Skip to main content

Redactie Beroepseer

Downloading solidarity - Please wait...

Academici zijn geen ‘vitale beroepsgroep’. Pleidooi voor solidaire benadering van COVID-19 crisis in universitair onderwijs

Het blijkt dat academici en universiteiten actief gelobbyd hebben om hun beroep als ‘vitaal’ te verklaren. Dit in verband met de noodmaatregelen van de overheid n.a.v. de COVID-19-uitbraak en de publicatie van een overzicht van cruciale beroepen en vitale processen, die onmisbaar zijn voor het functioneren van de maatschappij. Sommige ouders of verzorgenden kunnen in de periode zolang de maatregelen van kracht zijn, op hun eigen school of opvang gebruik maken van opvangmogelijkheden voor kinderen, zodat zij kunnen blijven werken en de samenleving draaiende houden. Het gaat hier om beroepsgroepen die in de omstandigheden van COVID-19 vragen om continue bezetting. Ook onmisbare functies ten behoeve van een van deze cruciale beroepsgroepen kunnen een beroep doen op kinderopvang.

Zes academici*) van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit van Amsterdam schrijven op Science Guide  – podium voor hoger onderwijs en wetenschap – dat de lobby succesvol was in haar poging en verwijzen naar een persbericht, verstuurd op 17 maart 2020 door de Vereniging van Universiteiten (VSNU):

“Voor de medewerkers van universiteiten geldt dat zij vallen onder de ‘cruciale beroepen’, wanneer zij nodig zijn voor het organiseren van (afstands)onderwijs, zo is aan de VSNU verzekerd door het ministerie van OCW. Deze definitie is volgens de VSNU in de praktijk in elk geval, maar niet limitatief, van toepassing op:

– De docent
– ICT-personeel benodigd voor het in de lucht houden van de ICT-infrastructuur en programma’s ter ondersteuning van afstandsonderwijs.

Voor verdere informatie verwijzen we naar de website van de Rijksoverheid”.

Vervolgens werden e-mails rondgestuurd met berichten als: “Het ministerie heeft duidelijk gemaakt dat universitair medewerkers tot de vitale beroepen in Nederland horen. Dit betekent dat, als je niemand anders thuis hebt die voor je kinderen kan zorgen, je het recht hebt ze naar kinderopvang of school te sturen”.

De zes academici zijn het hier niet mee eens. Buiten de medische afdelingen is wetenschappelijk onderwijs geen urgent beroep. Men zou dan ook geen aanspraak moeten maken op de noodopvang.
“Het komt misschien voor sommigen als een schok, maar wij academici zijn niet zo vitaal als we denken”, is het commentaar van de zes auteurs.
Ze merken op dat tot op heden die ‘vitaal beroep’-status niet expliciet is gemaakt op de officiële overheidswebsite waarnaar de VSNU verwijst, hoewel het Ministerie van Onderwijs (OCW) op 19 maart een Kamerbrief verstuurde waarin die status bevestigd wordt. De lijst op de website van de overheid vermeldt nog steeds alleen ‘leraren en personeel benodigd op school’ – en ironisch genoeg is ‘schoolleraar’ een label dat universiteitsbesturen kennelijk ineens graag omarmen.

Eisen

In plaats van te kiezen voor een ‘vitaal beroep’-claim, waarmee ze effectief het reeds precaire gezondheidssysteem en het primair onderwijs in Nederland overbelasten, zouden universiteiten als werkgevers solidariteit moeten organiseren. De zes auteurs beschrijven hoe dat kan en concluderen dat er vooral leiderschap is vereist. Ze stellen vervolgens vijf eisen aan de Nederlandse universiteiten:

1) Uitgezonderd medische staf die direct betrokken is bij het managen van de COVID-19 crisis, moet de claim dat universitair medewerkers een ‘vitaal beroep’ uitoefenen worden teruggenomen;

2) Alle inspanningen moeten gericht zijn op het verlichten van de druk op studenten, en dat betekent het aanpassen van deadlines, extra herkansingsmogelijkheden, en het ruimhartig beoordelen van werk, allemaal op zo’n manier dat studenten zowel door kunnen gaan met hun studie of kunnen afstuderen, en de minste financiële lasten oplopen;

3) Zowel de veiligheid als de doorbetaling van ondersteunend en facilitair personeel moet worden zeker gesteld, of hun werk nu is ge-outsourced of niet;

4) Tijdelijke staf heeft in het bijzonder extra ondersteuning nodig; tenure tracks moeten ruimhartig worden beoordeeld en promotietrajecten moeten worden verlengd;

5) Er moet druk komen op de overheid om financiële ondersteuning te geven aan tijdelijke staf, maar in het bijzonder aan studenten. De overheid heeft een enorm pakket aan steunmaatregelen voor bedrijven aangekondigd. Waarom niet voor studenten? Het kwijtschelden van studieleningen en de verlenging van studies zonder bijkomend collegegeld zijn twee voor de hand liggende opties die verdergaan dan het slechts uitstellen van schuldbetalingen en het effectief vergroten onder studieschuld, zoals aangekondigd in de brief van de minister aan de Tweede Kamer van 19 maart.

Petitie

De zes academici zijn een online petitie gestart om hun eisen kracht bij te zetten:

“Beste academische gemeenschap – schoonmakers, cateraars, support staf, studenten, docenten: Onderteken dit document als je de boodschap dat de universiteit nu niet met ‘business as usual’ kan doorgaan en de urgente noodzaak ziet om ons te bezinnen op wat wij als gemeenschap van elkaar verwachten”.

Zie voor de petitie: https://pad.riseup.net/p/Academics_Are_Not_a_Vital_Profession-keep

Academici zijn geen ‘vitale beroepsgroep’, door Willem Schinkel & Marguerite van den Berg & Sarah Bracke & Irene van Oorschot & Rogier van Reekum & Jess Bier, Science Guide, 20 maart 2020: www.scienceguide.nl

Vragen over noodopvang voor kinderen van ouders in cruciale beroepen of vitale processen, Rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl

Kamerbrief COVID-19 aanpak hoger onderwijs, Tweede Kamer, 19 maart 2020; en Servicedocument HO – aanpak Coronavirus COVID-19, Ministerie van OCW, 23 maart 2020: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2020Z05376&did=2020D11138

Noot
*) Willem Schinkel, Erasmus University Rotterdam
Marguerite van den Berg, University of Amsterdam
Sarah Bracke, University of Amsterdam
Irene van Oorschot, Erasmus University Rotterdam
Rogier van Reekum, Erasmus University Rotterdam
Jess Bier, Erasmus University Rotterdam

 

De afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Applaudisserende mensen voor open raam van hun huis voor steun aan zorgverleners in hun strijd tegen verspreiding van het coronavirus

Noodarts in België: Ik kan niet tegen mensen die zorgverleners toejuichen

Antoine Dumont werkt als spoedeisende arts in het Belgische Luik. In het weekblad Knack schrijft hij dat hij er niet tegen kan dat mensen applaudisseren voor de mensen in de zorg.
Sinds 18 maart 2020 worden de Belgen opgeroepen elke avond om acht uur te applaudisseren voor de mensen in de zorg die in de frontlinie staan in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus.
De actie begon op sociale media. Met de hashtag #applausvoordezorg verspreidde de oproep zich als een lopend vuurtje. Doel is waardering laten zien voor het belangrijke werk dat zorgverstrekkers leveren.

In Nederland deed een soortgelijke oproep de ronde op sociale media om te applaudisseren op dinsdagavond 17 maart om acht uur. Veel mensen hebben daar gehoor aan gegeven, ook het Koninklijk Huis heeft eraan meegedaan.

De Luikse spoedarts kan dit gebaar maar moeilijk appreciëren:

“Ik denk dat ik verbitterd ben, ik was gisteren van wacht (24 uur met weinig slaap). Maar over het algemeen kan ik er niet tegen dat mensen applaudisseren.

De ziekenhuizen hebben niet gewacht tot Covid-19 om zich in de miserie te werken, in permanente overboeking.

De hulpdiensten hebben ook niet gewacht tot ze overbelast waren, onderbezet waren (vooral verpleegkundigen), in vervallen of ondermaatse lokalen.

Dat het UMC Sint-Pieter moet bedelen om beademingsapparatuur is een totale schande!

Waar zijn we? Gaan Artsen zonder Grenzen binnenvallen?

Veel van de mensen die applaudisseren, stemmen elk jaar voor de hufters die bezuinigen, maken hashtags #keepsophie en vergeten dat ze minister van Begroting was in een regering die miljarden euro’s uit de gezondheidszorg haalde.

En ze zijn zogezegd bang omdat we ons leven riskeren?! Mensen die shifts draaien en stressvolle banen nemen omdat ze onvoldoende middelen hebben, sterven niet aan een infectie. Ze sterven omdat ze werken aan een hels tempo, waardoor ze 10-15-20 jaar levensverwachting verliezen”.

Lees de hele blog van Antoine Dumont: ‘Ik kan er niet tegen dat mensen applaudisseren voor de mensen in de zorg’ , Knack, 23 maart 2020: hwww.knack.be

Tekst oproep applaudisseren voor de zorg

Gefilmde interviews met tien voormalige ministers en topambtebareb

‘De top kijkt om’. Tien boeiende interviews op video met voormalige bewindslieden

In de serie De top kijkt om kijken tien voormalige ministers en topambtenaren in gefilmde interviews terug op hun manier van besturen, de druk van de media en de kwaliteit van de ambtelijke dienst. Ze beantwoorden vragen over hun ervaringen, vooral over zaken die je doorgaans niet terugleest in departementale archieven. Hun op video vastgelegde herinneringen zijn op deze manier toegankelijk gemaakt voor hun opvolgers en andere geïnteresseerden. We kunnen ze benutten en ervan leren.
Hoe gingen onze minister en secretaris-generaal – de hoogste ambtenaar van een ministerie – om met hun overvolle agenda? Hebben ze adviezen? Wat moeten hun opvolgers doen en laten om zo effectief mogelijk te zijn?

Zeven thema’s

De video’s van elk ongeveer een half uur zijn ingedeeld in zeven thema’s:

  • Politiek-ambtelijke verhoudingen
  • Relatie met het parlement
  • Het managen van de opgave
  • Het managen van crises en incidenten
  • Relatie met het veld
  • Omgang met collega’s (incl. MP)
  • Vakmanschap

Geïnterviewd zijn de ministers: Jozias van Aartsen, Annemarie Jorritsma, Cees Veerman, Laurens Jan Brinkhorst, Jan Pronk en de secretarissen-generaal Marianne Sint, Chris Kalden, Tjibbe Joustra, Harry Borghouts en Dineke Mulock Houwer.
Het is de bedoeling dat de serie elk jaar wordt uitgebreid met tien nieuwe interviews.

De top kijkt om is gerealiseerd door de Kennisbank Openbaar Bestuur, in samenwerking met Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht en Centrum voor Parlementaire Geschiedenis. De Kennisbank is het geheugen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), een vindplaats van kennis, informatie en data op het gebied van openbaar bestuur.

Inspiratiebron van De top kijkt om is het initiatief Ministers reflectCandid interviews with former ministers van het Britse Institute for Government dat inmiddels een uniek archief van interviews heeft opgebouwd. Doel ervan was om in de eigen woorden van de bewindslieden te horen wat nodig is om een effectieve minister te zijn, met welke uitdagingen ze worden geconfronteerd en wat er gedaan kan worden om hun te ondersteunen bij het bereiken van doelen.

De interviews staan op het You Tubekanaal van de Kennisbank Directoraat-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties: www.youtube.com/channel/UCBfefVREoZ82J8tgdMBWZAA/videos

U P D A T E

Kernvraag in interview-serie ‘De top kijkt om’: Hoe kun je effectief opereren als bewindspersoon of topambtenaar? Blogs Beroepseer, 8 juli 2022: https://beroepseer.nl

Waarom regelgeving ter bescherming van rechten werknemers nodig is in het tijdperk van AI

Grootmachten, staten en bedrijven over de hele wereld doen allemaal hun best om de AI-race te winnen. Kunstmatige intelligentie is van strategisch belang voor de EU, waarbij de Europese Commissie onlangs heeft verklaard dat “kunstmatige intelligentie met een doel Europa tot een wereldleider kan maken”. Om dit te laten gebeuren, moet de EU het juiste ethische en juridische kader creëren.

In het verkennend onderzoek Labour in the age of AI: why regulation is needed to protect workers schrijft onderzoeker Aída Ponce Del Castillo dat een dergelijk kader stevig gebaseerd behoort te zijn op regelgeving – die kan worden bereikt door de bestaande wetgeving bij te werken – en op aandacht voor de bescherming van werknemers. Werknemers bevinden zich in een ondergeschikte positie ten opzichte van hun werkgevers, en in de gretigheid van de EU om de AI-race te winnen, worden hun rechten mogelijk over het hoofd gezien. Daarom moet er met medewerking van de sociale partners een beschermend en afdwingbaar rechtskader worden ontwikkeld.

Verschillende manieren van beïnvloeding

Kunstmatige intelligentie (Artificial Intelligence – AI) is een zeer ontwrichtende technologie. In deze Verkenning wordt onder AI verstaan het vermogen van machines om met hun omgeving te communiceren en beslissingen te nemen met een diverse mate van autonomie, gebaseerd op verzamelde of aangeleverde gegevens. Dat gebeurt op een manier die het menselijk denken kopieert en dus als intelligent kan worden beschouwd. Het effect hiervan op burgers, bedrijven, overheden en de samenleving in het algemeen is het onderwerp van veel onderzoek. Het effect ervan op werknemers is minder onderzocht. AI heeft het vermogen om personeel op vele manieren te beïnvloeden, zowel als stand-alone-technologie als in combinatie met andere technologieën, waaronder robotica, machineleren of blockchain.
Om die redenen stelt deze Verkenning dat er een bestuurskader moet worden ingesteld, bij voorkeur gebaseerd op regelgeving in plaats van op ethische richtlijnen, gedragscodes of normen.

Praktisch gezien kunnen AI-systemen werknemers op veel verschillende manieren beïnvloeden: trackers voor Uber-chauffeurs, Deliveroo-koeriers en vrachtwagenchauffeurs; verpleegkundigen verbonden met een app of tablet; technici die samenwerken met robots in een productielijn; software die bepaalt wie in aanmerking komt voor promotie, resultaten voorspelt en activiteiten regelt. De gevolgen zijn talrijk en divers, maar AI mag de grondrechten en arbeidsvoorwaarden van werknemers niet negatief beïnvloeden.

In bedrijven kan AI worden gebruikt om de productiviteit te verhogen, processen te optimaliseren of kosten te verlagen. Technologie heeft een symbiotische relatie met mensen die ermee werken. Hoewel vaak onzichtbaar, kan AI worden gebruikt om gedrag te analyseren, personeel te werven, workflows te volgen of werknemers en hun prestaties te evalueren. In sommige gevallen kunnen AI-systemen zelfs worden gebruikt om werknemers te ontslaan. In een artikel in The Verge meldde Colin Lecher (2019) dat Amazon het productiviteitspercentage van werknemers bijhoudt en “automatisch een waarschuwing of opzegging genereert vanwege de kwaliteit of de productiviteit zonder tussenkomst van een leidinggevende”.

Zeven essentiële aspecten

Met het oog op het toekomstige strategische werk van de Europese Commissie op het gebied van AI, is het doel van deze Verkenning een korte beschrijving geven van mogelijke regelgeving en andere mogelijkheden voor het beheren van AI en nieuwe, opkomende technologieën.

Deze Verkenning belicht zeven essentiële aspecten van toekomstige regelgeving ter bescherming van werknemers:

1) Bescherming van de privacy van werknemers en hun gegevens
2) Aanpakken van bewaking, tracking en monitoring
3) Het doel van AI-algoritmen transparant maken
4) Zorgen voor de uitoefening van het ‘recht op uitleg’ met betrekking tot door algoritmen genomen beslissingen en machine-lerende modellen
5) Beschermen van veiligheid en zekerheid van werknemers in de interactie mens-computer
6) Vergroten van de autonomie van werknemers in de interactie mens-computer
7) Werknemers in staat stellen ‘AI-geletterd’ te worden

Downloaden van verkennend onderzoek Labour in the age of AI: why regulation is needed to protect workers, door Aïda Ponce Del Castillo, uitgave European Trade Union Institute (ETUI), 2020:
www.etui.org/Publications2/Foresight-briefs/Labour-in-the-age-of-AI-why-regulation-is-needed-to-protect-workers

European Trade Union Institute (ETUI) is een onafhankelijk onderzoeks- en opleidingscentrum van het Europees Verbond van Vakverenigingen (European Trade Union Confederation – ETUC).
ETUI wordt gefinancierd door de Europese Unie: www.etui.org

17 maart 2020: Werelddag voor sociaal werk. Het belang van menselijke relaties

Vandaag, dinsdag 17 maart 2020 is het World Social Work DayWerelddag voor sociaal werk. Op deze dag brengen maatschappelijk of sociaal werkers hun boodschap voor dit jaar onder de aandacht dat in 2020 tot thema heeft: Het belang van menselijke relaties.

Het thema benadrukt de onderlinge afhankelijkheid van de mens en is het laatste van vier waarmee The Global Agenda for Social Work and Social Development van start ging in 2010.
Drieduizend vertegenwoordigers van het sociaal werk en sociaal professionals waren bij elkaar gekomen om de speerpunten van het beroep tot 2020 vast te stellen: een rechtvaardiger en vreedzamer maatschappij en versterking van de stem van het beroep van sociaal werk.

“Het thema benadrukt dat relaties tussen mensen, gemeenschappen en naties essentieel zijn bij de aanpak van sociale, economische en ecologische uitdagingen. Op basis van enkele wezenlijke vaardigheden zoals mensen samenbrengen om de diverse behoeften met elkaar in evenwicht te brengen, kan sociaal werk een belangrijke bijdrage leveren aan de samenleving. Onze taak en missie op het moment is deze boodschap te verspreiden in onze gemeenschap, op de werkvloer en bij onze regerin,  met het oog op een duurzame toekomst”

Het oorspronkelijke logo van de Werelddag voor sociaal werk 2020 was een stevige handdruk van twee mensen. Vanwege het wereldwijde advies lichamelijk contact te mijden i.v.m. verspreiding van het Coronavirus, is het logo veranderd in twee naar elkaar buigende mensen.

Agenda voor periode 2020 – 2030

De International Federation of Social Workers  (IFSW) gaat nieuwe thema’s bedenken voor de Agenda for Social Work and Social Development 2020 – 2030. Daartoe start IFSW een consultatie-ronde waar sociaal werkers hun ideeën kunnen inbrengen. Dat is essentieel voor een sterke en inclusieve Agenda die aansluit bij de werkelijke behoeften van mensen. De consultatie-ronde duurt tot eind juili 2020. Wie wil deelnemen en meedenken over thema’s voor de komende tien jaar, ga naar IFSW: www.ifsw.org/ga-consultation/

Rapporten van de Global Agenda 2010-2018 kunnen gratis worden gedownload op de site van IFSW. Ga naar: www.ifsw.org/shop

Video en Nieuwsbrief

De video onderaan deze pagina bevat een boodschap van IFSW-voorzitter Silvana Martinez en secretaris-generaal Rory Truell. Zij geven voorbeelden van het succes van de Global Agenda en nodigen mensen die geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van het sociaal werk deel te nemen aan de consultatie-ronde. De video is ondertiteld in zowel Spaans en Engels.

De Belgische site Sociaal.Net stuurde op deze Werelddag voor sociaal werk een toepasselijke Nieuwsbrief. Het onafhankelijke Sociaal.Net brengt achtergrond, verhalen en opinie voor sociale professionals.

“Sociaal werk valt niet stil in crisistijd. Meer dan ooit is het duidelijk hoe belangrijk sociale professionals zijn. Voor en achter de schermen. Aan iedereen die deze dagen het uiterste van zichzelf geeft: Bedankt! Een greep uit de mooie initiatieven die we al zagen passeren”: https://mailchi.mp/sociaal/sterksociaalwerk-ook-in-crisistijd?e=253401df8f

 

Overzicht cruciale beroepen om de samenleving draaiende te houden tijdens COVID-19-uitbraak

Sommige ouders of verzorgenden kunnen de komende periode op hun eigen school of opvang gebruik maken van de kinderopvangmogelijkheden, zodat zij zich kunnen inspannen om de samenleving draaiende te houden. Het gaat hier om beroepsgroepen die in de omstandigheden van COVID-19 vragen om continue bezetting. Ook als je een onmisbare functie vervult ten behoeve van een van deze cruciale beroepsgroepen, kun je een beroep doen op de kinderopvang.

Specifiek voor COVID-19 zijn er cruciale beroepsgroepen om de samenleving draaiende te houden tijdens de COVID-19-uitbraak. Ouders of verzorgenden die hieraan werken, kunnen gebruik maken van de kinderopvang. De lijst met deze cruciale beroepsgroepen is als volgt:

  • Zorg, inclusief productie en transport van medicijnen en medische hulpmiddelen.
  • Leraren en personeel benodigd op school, zoals voor afstandsonderwijs, opvang van kinderen en examens.
  • Openbaar vervoer.
  • Voedselketen: de voedselketen moet breed worden gezien. Deze bestaat uit supermarkten, de aanlevering van supermarkten, de verwerkende industrie en de transporten van deze industrie maar ook het ophalen van producten bij boeren, het aanleveren van bijvoorbeeld veevoer en andere producten bij boeren, de toegang van arbeiders voor de oogst.
  • Transport van brandstoffen zoals kolen, olie, benzine en diesel, etcetera.
  • Vervoer van afval en vuilnis.
  • Kinderopvang.
  • Media en communicatie: ten behoeve van informatievoorziening aan de samenleving die van noodzaak is om op de hoogte te blijven van wat er speelt.
  • Continuïteit hulpverleningsdiensten (politie en defensie zijn reeds vitaal verklaard)
      • meldkamerprocessen
      • brandweerzorg
      • ambulancezorg
      • GHOR (Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio)
      • crisisbeheersing van de veiligheidsregio’s
  • Noodzakelijke overheidsprocessen (Rijk, provincie en gemeente), bijvoorbeeld betalen uitkeringen en toeslagen, burgerzaken, consulaten en ambassades, justitiële inrichtingen en forensische klinieken.

Vitale processen

Voor Nederland gelden altijd al bedrijven die processen hebben die zijn aangemerkt als vitaal. Ook als je een onmisbare functie vervult ten behoeve van een van deze vitale processen, kun je een beroep doen op de opvang. Het gaat om circa 100 bedrijven die hier al van op de hoogte zijn.

  • Landelijk transport en distributie elektriciteit
  • Regionale distributie elektriciteit
  • Gasproductie, landelijk transport en distributie
  • Regionale distributie gas
  • Olievoorziening
  • Internet- en datadiensten
  • ICT/telecom
  • Internettoegang en dataverkeer
  • Spraakdienst en SMS
  • Plaats- en tijdsbepaling middels GNSS
  • Drinkwatervoorziening
  • Drinkwater
  • Keren en beheren waterkwantiteit
  • Vlucht- en vliegtuigafhandeling
  • Scheepvaartafwikkeling
  • Grootschalige productie/verwerking en/of opslag (petro)chemische stoffen
  • Opslag, productie en verwerking nucleair materiaal
  • Toonbankbetalingsverkeer
  • Massaal giraal betalingsverkeer
  • Hoogwaardig betalingsverkeer tussen banken
  • Effectenverkeer
  • Communicatie met en tussen hulpdiensten middels 112 en C2000
  • Inzet politie
  • Basisregistraties personen en organisaties B Digitale overheids-processen
  • Interconnectiviteit (transactie-infrastructuur voor informatie uit basisregistraties)
  • Elektronisch berichtenverkeer en informatieverschaffing aan burgers
  • Identificatie en authenticatie van burgers en bedrijven
  • Inzet defensie
  • Vervoer van personen en goederen over (hoofd)spoorweginfrastructuur
  • Vervoer over (hoofd)wegennet

Overzicht van cruciale beroepen tijdens de COVID-19-uitbraak (en vitale processen) en vragen over noodopvang voor kinderen van ouders in cruciale beroepen of vitale processen, Rijksoverheid, 19 maart 2020: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/cruciale-beroepsgroepen (Niet meer beschikbaar op site Rijksoverheid). Zie voor lijst Cruciale beroepen en vitale processen, FNV: https://www.fnv.nl/acties/standbeeld/cruciale-beroepen.

Overzicht cruciale beroepen voor noodopvang,
zie sitearchief van Rijksoverheid: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive
Tik in zoekveld in grijze linkerkolom de titel Overzicht cruciale beroepen voor noodopvang

Overzicht vitale processen, Nationale Coördinator terrorismebestrijding en veiligheid: www.nctv.nl/onderwerpen/vitale-infrastructuur/overzicht-vitale-processen

 

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Atmann

Video met verpleegkundge Maartje Goverde

Vraag van Maartje Goverde: Wie bekommert zich om de zorg voor zorgverleners tijdens strijd tegen COVID-19?

Re-spect betekent om-zien, naar elkaar. Autoriteiten uiten respect naar hulpverleners van wie veel wordt gevraagd vanwege de uitbraakvan het Coronoavirus (COVID-19). De vraag is: Zien autoriteiten ook genoeg om naar deze mensen en krijgen zij ook antwoord op hun vragen? Hoe wordt ervoor gezorgd dat ook zij gezond blijven?
Wat ontbreekt is een duidelijke lijn in adviezen en richtlijnen van het landelijke crisisteam.

Verpleegkundige Maartje Goverde stelt een aantal vragen in haar video waarop zorgverleners met elkaar een antwoord behoren te vinden. Nederland maakt zich op voor de strijd tegen het virus, maar hèt gesprek – dat nu niet gevoerd wordt – behoort te gaan over: hoe gaan we tijdens deze haast militaire missie voor onze zorgverleners zorgen? Als niemand anders bereid is daarover na te denken, zullen zorgverleners en hun geliefden dat zelf moeten doen.

“Wat ik uit andere landen zie en hoor is het toch een soort oorlog die gevoerd moet worden tegen het virus. Mensen hebben het ook over de frontlinie, het gaat over leven en dood van patiënten maar ook over leven en dood van zorgprofessionals. Het is een gevecht dat je samen moet voeren en we gaan als het ware op missie naar Coronavirusland. Dat is een beetje hoe het voelt. Het is een andere wereld, in niks te vergelijken met wat we van de dagelijkse zorg kennen. Die zorg is allang overvraagd, die is totaal verwaarloosd en die totaal verwaarloosde zorg ga je nu de oorlog insturen. Dat is een beetje wat er aan de hand is.
Het verschil met militairen is dat militairen kiezen voor een baan waarmee ze de oorlog ingestuurd kunnen worden, op  missie gestuurd. Dat is met ons zorgprofessionals nooit overlegd. Er is nooit tegen ons gezegd: wil je graag op oorlog? We hebben daar nooit bewust voor gekozen. Misschien de hospik in het leger, maar niet de huis-tuin-en-keuken zorgprofessional. Het staat ook niet in je arbeidsvoorwaarden. Een ander groot verschil met militairen is dat op het moment dat zij op missie worden gezonden zij een verhoging van loon krijgen. Ik weet zelfs verdubbeling van loon. (…)
Wij zorgprofessionals krijgen tot nu toe te horen: we waarderen jullie. Sterkte. Is dat genoeg?
Er zijn dus als zorgprofessional twee gesprekken die je met jezelf en de omgeving moet voeren is: Hoever ben ik bereid te gaan? Wil ik mijn leven geven voor mijn land, voor de zorg?  Ga je dat doen?
Zo nee? Waar liggen dan de grenzen? Heb het daarover en als dat intern niet kan met je leidinggevenden, dan met je collega’s, met je partner, met je kinderen, met je familie, met je vrienden. Ga vooral ook bij jezelf na of je het aankunt of wilt.
Dat is het gesprek waarvan ik vind dat het gevoerd moet worden…”

Maartje Goverde ontwikkelde als psychiatrisch verpleegkundige de methode interactiekracht. Deze methode helpt mensen met ingewikkeld gedrag hun eigen kracht te vinden en gericht in te zetten voor herstel, eigen regie en zelfredzaamheid.
In december 2019 verscheen van Goverde het boek Interactiekracht – Gezond gedrag en eigen regie in psychiatrie en jeugdzorg.
Ondersteunen en begeleiden van mensen (volwassenen en jongeren) in de psychiatrie en de jeugdzorg; hoe doe je dat bij hele complexe problematiek? Als er bijna geen contact met iemand te krijgen is? Of als er sprake is van agressie? Of als mensen zó kwetsbaar zijn dat er bijna geen gezondheid of eigen kracht te vinden is? Ook dan zijn er mogelijkheden genoeg. Want iedereen kan groeien en ontwikkelen.
Het boek is te bestellen op Interactiekracht: www.interactiekracht.nl/winkel
Inkijkexemplaar: https://issuu.com/interactiekracht/docs/inkijkexemplaar_def_compleet

Open brief van VP Huisartsen

Open brief van VP Huisartsen: Overheid, vergeet u straks de zorgverleners niet?

“Terwijl zorgverleners in de vuurlinie van het Coronavirus staan, waarbij zij nu zelf de financiële en gezondheidsrisico’s dragen, zijn het de grote bedrijven die roepen om hun potentiële verliezen alvast te compenseren.
Zorgverleners, verpleegkundigen, huisartsen en specialisten in welke instelling dan ook, tonen hun kracht nu de nood het hoogst is, alle zeilen gaan ongevraagd en zonder klagen bij en ze verspillen geen tijd om via de media aandacht te vragen voor de slechte financiële situatie in de zorg. Laat staan dat ze klagen over de huidige extra uren en kosten die ze moeten maken. Er zijn hogere prioriteiten die nu eerst alle aandacht vragen zoals voldoende beschermende middelen en zorgen voor de vele zieken.

Toch is er één korte maar duidelijke vraag!

Als de zorgverleners straks weer op adem kunnen komen en de Coronacrisis achter de rug is, wordt er dan naar de financiële situatie gekeken van die mensen die al heel lang vragen om extra investeringen in de zorg? Die zien hoe de zorg leegloopt omdat jonge zorgverleners kiezen voor een makkelijkere en lucratievere carrière?
Deze crisis toont nogmaals aan hoe kwetsbaar de sector is geworden. Zorgverleners vragen niet de hoofdprijs, maar gewoon om de afspraken uit de Hoofdlijnenakkoorden na te komen en af te rekenen met doorgeslagen marktwerking. De zorg is voor iedereen en niet voor de machtigste en laagste bieder, dat bewijst deze crisis eens te meer.

Als we straks bijgekomen zijn van de stress, gaan we het toch weer proberen vriendelijk te vragen. We roepen dan niet in het heetst van de strijd om directe compensatie maar hopelijk is er dan bereidheid om ook geld opzij te zetten voor degenen die gewoon de klappen opvangen. We verwachten dat er, naast mooie woorden, ook financiële waardering uitgesproken wordt die nodig is om genoeg zorgverleners over te houden om een “nieuwe” Coronacrisis te kunnen overleven”.

VP Huisartsen, 15 maart 2020

www.vphuisartsen.nl/overheid-vergeet-u-straks-de-zorgverleners-niet/

Onderzoek onder 176.000 leraren van vwo in Duitsland

Resultaten van onderzoek onder ruim 176.000 vwo-leraren in Duitsland.

Leerkrachten in Duitsland hebben het over hun ‘zevendaagse werkweek’. Ze zijn overbelast. Ze staan voor grote klassen en hebben te maken met aanzienlijke verschillen in prestaties van hun leerlingen. Daar komt nog bij dat de schoolgebouwen dringend toe zijn aan een opknapbeurt.

Caroline Turzer schrijft op de Duitse nieuwssite en televisiezender Welt dat wie in Duitsland als leraar werkt over een groot uithoudingsvermogen moet beschikken. Welke gevolgen de almaar stijgende werkdruk heeft, blijkt uit een landelijk onderzoek onder meer dan 176.000 leerkrachten op Duitse gymnasia. Hoe groot is de werkdruk? Zijn leraren tevreden en gezond?
Het Duitse gymnasium kent twee afdelingen: Sekundarstufe I met leerlingen in de leeftijd van 10 – 16 jaar en Sekundarstufe II met leerlingen in de leeftijd van 17 – 18 jaar. Het onderzoek is uitgevoerd door het Institut für Präventivmedizin van de Universiteit van Rostock, in opdracht van de koepelorganisatie van vijftien lerarenverenigingen Deutscher Philologenverband (DPhV) en zorgverzekeraar DAK.

Een positieve uitkomst is dat een grote meerderheid van 85 procent van de leraren tevreden is met hun beroep. 45 Procent werkt graag met jongeren. Flexibele werktijden en autonomie bij het lesgeven stemmen ook tot tevredenheid.

Scholieren staan ook onder druk

Minder positief zijn de andere uitkomsten. Tweederde van de ondervraagden ervaart de werkdruk als hoog of zeer hoog. Die wordt vooral veroorzaakt door het grote verschil in prestaties van de leerlingen (95%) en een zware werklast (90 procent).
Het gevolg is dat 40 procent van de leerkrachten slecht slaapt; 36 procent kan niet voldoende uitrusten. Het aantal leraren dat enkele dagen per jaar thuisblijft vanwege griepverschijnselen, hoofdpijn, migraine of slaapstoornissen is toegenomen, aldus Susanne Lin-Klitzing, voorzitter van Deutscher Philologenverband.
Ze heeft kritiek op de gang van zaken bij het geven van het schooladvies voor het vwo: het negeren van een goed overwogen advies van de leraar. De ouders voeren het hoogste woord bij die keuze en als zij vinden dat hun kind naar het gymnasium moet dan moet het kind daar ook worden toegelaten.
Op die manier nemen de verschillen in schoolprestaties toe; ook de druk op de kinderen neemt toe. Volgens 51 procent van de ondervraagde leraren verstoren kinderen met gedragsproblemen de les en dat is een van de redenen waarom leraren hun beroep als zwaar ervaren.
Zo ook de Berlijnse leraar Thomas Bauer. Hoewel zijn gymnasium nog relatief goed functioneert “hebben ook wij intussen met inclusie te maken. Met achterstand in lezen en schrijven bijvoorbeeld, maar in toenemende mate met emotioneel-sociale problemen van de kinderen. De scholieren staan voor een deel onder grote druk. Veel van dit gedrag behoort eigenlijk door een schoolpsycholoog te worden behandeld“. Maar dat zit er financieel noch wat personeel betreft niet in. In plaats daarvan moeten de leraren zelf voor een oplossing zorgen.
Naast grote en heterogene klassen hebben de leraren kritiek op het ontbreken van voldoende rustpauzes en ruimten waar men tot rust kan komen. Ook ontbreekt het aan apparatuur en een schoolinfrastructuur: betere kwaliteit van gebouwen, voorzieningen en schoolomgeving.

Steeds meer functies erbij

Veel leraren ergeren zich aan bureaucratie (23 procent) en regelgeving (18 procent). Ryan Plocher, leraar Engels en politieke wetenschappen aan een Berlijnse Gemeinschaftsschule (brede school) noemt voorbeelden van bureaucratische overlast. Sinds maart 2020 is er een inentingsplicht tegen mazelen. “Ik ben aangewezen om de inentingspassen van mijn klas te controleren. Dat betekent dat ik de halve dag achter inentingspassen loop aan te rennen of aan ouders aan de telefoon moet uitleggen waarom we ze nodig hebben”.
En dat is nog niet alles. Ook moet Plocher elke dag controleren of zijn scholieren wel aanwezig zijn. “Als ouders hun kind niet afmelden dan moet ik hun opbellen en vragen waar hun kind is. Maar de meeste dagen geef ik les van het eerste tot het zesde uur. Wanneer moet ik dat doen?” De 35-jarige Plocher, afkomstig uit de V.S. zegt dat in zijn land alleen het secretariaat voor aan- en afmelden verantwoordelijk is: “Men behoort niet iemand met een universitaire graad op te dragen ouders te gaan bellen”.

De toenemende extra functies leiden ertoe dat veel leraren lange dagen maken. Van elke twee leraren die fulltime werken, werkt er een volgens eigen opgave meer dan 45 uur in de week. De werktijden zijn langer geworden de relatief rustige schoolperioden, dus niet in de examentijd, aldus Lin-Klitzing.
In Mecklenburg-Voorpommeren hebben leraren hun werktijden vier weken lang via een app geregistreerd. Resultaat: velen maken van maandag tot donderdag dagen van elf uur, een vijfde deel werkt nog door na vier uur tot kort voor middernacht. Ook in het weekeinde zijn er geen echte rustpauzen. Lin-Klitzing heeft het over een ‘zevendaagse werkweek’.

Wensen

Thomas Bauer van onderwijsvakbond Gewerkschaft Erziehung und Wissenschaft (GEW) is het opgevallen dat de toenemende werkdruk sommige leraren ziek maakt: “Er is waarschijnlijk nauwelijks een school in Berlijn te vinden zonder een langdurige zieke collega vanwege psychische overbelasting”, vermoedt hij. Velen valt het zwaar naast lesgeven, vergaderen en proefwerken nakijken ook nog tijd en energie te vinden voor buitenschoolse activiteiten, zoals toezien op een schoolfeest.
Als Bauer een wens mocht doen, dan zou hij wensen: een schoolpsycholoog, kleinere klassen, betere gebouwen en, nu hij toch aan het wensen is, een verpleegkundige “zodat ik als leraar er niet ook nog voor verantwoordelijk ben dat het kind regelmatig zijn medicijnen inneemt”.
Deze wensen stemmen overeen met de wensen van de leraren. 46 Procent van de ondervraagden wenst minder lesuren, 32 procent wil kleinere klassen en 22 procent dat de buitenschoolse taken verminderen. Bij inwilliging van hun wensen kunnen zij zich weer concentreren op hun eigenlijke, belangrijke werk: kinderen begeleiden op hun weg naar een professionele toekomst.


LaiW-Studie “Lehrerarbeit im Wandel”
, Deutscher Philologenverband, 5 maart 2020: www.dphv.de/aktuell/nachrichten/details/article/laiw-studie-lehrerarbeit-im-wandel.html

Samenvatting onderzoek met grafieken: https://www.dphv.de/uploads/media/Endfassung_Bundescharts_05__003_.pdf

Deutschlands Lehrer sprechen von einer Sieben-Tage-Arbeitswoche, door Caroline Turzer, Welt, 9 maart 2020: www.welt.de