich echt tot het nieuwe bankieren zullen gaan bekeren? Van Mierlo: “Bedankt voor die vraag. Ik wil daar op de valreep van dit gesprek namelijk graag nog iets over kwijt. Financiële dienstverleners vormen en vormden geen geïsoleerde groep in de maatschappij. Ze zijn ook niet als enigen verantwoordelijk voor de financiële crisis. De hele maatschappij is de afgelopen decennia ontremd in overwegend monetair denken, in ik-denken en in het geloof in de heilzame kracht van marktwerking. Onder de financiële crisis en de bankencrisis schuilde een cultuurcrisis. De financiële sector is de plek waar de bliksem het eerst is ingeslagen. Dat had overal kunnen gebeuren en het gebeurt indirect nu ook overal. Het is logisch dat de financiële sector, die het eerst werd getroffen, het eerst een weg terug zoekt naar gezondere financiële opvattingen en verhoudingen. De eed stimuleert die zoektocht. De eed kan zo het begin zijn van een omkeer in de hele maatschappij. Ik zie u verrast opkijken. De financiële sector als gids voor de hele maatschappij? Ja, dat is echt geen irreële gedachte”.

Beroepseed kan sector veranderen. Interview met Hans Ludo van Mierlo, door Wim Ansink in Bankin Review, lente 2013: https://beroepseer.nl

De bankierseed behoeft exegese. Daar moet over gepraat worden, Interview met Hans Ludo van Mierl, door Bert Bakker, maart 2013 in  B & E.: https://beroepseer.nl

Zie ook video met Hans Ludo van Mierlo: De bankierseed, Video Beroepseer, 19 januari 2011: https://beroepseer.nl/video-podcast/andere/de-bankierseed/