Skip to main content

Redactie Beroepseer

Accountant voert met tuchtklacht een ‘eenmansguerrilla’ tegen beroepsorganisatie voor accountants NBA

Het Financieele Dagblad meldt dat accountant Leon van de Kar niet uit het veld geslagen is toen hij te horen kreeg dat zijn wrakingsverzoek tegen een aantal rechters van de Accountantskamer, de tuchtrechter voor accountants, is afgewezen. Hij had dat eigenlijk ook wel verwacht, zegt hij tegen de krant.
De uitslag bevestigt hem in zijn overtuiging dat de Accountantskamer moeite zal hebben om straks een onafhankelijk oordeel te vellen over de tuchtklacht die hij tegen de beroepsorganisatie voor accountants NBA heeft ingediend.

Maar de NBA is nog lang niet van hem af. De afwijzing van zijn wrakingsverzoek op vrijdag 18 augustus 2017 door de wrakingkamer van de tuchtrechter in Zwolle is niet meer dan een tactische tegenslag in zijn nu al drie jaar slepende strijd met de NBA.
Van de Kar, eigenaar van accountantskantoor Van de Kar & Veraart uit Roosendaal, zet zijn tuchtklacht gewoon door. Dat betekent dat begin november 26 bestuurders en functionarissen van de beroepsorganisatie voor de Accountantskamer moeten verschijnen. De NBA daagt met regelmaat accountants voor de tuchtrechter in Zwolle, maar dit is de eerste keer dat de rollen zijn omgedraaid.

Kwaliteitstoets

Het conflict stamt uit 2014 toen het kantoor van Van de Kar werd onderworpen aan een kwaliteitstoets van de NBA. Er volgde een negatief oordeel. Maar Van de Kar was het er absoluut niet mee eens: de twee toetsers waren niet berekend op hun taak, en hielden zich niet aan de regels.
Vervolgens vond Van de Kar geen gehoor bij de NBA voor het bezwaar dat hij aantekende tegen het oordeel. Hij verloor daardoor niet alleen zijn vertrouwen in de toetsers, maar ook in de NBA zelf. Vandaar dat straks niet alleen de toetsers maar ook bestuurders en andere functionarissen van de NBA naar de tuchtrechter moeten.

De NBA zit erg met de zaak in haar maag. De NBA verloor de beroepszaak die de accountant in 2015 bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven aanspande. Al tijdens die procedure trok de beroepsorganisatie haar eerdere besluiten ten aanzien van de toetsing in.

Een veel gehoorde klacht van mkb-accountants is dat de NBA te sterk gedomineerd wordt door de grote kantoren, en dat er met twee maten gemeten wordt. De ‘eenmansguerrilla’ van Van de Kar tegen de beroepsorganisatie wordt in deze kringen dan ook met instemming gevolgd.

Lees het hele artikel Roosendaalse accountant maakt establishment het leven zuur, door Jeroen Piersma, Het Financieele Dagblad, 21 augustus 2017: https://fd.nl

Nieuw wetsvoorstel van minister van VWS aangaande meldplicht voor nieuwe zorgaanbieders

Nieuwe zorgaanbieders worden verplicht zich te melden voordat zij kunnen starten met het verlenen van zorg. Dat staat in het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders waarmee de ministerraad op voorstel van minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft ingestemd.

Bij het doen van de melding worden nieuwe zorgaanbieders direct gewezen op de kwaliteitseisen waaraan zij moeten voldoen. Door de meldplicht is de Inspectie voor de Gezondheidszorg beter in staat om de kwaliteit van nieuwe zorgaanbieders in een vroeg stadium te beoordelen. Sommige zorgaanbieders (zoals instellingen voor medisch specialistische zorg) hebben bovenop de meldingsplicht nog steeds een toelatingsvergunning nodig.

Het wetsvoorstel geldt voor alle nieuwe zorgaanbieders die vallen onder de Wet klachten en geschillen gezondheidszorg. Deze wet geldt voor het overgrote deel van de zorgaanbieders.

De verwachting is dat jaarlijks 8.000 – 10.000 nieuwe zorgaanbieders zich zullen melden. Deze meldplicht geldt niet voor al bestaande zorgaanbieders.

Het wetsvoorstel toetreding zorgaanbieders (Wtza) en daarmee samenhangende wetsvoorstel Aanpassingswet wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) worden op korte termijn door de Koning aan de Tweede Kamer aangeboden. Als  deze wetsvoorstellen worden aangenomen, vervalt de huidige toelatingsprocedure uit de Wet toelating zorginstellingen.

Meldplicht voor nieuwe zorgaanbieders, Rijksoverheid, 18 augustus 2017: www.rijksoverheid.nl

Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza):
https://wetgevingskalender.overheid.nl/Regeling/WGK005749

Uitnodiging voor D’RAN 17-festival in Twente in september: Nationaal platform voor politici en burgers onder de vrije hemel

d ran 17 festival

D’RAN 17 is een nationaal festival van de democratie dat burgers en politici met elkaar wil verbinden. Doel is samenwerken aan een vitale (regionale) democratie. Initiatiefnemer is stichting Twentement die streeft naar “het versterken, het toegankelijk en aantrekkelijk maken van de democratische dialoog tussen burgers, politici, politieke partijen, vrijwilligersverbanden, belangenorganisaties, onderwijs-, onderzoeks- en maatschappelijke instellingen, ondernemers, en media”.

D’RAN 17 vindt plaats in de wijk Roombeek in Enschede op 8 en 9 september 2017. De officiële opening is op vrijdag 8 september om 12.30 uur. Op zaterdag de 9e wordt D’RAN 17 afgesloten met een debat over de toekomst van Nederland en Twente in het bijzonder.

Op het festival kun je deelnemen aan workshops, debatten en masterclasses en stands bezoeken: talloze burgerinitiatieven, ook uit het buitenland, lobbygroepen en politieke jongerenorganisaties. Daarnaast is er theater en muziek.

GeÏnspireerd door het Deense Folkemødet

D’RAN 17 is geïnspireerd door het Deense Folkemødet dat sinds 2011 jaarlijks in het plaatsje Allinge op het eiland Bornholm wordt gehouden. Folkemødet betekent volksvergadering. Het festival begon met zevenduizend deelnemers en is inmiddels uitgegroeid tot een megagebeurtenis met wel honderdduizend bezoekers.
De Deense Folkemødet is overigens weer geïnspireerd door de Zweedse Almedalsveckan (Almedalen-week) in Visby op Gotland. Elk jaar komen daar rond de tienduizend mensen bij elkaar op deze voor iedereen toegankelijke ‘open week van de politiek’.
Volgens de Deense minster van Binnenlandse Zaken is het Bornholmse Folkemødet de enige plek in Denemarken waar politici nog echt luisteren. Wat is het geheim? Folkemødet zou je ook een ‘democratisch trainingskamp’ kunnen noemen, een nationaal platform voor een gesprek onder de vrije hemel tussen politici en burgers. Het is een nieuwe vorm van informele politiek die niet wordt beheerst door specifieke, in de media behandelde onderwerpen.

Organiseer je niet je eigen workshop of debat? Ga dan in gesprek op het D’RAN-festival. Debatteer actief mee. Geniet van nieuwe inzichten. Deel initiatieven of werk ze uit.

Maar nog beter is: neem een initiatief. Ga naar www.dranfestival.nl*) voor aanmelden voor het organiseren van bijvoorbeeld een workshop. Daar is ook het volledige programma te raadplegen met uitgebreide info over bezoek aan het festival.

TIP: Het D’RAN-festival is prima te combineren met het Gogbotfestival dat plaatsvindt van 7 tot en met 10 september en de Open Monumentendag op 9 september. Thema is dit jaar is Burgers, boeren en buitenlui.

Toegang tot het festival is gratis.

Een van de organisatoren van D’RAN 17 is Bennie Beuvink, voortrekker van Beroepseer. Directeur van Beroepseer Thijs Jansen is van plan een workshop te geven. Raadpleeg het programma.

*) www.dranfestival.nl (Website is niet meer actief)

Een brutaal mens heeft de halve wereld. Over toename van defensieve zorgverlening en de weerbaarheid van de huisarts

omslag medz 4 2017Corné van der Meulen en Thijs Jansen van Stichting Beroepseer schrijven in MedZ, vakblad voor de praktijkhoudende huisartsen, waarvan nummer 4 van 2017 is gewijd is aan de weerbaarheid van de huisarts, over het van oorsprong Amerikaanse fenomeen defensive medicine, defensieve zorgverlening: zorgverleners handelen onder druk van patiënten soms anders dan zij vanuit hun professionaliteit zouden willen.
Hoewel defensieve zorgverlening voornamelijk met medisch specialisten in verband wordt gebracht speelt het ook een rol in het werk van de huisarts.

Defensieve zorgverlening treedt op als bij een ingreep ernstige medische complicaties ontstaan waarna de patiënt de behandelend arts aanklaagt en een bedrag met vele nullen claimt. Doordat de arts een mogelijke claim wil voorkomen past diegene zijn of haar professioneel handelen hierop aan. Het begrip defensive medicine is echter breder dan de angst voor claims. Zorgverleners kunnen vanuit verschillende partijen druk ervaren om anders te handelen dan zij vanuit hun professionaliteit als optimaal beschouwen: vanuit de patiènt, de familie, maar ook vanuit derde partijen zoals directe collega’s, het management, de beroepsvereniging, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en zorgverzekeraars.

Begin 2017 stelde Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), dat patiënten betere zorg kunnen afdwingen: “Er is een scheidslijn tussen cans en cannots. Oftewel, mensen die hun mannetje kunnen staan zijn vaak in staat betere zorg af te dwingen dan mensen die niet in staat zijn tot het geven van weerwoord aan bijvoorbeeld een huisarts. Een brutaal mens heeft vaak de halve wereld, ook in de zorg”.
Dat de patiënt mondiger is geworden is niet per definitie slecht. Patiënten die zich open en eerlijk uitspreken kunnen het werk van de huisarts makkelijker maken. Het wordt problematisch wanneer de zorgverlener zich als gevolg van druk gedwongen voelt om anders te handelen dan hij als optimaal beschouwt. Wanneer patiënten meer (of minder) zorg dan nodig kunnen afdwingen leidt dit tot onnodige kosten en komt de solidariteit binnen het zorgstelsel onder druk te staan.
Het zou immers betekenen dat enkel mondige patiënten in staat zijn de zorg te ontvangen die zij wensen.

Defensieve zorgverlening en de huisarts

Net als in de rest van de wereld blijken in Nederland huisartsen als gevolg van druk soms anders te handelen dan zij als professioneel optimaal beschouwen. Al in 1984 werd het defensief handelen van Nederlandse huisartsen onderzocht. De onderzoekers concludeerden destijds dat in een klein percentage van de onderzochte contacten defensief werd gehandeld.
Dertien jaar later werd wederom onderzoek gedaan naar defensief gedrag onder Nederlandse huisartsen. Deze onderzoekers constateerden dat in 27 procent van alle onderzochte gevallen in meer of mindere mate sprake was van defensief handelen van de arts. Daarmee concludeerden zij dat defensieve geneeskunde een belangrijke rol speelt in het handelen van huisartsen.
In 2016 verrichtten Corné van der Meulen en Thijs Jansen een verkennend onderzoek naar defensive medicine in verschillende zorgberoepen. Uit dit onderzoek bleek dat bijna alle huisartsen als gevolg van druk van de patiënt weleens anders dan professioneel optimaal handelen. Daarnaast stellen huisartsen dat de druk om anders te handelen is toegenomen. Deze druk zorgt ervoor dat veel huisartsen meer zorg leveren dan zij nodig achten. De meest voorkomende reden hiervoor is om de patiënt het gevoel te geven dat het maximale is gedaan (71 procent). Ook de angst voor juridische en/of financiële claims (34 procent) en onzekerheid over het eigen handelen (34 procent) zorgen ervoor dat huisartsen ervoor kiezen zich defensief op te stellen.

Lees het hele artikel Een brutaal mens heeft de halve wereld, door Corné van der Meulen en Thijs Jansen, MedZ no 4: Klik hier.

MedZ no 4, augustus 2017:
https://issuu.com/appr-naarden/docs/boek_medz4_5298051b21429e

Defensieve zorgverlening, rapportage over onderzoek naar defensieve zorgverlening in Nederland, door Stichting Beroepseer, 63 p., 2016: https://beroepseer.nl

‘Defensieve geneeskunde hoort in de opleiding’, interview met Thijs Jansen en Corné van der Meulen, door Tijn Elferink, Arts in spe, nr. 2 – 31 mei 2016: www.artsinspe.nl

een brutaal mens heeft de halve wereld thijs jansen corne van der meulen medz4 2017

 

Kunnen journalisten nog wel trots zijn op hun vak?

omslag nederlanders en nieuws scp 2017Het vertrouwen in de journalistiek is, zo laat recent onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau duidelijk zien, dalende. Er is een grote groep teleurgestelde Nederlanders die is afgehaakt van de journalistiek. Merken collega’s dit ook in de praktijk? vraagt journalist Frans Oremus zich af op de site van Villamedia, vakblad voor de journalistiek.

Zeven jaar geleden schreef Oremus in hetzelfde Villamedia een verhaal met de kop Ik vertel het niet meer op feestjes, over het fenomeen “dat er lang niet altijd enthousiast werd gereageerd als ik bij gelegenheden vreemde mensen ontmoette en vertelde dat ik journalist was. Meer collega’s bleken daar mee te zitten, merkte ik aan de reacties. Maar de teneur onder de meeste vakbroeders was toch vooral die van: joh, zeik niet zo”.

Nieuwscowboys

Rens Koldenhof, chef nieuwsdienst bij Holland Media Combinatie, onderkent die tendens aldus Oremus. Het vooroordeel tegenover de media leeft volgens Koldenhof vooral onder hen die al eerder zijn afgehaakt van de krant en alleen op internet kijken. “Ik merk het bij onze online rubriek ‘De Stelling’, waarin altijd een stevige bewering wordt gedaan. Reacties daar tonen dat die stelling vaak wordt geïnterpreteerd als zijnde de mening van de redactie. ‘Altijd weer die linkse media’, is het vooroordeel dat nog heel veel langskomt. Maar dat zijn mensen die de papieren krant niet zien. Online bestaat er een grote groep teleurgestelde Nederlanders die is afgehaakt van journalistiek én politiek. Mensen die gefocust zijn op het onrecht in Nederland, en die dit duo zien als ‘dezelfde kliek’ of ‘het establishment’.”

Redactiechef Fred Hoogendoorn van het Noordhollands Dagblad vertelt op feestjes gewoon dat hij journalist is. “Ik schaam me er niet voor. En ik krijg zelden nare reacties”. Toch ziet hij op sociale media en op tv wel veel kritiek op het vak. Dat komt volgens hem vooral door sociale media en ‘nieuwscowboys’: mensen die met een camera langs ongelukken en calamiteiten rijden en dat onmiddellijk op hun eigen site zetten. “Figuren die geen enkele journalistieke opleiding of bagage hebben. Tja, dan gaat het nog wel eens fout met de zorgvuldigheid. En voor je het weet staat zo’n bericht op wel twintig sites en wordt het gedeeld via duizenden Facebook-berichten. In die zin geldt de wedervraag aan de criticasters: op welke site kijk je voor nieuws? Tik je een onderwerp in of ga je naar een medium dat je als betrouwbaar ervaart?”

Over één kam geschoren

Want daar zit het verschil volgens Hogendoorn en het is heel belangrijk dat je als serieus journalistiek medium niet wordt meegesleurd in de hijgerigheid om als eerste het nieuws te brengen. Een voorbeeld? “In 2016 werden in Alkmaar en Heerhugowaard babylijkjes gevonden. Een schokkend en kwetsbaar nieuwsonderwerp. In eerste instantie gingen alle luiken dicht. De politie deed geen enkele mededeling en de burgemeester ook niet. Tegelijk stroomden Twitter en Facebook vol en ook andere sites pleurden er rücksichtslos berichten op, waar achteraf grote fouten in bleken te zitten. Wij zaten met een dilemma; voelden dat we het aan onze stand verplicht waren dit nieuws te brengen. Maar ook zorgvuldig. We zijn daarom niet meegegaan met de geruchtenstroom op internet. We dachten: wij bezitten de beste contacten en we hebben er meteen drie mensen op gezet. Pas na een half uur, toen we een officiële bevestiging kregen, hebben we gepubliceerd”.
In de buurt waar dit speelde waren de mensen later woest op de media. Hogendoorn: “We kregen ‘kutjournalisten’ te horen en ‘jullie gooien alleen maar onzin de wereld in’. Onze journalisten werden over één kam geschoren met andere, onzorgvuldige media“.

Verslaggever Wieberen Elverdink van de Leeuwarder Courant proeft vooral wantrouwen bij overheden die ‘steeds lijviger’ communicatie-apparaten optuigen. “Ze proberen vaak dingen uit de krant te houden en stellen irritante vragen als: ‘Waarom wil je dat weten’ en ‘wie benader je nog meer?’. ”Maar bij lezers ontmoet hij zelden bevooroordeeldheid of argwaan.“Geïnterviewden vragen wel vaak: ‘Je maakt er toch wel een leuk stukje van?’, en ik merk ook dat steeds meer mensen vooraf inzage willen hebben in de tekst, ook als het gaat om minder zware onderwerpen”.

Oremus ziet overigens de toekomst van de journalistiek niet somber in. Hij heeft alle vertrouwen in de waarde van het beroep van journalist. Hij besluit met de woorden: “Zeker als we ons onderscheiden van de ‘nieuws­cowboys’, en het publiek het verschil tussen ‘nieuws’ en journalistiek gaat waarderen”.

Kunnen we nog trots zijn op ons vak? Frans Oremus, Villamedia, 17 augustus 2017: www.villamedia.nl

Nederlanders en nieuws, Sociaal Cultureel Planbureau, juni 2017: www.scp.nl/publicaties/publicaties/2017/06/22/nederlanders-en-nieuws

Ik vertel het niet meer op feestjes, Frans Oremus, Villamedia, 23 september 2010: www.villamedia.nl/

Het leven is meer dan louter functioneren. Over totale arbeid en de dingen die ertoe doen

ontspanningMet de regelmaat van de klok verschijnen er artikelen en boeken over manieren om werkstress en een burn-out te vermijden. Computerworld gaf op 4 augustus 2017 advies aan de IT-manager “aan wie continu gevraagd wordt meer te doen met minder. De verantwoordelijkheden voor het welzijn van het bedrijf lopen alleen maar op. Hoe ga je daarmee om?”

We leven in een tijdperk van ‘totale arbeid’. De Duitse filosoof Josef Pieper (1904-1997) gebruikte vlak na de Tweede Wereldoorlog deze term in zijn boek Muße und Kult, een manifest tegen werkverslaving van de bevolking. Tegen workaholics, een term die voor het eerst gebezigd werd in 1948 in Canada.
Pieper bedoelde dat we niet altijd hoeven te ‘functioneren’. We moeten oppassen geen machines te worden, geoliede, zielloze wezens, door angst voortgedreven. Denk alleen maar aan het fenomeen burn-out. Het is niet de bedoeling dat het hele leven in dienst van werk staat en alles eraan onderworpen wordt. Vrije tijd, feesten en spel beginnen in onze tijd ook op werk te lijken, en worden tenslotte ook werk.

In een artikel voor de Amerikaanse nieuwssite Quartz schrijft praktisch filosoof Andrew Taggart dat zelfs onze ingesleten gewoonten in dienst staan van de totale arbeid. Wij doen aan sport, rusten uit, ontspannen ons, eten goed en letten op onze gezondheid. We doen dat om nog productiever te worden. We geloven in werken aan onszelf en het koesteren van relaties. Onze vrije tijd gebruiken we om dingen voor elkaar te krijgen. Een goede dag is voor ons een productieve dag.

De sleutel tot een andere kijk op het leven

Taggart vindt dat deze opvatting van werk ons nodeloos doet lijden. Hij spreekt dagelijks met mensen, woonachtig in Silicon Valley en Scandinavië, over hun obsessie voor werk. Ze beseffen wel dat deze obsessie hun leven er niet plezieriger op maakt, maar beseffen ook dat het werk hun veel voldoening geeft.Denk daarbij aan de beloningen! Werk is de spil van hun leven.
Volgens Taggart is deze houding geen gezonde basis voor ons leven. Hij zou graag zien dat wij in ons drukke leven niet streven naar minder werk maar naar minder concentratie op het werk. Dat wil zeggen, we zouden wat meer aandacht moeten krijgen voor andere dingen.

De meeste mensen hebben zinvolle ervaringen. Onverwacht krijgen we te maken met liefde of zijn onder de indruk van een intrigerende vraag. We wuiven dergelijke ervaringen meteen weer weg, als zijnde niet meer dan een voorbijgaand moment. Of we worden nostalgisch bij de herinnering eraan. Maar deze ervaringen bieden wel de sleutel tot een andere kijk op het leven: De belangrijkste ervaringen in ons leven halen ons weg uit ons onophoudelijke streven naar ‘nuttig zijn’ en stellen ons in staat onszelf onder te dompelen in de stroom van de tijd.
Door ons minder druk te maken om ons werk, creëren we ruimte en kunnen we onze aandacht richten op andere dimensies van het leven, op dingen die er meer toe doen.
Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

De kunst van het ronddolen

Om te beginnen is het nodig ons minder te hechten aan onze ideeën over werk. Boeddha kan ons daarbij helpen. Volgens zijn leer liggen er aan de basis van onze gehechtheid ‘drie soorten vergif’: aantrekkingskracht, afkeer en onverschilligheid. Om minder gehecht te raken, en daardoor minder te hechten aan carrière en succes, is het nodig aandacht te besteden aan veeleisendheid, gevoelens van macht en ambities. Wie zich hieraan overgeeft leidt zelden een vol en goed leven. De prijs die wordt betaald voor eenzijdig streven naar succes is onmeetbaar lijden, eenzaamheid en verlies van andere dingen die onze aandacht waard zijn.
Als een succesvolle carrière al te vaak uitmondt in ellende, moeten we dat succes dan wel zo hoog aanslaan?
Als je eenmaal het idee van succes losgekoppeld hebt van dat van geluk, ga je vervolgens uitzoeken op welke manier je voldoening kan vinden zonder daarbij te proberen iets te bereiken. Deze oefening leidt tot Oscar Wilde’s beroemde uitspraak: “Alle kunst is volkomen nutteloos”. Verwerp het idee dat alleen nuttige dingen van waarde zijn. In feite kunnen we in ons leven fantastisch presteren met volkomen nutteloze, artistieke experimenten.

Een mooie oefening is bijvoorbeeld de toepassing van de ‘kunst van het ronddolen’ zonder doel of plan. Dit idee is ontwikkeld door de Franse theoreticus Guy Debord (1931-1994), auteur van La société du spectacle (1967), in het Nederlands verschenen als De spektakelmaatschappij. Debord stelde voor ons “over te geven aan de prikkels van de omgeving” en de daaruit voortvloeiende ontmoetingen. Aan de andere kant zouden we een haiku kunnen schrijven, een wandeling in het bos maken in de zin van een ‘bosbad’ nemen (shinrin-yoku) of volkomen stil liggen in een varende roeiboot zoals de 18e eeuwse filosoof Jean-Jacques Rousseau beschrijft in zijn Overpeinzingen van de eenzame wandelaar.
We kunnen met anderen de uitdaging aangaan in het ontsnappingsspel Escape room, ons opsluiten in een isolatietank of kalligrafie beoefenen, een kunst die de hedendaagse zenmeester en kunstenaar Kazuaki Tanahashi de kunst van ‘de geest schilderen’ noemt. Hiermee kunnen we ons onderdompelen in het leven en onze zintuigen voeden, daarbij onze dagelijkse zorgen opzijschuivend.

Openstellen voor andere, waardevolle ervaringen

Als we eenmaal de slag te pakken hebben kunnen we het idee omarmen dat er wonderlijke dingen in het leven zijn zonder een speciaal doel dat moet worden bereikt. We kunnen onze aandacht richten op onszelf en ons eigen leven onderzoeken. Socrates deed zijn gesprekspartners beseffen dat zij dachten dat ze zichzelf kenden, maar dat bleek niet zo te zijn.
Socrates volgend kunnen we ons afvragen: Als ik niet alleen maar een werkkracht bent, wie ben ik dan? Parkeer deze gedachte eens een paar weken in je achterhoofd alvorens er een antwoord op te geven. Wie ben ik? zou je kunnen vragen als je bent vastgelopen op je werk. Wie ben ik? zou je kunnen vragen als je merkt dat je gedachten weer eens gaan in de richting van taken afmaken, plannen maken, strategieën opstellen en onmogelijke lijstjes met voornemens maken. Ben ik dit? Is dit alles dat ik ben? Deze filosofische vraag die steeds weer gesteld wordt, is bedoeld om in jezelf grote twijfel op te roepen en je uit te nodigen je diepste ambities door te prikken. Waarom ben je hier, en waar gaat het allemaal om?

Er komt een dag waarop we het zullen betreuren alleen maar bezig te zijn geweest met steeds efficiënter werken en meer presteren of met het volgen van cursussen die daarop zijn gericht. We zullen betreuren niet echt te hebben geleefd en het leven aan ons voorbij hebben laten glijden.
Oefeningen kunnen ons helpen ons eraan te herinneren wie we zijn. Ze stellen ons in staat onze druktemakerij, onze zorgen, angsten en ergernissen opzij te zetten. Door ons wat minder te bekommeren om werk, stellen we ons open voor andere, waardevolle ervaringen. Zo kunnen we ook een tijdje verblijven in het hier en nu.

The secret to office happiness isn’t working less—it’s caring less, door Andrew Taggart, Quartz – nieuwssite voor zakenmensen, 9 augustus 2017: https://qz.com

Hoe je moet omgaan met werkstress, door Lou Markstrom, Computerworld, 4 augustus 2017: http://computerworld.nl/carriere/100212-hoe-je-moet-omgaan-met-werkstress (Niet meer beschikbaar). Zie: How to best deal with workplace stress, door Lou Markstrom, CIO, 28 juli 2017: https://www2.cio.com.au/article/625406/how-best-deal-workplace-stress/

Mehr Muße: Das Leben ist mehr als bloßes Funktionieren, My Monk: http://mymonk.de/musse/

 

KNAW in standpuntennota: Meer leraren met universitair diploma nodig op de middelbare school

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) maakt zich zorgen over het afnemende aandeel academisch geschoolde leraren in het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). In een standpuntnota
onderbouwt de KNAW de zorgen en doet aanbevelingen om meer academisch geschoolde leraren in het voortgezet onderwijs te krijgen en te behouden.

Academisch geschoolde leraren zijn nodig om leerlingen voor te bereiden op de universiteit. De komende jaren gaan juist veel van deze universitair geschoolde leraren met pensioen, terwijl de nieuwe aanwas grotendeels bestaat uit hbo-geschoolde leraren. Tegelijk worden er steeds minder afgestudeerden van universiteiten leraar. Deze instroom moet weer gaan stijgen.

Daling instroom

In 2012 studeerden er circa 1000 mensen af aan de universitaire lerarenopleidingen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) verwacht dat dat er in 2020 nog 800 zullen zijn. Voor de exacte vakken studeren er zelfs bijzonder weinig leraren af. In 2015 waren dat slechts enkele tientallen per vak.

Vak aantrekkelijker maken

Het leraarschap kan op meerdere manieren aantrekkelijker worden. Bijvoorbeeld door een lager collegegeld voor het extra jaar dat mensen moeten studeren. Ook kunnen studenten tijdens de reguliere studiejaren alvast educatieve vakken krijgen. Dat vinden ze vaak aantrekkelijker dan achteraf een heel jaar vrijwel alleen vakdidactiek te studeren. Omgekeerd kunnen studenten tijdens hun extra studiejaar ook vakken krijgen die juist gaan over de onderwerpen waarin ze later les gaan geven. Bovendien zouden studenten tijdens dat jaar onderzoek kunnen doen naar vakdidactiek. Verder zouden lerarenopleidingen ook afgestudeerden moeten toelaten van brede universitaire studies; denk aan het geven van Duits door iemand die Europese studies heeft gedaan en het Duits voldoende beheerst.

Universitair opgeleide docenten stromen vaker uit dan hbo-opgeleide docenten. Het salaris is daarvoor waarschijnlijk geen reden. Wel moeten startende leraren een soepele start kunnen maken in het onderwijs. Daarvoor is er goede begeleiding nodig vanuit de scholen en vanuit de lerarenopleidingen. Op de lange termijn kan het leraarschap aantrekkelijker worden door leraren meer te betrekken bij de universiteit. Dan horen ze meer over actuele ontwikkelingen in hun vakgebied. Daarnaast kunnen universiteiten extra benadrukken dat het leraarschap interessant en waardevol is.

Klik hier voor de standpuntennota in PDF: Academisch gevormde leraren in het voortgezet onderwijs, KNAW, 13 p., augustus 2017

Voorbeeld van inhumane bureaucratie: Groninger wordt bestraft voor bijdrage aan de maatschappij

Dagblad van het Noorden meldt dat hulp aan buren een Groninger zijn uitkering kost.
Bewoners van de Semarangstraat in Groningen zijn boos dat hun buurman Koos Westra (58) geen uitkering meer krijgt vanwege zijn goede daden voor de buurt. Westra is arbeidsongeschikt en krijgt maandelijks een uitkering. „Ik heb drie keer een hernia gehad, ben hartpatiënt en zwaar longpatiënt, maar achter de geraniums doodgaan is niets voor mij”, zegt hij.

„Ik ben opgegroeid in een gezin met twaalf kinderen en heb geleerd dat ik altijd klaar moet staan voor mensen. Mijn buren helpen zie ik gewoon als mijn hobby.”
‘Ik neem geen geld aan voor wat ik doe”.

De sociale dienst denkt daar anders over. „Ze hebben een anonieme tip gekregen dat ik fietsen repareer en klusjes doe voor geld. Ze denken dat ik geld krijg dat ik niet aan hen doorgeef en dat ik daarom fraude heb gepleegd”, legt hij uit.
Om die reden is zijn uitkering vorige week stopgezet en moet hij met terugwerkende kracht een deel van zijn uitkering terugbetalen. „Maar ik neem geen geld aan voor wat ik doe. Zo gaan wij hier niet met elkaar om.”

Grof vuil en oud ijzer wegbrengen, kapotte fietsen repareren, helpen met een klusje in huis of iemand naar de dokter rijden. Westra doet het allemaal. „En allemaal belangeloos”, zegt buurtbewoner Wahlen (49). „We wonen in een straat met veel minimagezinnen en helpen elkaar omdat we dat normaal vinden. Als iemand met een vaste baan dat doet, krijgt hij een schouderklopje en iemand die bij de sociale dienst zit, krijgt een schop onder zijn kont. Dat is te belachelijk voor woorden.”

Hét voorbeeld van een goede buur

Volgens veel buren is Westra het voorbeeld van een goede buurman. „Er moeten meer mensen zoals hij zijn”, zegt Karino Barreveld (71). „Je hoeft hem maar te roepen en hij komt je helpen. Altijd met een vriendelijk woord en gesloten beurzen. De ene hand wast de andere. Dat is zoals het hier in de straat gaat. Er zijn hier best wat oudere mensen en wij zijn allemaal heel blij met hem.”

Lees het hele artikel Hulp aan buren kost Groninger zijn uitkering, door Giulia Fabrizi, Dagblad van het Noorden, 8 augustus 2017: www.dvhn.nl
In 1 etmaal zijn er 118 reacties op dit artikel geplaatst.

 

Interview met Erik Gerritsen van VWS over de patiënt centraal stellen en digitalisering van de zorg

Erik Gerritsen, secretaris-generaal van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zou graag zien dat de patiënt de regie krijgt over zorginnovaties. Hij hoopt op meer actie van de kant van de patiënt om de digitale zorg te stimuleren. Hij roept de patiënt zelfs op tot guerilla in een interview met Liesbeth Jongkind voor iBestuur: “Als je de gebruiker centraal wilt stellen, wij noemen dat ‘de patiënt CEO van zijn eigen gezondheid’, dan moet die om te beginnen bij zijn eigen gegevens kunnen”.

Met MedMij zelf gegevens bijhouden

Het Ministerie van VWS werkt via het Informatieberaad waar Gerritsen voorzitter van is mee aan de ontwikkeling van MedMij, een set technische standaardisatieafspraken waarmee de systemen van zorgaanbieders over drie á vier jaar gegevens kunnen uitwisselen met elke MedMij-gecertificeerde app waarin een patiënt zelf zijn gegevens bijhoudt. Dat is nu technisch nog niet mogelijk. “Je hebt er recht op dat ze het voor je uitprinten, maar het is onbegonnen werk om een totaaloverzicht te krijgen”, zegt Gerritsen: “Over drie jaar bepaal jij als patiënt met wie jij die gegevens deelt of voor welke wetenschappelijke doeleinden je je gegevens beschikbaar stelt. Dat is echt een paradigmaverandering”.

De patiënt in actie

Het toepassen van eHealth zou zich sneller kunnen verbreden als patiënten die willen profiteren van de mogelijkheden van eHealth en automatisering, zelf in actie komen. Gerritsen: “Guerrilla van patiënten, dat hebben we nodig! Ik hunker naar de eerste patiënt die bereid is op de voorpagina van de Telegraaf te verklaren dat ze van huisarts is veranderd omdat de vorige geen digitale consulten deed. Ik roep alle patiënten op om tegen hun huisartsen en ziekenhuizen te zeggen: Ik wil niet meer zeven keer per jaar onnodig naar het ziekenhuis inclusief uren in de file en in de wachtkamer, voor een controlegesprekje van vijf minuten dat ook via beeldbellen had gekund. En ik wil een huisarts die digiconsulten aanbiedt, want anders moet ik vrij nemen en dat kost me weer een halve dag. Wij blijven er bij VWS natuurlijk ook aan sleuren, maar veranderen gaat sneller als patiënten het zelf ook niet meer pikken”.

Gebruiker centraal

Digitalisering verandert de verhouding tussen burger en overheid en slaagt alleen als de gebruiker centraal komt te staan. Dat is het uitgangspunt van de overheid. Digitalisering is méér dan de volgende fase van automatisering. digitalisering vraagt om een totaal andere ambtelijke organisatie.
Gebruiker Centraal is een breed opgezette organisatie binnen de overheid die streeft naar een gebruiksvriendelijke online-overheid. Dat gebeurt onder meer via uitwisseling van ervaringen en ideeën en het delen van methoden & technieken. Zie www.gebruikercentraal.nl

Op dinsdag 5 september 2017 vindt in Den Haag het Maak het bruikbaar festival plaats met tientallen workshops, presentaties en demonstraties voor “een betere en gebruiksvriendelijke digitale overheid, waar de gebruiker centraal staat”. Zie voor volledig programma: www.gebruikercentraal.nl/agenda/maak-het-bruikbaar-festival-2017
Speciaal voor bestuurders is er de dag daarop –  eveneens in Den Haag – woensdag 6 september, de conferentie Mensen centraal in de digitale dienstverlening.

Lees het hele interview met Erik Gerritsen: ‘Ik roep patiënten op tot guerrilla!’, door Liesbeth Jongkind, 3 augustus 2017: https://ibestuur.nl

erik gerritsen ihealth no 23 jul 2017