Skip to main content

Redactie Beroepseer

Nabijheid is essentieel in werk van sociale professional. Maar wat is nabijheid eigenlijk?

In een uitgebreid artikel op Sociaal.Net legt Fleur Van Oyen uit wat nabijheid in het werk van de sociale professional eigenlijk inhoudt. Pas als er een band is met de ander is er sprake van invloed. Maar wat is nabijheid eigenlijk? En waarom is het zo belangrijk?
Het Belgische Sociaal.Net – digitaal platform voor sociale professionals – bestaat sinds 2015 en is ontstaan uit de vaktijdschriften Alert voor sociaal werk en politiek en het Tijdschrift voor welzijnswerk.
Fleur Van Oyen is stafmedewerker en vormingsverantwoordelijke bij Uit De Marge, Vlaams steunpunt en netwerk voor jeugdwerk en jeugdbeleid met kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie.

Van Oyen schrijft dat de impact van jeugdwerk “moeilijk in cijfers te gieten zijn, zoals het aantal producten dat van een fabrieksband rolt. Jeugdwerk gaat om erkenning, respect, gelijkwaardigheid, kinderen en jongeren serieus nemen, macht in vraag stellen, versterken, rechten waarborgen. En dat alles start met nabij zijn”.

Van Oyen gaat in op de presentietheorie van prof. Andries Baart:

“Baart pleit voor aansluiting bij de leefwereld van je doelgroep. Het gaat om ‘er zijn met’ en ‘er zijn voor’. Naast de expertise en competenties die je inbrengt, bied je jezelf ook als persoon aan in de hulpverleningsrelatie. Menslievende zorg en vakbekwaamheid gaan hand in hand.

Werken volgens deze presentietheorie impliceert een traagheid van werken. Dat geeft ruimte om een oprechte band aan te gaan. Als sociale professional zien we zaken die zich voordoen bij mensen in een maatschappelijke kwetsbare positie vaak als probleem. De presentietheorie vraagt om net niet te starten van een individueel probleem dat om een oplossing vraagt.

Let wel, nabijheid betekent niet dat je mensen altijd gelijk geeft of dat je onvoorwaardelijk meegaat in hun ideeën, houding en aanpak. Het is een basishouding waarbij je met mensen in dialoog gaat, moeite doet om de stap naar hun leefwereld te zetten, er inzicht in probeert te krijgen en oprecht geïnteresseerd bent. Zo bouw je aan een stevige vertrouwensrelatie.

Het is pas als je die band hebt dat je in gesprek kan gaan over die ideeën, houding en aanpak. Pas dan kan je duurzame impact hebben op iemand. En die persoon op jou.

Baten van presentie

Sociale professionals kennen heel wat regels, protocollen en methodieken. Het is van belang om deze kritisch te blijven bekijken. Op Sociaal.Net zei Baart dat korte, geïsoleerde en protocollair aangestuurde handelingen vaak leiden tot slecht afgestemde zorg en breuken in continuïteit: ‘Het stompt medewerkers gemakkelijk af’.

En hij vulde aan: ‘In organisaties die ‘presentiegewijs’ werken, ontdekken medewerkers opnieuw de zin van hun professioneel engagement. Ze melden zich minder vaak ziek. Ze maken de zorg menslievend en tegelijk efficiënt’.

Werken volgens de presentietheorie is in dat opzicht een win-winsituatie. We merken dat ook in het jeugdwelzijnswerk. Kinderen en jongeren krijgen de ruimte en tijd om zichzelf te zijn. Ze krijgen kansen en worden sterker”.

Waarom durven wij niet nabij te zijn?

Van Oyen gaat aan het slot van haar artikel in op de vraag waarom wij niet nabij durven zijn. Haar antwoord:

“Als je te nabij bent, kan je niet meer objectief zijn, luidt het. En zo zijn er nog een aantal angsten als het gaat over nabij zijn. Zo gaat het lijnrecht in tegen de aangeleerde afstand van in je opleiding. En sommigen hebben schrik dat ze de vereiste output niet gaan halen of overwerkt zullen raken.
Maar waar komen die angsten vandaan? In onze samenleving is er een verharding aan de gang, dat is moeilijk onder stoelen of banken te steken.

Nabij zijn en de visie daarachter botst met de trend om zaken te willen objectiveren en in cijfers te gieten. Het is bijvoorbeeld moeilijk om de output van het jeugdwerk in cijfers te gieten. Uiteraard kan je zeggen hoeveel kinderen en jongeren je bereikte of ondersteunde. Maar wat jeugdwerk echt betekent voor kinderen en jongeren, is moeilijker te vatten in een cijfer.
[…]
De drang naar controle vanuit subsidiegevers en de vraag naar cijfermatige verantwoording zorgt voor druk bij jeugdwerkers. Ze krijgen het gevoel dat hun handelingsruimte krimpt. Soms doen ze aan autocensuur en wordt er niet meer politiserend gewerkt uit schrik om middelen te verliezen”.

Lees het hele verhaal van Fleur van Oyen: Presentie: ‘Alles begint met nabij zijn’, op Sociaal.Net, 26 februari 2020: https://sociaal.net/achtergrond/presentie-alles-begint-met-nabij-zijn/

Andries Baart en presentie: www.andriesbaart.nl/presentie/

Nepfoto’s herkennen met hulpmiddelen

Journalist Nick Kivits duidt maandelijks voor Villamedia – vakblad voor de journalistiek – technologische ontwikkelingen in de rubriek Tech-trend. Ook op de website besteedt hij er aandacht aan. Bijvoorbeeld aan nepfoto’s en kunstmatige intelligentie die nepfoto’s kunnen herkennen.

Hij schrijft dat realistisch ogende nepfoto’s maken dankzij de opkomst van slimme techniek al jaren steeds simpeler wordt. Dat maakt het herkennen ervan niet alleen belangrijk voor journalisten maar ook steeds moeilijker. Gelukkig staan er nieuwe hulptroepen te wachten om ons te helpen in de strijd tegen nepfoto’s. En die bestrijden vuur met vuur (of eigenlijk tech met tech)!

De belangrijkste nieuweling is Assembler, een tool die bestaat uit talloze kleinere tools, die ieder heel goed zijn in het herkennen van één type fototrucage. Is een mens uit een foto gepoetst door heel secuur iets anders over hem heen te plakken? Dan gaat er in het Dense-field copy-move-algoritme van de Universiteit van Napels Frederico II een spreekwoordelijk belletje rinkelen. Zijn er foto’s die door twee verschillende camera’s zijn gemaakt samengevoegd tot één beeld? Dan ziet het machine-learning model Self-consistence splice van de Universiteit van Californië Berkely dat aan de hand van eigenschappen van de pixels.

In totaal zitten er vijf van zulke door universiteiten ontwikkelde tools in Assembler verwerkt. Daarnaast voegde Jigsaw – een zusterbedrijf van Google, en de partij achter Assembler – er nog twee toe die het zelf heeft gebouwd. Eén van die modellen, StyleGAN detector, is specifiek getraind om geavanceerde deepfakes te herkennen. Het model richt zich juist op de moeilijk herkenbare nepfoto’s die door kunstmatige intelligentie zijn gemaakt.

Lees het hele artikel met de Tips van Nick: Hulp in de strijd tegen nepfoto’s, door Nick Kivits, Villamedia, 26 februari 2020: www.villamedia.nl

T I P

Het Smithsonian Museum in Washington heeft ruim 2,8 miljoen foto’s en afbeeldingen rechtenvrij beschikbaar gemaakt voor hergebruik. Het materiaal is afkomstig uit collecties van negentien vestigingen van het museum, aangesloten onderzoekscentra, archieven en bibliotheken. Het staat eindgebruikers vrij de beelden op alle mogelijke manieren te bewerken of te transformeren. Er zullen naast de miljoenen beelden die zijn vrijgegeven dit jaar nog eens zo’n tweehonderdduizend foto’s en ander materiaal in het publieke domein worden gesteld.

Meer info: Smithsonian Museum stelt 2,8 miljoen foto’s rechtenvrij beschikbaar, door Lars Pasveer, Villamedia, 26 februari 2020: www.villamedia.nl

Smithsonian Releases 2.8 Million Images Into Public Domain, door Katherine J. Wu, Smithsonian magazine, 25 februari 2020: www.smithsonianmag.com

 

Foto bovenaan is van Gerd Altmann

Omslag Tussenrapportage Ontwikkeling nieuwe bekostiging wijkverpleging

NZa werkt aan definitief advies over nieuwe bekostiging van wijkverpleging

Sinds de overheveling van de wijkverpleging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Zorgverzekeringswet (Zvw) per 1 januari 2015 is er behoefte ontstaan aan informatie over zorgvraag en zorgzwaarte op cliëntniveau en zijn mogelijkheden verkend om cliëntkenmerken een plek te geven in het bekostigingsmodel. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de verdere uitwerking van het traject voor een nieuwe bekostiging voor de wijkverpleging op zich genomen, met als stip op de horizon integrale bekostiging georganiseerd rond de cliënt.

In februari 2019 kwam NZa met een voortgangsrapportage over de stand van zaken. Er is destijds toegezegd begin 2020 opnieuw te rapporteren over de voorgenomen acties. In de in februari 2020 gepubliceerde tussenrapportage Ontwikkeling nieuwe bekostiging wijkverpleging beschrijft NZa de stand van zaken rond het uitwerken van een nieuwe bekostiging en de voortgang op de voorgenomen acties. Uit de Inleiding:

“Terwijl we werken aan een nieuwe bekostiging voor de wijkverpleging zien we relevante ontwikkelingen binnen de wijkverpleging, maar ook breder binnen de gezondheidszorg in Nederland. Deze ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op de wijkverpleging. Denk hierbij aan de ontwikkeling naar een herkenbaar en aanspreekbaar team in de wijk en de ambitie om steeds meer de juiste zorg op de juiste plek te organiseren. De commissie Bos verwacht voor de zomer met een geactualiseerde versie te komen van haar rapport over de zorg voor thuiswonende ouderen en het ministerie van VWS werkt momenteel aan een brede contourennota over de zorg. Voor de zomer van 2020 komen we met een advies over de bekostiging van de wijkverpleging.

In dat advies gaan we verder in op de hierboven genoemde ontwikkelingen en brengen we in kaart op welke manier deze samenhangen met de bekostiging van de wijkverpleging.

In deze tussenrapportage beschrijven we de voortgang van het ontwikkelen van een nieuwe bekostiging voor de wijkverpleging. De nadruk in de eerste helft van dit rapport (hoofdstuk 2) ligt op de voorgenomen acties zoals beschreven in de voortgangsrapportage van februari 2019. We beschrijven per actie de actuele stand van zaken en de voorgenomen vervolgstappen voor het komende halfjaar.

In het tweede deel van dit rapport blikken we vooruit. We werken de komende maanden in nauwe afstemming met het veld aan een advies voor een nieuwe bekostiging van de wijkverpleging. We lichten toe welke
keuzes we nog moeten maken en welke afhankelijkheden we daarbij zien.

We sluiten af met een overzicht van het proces en bijbehorende planning richting het definitieve advies. We kijken daarbij vooruit naar het definitieve advies over de bekostiging voor de zomer. Daarnaast kijken we verder en benoemen we kort welke thema’s aandacht en uitwerking nodig hebben nadat er een keuze is gemaakt voor een nieuwe bekostiging”.

Nadruk op kwaliteit en uitkomsten van zorg, in plaats van op uren geleverde zorg

NZa vermeldt ook dat ze de komenden maanden inzet “op een systeem waarbij de nadruk ligt op kwaliteit en uitkomsten van zorg, in plaats van op uren geleverde zorg. De bekostiging moet aansluiten bij de ontwikkelingen in de wijkverpleging”.

Downloaden Tussenrapportage nieuwe bekostiging wijkverpleging, NZa, februari 2020: https://beroepseer.nl

Zorgmonitor Nivel 2029

Monitor Zorg en Participatie 2019 van Nivel met cijfers en informatie over zorg en ondersteuning

Het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Nivel heeft het jaarverslag 2019 gepubliceerd met een overzicht van de activiteiten en resultaten van het onderzoeksprogramma Monitor Zorg en Participatie van mensen met een chronische ziekte of beperking. Het Nivel voert dit onderzoeksprogramma uit met subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Binnen de Monitor Zorg en Participatie onderzoekt het Nivel relevante en actuele onderwerpen vanuit het perspectief van ouderen en van mensen met een chronische ziekte of beperking. De informatie in de Monitor is verworven via de vragenlijsten die zij invullen. Het jaarverslag biedt een overzicht van de onderzoeken die in 2019 zijn verricht. Met deze onderzoeken levert de Monitor Zorg en Participatie een bijdrage aan de beleidsvoering van overheid, zorgaanbieders en verzekeraars.

Voor het vragenlijstonderzoek werkt Nivel met twee panels: het Nationaal Panel Chronisch zieken en gehandicapten (NPCG), bestaande uit ruim 3500 zelfstandig wonende mensen, en het Panel Samen Leven (PSL), waaraan mensen met een verstandelijke beperking en naasten van deze mensen deelnemen.

Zorgmonitor 2019: meer mensen ontvangen informele steun

De Zorgmonitor van 2019 brengt de ervaringen met de zorg en de ontwikkelingen hierin van mensen met een chronische ziekte in kaart. We zien dat meer mensen informele zorg en ondersteuning zijn gaan ontvangen, van 18% in 2005 naar 31% in 2018. In de meeste gevallen wordt deze zorg gegeven door partners (65%). Deze toename is in lijn met het overheidsbeleid gericht op ‘de goede zorg voor iedereen op de juiste plek en op het juiste moment’, waar het verplaatsen van zorg een onderdeel van is. Dit kan door de zorg dichter bij de mensen thuis aan te bieden, bijvoorbeeld door de ondersteuning van naasten.

Onderzoeken voor het ministerie van VWS, waaronder ‘Onbeperkt meedoen!’

Het jaarverslag bevat ook de onderzoeken die Nivel heeft uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS. Hieronder valt het monitoren van onderdelen van het programma Onbeperkt meedoen!. Het rapport met de resultaten is meegestuurd met een Kamerbrief en vervolgens besproken in een plenair debat over het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Ook in het komende jaar blijft het Nivel dit programma en vele andere ontwikkelingen volgen.

Inhoud jaarverslag en Monitor Zorg en Participatie 2019

1. De monitor
>Zorgmonitor
>Werkmonitor
>Participatiemonitor

2. Zorg en participatie
>Zorg en ondersteuning
>Participatie

3. Panels
>Nationaal Panel Chronisch Zieken en Gehandicapten
>Panel Samen Leven
>Inbreng van panelleden

Referenties en partners

Downloaden van Monitor Zorg en Participatie van mensen met een chronische ziekte of beperking, Nivel, februari 2020: https://nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1003658.pdf#page=4

Kwaliteit van leven ouderen

Ouderen willen graag langer thuis wonen, maar dan wel met een goede kwaliteit van leven. Het Nivel deed onderzoek naar de betekenis van kwaliteit van leven van ouderen en sprak met ouderen, maar ook met wijkverpleging, huisartsen, praktijkondersteuners van huisarts (POHs) en specialisten ouderengeneeskunde.

Het rapport Kwaliteit van leven van langer thuiswonende ouderen bevat de uitkomsten van deze studie. Een belangrijk aanknopingspunt is vertrouwdheid. Dat betekent thuis wonen in de vertrouwde omgeving met het eigen netwerk. Vertrouwdheid betekent ook dat er iemand is die de oudere over alles in vertrouwen kan nemen en die een oogje in het zeil houdt. Dat kan de mantelzorger zijn maar ook een professional. Ouderen weten zelf vaak goed wat ze belangrijk vinden in hun leven en wat hun prioriteiten zijn. Daarom is het belangrijk goed naar hen te luisteren. Duidelijk werd dat er op hoge leeftijd een kwetsbaar evenwicht bestaat tussen lichamelijke gezondheid, psychische gesteldheid en het sociaal netwerk. Mensen die regelmatig bij de oudere over de vloer komen, kunnen veranderingen in de situatie vroeg signaleren en inspringen om op tijd passende zorg en ondersteuning te regelen. Iedereen is het erover eens dat daar samenwerking voor nodig is.

Downloaden van Kwaliteit van leven van langer thuiswonende ouderen – Sessies met de praktijk, door Hennie Boeije, Renate Verkaik, Kim de Groot, Henrieke Kappen, Joke Korevaar, Nivel, februari 2019: https://nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Kwaliteit_van_leven_van_langer_thuiswonende_ouderen.pdf

Downloaden van Zeven aanknopingspunten voor ouderen die langer thuis wonen, door Hennie Boeije, Nivel, 2019 : https://nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Zeven-aanknopingspunten-voor-kwaliteit-van-leven.pdf

Visiestuk Huis voor klokkenluiders

Huis voor Klokkenluiders wordt autoriteit voor integriteit en klokkenluiden. Een toekomstvisie

Het plan is het Huis voor Klokkenluiders te maken tot een autoriteit voor integriteit en klokkenluiden. Een autoriteit waar op gezaghebbende wijze, met kennis van zaken en grote betrokkenheid melders van misstanden worden geholpen. Op die manier draagt het Huis bij aan het voorkomen, signaleren, oppakken en oplossen van misstanden in werkrelaties en wordt de integriteit in de Nederlandse samenleving bevorderd.

De ambities van het Huis voor Klokkenluiders staan beschreven in het 28 pagina’s tellende document: Van Huis voor Klokkenluiders naar een autoriteit voor Integriteit en Klokkenluiden: Toekomstvisie.

Namens het bestuur en de directie van het Huis voor Klokkenluiders schrijft bestuursvoorzitter Wilbert Tomesen:

“Deze visie op de toekomstige koers en werkwijze van het Huis is gestoeld op onze eigen ervaringen en mede ontwikkeld aan de hand van vele interne en externe gesprekken.
In ons streven voelen wij ons gesterkt door de brief aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het Huis van 1 oktober 2019, van de Nationale ombudsman, dhr. R. van Zutphen, waarin deze wijst op het belang van herbezinning door het Huis en door de wetgever op de positionering, rol en werkwijze van het Huis.

Met deze beschouwing willen wij bovendien bijdragen aan de realisatie van wetgeving die nodig is voor de implementatie van de Europese Richtlijn inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden. Bij die implementatie worden ook de uitkomsten van de thans lopende evaluatie van de Wet Huis voor klokkenluiders betrokken.

Wat betreft de implementatie van de EU-klokkenluidersrichtlijn maakt het Huis zich er sterk voor dat Nederland niet alleen voldoet aan minimale verplichtingen, maar voorop blijft lopen op het gebied van integriteit en klokkenluiden.

Onze benadering

Een effectieve aanpak van klokkenluidenproblematiek vraagt om een Huis dat een brede selectie aan instrumenten en mogelijkheden tot zijn beschikking heeft en die inzet om niet alleen op individueel niveau een meer gelijk speelveld tussen melder en organisatie te creëren, maar ook op organisatie- en samenlevingsniveau een antwoord te bieden op de uitdagingen van een integere samenleving en de problematiek van klokkenluiden.

Drie uitgangspunten:

1) een heldere rol en positie van het Huis in advisering en onderzoek,

2) vroegtijdig en op maat gekozen optreden door het Huis en

3) het Huis als centraal kennisinstituut ten behoeve van het Nederlands integriteitssysteem met betrekking tot werkrelaties.

Volgens de EU-klokkenluidersrichtlijn kunnen meerdere instanties wordt aangewezen als ‘bevoegde autoriteit’ voor het ontvangen en onderzoeken van meldingen van inbreuken op het Unierecht. Bestuur en directie van het Huis pleiten ervoor dat het Huis naast ‘bevoegde autoriteit’ ten aanzien van inbreuken op Unierecht en voor onderzoeken naar aanleiding van vermoedens van misstanden, ook wordt aangewezen als kennis- en expertisecentrum.

Door het Huis voor Klokkenluiders aan te wijzen als de centrale autoriteit die de functies van bevoegde autoriteit en informatiecentrum combineert en daarnaast onderzoeken kan uitvoeren, ontstaat een herkenbaar loket waar melders kunnen worden beschermd en werkgevers terecht kunnen met vragen en dilemma’s in verband met integriteit en klokkenluiden.

Tijd om vooruit te kijken

Inmiddels bestaat het Huis ruim drieënhalf jaar. Over het verleden is veel te zeggen en ook al gezegd. Hieruit zijn lessen getrokken. Met de implementatie van de EU-klokkenluidersrichtlijn en de wetsevaluatie in het verschiet, is het nu tijd om vooruit te kijken en te bouwen aan een nieuwe toekomst.

Bestuur en directie van het Huis voor Klokkenluiders dragen daar met dit visiedocument graag aan bij”.

Inhoudsopgave

Toekomstvisie  3
Inleiding  4
Waarom een Huis voor klokkenluiders  6
Klokkenluidersproblematiek  op drie niveaus  7
Een nieuwe koers voor het Huis voor Klokkenluiders  9
Een heldere rol en positie van het Huis in advisering en onderzoek  10
Vroegtijdig en op maat gekozen optreden door het Huis  16
Het Huis als dé centrale autoriteit integriteit en klokkenluiden   18
Tot slot 23

Bijlage 1: Geraadpleegde personen  24
Bijlage 2: Enkele taken die volgen uit de EU-klokkenluidersrichtlijn  25
Bijlage 3: Relevante internationale richtlijnen en adviezen  27

Een van de geraadpleegde personen voor het visiedocument is Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer.

Downloaden Van Huis voor Klokkenluiders naar een autoriteit voor  Integriteit en Klokkenluiden: Toekomstvisie, door bestuur en directie van het Huis voor Klokkenluiders, februari 2020: https://beroepseer.nl

Huis voor Klokkenluiders: www.huisvoorklokkenluiders.nl

Anton Maes wint de Nobel Courage Penning 2020

Anton Maes is winnaar van de Hans Nobel Courage! penning 2020

De winnaar van de Hans Nobel Courage! penning 2020 is bekend gemaakt op 20 februari 2020: Anton Maes. Hij is gekozen uit zes genomineerden.
Anton Maes was van 1985 tot juli 2016 huisarts in Dieren en is de auteur van het boek Huisartsgeneeskunde in het nieuwe zorgstelsel (2011) en van talrijke artikelen in vakbladen en dagbladen over randvoorwaarden van huisartsenzorg. Tussen augustus 2013 en juni 2014 schreef hij 66 blogs over de economie van de huisartsenzorg en de zorg op zijn site antonmaes.nl. Sinds juni 2017 schrijft hij blogs voor zijn website zorgenstelsel.nl over actuele onderwerpen op het gebied van de gezondheidszorg. De missie op zijn site luidt:

“Het blijft een uitdaging om na te blijven denken over de relatie tussen zorg en stelsel. En te schrijven over alle krachten die worden uitgeoefend om de zorgvraag, het zorgaanbod en de prijs van zinnige zorg en goede praktijkvoering te beïnvloeden”.


Ook ik ben een bezorgde burger

Maes wordt geroemd om zijn enorme kennis van de financiën en organisatie van het zorgstelsel in zijn algemeenheid, en die van de huisartsenzorg in het bijzonder. Zijn blogs bieden doorwrochte analyses van actuele problemen en nuttige achtergrondinformatie. In 2018 is hij lid geworden van het Platform Betrouwbare Zorgcijfers: “Ook ik ben een bezorgde burger die vraagtekens zet bij het huidige gezondheidszorgbeleid”.

Op de site van Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPHuisartsen), een van de initiatiefnemers van de prijs, staat dat Maes “op opbouwende wijze probeert te laten zien waar en hoe er verbetering/verandering zou kunnen plaatsvinden”.
Maes is kortom een van de beste analytici van de huisartsenzorg in Nederland.

De exacte datum van de prijsuitreiking, bestaande uit een penning en een geldbedrag van € 5000,- is nog niet bekend, maar zal plaatsvinden medio mei of juni. Bij de prijsuitreiking wordt het volledige juryrapport voorgelezen.
De jury bestaat uit de beide initiatiefnemers van de prijs, de vereniging VPHuisartsen en Calculus Software, Marielene van der Velden, de echtgenote van Hans Nobel, en de winnaar van 2019 Daniëlle van Oostendorp.

Hans Nobel

Hans Nobel, naar wie de prijs is genoemd, was een van de oprichters van VPHuisartsen in 2009. De prijs wordt sinds 2018 uitgereikt. Nobel overleed plotseling in januari 2017 op 67-jarige leeftijd. Met zijn vrouw runde hij een huisartsenpraktijk in Alphen aan den Rijn. Nobel stond bekend om zijn gedrevenheid, scherpe oordeel, gevoel voor rechtvaardigheid, doorzettingsvermogen en humor.
De prijs wordt gegeven aan de persoon of instantie die zich in heeft gespannen voor het gedachtegoed van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen in het algemeen, en van Hans Nobel in het bijzonder; het behoud van de kernwaarden van het huisartsenvak en de rol van de huisarts als ‘familiedokter’.

Winnaar Hans Nobel Courage! penning 2020, VPHuisartsen, 20 februari 2020: www.vphuisartsen.nl/winnaar-hans-nobel-courage-penning-2020/

Zorgenstelsel: http://zorgenstelsel.nl

Boekenweek 2020

Thema boekenweek 2020: Rebellen en dwarsdenkers

De Boekenweek is weer aan een nieuwe editie toe. Van zaterdag 7 tot en met zondag 15 maart 2020 is het voor de 85ste keer feest voor alle boekliefhebbers. Thema van de boekenweek 2020 is : Rebellen en dwarsdenkers.
Van de dromerige dwarsdenker die veilig thuis afreist naar een andere wereld, tot de rebel die zijn messcherpe pen als wapen gebruikt tegen de status quo. In de literatuur is er ruimte voor al die geluiden.
Het lef van schrijvers om taboes te doorbreken en een steen in de vijver te gooien is van levensbelang voor onze samenleving. Daarom koesteren we de vrijheid die door schrijvers genomen wordt om tegen de stroom in te werken, om dwars en vervelend te zijn, onaangepast en onafhankelijk.

Fictie

De rebellen van de literatuur hebben altijd ons denken beïnvloed: van Multatuli en Willem Frederik Hermans tot Charles Bukowski, James Baldwin en Simone de Beauvoir. Stoere, onorthodoxe, eigengereide auteurs hebben werelden geopend en onrecht aan de kaak gesteld. Schrijvers als Annie M.G. Schmidt, Astrid Roemer, Dimitri Verhulst en Charlotte Mutsaers hebben de literatuur en de samenleving kleur gegeven.

De rebelse personages en dwarse karakters houden een spiegel voor en laten ons nadenken over wie wij zijn. Waar zouden we zijn zonder Don Quichot of de Kleine Prins? Zonder Dostojevski’s Raskolnikov of Flauberts Madame Bovary? Maar ook deze nieuwe eeuw kan niet zonder andersdenkende karakters, zoals Tommy Wieringa’s Joe Speedboot, Esther Gerritsens Roxy, de worstelende Jonathan in Muidhond van Inge Schilperoord of Hava uit Aafke Romeijns Concept M.

De non-conformisten zoeken de grenzen van de literatuur op, om ze te verleggen. Jan Cremer deed dat met zijn onverbiddelijke bestseller, Gerard Reve tartte de conventies met Nader tot U, waar Anna Blaman dat deed met Eenzaam avontuur. Andreas Burnier beschreef het verlangen naar een geslachtsverandering in Het jongensuur en Jan Wolkers doorbrak de algemene preutsheid met Turks fruit.
Boeken kunnen weerstand oproepen, kunnen verboden worden en verbrand, maar de kracht van de woorden laat zich niet temmen. Nabokovs Lolita, Houellebecqs Onderworp en of Erasmus’ Lof der zotheid hebben onder vuur gelegen, maar zijn inmiddels onmiskenbare oriëntatiepunten in het literaire landschap.

Non-fictie

Om de steeds veranderende wereld om ons heen te begrijpen, hebben we dwarsdenkers en ordescheppers nodig. Zij prikkelen, stimuleren en scherpen onze geest. Iconen als Hunter S. Thompson en Susan Sontag hebben een nieuwe manier van kijken geïntroduceerd, scherpe geesten als Renate Rubinstein en Anton de Kom hebben ons bewust gemaakt van onze oogkleppen. Het maatschappelijk debat op de meest uiteenlopende onderwerpen wordt bepaald door dappere en dwarse denkers.

Al deze journalisten, wetenschappers en schrijvers staan inmiddels ook in een traditie van visionaire denkers, dromers en vermeende onruststokers, die onze geschiedenis hebben gevormd. De lijst is eindeloos, van Ernesto Guevara, Nelson Mandela en Martin Luther King tot de non-conformisten in ons eigen land zoals Aletta Jacobs, Provo en Ayaan Hirsi Ali.

Als we te lang stilstaan, zorgen zij voor schommelingen, reuring en commotie, en als we te snel gaan trekken ze aan de rem. Door zich uit te spreken stellen ze zichzelf kwetsbaar op. Daar is durf voor nodig, maar gelukkig ontbreekt het daar niet aan bij de rebellen en dwarsdenkers.

De boekenweek wordt georganiseerd door Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek: www.boekenweek.nl

Omslag van twee boeken voor de Boekenweek 2020

Boekenweekessay: Generaal zonder leger, door Özcan Akyol
Boekenweekgeschenk: Leon en Juliette, door Annejet van der Zijl

 

 

Omslag Decentrale taak is politieke zaak, Advies van Raad voor het Openbaar Bestuur

Politiek debat over maatschappelijke waarden is nodig voor gemeentelijk beleid in het sociaal domein

Gemeenteraden kunnen de ruimte die zij hebben in de sturing van het sociaal domein beter benutten. De bestuurscultuur in de gemeente, maar ook het regelmatig ingrijpen van het Rijk in het lokale beleid, belemmeren het optimale gebruik van die ruimte. Vaak ontbreekt een krachtige lokale visie op zorg en werk.

Dat is de conclusie die de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) formuleert in het advies Decentrale taak is politieke zaak. Naar een sturende rol van de gemeenteraad in het sociaal domein, gepresenteerd op 13 februari 2020 bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

In het rapport adviseert de ROB alle hoofdrolspelers in de lokale democratie hoe zij de sturende rol van gemeenteraden kunnen versterken. De gemeenteraden zelf adviseert de ROB om in het politieke debat te focussen op de maatschappelijke waarden die richting moeten geven aan het lokaal sociaal beleid.

Betrokken

Het sociaal domein is de samenvattende naam voor de taken die de gemeente heeft op het gebied van zorg, jeugdhulp en arbeidsparticipatie. De ROB heeft in negen gemeenten onderzocht hoe gemeenteraden het democratisch proces van besluitvorming en controle over het sociaal domein vormgeven, en welke knelpunten ze daarbij tegenkomen. Uit het onderzoek bleek dat gemeenteraden erg betrokken zijn bij inwoners die zorg en ondersteuning nodig hebben. Het stellen van prioriteiten en het maken van keuzes in de zorg blijft vaak achterwege. Bezuinigingen worden in vrijwel alle gemeenten zo lang mogelijk op andere domeinen afgewenteld.

Geen professional

Gemeenteraden krijgen maar langzaamaan meer grip op het onderwerp. Het sociaal domein kent een ingewikkeld netwerk van betrokken instanties en financiering. De resultaten van zorg en hulp zijn soms moeilijk te meten. Daarom is het ook lastig voor gemeenteraden om te bepalen aan welke knoppen ze kunnen en willen draaien.

De ROB adviseert gemeenteraden daarom weg te blijven van advies over de uitvoering van zorg, maar juist een politiek debat te voeren over de maatschappelijke waarden die de basis moeten zijn voor het beleid. Een raadslid is geen professional, maar een politicus. Bij het controleren en evalueren van het beleid kunnen die waarden vervolgens als meetlat dienen.

Rijk

Vijf jaar geleden heeft het Rijk de taken in het sociaal domein volledig overgedragen naar gemeenten. De ROB is van mening dat er nog niet voldaan is aan de randvoorwaarden voor effectieve lokale sturing in het sociaal domein. Voor het Rijk betekent dit dat het zich nog eens moet bezinnen op de spelregels en rolverdeling na een decentralisatie, en samen met gemeenten het concept medeoverheid eenduidig moet invullen.

Achtergrond

In 2015 diende de toenmalige minister van BZK, Ronald Plasterk bij de ROB de volgende adviesaanvraag in: ‘Wat betekenen de drie decentralisaties (Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet) voor de inrichting van het openbaar bestuur en het functioneren van de lokale democratie?’ De Raad is toen gestart met een meerjarig onderzoek en heeft in 2017 de eerste resultaten daarvan gepresenteerd in het e-zine Gemeenten in 3D*).

In fase één was de vormgeving van het democratisch proces van beleidsvoorbereiding en besluitvorming in het sociaal domein nog moeilijk waarneembaar. De gemeenten waren vooral bezig met de zogeheten transitie. Waarborging van de continuïteit van zorg en hulp had hun eerste prioriteit.
In 2019 is de tweede fase van het onderzoek gestart. In deze fase heeft de ROB onderzocht hoe gemeenteraden het democratisch proces van besluitvorming en controle over het sociaal domein vormgeven, en welke knelpunten ze daarbij tegenkomen. Dit onderzoek en de aanbevelingen staan in het advies Decentrale taak is politieke zaak.

Downloaden van Decentrale zaak is politieke zaak – Naar een sturende rol van de gemeenteraad in het sociaal domein, Advies Raad voor het Openbaar Bestuur, januari 2020: https://beroepseer.nl

Advies Decentrale taak is politieke zaak, Raad voor  het Openbaar bestuur, 13 februari 2020: www.raadopenbaarbestuur.nl

Noot
*) Gemeenten in 3D – eerste fase, E-zine, mei 2017:  www.raadopenbaarbestuur.nl/publicaties/sociaal-domein/gemeenten-in-3d-eerste-fase

 

Participatielezing Jos van der Lans: Samenlevingsopbouw in de 21e eeuw

De Participatielezing van eind januari 2020 in Ede werd gegeven door Jos van der Lans en stond in het teken van ‘vijf jaar decentralisaties’. Titel van de lezing: Samenlevingsopbouw in de 21e eeuw. De Participatielezing is een initiatief van kennisinstituut Movisie en Tijdschrift voor Sociale vraagstukken.
Van der Lans is cultuurpsycholoog en auteur van vele artikelen en boeken, waaronder het in juni 2010 verschenen Eropaf! De nieuwe start van het sociaal werk. Sinds die tijd wordt hij uitgenodigd om in stadhuizen, collegezalen en conferentieoorden in gesprek te gaan over nieuwe omgangsvormen tussen overheid, professionals en burgers.

Een nieuwe dynamiek

Sinds 1 januari 2015 hebben gemeenten meer taken gekregen bij de ondersteuning van ouderen en mensen met beperkingen (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015), de jeugdzorg (Jeugdwet) en de begeleiding naar werk (Participatiewet). Met de decentralisatie van het sociale domein naar gemeenten werd een indringende verbouwing van de Nederlandse verzorgingsstaat beoogd, te beginnen in wijken en buurten, met een prominente rol voor burgers en uitvoerende professionals. Een wending van systeemwereld naar leefwereld, een transformatie die de sociale werkvloer van de samenleving van een nieuwe (anti-bureaucratische, ontkokerde) dynamiek zou voorzien.

Wat is er van die grote woorden en aspiraties terecht gekomen?

Van der Lans stelt zich bij het eerste lustrum van de decentralisaties in zijn lezing drie vragen:

1. Waarom hebben we zo weinig opgestoken van de geschiedenis van de samenlevingsopbouw in Nederland?

2. Waarom denken we zo weinig na over de sociale infrastructuur waarop een participatiesamenleving zich kan ontwikkelen?

3. Waarom is het zinloos om over burgerkracht te spreken als burgermacht uit het zicht blijft?

Omslag De marktwerking voorbij - Samenlevingsopbouw in de 21ste eeuw door Jos v.d. LansVolgens Van der Lans kunnen de wending naar de community, het vizier op samenwerken en de antenne voor gemeenschapsvorming met elkaar een remedie vormen tegen de vervreemding die veel mensen ervaren. Het kan iets van het gevoel terugbrengen dat het ons niet allemaal overkomt, dat we er zelf ook over gaan. Dat we er wat over te zeggen hebben.
De lezing is een kritische analyse, én biedt tevens een perspectief.

De lezing is in boekvorm verkrijgbaar – De marktwerking voorbij –  Samenlevingsopbouw in de 21e eeuw – en te bestellen in de webwinkel van Movisie: https://webwinkel.movisie.nl

Voor de video-opname van de lezing, zie hieronder: