Skip to main content

Redactie Beroepseer

Thijs van Mierlo doet oproep: “Samenleving zoekt regering!”

Thijs van Mierlo, directeur van LSA, schrijft in een blog over zijn intussen acht jaar durende zoektocht naar een overheid die bereid is afspraken te maken met actieve wijkbewoners. LSA is een landelijke vereniging van bewonersorganisaties, buurthuizen in zelfbeheer, wijkondernemingen en coöperaties.
Bij het lezen van een artikel in de krant kreeg hij een flashback en ging hij acht jaar terug in de tijd waarin de overheid een oproep deed aan de burgerij van Nederland.

Met de oproep Gevraagd: actieve burgers! meende de overheid de al drie jaar durende politiek-economische recessie te kunnen bezweren. Maar een oproep alleen is niet genoeg. Er is meer nodig om burgers actief te krijgen en zelf verantwoordelijkheid te laten nemen. Dat bleek op een Landelijke Bewonersdag met zeshonderd deelnemers in Arnhem op 10 december 2011. Op die bijeenkomst werd een manifest opgesteld met voorwaarden waaronder bewoners samen met professionals een sleutelrol kunnen spelen in de wijkaanpak. Het Manifest van Actieve wijkbewoners zou daarvoor als gids dienen.

Onbehagen en onmacht

Het manifest was een uitkomst voor de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Piet Hein Donner, die in die tijd bezig was met de formulering van een visie op burgerschap en de verhouding overheid-burger-samenleving. De thema’s van het manifest kon hij hiervoor goed gebruiken.
Maar, aldus Van Mierlo, een visie is er nooit gekomen. Donner vertrok naar de Raad van State en hoewel zijn opvolgers hun tanden erop stuk beten, hebben ze het er uiteindelijk bij laten zitten.

Deze gang van zaken is de oorzaak van een knagend gevoel van onbehagen, of misschien wel van onmacht, bij Van Mierlo. Hij schrijft:

“Acht jaar later, op 13 januari 2020 kopt de Volkskrant ‘Waarom een rijk land uit armoede z’n bibliotheken en gymzalen sluit’. Met een dreigend beeld waarin gemeenten alle voor burgers belangrijke voorzieningen als sportzalen, bibliotheken, zwembaden en wijkhuizen zodanig moet korten dat zij omvallen. Terecht wordt in het artikel gewaarschuwd dat wat je afbreekt bijna voor altijd verdwijnt uit onze dorpen en wijken. Overigens niet uit geldgebrek. De economische crisis van 2011 ligt ver achter ons, het gaat beter als nooit tevoren. Maar door politieke keuzes van de nationale overheid en vooral veel onbegrijpelijke technocratische bedenksels als bekostigingssysteem, trap-op-trap-af en georganiseerde onverantwoordelijkheid.

Het Volkskrant-bericht wordt ontzettend veel gedeeld. Wat mij opvalt is vooral de moedeloosheid in de bijgaande reacties. Mensen twijfelen of zij het verschil kunnen maken met het doorbreken hiervan. Wat je ook aandraagt, bedenkt, bepleit of aan de kaak stelt: er verandert uiteindelijk weinig. Bij mezelf bespeur ik ook wel enige sporen van dat sentiment. Het is niet dat we niet eerder hebben gewaarschuwd en alternatieven hebben aangedragen. We stelden bij LSA een bewonersagenda op over de rol van bewoners in samenwerking met rijk, steden en stakeholders tot groei, innovatie en leefbaarheid. We droegen perspectieven aan voor een nieuwe wijkaanpak voor weerbare wijken. En voerden we honderden gesprekken met politiek en overheid, deden mee aan wetenschappelijk onderzoek. Altijd vanuit het perspectief van actieve bewoners en op zoek naar knoppen waaraan we kunnen draaien. Een dagelijkse zoektocht van overtuigen, voorleven, inspireren, belobbyen, aanmoedigen, versterken, vernieuwen. Niet om als netwerk van actieve bewoners in Nederland ons eigen gelijk te halen, maar op zoek naar nieuwe verhoudingen tussen overheid en samenleving”.

Van Mierlo concludeert dat het in de praktijk onmogelijk is tot resultaten te komen. De ‘regels’ laten dat vanwege tegenstrijdigheden niet toe. De overheid is onwelwillend een nieuw sociaal contract af te sluiten. De sector van vrijwilligers en bewoners maakt nauwelijks onderdeel uit van het Nederlandse poldermodel.
Lees het hele artikel van Thijs van Mierlo, Samenleving zoekt regering, LSA, 15 januari 2020: www.lsabewoners.nl/samenleving-zoekt-regering

Downloaden Manifest van Actieve wijkbewoners: https://beroepseer.nl

Brief van LSA aan Ministerie van Binnenlandse Zaken van 28 mei 2015 over de bewonersagenda: https://agendastad.nl/wp-content/uploads/2015/06/BewonersAgenda-Stad-LSA.pdf

Vooruit met de wijk: Actiepunten voor nieuwe wijkaanpak, door Pleuni Koopman, LSA, 11 november 2018: www.lsabewoners.nl

Participatielezing 31 januari 2020

Jos van der Lans, auteur van het Manifest van Actieve wijkbewoners, spreekt in Ede op vrijdag 31 januari 2020 de derde Participatielezing uit. Onderwerp is de Samenlevingsopbouw in de 21e eeuw. De lezing staat in het teken van ‘vijf jaar decentralisaties’.
Op 1 januari 2020 bestaan de decentralisaties van het sociale domein vijf jaar. Ze beoogden een indringende verbouwing van de Nederlandse verzorgingsstaat, te beginnen in wijken en buurten, met een prominente rol voor burgers en uitvoerende professionals. Een wending van systeemwereld naar leefwereld, een transformatie die de sociale werkvloer van de samenleving van een nieuwe (anti-bureaucratische, ontkokerde) dynamiek zou voorzien.
Wat is er van die grote woorden en aspiraties terecht gekomen?

Meer info over lezing op site van Movisie: www.movisie.nl (Niet meer beschikbaar).

U P D A T E

Zie Videoverslag Participatielezing 2020 met Jos van der Lans Samenlevingsopbouw in de 21e eeuw: www.movisie.nl/artikel/videoverslag-participatielezing-2020-jos-der-lans

 

 

Afbeelding bovenaan is van Gert Altmann

Omslag WRR-rapport Het betere werk - de nieuwe maatschappelijke opdracht

WRR-rapport: Goed werk is belangrijke maatschappelijke opdracht en essentieel voor brede welvaart

Vanavond wo 15 januari 2020 wordt in Amsterdam het rapport Het betere werk van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) gepresenteerd aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De WRR is een onafhankelijk adviesorgaan en informeert en adviseert de regering over sectoroverstijgende vraagstukken die grote impact hebben op de samenleving.

Nieuwe technologie, de toename van flexibel werk en de intensivering van werk kunnen grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van werk. De WRR adviseert bedrijven, instellingen, sociale partners en de overheid in te zetten op goed werk voor iedereen die wil en kan werken. Goed werk is essentieel voor de brede welvaart in ons land: voor de economie en voor de sociale samenhang.

Kernboodschap van het rapport is: Goed werk moet de norm worden. Werk dat eerlijk loon, autonomie, verbondenheid én een goede werk-privébalans biedt.

Toekomst van werk

In Het betere werk formuleert de WRR drie condities voor goed werk, die passen bij de wensen vanuit de Nederlandse samenleving en de aard van de economie: grip op geld, oftewel een gepast loon met zekerheden; grip op het werk, dat wil zeggen autonomie en verbondenheid op het werk; en grip op het leven, met een goede balans tussen werk en privé.

Onvoldoende grip op geld, werk en leven

Er zijn de laatste jaren veel banen bijgekomen. Maar als het gaat om goed werk, is Nederland in Europees perspectief geen voorloper, zo blijkt uit studies van de OESO en Eurofound. Een toenemend aantal mensen heeft onzeker werk (36 procent in 2018). En bijna de helft van de werkenden ervaart een gebrek aan autonomie op het werk – ook dat aantal is toegenomen. De kwaliteit van werk in ons land is ongelijk verdeeld. Bij mensen die werken in de publieke sector, zoals in de zorg, het onderwijs of politie staat die het meest onder druk. Zij hebben namelijk meer taken gekregen, terwijl hun autonomie is afgenomen. Daarnaast zijn er een miljoen mensen die aan de slag willen maar geen werk hebben, laat staan goed werk.

Kwaliteit van werk is een keuze

Nieuwe technologie, de toename van flexibel werk en de intensivering van werk (sneller moeten werken of met een hogere emotionele belasting) kunnen de kwaliteit van het werk verder onder druk zetten, maar dat hoeft niet. De toekomst van het werk ligt niet vast en wordt niet bepaald door globalisering of technologische ontwikkeling, maar hangt mede af van onze keuzes en beslissingen op nationaal niveau.

Goed werk is goed voor individu, economie en samenleving

Goed werk is essentieel voor de brede welvaart: voor de kwaliteit van leven van individuen, voor de economie en voor de samenleving als geheel. Goed werk zorgt voor betrokkenheid en haalt het beste bij mensen naar boven. Dat kan bijdragen aan innovaties, wat goed is voor de economie. Goed werk vergroot ook het welzijn en de gezondheid van werkenden, vermindert verzuim, en maakt het mogelijk dat mensen langer doorwerken. Op dit moment wordt bijna de helft van het verzuim veroorzaakt door het werk zelf, en heeft 17 procent van de werkenden burn-outklachten.

Negen aanbevelingen

De WRR doet negen aanbevelingen om de grip op geld, werk en leven te vergroten voor iedereen die werkt of wil werken. Bedrijven en instellingen zijn primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van werk, maar ook de overheid kan helpen met het realiseren van goed werk voor meer mensen door goede wet- en regelgeving, toezicht, subsidies, door eisen te stellen bij aanbestedingen en het goede voorbeeld te geven als werkgever.

Aanbevelingen voor het betere werk

Grip op geld
1. Voorkom oneerlijke concurrentie tussen werkenden met verschillende contractvormen.
2. Ontwikkel een stelsel van contract-neutrale basisverzekeringen en voorzieningen voor alle burgers, een stelsel dat past bij de nieuwe wereld van werk.
3. Vernieuw het actief arbeidsmarktbeleid, onder andere door meer aandacht voor persoonlijke begeleiding.
4. Geef mensen met een uitkering en weinig kans op de arbeidsmarkt een basisbaan.

Grip op het werk
5. Ontwikkel een programmatische aanpak voor goed werk binnen bedrijven en instellingen.
6. Versterk de positie van werkenden binnen arbeidsorganisaties.

Grip op het leven
7. Schep meer mogelijkheden om mensen de keuze te geven hoeveel uren ze willen werken, onder andere door goede kinderopvang en ouderenzorg te bieden en meer werken makkelijker afdwingbaar te maken.
8. Zorg voor langdurige, collectief betaalde verlofregelingen voor zorg en meer zeggenschap over arbeidstijden.

Goed werk
9. Maak de drie condities van goed werk en de verdeling hiervan over de bevolking tot basis van overheidsbeleid en volg deze in de Monitor Brede Welvaart.

Downloaden van WRR-rapport nr. 102 en de Samenvatting van het rapport op site van WRR: Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht, 15 januari 2020: www.wrr.nl/publicaties/rapporten/2020/01/15/het-betere-werk

WRR-rapport 102: Zet nu in op kwaliteit van werk, WRR, 14 januari 2020: www.wrr.nl/actueel/nieuws/2020/01/15/presentatie-wrr-rapport-het-betere-werk

De presentatie van het WRR-rapport begint om 20.00 uur in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Via livestream is de presentatie te volgen.
Update: Zie video De WRR presenteert: Het betere werk: https://www.youtube.com/watch?v=PByEksVM6dU


N.B.

Stichting Beroepseer wordt meerdere malen genoemd in het rapport, op pagina 33 en 110. De noot bij alinea op pagina 110 luidt:
—De eerste publicatie Beroepszeer. Waarom Nederland niet goed werkt (Van den Brink et al. 2005) is het begin van een lange reeks belangrijke studies; zie ook hun boekenreeks op www.beroepseer.nl—

Eisenpakket en ultimatum Leraren in actie en tweedaagse onderwisstaking eind januari 2020

Eisenpakket van Leraren in Actie en de tweedaagse onderwijsstaking eind januari

Het bestuur van vakbond Leraren in Actie (LIA)  is in de afgelopen weken druk bezig geweest met de onderwijsstaking van 30 en 31 januari 2020. Op 18 december 2019 heeft LIA een brief aan de minister-president gestuurd met een eisenpakket en een ultimatum. Dit is gebeurd in samenwerking met de Algemene Onderwijsbond (AOb) en FNV-overheid.
LIA trekt op de stakingsdagen eensgezind met de andere bonden op en organiseert speciaal in Den Haag een stakingsbijeenkomst waarbij vertegenwoordigers en leden van de andere vakbonden van harte welkom zijn.

De eisen

In het basis- en speciaal onderwijs staakt LIA voor:

• 90 miljoen euro structureel om het carrièreperspectief van het onderwijsondersteunend personeel en schoolleiders te verbeteren
• 560 miljoen euro structureel om de loonkloof van het primair onderwijs met het voortgezet onderwijs te dichten
• Een salarisverhoging van 1,25 procent elk jaar, bovenop de normale loonruimte, om de achterstand die er door de nullijn is ontstaan in te halen.

In het voortgezet onderwijs voor:

• 80 miljoen euro structureel om de carrièreperspectieven voor oop’ers te verbeteren
• 675 miljoen euro structureel om het aantal lesuren stapsgewijs te verlagen naar 20 uur
• 246 miljoen euro structureel voor een grotere doorstroom van leraren van de LB-schaal naar de hogere LC-salarisschaal
• 1,25 procent loonsverhoging bovenop de normale loonruimte zodat leraren en onderwijsondersteuners een inhaalslag kunnen maken

Ultimatum

Indien Rutte voor 13 januari 2020 uiterlijk 10.00 uur niet of onvoldoende op de eisen is ingegaan, dan volgen twee dagen staken in het primair en voortgezet onderwijs (PO en VO).

Programma LIA op stakingsdag van 30 januari

Donderdag 30 januari 2020 organiseert LIA een stakingsbijeenkomst op het Lange Voorhout te Den Haag. Het programma duurt van 11.00 uur tot ongeveer 14.00 uur, inclusief een actietocht door het centrum en langs het ministerie van OCW.

Kijk voor nadere informatie en nieuws op Leraren in Actie: www.lerareninactie.nl/forum/topic/641

Investeer in Onderwijs – Salaris- en werkdrukplan: www.aob.nl/assets/Nieuws/Downloads/Nota-Algemene-Onderwijsbond-Investeer-in-onderwijs-januari-2019.pdf

Stakingstoolkit: www.aob.nl/toolkit (niet meer beschikbaar)

researchED Nederland

Dossier van vijfde editie onderwijscongres researchED 2020

De vijfde editie van researchED Nederland in Nijkerk werd bijgewoond door zevenhonderd mensen uit het onderwijs. Op dit in Nijkerk op 11 januari 2020 gehouden congres presenteerden wetenschappers op het gebied van onderwijs de resultaten van hun onderzoek aan de aanwezige leraren.
De ervaring heeft geleerd dat researchED een wezenlijke bijdrage levert aan de professionalisering van leraren en leraren de kans bied om 1 op 1 in contact te komen met de beste (internationale) onderwijs-onderzoekers en hun werk.
De ruim zestig sprekers op het congres waren zowel bekende namen als jonge onderzoekers en leraren.

Dossier researchED

Op de site van Didactief Online staat een dossier met artikelen van sprekers van researchED 2020, en van voorgaande edities. Een aantal is speciaal toegankelijk gemaakt voor niet-abonnees van Didactief, het onafhankelijke, eenmaal per maand verschijnende vakblad voor het onderwijs.
researchED is gestart in 2013 door de Engelsman Tom Bennett en inmiddels uitgegroeid tot een internationale onderwijsgemeenschap gericht op het dichten van de kloof tussen onderzoek en de praktijk van het onderwijs.

Lees bijvoorbeeld:

De kracht van wat je verwacht, van Linda van den Bergh over het lectoraat Waarderen van diversiteit van Fontys: https://didactiefonline.nl/blog/blonz/de-kracht-van-wat-je-verwacht

Of: Wijze lessen: twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek, voor docenten in het voortgezet onderwijs: https://didactiefonline.nl/artikel/nieuw-wijze-lessen

Omslag van onderwijsboek Werk maken van gelijke kansen Of: Zet het leerplan naar je hand over hoogleraar Onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam Monique Volman en projectleider Nienke Nieveen die laten zien hoe verfrissend het kan zijn als een school met het eigen curriculum aan de slag gaat: https://didactiefonline.nl/artikel/zet-het-leerplan-naar-je-hand
Hun zojuist verschenen boek Werk maken van gelijke kansen – Praktische inzichten uit onderzoek voor leraren basisonderwijs (januari 2020) is gratis te downloaden op https://newsroom.didactiefonline.nl/

Klik hier voor het Dossier researchED 2020: https://didactiefonline.nl/artikel/dossier-researched-2020

Klik hier voor Dossier researchED 2019: https://didactiefonline.nl/artikel/dossier-researched-2019

ResearchED Nederland: https://researched.eu/over-researched-nederland/

Op 28 maart 2020 vindt voor het eerst een researchED plaats in het Belgische Mechelen. Zie voor meer info: https://researched.eu/event/researched-belgie/

Website researchED UK, met introductievideo (aan het woord o.a.Tom Bennett en Paul Kirschner): https://researched.org.uk

Eva Naaijkens leest column voor op docentenavond in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam

Column van Eva Naaijkens, voorgedragen op docentenavond: ‘Lesgeven is een teamsport’

Eva Naaijkens, met Martin Bootsma oprichter van de Alan Turingschool in Amsterdam, droeg een door haar geschreven column voor tijdens de bijeenkomst De leerkracht centraal in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam op 8 januari 2020. Thema’s waren onder meer de hoge werkdruk en het lerarentekort.

Titel van Naaijkens column: Lesgeven is een teamsport. Ze schrijft dat je als leraar niet als vakman wordt geboren, maar zo gemaakt in de praktijk van het onderwijs. De noodzakelijke vaardigheden vergen meestal jarenlange oefening. Je hebt tijd nodig en dat is in de praktijk een groot probleem. Naaijkens constateert ook dat veel leraren worden geleefd door de waan van de dag: “Daarbovenop zie je de trend dat de klant (kortom de leerling of ouder) centraal is komen te staan en zie je verschuivingen van een klassikale aanpak naar een meer geïndividualiseerde aanpak. De leraar wordt gezien als oplossing voor veel maatschappelijke problemen, maar ondertussen heeft het beroep van leraar zelf behoorlijk in aanzien ingeboet met als meest dramatische gevolg een groot tekort aan leraren. Misschien zijn we de afgelopen jaren vergeten onszelf deze vraag te stellen: ‘Wat wil de leraar nou eigenlijk’?”

Andere vraag is: Wat is de relatie tussen het vakmanschap van de leraar en de organisatie van de school?

Naaijkens: “Eigenlijk is die relatie betrekkelijk eenvoudig. De Alan Turingschool is een school die georganiseerd en ingericht is vanuit het perspectief van de leraar. Met andere woorden, we hebben de school zo ingericht dat de leraar haar werk optimaal kan uitvoeren zodat deze voldoende kan toekomen aan de brede taakstelling die leraren hebben. Dat wil zeggen: zorgen dat alle leerlingen zich op cognitief, sociaal-emotioneel, cultureel en lichamelijk gebied optimaal kunnen ontplooien en goed voorbereid zijn op hun verdere (school)loopbaan. In de kern komt het erop neer dat we leraren voldoende tijd willen bieden om in gezamenlijkheid hun vakmanschap verder te ontwikkelen, voor het onderwijzen van onze leerlingen en om aandacht te kunnen geven aan de ouders van onze leerlingen.

Om dit te bereiken zetten we de leraar centraal. Een term die ondertussen al weer enigszins oubollig klinkt, maar vanuit organisatieoogpunt is deze visie cruciaal. Als leraren onvoldoende tijd voelen om zich bezig te houden met de kern van hun vak, dan ontstaat er werkdruk, stress en onvrede. Maar hoe zorg je er nu voor dat het vakmanschap van de leraar centraal staat in de schoolorganisatie?”

Lees de hele column van Eva Naaijkens: Lesgeven is een teamsport, Enigma Onderwijs, 9 januari 2020: www.enigmaonderwijs.nl/lesgeven-is-een-teamsport/

Enigma Onderwijs: www.enigmaonderwijs.nl

Hieronder de video van de bijeenkomst De leerkracht centraal in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam, 8 januari 2020. Op 48 minuten begint Eva Naaijkens met voordracht van haar column.

Nieuwjaarswens met tien tips aan minister Hugo de Jonge van VWS van Jos de Blok van Buurtzorg

Jos de Blok, oprichter en directeur van Buurtzorg Nederland, heeft een brief met nieuwjaarswens geschreven aan minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid. In de brief geeft De Blok tien tips om ervoor te zorgen dat het geld voor de wijkverpleging op een slimme manier ook echt aan cliënten wordt besteed.

Brief met nieuwjaarswens 2020 aan minister VWS van Jos de Blok

 

Nieuwjaarswens 2020 van Jos de Blok aan minister Hugo de Jonge van VWS: https://media.licdn.com (Deze site is opgeheven)

U P D A T E

Beantwoording door minister De Jonge van Kamervragen over de tien tips voor de toekomst van de wijkverpleging , 3 februari 2020: https://beroepseer.nl

 

Omslag De derde levensfase, het geschenk van de eeuw. RVS advies

Advies RVS in ‘De derde levensfase’ aan overheid en bedrijfsleven: zet in op generatiebewust beleid

We worden steeds ouder en blijven langer gezond. Veel mensen leveren na hun pensionering in de ‘derde levensfase’ een grote bijdrage aan de maatschappij. In het advies De derde levensfase: het geschenk van de eeuw stelt de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) dat het maatschappelijk potentieel meer verzilverd kan worden, wanneer zowel maatschappelijke organisaties, overheden als bedrijven zich meer inzetten voor generatiebewust beleid.

De komende decennia stijgt het aantal mensen in de derde levensfase van 2,4 miljoen (2018) naar 3,2 miljoen in 2040. Ze zijn over het algemeen genomen actief als vrijwilliger of geven mantelzorg. Grootouders die op kleinkinderen passen, ontlasten de kinderen in het spitsuur van hun leven. Momenteel doet bijvoorbeeld 25% van de 65-plussers vrijwilligerswerk in de zorg en ondersteuning (CBS). Mensen in de derde levensfase die verhuizen naar een kleinere woning laten een eengezinswoning achter. Vrijwilligers in verpleeghuizen doen waardevol aanvullend werk, waar beroepskrachten niet aan toe komen. De derde levensfase is dus óók een geschenk voor de samenleving.

Kansen verzilveren met passende arrangementen

Jonge ouderen willen en kunnen op vele manieren een bijdrage leveren aan de samenleving, maar lopen nog te vaak vast om dit te realiseren. Ze, worden niet (meer) aangesproken op hun mogelijkheden. En worden soms zelfs gehinderd door wet- en regelgeving, zoals het pensioenbeding in cao’s bij de wens om door te blijven werken, of korting op een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) als ze iemand in huis willen nemen om voor te zorgen. De Raad concludeert dat mensen in de derde levensfase alleen een bijdrage kunnen leveren als beleid en arrangementen hun wensen en betrokkenheid niet hinderen maar juist faciliteren.

Op dit moment wordt de inrichting van de derde levensfase vooral gezien als een individuele zaak, en dat is een gemiste kans. Daarom adviseert de Raad maatschappelijke organisaties, overheden en bedrijven om het potentieel van deze grote groep te verzilveren en in te zetten op generatiebewust beleid. Bijvoorbeeld door het faciliteren van mogelijkheden om in de derde levensfase nog (deels) te blijven werken. Of door het realiseren van een breder en passender aanbod aan woonvormen voor mensen in de derde levensfase, zodat de doorstroom op de woningmarkt verbetert. En zij in hun vierde levensfase langer veilig zelfstandig kunnen wonen en zo minder behoefte hebben aan zorg of ondersteuning.

Gemeenschappelijke waarden

Uitgangspunt bij het maken van generatiebewust beleid zou volgens de Raad een aantal gemeenschappelijke waarden moeten zijn. Niet voor alle mensen in de derde levensfase is weggelegd dat ze nog fit en vitaal zijn. Maar voor alle jonge ouderen geldt dat zij hechten aan hun autonomie, ze willen graag zelf richting kunnen geven aan hun bestaan. Ook is er behoefte aan verbondenheid en betekenisvol contact met anderen.
Tot slot willen mensen ook in deze levensfase het gevoel hebben dat ze ertoe doen. Ze willen van betekenis zijn, voor anderen of voor de samenleving. Deze waarden kunnen helpen om richting te geven aan beleid en maatschappelijke arrangementen, om zo echt aan te sluiten bij de wensen en behoeften van mensen in de derde levensfase.

Download hier het advies ‘De derde levensfase: het geschenk van de eeuw‘ (met een Voorwoord van Jet Bussemaker), Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, Den Haag, januari 2020: www.raadrvs.nl

Caren Kunst over leiderschap en het geven van persoonlijke, ‘dienende’ aandacht in de verpleeghuiszorg

Op 10 februari 2015 werd door toenmalig staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid een nieuw plan van aanpak  gelanceerd met de titel Waardigheid en trots – Liefdevolle zorg voor onze ouderen.
Het plan was een reactie op het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) uit juni 2014, waarin risico´s van kwaliteitstekorten werden gesignaleerd.
Doel van het plan was het verbreden en verdiepen van kennis die werd verkregen door middel van het uitvoeren van diverse projecten.
Alle verpleeghuizen kregen de oproep om samen met de cliëntenraad, de verpleegkundige-adviesraad en de ondernemingsraad plannen ter verbetering in te dienen. Op basis daarvan reageerden 168 zorgaanbieders.

Het plan kende vijf speerpunten:

1. Samenwerking tussen cliënt, informele zorg en zorgverlener
2. Basis op orde: veilige zorg
3. Meer ruimte voor en kwaliteit van professionals
4. Kwaliteit staat of valt met bestuurlijk leiderschap
5. Openheid en transparantie

TaskForce

Op 29 april 2015 ging de TaskForce van start met het vernieuwingsprogramma Ruimte voor verpleeghuizen als onderdeel van het plan Waardigheid en trots – Liefdevolle zorg voor onze ouderen. De Taskforce bestaat uit de Vereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), branchevereniging van zorgondernemers ActiZ, Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN), cliëntenorganisatie LOC Zeggenschap in zorg, de Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde Verenso, Patiëntenfederatie, Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) en het ministerie van VWS.

In de loop der jaren verschenen er regelmatig voortgangsrapportages en op 10 april 2018 werd het programma uitgebreid met de lancering van Thuis in het verpleeghuis: Waardigheid en trots op locatie door minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid (VWS). In dit programma staan doelstellingen en aanpak voor verbetering van de kwaliteit van de verpleeghuiszorg: voldoende tijd, aandacht en goede zorg voor alle verpleeghuisbewoners. Het programma ging van start in januari 2019.
Eerder in maart 2018 had de minister het Pact voor de ouderenzorg gesloten met 42 partijen waarmee een keur aan partijen – zorg- en welzijnsorganisaties, verzekeraars, gemeenten en bedrijven – gezamenlijk aan de slag gingen voor de ouderen.

“Iedereen kan leiderschap tonen om tot betere zorg te komen”

Een van de speerpunten van Thuis in het verpleeghuis: Waardigheid en trots op locatie is leiderschap. Er staat op pagina 23:

“Voor de kwaliteit van de zorg is het belangrijk dat professionals, zoals specialisten ouderengeneeskunde, verpleegkundigen, en psychologen, invloed hebben op het beleid en de organisatie van de instelling. Zij worden nadrukkelijk betrokken bij het bestuur van de instelling, zoals het kwaliteitskader dit ook als vereiste stelt. Professioneel leiderschap – voor alle beroepen in het verpleeghuis – betekent dat ook zorgverleners een krachtige rol kiezen in het team waar zij werkzaam zijn en in de organisatie waar zij werken. Iedereen kan leiderschap tonen om tot betere zorg te komen. Het is aan artsen, verpleegkundigen en ook verzorgenden en andere medewerkers om deze ruimte ook te nemen”.

Caren Kunst: Dienende aandacht

Op de site van Waardigheid en trots stelt Anja Klein aan Caren Kunst een aantal vragen over leiderschap. Kunst is verpleegkundige en ondernemer en traint en coacht medewerkers in de verpleeghuiszorg. Op de eerste vraag wat leiderschap voor haar betekent antwoordt Kunst:

“Leiderschap is anders dan managen. Een leider voorziet, schept orde, volgt het hart, zoekt naar verbinding, en maakt bewustzijn los door de vragen die hij stelt. Als coach en scanner in verpleeghuizen kijk ik of er leiders aan tafel zitten die hun motivatie tonen om iets te zeggen dat anderen niet durven te doen. Die niet cultuurgevoelig zijn, de organisatie attenderen op dingen die zouden moeten gebeuren, en daarin het voortouw nemen. Die met gedurfde voorstellen komen.

De verpleeghuissector is bezig met het hervinden van de balans in de transitie van verzorgingshuis naar verpleeghuis. Een leider kijkt naar nieuwe perspectieven. Dat is mooi én spannend, want in de sector is nog niet zoveel denkruimte voor innovatie en is er nog veel in te halen op het gebied van veilige basiszorg en persoonsgericht werken. De krappe arbeidsmarkt zorgt er nu wel voor dat meer mensen het lef hebben om leiderschap te pakken. Ik steun en zeg: ‘Geef maar gas, breng jouw visie nu onder de aandacht’.”

Een andere door Anja Klein gestelde vraag is: Wat zou jij als eerste doen als jij de baas was van een zorgorganisatie?

Kunst: “Ik wil komen op voorwaarde dat ik eerst twee maanden de tijd neem om iédereen te leren kennen. In de praktijk meelopen. Een paar dagen een patiënt volgen, want zonder patiënt geen werk. Persoonsgerichte zorg is ook persoonsgerichte aandacht voor de mensen die er werken. Ik zie dat er veel behoefte is aan ‘dienende’ aandacht. Je vraagt oprecht het vertrouwen door echt aandacht te geven. Daarin vallen dingen je op omdat mensen je dingen vertellen of laten zien. De goede relatie en weten wat er speelt is verbindend”.

Kunst ziet dat de laatste jaren leiderschap meer wordt gestimuleerd: “Langzaamaan zie je meer mensen een beeld krijgen van hoe bijvoorbeeld de verpleeghuiszorg en thuiszorg in de toekomst eruit moeten zien. Zij willen de ruimte om mee te denken, te beïnvloeden én mee te beslissen.
Ik heb het bij leiderschap vaak over lichtpuntjes zien ín de tunnel en niet aan het einde van de tunnel. Er is in de verpleeghuiszorg nog een ‘domeinstrijd’ tussen zorg, wonen en welzijn”.

Lees het hele interview Caren Kunst: ‘Een leider gaat door waar anderen afhaken’, door Anja Klein, Waardigheid en trots, 6 januari 2020: www.waardigheidentrots.nl/praktijk/leiderschap-caren-kunst/

Eindrapportage Ruimte voor verpleeghuizen, Waardigheid en trots, 26 maart 2018: www.waardigheidentrots.nl

Het Pact voor de ouderenzorg begint vorm te krijgen, Blogs Beroepseer, 26 oktober 2018: beroepseer.nl

Beleid Waardigheid en trots: www.waardigheidentrots.nl/beleid

Rapport onderzoek sociaal domein gemeente Zaltbommel

‘Methode Zaltbommel’ in het sociaal domein is gericht op samenwerking, kwaliteit van zorg en besparing kosten

In Zaltbommel werken gemeente, Buurtzorg Jong, Buurtzorg Jongerenwerk en het Buurtteam intensief samen om te doen wat nodig is voor de inwoners. Buurtzorg Jong helpt gezinnen met de opvoeding en bij het aanbrengen van structuur. Ook bij ingrijpende veranderingen zoals bijvoorbeeld een echtscheiding kan een beroep op hen worden gedaan.
Het gevolg is dat de zorg in Zaltbommel werkt, terwijl dat elders in Nederland meestal niet meer het geval is. Men luidt massaal de noodklok.

Eigen aanpak

In het Brabants Dagblad schrijft Brigit Groeneveld dat Zaltbommel niet tot wanhoop gedreven wordt door oplopende zorgkosten zoals in andere gemeente gebeurt. Veel gemeenteraden staan voor lastige keuzen en beknibbelen op de kwaliteit van de zorg, bezuinigen op bijvoorbeeld de bibliotheek of het onderhoud van wegen of verhogen de belastingen. Maar in Zaltbommel gaat “gewoon de eerste paal voor het nieuwe zwembad met sporthal de grond in, blijft de bieb open, worden subsidies gehandhaafd en blijven de lasten voor de inwoners gelijk. Het sociaal domein, zoals alle zorgtaken voor jong en oud op vrijwel ieder gemeentehuis worden genoemd, is hier onder controle”.

Zaltbommel koos voor een andere organisatievorm dan andere gemeenten na de overheveling van zorgtaken van het rijk naar gemeenten in 2015. Geen kortlopende contracten met ‘zorgreuzen’, geen regionale contracten voor een jaar, maar overeenkomsten met lokale zorgverleners voor vijf jaar. Op die manier is het mogelijk om elkaar te leren kennen en een vertrouwensband op te bouwen. Om met elkaar op één lijn te komen over de kwaliteit van de zorg, maar ook over zakelijke dingen als behandelkosten, het op tijd indienen van declaraties en de controle daarvan.

Teams werken met plezier

Wijkteams voor volwassenen (Buurtzorg) en een speciaal team voor de jeugd (Buurtzorg Jong) gingen in Zaltbommel aan het werk. Wethouder Adrie Bragt: “Ze beoordelen niet alleen maar behandelen zelf ook. Teamleden zijn opgeleid en getraind om zoveel mogelijk problemen zelf aan te pakken. Dat gebeurt snel, zonder wachtlijsten, en in principe door dezelfde persoon. Die kijkt dan ook nog eens verder dan de reden waarvoor hulp is ingeschakeld. Want achter de voordeur van een gezin is zelden sprake van slechts één probleem”.

Het blijkt dat de ‘methode Zaltbommel’ aantoonbaar minder vaak een beroep hoeft te doen op dure specialisten dan gemeenten van vergelijkbare omvang, aldus het Brabants Dagblad. Er zijn ook minder uithuisplaatsingen van kinderen. Het gevolg is dat kosten worden gespaard. Opvang en begeleiding van een kind dat niet thuis kan wonen kost 100.000 euro per jaar.
Daar komt nog bij dat er in Zaltbommel minder meldingen van kindermishandeling of huiselijk geweld binnenkomen.

Er is nu vijf jaar ervaring met de methode Zaltbommel. De onderzoekers concluderen in hun rapport dat “Zaltbommel de verantwoordelijkheid uit handen durft te geven, waardoor in die teams met plezier en gedrevenheid gewerkt wordt, bevrijd van protocollen en administratieve rompslomp”.

Lees het hele artikel van Brigit Groeneveld met aan het slot enkele concrete voorbeelden van de ‘methode Zaltbommel’: Gemeenten luiden massaal de noodklok over zorg, maar in Zaltbommel werkt het wél, Brabants Dagblad, 4 januari 2020: www.bd.nl

Rapport 213a-onderzoeksociaal domein Zaltbommel, 18 maart 2019: https://beroepseer.nl

Podcast Succesvolle aanpak met wijkteams in Zaltbommel – VNG Praat Mee 13, 2020: https://soundcloud.com/user-100665264/succesvolle-aanpak-met-wijkteams-in-zaltbommel-vng-praat-mee-12