Skip to main content

Redactie Beroepseer

Nomineer de beste Overheidsmanager en Overheidsorganisatie van het jaar 2024

De periode voor het nomineren van kandidaten voor de Verkiezing Beste Overheidsmanager en Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024 is van start gegaan op 2 april 2024. De winnaars worden bekend gemaakt tijdens de jaarlijkse uitreiking van de Overheidsawards op 19 november 2024.

De verkiezingen hebben tot doel transparantie en kennisdeling binnen het openbaar bestuur te bevorderen door het werk van goede overheidsmanagers en organisaties uit te lichten en te belonen.

De Overheidsmanager

De jury voor de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar zoekt – o.l.v. Jetta Klijnsma, Commissaris van de Koning in Drenthe – naar een manager binnen het thema ‘Inspiratie en impact’. De overheidsmanager van het jaar 2024 weet alle ballen in de lucht te houden. Hij of zij staat in verbinding met de samenleving en laat zich hierdoor inspireren. Tegelijkertijd weet de manager met zijn of haar visie de organisatie en medewerkers te inspireren. De manager maakt impact, door het verschil te durven maken. Hij of zij staat pal achter gemaakte keuzes en voor zijn of haar medewerkers. Dit alles met een grote dosis enthousiasme!

De Overheidsorganisatie

In deze roerige tijden zijn krachtige overheidsorganisaties nodig om goed in te spelen op complexe maatschappelijke uitdagingen en om in de unieke behoeften van alle burgers adequaat te voorzien. Een goede organisatie maakt dagelijks het verschil. Dit doet ze door middel van haar missie-gedrevenheid, haar leervermogen en haar maatschappelijke betrokkenheid. Daarnaast heeft de organisatie een uniek profiel nodig. Maatschappelijk effectieve en relevante organisaties bestaan in de meest uiteenlopende vormen, bijvoorbeeld als provincies, waterschappen, gemeenten, agentschappen, ministeries of bestuursorganen. Ze hebben een duidelijk profiel, een krachtige interne organisatie en behalen zichtbare maatschappelijke resultaten.

Bij de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024 is de jury – o.l.v. van Jan van Zanen, burgemeester van Den Haag – op zoek naar organisaties die dagelijks het verschil maken. Lees de criteria waar een deelnemende organisaties aan moet voldoen op: www.overheidsawards.nl/dimensies/

Tot 21 juni 2024 – 12:00 uur

Tot stipt 12:00 uur op 21 juni 2024  zijn nominaties welkom voor de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie en Overheidsmanager van het Jaar.

Nomineer een Overheidsmanager op: www.overheidsawards.nl/nomineer/

Nomineer een Overheidsorganisatie op: www.overheidsawards.nl/nomineer-overheidsorganisatie/

Meer info op Overheidsawards: www.overheidsawards.nl/

De verkiezingen worden georganiseerd door de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) in samenwerking met Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Binnenlands Bestuur, Interprovinciaal Overleg (IPO), ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN), landelijke netwerk van jonge ambtenaren FUTUR, ict-adviesorganisatie ICTU, Ordina, Publiek Denken, PA Consulting, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).


U P D A T E

Op 18 juli 2024 zijn de kandidaten bekend gemaakt van de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2024. Uit alle inzendingen zijn zeven overheidsmanagers geselecteerd voor de tweede ronde: de jurygesprekken. Meer dan honderd overheidsmanagers werden voorgedragen in het kader van het thema van de verkiezing: Inspiratie en Impact.

De zeven kandidaten zijn:

  • Aissa Allaui, directeur directie Maatschappelijke Ontwikkeling, Gemeente Groningen;
  • Mary Fiers, directeur, Groen Ontwikkelfonds Brabant;
  • Fred Heerink, directeur en Commandant Brandweer, Veiligheidsregio Drenthe;
  • Eelke de Jong, gemeentesecretaris, Gemeente Leeuwarden;
  • Bas van Rijsbergen, directeur Ruimtelijk Economisch Domein, Gemeente Breda;
  • Miriam Twilt-Mendonça, directeur Detentiecentrum Rotterdam, Dienst Justitiële Inrichtingen;
  • Pim van Vliet, gemeentesecretaris, Gemeente Leiden

Na het gesprek tussen de kandidaten en de jury worden begin september 2024 de drie finalisten bekend gemaakt. De finalisten worden vervolgens bezocht op hun werkplek door een afvaardiging van de jury. Uiteindelijk wordt op dinsdag 19 november 2024 tijdens de uitreiking in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag één van de finalisten uitgeroepen tot ‘Overheidsmanager van het Jaar 2024’.

Uitgebreide info over de kandidaten:  www.overheidsawards.nl/omvhj-shortlist-2024/

Overheidsawards:  www.overheidsawards.nl

Kunnen mensheid en AI succesrijk naast elkaar bestaan? Wordt AI onbeheersbaar slim?

2023 is het jaar van de doorbraak van ‘generatieve’ AI genoemd, kunstmatige intelligentie ontworpen om nieuwe inhoud te genereren in de vorm van geschreven tekst, audio, afbeeldingen of video’s. Nieuwe AI-programma’s als ChatGPT, DALL-E en MidJourney deden hun intrede. In een oogwenk kunnen ze afbeeldingen en teksten genereren.

Toon van Daele vraagt zich af in zijn artikel in het tweewekelijkse tijdschrift Computer Idee of AI een vloek of een zegen is? Kunstmatige intelligentie roept bij veel mensen uiteenlopende, soms wonderlijke of zelfs angstaanjagende beelden op, schrijft hij. Het beste antwoord is misschien wel dat AI een stuk gereedschap is; het is niet goed en niet slecht op zich. Een mes of een hamer zijn ook niet goed of slecht maar kunnen gebruikt worden voor goede dingen of voor slechte dingen. Het gaat om de intentie van de gebruiker. Zwendelaars kunnen AI gebruiken om bijvoorbeeld de stem van uw dochter of zoon te klonen en proberen u daarmee geld af te troggeln. Het blijkt dat in de VS in 2022 op deze manier 2.6 miljard dollar is buitgemaakt.

Patronen

Computerprogramma’s uit het verleden zijn gebaseerd op regels met een logische opbouw. Van Daele: “De mens leverde de regels en de input en het programma deed de rest. Zelfs als je niet kunt programmeren, kun je voor eenvoudige taken de regels zelf wel bedenken”.
Deze klassieke, regelgebaseerde software is dus handig voor taken die een vaste logica volgen. Maar, zulke programma’s presteren slecht bij het herkennen van patronen. Bijvoorbeeld een robot ontwikkelen die peren plukt en het patroon van rijpe peren moet zien te herkennen in de boomgaard. Zo’n robot ontwikkelen blijkt complex.
Van Daele legt uit hoe patroonherkenning in zijn werk gaat, wat deep learning inhoudt en welke technieken worden gebruikt om patronen te genereren, waaronder beeldpatronen – zie www.thispersondoesnotexist.com – en die van menselijke taal – zie https://platform.openai.com/overview

Risico’s

Zoals keer op keer wordt vermeld, brengt AI risico’s met zich mee. Van Daele noemt om te beginnen dat er enorm veel trainingsdata nodig zijn voor patroonherkenning. Dan rijst de vraag hoe het zit met de privacy: “Het Amerikaanse bedrijf ClearView verkoopt gezichtsherkenningstechnologie op basis van AI aan overheden en zelfs privé-instanties. Ook op het vlak van auteursrecht zijn er heel wat bedenkingen.Mag bijvoorbeeld een Large Language Model (LLM) zomaar al die data gebruiken en verwerken tot ‘eigen’ content? Het valt niet uit te sluiten, aldus Van Daele, dat deze trainingsdata al dan niet bewust incompleet of bevooroordeeld zijn, wat tot gekleurde uitkomsten kan leiden, de zogeheten bias. En dan is daar het grotere risico van deepfakes, waarbij audio’s, foto’s of video’s bewust of onbewust worden gemanipuleerd met behulp van AI zoals voor het verspreiden van nepnieuws”.

Arbeidsmarkt

Op risico’s voor de arbeidsmarkt is al vaak gewezen in het verleden. AI-toepasingen veroorzaken daar aanzienlijke verschuivingen, met als gevolg het overbodig raken van beroepen. Het is overigens realistisch in te schatten dat een baan voorlopig niet door AI zelf, maar door iemand die AI gebruikt, wordt overgenomen. Maar hoelang duurt het nog voor het moment wordt bereikt waarop computers zichzelf slimmer kunnen maken, tot een superintelligentie die de mens op alle vlakken overtreft? Zijn er grenzen aan de intelligentie van computers? Prof. dr. Jan Broersen sprak op een bijeenkomst van Studium Generale in Utrecht in september 2023 hierover in zijn lezing Singulariteit: wordt AI onbeheersbaar slim? Hij stelde de toehoorders aan het begin van zijn lezing meteen gerust met te zeggen dat “AI niet de wereld gaat overnemen”.

Intussen maken veel mensen zonder zich daarvan bewust te zijn gebruik van de vele toepassingen van AI. Neem bijvoorbeeld Google Foto’s, Google Translate, Microsoft Translator.  Van Daele verwijst naar de populaire gratis app Obsidentify, die een dieren- of plantensoort identificeert. Met de gratis app Merlin Brid ID kunnen vogels worden herkend op basis van hun gezang.

Digitale Overheid

In januari 2024 publiceerde de Digitale Overheid de Overheidsbrede visie Generatieve Al waarin kansen en risico’s van generatieve AI.worden beschreven. De visie gaat daarnaast in op wet- en regelgeving en beleid. Acties om de gevolgen van generatieve AI voor de samenleving in goede banen te leiden komen ook aan bod.

Het vertrekpunt van de overheidsbrede visie op generatie AI is een waardengedreven benadering, aansluitend bij
de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren, de Agenda Coalities voor de Digitale Samenleving, de Strategie Digitale Economie en het gecoördineerde plan inzake AI van de EU.
Het kabinet heeft de Sociaal-Economische Raad (SER) gevraagd om de impact van AI (waaronder generatieve AI) op de arbeidsproductiviteit, kwantiteit en kwaliteit van werk in kaart te brengen.

Uit de Inleiding

“Zo wordt generatieve AI niet alleen gebruikt door professionals zoals data-analisten, reclamemakers en journalisten, maar wordt het ook ingezet om bijvoorbeeld een (Sinterklaas) gedicht te schrijven of een gepersonaliseerd weekmenu samen te stellen. De toepassingsmogelijkheden van generatieve AI zijn daarmee veelzijdig.

Deze visie gaat allereerst in op de vraag om welke technologie het precies gaat en geeft aan wat de verwachte ontwikkelingen op de korte en lange termijn zijn op technologisch vlak. Vervolgens wordt er stilgestaan bij de (maatschappelijke) impact van generatieve AI. Aansluitend wordt het bestaande beleid en de regelgeving uiteengezet, als kader waarbinnen de overheidsbrede visie op generatieve AI zal worden gepresenteerd. Hier wordt zowel ingegaan op de nationale, Europese als internationale context. Om ervoor te zorgen dat burgers en bedrijven in Nederland en Europa optimaal kunnen profiteren van deze technologie, en tegelijkertijd beschermd worden tegen de uitwassen, formuleert het kabinet daarbinnen vier uitgangspunten. Aan deze uitgangspunten zijn acties gekoppeld om deze visie in de komende jaren te kunnen realiseren”.

Downloaden Overheidsbrede visie Generatieve AI, Rijksoverheid, 1 januari 2024: www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/01/01/overheidsbrede-visie-generatieve-ai

AI, vloek of zegen, door Toon van Daele, Computer Idee nr 9, 26 maart – 9 april 2023. In de kiosk verkrijgbaar voor €  5,75. Digitaal: https://id.nl/over/computeridee

Video Singulariteit: wordt AI onbeheersbaar slim? Jan Broersen, YouTube: www.youtube.com/watch?v=qvCrbCGu9sg

Waarschuwing voor risico’s van gebruik generatieve kunstmatige intelligentie (AI) op de werkvloer, Blogs Beroepseer, 13 februari 2024: https://beroepseer.nl

Kunstmatige intelligentie en de toekomst van de mensheid, Reith Lectures door Stuart Russell, Blogs Beroepseer, 4 januari 2022: https://beroepseer.nl

Toepassingen van AI, Rijksinspectie Digitale Infrastructuur: www.rdi.nl/onderwerpen/kunstmatige-intelligentie/toepassingen-van-kunstmatige-intelligentie-ai

9 AI-tools die je leven een stuk makkelijker maken, door Dennis Figge, Frank Watching: www.frankwatching.com

 

Afbeelding bovenaan is ontleend aan ‘Overheidsbrede visie Generatieve AI’, pagina 12

RED-Team Onderwijs deelt rode kaart uit voor voorstellen ‘Deltaplan lerarentekort’

In december 2023 riepen onderwijsorganisaties het nieuwe kabinet op het lerarentekort aan te pakken en het  Deltaplan Lerarentkort op te nemen in het nieuwe regeerakkoord. De oproep was afkomstig van de PO-Raad, de VO-raad en de vakbonden voor leraren en schoolleiders met ondersteuning van o.m. de Vereniging Nederlandse Gemeenten, Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS), Jeugdzorg Nederland, de Sectorraad Gespecialiseerd Onderwijs en de Brancheorganisatie Maatschappelijke Kinderopvang.

Het Deltaplan Lerarentekort bevat voorstellen om te “komen tot een consistente en langjarige agenda waar we ons gezamenlijk – sociale partners en overheid – aan committeren”. Het bevat elf met elkaar samenhangende punten.
Het eerste luidt: ”We zijn trots op de afspraken die we als sociale partners met het vorige kabinet hebben gemaakt (de Werkagenda bij het Onderwijsakkoord, 2022) en willen doorgaan met de uitvoering hiervan. Dat betekent onder andere het versterken van de samenwerking in de regio en het creëren van meer invloed van de beroepsgroep en scholen op het opleiden van leraren”.
Het laatste punt luidt: “Goed werkgeverschap en goed werknemerschap is nodig om de sector aantrekkelijk te maken, aantrekkelijk om er te gaan én te blijven werken. Dit vraagt om scholing en professioneel handelen van iedereen, ook van bestuurders en toezichthouders. We bevorderen vanuit het principe van subsidiariteit het goede samenspel tussen alle actoren‚.

RED-Team Onderwijs

Niet iedereen was gelukkig met het Deltaplan. Er kwam bijvoorbeeld kritiek van het RED-Team Onderwijs, dat – gevraagd en ongevraagd – adviezen geeft aan politici, beleidsmakers en bestuurders. Deze worden op de site Red het onderwijs gepubliceerd.
Op 9 februari 2024 trok het team “de Rode kaart voor sociale partners en onderwijsorganisaties voor hun voorstellen voor het Deltaplan Lerarentekort”. Het team vreest dat de voorstellen ten koste gaan van de onderwijskwaliteit en leiden tot meer bestuurlijke drukte en een ondoelmatige besteding van onderwijsgelden.

Blinde vlek

Het team schrijft dat het Deltaplan een blinde vlek heeft: de teruglopende onderwijskwaliteit: “Prachtig om de leraren meer tijd te geven om hun lessen voor te bereiden, maar liever niet ten koste van het leren van leerlingen. Ieder probleem in het onderwijs, ook het lerarentekort, moet in verband met de primaire taak van het onderwijs, het bevorderen van leren en leerprestaties van leerlingen, worden gezien. Als dat niet gebeurt, ontstaat zogenaamde ‘goal displacement’: niet efficiënte groei van overhead en bestuurlijke drukte. Daarom richt ons commentaar zich op de vraag of met het “Deltaplan”, de primaire kwaliteit van het onderwijs gediend is”.

Het team concludeert aan het eind van de analyse dat het “Deltaplan een groot risico is voor de onderwijskwaliteit aangezien er geen zicht is op wat er uit het curriculum geschrapt kan/gaat worden. Er is geen voorbeeld lessentabel. Exameneisen zijn niet aangepast – als dat al wenselijk is! Geen beleid, wel vrijheid om minder les te geven. Een uitruil tussen meer structurele financiering voor besturen en minder lessen voor leerlingen (minder werkdruk voor leraren) vinden wij in de huidige context een onverantwoord risico voor de onderwijskwaliteit.
Het Deltaplan is de zoveelste manifestatie van de filosofie die “meer autonomie” als oplossing voor alle problemen in het onderwijs ziet, daarbij de noodzaak van meer centrale regie (vgl. IBO-rapport)*) ontkent en onvoldoende oog heeft voor de echte crisis in het verlengde van het lerarentekort: namelijk dat leerlingen minder leren op school en te weinig mensen in het onderwijs willen werken”.

Lees de hele analyse: Rode kaart voor voorstellen “Deltaplan lerarentekort” van onderwijsorganisaties en sociale partners, Red het onderwijs, 9 februari 2024: https://redhetonderwijs.com/rode-kaart-voor-voorstellen-deltaplan-lerarentekort-van-onderwijsorganisaties-en-sociale-partners/

Downloaden Deltaplan Lerarentekort, december 2023: https://beroepseer.nl/wp-content/uploads/2024/04/deltaplan_lerarentekort.pdf

Bonden en werkgevers roepen nieuw kabinet op tot Deltaplan Lerarentekort, PO-Raad, 5 december 2023: www.poraad.nl/bonden-en-werkgevers-roepen-nieuw-kabinet-op-tot-deltaplan-lerarentekort

Kamerbrief met reactie op brieven over een Deltaplan lerarentekort, Rijksoverheid, 12 januari 2024: www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/01/12/kabinetsreactie-op-commissiebrief-met-verzoek-om-reactie-op-brieven-m-b-t-een-deltaplan-lerarentekort

Werkagenda. Samen voor  het beste onderwijs, juni 2022: https://beroepseer.nl

Noot
*) Kamerbrief met kabinetsreactie IBO Koersen op kwaliteit en kansengelijkheid, Rijksoverheid, 18 april 2023: www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2023/04/18/kabinetsreactie-ibo-koersen-op-kwaliteit-en-kansengelijkheid

Het gaat niet de goede kant op met de academische vrijheid. Nederland scoort slechts een 24ste plek op ranking van de 27 EU-lidstaten

Het ontbreekt in Nederland aan een heldere definitie van academische vrijheid. Een betere definitie wat academische vrijheid precies inhoudt is nodig, evenals een betere bescherming op Europees niveau. Volgens een recent rapport van het Europese Parlement neemt de ruimte voor kritiek en debat af in de Nederlandse wetenschap. Nederland scoort qua academische vrijheid slechts een 24ste plek op de ranking van de 27 EU-lidstaten.

Rob van Gestel schrijft in zijn artikel Academische vrijheid onder druk in het Nederlands Juristenblad (5 januari 2024)dat er de laatste jaren ook in toenemende mate discussie is over problemen rond benoeming en bevordering van wetenschappers, beïnvloeding van onderzoek door sponsoren en problemen rond machtsmisbruik en sociale onveiligheid aan universiteiten. De jurisprudentie laat bovendien zien dat universiteiten ruime mogelijkheden bezitten om via allerlei interne reglementen en instructies beperkingen aan te brengen op de academische vrijheid van individuele wetenschappers.
Rob van Gestel is hoogleraar theorie en methode van wetgeving aan Tilburg University en hoogleraar methoden van juridisch onderzoek aan de KU Leuven
Hij refereert in zijn artikel naar het ontslag van Susanne Täuber aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), die onderzoek verrichtte op het gebied van sociale veiligheid en genderongelijkheid. Van Gestel: “Of het ontslag van Täuber leidt tot aantasting van de academische vrijheid en of dat reden zou moeten zijn om het ongedaan te maken is uiteindelijk aan de rechter. Kijkend naar de jurisprudentie zal door de werkgever in hoger beroep mogelijk verdedigd worden dat zij onvoldoende acht heeft geslagen op haar verantwoordelijkheid als werknemer die onderdeel uitmaakte van het bekritiseerde Rosalind Franklin Fellow-programma van de universiteit”.

Dicteren met ‘strategische plannen’ en ‘financiële incentives’

Met universitair docent bestuursrecht Rens Koenraad schreef Van Gestel het artikel Van HBO naar WO en weer terug: Over onpraktische academici en geleerde praktijkjuristen voor het juridische maandblad Ars Equi (april 2024). Het gaat over de bestaande trend universitaire en HBO-rechten steeds verder naar elkaar toe te laten bewegen. Van Gestel op Linkedin: “Het past m.i. in een bredere nivelleringstrend waarbij iedereen met een Ph.D aan de universiteit zich professor zou moeten kunnen noemen, en ook een toga zou moeten mogen dragen bij promotieplechtigheden en waarbij lectoren aan HBO’s ook theoretisch wetenschappelijk onderzoek verrichten en promovendi begeleiden en vooral steeds minder praktisch georiënteerd lijken te mogen zijn.

Wij vragen ons af wie hier uiteindelijk beter van wordt. Wij zien in toenemende mate zogeheten premaster studenten, afkomstig van het HBO op de universiteit die helemaal geen voeling met wetenschap bezitten en nauwelijks belangstelling voor theorievorming hebben, maar vooral op zoek lijken naar een mr. titel omdat men meent dat die voordelen biedt op de arbeidsmarkt. Het gevaar hiervan is dat we het universitaire rechtenonderwijs – dat toch al behoorlijk praktijk georiënteerd is – nog meer richting het HBO gaan ontwikkelen, terwijl eerder een omgekeerde beweging wenselijk lijkt, gelet op ontwikkelingen als globalisering, digitalisering, de opkomst van artificiële intelligentie enz.

Wat mij betreft is het tevens een hartenkreet tegen de toenemende bemoeienis van beleidsmakers en bestuurders die met ‘strategische plannen’ en ‘financiële incentives’ dicteren in welke richting het onderwijs en onderzoek dienen te bewegen ten koste van de academische vrijheid die we aan universiteiten nog vooral met de mond belijden, maar die we in werkelijkheid de afgelopen jaren aantoonbaar hebben zien afbrokkelen in Nederland”.

Van Gestel oppert in zijn artikel in het Nederlands Juristenblad dat zijn bijdrage een positieve signaalfunctie kan hebben voor bestuurders en beleidsmakers om komend jaar de bakens te verzetten en wantrouwen en controlezucht om te zetten in meer ruimte voor tegenspraak en grotere vrijheid voor wetenschappers om hun eigen onderwijs- en onderzoeksagenda vorm te geven, en een transparanter benoemingen- en bevorderingsbeleid: “De wetgever zou er bovendien in mijn ogen goed aan doen te zorgen voor concrete (afdwingbare) rechten op academische vrijheid voor wetenschappers die meerwaarde bezitten ten opzichte van de algemene vrijheid van meningsuiting”.

State of play of academic freedom in the EU Member States, EPRS | European Parliamentary Research Service, maart 2023: https://beroepseer.nl

#EP4AcademicFreedom, Panel for the Future of Science and Technology (STOA) European Parliament: www.europarl.europa.eu/stoa/en/ep-academic-freedom

Academische vrijheid onder druk, door Rob van Gestel, Nederlands Juristenblad, 4 januari 2024: www.njb.nl/magazines/njb-1-2024/

Van hbo naar wo en weer terug: over onpraktische academici en geleerde praktijkjuristen, door R.A.J. van Gestel, L.M. Koenraad, Ars Aequi, april 2024: https://arsaequi.nl/product/van-hbo-naar-wo-en-weer-terug-over-onpraktische-academici-en-geleerde-praktijkjuristen/

Zie ook: Academische Vrijheden in Nederland, door Lukas M. Verburgt, Jan Willem Duyvendak (red.), Walburg Pers, 2023: www.walburgpers.nl

Academische vrijheid in Nederland. Een begripsanalyse en richtsnoer. KNAW-rapport, 2021: www.knaw.nl/publicaties/academische-vrijheid-nederland

Academische vrijheid – Geschiedenis en actualiteit, door Klaas van Berkel, Carmen van Bruggen, Boom geschiedenis, 2020: ww.boomgeschiedenis.nl/

 

Afbeelding bovenaan is van Kranich17

Bouwen aan kwaliteitsbanen door eigenaarschap

We leven in een wereld van toenemende ongelijkheid in rijkdom en emoties, schrijft Areen Jalajel*) in zijn artikel Building quality jobs through ownership. Een van de oorzaken van deze ongelijkheid is het gebrek aan een leuke baan. Helaas floreert slechts 23% van de mensen op hun werk, volgens gegevens van analyse- en adviesbureau Gallup. Daarnaast geven vier van de tien Amerikaanse werknemers aan dat hun baan een zeer negatieve (7%) of enigszins negatieve (33%) invloed heeft op hun geestelijke gezondheid. Jonge werknemers hebben het nog moeilijker: Bijna de helft (47%) van de werknemers tussen 18 en 29 jaar zegt dat hun werk een negatieve invloed heeft gehad op hun geestelijke gezondheid.

De economische kosten van een lage graad van welzijn van werknemers zijn hoog: een slechte geestelijke gezondheid vermindert de prestaties, de betrokkenheid en de loyaliteit.

Veel organisaties voelen nu al de negatieve gevolgen van de welzijnscrisis, zoals blijkt uit zorgen over het opzeggen van de baan door werknemers en de voortdurende onrust die tot uiting komt in de betrokkenheid van werknemers. Het behouden van werknemers is een veelvoorkomende uitdaging, omdat veel werknemers vertrekken, op zoek naar een werkplek die in hun toekomst investeert en hun welzijn garandeert.
Als leidinggevenden niet snel actie ondernemen, zullen de problemen met verloop en aantrekking van talent alleen maar erger worden.

De juiste oplossing

Peter Stavros – oprichter en directeur van Ownership Works – was ervan overtuigd dat verandering mogelijk was. Alles dat nodig was, was de juiste oplossing. Stavros had een fundamenteel probleem ontdekt: weinig vertrouwen en een slechte afstemming tussen werknemers en leiders. Hij stelde zich een werkcultuur voor waarin werknemers en leiders wederzijds respect, gelijke groeimogelijkheden en een gedeeld doel voor ogen hebben. In een dergelijke werkomgeving zijn werknemers en leiders verbonden door een oprecht verlangen om dezelfde doelen te bereiken.
Immers, als leiders een relatie met werknemers kunnen opbouwen die verder gaat dan geld, dan kunnen zij vertrouwen winnen en intrinsieke motivatie bevorderen. Ze zouden een cultuur van gedeeld eigenaarschap kunnen creëren.

Om die visie te verwezenlijken, richtte Stavros Ownership Works op, een non-profitorganisatie die zich inzet voor een betere toekomst voor werknemers en bedrijven door middel van mede-eigenaarschap van werknemers. Ownership Works helpt bedrijven een cultuur van gedeeld eigenaarschap op te bouwen waarin elke werknemer de kans krijgt eigenaar te worden met een aandeel in het succes van hun werkgever op lange termijn. In dit win-winscenario worden werknemers geïnspireerd te presteren omdat ze niet alleen financieel gestimuleerd worden in het bevorderen van het succes van het bedrijf, maar ook gemotiveerd worden om het te doen door een cultuur van gedeeld eigenaarschap.

Betrokkenheid en eigenaarschap

Tientallen jaren van Gallup-onderzoek tonen aan dat betrokkenheid zeer voorspellend is voor bedrijfs-, werknemers- en klantresultaten. Bedrijven die hun werknemers weten te engageren ervaren spectaculaire veranderingen in bedrijfscultuur en prestaties, waaronder meer rendement, behoud van werknemers en veiligheid. Betrokken werknemers maken 50% minder kans om op zoek te gaan naar een baan en maken zeven keer zoveel kans hun werkplek aan te bevelen als een fantastische werkplek.

Werknemers profiteren ook: mensen met kwaliteitsbanen hebben een hoge graad van welzijn, hebben positieve emoties en voelen zich gesteund. Geëngageerde werknemers hebben zelfs 46% meer kans zich goed te voelen. Simpel gezegd, een kwaliteitsbaan kan leiden tot kwaliteit van leven.

Gallup ontdekte nog een belangrijk effect van werknemersbetrokkenheid. Als de betrokkenheid van werknemers laag is, zegt slechts 21% van de werknemers van plan te zijn bij hun huidige bedrijf te blijven. Aan de andere kant, als werknemers zich sterk betrokken voelen en mede-eigenaar van het bedrijf, geeft 97% aan van plan te zijn te blijven.

De ‘Ownership Works’ beweging

Via Ownership Works breidt Stavros de oplossing van eigenaarschap uit naar andere publieke en private bedrijven. Als non-profitorganisatie werkt Ownership Works samen met leidinggevenden om eigenaarschap tot een toonaangevende bedrijfsstrategie te maken.. “Deze beweging gaat over samenwerking om te bouwen aan de toekomst van werk waarbij werkgevers en werknemers samen kunnen winnen”, aldus Anna-Lisa Miller, uitvoerend directeur van Ownership Works.

Areen Jalajel schrijft dat Gallup er trots op is te kunnen samenwerken met Ownership Works en wil meehelpen gedeeld eigenaarschap tot een toonaangevende bedrijfsstrategie te maken. De samenwerking richt zich op het werken aan een cultuur van eigenaarschap door een sterke, duurzame betrokkenheid van werknemers.

Lees het hele artikel Building Quality Jobs Through Ownership, door Areen Jalajel, Gallup, 16 november 2023. www.gallup.com/workplace/544361/building-quality-jobs-ownership.aspx

Ownership works: https://ownershipworks.org/

Gallup’s Employee Engagement Survey: Ask the Right Questions With the Q12® Survey: www.gallup.com/q12/


Noot

Areen Jalajel is portfolio director van Gallup’s U.S. Enterprise business en leidt Gallups partnerschap met Ownership Works.

Uitkomst hoorzitting Tweede Kamercommissie OCW over Lees- en taalvaardigheid: Focus op de basisvaardigheden

Een derde van de Nederlandse scholieren loopt het risico om laaggeletterd het onderwijs te verlaten,. Dat was het resultaat in december 2023 van een internationaal onderzoek van PISA – Programme for International Student Assessment – waarbij onderzoekers van de Organisatie voor Economische Samenwerking in Ontwikkeling (OESO) elke drie of vier jaar de vaardigheden van 15-jarigen wereldwijd meten. Wat te doen om het niveau te verhogen?
Op woensdag 27 maart 2024 kwam de Tweede Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bijeen (OCW) voor de hoorzitting over ‘Lees- en Taalvaardigheid’ bijeen.

Naast de  commissieleden van VVD, PvdA, NSC, BBB, SGP en PVV was aanwezig de groep genodigden die bestond uit tien (hoog)leraren en onderwijsexperts, onder wie Jacqueline Bulterman-Bos, auteur van het boek Het lerarentekort en Martin Bootsma van de Alan Turingschool in Amsterdam.

Veelheid aan eisen en verwachtingen

NOS Nieuws heeft verslag gedaan van de hoorzitting. De experts en de Kamerleden delen hun zorgen. De basisvaardigheden – taal, lezen en rekenen – van Nederlandse leerlingen gaan achteruit, zowel op de basisschool als in het voortgezet onderwijs.

De terugkeer van de leesplank is niet nodig, aldus de onderwijsdeskundigen. Er zijn voldoende goede leermethoden. Het echte probleem schuilt in de veelheid van eisen en verwachtingen aan de leerkrachten en schoolleiding. De scholen zijn overbelast. “Focus op de basisvaardigheden”, zegt Matthijs van den Berg van de Inspectie van het Onderwijs. “Breng focus aan en investeer in de professionaliteit van de leerkracht”, adviseert Henk Wilbers van Onderwijsontwikkeling Nederland. “De kracht ligt in de beperking”.

De politiek kan het zich aanrekenen. Martin Bootsma hekelt bijvoorbeeld het plan om het schoolzwemmen weer in te voeren. “Dat is drie kwartier heen, een uur zwemmen en drie kwartier terugrijden. Dat gaat van de andere lessen af”. Gerdineke van Silfhout van de Stichting Leerplanontwikkeling houdt een lijst bij met verzoeken en plannen uit de Tweede Kamer. “Daar staan al 300 wensen op, van de aanleg van een moestuin tot dat schoolzwemmen”.

Expert Wilbers heeft in ieder geval een goede boodschap voor de partijen die een kabinet proberen te vormen. De verbetering van het lees-, taal- en rekenniveau hoeft “geen miljarden te kosten”. De Kamer moet focus aanbrengen. In de beperking ligt de sleutel”.

De boodschap van de uitgenodigde deskundigen is glashelder: focus, kies en stop met de overbelasting van de leraren.  “Geen Week van het Geld” of andere aparte projecten, “geen verplicht schoolzwemmen” en ook “geen moestuin”.

Bericht aan de leerkracht

Ook de Volkskrant besteedde aandacht aan de hoorzitting in het artikel De boodschap aan de Tweede Kamer klinkt luid en breed gedragen: ‘Het leesplezier moet terug in de klas’ en opent met een gedicht, op de zitting voorgedragen door Marit Koster, leerkracht van basisschool de Sterrenpracht te Axel:

Betrek een tekst die zindert | bij zowat elke les. | Besmet hen onverminderd. | Wees leesgids. Boek succes.

Het is de laatste strofe van Bericht aan de leerkracht van de Vlaamse dichter Stijn De Paepe.

Rondetafelgesprek Lees-en taalvaardigheid, Tweede Kamer, 27 maart 2024: www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2024A01396

Onderwijsexperts zijn plannetjes Tweede Kamer zat: ‘Focus op de basis’, NOS, 27 maart 2024: https://nos.nl

De boodschap aan de Tweede Kamer klinkt luid en breed gedragen: ‘Het leesplezier moet terug in de klas’, Raoul du Pré, de Volkskrant, 27 maart 2024: www.volkskrant.nl

U P D A T E

Downloaden Het tij keren. Effectief leesonderwijs in de klas. Didactief special, april 2024: https://beroepseer.nl

Deze special is gemaakt in opdracht van Stichting Lezen. Stichting Lezen is de drijvende kracht achter de leesbevordering in Nederland. Zij genereert kennis over lezen en verbindt partijen die er samen voor zorgen dat kinderen en jongeren goede en gretige lezers worden en blijven.

VWS is bezig met vormgeving van digitaal levensloopdossier en ‘datasolidariteit’ en wil af van toestemming vragen voor gebruik zorgdata

De plannen voor een digitaal levensloopdossier vormt voor J.W. Jongejan een schrikbeeld van de eerste orde. “Men beseft niet wat voor doos van Pandora men open trekt. In mijn optiek heeft men zwaar onvoldoende aandacht voor de gevaren ervan”. Jongejan is gepensioneerd huisarts en volgt op zijn website Zorg ict zorgen kritisch de overheid, instanties en personen op het gebied van zorg, privacy en informatie- en communicatietechnologie en legt waar nodig met zijn publicaties de vinger op de zere plek. Op 19 maart 2024 publiceerde hij zijn artikel: Digitaal levensloopdossier en datasolidariteit gevaarlijke VWS-dromen.

Op 6 april 2023 stuurde minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een brief over de Nationale Visie en Strategie voor het gezondheidsinformatie-stelsel (NVS) naar de Tweede Kamer. Daarbij stuurde hij die visie in een separaat stuk. Het beschrijft hoe het ministerie het digitale gezondheidsinformatiestelsel tot aan 2035 vorm wil geven. De in dat stuk vastgelegde denkbeelden blijken echter aan verandering onderhevig. Heel recent, op 14 februari 2024 sloot de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ), verantwoordelijk voor het Landelijk SchakelPunt (LSP), een verse discussieronde over dat NVS.

Wie zitten achter de NVS?

Het Informatieberaad Zorg (IB), dat een bestuurlijke samenwerking is tussen deelnemers uit het zorgveld en VWS, gaf de opdracht tot het formuleren van een Nationale Visie en Strategie voor het gezondheidsinformatiestelsel in 2022. Door de stuurgroep Versnellen en Verbeteren is een schrijversteam opgericht. Dit schrijversteam bestaat uit medewerkers van het Ministerie van VWS, Zorgverzekeraars Nederland, het Nederlandse kenniscentrum voor landelijke toepassingen van ICT in de zorg (Nictiz) en de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie. (VZVZ).
Deze schrijversgroep heeft de visie gezamenlijk opgesteld. In het colofon van de NVS staan meer deelnemers vermeld, namelijk verrassenderwijs ook de werkgeversorganisatie VNO-NCW en MKB-Nederland. Zo te zien hebben vertegenwoordigers van zorgverleners en patiënten/cliënten niets bijgedragen aan deze visiebepaling. En dat zijn nu precies de mensen over wie het gaat.

Levensloopzorgdossier

Volgens de NVS wil men toe naar het ontwikkelen van een digitaal levensloopdossier. Dat betekent kort en goed dat alles wat aan zorg aan iemand verleend is zijn/haar leven digitaal opvraagbaar gemaakt wordt. Waar in het stuk dat de minister naar de Kamer stuurde slechts twee maal het woord “levensloopdossier” voorkomt, komt het in discussiestuk 4. ‘De strategie: overkoepelende doelstellingen, subdoelen en uitwerkingen naar plateaus’ zeker 20 keer voor. De schrijvers werken het begrip verder uit en preluderen op het maken van de grondslagen ervan.

Jongejan verwondert zich erover dat niemand zich druk schijnt te maken over de gevaren die kleven aan het aanleggen van een dergelijk dossier: “Waar het bij de huidige uitwisseling van gegevens nog gaat om actuele zorgdata en zorgdata die met die actuele vraag te maken hebben, is een levensloopdossier van een totaal andere orde. De schrijvers hebben het over data van voor de geboorte en over data uit het sociale domein, dus ook van jeugdzorgdata”.

Datasolidariteit

In bovengenoemd discussiestuk 4 komt het woord datasolidariteit 18 maal voor: “Datasolidariteit betekent dat burgers hun gegevens uit medische dossiers beschikbaar stellen voor (big-)data-onderzoek om daarmee de volksgezondheid te dienen”.
VWS verwacht dat de burger uit dankbaarheid voor de verleende zorg automatisch in 2035 de zorgdata beschikbaar stelt voor secundair gebruik. Men wil zo toe naar een optimale databeschikbaarheid.

De conclusie is dat men simpelweg af wil van toestemming vragen voor het gebruiken van zorgdata.

VWS, Zorgverzekeraars Nederland, werkgeversorganisatie VNO-NCW alsmede middenstandsorganisatie MKB Nederland willen digitale levensloopdossiers aanleggen en gebruik maken van zorgdata voor secundair gebruik zonder veel last te hebben van wat ze als lastige toestemming zien.

Lees het hele artikel van J.W. Jongejan: Digitaal levensloopdossier en datasolidariteit gevaarlijke VWS-dromen, Zorg ict zorgen, 19 maart 2024: https://zorgictzorgen.nl/digitaal-levensloopdossier-en-datasolidariteit-gevaarlijke-vws-dromen/

Nationale visie en strategie- gezondheidsinformatiestelsel – NVS: www.rijksoverheid.nl

Downloaden: 4. De strategie: overkoepelende doelstellingen, subdoelen en uitwerkingen naar plateaus, Consultatie Platform NVS, 14 februari 2024: https://beroepseer.nl

 

U P D A  T E

Aanbevolen: Politie volgt illegaal 11 miljoen kinderen en volwassenen, soms al vlak na hun geboorte, door Sebastiaan Brommersma, Follow the money, 30 maart 2024: www.ftm.nl/artikelen/afnemersindicaties-politie-basisregistratie-personen?

“Intern bestaat er sinds 2015 ook geen enkele twijfel over de onrechtmatigheid van al deze afnemersindicatie. Sindsdien al wordt er in interne documenten onomwonden en met regelmaat op gewezen dat de registratie van al die indicaties ‘niet-noodzakelijk’, ‘disproportioneel’ en ‘onnodig’ is, dat er veelal ‘geen wettelijke grondslag’ bestaat voor deze massale verzameling van persoonsgegevens en dat die verzameling ‘onterecht’ is.

Hoe scheef de verhoudingen zijn, volgt uit een e-mail van de gegevensautoriteit uit september 2016, waarin staat dat er bij de registraties van de indicaties ‘geen onderscheid wordt gemaakt tussen de personen die we echt willen volgen en gewoon maar iedereen volgen zoals dat tot nu is gedaan. De verhouding is misschien iets van 10:90’.”

Tim Wittenberg

Tim Wittenberg (1982) is werkzaam bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Na zijn middelbare hotelschool management opleiding werd hij kok en later fulltime dj. Deze loopbaanswitches reflecteren zijn zoektocht naar voldoening. Toen hij de dertig gepasseerd was ontdekte Tim nieuwe mogelijkheden buiten ‘het draaien van biefstukken en plaatjes’, dit leidde hem naar een carrière in de dienstverlening. Hij startte bij een facilitair callcenter voor een grote energieleverancier, waar hij het belang zag van menselijke inzet en systemen in harmonie voor effectieve dienstverlening. Hier begreep hij ook de verschillen en overeenkomsten tussen leiders en managers.

Eind 2017 maakte hij de switch naar DUO om te werken voor het klant contact center. En in 2018 werd hij beëdigd ambtenaar. “Dat zweer en beloof ik”, tijdens een plechtige ceremonie maakte hij de belofte die al zijn collega’s ook hadden gemaakt. En vanaf dat moment was hij officieel onderdeel van openbaar ambt. Toch voelde het afleggen van de eed als een stille belofte. Het ontdekken van ambtelijk vakmanschap kwam niet vanzelf. Hij vroeg zich vaak af in de eerste jaren als ambtenaar wat de waarde is van de belofte die hij gemaakt had met al zijn collega ambtenaren. Want een belofte is echter niks waard als je je er niet aan houdt. Wat hij beloofd had en wat er verwacht werd leek niet altijd overeen te komen met elkaar.

In 2020 trad Tim toe tot de debiteuren afdeling van DUO. In 2020 ging hij werken op de debiteuren afdeling van DUO. Daar merkte hij al snel dat hij te maken kreeg met een groep mensen die niet zo zelfredzaam bleek als de wetgever dat beoogd had. Dit wekte zijn interesse in het bevragen van de status quo. Hij vroeg zich bijvoorbeeld af waarom de overheid mensen die iets niet kunnen betalen, meer laat betalen over precies dátgene wat ze in eerste instantie al niet konden betalen? Was dat dan echt de bedoeling zoals de wetgever dat voor ogen heeft? De macht die hij als beslissingsambtenaar ter beschikking had gekregen komt met een grote verantwoordelijkheid. En de regels zouden toch de mens moeten dienen in plaats van andersom? Dit is een punt van discussie die hij graag aangaat met iedereen die het wil horen en juist ook met iedereen die het misschien wel niet wil horen.

In 2022 kwam hij in aanraking met het boek van Stichting Beroepseer, Het recht op ambtelijk vakmanschap. Voor Tim was dit boek een perfecte verwoording van datgene wat hij intrinsiek al voelde. Het boek hielp hem om het gesprek beter op gang te krijgen en houden met zijn directe collega’s. Waarom het nog steeds geen verplicht onderdeel is van de training van elke rijksambtenaar is hem een raadsel.In 2023 kwam hij via de WaU in contact met Alexander Pechtold en Bart Snels die aan een boek werkten over ambtenaren in de uitvoering. Tijdens een interview sprak Tim over uitvoeringsinstanties als opdrachtnemer. De politiek die te ver af staat van de echte leefwereld én van de uitvoering. Terwijl de experts met dagelijks contact met de burger juist in de uitvoering zitten. Tim gaf aan dat de processen en KPI resultaten belangrijker lijken te zijn geworden dan de bedoeling van de wet. En de mens en maatschappij waar de wet voor is. Als je managementprincipes toepast hoor je waarde toe te voegen. Binnen de overheid zou de toegevoegde waarde altijd een publiek waarde moeten zijn. Investeren in kwaliteit van je medewerkers zal altijd leiden tot een verbetering van de KPI’s die er toe doen. Uiteindelijk komt het terug bij die ene belofte, de eed. De gemeenschappelijke deler van alle rijksambtenaren. Een heilige belofte waardoor werken bij de rijksoverheid een enorm grote verantwoordelijkheid is. Waarbij we als collectief de rechtstaat verdedigen met ons handelen in plaats van constant te rennen voor de vele efficiency targets.

Oproep aan pedagogen en psychologen: Bundel je krachten en laat je vakkennis horen!

Pedagogen en psychologen vinden het de hoogste tijd met de vuist op tafel te slaan nu de belangen van jeugdigen en hun ouders zo vaak in het geding zijn. Daarom roepen Mariska van der Steege en Marjan de Lange in hun column voor Kind & Adolescent praktijk (KAP) collega’s op hun stem te laten horen.  Beide auteurs zijn orthopedagoog en adviseur in de jeugdhulp; KAP is het vakblad voor psychologen, orthopedagogen, psychiaters en andere professionals die werken met kinderen en adolescenten.

Enkele passages uit Pedagogen en psychologen, laat je horen!

Pedagogen en kinder- en jeugdpsychologen zouden veel meer van zich moeten laten horen. Zowel in het landelijke publieke debat, maar ook lokaal, in hun eigen regio en binnen hun eigen organisatie. Beide beroepsgroepen houden zich bezig met een van de belangrijkste thema’s in de maatschappij, namelijk de ontwikkeling van kinderen en daarmee de ontwikkeling van de toekomstige generatie. Ook zijn zij bij uitstek degenen die invloed zouden moeten hebben op het verbeteren van de jeugdhulp.

Toch is hun stem nog lang niet luid genoeg en dat gaat ten koste van de kwaliteit van de jeugdhulp en ontwikkeling van kinderen.

Bij de transitie van de jeugdhulp naar gemeenten waren ervaringsdeskundigen en kinder- en jeugdpsychiaters actief in het debat over de risico’s van deze transitie voor kinderen en gezinnen. Daarnaast hebben werkgeversorganisaties en hun lobbyisten input geleverd, vooral vanuit de belangen van hun organisaties. Pedagogen en kinder- en jeugdpsychologen hadden daarin nauwelijks een stem. We hoorden ze niet over de potentiële voordelen of over risico’s van de transitie. Ze lieten het nieuwe beleid nogal geruisloos over zich heen komen. Ook over de coronamaatregelen die kinderen en jongeren relatief hard troffen, hoorden we nauwelijks een tegengeluid van beide beroepsgroepen.

Waarom trokken wij niet luid aan de bel over de risico’s wanneer je jongeren gedurende langere tijd beperkt in hun ontwikkelingsmogelijkheden en kleuters en lagereschoolkinderen niet op de normale manier kunnen deelnemen aan onderwijs?:

Nu kunnen we ons voorstellen dat niet iedereen zich geroepen voelt om zijn stem te laten horen in de landelijke media. Maar ook vertegenwoordigers van de beroepsverenigingen NIP en NVO lukt het nog onvoldoende om hen te vertegenwoordigen. En ook als het niet bij je past om aan te schuiven bij een gesprekstafel op tv, dan betekent dat nog niet dat je je stem niet kunt laten horen.

Ook in jeugdhulporganisaties valt het ons op dat beide beroepsgroepen te makkelijk managementkeuzes accepteren als een gegeven, terwijl het management van elke jeugdhulporganisatie in Nederland geregeld flink last zou moeten hebben van de gedragswetenschappers die ze in huis hebben. Dat zijn tenslotte de experts. Het is dan ook verbijsterend dat lokaal, regionaal en landelijk jeugdhulpbeleid in Nederland vooral tot stand komt in overleg tussen beleidsmakers en managers, terwijl de belangrijkste stem aan tafel vertolkt zou moeten worden door pedagogen en kinder- en jeugdpsychologen.

Aan het slot:
Wat de reden ook is, het feit dat we onze mond niet opentrekken gaat ten koste van de kwaliteit van de jeugdhulp en de ontwikkeling van kinderen en jongeren in Nederland. En daarmee ook ten koste van de kwaliteit van ons eigen werk. Dus pedagogen en kinder- en jeugdpsychologen, bundel je krachten, laat je vakkennis horen, sla met je vuist op tafel en maak het managers en beleidsmakers in je eigen organisatie, gemeente, regio of landelijk zo lastig als maar nodig is, als dat in het belang is van kinderen, jongeren en gezinnen.

Lees de hele oproep: Pedagogen en psychologen, laat je horen!, door Marjan de Lange en Mariska van der Steege, Kaponline, 1 maart 2024: www.kaponline.nl/magazine-artikelen/pedagogen-en-psychologen-laat-je-horen/

 

De afbeelding bovenaan is van Oto Zapletal