Het blijkt dat academici en universiteiten actief gelobbyd hebben om hun beroep als ‘vitaal’ te verklaren. Dit in verband met de noodmaatregelen van de overheid n.a.v. de COVID-19-uitbraak en de publicatie van een overzicht van cruciale beroepen en vitale processen, die onmisbaar zijn voor het functioneren van de maatschappij. Sommige ouders of verzorgenden kunnen in de periode zolang de maatregelen van kracht zijn, op hun eigen school of opvang gebruik maken van opvangmogelijkheden voor kinderen, zodat zij kunnen blijven werken en de samenleving draaiende houden. Het gaat hier om beroepsgroepen die in de omstandigheden van COVID-19 vragen om continue bezetting. Ook onmisbare functies ten behoeve van een van deze cruciale beroepsgroepen kunnen een beroep doen op kinderopvang.
Zes academici*) van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit van Amsterdam schrijven op Science Guide – podium voor hoger onderwijs en wetenschap – dat de lobby succesvol was in haar poging en verwijzen naar een persbericht, verstuurd op 17 maart 2020 door de Vereniging van Universiteiten (VSNU):
“Voor de medewerkers van universiteiten geldt dat zij vallen onder de ‘cruciale beroepen’, wanneer zij nodig zijn voor het organiseren van (afstands)onderwijs, zo is aan de VSNU verzekerd door het ministerie van OCW. Deze definitie is volgens de VSNU in de praktijk in elk geval, maar niet limitatief, van toepassing op:
– De docent
– ICT-personeel benodigd voor het in de lucht houden van de ICT-infrastructuur en programma’s ter ondersteuning van afstandsonderwijs.
Voor verdere informatie verwijzen we naar de website van de Rijksoverheid”.
Vervolgens werden e-mails rondgestuurd met berichten als: “Het ministerie heeft duidelijk gemaakt dat universitair medewerkers tot de vitale beroepen in Nederland horen. Dit betekent dat, als je niemand anders thuis hebt die voor je kinderen kan zorgen, je het recht hebt ze naar kinderopvang of school te sturen”.
De zes academici zijn het hier niet mee eens. Buiten de medische afdelingen is wetenschappelijk onderwijs geen urgent beroep. Men zou dan ook geen aanspraak moeten maken op de noodopvang.
“Het komt misschien voor sommigen als een schok, maar wij academici zijn niet zo vitaal als we denken”, is het commentaar van de zes auteurs.
Ze merken op dat tot op heden die ‘vitaal beroep’-status niet expliciet is gemaakt op de officiële overheidswebsite waarnaar de VSNU verwijst, hoewel het Ministerie van Onderwijs (OCW) op 19 maart een Kamerbrief verstuurde waarin die status bevestigd wordt. De lijst op de website van de overheid vermeldt nog steeds alleen ‘leraren en personeel benodigd op school’ – en ironisch genoeg is ‘schoolleraar’ een label dat universiteitsbesturen kennelijk ineens graag omarmen.
Eisen
In plaats van te kiezen voor een ‘vitaal beroep’-claim, waarmee ze effectief het reeds precaire gezondheidssysteem en het primair onderwijs in Nederland overbelasten, zouden universiteiten als werkgevers solidariteit moeten organiseren. De zes auteurs beschrijven hoe dat kan en concluderen dat er vooral leiderschap is vereist. Ze stellen vervolgens vijf eisen aan de Nederlandse universiteiten:
1) Uitgezonderd medische staf die direct betrokken is bij het managen van de COVID-19 crisis, moet de claim dat universitair medewerkers een ‘vitaal beroep’ uitoefenen worden teruggenomen;
2) Alle inspanningen moeten gericht zijn op het verlichten van de druk op studenten, en dat betekent het aanpassen van deadlines, extra herkansingsmogelijkheden, en het ruimhartig beoordelen van werk, allemaal op zo’n manier dat studenten zowel door kunnen gaan met hun studie of kunnen afstuderen, en de minste financiële lasten oplopen;
3) Zowel de veiligheid als de doorbetaling van ondersteunend en facilitair personeel moet worden zeker gesteld, of hun werk nu is ge-outsourced of niet;
4) Tijdelijke staf heeft in het bijzonder extra ondersteuning nodig; tenure tracks moeten ruimhartig worden beoordeeld en promotietrajecten moeten worden verlengd;
5) Er moet druk komen op de overheid om financiële ondersteuning te geven aan tijdelijke staf, maar in het bijzonder aan studenten. De overheid heeft een enorm pakket aan steunmaatregelen voor bedrijven aangekondigd. Waarom niet voor studenten? Het kwijtschelden van studieleningen en de verlenging van studies zonder bijkomend collegegeld zijn twee voor de hand liggende opties die verdergaan dan het slechts uitstellen van schuldbetalingen en het effectief vergroten onder studieschuld, zoals aangekondigd in de brief van de minister aan de Tweede Kamer van 19 maart.
Petitie
De zes academici zijn een online petitie gestart om hun eisen kracht bij te zetten:
“Beste academische gemeenschap – schoonmakers, cateraars, support staf, studenten, docenten: Onderteken dit document als je de boodschap dat de universiteit nu niet met ‘business as usual’ kan doorgaan en de urgente noodzaak ziet om ons te bezinnen op wat wij als gemeenschap van elkaar verwachten”.
Zie voor de petitie: https://pad.riseup.net/p/Academics_Are_Not_a_Vital_Profession-keep
Academici zijn geen ‘vitale beroepsgroep’, door Willem Schinkel & Marguerite van den Berg & Sarah Bracke & Irene van Oorschot & Rogier van Reekum & Jess Bier, Science Guide, 20 maart 2020: www.scienceguide.nl
Vragen over noodopvang voor kinderen van ouders in cruciale beroepen of vitale processen, Rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl
Kamerbrief COVID-19 aanpak hoger onderwijs, Tweede Kamer, 19 maart 2020; en Servicedocument HO – aanpak Coronavirus COVID-19, Ministerie van OCW, 23 maart 2020: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2020Z05376&did=2020D11138
Noot
*) Willem Schinkel, Erasmus University Rotterdam
Marguerite van den Berg, University of Amsterdam
Sarah Bracke, University of Amsterdam
Irene van Oorschot, Erasmus University Rotterdam
Rogier van Reekum, Erasmus University Rotterdam
Jess Bier, Erasmus University Rotterdam
De afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann