Skip to main content

Redactie Beroepseer

Zorgaanbieder: “Het lukt niet om de mensen bij grootste zorgverzekeraar te spreken”

Bart Kiers van Zorgvisie, het online platform voor beleid en management in de zorg, schrijft dat voor het derde opeenvolgende jaar zorgverzekeraars te weinig wijkverpleging dreigen in te kopen. Volgens Adrie van Osch, bestuursvoorzitter van Brabantzorg betekent dat “in 2017 weer een moeizaam en tijdrovend traject van bijcontracteren. En als we er met verzekeraars niet uitkomen, dan moeten we verzekerden weer een factuur sturen. Of ze die vergoed krijgen hangt maar net af van de polis die ze hebben”.

Brabantzorg nog geen contract

Brabantzorg heeft formeel nog geen enkel contract ondertekend. Maar met de grote verzekeraars in de regio, CZ en VGZ, verwacht Van Osch er voor 1 december wel uit te komen. “Wij hebben veel verzekerden van hen als klant. Beide kanten zijn ervan doordrongen dat ze er wel moeten uitkomen”.

Zilveren Kruis en Menzis

Dat geldt niet voor de zorgverzekeraars die in de regio in Noord-Brabant maar een klein marktaandeel hebben, zoals Zilveren Kruis en Menzis. Ze bieden een prijs die te laag is om de wijkverpleging kostendekkend uit te voeren, nog lager dan in 2016. En het blijkt voor veel zorgaanbieders überhaupt niet mogelijk te zijn om in gesprek te komen met de verzekeraar. Van Osch: “Het lukt niet om de mensen te spreken die gaan over de zorginkoop. We worden geacht te tekenen bij het kruisje, maar dat doen we niet”.

Restitutiepolis        

De gevolgen zijn groot voor de 230 klanten van Brabantzorg die verzekerd zijn bij Zilveren Kruis. Ze krijgen in 2017 een factuur van de zorgaanbieder. Of ze die vergoed krijgen van de verzekeraar hangt af van de polis die ze hebben. “We gaan hun een brief sturen waarin we klanten adviseren om een restitutiepolis te nemen, zodat ze het hele bedrag vergoed krijgen. We leggen in die brief uit dat er ook alternatieven zijn, zoals overstappen naar een andere zorgverzekeraar of aanbieder”.

Zorggroep Elde: geen contract Zilveren Kruis

Jacqueline Joppe, bestuursvoorzitter van Zorggroep Elde in de regio Boxtel, heeft dezelfde ervaring met Zilveren Kruis. De tarieven zijn niet kostendekkend. Ze heeft 35 cliënten die verzekerd zijn bij Zilveren Kruis. Het lukt Joppe niet om in gesprek te komen met de grootste zorgverzekeraar van Nederland. “Ze komen niet praten. We hebben kennelijk te weinig omzet”.

Lees het hele artikel van Bart Kiers: Brabantse wijkverpleging weigert contract Zilveren Kruis, Zorgvisie, 24 november 2016: www.zorgvisie.nl
Zie ook onderaan dat artikel de reactie van P. Vermeulen over de “georkestreerde verwurging van de zorg in combinatie met verrijking van bedrijven(verzekeraars)”.

Zie ook: Patiënt de dupe van beperkende voorwaarden zorgverzekeraars, Consumentenbond, 22 november 2016: www.consumentenbond.nl

Tien jaar Bureau Frontlijnwerken in tien kernpunten

Hans van Willigenburg woonde de viering bij van het tienjarig jubileum van Bureau Frontlijn op 3 november 2016 in Theater Zuidplein in Rotterdam. Bureau Frontlijn zoekt oplossingen voor problemen in achterstandswijken rond gezondheidszorg, welzijn, onderwijs, jeugd, ouderen, armoede en werkloosheid. Op Stadslog Rotterdam vat Van Willigenburg tien jaar Bureau Frontlijn samen:

Het was niet alleen een feestelijke bijeenkomst, met honderden studenten die zich namens Frontlijn dagelijks inzetten voor de sociaal zwakkeren in ons eigen Rotterdam, maar ook een onzekere bijeenkomst: blijft Frontlijn de (financiële) ruimte krijgen om mensen terzijde te staan aan de andere kant van ‘de kloof’, zij die niet in de bureaucratisch georganiseerde vakjes passen? Terwijl tientallen gemeenten de noodzaak van een organisatie als Frontlijn onderkennen, en liefst morgen een dergelijke organisatie tot hun beschikking zouden hebben, staat Bureau Frontlijn in Rotterdam gek genoeg weer op de tocht. Tijdens de bijeenkomst gaven vier nauw betrokkenen vanachter het spreekgestoelte hún visie op werkwijze, resultaten en bestaansrecht van de Frontlijn-organisatie. Stadslog vat hun verhalen in 10 kernpunten samen.

KERNPUNT 1

Frontlijn krijgt de brutaalste journalist doodstil

‘Ooit reisde één van ’s lands brutaalste journalisten, Prem Radhakishun, naar Rotterdam om een radioverslag te maken van een huisbezoek door Bureau Frontlijn,’ memoreerde hoogleraar Bestuurskunde Pieter Tops en nauw betrokken bij de oprichting van Frontlijn. ‘Van tevoren had hij de toon gezet door de huisbezoeken te framen als vijandige “razzia’s”. De gemeente Rotterdam was bezig een politiestaat op te bouwen, dát was de teneur voordat hij afreisde. Vervolgens ging hij mee op huisbezoek en viel hij helemaal stil. Stel je voor! Prem die stilvalt! Voor zijn ogen zag hij hoe kwetsbare Rotterdammers op een heel respectvolle manier op weg werden geholpen. Essentiële dingen kregen aangeleerd. Als een blad aan een boom draaide Prem óm! Hij werd een groot ambassadeur van dit soort interventies.’

KERNPUNT 2

Frontlijn ziet dingen die anderen niet zien

‘Ik zal niet snel vergeten hoe PvdA-lijsttrekker Ad Melkert in 2002, gehuld in zijn onafscheidelijke beige regenjas, een bezoek bracht aan de Strevelsweg in Rotterdam-Zuid en samen met zijn delegatie een vervallen pand betrad,’ memoreerde Marco Pastors, ooit wethouder namens Leefbaar Rotterdam en nu directeur van NPRZ, Nationaal Programma Rotterdam Zuid. ‘Toen hij na het bezoek werd opgewacht door cameraploegen, keek hij verslagen voor zich uit. Ik moet me sterk vergissen of hij was zich kapot geschrokken over wat hij daarbinnen gezien had. Uitgerekend op die plekken – waar politici liever niet komen – bevindt zich het werkterrein van Bureau Frontlijn. Zij zien dingen die anderen niet zien. Of niet willen zien.’

KERNPUNT 3

Frontlijn roep extreme weerstand en extreme genegenheid op

‘Mij is opgevallen,’ opende Winfried Houtman, concerndirecteur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Rotterdam, ‘dat Bureau Frontlijn extreem gepassioneerde medestanders heeft en extreem gepassioneerde tegenstanders. Een tussenweg lijkt niet te bestaan.’

KERNPUNT 4

Frontlijn vecht om van gelijke rechten ook gelijke kansen temaken

‘Gelijke rechten kun je regelen op papier,’ zei Barend Rombout, directeur van Bureau Frontlijn. ‘En alles wat je op papier kunt regelen, is natuurlijk prettig voor de overheid. Het staat zwart op wit. Maar wat betekenen die gelijke rechten als het niet, of zelfs in de verste verte niet, tot gelijke kansen leidt? Als mensen gestraft worden omdat ze niet op tijd reageren, niet goed kunnen lezen, daardoor formulieren verkeerd invullen of niet verschijnen op afspraken? En er vervolgens geen enkele rekening wordt gehouden met hun gezinssituatie of opgelopen schulden? Met een negatieve spiraal als onvermijdelijk gevolg? Bureau Frontlijn helpt de meest kwetsbare gezinnen in onze stad zich uit hun overlevingsmodus te bevrijden en weer ruimte te geven na te denken, zaken in eigen hand te nemen. Zodat ze, op termijn, voldoende kunnen groeien om hun kansen weer te pakken.’

KERNPUNT 5

Frontlijn blijft uit volle overtuiging erken met studenten

‘Eén van de meest unieke maar ook omstreden kenmerken van Bureau Frontlijn, is dat ze studenten een belangrijke rol geven in het hulptraject,’ riep hoogleraar Tops in herinnering. ‘Ikzelf vind het nog altijd een geweldige formule. Waarom? Omdat je op die manier een meer betekenisvolle relatie creëert dan tussen professional en cliënt. Immers, niet alleen de hulpvragers moeten nieuwe dingen aanleren. De studenten moeten dat net zo hard. Dat schept een band. Samen zijn ze in zekere zin lotgenoten. Zo ontstaat een “gedeeld eigenaarschap” van een probleem, waardoor beide kanten ermee aan de slag gaan. De praktijk laat zien dat het uitstekend werkt.’

KERNPUNT 6

Frontlijn stelt zich dienstbaar op, ook als het moeilijk wordt

‘De mensen voor wie wij opkomen zijn niet altijd aardig. En al helemaal niet altijd dankbaar,’ bracht Rombout in herinnering. ‘Maar hoe zou jíj zijn als je diep in de schulden zit en je woont op Rotterdam-Zuid? Zeg eerlijk, zou jij dan staan te trappelen om een gezellig gesprekje met de buurvrouw te voeren? Of een zware tas te dragen voor een oudere? Nee. Dan is de kans groot dat je een rothumeur hebt. Binnen blijft. Met allerlei opgekropte gevoelens.’ Voor juist die mensen – waarop de buitenwereld geneigd is het etiket ‘onaangenaam’ of ‘hopeloos’ te plakken – wil Frontlijn juist pal blijven staan. Met één simpele reden (Rombout): ‘Als je tegen hen zou zeggen “rot maar op!” of “zoek het lekker uit!”, weet je niet alleen zo goed als zeker dat ze een donkere tijd tegemoet gaan. Maar ook dat de omgeving van deze mensen, familie, vrienden, maar ook de wijk, omlaag zal worden getrokken. Met de gigantische, maatschappelijke kosten dáár weer van.’

 KERNPUNT 7

Frontlijn psychologieseert niet, pakt aan

‘Kwetsbare gezinnen hebben vaak niet één ingewikkeld probleem, maar een reeks eenvoudige problemen,’ memoreerde Marco Pastors, die aansluitend ter discussie stelde of hulpverleners wel zo gespecialiseerd hoeven te zijn. ‘Bureau Frontlijn is de enige met het vermogen zo’n reeks problemen over de volle breedte aan te pakken, één voor één op te lossen en zodoende het gezin weer vlot te trekken. Niet door ingewikkelde colleges te geven. Maar – heel simpel – door het voor te doen, waarna het zelf doen en het samen doen volgen.’

KERNPUNT 8

Frontlijn bijt en houdt scherp

‘Ik ken vele gemeenten, die een organisatie als Bureau Frontlijn maar wat graag in hun gelederen zouden hebben,’ zei hoogleraar Tops. ‘Die dag na dag hun vermogen zien afnemen om een groeiende groep kwetsbare burgers fatsoenlijk op te vangen en te helpen. Als ik Rotterdam was, zou ik daarom zuinig zijn op Frontlijn: hoe vaak ze ook bijten en de regels aan hun laars lappen. Door een eigen “pain in the ass” te organiseren, blijft de gemeente scherp. Het alternatief is dat al die wakkere ogen en oren verdwijnen, ongelijkheid in de stad omhoog schiet, inclusief de kosten die daarbij horen.’

KERNPUNT 9

Frontlijn is een verdienmodel

‘Als we de kans krijgen de eerste drie levensjaren van kwetsbare kinderen in Rotterdam verder te verbeteren, zorgen voor een gezondere geboorte, een betere hechting en goede kinderopvang, dan zal de stad op termijn veel geld kunnen besparen,’ voorspelde Rombout. ‘Investeren in de jongste levensjaren van Rotterdamse kinderen, is ook in economisch opzicht verstandig beleid.’

KERNPUNT 10

Frontlijn acteert anders dan de overheid

‘Verschillende programma’s en werkmethodes van Frontlijn zijn intussen overgenomen door de gemeentelijke wijkteams,’ sprak Winfried Houtman, wijzend op het belang van wetenschappelijke toetsing en brede inzetbaarheid. En sloot vervolgens af met te wijzen op een fundamentele frictie tussen een flexibele uitvoeringsorganisatie als Frontlijn en het overheidsapparaat zelf. ‘Hetgeen bij Frontlijn in de loop der jaren ontwikkeld is, kan niet altijd één op één door de gemeente geïmplementeerd worden.’

In de wandelgangen, na afloop van de bijeenkomst, vatte hoogleraar Tops de verschillende inzichten en het bijbehorende spanningsveld nog eens kernachtig samen. ‘Zolang Frontlijn bestaat, wordt de gemeente Rotterdam gedwongen in de spiegel te kijken. Ik hoop dat ze die confrontatie nog lang durven aan te gaan. Maar de verleiding om de spiegel op te bergen en het in eigen hand te houden, is continu aanwezig.’

10 jaar Frontlijnwerken in 10 kernpunten, door Hans van Willigenburg, Linkedin, 22 november 2016: https://nl.linkedin.com/pulse/10-jaar-frontlijnwerken-kernpunten-hans-van-willigenburg
Artikel verscheen oorspronkelijk op de inmiddels opgeheven site van Stadslog Rotterdam.

Hans van Willigenburg richtte in 2012 samen met Jos Verveen en Bart Driessen Stadslog Rotterdam op en schrijft de serie Slim bezig? (over bijzondere Rotterdamse bedrijven), Ogen/oren (over wat hij in de stad tegenkomt of waarneemt), Stadsiconen (over bijzondere Rotterdammers búiten het nieuws) en Het Feest van de praktijk (over hoe Rotterdam de armoede beter te lijf zou kunnen gaan).

Zwitserland heeft het beste beroepsonderwijsstelsel ter wereld

omslag young workers index 2016Zwitserland blijkt het beste beroepsonderwijsstelsel ter wereld te hebben. Dat blijkt uit een onderzoek in vijfendertig OESO-landen*), de Young Workers Index: Empowering a new generation. Op de OESO-ranglijst staat Zwitserland op nummer een. Nederland doet het niet slecht en staat op de zevende plaats.
Zwitserland biedt de beste voorwaarden voor het beroepsonderwijs, blijkt volgens het onderzoek, uitgevoerd door advies- en accountantsbedrijf PricewaterhouseCoopers (PwC). Daarbij hanteerde het bedrijf acht indicatoren voor de metingen. Onderzocht zijn jongeren in de leeftijd tussen 15 en 24 jaar. Gemeten werd per land het aantal werklozen, langdurige werklozen en leerlingen die voortijdig de school hebben verlaten.
Als gevolg van de financiële crisis van 2008 steeg de werkloosheid, en dus ook de jeugdwerkloosheid in Europa. In Spanje en Griekenland is momenteel een op de twee jongeren werkloos, loopt geen stage en studeert niet. Duitsland heeft een jeugdwerkloosheid van slechts 7,7 procent, in Spanje is dat 53,2 procent.
Vóór de crisis van 2008 was de jeugdwerkloosheid in Nederland 8,6 procent. In 2013 was dat cijfer gestegen tot 13,2 procent, in september 2015 weer gedaald naar 11,5 procent; dat zijn circa 158.000 jongeren die op zoek zijn naar een baan.

Duale beroepsopleiding wordt een exporthit in Duitsland

In het onderzoek weegt vooral mee de zogenaamde NEET-Quote: Not in Education, Employment or Training. Dat is het aandeel van jonge mensen tussen 20 en 24 jaar dat geen opleiding meer volgt maar ook geen vast werk heeft en evenmin een uitkering of subsidie ontvangt.
De belangirjkste oorzaak van de eerste plaats voor Zwitserland, en dat geldt ook voor de buurlanden Duitsland en Oostenrijk die op resp. de tweede en derde plaats staan, is het duale opleidingsstelsel waarin leerlingen één of twee dagen per week les krijgen op school en op andere dagen praktijkles krijgen in een bedrijf. Motto is “leren door te doen”. In Nederland zijn er diverse termen voor de combinatie leren-werken, bijvoorbeeld praktijkleren of werkend leren in een leerbedrijf, praktijkleerplaats of werkleerplaats.

Op de site van het Goethe Institut Belgien staat dat het succes van de duale beroepsopleiding was voorspeld op een conferentie in het voorjaar van 2013, Deutsche Unternehmen – Pioniere der dualen Berufsausbildung im Ausland, waar de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Guido Westerwelle verkondigde dat “het Duitse systeem van de duale beroepsopleiding een echte exporthit wordt” en dat het garant zou staan voor goed opgeleide vaklui en een lage jeugdwerkloosheid. Sindsdien adviseert de OESO “naar Duitsland en Zwitserland te kijken”, omdat de duale opleiding grote voordelen zou bieden.

In Zwitserland behaalt ongeveer tweederde van de jongeren hun diploma. Zij kunnen kiezen uit 230 beroepen. Na afloop van de opleiding beginnen velen aan een hogere beroepsopleiding. Ook daar geldt in Zwitserland een breed aanbod van beroepen: ongeveer 400. Daarnaast zijn er nog 52 te volgen programma’s naar keuze in het hogere beroepsonderwijs

EU voorstander van duale beroepsopleiding, een springplank naar de arbeidsmarkt

Naast de drie plaatsen aan de top voor de Duitstalige landen, doen ook IJsland, Noorwegen, Denemarken en Nederland het goed. IJsland en Noorwegen hebben zelfs een betere NEET-Quote.
Deze landen hebben de duale beroepsopleiding op grote schaal ingevoerd. In Duitsland kreeg in 2013 zestig procent van iedereen die een vak leerde een duale opleiding.
Er zijn wel losse initiatieven voor een duale beroepsopleiding in België, Finland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Malta, Portugal, Slovenië, Hongarije en Engeland. Maar in de meeste Europese landen is een volledig lesrooster op school nog steeds de regel. “Het voltijdse schoolmodel heeft echter geen toekomst, omdat het te weinig gefocust is op de noden van de markt,” aldus Steffen Bayer van de Duitse Kamer van Koophandel en Industrie.

Door de grote vraag naar goedopgeleide vaklui had het Duitse ministerie van Onderwijs in 2013 meer dan veertig internationale samenwerkingsakkoorden gesloten – van Algerije, Griekenland, Spanje en Portugal tot de VS. Om de internationale activiteiten te coördineren, richtte het ministerie een centraal kantoor voor internationale samenwerking inzake beroepsopleidingen op. Verder hielpen zowat tachtig Duitse Kamers van buitenlandse handel het federale niveau om knowhow van de praktijkgerichte beroepsopleiding over te brengen naar het buitenland.

Ook de EU is een voorstander van de duale beroepsopleiding. “Vakopleiding en stage kunnen voor jonge mensen een springplank naar de arbeidsmarkt zijn en er zo toe bijdragen de exorbitant hoge jongerenwerkloosheid in Europa onder controle te krijgen,” zei de Hongaar László Andor, EU-commissaris voor Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie in de periode november 2010 – november 2014.

Noot:
*) OESO-landen: Landen die lid zijn van de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Dit zijn bijna alle industrële landen in de wereld.

Onderzoeksrapport Empowering a new generation – Young Workers Index, PwC, oktober 2016: www.pwc.co.uk

Darum hat die Schweiz das beste Berufsbildungs-System der Welt, Luzerner Zeitung,  3 november 2016: www.luzernerzeitung.ch

Duale opleiding in Europa. Een exportsucces “made in Germany”, door Arnd Zickgraf, Goethe Institut Belgien, mei 2013: https://www.goethe.de (Artikel is niet meer beschikbaar).

conclusies young workers index 2016

Hoe gaat het eraan toe in een verpleeghuis? 24 uur meelopen bij Zorggroep Groningen

24 uur bij zorggroep groningen
De afgelopen tijd is er veel te doen over de zorg in de Nederlandse verpleeghuizen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg publiceerde rapporten over de kwaliteit van de zorg, journalist Hugo Borst schreef in oktober2016 een manifest en Tweede Kamerleden geven aan dat het anders en beter moet. De ouderenzorg is dan ook volop in het nieuws. De vraag die centraal staat is: hoe is het nu écht in een verpleeghuis? Wie wonen daar en hoe gaat het eraan toe?

Om op deze vraag een antwoord te krijgen, zijn presentatrice Marit van Bohemen en PvdA-Tweede Kamerlid Marith Volp een dag en een nacht gaan logeren in een verpleeghuis.
Van het bezoek van Marit van Bohemen aan Zorggroep Groningen is een korte film gemaakt die laat zien dat de ouderen in een verpleeghuis geen kwieke ouderen zijn die nog bingoën en fietsen, maar dat het gaat om heel kwetsbare mensen die vaak zowel geestelijke als lichamelijke beperkingen hebben en daarvoor 24 uur zorg moeten krijgen.
In de film loopt en kijkt Marit rond: “Ik zie de liefdevolle zorg, maar ook dat zorgmedewerkers dagelijks worstelen met dilemma’s. De keuzes die iedere dag weer opnieuw aandacht vragen. En hoe bewoners de zorg ervaren die ze krijgen. Het heeft mij veel gedaan om dit inkijkje te krijgen, en ik hoop dat het de kijkers ook iets brengt!”

https://www.youtube.com/watch?v=CZwsKzmoJ_c

 

Werknemers in de zorg ervaren hoge werkdruk en weinig autonomie

Werknemers in de gezondheids- en welzijnszorg ervaren een bovengemiddeld hoge werkdruk. Daarnaast geven zij aan dat ze minder ruimte hebben om hun werkzaamheden naar eigen inzicht in te richten. Ook is de emotionele belasting er hoger dan gemiddeld. Dit blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van CBS en TNO.

In 2015 zei ruim de helft van de werknemers in de gezondheids- en welzijnszorg vaak heel veel werk te moeten verzetten. Verder zei 43 procent vaak erg snel te moeten werken en 35 procent moest vaak extra hard werken. Onder alle werknemers samen liggen deze percentages een stuk lager. De werkdruk is het hoogst in de gezondheidszorg, maar ook in de verzorging en welzijn ligt de werkdruk boven het gemiddelde.
De gezondheids- en welzijnszorg telt bijna 1,2 miljoen werknemers. Van hen zijn 480 duizend actief in de gezondheidszorg, onder meer in ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg en huisartspraktijken. In de verzorging en welzijn, zoals in verpleeg- en verzorgingshuizen, de thuiszorg en de kinderopvang, zijn 680 duizend mensen in dienst. Het is een echte vrouwensector: 83 procent van de werknemers is een vrouw.

Weinig autonomie

Een hoge werkdruk kan tot lichamelijke of psychische klachten leiden en daarmee tot verzuim. Dat hoeft echter niet. Een belangrijke factor hierbij is of men zelfstandig en naar eigen inzicht het werk kan inrichten. In de gezondheids- en welzijnszorg is de mate van autonomie betrekkelijk laag. Vooral het aandeel werknemers dat aangeeft zelf het eigen werktempo te kunnen bepalen, is met 46 procent een stuk kleiner dan bij alle werknemers samen: 57 procent. Ook zeggen werknemers er minder vaak zelf beslissingen te kunnen nemen en de volgorde van hun werkzaamheden te kunnen bepalen. In de gezondheidszorg geldt dat nog sterker dan in de verzorging en welzijn.
Ook steun van leidinggevenden en collega’s kan werknemers helpen om te gaan met de eisen die het werk stelt. De leidinggevenden hebben dan oog voor het welzijn van de medewerkers en de collega’s tonen belangstelling. Sociale steun ervaren werknemers in de gezondheids- en welzijnszorg even veel als gemiddeld.

Werknemers in zorg ervaren hoge werkdruk, Centraal Bureau voor de Statistiek, 16 november 2016: www.cbs.nl

Nationale Enquete Arbeidsomstandigheden 2015 – Methodologie en globale resultaten, TNO/CBS, 2016: www.monitorarbeid.tno.nl

Beste Overheidsmanager en Overheidsorganisatie van het jaar 2016 gekozen in Ridderzaal

Arre Zuurmond is op 14 november 2016 gekozen tot beste Overheidsmanager van het jaar 2016. Juryvoorzitter Ank Bijleveld maakte dat bekend tijdens de uitreiking van de Overheidsawards in de Ridderzaal te Den Haag. De prijs is aan Zuurmond toegekend voor zijn functie als Gemeentelijke Ombudsman van Amsterdam en omliggende gemeenten. Tijdens de avond hield Laura van Geest, directeur van het CPB, de jaarlijkse Overheidslezing waarin zij sprak over Leren versus camoufleren.

overheidsmanager van het jaar 2016 arre zuurmond 2Het juryrapport meldt over Arre Zuurmond dat hij de maatschappelijke opgave en het resultaat voor de burger centraal stelt in zijn werk. Persoonlijk betrokkenheid is voor hem zeer belangrijk, hij gaat met mensen in gesprek. Zijn formele macht als ombudsman vermijdt hij in eerste instantie. Hij handelt niet alleen klachten af, hij zoekt ze actief op. Hij redeneert dat veel misstanden nu eenmaal niet vanzelf bij de ombudsman terecht komen. Zijn manier van leidinggeven is coachend. Op deze manier krijgt hij mensen mee en weet hij ze te verbinden aan hem en de organisatie. Zijn volharden in het verbinden van beleid en effecten en van de systeemwereld en leefwereld zijn kenmerkend voor Arre Zuurmond. Hij is zeer krachtig en verleidend in het openbreken van gestolde oplossingen. Hij onderscheidt zich op dit vlak door hiervoor creatieve en informele manieren te gebruiken. Hij denkt buiten de kaders en stelt zich benaderbaar op. Arre Zuurmond is als Ombudsman activistisch en onorthodox zonder het toevoegen van publieke waarde te verliezen.

De andere genomineerden voor de Overheidsmanager van het jaar waren Piet Sennema, secretaris-directeur Waterschap Aa en Maas en Monique Vogelzang, inspecteur-generaal van het Onderwijs

Beste Overheidsorganisatie van het jaar 2016

veiligheidsregio rotterdam rijnmond 2016 2Tot beste Overheidsorganisatie van het jaar 2016 werd gekozen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. De jury noemde de VRR een ‘vooruitstrevende’ organisatie met een groot lerend vermogen. De VRR versloeg de gemeente Leeuwarden en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De winst van de VRR was extra feestelijk, omdat de organisatie dit jaar tien jaar bestaat.
De VRR kon bij de verkiezing een geheim wapen inzetten: al jaren wordt zwaar ingezet op preventie en innovatie. Om ook de jury daarvan te overtuigen, was in Schiedam een speciale innovatiemarkt opgezet. Daar kregen juryleden te zien hoe de nieuwste snufjes worden ingezet om de regio veiliger te maken en calamiteiten te voorkomen.

Finalisten Jonge Ambtenaar van het jaar 2017

Jaarlijks organiseert de Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar de uitreiking van de Overheidsawards. Tijdens deze avond worden de prijzen uitgereikt aan de Overheidsmanager en de Overheidsorganisatie van het Jaar 2016. Op deze avond worden ook altijd de vier finalisten voor de verkiezing van de Jonge Ambtenaar van het Jaar 2017 bekend gemaakt. De namen voor 2017 zijn:

– Hans Hindriks, beleidsmedewerker bij de directie MBO van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
– Teun Meulepas, projectleider energie bij de Provincie Noord-Brabant.
– Karen van Ruiten, projectleider Innovatie bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
– Eveline Zeeman, programmamanager Vluchtelingen bij de Gemeente Zaanstad

Op donderdag 19 januari 2017 is de finale Jonge Ambtenaar van het Jaar in de Winkel van Sinkel in Utrecht. Tijdens de avond bepaalt een jury de winnaar. Daarnaast is er een publieksprijs!
De verkiezing wordt al 15 jaar georganiseerd door FUTUR, landelijk netwerk van en voor jonge ambtenaren werkzaam bij de overheid: https://futur.nl/

Hans Dijkstalprijs

Er was nog een prijswinnaar op deze avond. Voor de tweede maal werd de Hans Dijkstal Award uitgereikt, dit keer aan Ton Annink. Het betreft een oeuvreprijs voor topambtenaren die gedurende hun carrière een essentiële bijdrage leveren aan de kwaliteit en zichtbaarheid van de publieke sector. Ton Annink heeft de prijs ontvangen vanwege zijn indrukwekkende loopbaan, zijn betrokkenheid en persoonlijkheid en zijn passie voor en statuur binnen de publieke dienst. De prijs werd uitgereikt door staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Jetta Klijnsma.

Arre Zuurmond Overheidsmanager van het Jaar 2016, Overheidsawards, 14 november 2016: http://www.overheidsawards.nl/?s=2016

Veiligheidsregio VRR laat rest van overheid achter zich, RTV Rijnmond, 14 november 2016: www.rijnmond.nl

De vier finalisten voor de Jonge Ambtenaar van het jaar 2017 bekend, Publiek denken, 14 november 2016: https://publiekdenken.nl

Nieuw programma tegen regeldruk in het onderwijs: Operatie regels ruimen

Omdat leraren teveel tijd kwijt zijn aan het maken van lijstjes en het invullen van formulieren, heeft staatssecretaris Dekker van Onderwijs een nieuw plan bedacht om een eind te maken aan het ‘oerwoud van zelfopgelegde regels waar scholen onder lijden’. Het plan heet Operatie regels ruimen en is gelanceerd op 15 november 2016.

De staatssecretaris voert al langer samen met de onderwijsraden, de vakbonden, de onderwijsvakorganisaties en de Algemene vereniging van schoolleiders de Regeldrukagenda 2014-2017 uit. Die agenda is erop gericht om knelpunten die voortvloeien uit wet- en regelgeving weg te nemen. Ervaren regeldruk valt lang niet altijd terug te leiden tot het bestaan van een bestaande, wettelijke regel. Om die ervaren regeldruk te peilen, richtte Dekker eerder een meldpunt in. Uit dat meldpunt blijkt dat veel leraren worstelen met registraties die vanuit de scholen zelf komen.

Operatie regels ruimen is een vervolgstap van dat meldpunt. Een team van experts gaat scholen helpen om weer prioriteiten te stellen. Deelnemende scholen – de voorbeeldscholen – worden gevolgd door een camerateam tijdens deze operatie, zodat andere scholen van hun ervaringen kunnen leren. Dekker: “Iedereen kent de reality-series als Herrie In de keuken of Rob’s Grote tuinverbouwing wel, waarbij mensen aan de hand worden genomen om een grote verandering te realiseren. Dat leidt tot de mooiste resultaten, die mensen zonder hulp niet hadden kunnen bereiken. Dat willen we voor scholen die kampen met bergen papierwerk ook. Zij moeten hun prioriteiten weer op orde krijgen”.

Op sommige scholen voelen leraren zich vaak overstelpt met taken, regels en opdrachten van scholen, besturen en samenwerkingsverbanden. “Je bent geen leraar geworden om de hele dag lijstjes en formulieren in te vullen. Tijd en energie in het onderwijs moeten gericht zijn op het geven van goed onderwijs, en niet op eindeloos vergaderen of onzinnige administratie”, zegt Dekker.

Bovendien weet men vaak niet meer waarom en door wie die regels ooit zijn bedacht. Dat moet anders, vindt Dekker, die scholen met het programma wakker wil schudden: “Leraren moeten hun energie weer kunnen steken in waar het echt om gaat: de ontwikkeling van de kinderen in hun klas”.  Door te laten zien dat het daadwerkelijk anders kan op een aantal voorbeeldscholen, hoopt Dekker alle scholen te inspireren om de problemen aan te pakken: “We merken dat het niet genoeg is om de problemen en oplossingen te benoemen. Met deze innovatieve aanpak willen we scholen motiveren om écht verbeteringen door te voeren”.

Scholen en experts samen aan het werk

Het team van experts van Operatie regels ruimen bestaat uit een leraar en een schoolleider van een andere school. Daarnaast sluiten een inspecteur en een expert op het gebied van verandermanagement aan. Gezamenlijk nemen zij de structuur van de school onder de loep en kijken hoe makkelijker en efficiënter gewerkt kan worden, zodat er meer tijd overblijft voor lesgeven. De experts helpen schoolleiders en leraren dit in kaart te brengen. Dekker: “Scholen moeten zich blijven afvragen of het nuttig is wat ze doen, want de slechtste reden om iets te doen is omdat je denkt dat het moet van een ander”.

Scholen kunnen zich inschrijven tot en met vrijdag 2 december 2016 via www.delerarenagenda.nl. Uit de aanmeldingen worden scholen geselecteerd om mee te doen met het programma.

Hoe reageren mensen uit het onderwijs op dit nieuwe plan van de staatssecretaris? Niet iedereen is er gelukkig mee. In commentaren horen we woorden als ‘geldverspilling’, ‘betutteling’ en ‘de Hoftoren weet van gekkigheid niet meer wat te doen’.

Operatie Regels Ruimen, Rijksoverheid, 15 november 2016: www.rijksoverheid.nl

Regeldrukagenda Onderwijs 2014 – 2017: www.rijksoverheid.nl

Burning-out in het ziekenhuis

burning out film 2In de film Burning Out volgt de Waalse filmmaker Jérôme le Maire een jaar lang de medewerkers van de afdeling chirurgie van het St. Louis ziekenhuis in Parijs. Voor hij begon met filmen, had hij al een jaar lang voorbereidend werk gedaan. Le Maire laat zien dat bezuinigingen en efficiëntie een funeste uitwerking hebben op de sfeer op de afdeling. Ze veranderen de afdeling in een operatiefabriek vol stress en ruzies. Zware werkdruk, extreme stress en te weinig personeel eisen hun tol. Iedereen, artsen en verplegend personeel, maar ook de manager en de schoonmaker lopen op hun tandvlees.

Een overwerkte arts  verzucht: “We proppen, proppen en proppen”, na een blik op het planningsbord. Ondertussen hamert het management op nog meer efficiëntie en kostenbesparingen. Hoe lang gaat dit nog goed?
Le Maire laat op onverhulde en ontluisterende wijze de naderende burn-out van onze gezondheidszorg zien. Geen deur bleef voor hem gesloten: hij filmde operaties, rond de koffietafel en bij de talloze vergaderingen. Duidelijk partij kiezend voor het personeel, stelt hij de mensen en hun emoties centraal. Soms neemt hij zelf deel aan de gesprekken. Eén arts neemt zes maanden verlof om te voorkomen dat hij echt instort. Als hij fris terugkomt, is Le Maire nog altijd aan het filmen.

Het blijkt dat, ondanks pogingen van managers, een ziekenhuis niet te runnen is als een fabriek. Er zit eigenlijk niets anders op dan zelf het heft in eigen hand te nemen. Een ouderwetse ideeënbus vol goede plannen en ideeën blijkt verantwoordelijk voor weer wat hoop bij de artsen. Hoe zou het zijn als artsen en verpleegkundigen weer eigenaar worden van hun beroep en zelf kunnen bepalen wat er moet gebeuren om goed werk te kunnen verrichten? En dat managers hen daarin bijstaan?

Burning Out wordt vertoond op het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA) op 19, 22, 23, 24 en 25 november 2016 in de Amsterdamse bioscopen Tuschinski, De Brakke Grond en Munt 11. Vanaf 25 november ook op andere locaties in Nederland. Duur van de film 105 min. Zie hieronder de trailer.

Lees het interview met Le Maire in de VPRO Gids, Opgebrand, 30 oktober 2016: “Onze hele maatschappij lijdt aan burn-out. Na iedere screening in welk land ook, komen er mensen naar me toe die zeggen: op mijn werk is het precies zo”: www.vpro.nl
Zie ook: IDFA-documentaire Burning Out over werkdruk in de zorg: http://nos.nl