Skip to main content

Redactie Beroepseer

RAND-onderzoek onthult enorme inkomensverschuiving naar de top 1%. Werknemers derven jaarlijks ca $ 2.5 biljoen aan inkomsten

De  niet-gouvernementele organisatie Oxfam Novib meldde naar aanleiding van een onderzoek naar de kloof tussen arm en rijk in 2018 dat gebleken was dat de rijkste 1 procent van de wereldbevolking meer bezit dan de helft van alle rijkdom op de wereld. Het was voor het eerst dat de grens van 50 procent was overschreden. In 2016 was het percentage nog 49. Voor Oxfam Novib was het duidelijk dat we een eind moesten maken aan de ongelijkheid en dat konden we doen door het bouwen aan een economie voor gewone, werkende mensen en niet voor de rijken en de machtigen.

In het artikel ‘We were shocked’: RAND study uncovers massive income shift to the top 1% gaat Rick Wartzman in op een recent onderzoek van RAND Corporation in het Amerikaanse maandblad Fast Company.
Middenin de wereldwijde corona-pandemie worstelen mensen met een essentieel beroep om de eindjes aan elkaar te knopen, terwijl rijke mensen steeds rijker worden. RAND heeft een analyse gemaakt van deze economische paradox en meldt geschokt te zijn door de enorme inkomensverschuiving naar de rijke 1 procent. RAND is een Amerikaanse organisatie voor onderzoek en ontwikkeling van oplossingen voor complexe problemen.

Het antwoord is verbijsterend

De vraag is hoever de werkende klasse achterop is geraakt door de winner-takes-all economie? Wat heeft de toenemende ongelijkheid de Amerikanen aan gederfde inkomsten gekost? Het antwoord is verbijsterend.
Het belastbare inkomen van een fulltime werknemer in de V.S. is momenteel gemiddeld ongeveer 50.000 dollar per jaar. Als de vruchten van de economische productie van het land in de afgelopen 45 jaar even ruim waren verdeeld als in de periode na de Tweede Wereldoorlog tot begin jaren zeventig, zou die werknemer in plaats daarvan tussen de  92.000 en 102.000 dollar verdienen. (De exacte cijfers variëren enigszins, afhankelijk van berekening van inflatie).

“We waren geschokt door de cijfers”, zegt Nick Hanauer, durfkapitaalverstrekker die met het idee kwam voor een onderzoek, samen met David Rolf, oprichter van Local 775 van de Service Employees International Union en voorzitter van het Fair Work Center in Seattle: “Het verklaart bijna alles. Het verklaart waarom mensen zo boos zijn. Het verklaart waarom ze economisch in een hachelijke situatie verkeren”.

De $ 2.5 biljoenendiefstal

Niet alleen de gemiddelde werknemer is geraakt. RAND heeft ontdekt dat de meest actieve fulltime werknemers – het 25e percentiel*) van de Amerikaanse inkomensverdeling – 61.000 dollar zouden verdienen in plaats van 33.000 dollar als de inkomsten van iedereen van 1975 tot 2018 ongeveer gelijk zouden zijn aan het bruto binnenlands product (BBP) zoals het geval was in de jaren vijftig en zestig.
Opmerkelijk is dat zelfs degenen in het 90e percentiel beter af zouden zijn dan nu als de economische groei was verdeeld zoals in het naoorlogse tijdperk. Ze zouden 168.000 dollar verdienen in plaats van 133.000.

Alles bij elkaar genomen zou volgens RAND 90 procent van de Amerikaanse werknemers jaarlijks in totaal een extra 2.5 biljoen dollar aan inkomen mee naar huis nemen als de economische opbrengsten net zo eerlijk verdeeld zouden zijn als in het verleden. Rolf noemt dit fenomeen de $ 2.5 biljoenendiefstal: “Vanuit de mensen gezien die hard hebben gewerkt en zich aan de regels hebben gehouden en toch veel minder deelhebben aan de economische groei dan de Amerikanen van een generatie geleden, zouden we het ‘omgekeerde distributie ’of‘diefstal’ kunnen noemen”.

Winnaars van de ongelijkheid

De RAND-gegevens laten ook zien wie de winnaars van de ongelijkheid zijn: degenen in de top 1 procent. Natuurlijk, zouden zij in een minder voordelige positie verkeren als de economische taart sinds het midden van de jaren zeventig was verdeeld als voordien het geval was. Dan zou namelijk het jaarinkomen van de gemiddelde eenprocenter dalen van ongeveer 1,2 miljoen naar 549.000 dollar.

Hoewel hij een ‘zillionaire’ is volgens eigen zeggen, is Hanauer een uitgesproken criticus van de kloof tussen de rijken en de anderen. Hij denkt en schrijft erover en windt zich erover op. Maar zelfs hij was verrast door de bevindingen van RAND. Hij zegt dat hij vóór de voltooiing van het rapport zelf snel een rekensommetje had gemaakt, maar de mate waarin de inkomens van de werknemers geen gelijke tred hebben gehouden met het BBP – ruim 40 procent – heeft hij onderschat.

RAND probeerde de gegevens op allerlei manieren te kraken, maar het basispatroon bleef overeind en geldt voor deeltijdwerkers, gezinnen, mannen en vrouwen, zwarten en blanken, stedelingen en plattelandsbewoners, en mensen met een middelbare schoolopleiding en universitaire opleiding.

Carter Price, wiskundige van RAND die met zijn collega Kathryn Edwards het rapport schreef, zegt dat hij verrast was door de omvang van de cijfers. Hij erkent dat een zwak punt van het model is dat het niet de totale vergoeding aan mensen weerspiegelt, waaronder de door de werkgever bijgedragen kosten voor gezondheidszorg en overheidsbijdragen voor sociale zekerheid, zoals huursubsidies.
Voor de overgrote meerderheid van de Amerikanen geldt dat wat ze met hun arbeid verdienen – uurloon of salaris – hun hele inkomen is.

Het juiste instituut voor het onderzoek

Het was geen toeval dat Fair Work Center RAND opdracht heeft gegeven om te kijken naar de gevolgen van ongelijkheid. Er zijn meer organisaties die onderzoek doen, maar daarvan worden sommige – zoals het Economic Policy Institute en het Center for American Progress – links genoemd. RAND wordt over het algemeen beschouwd als een van de ‘minst partijdige’ instituten die zowel door links als rechts serieus wordtgenomen. “We wilden het doen op een manier waarvan mensen die menen dat dit allemaal maar gezeur is, moeilijk de cijfers zouden kunnen negeren”.

De aanpak van Price en Edwards bleek een doorbraak. Met behulp van de Wage calculator – ontworpen door het Economic Policy Institute – hebben zij kunnen aantonen dat als de lonen van de Amerikaanse werknemers in de afgelopen drie decennia gelijke tred hadden gehouden met de productiviteitsstijgingen, zoals in de drie decennia na de Tweede Wereldoorlog, zij vandaag de dag meer dan 70.000 dollar zouden verdienen in plaats van 50.000. Maar tot nu toe heeft niemand geprobeerd gegevens over de gevolgen van de economische groei voor individu en gezin te verzamelen en hoe de economische groei wordt verdeeld over alle inkomens waardoor een abstract concept tastbaar wordt.

“Ik heb zoiets als dit niet eerder gezien”, zegt Ben Olinsky, senior vicepresident Beleid en strategie bij het Center for American Progress, die een voorproefje kreeg van het RAND-onderzoek. “Het is tamelijk dramatisch”.

De schuldvraag

Price en Edwards hebben het niet gehad over de oorzaken van de de ongelijkheid. Ze zeiden dat er wat dat betreft ’extra werk’ aan de winkel is. Hanauer en Rolf daarentegen hebben niet geaarzeld om de schuldigen aan te wijzen. Zij zeggen dat de schuld in grote mate ligt bij het decennialang mislukte beleid van de federale overheid, waardoor het minimumloon achteruit is gegaan, overwerk is onderbetaald, arbeidsrechten zijn genegeerd en de macht van vakbonden is ondermijnd. Zij wijzen ook op een verschuiving in de bedrijfscultuur die de belangen van aandeelhouders boven die van de werknemers stelt. Deze verschuiving is vijftig jaar geleden, in 1970, in gang gezet door de publicatie van een essay van econoom Milton Friedman getiteld The Social Responsibility of Business is to Increase Its Profits.

Volgens Rolf zijn veel van dit soort ontwikkelingen ingegeven door de overtuiging dat een vrije markt zou leiden tot welvaart voor iedereen. Dankzij het RAND-onderzoek “hebben we nu het bewijs dat deze theorie verkeerd is”.
Iedereen buiten de top 1 procent is het financieel niet goed gegaan in vergelijking met wat men historisch gezien had mogen verwachten.

Noot
*) Percentiel: Een begrip dat gebruikt wordt om een statistische populatie in delen op te splitsen. Een percentiel is de afbakening van waarnemingen binnen een populatie in honderdste delen. Het is de waarneming die een honderdste deel van een populatie afbakent. In dat verband kennen we ook decielen (afbakening van tiende delen) en kwartielen.

Downloaden Trends in Income From 1975 to 2018, door Carter C. Price, Kathryn A. Edwards, Rand Education and Labor, september 2020: www.rand.org/pubs/working_papers/WRA516-1.html

‘We were shocked’: RAND study uncovers massive income shift to the top 1%, door Rick Wartzman, Fast Company, 14 september 2020: www.fastcompany.com/90550015/we-were-shocked-rand-study-uncovers-massive-income-shift-to-the-top-1

Wage calculator, Economic Policy Institute: www.epi.org/multimedia/wage-calculator/

Scenario voor nieuwe inrichting Nederlandse economie, met plaats voor gezonde publieke sector en fatsoenlijke lonen

Een andere economie is nodig. De manier waarop Nederland is ingericht, is achterhaald, vindt econoom Dirk Bezemer: Onze publieke sector is versleten terwijl er geld genoeg is.
Bezemer is hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen waar hij onderzoek doet naar de gevolgen van financiële structuren voor het functioneren van de economie. Daarnaast is Bezemer lid van het Sustainable Finance Lab, gericht op onderzoek naar verduurzaming van de financiële sector. Eind augustus 2020 verscheen van zijn hand het boek Een land van kleine buffers waarin hij stelt dat we het geld dat er is verkeerd besteden.

In het interview van Daan Ballegeer met Dirk Bezemer in Het Financieele Dagblad over zijn nieuwe boek zucht de hoogleraar dat de manier waarop Nederland de afgelopen decennia is ingericht de houdbaarheidsdatum voorbij is. De overheid zou zich teveel richten op het stimuleren van financiële stromen die amper neerdalen bij de werkenden: “Daar kunnen we echt niet mee verder. De koopkracht van teveel Nederlanders is achtergebleven, zij deelden dus niet in de economische groei. We hebben teveel schulden, zijn te kwetsbaar. Aan de andere kant investeren we niet genoeg, en is er te weinig productiviteitsgroei”.

Wat wél blijft toenemen, zijn de financiële vermogens, en dat dus ten koste van innovatie, veerkracht en draagvlak. “Nederland heeft hoge private schulden, kleine buffers bij met name grote bedrijven, en een financieel versleten publieke sector”.
Volgens Bezemer doen we onszelf tekort. Er is genoeg geld, maar we gebruiken het verkeerd.

Verkeerde ideologie

Hoe kan de situatie verbeteren? Nu is het zo dat het geld zich ophoopt bij aandeelhouders, de staat en in de financiële markten ten koste van lonen en financiële buffers bij huishoudens. Volgens Bezemer heerst er een verkeerde ideologie in het land. Die luidt dat de overheid een last is voor de economie en dat een grote publieke sector alleen maar schadelijk kan zijn: “Studenten economie krijgen een soort anti-overheidsfilosofie aangeleerd, waarin de overheid een kwade kracht is die het marktevenwicht komt verstoren. Dat raken ze vaak hun leven lang niet meer kwijt”.
In plaats van deze ideologie, zouden we overheidsdiensten – de publieke sector – moeten zien als investeringen, niet als lasten.
Bezemer wijst op de inconsequente, hypocritische oproep van premier Rutte aan de werkgevers tot loonsverhoging in 2018: “Een vreemde actie als je zelf de grootste werkgever bent en niet doet waartoe je oproept. Ik wil geen boos populisme oproepen, maar wel tonen in welk systeem we leven, en met welke onvruchtbare ideologie we te maken hebben”.

De coronacrisis en de gevolgen daarvan op de economie biedt een mooie gelegenheid voor diepgaande hervorming van onze economie. Bezemers boek is actueel en biedt een visie op de toekomst. Het eindigt met een terugblik vanuit 2030 op het bijzondere decennium na de Grote lockdown.

Lees het hele interview van Daan Ballegeer met Dirk Bezemer: ‘Onze publieke sector is versleten terwijl er geld genoeg is’, Het Financieele Dagblad, 14 september 2020: https://fd.nl/economie-politiek/1356577/onze-publieke-sector-is-versleten-terwijl-er-geld-genoeg-is

Video

Bezemer presenteerde zijn boek tijdens een webinar in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam op 11 september 2020 waar hij in gesprek ging met Barbara Baarsma, directievoorzitter Rabobank Amsterdam en Jasper Lukkezen, hoofdredacteur van vakblad voor economen ESB. Zie video hieronder:

De politiek uit de jeugdzorg halen, drastisch versimpelen en écht doen wat nodig is

Vakbond FNV en Stichting Beroepseer hebben de handen ineen geslagen. Hun manifesten voor de jeugdzorg – Drastisch versimpelen en Écht doen wat nodig is – worden in elkaar geschoven. Onder voorzitterschap van Steven de Waal gaat men de komende tijd de manifesten uitwerken met een gelijk denkende groep mensen met status in de jeugdzorg. De Waal is oprichter en voorzitter van Public Space Foundation, onafhankelijk denknetwerk ter bevordering van maatschappelijk ondernemerschap in Nederland.

Het is de bedoeling na de Tweede Kamerverkiezing van 2021 tijdens het samenstellen van een nieuw kabinet en de installatie van een nieuwe minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een uitgewerkt slotmanifest te presenteren.
Er dient een alternatief te komen voor de plannen van het Ministerie van VWS waarin de wet bepaalt welke overheden met welke andere overheden moeten samenwerken en samen zorg inkopen, en welke vormen van zorg er moeten komen. In de praktijk komt dat erop neer dat de (lokale) overheid de organisaties kiest die zorg mogen leveren. Vrije keuze van cliënten van hulpverlener, bestaat niet. Wat wel bestaat is het risico op een extra bestuurslaag. Terwijl het juist simpeler moet.

De politiek uit de jeugdzorg

In FNV Magazine Zorg & Welzijn is een interview te lezen met bestuurder Jeugdzorg Maaike van der Aar. Met FNV is zij van mening dat in de jeugdzorg professionals het voortouw nemen en niet de overheid:

“De manier waarop de jeugdzorg is georganiseerd, moet op de schop. In januari lanceerde de FNV haar visie voor verbeteringen: Drastisch versimpelen in de jeugdzorg. Een oproep voor het schrappen van alle tijd- en geldverslindende schakels in de keten. Met de relatie tussen het gezin en de hulpverlener op nummer één. We willen af van concurrentie en toe naar vrije samenwerking en kennisdelen. Nu is kennis macht, een unique selling point (USP) voor de organisatie die zich op de zorgmarkt bevindt. Die schat aan vakkennis moet gedeeld worden. Dat weggeven kan niemand zich nu veroorloven. Terwijl jeugdzorgwerkers dat wel willen. Vrije samenwerking moet ruim baan krijgen. We willen af van gemeentebelangen en de politiek moet uit de jeugdzorg. Dit zorgt voor steeds wisselend beleid. Het is in iedere gemeente anders geregeld. Daarbij, een politieke zittingstermijn is maar vier jaar. En beleid dus ook, want geen politicus regeert over zijn graf. Terwijl de jeugdzorg snakt naar visie en richting voor een langere termijn. Dan kun je bouwen.
Een grote klacht van jeugdzorgwerkers is verder dat het alleen nog maar over geld gaat. We willen dat jeugdzorg over zorg gaat. En last but not least: professionals willen betrokken worden bij de inrichting van de jeugdzorg.’

— Wat is de rol van de overheid?

Maaike van der Aar: “De politiek moet jeugdzorg faciliteren, maar niet invullen waar, wanneer en hoe die zorg wordt geboden. Ook de lokale overheid niet. Als overheden keuzes maken, zullen dat per definitie ook politiek gestuurde keuzes zijn. Dat zijn keuzes voor de korte termijn, en altijd genomen met een oog op de politieke stroming. Goede jeugdzorg mag niet afhankelijk zijn van een politieke stroming, maar is een basisvoorwaarde voor een welvarend en sociaal Nederland. Daarvoor zijn juist keuzes op lange termijn noodzakelijk”.

— Hoe zou die rol eruit zien?

“Geef gemeenten de ruimte om op basis van de hulpvraag voor hun burgers te zorgen zonder tegelijkertijd budgetgestuurde keuzes te moeten maken. Laat de betalingen rechtstreeks door het Rijk doen. Haal die politieke overwegingen weg uit de jeugdzorg. Vervang die door bedrijfsvoering binnen een stichting. Daarmee schrappen we alle inkoopprocessen, veel administratie, politieke stromingen en korte termijndenken. Geef alle hulpverleners hun plek en haal de organisatiebelangen weg door geen zorgorganisaties meer te selecteren. Iedere hulpverlener met zijn/haar expertise en persoonlijkheid is nodig. De hulpvraag van het gezin bepaalt, samen met de expertise van jeugdzorgwerkers en reguliere bedrijfsvoering, welke hulpvorm en welke persoon ingezet wordt voor hoe lang. De hulpverlening werkt dicht bij het gezin in vrije samenwerking met andere expertise, waarbij zonder concurrentie van elkaar geleerd wordt. In een platte werkorganisatie”.

Wat is het resultaat?

“Zo zijn de juiste mensen op de juiste plek aan het werk. De afrekening vindt plaats op basis van professionaliteit en bedrijfsvoering. Jeugdzorg en professionals krijgen zo de ruimte en waardering die ze verdienen”.

Wij zullen hieronder eerst (I) onze kortetermijnvisie toelichten, en vervolgens (II) onze visie
voor de lange termijn. Daarna informeren wij u ook over (III) onze standpunten met betrekking
tot ‘marktwerking’ en (IV) falend toezicht in de jeugdzorg.

Zorgprofessionals aan het roer. ‘De politiek moet jeugdzorg faciliteren’. Interview met Maaike van der Aar, door Karen de Jager, FNV Zorg & Welzijn, september 2020: https://zorgenwelzijn.fnv-magazine.nl/032020/interview-duplicate/

Onder het interview staan vermeld de pijlers van het manifest Drastisch verminderen in de jeugdzorg.

Omslag Echt doen wat nodig is, over jeugdhulpBrochure: Wij willen de jeugdzorg #drastisch versimpelen, FNV Zorg & Welzijn, september 2020: https://beroepseer.nl
Manifest voor een vernieuwde jeugdhulp die écht doet wat nodig is, Blogs Beroepseer, 21 november 2018: https://beroepseer.nl
Zie tweede deel van deze blog met de vijf pijlers van het manifest Écht doen wat nodig is.


Foto bovenaan is ontleend aan de brochure
Wij willen de jeugdzorg #drastisch versimpelen’

Vliegende Brigade Ervaringsdeskundigheid van start gegaan

Vanuit het programma Beschermd Thuis is de Vliegende Brigade Ervaringsdeskundigheid van start gegaan. Missie is de inzet van kennis en ervaring van cliënten en naasten onder de aandacht brengen en in praktijk brengen.
Organisaties kunnen vanaf 9 september 2020 ervaringskennis en deskundigheid inschakelen via de Vliegende Brigade voor vragen die raken aan maatschappelijke opvang en beschermd wonen.

Baat bij ervaringskennis

Via de nieuwe website ervaringsinzet.nu kan de ervaringskennis en -deskundigheid van de Vliegende Brigade Ervaringsdeskundigheid worden ingezet op alle vraagstukken die raken aan beschermd wonen en maatschappelijke opvang (BWMO). Dit kunnen vragen zijn vanuit cliënten- en naastenorganisaties.

Maar ook andere organisaties kunnen er baat bij hebben zoals gemeenten en andere lokale instanties die zich bezighouden met beleid op het gebied van BWMO. Zij kennen het cliënten- en naastenperspectief vaak niet of weten niet hoe ze dit effectief in hun beleid kunnen integreren. Vanaf nu kunnen ze een beroep doen op de Vliegende Brigade Ervaringsdeskundigheid voor praktische input en ondersteuning op de thema’s waarmee ze worstelen.

Kennis en inspiratie

Op veel plaatsen gaat het juist wel goed. Voorbeelden daarvan zijn binnenkort te vinden op de website ervaringsinzet.nu. Daarnaast zal zowel de al bestaande kennis en ervaring als de binnen een adviestraject nieuw opgedane kennis en ervaring bij elkaar gebracht en gepubliceerd worden.

Samenwerking

Het project Vliegende Brigade Ervaringsdeskundigheid is een samenwerkingsproject van

Stichting Werkplaats COMO
Valente branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang
MIND Landelijk Platform Psychische Gezondheid.

Vliegende Brigade Ervaringsdeskundigheid maakt ervaringskennis en -deskundigheid beschikbaar, ZonMw, 9 september 2020: www.zonmw.nl

Ervaringsinzet nu: www.ervaringsinzet.nu

Projectplan Vaste kern Vliegende Brigade ervaringsdeskundigheid: https://beroepseer.nl

Zorg voor Zorgprijs

De Zorg voor Zorgprijs van De Taalunie steunt initiatieven die de begrijpelijkheid van de medische taal vergroten en daarmee de zorg voor iedereen meer toegankelijk maken. In tijden van COVID-19 heeft de zorgsector alle belang bij een (h)echt taalbeleid.

Kris Van de Poel, algemeen secretaris van de Taalunie: “Iedereen die met medische zorg te maken krijgt, heeft behoefte aan en recht op duidelijke taal. Natuurlijk wil je begrijpen wat je arts, verpleegkundige of ziekenfonds in een gesprek of een brief meedelen. Je wil weten wat er aan de hand is, wat er gaat gebeuren en hoe het allemaal zal evolueren. Toch is medische taal vaak erg moeilijk, waardoor de kloof tussen verzorger, patiënt en familie alleen maar toeneemt.”

Er zijn al heel wat initiatieven rond zorg en taal – van balkonbingo tot vertaalapps – voor heel uiteenlopende doelgroepen ­- van anderstalige patiënten tot bewoners in woonzorgcentra.
De Taalunie wil met de Zorg voor Zorgprijs initiatieven voor taal en zorg aanmoedigen en meer zichtbaar maken. De prijs sluit aan bij het doel van het project Taal en Zorg om de begrijpelijkheid van medische taal in de zorgsector te vergroten. Zeker in tijden van COVID-19 heeft de gezondheidssector alle belang bij een (h)echt taalbeleid.

In aanmerking komen initiatieven in Vlaanderen en Nederland die aandacht hebben voor medisch taalgebruik of communicatie in de zorg.
Aan de prijs is een geldsom verbonden van € 5.000 om het initiatief verder te ontwikkelen en een gratis promotiecampagne in het hele taalgebied.
Een jury van deskundigen maakt een shortlist. De uitreiking van de prijs is voorzien in het voorjaar van 2021.

Aanmelden

Aanmelden kan tot en met woensdag 28 oktober 2020 via het aanmeldingsformulier.

Meer info over spelregels en aanmelden: De Taalunie ZorgVoorZorgPrijs, Taalunie, 8 september 2020: https://taalunie.org/actueel/165/de-taalunie-zorgvoorzorgprijs

Over de Taalunie

Veertig jaar geleden, op 9 september 1980, ondertekenden België en Nederland het Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie. In de aanhef van dat verdrag verklaarden de toenmalige vorsten Boudewijn en Beatrix dat ze ervan overtuigd waren “dat de gemeenschappelijke zorg voor de Nederlandse taal de banden tussen de Nederlandstaligen in Hun landen zal versterken”.

De Taalunie ontwikkelt en stimuleert beleid voor het Nederlands in Nederland, Vlaanderen en Suriname, en ondersteunt het Nederlands in de wereld. Zie voor meer info: https://taalunie.org/over-de-taalunie-

Veertig jaar Taalunie: https://taalunie.org/actueel/167/40-jaar-taalunie?

U P D A T E

Winnaar van de Taalunie ZorgVoorZorgPrijs! https://indiveo.nl

Achttien kandidaten voor de Zorg voor Zorgprijs, Taalunie, 1 april 2021: https://taalunie.org/actueel/214/achttien-kandidaten-voor-de-zorgvoorzorgprijs
Op de website van de Taalunie staan de achttien initiatieven vermeld. Op woensdag 23 juni 2021 wordt tijdens een webinar de  ZorgVoorZorgPrijs uitgereikt.

Op 1 juni 2021 wordt een shortlist van de drie finalisten bekendgemaakt .

 

Hoe meten we de omvang van online-platformwerk? Dat blijkt nog niet zo eenvoudig

De mogelijke transformatie van arbeidsmarkten door de opkomst van online-arbeidsplatforms heeft geleid tot intensieve debatten. Maar hoeveel platforms er zijn? Daar kunnen we alleen maar naar raden. Dat heeft tot gevolg dat een geschikt antwoord qua beleid afhangt van een goed begrip van de dynamiek die met de door de pandemie veroorzaakte arbeidsmarktcrisis alleen maar aan belang zal toenemen. Het platformwerk zou weer snel in omvang kunnen gaan groeien door digitaal werk op afstand, de groeiende vraag naar diensten zoals levering van maaltijden of zorg, evenals de stijgende werkloosheid en de financiële druk op veel werknemers.
Er is duidelijk behoefte aan gegevens van goede kwaliteit over de omvang van platformwerk en andere vormen van onzeker werk in de samenleving.

Counting gigs

Het werkdocument Counting gigs – How can we measure the scale of online platform work?*) geeft een kritische beschouwing van de verschillende manieren van inschatting van de omvang van betrokkenheid van de bevolking bij platformwerk in het algemeen. Doel is de belangrijkste obstakels te onderzoeken die eerder zijn opgedoken, de oorzaken van verrassende of tegenstrijdige resultaten en mogelijke herkomst van fouten, maar ook de lessen die kunnen worden geleerd voor toekomstige studies.
Deze beschouwing wordt geïllustreerd met belangrijke resultaten van onderzoek op dit gebied, variërend van grote projecten die door nationale bureaus voor statistiek zijn uitgevoerd tot onafhankelijke bureaus die opereren op nationale en (bijna) mondiale schaal.

Inhoud

Samenvatting
Inleiding
Overvloed aan gegevens maar vraagtekens bij toegankelijkheid
Verzameling van gegevens verkregen via enquêtes
   – Conceptuele helderheid en gedeelde definities
   – Vragen formuleren
   – Steekproef van respondenten
Conclusies
Referenties
ETUI werkdocumenten

Noot
*) Gig-economie is een economie waarin zelfstandige arbeidskrachten tijdelijk, vaak voor een specifiek project worden ingehuurd. Taken die voorheen door vaste krachten, werknemers, werden verricht, worden nu verricht door flexibele krachten, op afroep beschikbaar. De term gig is oorspronkelijk een door jazz-musici gebruikte verbastering van engagement – een optreden.
De gig-economie wordt ook platform-economie genoemd. Diensten en producten worden via (online) digitale platformen aangeboden en verhandeld. Voorbeelden zijn Uber en Airbnb. Vraag en aanbod worden daar bij elkaar gebracht. De platformeconomie heeft de in het verleden opgebouwde zekerheden (arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid van werknemers) uitgehold.

Downloaden Counting gigs – How can we measure the scale of online platform work? door Agnieszka Piasna, Working paper, september 2020, European trade union institute (ETUI):  www.etui.org/publications/counting-gigs

European Trade Union Institute: www.etui.org

Van alle sectoren heeft de zorg het meeste te maken met agressie en geweld

Een grote groep zorgprofessionals ervaart de afgelopen maanden meer agressie en intimidatie op de werkvloer. Dat blijkt uit een enquête van NU’91 – vakbond voor mensen in de zorg – onder 1200 zorgverleners en een rondgang van radiozender BNR langs diverse ziekenhuizen waaronder het Meander Medisch Centrum in Amersfoort en het Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis in Tilburg.

Waar aan het begin van de coronacrisis veel waardering en respect was voor zorgprofessionals, moeten ze het nu vaak ontgelden. 24% geeft aan dat ze zelfs te maken hebben met dreigementen en fysiek geweld.
Het blijkt dat bezoek met onbegrip reageert als het wordt aangesproken op het niet opvolgen van de coronaregels.

Stella Salden, voorzitten van NU’91, zegt dat dit absoluut niet toelaatbaar is: “Te allen tijden moeten zorgverleners hun werk kunnen blijven doen en zorg kunnen verlenen. Zeker in tijden waarin de hoge werkdruk en hoge tekorten al een negatieve rol spelen. Daarbij is er een grote groep nog herstellende van een zware coronacrisis van afgelopen maanden waarin ze fysiek en emotioneel psychisch enorm belast zijn geweest. Dan is het helemaal niet acceptabel dat ze zich ook nog bezig moeten houden om mensen er continu er op te wijzen dat ze de coronarichtlijnen moeten naleven.”

Verantwoordelijkheid

Het lijkt alsof de mensen het beu zijn zich te moeten aanpassen en zich aan de regels te moeten houden die door de overheid zijn opgelegd. Ze willen graag zorgeloos bij hun geliefden kunnen zijn zonder afstand te houden en niet continu met het virus geconfronteerd te worden. Salden: “Het liefste zien we ook dat familie gewoon op bezoek mag komen. Tegelijkertijd hebben de zorgprofessionals ook een verantwoordelijkheid voor de veiligheid op hun werkplek en daar horen deze richtlijnen en maatregelen bij. Iedereen moet die naleven. Niet alleen voor de bewoners, cliënten en patiënten, maar ook voor de bezoekers zelf.”

Eenduidige landelijke afspraken

NU’91 zet zich als beroepsorganisatie in voor veiligheid op de werkvloer. Agressie is niet normaal en kan nooit onderdeel van het werk zijn.
In 2010 hebben de politie en het Openbaar Ministerie Eenduidige landelijke afspraken (ELA) gemaakt. Deze gaan over agressie en geweld tegen functionarissen in het openbaar bestuur, onderwijs, volksgezondheid, rechtsbedeling, veiligheid, sociale zekerheid en infrastructuur.
In de praktijk evenwel blijkt de politie niet altijd goed raad te weten met een aangifte van een zorgverlener en wordt deze niet behandeld. NU’91 pleit voor een omslag en acute behandeling van dit soort aangiften. Aan agressie tegen zorgverleners moet een eind komen.

In januari 2020 is er een evaluatie van de ELA gepubliceerd, getiteld: Afspraak is afspraak? Daarin zijn hoofdstukken opgenomen met meningen vanuit het werkveld (zowel landelijk als regionaal), suggesties voor de toekomst, en een analyse van politie- en OM-gegevens. Er is ook aandacht besteed aan de geschiedenis van de ELA.
Downloaden: Afspraak is afspraak? Evaluatie van de eenduidige landelijke afspraken rondom opsporing en vervolging van geweld tegen werknemers met een publieke taak, WODC, Ministerie van Justitie, 2020: https://repository.wodc.nl/bitstream/handle/20.500.12832/2347/2829_volledige_tekst_tcm28-431106.pdf?sequence=2&isAllowed=y
en op site van Bureau Beke: https://bureaubeke.nl

Agressie op de werkvloer toegenomen door corona, NU’91, 8 september 2020: www.nu91.nl/nieuws/agressie-toegenomen-door-corona/

In het artikel Zorgprofessionals ervaren nog meer agressie tijdens coronacrisis, door Femke van der Palen, staan tips over omgaan met boosheid en agressie op de werkvloer: Het Blad, no 3 2020: www.nu91.nl/wp-content/uploads/2021/02/HETBLAD_032020_AGRESSIE.pdf

Door coronacrisis meer agressie richting zorgverleners, kwart ervaart fysiek geweld, door Jeroen Wapenaar, Nursing, 8 september 2020: www.nursing.nl

Agressie en intimidatie in ziekenhuizen stijgt door corona, door Julia Bokdam, BNR Nieuwsradio, 8 september 2020: www.bnr.nl

U P D A T E

Steeds meer agressie in ziekenhuizen: ‘Meewerken is niet meer vanzelfsprekend’, Omroep Brabant, 10 september 2020: www.omroepbrabant.nl

Beurs voor lokale onderzoeksjournalistiek

Een essentiële voorwaarde voor een goed functionerende democratie is een kritisch en goed geïnformeerd debat. Daarom is kwaliteitsjournalistiek van groot belang – ook op lokaal niveau.

Het Belgische fonds Journalismfund.eu vzw start met een proefproject waarin Belgische en Nederlandse journalisten samen een beurs kunnen aanvragen voor lokale onderzoeksjournalistiek. Er is 56.000 euro beschikbaar om diepgravende projecten te ondersteunen; de ambitie is om dit project verder op Europese schaal te verspreiden.

Lokale media onder druk

De democratie en professionele lokale media staan al een tijd onder druk. Tegelijkertijd schuiven nationale en internationale overheden mondiale problemen in de richting van lokale besturen (bv. migratiedruk, klimaatverandering, werkgelegenheid, toerisme, daklozen, prostitutie, vergrijzing, onderwijs, huisvesting, mobiliteit, …). Ook de burgers krijgen een deel naar zich toegeschoven: socialisatie in de gezondheidszorg, nadruk op individuele milieuverantwoordelijkheden, … Tezelfdertijd verstrekken lokale media onvoldoende betrouwbare diepgravende informatie, noodzakelijk voor het nemen van kwalitatieve en geïnformeerde beslissingen. Enkele Nederlandse onderzoeken concluderen dat er lokaal een zorgwekkende afname is van onderzoeksjournalistiek. Als die al bestaat.

Lokale media cruciaal voor goed functionerende lokale democratie

Het Nederlandse Stimuleringsfonds voor de Journalistiek heeft samen met Vrije Universiteit Amsterdam en Hogeschool Utrecht drie onderzoeken gevoerd naar lokale en regionale journalistiek. De onderzoekers concludeerden dat de burger een groeiende behoefte heeft aan diversiteit in onderwerpen, genres en bronnen. Tijdens de periode rond de lokale verkiezingen is er nauwelijks meer nieuws over de lokale overheid die een burger nodig heeft om zijn stem te bepalen. Nochtans beschouwen burgemeesters en raadsleden de onafhankelijke lokale en regionale media als cruciaal voor het goed functioneren van de lokale democratie.

Voor wie?

In dit proefproject gaat het om teams van onderzoeksjournalisten uit Nederland EN België die goede ideeën hebben voor een grensoverschrijdend lokaal onderzoek in de regio. Indien relevant voor het verhaal, kunnen ook teamleden van elders worden geaccepteerd. Het project is medianeutraal en staat open voor print, online, audio, video.

Om in aanmerking te komen voor de beurs is het nodig dat journalisten hun Nederlandse verhaal in België en Nederland publiceren. Daarom wordt hen tijdens de aanvraagprocedure gevraagd om intentieverklaringen van relevante Nederlandstalige mediaorganisaties bij te voegen.

In 2020 is er één aanvraagronde. Het totale bedrag voor de werkbeurs bedraagt € 56.000.

Meer details en info over indienen van een aanvraag zie Fonds Pascal Decroos, voor bijzondere journalistiek: Journalismfund.eu LOCAL, 3 september 2020: https://fondspascaldecroos.org/nl/news/journalismfundeu-local
en
https://grants.journalismfund.eu/nl

Enquête onder ruim 800 psychiaters: Ontevreden over positie binnen GGZ. Bijna 30 procent voelt zich emotioneel uitgeput

Medewerkers van de beroepsorganisatie De Jonge Psychiater  – voor psychiaters in opleiding – hebben een enquête gehouden onder meer dan achthonderd Nederlandse en Vlaamse psychiaters (in opleiding). De uitslag geeft een verontrustend beeld van de beroepsgroep. Bijna dertig procent voelt zich emotioneel uitgeput. De psychiaters zijn vooral ook ontevreden over hun positie binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).

De uitslag van de enquête is te lezen in het rapport De Psychiaterthermometer. Psychiaters uit Nederland en Vlaanderen over hun vak en de uitdagingen voor de toekomst.

In de samenvatting staat:

De psychiater staat in 2020 voor vele uitdagingen. Er zijn lange wachtlijsten, er is veel aandacht voor personen met verward gedrag, en de nieuwe wet Verplichte GGZ zorgt voor veel bureaucratie. Daarnaast is er veel maatschappelijke discussie of en waarom het aantal mensen met psychiatrische diagnoses toeneemt. Hoe kijken psychiaters naar hun vak en de uitdagingen voor de toekomst, en is het eigenlijk nog wel leuk om psychiater te zijn?

De Jonge Psychiater voerde een grootschalige enquête uit onder psychiaters in Nederland en Vlaanderen om hier meer zicht op te krijgen. Wat geeft psychiaters energie en waar liggen de knelpunten, uitdagingen en oplossingen in de psychiatrie? Meer dan 800 psychiaters (in opleiding) uit Nederland en Vlaanderen deden mee zodat de temperatuur kon worden gemeten onder de beroepsgroep. De resultaten van de Psychiaterthermometer laten zien dat psychiaters positief en trots zijn als het gaat om de inhoud van het vak. Ze waarderen het patiëntencontact, voelen zich medisch specialist en leider op de plek waar ze werken, en voelen zich verantwoordelijk voor goede diagnostiek en behandeling. Tegelijk zijn er zorgen.

Er is een aanzienlijk deel van de psychiaters die er over nadenkt om de GGZ te verlaten vanwege de huidige organisatie van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland. Er is een enorme bureaucratie, hoge administratieve druk en bovendien ervaren veel psychiaters weinig autonomie. Ze voelen dat de rol van de psychiater wordt gemarginaliseerd en dat de psychiater niet meer kan functioneren als klinisch leider en specialist in de huidige organisatiestructuur. Het mogelijk gevolg van deze marginalisatie en de lange wachtlijsten is een enorme werkdruk voor de psychiater. Het is misschien dan ook niet vreemd dat meer dan 30 procent van alle psychiaters zich emotioneel uitgeput voelt.

Toch willen psychiaters niet van de zijlijn toekijken maar een actieve rol vervullen in de zorg van hun patiënten. Uit de enquête komt sterk naar voren dat ze verantwoordelijkheid willen nemen om de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg te verbeteren. Dat kan alleen, zo stellen zij, als er voldoende ruimte komt voor de rol van de psychiater als medisch specialist en klinisch leider om de complexe psychiatrische zorg inhoudelijk vorm te geven. Psychiaters zijn enorm trots op hun ingewikkelde en tegelijk prachtige vak en willen verantwoordelijkheid nemen door een leidende rol te hebben in de behandeling van patiënten om zo om de kwaliteit van leven te verbeteren van patiënten, maar ook een belangrijke rol vervullen om de manier waarop de psychiatrie in Nederland nu georganiseerd wordt te verbeteren.

Inhoud

Samenvatting
1. Voorwoord
2 Onderzoeksopzet van de Psychiaterthermometer
3. Psychiaters over hun vak
4. Knelpunten in de organisiatie van de geestelijke gezondheidszorg
5. De psychische gezondheid van psychiaters
6. Conclusies en aanbevelingen

Downloaden van De Psychiaterthermometer. Psychiaters uit Nederland en Vlaanderen over hun vak en de uitdagingen voor de toekomst, door Christiaan Vinkers, Joeri Tijdink, Frank Gerritse, Thomas Pattyn, Laura de Wit, Anouck Vissche, uitgave van De Jonge Psychiater, augustus 2020: www.dejongepsychiater.nl (Niet meer beschikbaar op de site van De jonge psychiater)

De Psychiater-Thermometer: het rapport, Thomas Pattyn, 7 september 2020: https://dejongepsychiater.nl

De Jonge Psychiater: https://dejongepsychiater.nl/

‘Derde van psychiaters emotioneel uitgeput en denkt aan stoppen’, NOS Nieuws, 7 september 2020: https://nos.nl

Afbeelding bovenaan is van Engin Akyurt