Skip to main content

Nadruk op toetsen en meten leidt niet tot beter onderwijs

Er wordt steeds meer getest, getoetst en gemeten in het onderwijs. Maar de vraag is natuurlijk wat, hoe en waarom er wordt gemeten? En vooral wat er met die resultaten allemaal wordt gedaan? Eric Verbiest, zelfstandig adviseur op het gebied van schoolontwikkeling en gastprofessor aan de Universiteit van Antwerpen voor onderwijsinnovatie gaat in zijn artikel Worden varkens zwaarder door ze te wegen? in op deze vragen aan de hand van zijn bespreking van het door Diane Ravitch geschreven boek The Death and Life of the Great American School System. How Testing and Choice Are Undermining Education. Ravitch is research-professor Onderwijs aan de Universiteit van New York en onderzoekt onderwijsbeleid. Ten tijde van de regering George Bush Sr in de jaren negentig was zij onderminister van Onderwijs. Sinds haar in 2010 verschenen boek woedt er in de VS een heftig debat. Ravitch stelt in haar boek enkele vernieuwingen in het Amerikaanse onderwijs, waaronder het toenemende toetsbeleid, aan de kaak.

Verbiest constateert dat In Nederland en Vlaanderen beleidsmakers graag verwijzen naar internationale vergelijkingen van leerlingprestaties om het eigen beleid te rechtvaardigen. Landen met een verschillende cultuur, een verschillende traditie van onderwijsvernieuwing en een verschillende graad van economische ontwikkeling, grijpen alle naar quasi dezelfde middelen om het onderwijs te vernieuwen. Vragen of bepaalde ontwikkelingen passen bij de nationale onderwijscontext, worden nauwelijks gesteld.
Verbiest: “Zo zien we de laatste decennia in het onderwijsbeleid van allerlei landen de invloed van een neoliberale besturingsfilosofie, het zogeheten New Public Management.
… Belangrijke kenmerken van deze sturingsfilosofie zijn onder meer: nadruk op outputgerichte sturing  ten koste van sturing op input en processen; nadruk op het meten van resultaten; introductie in de publieke sector van marktprikkels en meer invloed voor de klanten van diensten, via vraagsturing”.
Zowel de regering Bush Sr als de regering Clinton wilden in het onderwijs de bureaucratie terugdringen en ondernemerschap bevorderen, onder meer via deregulering en privatisering. Aanvankelijk was Ravitch ook enthousiast over de potentiële resultaten van toetsen, verantwoording afleggen van scholen over de bereikte resultaten (accountablity) en marktprikkels in het onderwijs. Streven naar hogere leeropbrengsten bij leerlingen, nagaan via centrale toetsen welk niveau leerlingen  bereiken en scholen stimuleren via marktprikkels om het beter te doen, lijken elementen van een beleid waar geen weldenkend mens tegen kan zijn.
Maar de uitwerking van dit beleid in de praktijk bleek minder positief.

Averechtse werking en erodering van het openbare schoolsysteem

Een van de belangrijkste onderwijsvernieuwingen van de VS in de afgelopen decennia is de No Child Left Behind Act (NCLB) van president Bush Jr die de kwaliteit van het onderwijs moest verbeteren, met name de basisvaardigheden van de leerlingen uit het primair en secundair onderwijs. Aan de hand van gestandaardiseerde toetsen dienen de staten van de VS de voortgang van de onderwijsresultaten op public schools – openbare scholen – vast te stellen. Als een school onvoldoende vooruitgang toont, wordt deze een school in need of improvement en intervenieert het onderwijsdepartement van de desbetreffende staat in de school. Deze voortgang wordt uitgedrukt in de Adequate Yearly Progress (AYP).
In het NCLB-beleid kwam steeds meer nadruk te liggen op het afleggen van verantwoording, op toetsing, op privatisering, op prestatiebeloning en op competitie tussen scholen. De belangrijkste remedies die NCLB voorschreef – met name vrije schoolkeuze en lessen na schooltijd – bleken niet te werken: slechts een klein aantal leerlingen maakte gebruik van deze mogelijkheden. Ouders protesteerden soms tegen het excessief toetsen van de leerlingen. Meer en meer scholen halen, naarmate 2014 nadert, niet de AYP en worden dan ook als falende scholen gezien. In 2007 – 2008 betrof dit al meer dan een derde van alle openbare scholen. Het gevolg is dat duizenden scholen het risico lopen om gesloten of in een of andere vorm geprivatiseerd te worden. Tegelijk blijkt niet dat NCLB het onderwijs heeft verbeterd.

Een ander belangrijk thema dat Ravitch behandelt, betreft de vrije schoolkeuze. Het afgelopen decennium stimuleerde de Amerikaanse overheid vrije schoolkeuze, bijvoorbeeld via voucher schools  – privéscholen waarbij leerlingen met vouchers naar de school van hun keuze kunnen gaan; meestal dekten de vouchers slechts een deel van de kosten – en charter schools, ingericht door al of niet op winst gerichte organisaties of personen die van de staat een vergunningengeld uit de openbare middelen kregen. De basisstrategie was het marktmodel. Men geloofde dat door de competitie met voucher of charter schools de openbare scholen zouden verbeteren.

Onderzoek naar de effecten van voucher en charter schools laat een tegenstrijdige indruk achter. Voorstanders menen positieve effecten te kunnen aantonen, tegenstanders stellen dat er geen bewijs is voor een significante verbetering van de leerlingresultaten.
Hoewel overtuigend bewijs ontbreekt dat charter schools als zodanig betere resultaten bereiken dan public schools, blijkt, ook door maatregelen die genomen zijn door de regering-Obama, het aantal charter schools in de VS flink te groeien. Ravitch vreest dan ook dat hierdoor het systeem van openbare scholen erodeert, waardoor de ongelijkheid in het onderwijssysteem toeneemt. Bovendien ondervinden ook privéscholen veel concurrentie van de (gesubsidieerde) charterscholen. De komst van charterscholen droeg bij aan het sluiten van onder meer veel katholieke scholen die juist succesvol waren in het onderwijs aan gedepriveerde kinderen.

Waarde en betekenis van Ravitch’ boek

Wat is nu de betekenis van Ravitch’ boek voor het Vlaamse en Nederlandse onderwijs? Verbiest: “Onmiddellijk kan worden vastgesteld dat er grote verschillen zijn in het onderwijssysteem en het onderwijsbeleid tussen de VS enerzijds en Vlaanderen en Nederland anderzijds.
…We hoeven ook veel minder bang te zijn dat door onderlinge concurrentie het openbaar onderwijs verwordt tot – zoals premier Blair van Groot-Brittannië het ooit noemde – a poor service for poor people. Wij kennen hier ook niet de grote bemoeienis van invloedrijke private sponsors, zoals de Gates Foundation, die op politiek oncontroleerbare wijze het onderwijs proberen te beïnvloeden. De waarde van Ravitch’ boek ligt naar mijn mening vooral in de vragen die het oproept bij vooronderstellingen, ideeën en soms ook praktijken die ook meer en meer in Nederland en, zij het in mindere mate, ook in Vlaanderen in het beleid merkbaar zijn. Het gaat daarbij vaak om onderwerpen waarbij ingrijpende beslissingen en consequenties in het geding zijn. Voor leerlingen gaat het bijvoorbeeld om al of niet blijven zitten of al of niet naar een bepaald type vervolgonderwijs kunnen gaan. Voor leerkrachten en schoolleiders gaat het onder meer om de faam van de school, inkomen en carrièremogelijkheden”.

Het artikel Worden varkens zwaarder door ze te wegen? door Eric Verbiest is te downloaden op zijn eigen website Samen Wijs: www.samen-wijs.nl
Het artikel  is verschenen in het Vlaamse tijdschrift School en Begeleiding: Personeel en organisatie, 15 maart 2012 (Wolters Plantyn, Vlaanderen).

Zie ook over Diane Ravitch op site Beroepseer:

Amerikaans onderwijs in beroering

Demonstratie Safe Our Schools

Interview met Diane Ravitch over “hoe het niet moet-onderwijs”

Diane Ravitch over een compromisloze houding

Lijst van negentiende eeuwse vaardigheden voor de 21ste eeuw