Skip to main content

Redactie Beroepseer

Spoedeisend Wetsvoorstel bevorderen contracteren in voorbereiding. Betekent feitelijk opheffen van vrije artsenkeuze

Het juridisch/fiscale dienstverleningsbureau Dirkzwager heeft de spoedwet afschaffing vrije artsenkeuze geanalyseerd. Conclusie:  Elke logica ontbreekt.
Op 24 juni 2020 vindt de zitting van Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze in Hoger Beroep bij het Hof in Arnhem plaats. Omdat zorgverzekeraars blijkbaar geen vertrouwen in de afloop van de rechtszitting hebben, proberen zij kennelijk nog snel een wetsvoorstel te regelen.

Het kabinet wil de vergoedingen voor ongecontracteerde zorgaanbieders kunnen verlagen en heeft daarvoor een Wetsvoorstel bevorderen contracteren in voorbereiding. Dat wetsvoorstel moet nog naar de Tweede Kamer. Het staat inmiddels op een lijst spoedeisende wetsvoorstellen die het kabinet vanwege de coronacrisis heeft opgesteld. Het gevaar dreigt dat dit wetsvoorstel het slachtoffer wordt van het adagium ‘haastige spoed is zelden goed’.

Advocaat Koen Mous, partner van Dirkzwager en gespecialiseerd in gezondheidszorg schrijft:

“De hele gedachte achter dit voorstel is dat uit twee onderzoeken gebleken zou zijn dat ongecontracteerde aanbieders in de GGZ en wijkverpleging relatief duurder zijn. Zij krijgen echter maar 75% van de tarieven die gecontracteerde aanbieders krijgen. Hoe kan het dan dat de Minister denkt dat zij duurder zijn? Welnu: de gedachte is kennelijk (gebaseerd op de genoemde twee onderzoeken waar overigens bijzonder veel op aan te merken valt, maar dat laat ik verder onbesproken) dat er (in de GGZ en wijkverpleging) zorgaanbieders zijn die teveel zorg verlenen (en als je het aantal uren maar vergroot word je uiteindelijk toch duurder dan de gecontracteerde aanbieder).
Als dit inderdaad het geval blijkt te zijn, is het natuurlijk onzinnig om de vergoeding voor ongecontracteerde zorg voor alle aanbieders (al dan niet in bepaalde segmenten), dus de doelmatige en de ondoelmatige, omlaag te brengen. De enige logische reactie hierop zou zijn om zorgverzekeraars onderzoek te laten doen naar ongecontracteerde zorgaanbieders die daadwerkelijk teveel (dus: ondoelmatig) zorg verlenen. Daartoe bestaan ook nu al middelen: materiële controles.

Mijn voorspelling is overigens dat slechts in enkele gevallen sprake zal blijken te zijn van daadwerkelijk ondoelmatige zorgverlening (en dan moet uiteraard ingegrepen worden). Als blijkt dat in het ongecontracteerde segment relatief langere (en dus duurdere) trajecten worden doorlopen (dus: meer zorg wordt verleend) dan zal dat lang niet altijd duiden op ondoelmatige zorgverlening. In veel gevallen zal dit waarschijnlijk (vooral) het directe gevolg zijn van het contracteerbeleid van (nota bene) de zorgverzekeraars zelf.

De duimschroeven van gecontracteerde aanbieders worden in contracten inmiddels aangedraaid. Lees verder op de site van Dirkzwager wat dat voor gevolgen heeft.

Het advies van Koen Mous is dat het goed zou zijn gedegen onderzoek te doen naar het contracteerbeleid van zorgverzekeraars en de gevolgen daarvan alvorens paardenmiddelen in te zetten: “De zorgwereld is complexer dan wat de Minister kennelijk voorgespiegeld wordt”.

Mous hoopt op een kritisch parlement.

Noodzakelijk is een krachtig front tegen afschaffing vrije artsenkeuze!

Spoedwet afschaffing vrije artsenkeuze: de logica ontbreekt, door Koen Mous, Dirkzwager, 14 mei 2020: www.dirkzwager.nl/kennis/artikelen/spoedwet-afschaffing-vrije-artsenkeuze-de-logica-ontbreekt/

Zie verder:

Steun Stichting Handhaving Vrije artsenkeuze in actie tegen feitelijke afschaffing vrije artsenkeuze en absolute macht zorgverzekeraars, Blogs Beroepseer, 23 april 2020: https://beroepseer.nl/

P E T I T I E

De Vereniging Fysiotherapie & Wetenschap heeft op 18 mei 2020 meer dan 22.400 handtekeningen opgehaald voor het behoud van de vrijezorgkeuze. Zij hebben contact gelegd met twee andere petitiehouders en zijn overeengekomen de petitie samen te voegen en aan te bieden aan de Tweede Kamer. Op maandag 18 mei is de stand meer dan 31.500 handtekeningen.
Petitie Fysiotherapie & Wetenschap (> 22.400 handtekeningen)
Samenwerking met petitie uit GGZ (> 7.000 handtekeningen)
Samenwerking petitie Solopartners (> 2.100 handtekeningen)

Petitie gestart door fysiotherapeuten voor behoud vrije artsenkeuze, Blogs Beroepseer, 1 december 2019: https://beroepseer.nl


U  P D A T E

VvAA start voorbereidingen voor actie rond behoud vrije artsenkeuze, VvAA, 16 juni 2020: www.vvaa.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Peggy en Marco Lachmann-Anke

De rede die minister-president Rutte niet hield, geschreven door Andries Baart

Wat had ik als burger graag gehoord in de toespraken van minister-president ten tijde van de coronacrisis? Andries Baart schreef er een voor de site van Stichting Presentie: De rede die minister-president Rutte niet hield.
Sinds de corona-uitbraak is de stichting een rubriek gestart onder de titel Presentie in coronatijd, ter ondersteuning aan iedereen die zich inzet voor goede zorg en hulp. Totnutoe zijn er veertien bijdragen van verschillende auteurs gepubliceerd.
Stichting Presentie is in 2004 op initiatief van prof. dr. Andries Baart opgericht met als doel het bevorderen, uitdragen, verder ontwikkelen en verdiepen van de presentiebenadering.

De rede die minister-president Rutte niet hield

Dames en Heren,

Alvorens u bij te praten over de nieuwste maatregelen waartoe we vandaag besloten hebben, sta ik graag stil bij twee andere zaken die ons allen aangaan.

Verlies

Als kabinet zien wij de bittere waarheid onder ogen dat er tot op de dag van vandaag in Nederland formeel 5300 mensen (plus mogelijk zo’n 3000 niet geregistreerden) zijn bezweken aan de gevolgen van het coronavirus en dat een veelvoud van hen poogt te herstellen van de aandoening. Het zijn niet alleen afschuwelijke aantallen – vier tot vijf keer zoveel burgers als er zijn omgekomen tijdens de watersnoodramp in Zeeland in 1953 – maar vooral afschuwelijke ervaringen en schrijnend gemis. Ik realiseer me dat onder degenen die nu onze persconferentie op TV volgen er vele tienduizenden en wellicht honderdduizenden zijn die in gedachten verkeren bij wie zij in de voorbije periode hebben verloren: hun moeder, hun kind, hun oom, een nabije buur. We beseffen dat zij met gemengde gevoelens luisteren naar de feestelijke toon waarop we kunnen zeggen dat de strengste maatregelen versoepeld kunnen worden: zij hebben een gevoelig verlies geleden, er is een gat geslagen in hun gezinnen, in hun vriendenkringen en met geen macht ter wereld kan dat goedgemaakt worden. Mede door de maatregelen die wij hebben getroffen zijn ontelbaren in eenzaamheid overleden en begraven. Ik voel pijnlijk hoe onmachtig wij als kabinet hier zijn: voor hen wordt er niets versoepeld en voor hen duurt de lock down voort doordat zij van hun doden houden. Zij betaalden een hoge prijs. Onze gedachten gaan naar hen uit en namens het kabinet wil ik om te beginnen hun sterkte wensen, troost bieden en hun laten weten dat we intens met ze meeleven.


Lees de hele rede: De rede die minister-president Rutte niet hield, Presentie in coronatijd – #14 – Tijd voor bezinning, door Andries Baart, Presentie, mei 2020: www.presentie.nl/presentie-in-coronatijd/14-de-rede-die-minister-president-rutte-niet-hield/

Downloaden PDF De rede die minister-president Rutte niet hield, door Andries Baart, mei 2020: https://beroepseer.nl

Wat is presentie?  www.presentie.nl/algemeen/wat-is-presentie/

Foto bovenaan is van Jorge Guillen

Wat zijn de consequenties voor werk en banen als machines voor ons denken?

Het digitale medium Social Europe (SE) heeft twee artikelen gepubliceerd over digitalisering en toekomst van arbeid: Robots won’t make us redundant en When machines think for us: consequences for work and place.
Voorspellingen over hoeveel banen er in de toekomst verloren gaan, lopen sterk uiteen. Het eerlijke antwoord is dat niemand precies weet hoe digitalisering zal uitpakken. Waar alle experts het evenwel over eens zijn, is dat arbeid van de toekomst zal verschuiven van routine naar meer creativiteit. Als gevolg hiervan zal het sociaal-transformatief arbeidspotentieel toenemen in plaats van afnemen. Dit biedt nieuwe kansen.

Goed werk blijft de basis van onze welvaart

Lars Klingbeil en Henning Meyer schrijven in Robots won’t make us redundant dat tegenwoordig in Duitsland het industriebeleid eindelijk op de agenda staat. Dat had al eerder moeten gebeuren. De rol van de staat in de economie is te lang te defensief geweest. Het mag niet de rol van de staat zijn om louter marktfalen te corrigeren, het gaat er eerder om zelf markten te creëren en het economische proces politiek vorm te geven. De samenleving mag niet ondergeschikt zijn aan de economie, vinden zij. Integendeel, de economie moet zich aanpassen aan de idealen van onze samenleving.

De beide auteurs betogen verder dat vernieuwing van de verzorgingsstaat of verbetering van het onderwijssysteem niet haalbaar is zonder meer werk en beter werk. Hoe kan het tekort aan kinderopvangplaatsen worden opgeheven zonder gemotiveerd personeel? Hoe kunnen we meer aandacht krijgen voor individuele behoeften op school zonder meer leraren? Hier is maar één antwoord op: het kan niet zonder meer en beter werk.

Renovatie op sociaal gebied profiteert van meer personeel met betere sociale vaardigheden. Het onderwijssyseem moet de creatieve en probleemgerichte vaardigheden van de toekomst sterker in beeld brengen.
Goed werk blijft daarom de basis van onze welvaart en een belangrijke maatstaf van de kwaliteit van ons leven. Als we werk blijven waarderen en het op een doelgerichte manier vormgeven, kunnen we onze samenleving verbeteren en ruimte maken voor samenhang en saamhorigheid met het oog op een nieuwe welvaart.

Proactief

Het is daarom tijd, aldus Lars Klingbeil en Henning Meyer, om in het publieke debat proactiever in te gaan op de betekenis van arbeid bij het vormen van een sociale toekomst. Het is de basis voor het beheersen van de grote uitdagingen van onze tijd en tegelijkertijd een concurrentievoordeel als de komende verandering in de wereld van arbeid op de juiste manier in de onderhandelingen wordt meegenomen.

Hausse aan publicaties

De bijdrage van Judith Clifton, Amy Glasmeier and Mia Gray gaat over de invloed van kunstmatige intelligentie en zelfdenkende machines op arbeid. Met welke gevolgen we te maken krijgen, weten we nauwelijks. De enige zekere manier om de invloed van kunstmatige intelligentie-technologieën niet te voorspellen, is technologisch determinisme.

Heeft kunstmatige intelligentie (Artificial IntelligenceAI) invloed op de manier waarop en de plaats waar we werken? In hoeverre verandert AI nu al fundamenteel onze relatie tot arbeid? In het afgelopen decennium is er een hausse geweest aan wetenschappelijke teksten, adviezen, rapporten en nieuwsartikelen over de mogelijke effecten van AI. Er werden zowel utopische als dystopische visies op de toekomstige werkplek ontwikkeld. Ondanks deze omvangrijke hoeveel publicaties blijft AI een raadsel, een nieuwe technologie. De gevolgen van invoering van AI voor de arbeidsstructuur worden nog maar ternauwernood beseft.

Antwoorden variëren enorm

Veel onderzoek heeft geprobeerd de vraag te beantwoorden of AI en automatisering zullen leiden tot massale werkloosheid. Afhankelijk van methode, aanpak en land, variëren de antwoorden enorm. De wetenschappers Frey en Osborne van de Universiteit van Oxford voorspellen dat tot 47 procent van de Amerikaanse banen een ‘hoog risico’ loopt op automatisering aan het begin van de jaren 2030. Een onderzoek door Arntz et al in opdracht van de OESO – Organisatie voor Economische Samenwerkingen Ontwikkeling – is daarentegen van mening dat dit percentage te pessimistisch is, aangezien slechts negen procent van de banen in OESO-landen automatiseerbaar is.

In hun artikel stellen de drie auteurs dat de invloed van AI op arbeid niet deterministisch is: het zal afhangen van een reeks kwesties, waaronder plaats, opleidingsniveaus, geslacht en, misschien wel het allerbelangrijkste, overheidsbeleid en bedrijfsstrategie

When machines think for us: the consequences for work and place, door Judith Clifton, Amy Glasmeier, Mia Gray, Social Europe, 14 mei 2020: www.socialeurope.eu/when-machines-think-for-us-consequences-for-work-and-place

Robots won’t make us redundant, door Lars Klingbeil and Henning Meyer, Social Europe, 14 mei 2020: www.socialeurope.eu/robots-wont-make-us-redundant

Social Europe: www.socialeurope.eu

‘Verpleegkundigen weten heel goed wat nodig is, ze zijn praktisch, slim en snel’

ZonMW heeft ter gelegenheid van de Dag van de Verpleging van 12 mei 2020 acht verpleegkundigen en een lector geïnterviewd. De negen geven in het gesprek hun visie op de ontwikkeling van hun beroep en op de huidige situatie.
ZonMW is een Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie.

Geinterviewd zijn:

Margreet van der Cingel, lector leiderschap en identiteit in het verpleegkundig domein aan de NHL Stenden Hogeschool en het Medisch Centrum Leeuwarden: ‘Kennelijk kunnen we nu wel de kop boven het maaiveld uitsteken’.

Marjon van Aalten, sociaal verpleegkundige bij de gemeente Utrecht. Haar werkdagen zien er nu met de corona-crisis totaal anders uit: ‘Verpleegkundigen weten heel goed wat nodig is, ze zijn praktisch, slim en snel’.

Kim de Groot, wijkverpleegkundige bij Thebe in Oosterhout en onderzoeker bij het Nivel. Toen de corona-crisis uitbrak, besloot ze onmiddellijk haar uren bij Thebe uit te breiden: ‘Hier kan geen teambuilding tegenop’.

Ingrid Brokx, verpleegkundig specialist jeugd; voert al jaar en dag de taken uit van de jeugdverpleegkundige en arts op het consultatiebureau 0-4 jaar voor JGZ in Almere: ‘De corona-regels doen de laagdrempelige aanpak van consultatiebureaus teniet’.

Janet Marringa, coördinerend begeleider in een (woon)huis voor mensen met een verstandelijke beperking. Zij werkt bij Middin: ‘Het maakt niet uit of iemand hoger of lager op de ladder staat’

Afkemarij ten Hoeve-Heida, avond-, nacht- en weekendhoofd in het Medisch Centrum Leeuwarden. Zij is ook lid van de Verpleegkundige Advies Raad (VAR) in het MC: ‘Voorheen waren we een ziekenhuis met afdelingen, nu zijn we één groot team’.

Marieke Goris, wijkverpleegkundige, adviseur bij Vilans en projectleider van een werkplaats verzorgend leiderschap: ‘Het is opvallend dat bestaande en nieuwe kennis razendsnel wordt gedeeld’.

Linda Riethoff, kwaliteitsverpleegkundige bij verzorgingshuis/woonzorgcentrum Havenlicht in Pernis: ‘Mensen met dementie beseffen dat hun partner of kind niet geweest is’.

Nandl Lokhorst, sociaalpsychiatrisch verpleegkundige bij GGZ Rivierduinen, locatie GGZ Haagstreek/Zoetermeer: ‘Ook als de coronatijd voorbij is, blijf ik wandelen met cliënten’.

Lees de interviewreeks op site van ZonMW: Dag van de Verpleging 2020, interviewreeks, mei 2020: https://www.zonmw.nl/nl/artikel/dag-van-de-verpleging-2020-0

ZonMw: www.zonmw.nl/nl

Gedeelte uit Toekomstvisie: Huis voor Klokkenluiders

Weinig vertrouwen in Toekomstvisie Huis voor Klokkenluiders. Bescherming klokkenluider niet centraal

Caroline Raat & Jeroen Brabers vragen zich af of klokkenluiders veel zullen opschieten met de toekomstvisie Van Huis voor Klokkenluiders naar een autoriteit voor Integriteit en Klokkenluiden dat in februari 2020 is gepubliceerd*).
De Toekomstvisie is geschreven met het oog op de geplande evaluatie van de Wet Huis voor Klokkenluiders en de op handen zijnde implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden**).

In hun artikel Toekomstvisie Huis voor Klokkenluiders, wat schieten we ermee op? op de site van Risk & Compliance Platform Europe gaan de auteurs dieper in op een aantal cruciale passages uit de Toekomstvisie. Het artikel is gebaseerd op een Nota van 2 maart 2020 met een aantal kritische kanttekeningen en aanbevelingen van Transparency International Nederland (TI-NL) aan de minister van Binnenlandse Zaken. TI-NL spant zich sinds haar oprichting 1999 in voor effectieve klokkenluidersbescherming in Nederland.
Mr. Jeroen Brabers is bestuurslid van Transparency International Nederland en mr. dr. Caroline Raat is onderzoeker en auteur op het gebied van recht en integriteit.

Bescherming klokkenluider niet centraal

De auteurs concluderen dat de bescherming van de klokkenluider in de Toekomstvisie niet centraal staat. Ze schrijven:

“Niet alleen blijven grote groepen melders onbeschermd, ook worden door de voorstellen van het Huis de risico’s van belangentegenstellingen niet verminderd maar mogelijk zelfs vergroot. Gevreesd moet worden dat zo het vertrouwen in het Huis aan de zijde van de klokkenluiders niet snel wordt opgebouwd. En dat vertrouwen is wel nodig om het Huis geaccepteerd te krijgen als centraal kennisinstituut.

Naast het bovenstaande valt er nog meer op te merken bij de Toekomstvisie. Zo wil het Huis regiefuncties en toezichthouderstaken, die de wetgever bij de behandeling van het wetsvoorstel indertijd bewust niet heeft willen toekennen. Het gaat te ver ook daarop in dit kader in te gaan, maar het is symptomatisch voor de tekortkomingen onder staats- en bestuursrecht. Het Huis kan en mag als zelfstandig bestuursorgaan niet meer dan wat de wet hem toelaat.

Wij hopen dat de wetgever bij de evaluatie van de wet en de implementatie van de Klokkenluidersrichtlijn de voorstellen van het Huis goed zal afwegen. Integriteit is te belangrijk en we mogen klokkenluiders niet in de kou laten staan. Het oorspronkelijk doel van de wet, bescherming van de klokkenluider, moet bij alle afwegingen en plannen worden geborgd”.

In de Nota van TI-NL van 2 maart 2020 aan de minister van BZK staan aanbevelingen voor de evaluatie van de Wet en herinrichting van het Huis:

Evaluatie van de Wet Huis voor klokkenluiders

1. Stel bescherming van klokkenluiders ondubbelzinnig als doel in de Wet
2. Keer bewijslast bij benadeling om
3. Bescherm getuigen, onderzoekers en andere betrokkenen
4. Breid bescherming ZZP’ers, vrijwilligers en stagiairs uit
5. Maak anoniem melden mogelijk
6. Alle vormen van melden moeten bescherming genieten
7. Schrap vereiste “maatschappelijk belang” in definitie misstand

Voornaamste overwegingen bij herinrichting van Huis voor Klokkenluiders

1. Splits advies en onderzoek ook in de praktijk en breng het onder bij twee verschillende instanties
2. Zorg dat klokkenluiders in de tussentijd niet in de kou komen te staan
3. Geef het Huis een sanctionerende bevoegdheid
4. Betrek het maatschappelijk middenveld en de private sector in op te richten Raad van Advies

Onder het artikel van Caroline Raat & Jeroen Brabers is al een reactie geplaatst, die luidt: “Heb geen enkel vertrouwen in het huidige huis voor klokkenluiders. Alles is zo geformuleerd dat er altijd wel een reden gevonden kan worden om de zaak niet op te pakken. Een advies: klokkenluider houdt je mond. De prijs voor het luiden is te hoog. Oud rechercheur vuurwerkramp”.

Noten
*) Van Huis voor Klokkenluiders naar een autoriteit voor Integriteit en Klokkenluiden: Toekomstvisie, Huis voor Klokkenluiders, 24 februari 2020: www.huisvoorklokkenluiders.nl
*) Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden: https://eur-lex.europa.eu/eli/dir/2019/1937/oj

Toekomstvisie Huis voor Klokkenluiders, wat schieten we ermee op? door Caroline Raat & Jeroen Brabers, Riks & Compliance, 11 mei 2020: https://www.riskcompliance.nl/news/toekomstvisie-huis-voor-klokkenluiders-wat-schieten-we-ermee-op/ (Niet meer beschikbaar)

Aanbevelingen TI-NL bij evaluatie Wet en herinrichting Huis voor Klokkenluiders, door Lotte Rooijendijk, Transparency International, 5 maart 2020: ww.transparency.nl/nieuws/2020/03/aanbevelingen-ti-nl-bij-evaluatie-wet-en-herinrichting-huis-voor-klokkenluiders/

Van Huis voor Klokkenluiders naar een autoriteit
voor integriteit en klokkenluiden:
Toekomstvisie,
februari 2020: https://beroepseer.nl

Huis voor Klokkenluiders: www.huisvoorklokkenluiders.nl

Pedagoge Laura Batstra: ‘Af en toe doe ik weer water bij de wijn, maar ik kan het ook niet’

Vlak voor de coronacrisis interviewde Bas Levering, hoofdredacteur van tijdschrift Pedagogiek in praktijk dr. Laura Batstra  over haar werkgroep Druk & Dwars. Batstra is universitair hoofddocent bij de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Ze doet o.a. onderzoek naar methoden om psychiatrische overdiagnostiek te voorkomen zonder onderbehandeling te riskeren. In 2012 publiceerde zij Hoe voorkom je ADHD. Door de diagnose niet te stellen. Daarin pleit ze voor een andere aanpak van de ADHD-problematiek. In 2017 verscheen ADHD. Macht en misverstanden.
Druk & Dwars geeft normaliserende en demedicaliserende voorlichting over ADHD en druk en dwars-gedrag, evenals de groepsoudercursus Druk & Dwars, waar geen kindgebonden classificatie voor nodig is. De komende jaren gaat Druk & Dwars zich ook richten op onderwijs en kinderopvang.

Het gesprek ging behalve over de dominantie van het stoornissendenken en het pedagogische antwoord daarop, ook over pedagoog worden en de eisen van de opleiding.

De beginpassage uit het interview:

Je bent van huis uit geen pedagoog. Hoe ben je eigenlijk pedagoog geworden?

“Hoe ik pedagoog geworden ben…? Ik was het altijd al. Maar de eerste keer dat iemand het tegen me zei, was toen ik mijn eerste ADHD-boek had geschreven. Als medelezer had ik Harriet Speelman gevraagd. Toen ze het gelezen had, zei ze: ‘Jij bent orthopedagoog pur sang’. Toen dacht ik: dat is eigenlijk wel zo. Maar ik ben inderdaad als psycholoog afgestudeerd, gepromoveerd in de medische wetenschap en ben gaan werken in de kinderpsychiatrie. Het gevoel pedagoog te zijn, had ik ook heel sterk toen ik vanuit de psychiatrie hier bij Orthopedagogiek in Groningen kwam werken. Ik weet nog dat ik bij de oratie van Sip Jan Pijl in de zaal zat. Ik had gewoon last van emoties, want het ging over inclusief onderwijs – precies wat ikzelf nastrevenswaardig vind – en dat hoor je dan iemand anders vertellen. Dat gebeurt hier natuurlijk vaker. Het mag nog wel wat meer, want wat mij betreft loopt de orthopedagogiek teveel achter de medici en de neurologen aan”.

Wat we vergeten zijn is om in te zetten op anders denken.

In het interview heeft Batstra het ook over de werkgroep Druk & Dwars, ontstaan als initiatief van de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool in Groningen in samenwerking met de gemeentes Groningen, Stadskanaal, Delfzijl, Appingedam en Loppersum. Het team van Druk & Dwars werkt op basis van vragen uit de praktijk en bouwt aan een brug tussen wetenschap en werkveld.

“We constateren het keer op keer in Druk & Dwars, en ik krijg het ook altijd weer te horen als ik het land in ben om lezingen te geven. We hebben met passend onderwijs en de transitie van de jeugdzorg aan allerlei mensen gevraagd om anders te handelen als het om deze kinderen gaat. Wat we vergeten zijn is om in te zetten op anders denken. Het stoornisgebonden denken is overal. Dus hoe kun je dan van leerkrachten vragen om anders te doen als zij deken dat het gedrag een gevolg is van een hersenstoornis, die je maar beter zo vroeg mogelijk diagnosticeert voordat het erger wordt?
Ik denk dat daar nog heel veel winst te behalen is. Daarom hebben we bij Druk & Dwars een online-lezing opgenomen, waarin we de fundamenten en argumenten voor het pedagogische perspectief weergeven”.

Het interview is te lezen op de site van Druk & Dwars: Dominant stoornisdenken, het pedagogische antwoord daarop, 7 mei 2020: https://drukendwars.nl/interview-met-laura-batstra-in-pip/

Zie maar wat je ermee doet, maar je wordt wel pedagoog! door Bas Levering, Pedagogiek in de praktijk, 16 april, 2020: www.pedagogiek.nu/zie-maar-wat-je-ermee-doet-maar-je-wordt-wel-pedagoog/1029016

De andere kijk op jeugdhulp van Laura Batstra: Naar een vriendelijker samenleving die mensen die anders zijn niet ziek verklaart, Blogs Beroepseer, 29 november 2018: https://beroepseer.nl

In de bundel Écht doen wat nodig. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp (2018) is een hoofdstuk opgenomen van Laura Batstra: Van psychiatrische kinderziekten naar sociale en maatschappelijke problemen. https://beroepseer.nl/

Zuyderland Medisch Centrum is gestopt met medewerking aan acht keurmerken

Het Zuyderland Medisch Centrum in Limburg deelt op de website mee dat het stopt met de medewerking aan keurmerken en lintjes: “Dit besluit nemen we omdat we ervan overtuigd zijn dat goede zorg niet altijd aangetoond hoeft te worden door middel van een keurmerk waar veel tijd van de zorgprofessionals voor nodig is. De keurmerken en lintjes die door patiëntverenigingen worden toegekend, hebben lange tijd een belangrijke bijdrage geleverd aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg door het centraal stellen van het patiëntperspectief. Tegenwoordig zijn ze minder relevant, omdat bijna alle keurmerken door het ziekenhuis worden behaald”.

Zuyderland – de grootste werkgever van Limburg –  is per januari 2015 ontstaan door een fusie van Atrium Medisch Centrum Parkstad en Orbis Medisch en Zorgconcern Sittard-Geleen. Het was het begin van een omvangrijk veranderingsproces.
Zuyderland volgt het advies van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). De NVZ adviseert ziekenhuizen om niet langer deel te nemen aan keurmerken gezien er vaak administratieve lasten en extra kosten aan deelname van keurmerken verbonden zijn.

Gestopt is met de volgende keurmerken:

  • Roze lintje voor Borstkankerzorg
  • Patiëntenwijzer bloed- en lymfeklierkanker
  • Smiley voor dagbehandeling kinderen
  • Smiley’s voor kinder- en kraamafdeling
  • Kies uw Reumazorg
  • Spatader- en Vaatkeurkmerk
  • Pluim voor vruchtbaarheidszorg
  • Seniorvriendelijk ziekenhuis

Bij Zuyderland staan het leveren van kwalitatief goede, veilige en persoonsgerichte zorg voorop. Voor scores op  kwaliteitsindicatoren zie: www.ziekenhuischeck.nl

Zuyderland Medisch Centrum stopt met deelname aan keurmerken, Zuyderland, 7 mei 2020: www.zuyderland.nl

David van Lennep Scriptieprijs online uitgereikt aan drie winnaars

Hoe beïnvloeden platform en platformwerkers elkaar als zij allebei streven naar winstmaximalisatie? Kan je proactief gedrag in teams versterken door agile werkpraktijken? Leidt afleiding door technologie zoals e-mail en sociale media, tot meer werkstress en minder productiviteit en wat is er tegen te doen? Vragen van drie jonge veelbelovende onderzoekers  in hun masterthesis.

Floris de Krijger, Tom Junker en Nick Becker worden daarvoor beloond met de NSvP David van Lennep Scriptieprijs. De prijzen van respectievelijk € 2.000, € 1.500 en € 1.000 zijn op 29 april 2020 uitgereikt.
De David van Lennep Scriptieprijs, genoemd naar de grondlegger van de Nederlandse Stichting voor Psychotechniek (NSvP) wordt sinds 1997 uitgereikt door de Nederlandse Stichting voor Psychotechniek (NSvP) aan de drie beste mastertheses op het gebied van arbeid, beroep en organisatie. De prijs is een van de manieren waarop de stichting bijdraagt aan de innovatie op het terrein van arbeids- en organisatiepsychologie. De mastertheses worden door de hoogleraar van de betreffende vakgroep voorgedragen voor de scriptieprijs. Een onafhankelijke jury wijst de winnaars aan.

Dit jaar is de bekendmaking en uitreiking voor het eerst online gedaan, vanwege annulering van het symposium op 26 maart 2020 tengevolge van de Covid-19 crisis.

Eerste prijs

De eerste prijs is gegaan naar Floris de Krijger van de Universiteit van Utrecht voor zijn scriptie Free to enjoy a precarious ride. On entrepreneurial game playing in the platform-based food delivery sector over de de manier waarop  platforms en platformwerkers elkaar beïnvloeden: als in een spel. De Krijger laat in zijn thesis zien dat je de verhouding tussen opdrachtgever (Deliveroo, Uber Eats) en opdrachtnemer (de fietskoerier) kunt bestuderen alsof die twee partijen een spel met elkaar spelen. De organisatie probeert de ZZP’ers die voor hen werken via een ingewikkeld systeem van stukloon te manipuleren. De regels van dat systeem veranderen in hoog tempo en zijn afhankelijk van de tijd van de dag, de af te leggen afstand, de plek waar een koerier zich bevindt.

Op hun beurt proberen koeriers hun verdiensten te maximaliseren door te reageren op deze regels en de veranderingen daarin. Ze zijn op bepaalde tijden of plekken beschikbaar voor een opdracht (en op andere niet), en kiezen er bewust voor bepaalde opdrachten wél en andere niet aan te nemen. Als er bijvoorbeeld om half elf ‘s ochtends een maaltijd in een buitengebied bezorgd moet worden, zullen maar weinig fietskoeriers die opdracht willen aannemen (dat kost teveel moeite; het is ver weg en je zult op die plek niet gemakkelijk snel een nieuwe opdracht vinden). De organisatie kan daarop reageren door de verdiensten voor de rit naar die specifieke bestemming te verhogen, zodat de maaltijd toch wordt afgeleverd. Zo ontstaat het beeld van een soort schaakpartij waarbij de ene partij een zet doet en de ander daarop reageert.

Door de actualiteit van het gekozen onderwerp heeft het onderzoek grote maatschappelijke relevantie. Ook de gehanteerde (etnografische) methodologie, waarbij Floris de Krijger zelf als platformwerker aan de slag ging en data verzamelde door observaties en interviews met andere koeriers, is een bijzonder veeleisende methodologische aanpak. In combinatie met het speltheoretische perspectief op arbeid en organisatie vond de jury dit onderzoek verrassend en zeer interessant.

Tweede en derde prijs

De tweede prijs ging naar Tom Junker van Erasmus Universiteit Rotterdam voor zijn scriptie Agile team practices: Construct development and multilevel study die gaat over de relatie tussen agile werken en proactief werkgedrag in teams.

Nick Becker van Universiteit Maastricht won de derde prijs voor zijn scriptie Please, let me finish! – The relationship of technology-mediated interruptions with time pressure and task accomplishment, the mechanism responsiveness and the benefits of mindfulness  over de onderbrekingen op het werk tengevolge van de nieuwe technologie, zoals steeds binnenkomende e-mails. Ze kunnen een belangrijke bron van stress zijn en de arbeidsprestaties verminderen. Hoe kunnen we de afleiding op het werk beperken?

Downloaden scripties van de drie winnaars: David van Lennep Scriptieprijs dit jaar online uitgereikt, Innovatief in werk, 30 april 2020: www.innovatiefinwerk.nl

Zie ook de scripties van de overige tien genomineerden: www.innovatiefinwerk.nl/david-van-lennep-scriptieprijs/nominaties/2019

De Nederlandse Stichting voor Psychotechniek( NSvP) maakt zich sterk voor mens en werk en gelooft in ruimte voor verschil in talent. NSvP stelt de vraag hoe de arbeidsmarkt van morgen eruit ziet en wat dat vraagt van de talentontwikkeling van jongeren en werkenden: www.innovatiefinwerk.nl

Vlaams onderzoek naar vertrouwen burger in beleid overheid tijdens coronacrisis

In het kader van de recente COVID-19 uitbraak en de daaropvolgende lockdownmaatregelen hebben wetenschappers van het onderzoekscentrum GOVTRUST een aantal vragen toegevoegd aan de Grote Coronastudie  van de Universiteit van Antwerpen. In de vragen van GOVTRUST werden zaken als vertrouwen in de overheid om de COVID-19-crisis aan te pakken en effectiviteit van de overheidsmaatregelen gemeten. De resultaten zijn samengevat in de korte onderzoeksnota Vertrouwen in het COVID-19 beleid.

In democratische regimes is het vertrouwen van de burger in het overheidsbeleid van groot belang voor een succesvolle implementatie van beleid. Er kan geen politieman op elke hoek van de straat staan om naleving af te dwingen. Ook een succesvol COVID-19 beleid staat of valt met de acceptatie van dat beleid door de burger. Daarom is het vertrouwen van de burger in dat beleid zo belangrijk.

In de korte onderzoeksnota over vertrouwen in de overheid tijdens de COVID-19 crisis tonen onderzoekers prof. dr. Koen Verhoest, prof. dr. Wouter van Dooren en Steven de Vadder in samenwerking met andere GOVTRUST leden resultaten over vertrouwen in de overheid uit twee edities van de Grote Coronasurvey van de Universiteit van Antwerpen van 7 en 28 april 2020. Deze resultaten geven onder meer inzicht in de risicoperceptie van Vlamingen, het vertrouwen in de overheid om op een goede manier de COVID-19 crisis aan te pakken, hoe betrouwbaar diverse informatiebronnen over COVID-19 worden gevonden en de mate waarin overheidsmaatregelen als restrictief en/of effectief worden gezien.

Conclusies

“We kunnen concluderen dat op 7 april de steun en het vertrouwen in de overheden groot was, met uitzondering van de Europese Unie, en het vertrouwen in de experten bijna absoluut. De burgers geloofden in de effectiviteit van de genomen maatregelen en vonden niet dat de overheid teveel beperkingen oplegde. In deze epidemiologische fase werd alles ingezet op het reduceren van het aantal besmettingen. Enkele weken (28 april) later zijn er enkele opvallende evoluties: het vertrouwen in verschillende overheidsniveaus is afgenomen, meer burgers vinden dat er te veel beperkingen worden opgelegd en het geloof in de effectiviteit van de economische en sociale maatregelen is beperkt.
We zitten nu ook in een nieuwe fase waarin de exit-strategie vorm krijgt. In deze fase zijn de keuzes onduidelijker en is er meer behoefte aan politiek debat. De politieke en maatschappelijke onduidelijkheid vertaalt zich in de cijfers.
Het hoge vertrouwen in de eerste fase van de crisis was allicht ook het resultaat van de duidelijke argumentatie van de beleidsbeslissingen. De cijfers tonen aan dat zelfs verregaande maatregelen door de bevolking worden geaccepteerd als ze goed worden uitgelegd.
De exit is complexer dan de ‘lockdown’. Naast virologische afwegingen, komen ook sociale en economische motieven in het vizier. Ook in de nieuwe fase zal het belangrijk zijn om in alle transparantie de burger te informeren over de stappen die gezet worden”.

Downloaden GOVTRUST COVID-19 onderzoeksnota: Vertrouwen in het COVID-19 beleid, GOVTRUST Centre of Excellence University of Antwerp, 5 mei 2020: https://beroepseer.nl

Grote Coronastudie: www.uantwerpen.be/nl/projecten/corona-studie