Skip to main content

Redactie Beroepseer

Bedrijven betalen miljoenen om van gijzelsoftware af te komen. Wat te doen tegen digitale afpersing?

Het bedrijfsleven heeft steeds vaker te kampen met ransomware, meldt de NOS. Vooral bij het midden- en kleinbedrijf duikt de gijzelsoftware steeds vaker op. Door ransomware worden ICT-systemen op slot gezet, totdat er losgeld wordt betaald.

Jeroen Koot schrijft in een artikel over afpersen met software in Het Financieele Dagblad: “Ondernemers krijgen een mailtje, klikken onbewust een gevaarlijke link aan en een harde boodschap springt in beeld: betalen of alle bestanden zijn weg. Het gemiddelde losgeld bedraagt dan $5900, aldus beveiligingsbedrijf Datto, een op de vijf mkb’ers in Noord-Amerika zou al eens slachtoffer zijn geweest. En het groeit want juist ondernemers betalen vaak, zei beveiligingsexpert Frank Groenewegen van Fox-IT maandag tegen BNR Nieuwsradio. Ook in Nederland. Bovendien weten hackers hoeveel ze kunnen vragen. ‘We kennen een gedupeerde die zei dat hij het geld niet had, maar terughoorde “dat heb jij wel”, met een screenshot van zijn bankrekening. Je staat met je rug tegen de muur’.”

Een kwestie van software inbrengen

Een hack blijkt verrassend simpel te werken: “‘Dit deed ik al bij de computer van mijn oma’, zegt Slinger Jansen, onderzoeker bij de Universiteit Utrecht. ‘Een kwestie van software inbrengen en dan kun je het besturingssysteem overnemen’. De makkelijke manier is het slachtoffer een nepfactuur sturen. Klik en software nestelt zich in het systeem. Als de beveiliging dat niet toelaat, zijn er ook andere wegen. Zo kwamen hackers bij een groep banken binnen door gewoon de stroom plat te leggen. Computers gingen herstarten en toen lukte het om via de USB-poort kwalijke software te installeren. ‘Normaal was het systeem beveiligd, maar bij het opstarten niet’, zegt Jansen. Hackers zijn handig genoeg om dit soort gaten te vinden. En criminelen kunnen die kennis gewoon huren, in kant-en-klare afperssoftware.”

Lees verder hoe een afperspakket op het darkweb te huur wordt aangeboden voor 120 dollar per maand en hoe wij ons kunnen weren tegen digitale afpersing: Afpersing met software. Dit doe je ertegen, door Jeroen Koot, Het Financieele Dagblad, 31 oktober 2019: https://fd.nl

Ransomware treft mkb steeds vaker – bedrijven in houdgreep, BNR Nieuwsradio, 28 oktober 2019: www.bnr.nl

Vaker gijzelsoftware, ‘betalen is goedkoper dan bedrijf stil laten liggen’, door Joos Schellevis, NOS, 28 oktober 2019: https://nos.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Mohamed Hassan

Wat wil je later worden? Denk eens aan de 60 specialistische, kleinschalige beroepen met mbo-opleiding

Er is werk genoeg. Bijvoorbeeld als pianotechnicus, dakdekker riet, lijstenmaker of orthopedisch schoentechnicus. Voor een passende beroeps- en praktijkopleding met uitzicht op een baan zorgt de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Deze organisatie brengt beroepsonderwijs en bedrijfsleven samen en helpt bedrijven aan vakmensen. Leerbedrijven waar studenten terecht kunnen voor een stage of leerbaan van goede kwaliteit worden begeleid door SBB die ook afspraken maakt over de kennis en vaardigheden die de student nodig heeft voor een diploma of een MBO-certificaat voor leven lang ontwikkelen. SBB adviseert ook de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de aansluiting van beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt.

Volg je passie

Onderdeel van SBB is het Meld- en expertisepunt specialistisch vakmanschap dat momenteel campagne voert onder de titel Volg je passie. Het Meldpunt helpt kleine, unieke beroepen in het voortbestaan. Veel vakmanschap dreigt verloren te gaan met het verdwijnen van werkplaatsen en kleine ondernemingen. Steun is hier onmisbaar. Bij de campagne Volg je passie hoort de zogenaamde Beroepenklikker, een landkaart met zestige kleinschalige, specialistische beroepen die Nederland rijk is en die onmisbaar zijn voor de economie. Elk beroep heeft een MBO-opleiding. We noemen : natuursteenbewerker, technisch oogheelkundig assistent, woningstoffeerder, zilversmid, schaapherder, schoenhersteller 1 en 2, uurwerktechnicus.

Meld- en expertisepunt specialistisch vakmanschap: www.s-bb.nl/samenwerking/meld-en-expertisepunt-specialistisch-vakmanschap
Campagne Volg je Passie met de Beroepenklikker: www.s-bb.nl/nieuws/campagne-volg-je-passie-voor-kleinschalige-specialistische-beroepen (Niet meer beschikbaar)

Video: Praktijkleren: De schoenhersteller

De schoenhersteller is een ondernemend vakman die lederwaren repareert en verkoopt. Niet alleen schoenen maar ook riemen en tassen. Met leer werken is complex. Leer is een natuurlijk product dat steeds weer anders is. De ambachtelijke, creatieve en technisch begaafde schoenhersteller moet dan ook veel geduld kunnen opbrengen en beschikken over »’twee rechterhanden’. Belangrijk is dat hij de reparatie zo uitvoert dat de schoenen en lederwaren na herstel zoveel mogelijk in originele staat zijn teruggebracht. Met behoud van pasvorm, model, functionaliteit en kwaliteit.

Hartenkreet van de huisarts

Huisartsen sturen Hartenkreet aan politiek. Er voltrekt zich een ‘stille ramp’

In het hele land wordt de roep van huisartsen luider: de patiëntgerichte en bewezen effectieve huisartsenzorg komt in de knel. Daarom vragen negen vertegenwoordigers van de huisartsen in Nederland aan de politiek om de huisartsen te steunen, zodat de huisartsenzorg toegankelijk blijft voor alle Nederlanders en het een aantrekkelijke sector blijft om in te werken.

Waarvoor vragen we steun?

Laat huisartsen doen waar ze goed in zijn
Huisartsen hebben vastgesteld wat ze wel en wat ze niet kunnen doen binnen hun mogelijkheden en competenties. Steun de huisarts in het goed kunnen uitvoeren van deze kerntaken en belast ze niet met zorgtaken en verantwoordelijkheden die elders thuishoren. Patiënten hebben recht op de juiste zorg op de juiste plek.

Geef huisartsen de oplossingen in handen
Voor de belangrijkste knelpunten in de huisartsenzorg hebben huisartsenorganisaties, overheid, zorgverzekeraars en patiëntvertegenwoordigers heldere afspraken gemaakt in het Hoofdlijnenakkoord Huisartsenzorg. Help ons met de snelle realisatie van de afgesproken oplossingen, zodat we de urgente knelpunten in de huisartsenzorg het hoofd kunnen bieden.

Waarom vragen we steun?

De dokter ligt wakker van:

  • Werklast belemmert zorg voor (kwetsbare) patiënten
  • Tekort aan huisartsen & ondersteunend personeel
  • 24/7 continuïteit van huisartsenzorg staat onder druk
  • Uitblijven van investeringen in Organisatie & Infrastructuur (O&I)

Ondertekenaars Hartenkreet van de huisarts:
InEen, Interfacultair Overleg Huisartsgeneeskunde (IOH), Het Roer Moet Om (HRMO), Huisartsopleiding Nederland (HON), Huisarts van de Toekomst, Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), Landelijke Organisatie Van Aspirant Huisartsen (LOVAH), Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), VPHuisartsen

Downloaden volledige Hartenkreet van de huisarts: https://beroepseer.nl

Model van nieuwe toekomst voor arbeid en terugkeer van waarden vakmanschap

Laetitia Vitaud schrijft over de toekomst van arbeid; ze heeft een interessant model ontwikkeld. In feite wil ze arbeid opnieuw uitvinden en pleit ze voor waardering van vakkundigheid en ambachtelijkheid van het beroep en van zelfstandigen.
Vitaud studeerde af in het vak cultuur- en kunstmanagement aan de École des hautes études commerciales de Paris (HEC Paris) en slaagde in 2006 aan de Sorbonne voor het veeleisende examen Agrégation d’anglais waarmee men kan lesgeven in het openbaar onderwijs in Frankrijk. Haar specialisatie is de Amerikaanse cultuur en beschaving.
Vitaud is sinds januari 2019 hoofdredacteur van HR media van Welcome to the Jungle, een in 2015 opgerichte organisatie voor media en technologie. Doel is het menselijker maken van werk. De organisatie zoekt naar antwoorden op de stijgende behoefte aan zingeving van werk en voldoening van professionals. https://solutions.welcometothejungle.com/en/about

Vitaud publiceerde in september 2019 haar nieuwe boek, in het Frans: Du labeur à l’ouvrage. L’artisanat est le futur du travail. Vertaald: ‘Van zware arbeid naar werk. Ambachtelijk werk is de toekomst’. In het Engels zou ze haar boek noemen Future of work: Unbundling and craftsmanship, schrijft ze op de site van Medium in een artikel over haar boek dat gaat over de toekomst van arbeid, ontbundeling, zelfstandige beroepen en vakmanschap.

Het ‘oude’ contract is weg

We bevinden ons momenteel in een overgangstijd, van het industriële tijdperk naar een tijd van waardering voor vakmanschap en werk met meer vrijheid en meer zingeving. Sommige mensen bijvoorbeeld willen betekenisvol werk door anderen te helpen. In een massa-economie, zoals die van de afgelopen tijd, bestond elke baan uit een bundel met loon en voorzieningen zoals een gezondheidszorgverzekering, een pensioen, aantoonbare kredietwaardigheid, vakantiegeld, een brugpensioenregeling, hulp bij huisvesting, en onderhandelingsmacht via de vakbond.
Het werk was niet direct zinvol of interessant, maar men had wel zekerheid, daar zorgden de gemaakte afspraken voor. De prijs die men soms betaalde was vervreemding van het werk.

De laatste veertig jaar zijn banen geleidelijk aan ontbundeld. Door globalisering, ont-industrialisering, de opkomst van automatisering en de terugloop van vakbondsleden, worden banen steeds minder gekoppeld aan traditionele voorzieningen van het industriële tijdperk. De hoogte van het loon is gedaald. Door financialisering van de economie zijn bedrijven opgehouden met het bieden van de nodige zekerheid aan werknemers. Het oude ‘contract’ is er niet meer.

In veel opzichten lijken de huidige witte boorden-banen en banen in de dienstverlende sector op de banen van het industriële tijdperk waar taakverdeling en bureaucratie nog grotendeels bepalen hoe het werk wordt georganiseerd. Maar werknemers krijgen nu te maken met de mogelijkheid van werkloosheid, afnemende mobiliteit en gebrek aan sociale bescherming. Banen gaan niet meer gepaard met de belofte van opwaartse mobiliteit.

Diepgaande veranderingen

Een toenemend aantal outsiders, nieuwe toetreders tot de arbeidsmarkt, heeft niet de kans op aantoonbare kredietwaardigheid. Zij hebben meer moeite met huisvesting in de dichtbevolkte steden. Geografische ongelijkheid verergert het probleem nog meer. Banen concentreren zich steeds meer in bepaalde steden en gebieden, terwijl andere regio’s leeglopen en verarmen.
Op deze manier brengt ontbundeling diepgaande veranderingen teweeg. Er ontstaan nieuwe soorten bedrijven. De organisatie van werk en van instellingen wordt anders. Er komt een ander soort sociale veiligheid, onderwijs en een andere soort gezondheidszorg. Werk dat we kennen gaat drastisch, en in hoog tempo veranderen.

Het einde van loyaliteit en de gevolgen voor personeelsbeleid

De meeste banen bieden in de huidige tijd geen zekerheid meer. In Frankrijk zijn bijna alle nieuwe banen gebaseerd op korte termijncontracten en weinig voorzieningen. In de V.S., zoals auteur Rick Wartzman in zijn boek The end of loyalty: The rise and fall of good jobs in Amerika (2017) schreef, vindt een sterke erosie plaats van het sociale contract tussen bedrijven en werknemers. De ‘Amerikaanse droom’ is naar de marge verdrongen.

Het spreekt vanzelf dat het einde van bedrijfsloyaliteit heeft geleid tot het einde van werknemersloyaliteit. Als werknemers een laag loon en geen baanzekerheid wordt geboden, dan worden ze minder loyaal. Dat heeft tot gevolg dat bedrijven meer moeite hebben met het recruteren van werknemers. Personeelsafdelingen zijn genoodzaakt werknemers aan te nemen die veeleisender en wispelturiger zijn. Ze proberen het ‘handelsmerk’ van hun werkgever te versterken en zodoende werknemers te verleiden, die zich meer gedragen als ‘consument’ van banen, altijd op de uitkijk naar betere kansen. Voor hooggekwalificeerd werk mensen
vinden, wordt moeilijk.

Vervreemding, automatisering en de terugkeer van vakmanschap

De door taakverdeling – opsplitsen van werk in afzonderlijke taken – veroorzaakte vervreemding werd in het verleden door werknemers geaccepteerd vanwege de geboden zekerheid en arbeidsvoorzieningen. Sinds werknemers het zonder moeten doen, zien we termen als ‘bulshitt jobs’ (zinloze banen) voorbijkomen, ‘boreout’  en ‘brownout’*). Ze laten zien tot op welke hoogte vervreemding minder geaccepteerd wordt in de huidige tijd.

De opkomst van robots en software heeft geleid tot automatisering van de meeste repetitieve taken, inclusief de gekwalificeerde. Automatisering is de oorzaak van ontbundeling van beroepen. Doordat machines al het repetitieve werk doen, eisen werknemers een terugkeer naar de waarden van vakmanschap. Ze willen hun creativiteit in het werk ontwikkelen. Ze snakken naar meer autonomie en verantwoordelijkheid, meer flexibiliteit in de vorm van werken op afstand bijvoorbeeld. Ze verwerpen hiërarchie en bureaucratie. Daarom is hooggekwalificeerd personeel zeer in trek; vakmanschap wordt opnieuw uitgevonden in het digitale tijdperk.

Werkplatform en ontbundelen van de firma

Het ontbundelen van banen en de toenemende vraag naar de waarden van vakmanschap zijn het best zichtbaar bij het groeiende aantal zelfstandigen. Een derde van de beroepsbevolking in de V.S. is nu zelfstandig. In Frankrijk vormen de werknemers nog de overgrote meerderheid maar een recent McKinsey-onderzoek laat zien dat dertien miljoen Fransen op de een of andere manier betrokken zijn bij zelfstandig werk. Dat werk kent verschillende vormen: tijdelijk werk op een digitaal platform, je woning aanbieden via Airbnb of je diensten full-time aanbieden aan bedrijven.

Digitale platforms**) zijn nog een marginaal verschijnsel, maar ze groeien buitengewoon snel. Die groei daagt onze definitie van wat een bedrijf is uit. Veel werknemers hebben de digitale transitie omarmd. Hun verlangen naar meer autonomie, flexibiliteit en zingeving leidt tot nieuwe arbeidsmodellen. Deze zelfstandigen, en vooral de hooggekwalificeerde onder hen, verkeren nu in een positie om te onderhandelen over een nieuwe ‘bundel’, waarin werk verbonden is met autonomie en zelf-ontplooiing. Hier ligt een uitdaging voor bedrijven:  ten volle beseffen wat voor consequenties deze nieuwe houding heeft voor de toekomst.

Noten
*) boreout = verveling; in de management-theorie betekent dat een gebrek aan werk tot verveling leidt, en vervolgens tot een gebrek aan voldoening in het werk. Het is een malaise die mensen treft in moderne organisaties, vooral in de witte boorden-sector.
brownout = spanningdaling. De term burn-out is bekend. Er is zelfs steeds meer sprake van mensen met een burn-out. De laatste jaren komen coaches en psychologen steeds meer in aanraking met mensen met wat ze noemen, een brownout. De term stamt uit de energie-industrie waar de daling van de electriciteitsspanning leidt tot uitdoving van licht of een lichtflikkering in de lamp. Werknemers met een brownout lijden aan verminderde energie. Ze zijn niet meer betrokken en niet meer gemotiveerd; ze tonen een volledig gebrek aan belangstelling voor hun werk.

**) Digitale platforms: zie site van Kamer van Koophandel: www.kvk.nl

The unbundling of jobs and what it means for the future of work, door Laetitia Vitaud, Medium, 16 mei 2018: https://medium.com/

The future of work is in proximity services … but first we need to speak about work and gender, door Laetitia Vitaus, Medium, 24 oktober 2019: https://medium.com

Boek Du labeur à l’ouvrage door Leatitia Vitaud is uitgegeven bij uitgeverij Calmann-Lévy:
https://calmann-levy.fr

Foto bovenaan is van Gert Altmann

Omslag boek Beaten down, worked up van Steven Greenhouse

Werknemers zitten niet mee aan tafel bij discussies over ‘de toekomst van arbeid’. Waarom eigenlijk niet?

Deze zomer publiceerde Steven Greenhouse zijn boek Beaten Down, Worked Up: The Past, Present, and Future of American Labor dat gaat over de beroepsbevolking van de V.S en toekomstige uitdagingen. In een artikel op de site van het digitale nieuwsmedium The American Prospect stelt hij de vraag waar de werknemers eigenlijk zijn als de toekomst van arbeid ter sprake komt? CEO’s, investeerders in Silicon Valley en techno-academici praten met elkaar over nieuwe technologieën, maar werknemers behoren ook een stem in de discussie te hebben.

Greenhouse legt uit dat de macht van werknemers in de V.S. in acht decennia is afgenomen en tot op het nulpunt gedaald, zowel op de werkvloer als in de politiek.
Het landelijk minimumloon in de V.S. is de laatste tien jaar niet gestegen. Arbeidskracht wordt vervangen door robots en fabrieken worden verplaatst naar andere continenten. Ook wordt er te vaak voorbij gezien aan de belangen van de werknemer.
Het McKinsey Global Institute voorspelt dat automatisering in 2030 meer dan 39 miljoen banen in de V.S. overbodig maakt, terwijl twee hoogleraren uit Oxford schatten dat 47 procent van de banen in de V.S. wel eens geautomatiseerd kunnen zijn in 2033.

‘Werknemers-vriendelijke’ technologie

Het is eigenaardig dat bij de vele conferenties die worden gehouden over ‘de toekost van arbeid’ nauwelijks een werknemer aanwezig is als vertegenwoordiger van zijn beroepsgroep. Daarentegen zijn er veel stoelen beschikbaar voor mensen die miljarden te investeren hebben, leidinggevende miljonairs, consultants en techno-goeroes. Een onthutste Darren Walker, voorzitter van de Ford Foundation schreef: “Veel te vaak draaien de discussies over de toekomst van arbeid om technologie in plaats van de mensen die erdoor getroffen worden”.
Al te vaak lijkt het erop dat managers die zich haasten om kunstmatige intelligentie, robots en andere nieuwe technologieën in te voeren, in dit soort zaken werknemers evenveel invloed geven als managers van dierentuinen aan dieren voor modernisering van de dierentuin.

Misschien hoeft het ons niet te verbazen dat leidinggevenden en technici achter deze nieuwe technologieën weinig rekening houden met werknemers. Slechts 1,5 procent van de Amerikaanse werkkrachten in de professionele en technische dienstverlening*) is lid van een vakbond en van degenen die werkzaam zijn in de computersector is slechts 3,7 procent lid. Deze percentages zijn veel lager dan het landelijk gemiddelde van 10,5 procent dat lid is van een vakbond.

Het behoort zo te zijn dat bij elk gesprek en elke conferentie over de toekomst van arbeid er tenminste een werknemer aanwezig is, of  vertegenwoordigers van werknemers. Vakbondsafgevaardigden bijvoorbeeld, of werknemers-vriendelijke academici. Greenhouse: “Ik heb zelfs gehoord dat er een piket van werknemers ingezet kan worden bij een conferentie over de toekomst van arbeid als daar niet enkele werknemers deel uitmaken van het panel”.

Als werknemers – of hun vertegenwoordigers – een stem krijgen in ontwerp en ontwikkeling van de technologie van morgen, zou dat bedrijven en technici kunnen helpen technologie werknemers-vriendelijker te maken. Denk daarbij aan het tot een minimum beperken van stress of verveling. Werknemers een stem geven zou kunnen bijdragen aan het optimaliseren van de vaardigheid van werknemers om met robots en andere nieuwe technologie om te gaan, in plaats van erdoor te worden vervangen. Tegenwoordig staan zelf-rijdende auto’s sterk in de belangstelling, maar er wordt nauwelijks nagedacht over de effecten van deze nieuwe technologie op miljoenen mensen die de kost verdienen als chauffeur, van vrachtwagens, taxi’s of Ubers.
Werknemers behoren hierover mee te praten om ervan verzekerd te zijn dat banen in de toekomst ook goede banen zijn, met een fatsoenlijk loon, voorzieningen en een menselijk werktempo.

Basisinkomen

Het zou mooi zijn als de overheid haar steentje zou bijdragen om deze ideeën in de praktijk te brengen. Volgens Greenhouse heeft de Amerikaanse minister van Financiën, Steven Mnuchin, gezegd dat het verlies van banen tengevolge van kunstmatige intelligentie “zelfs niet op ons radarscherm staat”. Vakbonden laten het in feite ook afweten. Zij hebben geen mensen opgeleid of niet genoeg mensen aangenomen die met kennis van zaken over deze onderwerpen kunnen meepraten.

Directieleden en investeerders in Silicon Valley die de gesprekken over ‘de toekomst van arbeid’ domineren, hebben het vaak over een basisinkomen dat moet fungeren als reddingslijn voor de miljoenen werknemers die door de nieuwe technologie hun baan zouden kunnen verliezen. Veel voorvechters van een gegarandeerd basisinkomen zien dat als een manier om de tegenstand van de kant van werknemers jegens toekomstige technologieën de kop in te drukken. We zien een bedrag voorbijkomen van duizend dollar per maand voor elke burger boven de 18 jaar, zoals bijvoorbeeld voorgesteld door de Amerikaanse zakenman en presidentskandidaat voor de Democratische Partij, Andrew Yang.

Sommige voorstanders van een basisinkomen beweren dat als het eenmaal is ingevoerd, hulpprogramma’s voor medische zorg zoals Medcaid en voedselbonnen niet langer nodig zullen zijn. Er zijn ook mensen die beweren dat sociale verzekeringen, voorzieningen en zorgverzekeringen geleidelijk aan zullen worden afgeschaft. Greenhouse kan zich voorstellen dat miljoenen werknemers een uitgesproken mening hebben over het verdwijnen van het sociale vangnet.
Des te meer reden om werknemers te betrekken bij de discussie. Terwijl tech-managers onder elkaar druk bezig waren met debatten over het basisinkomen, wees een recente peiling uit dat 57 procent van de Amerikanen tegenstander is van een basisinkomen, vooral de ouderen.

Liever een baan

De meeste werknemers hebben liever een baan dan thuis zitten met een basisinkomen. Het valt Greenhouse op dat gesprekken over ‘de toekomst van arbeid’ zelden gaan over iets dat werknemers het liefst willen. Het gaat bij bedrijven daarentegen over het overbodig worden van een derde of meer van hun werknemers tengevolge van nieuwe technologie. Werknemers zouden ongetwijfeld willen dat bedrijven op grote schaal doen aan arbeidsverdeling met een werkweek van bijvoorbeeld 25 of 30 uur. Werk is belangrijk voor veel mensen, voor hun eigenwaarde. Voorstanders van een basisinkomen besteden hier te weinig aandacht aan.

De vakbond voor de horeca en voedselindustrie, UNITE HERE – met 300.000 leden in de V.S. en Canada – heeft veel succes geboekt met onderhandelingen over technologische ontwikkeling, bijvoorbeeld over robots die worden ingezet voor room-service of touchscreens die bedienend personeel vervangen in restaurants. De machtige, lokale vakbond voor het hotelwezen in Las Vegas (Culinary Workers Union Local 226) en de hotels met casino werden het eens in het vormen van een comité dat bestudeert hoe werknemers opgeleid kunnen worden om nieuwe vormen van technologie te benutten en ermee te werken, in plaats van erdoor te worden vervangen. In het contract staat dat de vakbond 180 dagen van te voren op de hoogte wordt gesteld als een nieuwe technologie wordt toegepast. Hotels proberen een nieuwe baan te vinden voor elke ontslagen werknemer.
Greenhouse citeert in zijn boek D. Taylor, directeur van UNITE HERE: “Technologie kunnen we niet tegenhouden. De vraag is of werknemers partners zullen zijn in het werk, of omstanders die erdoor platgewalst worden”.

Wat in Las Vegas kan, hoeft niet beperkt te blijven tot Las Vegas. Werknemers behoren mee aan tafel te zitten. Dan wordt het heel wat onwaarschijnlijker dat er over miljoenen werknemers heen gewalst wordt. Want dat gebeurt als bedrijven zich haasten met bouwen aan de brave new world van toekomstige technologieën..

Noot
*) Table 3. Union affiliation of employed wage and salary workers by occupation and industry – 2017-2018 annual averages, Bureau of Labor Statistics, United States Department of Labor: www.bls.gov/news.release/union2.t03.htm

Where Are the Workers When We Talk About the Future of Work? Steven Greenhouse, The American Prospect, 22 oktober 2019: https://prospect.org

Omslag klein formaat Beaten down, work up van Steven Greenhouse

 

Beaten Down, Worked up is uitgegeven bij
Penguin Random House:
www.penguinrandomhouse.com

 

Duizenden leraren krijgen werkloosheidsuitkering en willen niet meer voor de klas vanwege hoge werkdruk en extra taken

Er blijken meer dan 8800 leraren, schoolleiders en onderwijsassistenten thuis te zitten. Ilse Zeemeijer schrijft in haar artikel Duizenden leraren zonder werk in Het Financieele Dagblad dat ondanks schreeuwende tekorten deze mensen een werkoosheidsuitkering krijgen en dat scholen, vakbonden en overheden dat mede aan zichzelf hebben te danken. De meerderheid van deze werklozen is 55 jaar of ouder en heeft recht op een uitkering tot aan de AOW-leeftijd.

Nu is het zo dat de meerderheid van deze zogenoemde ‘stille reserve’ niet meer voor de klas wil staan of ziet het ontslag dankzij extra WW-rechten als vorm van vroegpensioen. Wat is er aan de hand?

Onderzoeksbureau Regioplan heeft, in opdracht van het Ministerie van OCW, in 2018 met een enquête geprobeerd deze groep in kaart te brengen. Op basis van de antwoorden van 1700 mensen – die representatief zijn voor de hele groep – schat het bureau dat bijna 90% een onderwijsbevoegdheid heeft. Het merendeel (65%) stond voor de klas, gevolgd door managers (15%) en onderwijsondersteuners (10%).
Volgens onderzoeker Jos Lubberman van Regioplan is dat opvallend: “Je verwacht dat de werkloosheid, met name bij jongeren, meer een afspiegeling is van het personeelsbestand. Een bepaalde groep lijkt op het onderwijs afgeknapt”.

Stress en burn-out op nummer een

De redenen voor ontslag zijn divers, maar gezondheid staat met stip op één. Het gaat dan bijvoorbeeld om stress en burn-out, klachten die in het onderwijs vaker voorkomen dan in andere sectoren. Andere redenen zijn onvoldoende functioneren, een arbeidsconflict, boventalligheid en het aflopen van een tijdelijk contract.
Uit het eindrapport van Regioplan: “Een significant deel van de WW’ers heeft zich afgekeerd van het werken in het primair onderwijs vanwege de extra taken en grote werkdruk, zoals administratie persoonlijke leerplannen, passend onderwijs en dergelijke. De WW’ers noemen dit zelf het voornaamste obstakel bij terugkeer naar lesgevend werk in het primair onderwijs”.

Uit de slotconclusies van het eindrapport:

“Volle klassen, veel administratie en hoge werkdruk worden voor WW’ers als grootste belemmering ervaren voor een terugkeer naar het onderwijs. Echter, dit is een sectorbreed vraagstuk en niet puur verbonden aan re-integratie. De sector werkt hier momenteel hard aan met behulp van de werkdrukmiddelen. Als het gaat om werkdruk is het klimaat op scholen dan ook gewijzigd ten opzichte van het moment dat de WW’ers hun baan verloren. Een matchingpool biedt de mogelijkheid om die nieuwe praktijk te ervaren.

Een andere belangrijk onderzoeksresultaat is dat WW’ers nog steeds passie hebben voor het vak en graag met kinderen willen werken. Ook willen WW’ers graag aan het werk om meer persoonlijke voldoening te vinden. Daarnaast zien WW’ers invalwerk als mogelijke oplossing voor terugkeer naar werk. WW’ers die momenteel naast hun uitkering werken, doen dit veelal als invaller. Zij zeggen dat hierdoor de ervaren werkdruk wordt verlaagd. Zaken als administratie, ICT en persoonlijke leerplannen worden zo door de WW’er grotendeels omzeild. Als met al constateren wij dat er een mooie mix van ingrediënten aanwezig is om WW’ers te re-integreren in het primair onderwijs via invalwerk: matchingpools. Door via dergelijke pools de structurele inzet van WW’ers via invalwerk mogelijk te maken, kunnen belemmeringen voor re-integratie bij zowel WW’ers als werkgevers (gedeeltelijk) worden weggenomen”.

Lees het hele artikel: Duizenden leraren zonder werk, ondanks schreeuwende tekorten, door Ilse Zeemeijer, Het Financieele Dagblad, 23 oktober 2019: https://fd.nl (Bij registreren vijf artikelen gratis per maand).

Stille reserve in de WW – Onderzoek naar potentieel voor re-integratie in het po, Eindrapport Regioplan, door Thomas Dolman, Jos Lubberman en Bjorn Dekker, 14 mei 2019: www.regioplan.nl

Fundamentele rechtszaak op di 29/10 tegen overheid over massale risicoprofilering van onverdachte burgers

Volgende week dinsdag 29 oktober 2019 dient de zaak-SyRI in de rechtbank van Den Haag. Het betreft een bodemprocedure tegen de overheid aangaande het Systeem Risico Indicatie (SyRI), aangespannen door een samenwerkende groep bestaande uit Platform Bescherming Burgerrechten, het Nederlands Juristencomité voor de Mensenrechten, Privacy First, Stichting KDVP, de Landelijke Cliëntenraad, vakbond FNV en de auteurs Tommy Wieringa en Maxim Februari.

SyRI maakt gebruik van een algoritme dat data van een groot aantal overheidsinstanties aan elkaar koppelt. Op basis van gegevens van eerdere fraudeurs wordt een risicoprofiel opgesteld. Vervolgens worden gegevens van burgers vergeleken met het risicoprofiel.
Door te kijken naar overeenkomsten tussen eerdere fraudeurs ontstaat een lijst met potentiële burgers die mogelijk frauderen. Van die mensen wordt verder onderzocht of dat inderdaad het geval is.

SyRI schendt meerdere fundamentele rechten. De vertrouwensrelatie tussen overheid en burgers wordt door het systeem ondermijnd. Burgers zijn bij voorbaat verdacht en vrijwel alle informatie die ze delen met de overheid kan zonder verdachtmaking of concrete aanleiding op heimelijke wijze tegen hen worden gebruikt.

VN-rapporteur in Nieuwsuur

In een video van Nieuwsuur van 21 oktober 2019 geeft VN-rapporteur Philip Alston kritisch commentaar op het Nederlandse opsporingssysteem. Hij schreef op 26 september 2019 in een brief aan de rechtbank in Den Haag dat het systeem in strijd is met de mensenrechten omdat het mensen met weinig geld en mensen met een migratie-achtergrond discrimineert:
“De privacy van hulpbehoevende burgers lag van oudsher al onder vuur vanwege ingrijpende controles en screenings die ze moesten ondergaan om in aanmerking te komen voor bijstand. Met systemen als SyRI dreigt voor deze burgers echter een technologische surveillancestaat te worden gecreëerd waarin van het recht op privacy weinig meer dan een illusie overblijft.”

Het gaat hem om de schadelijke gevolgen van digitale technologie voor kwetsbare burgers in verzorgingsstaten: “Men is er tot dusver niet in geslaagd om bedrijven, de overheid en de samenleving in het algemeen ervan te overtuigen dat een verzorgingsstaat gedreven door technologie, rampzalig zal uitpakken als de inzet ervan niet wordt geleid door respect voor fundamentele rechten”.

Philip Alston wijst er ook op dat een kritische behandeling van de wet die SyRI mogelijk heeft gemaakt in de Eerste en Tweede Kamer volledig volledig heeft ontbroken: “SyRI werd als hamerstuk aangenomen. Het parlement schijnt weinig interesse te hebben gehad om te begrijpen hoe SyRI werkt, gezien het gebrek aan een mondeling debat en de beperkte schriftelijke vragen die door Kamerleden zijn gesteld, ondanks felle kritiek van andere staatsorganen”.

Een van die staatsorganen was de Raad van State. De kritiek op SyRI is dat het systeem ingaat tegen de Wet bescherming persoonsgegevens dat gegevens alleen gebruikt mogen worden voor een concreet doel. Veelzeggend vindt de rapporteur het ook dat toenmalig voorzitter van de Nederlandse privacytoezichthouder Jacob Kohnstamm publiekelijk aangaf de aanname van de SyRI-wetgeving ‘dramatisch’ te vinden.
Het gaat hem om de schadelijke gevolgen van digitale technologie voor kwetsbare burgers in verzorgingsstaten: “Men is er tot dusver niet in geslaagd om bedrijven, de overheid en de samenleving in het algemeen ervan te overtuigen dat een verzorgingsstaat gedreven door technologie, rampzalig zal uitpakken als de inzet ervan niet wordt geleid door respect voor fundamentele rechten”.

Blijf niet hangen in ‘data is vooruitgang’

Bart van der Sloot van de Universiteit van Tilburg, gespecialiseerd in privacy en Big Data vertelt in de Nieuwsuur-video dat SyRI een ondermijning is van het principe dat de overheid gegevens mag verzamelen voor het eigen doel: “De politie verzamelt gegevens voor één doel, een andere dienst voor een ander doel. Door SyRI kunnen deze gegevens gedeeld worden”.
Van der Sloot adviseert niet te blijven hangen in het idee van ‘data is vooruitgang’: “En als het wel voordelen zou bieden, moeten we ons afvragen of we wel in zo’n samenleving willen leven”.

Zitting bijwonen

De rechtszitting op dinsdag 29 oktober 2019 is toegankelijk voor publiek en vindt vanaf 9.30 u plaats in het Paleis van Justitie, Prins Clauslaan 60 in Den Haag. Zie voor meer informatie over het bijwonen van een zitting op de site van de rechtbank:  www.rechtspraak.nl
Zie voor meer info over de rechtszaak op site Bij voorbaat verdacht: https://bijvoorbaatverdacht.nl/zitting-rechtszaak-risicoprofilering-burgers-syri/
Bij voorbaat verdacht is de titel van de voorlichtingscampagne die rond de rechtszaak gevoerd wordt vanuit Platform Bescherming Burgerrechten.

Referenties

VN-rapporteur zeer bezorgd over Nederlands opsporingssysteem voor uitkeringsfraud, NOS Nieuwsuur, 20 oktober 2019: https://nos.nl/nieuwsuur/

Brief van 26 september 2019: UN on extreme poverty and human rights as Amicus Curiae in the case of NJCVM c.s./De Staat der Nederlanden (SyRI) before the Disctrict Court of The Hague, (‘SyRI case’), United Nations High Commissioner for Human Rights:  www.ohchr.org/Documents/Issues/Poverty/Amicusfinalversionsigned.pdf

The Netherlands is building a surveillance state for the poor, says UN rights expert, VN, 16 October 2019: www.ohchr.org

Doorlichten burgers sociale zekerheid met behulp van SyRI, Privacy Barometer: www.privacybarometer.nl

Jacob Kohnstamm uit zorgen over SyRI, Een Vandaag, 3 oktober 2014: https://eenvandaag.avrotros.nl

 


Foto bovenaan is van Gert Altmann

Beroepsgroep verpleegkundigen nu als eerste aan zet om oplossing voor verpleegkundige functie-differentiatie te ontwikkelen

Kinderarts en neonatoloog Mathijs Binkhorst heeft een artikel geschreven op zijn LinkedIn-site met de titel Divide et Impera – Adviezen van Rinnooy Kan: reminder!
Binkhorst herinnert aan de brief met adviezen die Alexander Rinnooy Kan aan minister Bruins van Medische Zorg en Sport heeft gestuurd over het wetsvoorstel BIG II en de functiedifferentiatie van verpleegkundigen. Naar aanleiding van dit wetsvoorstel in juni 2019 was er veel commotie ontstaan onder verpleegkundigen over de introductie van de ‘regieverpleegkundige’, waarna de minister Rinnooy Kan had verzocht alternatieven te verkennen en advies uit te brengen.
Minister Bruins heeft het advies van Rinnooy Kan opgevolgd en meegedeeld definitief een streep te zetten door wetsvoorstel BIG-II en het gesprek over functiedifferentiatie van verpleegkundigen te verplaatsen naar de verpleegkundigen en de werkgevers.

Men zou denken dat er nu discussie komt en gesprekken gevoerd door en met verpleegkundigen over de toekomst van hun beroep.
Maar dat blijkt niet zo te zijn. Binkhorst schrijft dat:

“diverse zorginstellingen thans berichten, dat ze ‘doorgaan met de verpleegkundige functiedifferentiatie’, waarbij, tot mijn nog grotere ontsteltenis, de term regieverpleegkundige ook nog eens behouden blijft. Geen traject. Geen proces. Geen route die bewandeld wordt. Pats boem! Gewoon introduceren die handel. Waar zouden we op wachten? Het lijkt me niet nodig om namen van ziekenhuizen te noemen. Wie de schoen past, trekke hem aan. Maar vertel me toch, beste ziekenhuisbesturen, waarom wachten jullie de landelijke ontwikkelingen niet af, voordat dit soort beslissingen worden genomen?

Rinnooy Kan spreekt namelijk over ‘landelijke leidraden’ en ‘nationaal niveau’ als hij het heeft over wat er moet gebeuren om verpleegkundige functiedifferentiatie op een juiste wijze te realiseren. Ook al waren de uitkomsten van de lokale proeftuinen goed, ook al gelooft men in de zaligmakende effecten van functiedifferentiatie op het werkplezier en de kwaliteit van zorg – iets wat middels het aangekondigde RN2BLEND-onderzoek nog op grote schaal aangetoond zal moeten worden – dan nog is het raadzaam om eerst te komen tot een landelijk kader, dat het fiat van het merendeel van het verpleegkundig werkveld heeft gekregen. Ons gezondheidszorgsysteem dreigt namelijk ernstig versnipperd te raken. Systeem? Lapwerk is eigenlijk een beter passende term. Noodmaatregelen hier, lokale oplossingen daar.
Verpleegkundigen, die eerder uit loondienst zijn getreden, worden weer ingevlogen, nu als zzp’er, om voldoende zorg te kunnen blijven garanderen.
Ex-zorgmedewerkers worden door minister De Jonge momenteel ook weer uitgenodigd om hun witte pak uit de wilgen te halen. Maar wat vooral bijdraagt aan de versnippering en eilandjes-cultuur, is het gegeven, dat vele zorginstellingen blijkbaar allemaal zelf het wiel willen uitvinden. Het lijkt er namelijk op, dat men op verschillende plaatsen een eigen draai gaat geven aan functiedifferentiatie, inclusief de bijbehorende functieprofielen en toelatingseisen, zonder dat primair ingezet wordt op onderlinge afstemming tussen de zorginstanties. Het gevaar is, dat het niet alleen erg onoverzichtelijk gaat worden, maar vooral dat we over enige tijd een zelfde probleem gaan krijgen, als nu het geval is met de inservice opleiding van weleer. Dat wil zeggen, dat opleidingen en functies niet goed vergelijkbaar zullen zijn tussen de verschillende instellingen en regio’s en daardoor minder goed op waarde geschat kunnen worden, wat bij de overstap van verpleegkundigen van de ene instelling naar de andere lastige situaties kan opleveren. Wat iemand bij de ene werkgever gewoon was te doen binnen een bepaalde functie, kan zomaar helemaal anders zijn bij een andere werkgever”.

Lees het hele artikel van Mathijs Binkhorst: Divide et Impera – Adviezen van Rinnooy Kan: reminder!, LinkedIn, 19 oktober 2019: https://www.linkedin.com/pulse/adviezen-van-rinnooy-kan-reminder-mathijs-binkhorst?

Zie ook: Minister Bruins zet definitief streep door wetsvoorstel BIG-II. Rinnooy Kan adviseert over nieuwe aanpak, Blogs Beroepseer, 9 oktober 2019: https://beroepseer.nl

 

Foto bovenaan is van Jason Taix

Verkiezing Ambtenaar van het jaar 2019

Namen van de 100 genomineerden voor verkiezing Ambtenaar van het jaar 2019 bekend

Welke ambtenaar maakt kans om Ambtenaar van het Jaar 2019 te worden? De namen van de honderd genomineerden zijn  bekend en te vinden op de site van Publiek Denken. Op de site kan men stemmen op een favoriete kandidaat. Iedereen kan meedoen, dus niet alleen ambtenaren en collega’s, maar ook burgers en mensen uit het bedrijfsleven.

Stemmen kan tot en met donderdag 31 oktober 2019, 18.00 uur.
Daarna worden de stemmen geteld. Posities nummer 1 en twee op de ranglijst van elke van de zes categorieën worden voorgelegd aan een deskundige jury onder leiding van Eveline de Kruijk, secretaris-directeur waterschap Drents Overijsselse Delta, die uiteindelijk de volgorde van de Top 12 bepaalt.

Voor de complete lijst van de Top 100 worden alle categorieën bij elkaar genomen, waardoor er een lijst van nummer 1 tot en met 100 ontstaat. De nummer 1 van deze lijst is de publiekswinnaar. Op deze manier zijn er twee prijzen te vergeven. De winnaar van de Top 100  die wordt aangewezen door de jury en de publiekswinnaar (met de meeste stemmen).

Prijsuitreiking

Op donderdag 10 december 2019 vindt de prijsuitreiking van de Ambtenaar van het Jaar 2019 en de publieksprijs plaats tijdens een feestelijke bijeenkomst in de gemeente Zaanstad. Op 17 december wordt de Top 100 in Magazine Publiek Denken gepubliceerd en via de nieuwsbrief bekendgemaakt. Ook komt er een verslag van het juryberaad.

Hoofdredacteur Asha Narain van Publiek Denken: “Vergeleken met vorig jaar is het aantal nominaties flink toegenomen. Mooi om te zien dat men zoveel waardering uitspreekt voor de prestaties van collega’s. Hoewel de prijs wordt uitgereikt aan een individuele ambtenaar, merken we steeds vaker dat ook zijn of haar organisatie wint. De PD Top 100 draait om een beroepsgroep die veelal achter de schermen opereert en met bijna onmogelijke opgaven te maken krijgt. Met de verkiezing willen we deze een welverdiend podium bieden”.

Ga voor stemmen op een van de honderd genomineerden voor uitverkiezing Ambtenaar van het Jaar 2019 naar site van Publiek Denken: https://publiekdenken.nl/evenementen/top-100/publiek-denken-top-100-bekend-stembus-geopend/ (Niet meer beschikbaar)

Publiek Denken is een platform voor professionals, werkzaam in de publieke sector, en een onafhankelijk kwartaalblad voor publieke zaken en overheidsmanagers

Zie ook: Nomineer een collega voor verkiezing Beste Ambtenaar van het jaar 2019, Blogs Beroepseer, 8 augustus 2019: https://beroepseer.nl