Skip to main content

Redactie Beroepseer

Verantwoordelijkheid nemen voor de wereld: de rol van onderwijs en leraar volgens Jelmer Evers

Jelmer Evers was op 23 januari 2020 de derde spreker in de serie NIVOZ-onderwijsavonden in Driebergen van het seizoen 2019/2020 dat als thema heeft: De grote wereld en de kleine wereld. Naar een pedagogiek van de hoop.

Evers is docent geschiedenis en met René Kneyber redacteur van de succesvolle bundel Het alternatief – Weg met de afrekencultuur in het onderwijs! (2013) dat onder de titel Flip the system in zelfstandige edities is verschenen in Groot-Brittannië, Zweden en Australië; een Amerikaanse uitgave wordt momenteel voorbereid.
Evers trad in 2019 toe tot het bestuur van de Algemene Onderwijsbond. Sinds 2013 is hij Voortrekker van Stichtig Beroepseer.

Joyce van den Bogaard schreef een verslag van Evers’ presentatie die getiteld was  Verantwoordelijkheid nemen voor de wereld: de rol van het onderwijs en de leraar, te lezen op de site van NIVOZ – Nederlands Instituut voor Onderwijs en Opvoedingszaken. De avond is ook terug te luisteren via Soundcloud.

De slotpassage van Evers’ presentatie luidt:

Vakbond
“Als je kijkt naar hoe we ons onderwijs hebben ingericht, zie je dat het lerarentekort enorm toeneemt, en je ziet heel veel randverschijnselen die ik herken uit het buitenland ontstaan: schaduwonderwijs, er wordt door particuliere scholen geadverteerd met het lerarentekort, de cyberjuf, bevoegdheden die op de schop gaan, deregulering daarvan, een gebrek aan investeringen, deprofessionalisering. Dat is ook een vraag die ik mezelf stel: vind ik het okee dat er een tekort van 40% is, vind ik het okee dat er in Utrecht-Noord of Amsterdam-Noord niet voldoende leraren zijn? Waar sta ik dan eigenlijk zelf voor? Is dat alleen maar voor mijn school? En daarom ben ik ook vicevoorzitter geworden van de AOb, om met elkaar inhoudelijke en pedagogische verantwoordelijkheid te nemen en te zeggen: ‘Tot hier en niet verder’.

Door je te organiseren kun je goede dingen bereiken, vanuit je drive om het goede te doen voor de kinderen. Je kunt naar de politiek blijven wijzen, maar je kunt ook zeggen: we doen het zelf wel, want iemand anders gaat het niet voor je doen. Daarom heb ik die stap gezet, maar probeer ik ook nog steeds in het klaslokaal te blijven”.

Verantwoordelijkheid nemen voor de wereld: de rol van het onderwijs en de leraar volgens Jelmer Evers, door Joyce van den Bogaard, NIVOZ, 30 januari 2020: https://nivoz.nl

Geluidsopname van de presentatie Jelmer Evers op Soundcloud: https://soundcloud.com (Opname is niet meer beschikbaar).

Presentatie Jelmer Evers op Prezi: https://prezi.com

On Education & Democracy – 25 Lessons from the teaching profession, mede geschreven door Jelmer Evers: https://issuu.com/educationinternational/docs/eiwc8_oneducationanddemocracy

Nieuwe uitgave ‘Flip the System Australia’. Internationale invloed van leraren breidt zich steeds verder uit, Blogs Beroepseer, 29 april 2019: https://beroepseer.nl

Omslag van boek De ideale universiteit van Floris Cohen

Floris Cohen presenteert ‘De ideale universiteit’, waar vaklui de dienst uitmaken

Op donderdag 29 februari 2020 presenteert Floris Cohen zijn nieuwe boek De ideale universiteit tijdens een speciaal aan het onderwerp gewijd symposium in Amsterdam. Al jaren gonst het van de kritiek op het beleid van onze universiteiten. Maar hoe kun je zo’n veelzijdige instelling zinvol hervormen zonder een uitgewerkt idee van hoe het dan allemaal wél zou moeten?
Cohen is emeritus hoogleraar in de geschiedenis van de natuurwetenschap en ontwerpt in zijn boek een grotendeels nieuwe universiteit waarin de academische kernwaarden niet steeds verder uit zicht raken maar op een eigentijdse manier opnieuw tot hun recht komen. Hij hoopt met zijn bijdrage de discussie over onze universiteiten een positieve wending te geven.

Om alvast een idee te krijgen van wat Cohen beoogt heeft hij een Vlugschrift bij ‘De ideale universiteit’ gepubliceerd op de site van de Rode Hoed waar op 29 februari het symposium plaatsvindt:

“Stel, je bent bezorgd over hoe het er op de universiteit vandaag de dag aan toegaat. Stel, je krijgt de kans om geheel naar eigen inzicht een nieuw beste lin te richten. Hoe zou je dat aanpakken?

Die bezorgdheid leeft breed. Ik deel haar, en zo kwam ik ertoe een gedachten-experiment te ondernemen. Ik heb gedaan alsof de huidige universiteit eenvoudigweg niet bestaat, om vervolgens op het schoon geveegde speelveld een nieuwe te bedenken. Natuurlijk geen compleet nieuwe. Er is van alles, tot en met de academische kernwaarden aan toe, dat het wel degelijk waard is behouden te blijven. Maar dan toch wel een grotendeels nieuwe, waarvan ik hoop en zelfs verwacht dat menigeen, van student tot hoogleraar en van faculteitsraadslid tot minister, zich er beter in thuis zou voelen dan in de huidige. Ik heb geen blauwdruk ontworpen, zo gedetailleerd en dichtgetimmerd is mijn schets niet bedoeld. Maar ik heb ook weer geen luchtkasteel gebouwd — daarvoor is het ontwerp te veel gericht op de praktijk van alledag. Zie wat volgt eerder als een manier om van de stortvloed aan kritiek die al zo lang de ronde doet nu over te gaan op een positieve discussie: hoe moet het dan wel? Mijn boekje De ideale universiteit, dat op 11 februari 2020 uitkomt bij uitgeverij Prometheus, wil daartoe een aanzet geven.

Wie is de ‘ik’ die zo graag die aanzet wil geven? Een 73-jarige oud-hoogleraar in de geschiedenis van de natuurwetenschap aan eers t(negentien jaar lang) de Universiteit Twente en de afgelopen dertien jaar aan de Universiteit Utrecht. Een oude zeur dus waarschijnlijk, die de moderne tijd niet meer zo goed volgen kan. Erger nog, een zeur die alles weer terug wil brengen naar hoe hij meent zich te herinneren dat het er in zijn studententijd een halve eeuw geleden aan toeging. Dat eerste misschien — dat kan ik lastig zelf uitmaken. Maar dat laatste zeer zeker niet. Van alles in mijn schets is wel degelijk nieuw, en zeker in zijn samenhang bij mijn beste weten niet eerder zo vertoond. Bovendien: wat me drijft is niet het terugverlangen naar een universiteit die nooit bestaan heeft. Wel gaat het me aan het hart te moeten constateren dat enkele van de beste studenten die ik de laatste jaren heb mogen begeleiden na hun promotie de universiteit maar liever de universiteit laten en elders een baan zoeken en vinden (de meesten als leraar). Als bepaald niet de minsten van de jongste generatie de universiteit maar liever buiten hun toekomstplannen sluiten, dan is er toch echt iets heel alarmerends mis gegaan.

Maar goed, nu dus naar positief
(…)

Betere waar voor de student

Wat, om te beginnen, heb ik aan betere waar te bieden dan wat jullie nu in ruil voor je collegegeld aangeboden krijgen? In de allereerste plaats een helderder idee, met bijbehorende praktijk, vanwaar een universiteit eigenlijk voor staat en waar ze toe opleidt. Het allereerste, maar bepaald niet het enige antwoord op die tweede vraag luidt kortweg: voor de arbeidsmarkt. Aan het eind van drie jaar bachelor’s en nog een óf twee jaar master’s betreed je de arbeidsmarkt als, bijvoorbeeld, jurist of scheikundige of neerlandicus of psycholoog of basisarts. Als bachelorstudent doe je de basiskennis en de methodische grondslagen op van het vakgebied dat je hebt gekozen, verrijkt met uitvoerige, inspirerende demonstraties van hoe je hoogleraren in dat vakgebied zélf denken en te werk gaan. In het aanvullende master’s jaar krijg je een besef bijgebracht van de reikwijdte van de discipline waarin je wordt opgeleid: wat kan je er wel, wat kan je er niet mee? De hele rest, de feitelijke toepassing dus op een specifiek onderdeel van de opgedane kennis en bijgebrachte praktijk, doe je op de arbeidsmarkt zelf op (alleen in de studie geneeskunde kan een vervolgopleiding aan de universiteit zelf natuurlijk niet worden gemist)”.

Download hier het hele Vlugschrift ‘De ideale universiteit’, door Floris Cohen: https://rodehoed.nl/wp-content/uploads/2020/01/De-Ideale-Universiteit-H.F.-Cohen.pdf

Meer info en aanmelden voor symposium De ideale universiteit: https://rodehoed.nl/programma/de-ideale-universiteit/

Vloggen voor de ‘Lof der verpleegkunstprijs 2020’. Inzenden vóór 15 april

Stichting Lof der Verpleegkunst looft jaarlijks de Lof der Verpleegkunstprijs uit. Verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten worden uitgenodigd om een vlog te maken waarin zij laten zien wat hun vak inhoudt en waarvan de inhoud gericht is op het versterken van het imago en de beroepsidentiteit. Een vlog – afkorting voor video weblog – is een internet-dagboek met beelden.
Voor 2020 is het thema zorgtechnologie binnen de verpleegkunde.

De prijs wordt uitgereikt op de internationale Dag van de Verpleging, dinsdag 12 mei 2020, tijdens het symposium Lof der Verpleegkunst 2020 in congresgebouw De Doelen in Rotterdam.

De doelstellingen van de stichting zijn:

  • Het imago van het beroep van verpleegkundige verbeteren
  • Jongeren motiveren om te kiezen voor dit beroep
  • De beroepsidentiteit versterken

De Lof der Verpleegkunstprijs is een van de middelen om de doelen te bereiken.

Criteria voor deelname

  • De vlog gaat over het thema zorgtechnologie binnen de verpleegkunde.
  • Welkom zijn vlogs uit alle velden van de verpleegkunde en uit alle delen van Nederland.
  • De vlog is gemaakt door een verpleegkundige, verzorgende, of verpleegkundig specialist.

Desgewenst met hulp van een professional.

  • Maximale duur van de vlog is 3 minuten.
  • De vlog betreft nieuw materiaal.
  • De vlog is nog niet eerder vertoond.

Prijs

De eerste prijs bestaat uit een geldbedrag van € 500,- en een oorkonde.
De tweede en derde prijs bedragen € 250,- en een oorkonde.

De vlog dient uiterlijk 15 april 2020 te worden ingeleverd, via WeTransfer op het e-mailadres: bestuur@lofderverpleegkunst.nl
WeTransfer is een Nederlandse upload- en downloaddienst waarmee grote bestanden verstuurd kunnen worden.

De vlog wordt vertoond tijdens de prijsuitreiking op het symposium Lof der Verpleegkunst op 12 mei 2020.

Meer info over de vlogprijs op Lof der verpleegkunst: www.lofderverpleegkunst.nl
Of download de PDF: www.lofderverpleegkunst.nl/wp-content/uploads/2020/01/Lof-der-Verpleegkunstprijs-2020.pdf

Klik hier voor tips bij het maken van een vlog, te vinden op de site van Verpleegkundig leiderschap: www.verpleegkundigleiderschap.nu/handleiding-vlogs/

WeTransfer: https://wetransfer.com

U P D A T E

Evelyn Naalden, Verpleegkundig Specialist AGZ bij TWB, ontving op 4 november 2020 de Lof der Verpleegkunstprijs voor de beste vlog! Thuiszorgorganisatie TWB: www.twb.nl/home/werken-of-leren-bij-twb/lof-der-verpleegkunst-prijs-2020/

 

Foto bovenaan is gemaakt door Angélica Klubas

Omslag van boek De nieuwe journalist - Van traditioneel naar modern freelancen

Journaliste Dieuwertje Kuijpers roept collega’s op zelf de regie te pakken en ruimte op te eisen

Freelance journaliste Dieuwertje Kuijpers deed in haar uitgesproken column tijdens de boekpresentatie van De nieuwe journalist  een oproep aan haar collega’s financiële rust en creatieve ruimte op te eisen voor hun werk. De presentatie vond plaats in Studio VondelCS in Amsterdam op 6 februari 2020 en was georganiseerd door de beide auteurs  van het boek, Sjoerd Arends en Erwin van ’t Hof in samenwerking met vaktijdschrift Villamedia. De bijeenkomst vormde de afsluiting van een meerjarig onderzoek naar de groeiende groep freelancejournalisten in Nederland.

Geen enkel platform durft zijn handen te branden

Kuijpers begon haar column – die zij mede namens haar collega’s van freelance coöperatie Split uitsprak – met de constatering dat de journalistiek onder druk staat, met name voor freelancers. Veertig procent van hen kan niet of nauwelijks rondkomen. Dat kan ook niet anders als je slechts 13 cent per woord krijgt betaald. Het liefst zouden uitgevers helemaal niet betalen. Er zijn immers allerlei subsidiepotjes die de journalist kan aanvragen voor projecten?
Het tarief is onlangs overigens verhoogd naar 14,5 per woord, maar daarvoor is een hoge prijs betaald door journalisten.

Kuijpers:

“Het is vooral gênant als je bedenkt hoeveel voeten in de aarde die paar cent erbovenop heeft gehad. De rechter kende onlangs freelancers Britt van Uem en Ruud Rogier een hoger tarief toe voor hun verhalen en foto’s. Een mooie overwinning; maar met een kil eenzaam randje. Hier ben ik mij echt kapot van geschrokken, en legt wat mij betreft pijnlijk het gebrek aan collegialiteit binnen de beroepsgroep bloot. Het kille: ze kregen nergens meer een klus. Geen enkel platform durft blijkbaar zijn handen te branden aan freelancers die het gore lef hebben voor zichzelf op te komen. Het eenzame: van collega’s waar ze soms jarenlang mee hadden samengewerkt, hoorde ze weinig tot niets.

Opvallend. Want als je collega-journalisten hier op aanspreekt hebben ze van hun eigen mondigheid een heel ander beeld. Ze vinden van zichzelf dat er ‘heus wel empathie’ is, want ze vinden het ‘ook erg’. Uiteraard. Zoals we in Nederland zijn gewend zit iedereen zodra je ze er persoonlijk op aanspreekt in het verzet. Het lef van de journalistieke beroepsgroep doet vooral denken aan Koot & Bie’s Ge en Arie Temmes (Wo ist den Bahnhof? ‘Do ist den Bahnhof’). Want met een obligaat tweetje zeggen dat je het ‘ook vervelend vindt’ of een stiekeme like – hopelijk ziet je opdrachtgever het niet – heb je je daad van verzet weer gepleegd. Ondertussen zien we dat daadwerkelijke positieve verandering afhangt van die enkeling die zijn of haar mond open durft te trekken.

Toch vreemd want journalisten zijn prima in staat onrecht te zien. Er worden immers zaterdagkaternen vrolijk volgetikt met kritische stukken over multinationals die misbruik maken van semi-monopolie posities (goh…). Over Gemene Bedrijven zoals Post.nl die de sociale lasten ontduiken door schijnzelfstandigheid (mmmmh….). Of over hoe schandalig het wel niet is dat een bedrijf als Primark hun eigen mensen onderbetaalt maar ondertussen wel dikke subsidie opsoupeert… Voelen we ons al een beetje ongemakkelijk? Mooi. Als het de eigen beroepsgroep betreft, blijft het aanzienlijk stiller”.

De freelancers staan overigens niet alleen. De laatste jaren is er op redacties keihard gesaneerd. De journalisten in vaste dienst gaan gebukt onder hoge werkdruk en er schijnt zelfs sprake te zijn van een angstcultuur op redacties.

Het gaat ook om beroepseer

Kuijpers zou graag zien dat de beroepsgroep zelf de regie neemt, freelancers zowel als degenen in vast dienstverband. Pas dan kan de situatie veranderen. Freelancers vormen 40 – 50% van het aandeel journalisten: “Wij zijn geen concurrenten van elkaar: de uitgevers beconcurreren elkaar om *ons*. En laten we eerlijk zijn: hoeveel heb je eigenlijk nog te verliezen met 13 (sorry, 14,5) cent per woord? Dat is omgerekend in uurloon nog minder dan ik verdiende als 15-jarige hamburgerflipper bij de MacDonalds in Beverwijk”.

Het gaat niet alleen om een fatsoenlijke boterham verdienen, maar ook om beroepseer: “Journalistiek is een verdomd mooi vak en waard om voor te strijden. Een stel ‘suits’ dat af laten pakken is mij echt de eer te na. Daarnaast durf ik er een fles wijn op te zetten dat wat ik hier zojuist heb uitgesproken op menig journalistenborrel voorbij komt. We vinden het erg, zeggen tegen elkaar hoe erg we het vinden – en ja….nou….dat is het dan”.

Lees de hele column van Dieuwertje Kuijpers: Veel te lieve en bescheiden collega’s: eis je ruimte, door Dieuwertje Kuijpers, Villamedia, 7 februari 2020: www.villamedia.nl

Lees ook:
Radicale onafhankelijkheid en onverschrokkenheid van de journalistiek kunnen ook van binnenuit worden aangetast, door Sheila Sitalsing, 12 mei 2019, de Volkskrant: www.volkskrant.nl

Freelancers in de journalistiek worden uitgebuit in plaats van gekoesterd, door Mirjam Prenger en Marc Deuze, de Volkskrant, 19 juni 2019: ww.volkskrant.nl

Rechtszaak tegen De Persgroep op 3 april over onredelijke tarieven in de journalistiek, Blogs Beroepseer, 29 maart 2019: https://beroepseer.nl

Onderzoekscollectief Spit: www.onderzoekscollectiefspit.nl/

Boekpresentatie De nieuwe journalist, Freelance Journalism: https://freelancejournalism.eu/2020/01/19/de-nieuwe-journalist/ (website is opgeheven)

De nieuwe journalist, Sjoerd Arends en Erwin van ‘t Hof, uitgeverij Amsterdam University Press, 2020: www.aup.nl

U P D A T E

Ook de Volkskrant in actie voor freelancers, door Trudy Brandenburg-van de Ven, de Volkskrant, 13 februari 2020: www.villamedia.nl/artikel/ook-de-volkskrant-in-actie-voor-freelancers

Freelancers NRC verschijnen morgen niet op het werk, door Dolf Rogmans, Villamedia, 12 februari 2020: www.villamedia.nl

Beroepseer adviseert ‘Arbeidsmarkttafel Jeugd’ over goed werkgeverschap

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft in december 2019, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, de ‘Arbeidsmarktagenda Jeugdhulp: continutïeit en stabiliteit in een veranderend landschap’, aangeboden aan de Tweede Kamer.

Initiatiefnemers zijn de branchevereniging Jeugdzorg Nederland en de vakbonden FNV Zorg en Welzijn en CNV Zorg en Welzijn. Zij willen via een zogenaamde ‘Arbeidsmarkttafel Jeugd’ handen en voeten geven aan de arbeidsmarktagenda. Partijen hebben dit met elkaar vastgelegd in een op 30 september 2019 gesloten akkoord over de arbeidsmarkt voor de jeugdsector.
Het ministerie van VWS heeft aangegeven dit initiatief te willen steunen en financieel te faciliteren voor drie jaar. De jeugdhulp kent namelijk specifieke problemen die vragen om specifieke acties en een eigen agenda.

Aansluiten bij lopende programma’s

Projectleider van de Arbeidsmarkttafel Jeugd is Henrieke van Diermen. Op de site van FCB, het arbeidsmarktfonds voor de branches Sociaal Werk, Jeugdzorg en Kinderopvang beantwoordt Van Diermen enkele vragen over de Arbeidsmarkttafel Jeugd. Als we versterken wat werkt, ontstaat er positieve energie, is haar overtuiging, maar als we niets doen, komt de zorg aan de meest kwetsbare kinderen in gevaar.

De eerste vraag luidt of de Arbeidsttafel Jeugd wel nodig is?
Van Diermen: “De cijfers spreken voor zich: het uitstroomcijfer in jeugdzorg is het hoogst van alle zorgsectoren. Bij grote jeugdhulporganisaties rond 16%, met uitschieters naar 20% bij gecertificeerde instellingen. Tel daarbij op: een structureel personeelstekort van 20%, hoog verzuim (gemiddeld 5,7%, met uitschieters naar 7%), hoge werkdruk en een fors risico op agressie. Die vicieuze cirkel willen we doorbreken”.

De Arbeidsmarkttafel Jeugd moet het verschil gaan maken door zich vooral te richten op de brede sector jeugd en samen te werken met partijen in het sociale domein.
Van Diermen: “In de werkgroep zitten ook mensen van de ministeries. Zo zorgen we voor korte lijnen, er kan snel geschakeld worden. Samen werken aan oplossingen, samen kijken hoe het anders kan. We sluiten aan bij wat er al in het land gebeurt en bij lopende programma’s als Zorg voor Jeugd en Werken in de Zorg. Geen energie verspillen, niet het wiel opnieuw uitvinden!”

Beroepseer doet mee

De Arbeidsmarkttafel Jeugd gaat aan de slag aan de hand van vijf thema‘s. Op die manier vormt zich een actieplan vanuit de praktijk. Aan een van de thema’s doet Stichting Beroepseer mee. Directeur Thijs Jansen praat mee aan tafel over het derde thema: goed werkgeverschap.

De vijf thema’s

  1. Inwerken en begeleiden: hoe geven we tijd, ruimte en aandacht aan nieuwe medewerkers om het vak eigen te maken?
  2. Landelijke voorziening: hoe kun je medewerkers ondersteunen bij de overstap naar een nieuwe organisatie, als het werk door een andere organisatie wordt overgenomen bijvoorbeeld. Inzichtelijk maken hoeveel en waar er vacatures zijn. Inzicht geven in loopbaanpaden.
  3. Goed werkgeverschap: hoe geef je professionals meer regelruimte? Goede voorbeelden delen, versterken en verbreden.
  4. Agressie op het werk: wat werkt tegen agressie, wat doen we als medewerkers ermee te maken krijgen?
  5. Arbeidsmarkteffecten van de SKJ-registratie (Stichting Kwaliteitsregister Jeugd): inventarisatie van effecten. Eerst onderzoek, daarna een plan om eventuele belemmeringen op te heffen.’

Zie: Arbeidsmarkttafel Jeugd: ‘Als je versterkt wat werkt, ontstaat er positieve energie’, Jeugdzorg werkt!/Platform Arbeidsmarkt Jeugdzorg, 23 januari 2020: https://www.jeugdzorg-werkt.nl/nieuws/arbeidsmarkttafel-jeugd-als-je-versterkt-wat-werkt-ontstaat-er-positieve-energie (Niet meer beschikbaar op site Jeugdzorg werkt).

Downloaden van ‘Arbeidsmarktagenda Jeugdhulp: Continuïteit en stabiliteit in een veranderend landschap’,  17 december 2019: https://beroepseer.nl

Arbeidsmarktagenda Jeugdhulp, Voor jeugd en gezin: www.voordejeugdenhetgezin.nl/documenten/publicaties/2020/02/2/arbeidsmarktagenda-jeugdhulp

Foto bovenaan is van Chris M Fritz

Vraag aan Pieter Omtzigt: In welke gevarenzone bevindt ‘rechtsstaat’ Nederland zich?

In welke gevarenzone bevindt de ‘rechtsstaat’ Nederland zich, vraagt Roderick Veelo, journalist en presentator van RTL-Z aan Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt. Geen overbodige vraag blijkt uit hun gesprek in de buitenlucht, te beluisteren op de site van RTL-Z.

De rechtsstaat wordt met voeten getreden door de overheid

Omtzigt legt uit dat een rechtsstaat alleen functioneert als de instituties in die rechtsstaat functioneren en in Nederland zien we dat bepaalde instituties een stuk zwakker geworden zijn dan ze een aantal jaren geleden waren. Een actueel voorbeeld is de zg. Kindertoeslagaffaire van de Belastingdienst waar de Belastingdienst in de fout ging en dacht zichzelf niet aan de wetten te hoeven houden. Duizenden ouders zijn door de Belastingdienst willens en wetens gedupeerd

Instituties laten het afweten

Burgers blijken in Nederland minder goed beschermd dan de bedoeling is. Het hoort zo te zijn dat in een rechtsstaat de burger beschermd is tegen de macht van de overheid. Als je als burger een probleem hebt met de overheid, aldus Omtzigt, dan kan dat behoorlijk vervelend zijn in je leven. Burgers hebben t.o.v. de overheid ook rechten. Die rechten zijn bij de Belastingdienst geschonden.

De instituties die ervoor zijn om de rechten van de burger te beschermen, bijvoorbeeld de Nationale Ombudsman, hebben het in het geval van de Kindertoeslagaffaire laten afweten. De Nationale Ombudsman heeft wel een rapport geschreven in 2017, maar kreeg vaak niet de juiste informatie en vroeg niet voldoende door.  De rechters kregen onvolledige dossiers. Het heeft veel te lang geduurd voordat de rechters hebben gezegd: “Maar zo doen we het niet Belastingdienst!”

Belangenverenigingen

Belangenverenigingen doen het al niet veel beter. Dat is het probleem in Nederland. De belangenverenigingen die we hebben in Nederland, dus ook de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOINK), worden gesubsidieerd. Soms vragen ze ook rechtstreeks aan de overheid Is er een probleem? Dat onafhankelijke hebben ze niet meer. BOINK wordt gewoon betaald door de kinderopvanginstellingen en de overheid zelf en niet door ouders. Men komt dus niet op voor de ouders.
De belangenvereniging krijgt dus geld van de overheid en en lijkt te bang, misschien ook te angstig om de subsidie te verliezen, om in te gaan op door de overheid veroorzaakte problemen.

Dat zien we in Nederland meer. Omtzigt wijst op de sectorraden van het onderwijs, de PO- Raad en de VO-Raad, die door de overheid gesubsidieerd worden: “De overheid vindt het fijn dit soort clubs te hebben omdat ze misschien wat minder militant zijn. Maar uiteindelijk krijgt de overheid daar last van”. Bij het sluiten van een CAO kan de PO-Raad het een goeie deal vinden, maar de juffen en meesters op de basisschool vinden het helemaal geen goede deal.
Het niet-georganiseerd zijn van de samenleving begint de overheid te hinderen omdat ze denkt dat ze een deal heeft met mensen die vertegenwoordigend zijn voor de samenleving, maar dat in werkelijkheid niet meer zijn.

Vertrouwen in de rechtsstaat

We zien dus dat een overheid in gebreke blijkt, sterker nog, zich misdraagt. We zien dat rechters niet adequaat reageren en belangenverenigingen te weinig doen. We zien een ombudsman niet functioneren.
De Kinderopvangtoeslagaffaire is niet het eerste geval van het in gebreke blijven van de overheid. Er is nog de kwestie van gedupeerde burgers door de aardbevingen in Groningen.

De hamvraag is: Beseffen overheidsinstellingen voldoende of ze er wel zijn voor de burger? Veelo heeft het idee
dat politici – ministers, staatssecretarissen – niet weten wat er zich op een departement afspeelt.

Tijdens het gesprek komt verder aan de orde de corruptie bij de overheid van Malta in verband met de in 2017 gepleegde moord op journaliste Daphne Caruana Galizia die verslag deed van die corruptie. De Maltese regering had rechtszaken tegen haar aangespannen wegens smaad en een van de ministers heeft zelfs beslag laten leggen op al haar banktegoeden. De feiten komen stukje bij beetje na twee jaar aan het licht.
Het blijkt, aldus Omtzigt, dat de regering van Malta, als een van de lidstaten van de EU geen belang heeft bij het aanpakken van misdaad. Maar het is wel zo dat alles dat op Malta gebeurt rechtstreeks invloed heeft op de integriteit van alle lidstaten.
Er is overigens nog steeds niemand veroordeeld voor de moord. Tijdens zijn onderzoek in Malta stond Omtzigt voortdurend onder politiebewaking.

Hoe krijgt de burger weer vertrouwen in de rechtsstaat? Omtzigt vind het nodig dat we in het parlement debat voeren over de inhoud van wetten en niet de hele dag bezig zijn met voorpaginanieuws van kranten of openingsthema’s van journaals.

Klik hier voor videogesprek: Omtzigt: burgers slecht beschermd in ‘rechtsstaat’ Nederland, RTL-Z, 9 januari 2020: /www.rtlz.nl/opinie/video/4980286/omtzigt-burgers-slecht-beschermd-rechtsstaat-nederland

U P D A T E

De (on)betrouwbare overheid: tijd voor nieuw sociaal contract. Lezing door Pieter Omtzigt, Stichting Sociale Christendemocratie, 2 oktober 2020: https://socialechristendemocratie.nl/2020/10/02/de-onbetrouwbare-overheid/

Technocratisch management

Over de invloed van technocratisch management op bedrijven, economie en politiek

Twintig jaar geleden, schrijft Daniel Markovits, toen hij begon met schrijven over economische ongelijkheid, leek meritocratie eerder een remedie voor de kwaal dan de oorzaak ervan te zijn. Meritocratie werd in de jaren zestig geïntroduceerd door Kingman Brewster, voorzitter van Yale-universiteit in de V.S.  Toelating tot de universiteit gebeurde voortaan niet meer op basis van afkomst maar op basis van merites, d.w.z. talent, inzet en prestaties. De bedoeling was een eind te maken aan de privileges van een bevoorrechte klasse en een begin met toelating van louter getalenteerde studenten. Een belangrijk kenmerk van meritocratie is sociale mobiliteit.
Omslag boek The Meritocracy Trap van Daniel MarkovitsDaniel Markovits is hoogleraar aan Yale Law School en auteur van het in 2019 verschenen boek The Meritocracy Trap, een studie naar de valse beloften van de meritocratie als oorzaak van de huidige economische ongelijkheid en de steeds zichtbaar wordende tweedeling in de maatschappij.

In zijn artikel How McKinsey Destroyed the Middle Class in het Amerikaanse tijdschrift The Atlantic gaat Markovits uitgebreid in op de manier waarop technocratisch management niet in staat blijkt een eind te maken aan de structurele ongelijkheid. Voor Markovits vormen management consultants – organisatie-adviseurs – de kern van de economische ongelijkheid en de vernietiging van de middenklasse in de V.S. In dit licht plaatst hij ook het wantrouwen van de linkervleugel van de Democratische Partij jegens Pete Buttigieg, een van de Democratische kandidaten voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van november 2020.

Buttigieg heeft gewerkt voor McKinsey & Company, een van de grootste organisatie-adviesbureaus ter wereld. Het wantrouwen betreft niet zozeer het feit dat Buttigieg bij McKinsey heeft gewerkt, maar de centrale rol van de adviezen van McKinsey in de toename van ongelijkheid en de vorming van een kastenstelsel in de Amerikaanse samenleving.

Van kassamedewerker tot afdelingschef

Organisatie-adviseurs adviseren managers hoe ze een bedrijf moeten runnen. McKinsey alleen al adviseert negentig van de honderd grootste bedrijven van de wereld.
Managers produceren geen goederen en verlenen geen diensten. Zij maken plannen voor de goederen en diensten van een bedrijf en coördineren de productiemedewerkers of arbeiders die het eigenlijke werk doen. Omdat complexe goederen en diensten veel planning en coördinatie nodig hebben, voegt management (ook al is het indirect productief) veel waarde toe. Managers als een klasse apart vangen veel van deze waarde in de vorm van salaris. Het antwoord op de vraag naar wie de nieuwe manager wordt, heeft altijd grote gevolgen voor een bedrijf.

Markovits schetst gedetailleerd hoe organisatie-adviesbureaus als McKinsey Amerikaanse bedrijven hebben getransformeerd tot concerns die uitpuilen van technocratische managers. Parallel aan die ontwikkeling begon ook de teloorgang van de Amerikaanse vakbonden.
In de jaren zestig liet nog een derde van de arbeiders/werknemers van particuliere bedrijven zich vertegenwoordigen door de vakbond. Vandaag is nog slechts een op de tien lid van een vakbond.
Arbeiders werden vanwege hun jarenlange ervaring en scholing in het bedrijf managers van de werkvloer. Ze waren belast met planning en coördinatie van de ontwikkeling van hun eigen werk ten behoeve van de belangen van hun werkgever. In de vorige eeuw had een bedrijf een pijplijn waardoorheen functies aan de top konden worden bereikt. Vandaar de uitdrukking: Van postkamer tot kantoorhoekkamer.

Zelfs mensen met de eenvoudigste baan hadden een kans op promotie. In de jaren dertig kwam het voor dat een kassamedewerker kon opklimmen tot afdelingschef van een supermarktketen. De bij McDonalds aangestelde Ed Rensi werkte zich in de jaren zestig omhoog van hamburger-omdraaier tot CEO. Uit een onderzoek van het tijdschrift Fortune in 1952 blijkt dat tweederde van de hogere leidinggevenden van een bedrijf meer dan twintig jaar in dienst was van dat bedrijf.
Het middenmanagement was in staat tot planning en coördinatie van de productie, onafhankelijk van de controle van een controlerende bestuurs-elite. Ze deelden niet alleen de verantwoordelijkheden maar ook het inkomen en de status, verkregen door leiding te geven aan hun bedrijf.
In de eerste helft van de twintigste eeuw speelden organisatie-adviesbureaus nog maar een bescheiden rol in de Amerikaanse bedrijfsvoering. De eerste adviseurs waren overigens vakmensen, ingenieurs of technici, die fabriekseigenaren adviseerden hoe ze efficiënter en beter konden werken, een noodzakelijke stap vanwege industriële productie-eisen.

McKinsey nam de eerste employé met een mastertitel van Harvard Business School niet eerder in dienst dan in 1953. Dat ging gepaard met de eis een zogenaamde fedora ofwel deukhoed te dragen. Dat veranderde toen Jack Kennedy tot president van de V.S. werd verkozen. Hij weigerde hoeden te dragen, waarmee er een einde kwam aan de hoed in de mannenmode

In de jaren zestig werd McKinsey leidend. Er verschenen personeelsadvertenties in dagblad The New York Times en weekblad Time; een  nieuw elitisme was geboren. Concurrenten volgden. Bruce Henderson van de Boston Consulting Group plaatste advertenties in de studentenkrant van Harvard Business School en gaf te kennen niet op zoek te zijn naar ‘standaardstudenten’ maar naar personen met een studiebeurs, zoals de prestigieuze Rhodes scholarship of Marshall scholarship.

Management consulting en Finance

Organisatie-adviesbureaus oefenden steeds meer aantrekkingskracht uit op studenten en afgestudeerden van vooraanstaande universiteiten. De populairste studierichtingen op Harvard, Princeton en Yale zijn momenteel Management consulting en Finance. Bij Harvard Business School gaat regelmatig een kwart van de nieuwe lichting studenten naar Consulting. Degenen die de Wharton Business School (Universiteit van Pennsylvania) verlaten gaan bijna tien keer meer werken op een adviesbureau dan in productie en fabricage.

Vanaf de jaren zestig gaan de ontwikkelingen snel. Er komt een nieuw soort aandeelhouder. De Amerikaanse econoom Milton Friedman zet de toon in een artikel in Time in 1970 getiteld: De maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven is het verhogen van de winst. Hiermee is een nieuw tijdperk ingeluid van ambitieuze organisatie-adviseurs met een vast doel. Managers en bestuurders zijn voortaan gericht op de aandeelhouders van een onderneming.
Het academische management rukte verder op in de jaren tachtig en negentig en dat is ten koste gegaan van het middenmanagement dat zijn salaris gestaag zag dalen.

Het technocratische management waarmee we tegenwoordig te maken hebben is – hoe briljant het in veler ogen ook mag lijken – volgens Markovits in staat noch de structurele ongelijkheid op te heffen, noch de ontmanteling van de Amerikaanse middenklasse tegen te gaan.
De bestuurlijke methoden van managers en consultants hebben een enorme vraag gecreëerd naar precies die diensten die de consultants verlenen.
Markovits hoopt dat politiek en economie zich kunnen losrukken uit de wurggreep van de technocratische elites en dat politieke en economische bevoegdheden en macht weer in handen komen van alle andere mensen.

How McKinsey Destroyed the Middle Class, door Daniel Markovits, The Atlantic, 3 februari 2020: www.theatlantic.com/ideas/archive/2020/02/how-mckinsey-destroyed-middle-class/605878/

Hoe gaan ambtenaren om met bezuinigingen als het de eigen organisatie betreft?

“Hoe gaan ambtenaren binnen de Nederlandse overheid om met bezuinigingen gericht op hun eigen organisatie?” Het is de kernvraag in het onderzoek van de op 30 januari 2020 gepromoveerde bestuurskundige Eduard Schmidt aan de Universiteit van Leiden. Titel van zijn proefschrift: Perspectives on cutback management in public organisations : what public managers do.

Schmidt: “2008 was de start van de grootste financiële crisis sinds de jaren ‘30 van de vorige eeuw. Door de crisis voelden vele nationale overheden de noodzaak om bezuinigingen door te voeren, ook gericht op het eigen overheidsapparaat. Nederland was hierin geen uitzondering. Het kabinet-Rutte II sprak de wens uit om met een doelmatigere, efficiëntere en minder bureaucratische overheid vanaf 2017 structureel meer dan een miljard euro te besparen op de kosten van het overheidsapparaat. Deze bezuinigingen kwamen bovenop forse bezuinigingen die al sinds het kabinet-Balkenende I gemeengoed waren binnen de overheid. Veel publieke managers stonden daarmee opnieuw voor de taak om te snijden in eigen vlees.

Veel onderzoek naar bezuinigingen richt zich op het macroniveau, bijvoorbeeld op welke noodmaatregelen overheden namen om te zorgen dat de bankensector in de jaren van de financiële crisis overeind bleef. Onderzoek dat zich richt op het organisatieniveau en specifiek op de rol die publieke managers spelen in het management van bezuinigingen is dus grotendeels afwezig. Dat is jammer, want publieke managers hebben een belangrijke en complexe taak bij bezuinigingen op de eigen organisatie. Zo moeten publieke managers binnen hun functie omgaan met politieke superieuren, hun medewerkers en stakeholders buiten de eigen organisatie. Daarbij komt dat bezuinigingen bij de overheid veelal niet gepaard gaan met een vermindering of het stoppen van taken, maar dat veelal het “doing more with less” mantra dominant is. Publieke managers die bezuinigingen moeten doorvoeren staan dus veelal ook voor een veranderopgave. Ondanks dat bezuinigingen dus een belangrijke opgave zijn voor publieke managers, weten we relatief weinig over de rol die zij spelen bij het management van bezuinigingen op hun eigen organisatie. Dit proefschrift heeft daarom als onderzoeksvraag: Hoe gaan publieke managers binnen de Nederlandse overheid om met bezuinigingen gericht op hun eigen organisatie?”

Bezuiniging binnen het gevangeniswezen

Antwoorden heeft Schmidt gevonden door te kijken naar de wisselwerking tussen publieke managers en andere actoren binnen en buiten hun organisatie. Gelet is vooral op de rol van topambtenaren in de hoogste echelons van de overheid (secretaris-generaal, directeur-generaal en directeur). Topambtenaren moeten bij bezuinigingen samenwerken met politieke ambtsdragers en hebben tegelijkertijd te maken met medewerkers en andere belanghebbenden buiten de organisatie.

Een voorbeeld is de analyse van de bezuinigingen binnen het gevangeniswezen.

“De resultaten laten zien dat bezuinigingen de interactie tussen politici en publieke managers onder druk zetten. Publieke managers werden buitengesloten van de besluitvorming, vanwege het risico op het lekken van informatie over de bezuiniging. Doordat publieke managers niet meer betrokken werden in de besluitvorming, wisten zij niet hoe er bezuinigd zou worden en waarop. Daarmee kwam de verantwoordelijkheid van publieke managers voor het managen van de bezuiniging in het nauw. Bovendien leidde deze situatie tot steeds meer weerstand van publieke managers (en hun personeel) tegen de bezuinigingen, die begrepen kan worden als het breken van balans van de onderhandeling. De weerstand tegen de bezuinigingen leidde tot grote politiek druk, waarna de Tweede Kamer de verantwoordelijke politici terug naar de tekentafel stuurde. Dat moment betekende dat zowel politici als managers op zoek moesten naar een nieuwe balans in de onderhandeling, om samen vorm te geven aan de bezuiniging. Doordat publieke managers weer terug aan tafel mochten komen en opnieuw in de besluitvorming werden meegenomen, konden zij ook invloed uitoefenen op de uitwerking van de bezuinigingen.
[…]
De conclusie is daarmee dat de ruimte die publieke managers hebben voor bezuinigingsmanagement mede afhankelijk is van hoe de Public Service Bargain zich ontwikkelt onder druk van bezuinigingen”.

Boodschap

Schmidt sluit zijn proefschrift af met de boodschap dat het belangrijk is aandacht te blijven houden voor bezuinigingen en de effecten ervan op overheidsorganisaties. Het is belangrijk te beseffen dat publieke organisaties ook in goede tijden soms moeten bezuinigingen, bijvoorbeeld vanwege politieke keuzes. Juist omdat bezuinigingen zo’n impact kunnen hebben en veel van het management vragen, is het belangrijk om het onderwerp te blijven bestuderen.
Omdat bezuinigingen een rol spelen bij verschillende hervormingen en veranderingen in de publieke sector, zowel in goede als in slechte economische tijden, is het belangrijk om de financiële kaders nadrukkelijker mee te nemen in onderzoek naar veranderingen en prestaties van publieke organisaties. De verschillende casestudies uit het onderzoek lenen zich voor studiemateriaal voor toekomstige ambtenaren die willen leren over bezuinigingsmanagement. Als publieke managers van de toekomst kunnen zij met bezuinigingen geconfronteerd worden. In zulke situaties is het belangrijk dat zij toegang hebben tot de ervaringen en de kennis van hun voorgangers en collega’s in openbare functies. Dat is niet overbodig in een wereld waar publieke organisaties vrijwel constant moeten veranderen en vernieuwen.

Downloaden van: Perspectives on cutback management in public organisations : what public managers do, door J.E.T.Schmidt, januari 2020: https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/access/item%3A2983647/view
Samenvatting: https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/handle/1887/83488

Topambtenaren hebben het zwaar, door Yolanda de Koster, Binnenlands Bestuur, 6 februari 2020: www.binnenlandsbestuur.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Peter Fertig

akademie_van_kunsten

Tien nieuwe leden voor de Akademie van Kunsten

Tien nieuwe leden treden toe tot de Akademie van Kunsten. Het gaat om: Hanna Bervoets, Maxim Februari, Michaël Dudok de Wit, Raaf Hekkema, Theo Jansen*), Igone de Jongh, John Körmeling, Halina Reijn, Typhoon en Dries Verhoeven.

De Akademie van Kunsten is een nog jonge tak van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en heeft tot doel de stem te vertolken van de kunsten in de Nederlandse samenleving (inclusief de politiek) en het bevorderen van de interactie tussen de kunsten onderling, de kunst en de maatschappij en tussen wetenschap en kunst.

De Akademie van Kunsten telt 50 leden uit de hele breedte van de kunsten en is sinds 2014 de plek voor debat over de waarde van kunst in de samenleving en de plek voor verbinding tussen kunst en wetenschap.

Jaarlijks kiest de Akademie nieuwe leden op basis van aantoonbare artistieke prestaties. Leden van de Akademie van Kunsten zijn nieuwsgierige en geëngageerde makers; ze zijn voor vijf jaar lid. De nieuwe leden worden op 19 maart 2020 geïnstalleerd.

Voorzitter van de Akademie van Kunsten sinds 2019 is dichteres Anne Vegter.

Klik hier voor gedetailleerde info over de tien nieuwe leden: https://knaw.nl

Akademie van Kunsten: www.akademievankunsten.nl/nl


*) Theo Jansen werd in 2018 uitgeroepen tot Kunstenaar van het jaar. Lees meer over Theo Jansen, en bekijk de video: https://beroepseer.nl/