Skip to main content

Redactie Beroepseer

Tip van Wim J. Jongejan: “Ik wil een medewerker spreken”

Wim J. Jongejan –  ICT expert en beheerder van website Zorg ICT Zorgen: “Recent had ik tot twee maal toe een aanvaring met een telefonische chatbot*). Dat soort uitvindingen drijven mij nogal eens tot wanhoop als die mijn vraag niet kan plaatsen en onzin-suggesties gaat doen. Deze keer ging het om de chatbot van de klantenservice van KPN. Tot twee maal toe na het inspreken van mijn vraag bleef het telkens oorverdovend stil aan de lijn. Er gebeurde niets. Daarop besloot ik op expeditie te gaan vanuit Woerden richting KPN-servicepunt in Utrecht. Daar aangekomen bleek de zeer vriendelijke medewerkster mijn vraag ook niet te kunnen beantwoorden. Zij deed echter een luisterrijke suggestie. Ze stelde voor dat ik weer de klantenservice belde en dan de zin in moest spreken: ‘Ik wil een medewerker spreken’. Dat bleek als een tierelier te werken. Binnen enkele seconden had ik een medewerkster aan de lijn die mijn probleem oploste.

Een mens aan de lijn

Chatbots kunnen bij veel voorkomende vragen misschien het inschakelen van medewerkers van vlees en bloed besparen. Het stellen van blijkbaar niet vaak voorkomende vragen over ‘ouderwetse’ technologie bleek te ingewikkeld voor de KPN-chatbot. In plaats van zelf door te schakelen naar een medewerker is het systeem blijkbaar zo ingericht dat er niets meer als reactie komt”.

Lees het hele artikel Shortcut bij chatbot: “Ik wil een medewerker spreken”, door W.J. Jongejan, Zorg ICT Zorgen, 26 oktober 2024: https://zorgictzorgen.nl/shortcut-bij-chatbot-ik-wil-een-medewerker-spreken/

Noot
*) Een chatterbot, of kortweg bot, is een geautomatiseerde gesprekspartner.

 

Afbeelding bovenaan is van Alexandra Koch

‘Ik werd beticht van diefstal, bedreiging en intimidatie’. Nieuwsuur over kritiek op onderzoeken naar ongewenst gedrag op werkvloer

Mensen die worden beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag hebben hulp nodig zeggen experts. Het aantal meldingen is fors toegenomen. Bij bedrijven, bij de overheid, de media, het onderwijs, eigenlijk overal is dit thema volop aanwezig. De onderzoeksredactie van televisieprogramma Nieuwsuur dook in de cijfers, analyseerde rechtszaken en sprak met experts over dit moderne, maar ook vage fenomeen. Want wat betekent een anonieme melding bijvoorbeeld voor de beklaagde? Kan die zich fatsoenlijk verweren? Doordat en vaker en makkelijker wordt gemeld, zijn diverse experts bang dat we nu doorslaan.

Intimidatie op de werkvloer. Anonieme klachten over ongewenst gedrag. Neem de zaak van prinses Laurentien, van oud-Kamervoorzitter Chadisha Arib en presentator Tom Egberts. Maar niet alleen BN’ers krijgen met anonieme beschuldigingen en rechtszaken te maken. Bijvoorbeeld ook drie docenten van de Zeevaartschool op Terschelling en een leidinggevende bij Hogeschool InHolland. In deze twee zaken stelde de rechter vast dat de werknemers ten onrechte waren beschuldigd door hun werkgever.
De werkgever heeft een zorgplicht voor alle werknemers, aldus hoogleraar Arbeidsrecht Barend Barentsen. Dus zowel degene die al of niet iets heeft gedaan, als degene die het mogelijke slachtoffer is, moeten zorgvuldig worden bejegend om schade aan baan, reputatie, geestelijke gezondheid te voorkomen.

De zaak Van Engelenburg

Jaap van Engelenburg wordt in de reportage uitvoerig geïnterviewd door Nieuwsuur. Van Engelenburg is beheerder van de Domtoren in Utrecht. Hij werd ten onrechte beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag: “Vanaf 2010 ben ik beheerder geworden van acht kerktorens waarvan de Domtoren als grootste slokop qua tijd en qua uren. En wat het belangrijkste is, je moet zorgen dat alles gewoon goed en veilig gebeurt”.
Van Engelenburg kreeg altijd goede beoordelingen en twee jaar geleden nog een promotie. Maar dat verandert na een meningsverschil over een technische veiligheidskwestie op de Dom. Er volgt een overleg: “Ze beginnen meteen over mijn gedrag. Dat er met mij niet viel samen te werken en dat ze er klaar mee waren, met mijn negatieve houding. Er werd ook gezegd dat binnen het team mensen problemen met mij hadden, terwijl ik nooit wat van dat team gehoord had. Hoe kan dit? Waarom heeft men nooit iets tegen mij gezegd en gebruiken ze dat nu als een soort middel om mij zwart te maken?”

Een paar weken later escaleert de situatie verder: “’’s Middags om half vier krijg ik een telefoontje van ‘per direct moet je van de Domtoren af. Je moet alle taken laten vallen op de Domtoren’.
De reden die werd gegeven was dat Van Engelenburg  de voortgang van het project zou dreigen te verstoren. De vraag is: Waarom vond er niet een normaal gesprek plaats, face to face?

Experts aan het woord

Nieuwsuur sprak met drie experts. Zij vinden dat er een paar dingen snel dienen te verbeteren. Zo behoren er strengere eisen te komen voor commerciële onderzoeksbureaus en de beschuldigde moet ook hulp en bijstand krijgen, bijvoorbeeld van een vertrouwenspersoon.

Caroline Raat, deskundige macht en organisatie, staat regelmatig melders en beschuldigden bij: “In je eigen beleving word je vals beschuldigd. Dat tast je hele identiteit aan, je integriteit”.
Beschuldigden krijgen te maken met uiteenlopende verwijten: “Intimideren, of te direct zijn of een stem verheffen. Of bijvoorbeeld niet coöperatief zijn. Allemaal van dat soort situaties. Dat krijgt dan de stempelgrens overschrijdend”.

Nieuwsbuur bekeek 138 recente conflicten over grensoverschrijdend gedrag die uitmondden in een rechtszaak. Wat opvalt in de meeste gevallen is dat de zaak leidde tot het einde van de arbeidsovereenkomst van de beschuldigde. Maar vaak moet de werkgever wel een vergoeding betalen aan de werknemer. Bijvoorbeeld omdat de beschuldigingen niet zijn bewezen, of onvoldoende aanleiding zijn voor ontslag. Terugkeer naar de werkvloer acht de rechter dan niet realistisch vanwege de inmiddels ernstig verstoorde verhoudingen. Maar de meeste conflicten eindigen niet bij de rechter.

Barend Barentsen: “Er is in theorie een toezichthouder, een keurig nette rechter. Maar daar kom je lang niet altijd en dan moet je maar hopen dat de werkgever zijn zaakjes op orde heeft”.
Loes Wevers, advocaat en vertrouwenspersoon, ziet het sentiment op de werkvloer veranderen: “Mensen durven nu op te staan en durven nu hun verhaal te vertellen, en tegelijkertijd, en daar moeten we denk ik ook eerlijk over zijn, worden meldingen ook wel eens tactisch ingezet. Op het moment dat er een personeelsissue is, wordt opeens gezegd: ik voel mij niet meer veilig. Of: ik ga een melding doen. Op dat moment ben je als leidinggevende, tegen wie zo’n melding vaak wordt gedaan, vleugellam”.

Wevers concludeert dat we aan het doorschieten zijn en dat er steeds meer oog is voor de veiligheid in de organisatie, maar dat er heel veel handelingsverlegenheid is over hoe we dat nu aanpakken.

Wat zijn anonieme meldingen waard?

De abrupte verwijdering hakt er bij Van Engelenburg flink in. Hij meldt zich ziek: “Ik heb nooit geweten hoe zwart iemands gedachten kunnen zijn. Ja, ik was diep gekwetst. Ik kon mijn bed niet meer uitkomen. Ik ben naar de huisarts gegaan. Ik heb medicatie van de huisarts gekregen”.
Enkele maanden later heeft Van Engelenburg een gesprek met de gemeente. Hij wordt geconfronteerd met beschuldigingen die hij niet kan thuisbrengen: “Zeven mensen had ik tegenover me. En nog het meest ongelooflijke was dat ik in dat gesprek ook nog werd beticht van vier overtredingen die ik begaan had. Ik had mensen beschadigd, ik had mensen beledigd, ik was niet transparant en ik had informatie achtergehouden. Dat was absoluut niet waar. Ik had inmiddels een advocaat ingehuurd. De advocaat heeft in totaal drie brieven gestuurd, van als jullie dat stellen, dan moeten jullie dat ook bewijzen. Geen antwoord”.

Die nieuwe beschuldigingen tegen Van Engelenburg waren dus niet concreet en bleven vaag. De vraag is: Wat is de waarde van anonieme klachten en meldingen?
Wevers: “Vaak komen die meldingen voor beklaagden uit de lucht vallen en hebben ze geen idee waar het over gaat. En op het moment dat zo’n anonieme melding niet concreet is, maar in een hele vage term is opgesteld – ‘persoon X zorgt voor een angstcultuur’ –  zie je dan maar eens te verdedigen”.
Voor een onderzoek heb je niets aan anonieme meldingen.
Raat: “Je kunt het hooguit opvatten als een signaal naar de organisatie”.
Barentsen: “De rechter, en ik sluit mij daarbij aan, is heel aarzelend met het toelaten van anonieme meldingen Dat kan hoogstens als ondersteunend bewijs. Een paar anonieme meldingen bij niet-anoniem of ander bewijs, maar je moet er heel terughoudend mee zijn omdat de waarheid ervan zo lastig is vast te stellen. Je kunt je er ook lastig als beklaagde tegen verweren”.
Wevers: “Je hebt recht op hoor en wederhoor. Dat is eigenlijk je belangrijkste recht in het hele verhaal. En een werkgever heeft ook voor jou te zorgen als beklaagde”.

Onderzoekbureaus

Wie een melding of een klacht moet onderzoeken is niet vastgelegd in de ARBO-wet. Soms doet het hoofd personeelszaken het erbij. Maar werkgevers schakelen tegenwoordig vaker een onderzoeksbureau in. Zo blijkt als Nieuwsuur contact opneemt met diverse bureaus. Dertien bureaus geven informatie en van de dertien krijgen er twaalf de laatste drie jaar meer opdrachten. Tien bureaus geven aan dat ze opdrachten krijgen waarbij het draait om anonieme meldingen.

Een onderzoeksbureau beginnen is vrij eenvoudig. De vergunningseisen zijn o.a. een Verklaring omtrent gedrag, een Praktijkdiploma particulier onderzoeker/detective op MBO-niveau en een Verklaring zorgvuldige omgang met persoonsgegevens. Kosten van de vergunning: 600 euro.

Raat: “Maar dat is een vergunning op vrij basaal niveau waar mensen alleen maar een beperkt aantal vaardigheden en wetten uit hun hoofd moeten leren. Het zou heel erg goed zijn als de wetgever daarnaar gaat kijken en voor dit soort onderzoeken extra eisen gaat stellen. Bijvoorbeeld HBO- of WO-niveau. En vooral kennis van psychologie en organisatiekunde, maar ook een vaardigheid als interviewtechniek en verslaglegging”.
Wevers: “Ik zie steeds meer onderzoeksbureaus die voorheen vooral onderzoek deden naar fraude en allerlei integriteitsschendingen, nu het onderwerp grensoverschrijdend gedrag er ook bij doen. Terwijl dat echt een andere tak van sport is”.
Raat: “En wat je ziet bij alle groeimarkten is dat er altijd ook cowboys zijn die zich op die markt begeven. En die zich ook aanbieden als onderzoeker, terwijl ze gewoon de kwaliteiten niet hebben. Met alle gevolgen van dien”.
Wevers: “Het is heel vaak niet zwart-wit. Het gaat over ervaren gedrag”.
Barentsen: “Dat onderzoek en waar een onderzoek aan moet voldoen, dat zal scherper moeten worden geregeld. Want nu hebben werkgevers, slachtoffers en beklaagden te weinig houvast en daar komen ongelukken van”.

Nieuwsuur legt deze kritiek voor aan het Ministerie van Justitie dat over de vergunningen gaat. Het ministerie antwoordt: Momenteel wordt de hele wet particuliere beveiligingsorganisatie en recherchebureau onder de loep genomen met als doel deze te moderniseren. Daarin wordt vanzelfsprekend ook gekeken naar de particuliere recherchebureaus.

Regeringscommissaris Mariëtte Hamer is eveneens om een reactie gevraagd. Zij ziet net als de experts ook de noodzaak in van nieuwe eisen en regulering. Binnenkort komt Hamer met een advies hierover.

Kafka

Raat: “Ik denk dat heel veel zaken die op dit moment spelen rond grensoverschrijdend gedrag nooit zover hadden hoeven komen als de werkgever veel sneller de-escalerend had opgetreden. Dus bijvoorbeeld met een goed gesprek of met bemiddeling had geprobeerd om zaken weer te sussen. Omdat je dan namelijk een oplossing biedt, een snelle oplossing, in plaats van een eindeloos traject met onderzoeken en rechtszaken”.

Jaap van Engelenburg wil graag in gesprek met zijn werkgever, maar de gemeente stuurt aan op een rechtszaak. De situatie escaleert namelijk nadat hij zijn persoonlijke eigendommen heeft opgehaald bij de Dom: “En toen kreeg ik een brief: U bent per direct geschorst, vanwege drie integriteitsschendingen: diefstal, bedreiging, intimidatie”.

Van Engelenburg begrijpt niets van deze meldingen tegen hem. Het conflict mondt uit in een ontslagprocedure: “Het doet me heel erg denken aan het boek van Kafka. Dat iemand schuldig wordt verklaard en niet zichzelf ertegen kan verweren. Dat hadden ze veel beter kunnen oplossen. Gewoon een gesprek van mens tot mens”.

Recent is uitspraak gedaan door de rechter. Op alle punten krijgt Jaap van Engelenburg gelijk. Er is niets gebleken van diefstal, intimidatie of ander verwijtbaar gedrag. Hij behoudt zijn baan. De afgelopen twee jaar heeft hij veel steun gehad van een jurist en van een vertrouwenspersoon.

Vertrouwenspersoon voor beklaagde

Raat: “Op dit moment heb ik het idee dat klagers of melders beter worden beschermd en bijvoorbeeld ook een vertrouwenspersoon krijgen, terwijl de beschuldigde het eigenlijk maar een beetje moet uitzoeken. Terwijl die ook recht heeft op een vertrouwenspersoon”.
Loes Wevers voegt daaraan toe: “De vertrouwenspersoon is er in veel organisaties vooral voor de melder en niet voor de beklaagde”.

Het advies aan werkgevers: Zorg dat er ook een vertrouwenspersoon is voor de beklaagde.

Nieuwsuur heeft ook contact opgenomen met de gemeente Utrecht en die realiseerde zich dat hun handelen grote impact had. De gemeente heeft haar excuses aangeboden aan Van Engelenburg en is in gesprek om ervoor te zorgen dat hij weer op een goede manier aan de slag kan.

Reportage van Nieuwsuur terugkijken op NPO, 1 november 2024: https://npo.nl/start/serie/nieuwsuur/seizoen-2024/nieuwsuur_4896/afspelen
Programma begint na 11 minuten.

Lees de Reacties bij verhaal over kritiek op onderzoeken naar ongewenst gedrag op de werkvloer op NOS:
https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2542868-reacties-bij-verhaal-over-kritiek-op-onderzoeken-naar-ongewenst-gedrag-op-de-werkvloer

Groeiende kritiek op onderzoeken naar gedrag werkvloer: ‘meer regels nodig, door Lizzy van Winsen en Judith Pennarts, NOS, 1 november 2024: https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2542865-groeiende-kritiek-op-onderzoeken-naar-gedrag-werkvloer-meer-regels-nodig

 

Foto bovenaan is ontleend aan de Nieuwsuur-reportage

Nieuwe, persoonlijke werkwijze haalt mensen uit de bijstand. Besparing 2,5 miljoen euro

RTV Noord meldt dat honderden werkloze mensen uit de Groningse gemeente Pekela de afgelopen jaren aan een baan zijn geholpen. Marco Grimmon schrijft dat de gemeente Pekela dat voor elkaar heeft gekregen door persoonlijke huisbezoeken en in enkele gevallen door het weggeven van een gratis fiets of scooter.
In 2021 was 4,0% van de beroepsbevolking van Pekela werkloos. Pekela telt in totaal ongeveer twaalfduizend inwoners. In 2015 lag het werkloosheidspercentage nog op 8,5%. Met een percentage van 4% zit Pekela in de middenmoot van de Groninger gemeenten.

Door de nieuwe, persoonlijke werkwijze heeft de gemeente een bedrag van 2,5 miljoen euro bespaard. Maar dat is niet alles. Ook de inwoners profiteren van deze werkwijze, aldus wethouder Ellen van Klaveren. Het is in de eerst plaats winst voor de inwoners. Zij bloeien op omdat ze er weer toe doen.

Maak het persoonlijk

Hans de Vroome werkt sinds 1990 voor de gemeente Pekela en is adviseur Sociaal Domein en leidinggevende voor het team Werk en Inkomen. “Wij zaten met Veendam in de gezamenlijke organisatie De Kompanjie. In mijn ogen ging er intern te veel aandacht naar die gemeente. En we zouden herindelen met Veendam en Stadskanaal, dus daar lag de focus op. De mensen in de bijstand waren een blinde vlek geworden. Wij hebben hen jarenlang niet gesproken. Acht van de tien hadden het gevoel: “Ik hoor er niet meer bij, laat mij maar. Werken is voor anderen, niet voor mij”.

Toen De Kompanjie en de herindeling klapten, kreeg De Vroome een missie.

“Wij hebben alle Pekelders met een bijstandsuitkering in kaart gebracht en opgezocht. Wij sturen geen brieven, niks daarvan. Je stapt op de fiets en je gaat naar je inwoners toe. Dat verwacht ik ook van mijn collega’s, ook al zit je hele dagen achter een computer. Maak het persoonlijk, dáár gaat het mij om. Het heeft tijd nodig, maar dit maakt het verschil”.

Lees het hele verhaal van Marco Grimmon: Honderden Pekelders uit de bijstand, gemeente bespaart miljoenen, RTV Noord, 28 oktober 2024: www.rtvnoord.nl/politiek/1229808/honderden-pekelders-uit-de-bijstand-gemeente-bespaart-miljoenen

 

Foto bovenaan is van Markus Winkler

Commentaren op bezuinigingen in het onderwijs. Protestmars in Utrecht

De bezuinigingen op het onderwijs worden door minister Bruins ‘problematisch’ genoemd. In onderwijsland is er sprake van een catastrofe.  Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft bekend gemaakt in een Kamerbrief van 24 oktober 2024 op welke subsidies de komende jaren bezuinigd gaat worden. Afgerond gaat het om 342 miljoen euro op subsidies voor onderwijs en wetenschap. In het Hoofdlijnenakkoord staat dat alle ministeries samen een miljard euro moeten bezuinigen op subsidies. Omdat het ministerie van OCW veel werkt met subsidies, komt een relatief groot deel van de bezuiniging voor rekening van dit departement.

Op Prinsjesdag was al bekendgemaakt dat op het ministerie van OCW in totaal ruim 360 miljoen euro zou worden bezuinigd op subsidies, maar waarop precies was nog niet bekend. Op cultuursubsidies wordt ruim 10 miljoen euro bezuinigd. Minister Bruins en staatssecretaris Paul noemen het ‘pijnlijk’ om deze keuzes te moeten maken: “Op onderdelen leiden de maatregelen tot minder ondersteuning voor leerlingen en studenten. Maar scherpe keuzes zijn onvermijdelijk”.

Het bezuinigingsvoorstel van het kabinet moet nog wel goedgekeurd worden door de Tweede Kamer en Eerste Kamer. Het is dus mogelijk dat de bezuinigingsplannen op onderdelen worden gewijzigd.
Op 30 oktober 2024 heeft de vaste commissie voor OCW in de Tweede Kamer een lijst met 145 vragen opgesteld over de onderwijsbezuinigingen van het kabinet.

Reacties in de media direct na bekendmaking bezuinigingen

“‘De bezuinigingen op het hbo stapelen zich op’. Ze dreigen in het hbo het hardst aan te komen. In het hbo worden studenten direct opgeleid voor de praktijk. Daar vindt praktijkgericht onderzoek plaats dat direct invloed heeft op de innovatiekracht van Nederland. De bezuinigingen komen op de bezuinigingen die al gaande zijn. Er is al krimp in het hbo; praktijkgericht onderzoek krijgt al relatief veel minder geld dan het wo omdat de langstudeerdersboete 1e generatiestudenten het meest gaat treffen en zij zitten vooral in het hbo. Het hbo speelt een belangrijke rol in regionale innovatie, en dat staat nu zwaar onder druk.”

“Het mes gaat o.m. in promotiebeurzen voor leraren, ondersteuning van thuiszitters, bewegingsonderwijs, ondersteuning van medezeggenschap, en begeleiding van leerlingen bij de doorstroom van vmbo naar havo en mbo. De bezuinigingen op onderwijssubsidies lopen op van 131 miljoen in 2026 naar 342 miljoen structureel vanaf 2029. Voor het funderend onderwijs (inclusief doorstroom naar vervolgonderwijs) gaat het om zo’n 234 miljoen euro, mbo 49 miljoen en hoger onderwijs en onderzoek 59 miljoen. Dat laatste komt bovenop de al bekende bezuinigingen van een miljard euro per jaar in die sector”.

“Banen verdwijnen, jonge collega’s hebben minder doorgroeimogelijkheden en de werkdruk wordt hoger”.

“Het begint langzaam duidelijk te worden dat de schade voor de Nederlandse wetenschap en het Nederlandse hoger onderwijs ongekend groot zal zijn. Met name studenten en jonge onderzoekers worden hard getroffen. Dergelijke bezuinigingen zullen de gehele samenleving raken. Nederland Kennisland wordt zo Nederland Kannieland”.

Uit de commentaren op de bezuinigingen klinkt wanhoop:
– Door destructieve bezuinigingen is ‘Bij ons leer je de wereld kennen’ een holle kreet.
– Met één pennenstreek worden unieke talenstudies bij het grofvuil gezet.
– Kabinet sloopt hoger onderwijs.
– Dit is een drama voor het land, rampzalig. Daarom zeggen al die bedrijven vanochtend: u maakt het land kapot.

Brandbrief

De Universiteit van Amsterdam vraagt zich af: Bezuinigingen op het hoger onderwijs. En nu? en wijst naar een Brandbrief met een waarschuwing van 24 grote bedrijven – waaronder VNO-NCW, Ziggo en Arcadis – en 15 nationale start-ups en scale-ups. Ze schrijven op 23 oktober 2024 dat Nederland op lange termijn kapot gaat vanwege de forse bezuinigingen: “Nederland is een kenniseconomie en het kabinet heeft de ambitie tot de top-5 van concurrerende landen te behoren. De laatste jaren zien we echter dat we op het gebied van innovatie steeds verder achterop raken ten opzichte van andere landen.
(..)
Onderwijs en onderzoek vormen de ruggengraat van een innovatieve en concurrerende economie, zoals tal van wetenschappelijke studies hebben aangetoond”.

Gebrek aan democratische structuren wordt steeds zichtbaarder

Het Leids universitair weekblad MARE kopte op 24 oktober 2024: “Eeuwenlang opgebouwde kennis kun je maar één keer in de vernieling helpen”, gevolgd door de onderkop: “Nederlandse universiteiten zien zich geconfronteerd met de ernstigste crisis sinds WOII”.
De auteur van het artikel, hoogleraar Remco Breuker schrijft: “De universiteit zou moeten zeggen: tot hier en niet verder. De enige kans die we als academische gemeenschap realistisch gezien hebben is solidariteit naar Den Haag toe.
Deze boodschap lijkt niet besteed aan al onze bestuurders. Sommige universiteiten hebben de vlucht naar voren genomen en zijn al begonnen zware bezuinigingen te implementeren (ja, er waren al tekorten maar er wordt nu te veel bezuinigd) voordat het nog maar duidelijk is wat de precieze financiële consequenties ervan zijn voor elke universiteit.
Tekenend voor de huidige situatie is dat op teveel Nederlandse universiteiten medewerkers geen idee hebben wat er achter de schermen bij hun bestuurders precies gaande is. Decanen bepalen wat er gebeurt in overleg met hun college van bestuur. De werkvloer staat erbij en kijkt ernaar… en vraagt zich af hoe lang hun banen nog bestaan. Het gebrek aan democratische structuren aan de universiteit wordt steeds zichtbaarder en dat brengt grote schade toe aan het vertrouwen van de academische gemeenschap in haar bestuurders”.

Geesteswetenschappen

Redacteur Sebastiaan van Loosbroek schrijft, ook op 24 oktober 2024, in MARE: “Verbijstering bij studenten, docenten en alumni over bezuinigingen: Wat wil de universiteit zijn? Studenten en docenten zijn ontgoocheld over het ingrijpende bezuinigingsplan van de faculteit Geesteswetenschappen om studies te schrappen of samen te voegen. Zijn we een commercieel bedrijf of een kenniscentrum? Uit plannen van het faculteitsbestuur blijkt namelijk dat de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Leiden ‘flink op de schop’ gaat”.

Op 28 oktober 2024 bericht dagblad Trouw dat de Universiteit van Utrecht zes studierichtingen schrapt. Het gaat om de studies Duits, Frans, islam en Arabisch, Italiaans, Keltisch en Religiewetenschappen. Vanaf het studiejaar 2026-2027 worden geen nieuwe studenten aangenomen en in 2030 stoppen de opleidingen.
In hetzelfde stuk staat dat ook de Universiteit Leiden zich gedwongen voelt om flink te snijden in de gespecialiseerde opleidingen. Als de voorlopige plannen doorgaan, dan zullen in Leiden onder meer specialisaties als Turks, Hebreeuws en Arabisch verdwijnen. Datzelfde geldt voor bacheloropleidingen als African Studies en Latin-American Studies. Verder worden er specialisaties samengevoegd: zo vormen Chinastudies, Japanstudies en Koreastudies samen het nieuwe Aziëstudies.

Tobiah Palm roept in een ander artikel in Trouw uit: “Waar moeten de diplomaten van de toekomst hun kennis van de Arabische culturen vandaan gaan toveren? Straks hebben we een dode collectie”. De studie Arabisch in Leiden dateert van vierhonderd jaar geleden.

Sija van den Beukel, redacteur van Folia, online universiteitsblad van de Universiteit van Amsterdam, schrijft dat bij geesteswetenschappen de nieuwe internationaliseringswet erin zal hakken: “Met de aanscherping van de Wet internationalisering in balans (WIB), komen bijna alle Engelstalige bachelors in de Randstad in gevaar. De Faculteit der Geesteswetenschappen ziet een donkere toekomst voor zich. Het beperken van internationale studenten is desastreus”.

Protestmars in Utrecht op 14 november 2024

Op donderdag 14 november 2024 organiseren medewerkers en studenten van universiteiten en hogescholen alsmede de vakbonden een protestmars tegen de bezuinigingsplannen in het onderwijs van het kabinet. De actie vindt plaats in Utrecht, tussen 13.00 en 15.00 uur. Deelnemers verzamelen zich in het Moreelsepark en lopen naar het Domplein.

Langzaam wordt duidelijk dat de schade voor de Nederlandse wetenschap en het Nederlandse hoger onderwijs ongekend groot zal zijn. Met name studenten en jonge onderzoekers worden hard getroffen. Dergelijke bezuinigingen zullen de gehele samenleving raken. Nederland Kennisland wordt zo Nederland Kannieland.

Ga voor meer info over de protestmars naar:
WO in Actie: https://woinactie.blogspot.com
AOb: www.aob.nl
FNV: www.fnv.nl

Downloaden poster: https://beroepseer.nl/

Referenties

Kamerbrief over de bezuinigingen: Invulling van het OCW-aandeel in de rijksbrede subsidietaakstelling, Tweede Kamer, 24 oktober 2024: www.tweedekamer.nl
Downloaden brief: https://beroepseer.nl

Bezuinigingen op hbo stapelen zich op, Vereniging Hogescholen, 24 oktober 2024: www.vereniginghogescholen.nl

Bedrijven in Nederland uiten zorgen over bezuinigingen op onderwijs, onderzoek en innovatie, Universiteiten van Nederland 23 oktober 2024: www.universiteitenvannederland.nl
Downloaden open brief en ondertekenaars bedrijven aan kabinet: https://beroepseer.nl

Eeuwenlang opgebouwde kennis kun je maar één keer in de vernieling helpen, door Remco Breuker, Mare, 24 oktober 2024: www.mareonline.nl

36 hogescholen delen brief met 460.000 studenten: ‘Maak bezwaar!’, Vereniging Hogescholen, 16 oktober 2024: www.vereniginghogescholen.nl
Stand: Op 30 oktober 2024 hebben 24.532 mensen een bezwaarschrift ingediend

Verbijstering bij studenten, docenten en alumni over bezuinigingen: ‘Wat wil de universiteit zijn?’, door Sebastiaan van Loosbroek, Mare, 24 oktober 2024: www.mareonline.nl

Universiteit Utrecht schrapt zes studierichtingen, Trouw, 28 oktober 2024: www.trouw.nl

Bij geesteswetenschappen zal de nieuwe internationaliseringswet erin hakken, door Sija van den Beukel, Folia, 23 oktober 2024: www.folia.nl

Ministerie bezuinigt op subsidies voor cultuur, onderzoek en gymnastiekles, NOS, 24 oktober 2024: https://nos.nl

Bezuinigingen op het hoger onderwijs. En nu? Universiteit van Amsterdam: www.uva.nl

Tweede Kamer kritisch over bezuinigingen – PO/VO, VOS ABB, 30 oktober 2024: www.vosabb.nl

Onderteken de Petitie: https://campagnes.degoedezaak.org/campaigns/stop-de-bezuinigingen-op-hoger-onderwijs

 

U P D A T E  I I

Update: College van bestuur reageert op bezuinigingsplannen kabinet. Het kabinet-Schoof heeft de rijksbegroting gepresenteerd. Zoals verwacht krijgt het hoger onderwijs te maken met zeer forse bezuinigingen. Het college van bestuur gaat de komende tijd regelmatig in op de gevolgen van dit in hun ogen onverantwoorde beleid. www.medewerkers.universiteitleiden.nl/nieuws/2024/09/college-van-bestuur-reageert-op-bezuinigingsplannen-kabinet

Persbericht van AOb, 12 december 2024: Algemene Onderwijsbond bereidt zich voor op staking. Voorzitter Thijs Roovers:
“Deze bezuinigingen zijn voor ons onacceptabel. We gaan nu terug naar onze leden, als de Eerste Kamer dit plan niet wegstemt, dan zijn we bereid de stakingskas te openen”. www.aob.nl/assets/Persbericht-over-mogelijke-staking.pdf


U P D A T E  I

Demonstratie tegen bezuinigingen hoger onderwijs: ‘Dit kabinet keert zich af van de wereld’, Universiteit Leiden, 25 november 2024: www.universiteitleiden.nl/nieuws/2024/11/demonstratie-tegen-bezuinigingen-hoger-onderwijs

Uitkomst Politiedebat: Radicaal anders kijken naar rol van politie

We moeten dingen echt anders gaan doen, is het stellige advies van Wilbert Paulissen politiechef in Oost-Brabant: “De strafrechtketen loopt helemaal vast en met bijsturen redden we het niet meer. Maak het doen van aangifte minder vanzelfsprekend en los het anders op”.  Paulussen voerde het woord tijdens het Politiedebat dat 22 oktober 2024 plaatsvond op de Politieacademie in Apeldoorn.

De vraag naar de politie is groter dan de politie kan bieden. Dat is altijd al zo geweest. Maar de laatste jaren is het steeds lastiger om te laveren tussen verwachtingen en realiteit. De regioburgemeesters roeren zich en het kabinet heeft nieuwe plannen. En intern werkt de politie hard aan een nieuwe strategie. Het Politiedebat gaf ruimte om de uitdagingen van de politie vanuit verschillende kanten te belichten.
Een verslag van het debat is te lezen op de site van de Politieacademie.

Oplosser van alle problemen

“We zien de politie maar al te graag als de oplosser van alle problemen”, zei Jaco van Hoorn, strategisch adviseur van de korpsleiding en hoofdredacteur van het Tijdschrift voor de Politie. Hij schetste tijdens het debat een rauw en eerlijk beeld van waar de politie voor staat. “Als mensen bellen, dan komen wij. Wij zitten bij de scherven. De politie is daar waar het mis gaat. Dat laat zich bestuurlijk lastig sturen en voorspellen.’ Volgens hem wordt er in beleidsstukken te vaak ingezet op het veranderen van de realiteit. En dat werkt niet.

Gebrek aan verbondenheid

Dat beeld heeft ook politiechef Wilbert Paulissen. Volgens hem wordt volop ingezet op gebiedsgebonden werken, terwijl de uitdagingen steeds breder worden. “Er is bepaald dat wij ‘kennen en gekend worden’ ook op internet vorm moeten geven. Maar het lukt ons nu al niet in de wijken”. Volgens hem moeten ook andere overheidspartijen een dominantere rol spelen in de wijken als het gaat om verbinding. En op internet ziet hij heil in publiek-private samenwerkingen om het web veilig te houden.

Wassen neus

Het gebrek aan verbinding met de wijk is ook een doorn in het oog van prof.mr Pieter van Vollenhoven. Als adviseur aan The Hague Centre for Strategic Studies pleit hij voor vaste wijkteams. Met zeven tot negen politiemensen per tienduizend inwoners. Die zitten op vaste plekken in de wijk en staan onder leiding van de burgemeester. “Want de huidige functie van burgemeester als gezagsdrager is een wassen neus”.  Dit zei hij tijdens een gesprek voordat het debat begon. “De politiemensen in de kleine en middelgrote gemeenten worden nu vaak weggezogen voor landelijke taken. De politie bepaalt hiermee welk gezag er mogelijk is voor de burgemeesters. Dat vind ik niet goed. De verantwoordelijkheden moeten duidelijk zijn. En dat zijn ze nu niet”, zei Van Vollenhoven.

Vaste teams fysiek in de wijk

Teun Meurs is lector Gebiedsgebonden Politiewerk aan de Politieacademie. Hij kan zich vinden in het idee van vaste teams die fysiek in de wijk werken op een vaste plek. Maar je moet je wel afvragen hoe je dat gaat inrichten. “Laat je die mensen de hele dag op een bureautje zitten en wachten tot er iemand aanklopt? Heeft zo’n bureau een publieksfunctie? Deel je deze met partners? Hoe doe je dan een briefing, waar laat je je wapen? En wat kan digitaal contact hierbij aanvullen? Daar zou ik graag met actieonderzoek aan meewerken”.

Te snel aangifte doen

Met kleine stapjes ziet Wilbert Paulissen het probleem niet oplossen. Hij pleit voor een paradigmashift: radicaal anders kijken naar de rol van de politie. Duizend man erbij gaat volgens hem weinig oplossen. “De strafrechtketen is al overbelast, die kan je niet nog meer volstoppen”. Volgens hem richt het dienstverleningsconcept van de politie zich te veel op het bieden van allerlei oplossingen. En er wordt te snel overgegaan tot het opnemen van een aangifte. Terwijl dat in veel gevallen weinig toegevoegde waarde heeft. De vanzelfsprekendheid van het doen van aangiftes zou volgens hem echt moeten veranderen.

Marktplaatsfraude

Als voorbeeld noemde Paulissen Marktplaatsfraude. “Uiteindelijk gaat het erom dat iemand zijn geld terugkrijgt. Een belletje naar de dader blijkt soms veel effectiever dan het opmaken van een proces verbaal”. Hetzelfde geldt voor winkeldiefstallen. Die zijn goed voor zo’n zeventig procent van de aangiftes. “Daar zijn nu twee man zo’n vier uur aan kwijt voordat ze weer de straat op kunnen. Samen met winkeliers zou je moeten kijken naar andere concepten”, zei Paulissen.

Onverantwoord

Ook noemde hij de driehonderd zedenzaken die op een gegeven moment in Oost-Brabant op de plank lagen. “Die mensen wachten allemaal op een antwoord. Dat vind ik onverantwoord”. Bij zedenzaken is de dader in negentig procent van de gevallen een bekende van het slachtoffer. Neem je zoals het Zweedse model aangiftes op in het ziekenhuis in plaats van op het bureau? Dan ontstaat een andere dynamiek. Maar ook door er direct een slachtofferadvocaat aan te koppelen. Hierbij kan je vaak veel meer oplossen met mediation dan met strafrecht.

Lees het hele verslag van het debat dat aan het eind gaat over een nieuwe generatie politiemensen en een behartenswaardige opmerking van plaatsvervangend korpschef Liesbeth Huyzer: Politiedebat: Radicaal anders kijken naar onze rol, door Team communicatie, Politieacademie, 23 oktober 2024: www.politieacademie.nl/over-ons/nieuws/politiedebat-radicaal-anders-kijken-naar-onze-rol

Onderwijsraad: Geef leraren een stevige stem!

Om hun werk goed te kunnen doen, hebben leraren zeggenschap nodig. Niet alleen over wat er in de klas en op school gebeurt, maar ook over het onderwijsbeleid op school, binnen het schoolbestuur en landelijk. Zeggenschap van leraren is essentieel voor draagvlak, uitvoerbaarheid en kwaliteit van beleid op alle niveaus, maar is lang niet altijd een gegeven.

De Onderwijsraad adviseert overheid, leraren, schoolleiders en bestuurders meer werk te maken van zeggenschap. Het is belangrijk dat leraren systematisch een stevige stem krijgen bij de ontwikkeling van beleid, ook op landelijk niveau. Dit komt de kwaliteit van het onderwijsbeleid ten goede en versterkt de positie van de beroepsgroep.

Aanleiding: zeggenschap van leraren is geen gegeven
Zeggenschap van leraren wordt belangrijk gevonden. Er zijn allerlei pogingen ondernomen om de beroepsgroep leraren te versterken en zeggenschap te verstevigen. Deze pogingen bleven grotendeels zonder succes. Ook nu nog worden leraren niet systematisch betrokken bij de ontwikkeling van landelijk onderwijsbeleid. Het is voor hen vaak onduidelijk wanneer en hoe zij een inhoudelijke bijdrage kunnen leveren en wat daarmee gebeurt. Ook bij beleid dat binnen een school of schoolbestuur wordt gemaakt, is zeggenschap niet altijd goed geregeld. Er zijn grote verschillen tussen scholen in hoeverre leraren zeggenschap hebben en hoe dit is vastgelegd in een professioneel statuut.

Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de Onderwijsraad zich gebogen over zeggenschap van leraren in het primair en voortgezet onderwijs en docenten in het middelbaar beroepsonderwijs (hierna: leraren). De raad blikt terug op eerdere adviezen hierover (zie bijlage 1: Begripsvorming rond zeggenschap in eerdere adviezen Onderwijsraad) en adviseert over hoe zeggenschap van leraren beter tot zijn recht kan komen. De raad vat zeggenschap daarbij breder op dan de in de wet vastgelegde (mede)zeggenschap op scholen.

Advies: maak werk van zeggenschap van leraren
De raad constateert dat er ruimte en noodzaak is om de zeggenschap van leraren te versterken. Zowel op het niveau van hun school en bestuur als op landelijk niveau. Goed en uitvoerbaar onderwijsbeleid wordt gemaakt met en staat ten dienste van de onderwijspraktijk. Het kan niet tot stand komen zonder actieve betrokkenheid van leraren. Zij horen in alle fasen van het beleidsproces een stevige stem te hebben. Dat versterkt ook de positie van de beroepsgroep.

Zeggenschap van leraren komt tot stand in samenspel met overheid, schoolleiding en schoolbestuur. De Onderwijsraad adviseert alle betrokkenen daar meer werk van te maken. Dat moet gebeuren op een manier die recht doet aan de pluriformiteit van de beroepsgroep.

Aanbeveling aan overheid: stuur bewust en bestendig
De raad adviseert de overheid leraren gericht bij beleidsprocessen te betrekken. Creëer omstandigheden waarin hun betrokkenheid goed vorm kan krijgen. Stop met ad-hocvormen van lerarenbetrokkenheid en werk met een onderwijsbeleidsagenda, waarin per dossier duidelijk staat vermeld waartoe, wanneer en in welke vorm leraren betrokken worden. Zo’n agenda biedt structuur en kan de grilligheid van beleidsprocessen verminderen. Leraren moeten de informatie gemakkelijk kunnen vinden. Zij moeten ook zelf onderwerpen kunnen toevoegen, wanneer in hun ogen nieuw beleid gewenst is.

Eerdere pogingen om te komen tot één beroepsorganisatie die alle leraren vertegenwoordigt, hebben tot nu toe niet gewerkt. De Onderwijsraad pleit ervoor om als overheid niet te wachten en niet aan te sturen op één beroepsorganisatie die namens ‘de leraar’ spreekt. Systematische zeggenschap van leraren is nodig, los van de mogelijke vorming van een centrale beroepsorganisatie. Versterking van het huidige pluriforme veld van kleinere, op verschillende leest geschoeide beroepsorganisaties is een eerste stap naar meer zeggenschap.

Aanbeveling aan leraren: benut mogelijkheden voor zeggenschap
Zeggenschap moet niet alleen gegeven worden. Leraren moeten die ook benutten. Zich verantwoordelijk voelen voor wat er in de eigen klas gebeurt, maar ook voor ontwikkelingen op schoolniveau en op het niveau van landelijk onderwijsbeleid. Leraren krijgen in hun dagelijks werk continu te maken met de gevolgen van besluitvorming op landelijk niveau en op het niveau van het schoolbestuur. Door actief deel te nemen aan die besluitvorming, zullen hun kennis en vakmanschap daarin beter doorklinken.
Daarbij helpt het als leraren lid worden van een bovenschoolse beroepsorganisatie en (in teamverband) professionaliseren. Door zich te organiseren en hun stem te laten horen, kunnen leraren ook tegenwicht bieden aan beleid dat de werkdruk verhoogt.

Aanbeveling aan schoolleiders en besturen: stimuleer en faciliteer zeggenschap van leraren
Het is aan schoolleiders en bestuurders om leraren ruimte te geven om zeggenschap uit te oefenen. Door actieve betrokkenheid van leraren te faciliteren en te stimuleren. Door te zorgen dat er binnen school gelegenheid is om af te spreken hoe leraren aan de landelijke context en besluitvorming kunnen bijdragen en hoe de opgedane inzichten een plek kunnen krijgen binnen de eigen school. Ook kunnen schoolleiders en bestuurders leraren faciliteren die actief willen zijn in een beroepsorganisatie. Subsidieer het lidmaatschap daartoe.

Schoolleiders en bestuurders kunnen samen met leraren zorgen dat een professionele structuur en cultuur binnen school en bestuur ontstaan waarin zeggenschap van leraren vanzelfsprekend is. Zeker in tijden van lerarentekorten en hoge werkdruk hebben leraren een steun in de rug nodig. Het wettelijk verplichte professioneel statuut is hiervoor een belangrijk instrument.

Downloaden Een stevige stem, door Onderwijsraad, 22 oktober 2024: https://beroepseer.nl/

Persbericht: Geef leraren een steviger stem in onderwijsbeleid, Onderwijsraad, 22 oktober 2024: www.onderwijsraad.nl

Een stevige stem, Onderwijsraad, 22 oktober 2024: www.onderwijsraad.nl

Europees project over rechtsstaat van start

Horizon Europe*) financiert het ISGA-project NET-ROL: Networks and the Rule of Law: Uncovering Socio-Economic Outcomes. De financiering bedraagt 3 miljoen euro; 760.000 euro gaat naar ISGA**). Onderzoekers Antoaneta Dimitrova en Jaroslaw Kantorowicz richten zich op een belangrijke vraag: “Wat als de rechtsstaat verzwakt, beseffen mensen wat er dan gebeurt?” De twee ISGA-wetenschappers zijn ook coördinator van een consortium van acht partners.

“De rechtsstaat (rule of law) is niet vanzelfsprekend”, zeggen de onderzoekers, die nagaan of burgers zich ervan bewust zijn wat de rechtsstaat inhoudt en wat het voor ze doet. “Vergelijk het met gelukkig zijn of een goede gezondheid. Pas wanneer het er niet meer is, merk je het vrij snel. Dit geldt ook voor de rechtsstaat; als het wegvalt, dan kun je bijvoorbeeld niet meer naar de rechtbank als er iets misgaat, of de rechter wordt omgekocht. De rechtsstaat is een basisfundament en belangrijk voor elke democratie”.

Groot internationaal project

Het gaat om een groot internationaal project dat drie jaar duurt en waarvoor de Haagse onderzoekers samenwerken met zeven partners, waaronder twee denktanks in Noord-Macedonië en Polen en universiteiten in Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië, Frankrijk en Italië. Het gaat echt om teamwork, wil Antoaneta Dimitrova, hoogleraar Comparative Governance van de Universiteit van Leiden, benadrukken.“In tijden van bezuinigingen hebben wij via de Europese programma’s voor onderzoek en innovatie financiering gekregen en dat is ook dankzij het Research Support Team van ISGA, met in het bijzonder de hulp van Claudia Forero Madero, wat ons enorm heeft geholpen dit project te krijgen”.

Goede én slechte netwerken

Het project focust zich op de rechtsstaat, hoe burgers de effecten van de rechtsstaat ervaren en netwerken in landen. “Zijn deze netwerken goed voor de rechtsstaat of niet? Een netwerk kan zorgen voor betrokkenheid van burgers, zoals iets samen met verschillende buren regelen in de gemeente”, vertelt Antoaneta. “Je kunt ook slechte netwerken hebben, zoals ondernemers die even een vergunning voor een vriend regelen bij de gemeente. In ruil hiervoor bieden ze politici een feestje op een jacht aan. Of denk aan familieleden van een regeringsleider die via grote projecten EU-geld krijgen. Dat is een familienetwerk. Netwerken kunnen dus ook slecht zijn voor de rechtsstaat”.

Lastig te onderzoeken

Zowel goede als slechte netwerken worden onderzocht. Dat is niet eenvoudig, vertelt Antoaneta. “Bij goede netwerken moet je uitzoeken wie participeert in de maatschappij, maar slechte netwerken zijn nog lastiger, want niemand gaat zomaar vertellen een vriend geld te hebben gegeven voor overheidsopdrachten. Met dit project zullen we onder andere veel datasets verzamelen. Onze partner uit Hongarije heeft datasets die grote overheidsopdrachten tonen. Hoeveel bedrijven kunnen bieden op een groot project – zoals de metro in Amsterdam? Als dat maar één bedrijf is, dan is er iets mis”.

Toeslagenaffaire

Een ander aspect – waar Antoaneta en Jaroslaw zich op zullen focussen – is de burgers. Onderzoeker Jaroslaw Kantorowicz: “Als we erachter komen dat mensen niet zoveel geven om de rechtsstaat, hoe kunnen we dit dan veranderen? Hiervoor willen we informatiecampagnes ontwerpen, gebaseerd op resultaten van ons project. En als we mensen informeren, leidt dit dan tot een gedragsverandering?”Antoaneta: “Wat maakt dat mensen zich gaan bekommeren om de rechtsstaat? Is dit als ze zien dat ze anders een probleem krijgen met hun paspoort, onderneming, of, een bekend voorbeeld: de toeslagenaffaire? Of als we tonen dat de situatie in de buurt verslechtert, met meer criminaliteit en maffia?”

Democratie versterken

Uiteindelijk is het doel de rechtsstaat en democratie te versterken. De onderzoekers kijken uit naar het project, dat in maart 2025 van start gaat. Ze zien naast de resultaten een belangrijke andere uitkomst van het onderzoek: “Je vormt een netwerk in Europa met wetenschappers. Je maakt deel uit van een internationale community van academici die debat voeren over deze vraagstukken, wat in deze tijd heel belangrijk is”.

Noten
*) Horizon Europe is het ambitieuze onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie dat loopt tot en met 2027 met doorlopende subsidieoproepen (‘calls for proposals’). Met een budget van ruim 95 miljard euro is het de opvolger van Horizon 2020. https://research-and-innovation.ec.europa.eu
**) ISGA – Institute of Security and Global Affairs. https://www.universiteitleiden.nl

FGGA-onderzoekers winnen EU Horizon-beurs: 760.000 euro naar project over de rechtsstaat, door Magali van Wieren, Universiteit Leiden, 16 oktober 2024: www.universiteitleiden.nl

What is the long-term impact of rule of law and other European values on socio-economic outcomes? https://ec.europa.eu

Thomas Kampen in oratie over de professionalisering van beroep sociaal werker

Hoe reageren sociaal werkers in Nederland als morele nood op de loer ligt? Thomas Kampen is drie beleidsontwikkelingen tegengekomen die sociaal werkers in morele nood brengen: New Public Management, het zelfredzaamheidsideaal en de opdracht om naasten te betrekken bij zorg en ondersteuning. In de reacties van sociaal werkers op morele nood is een patroon te ontdekken dat Van Kampen illustreert met voorbeelden

Prof.dr. Thomas Kampen, op 1 oktober 2023 gestart als als hoogleraar Social Work aan de Universiteit voor Humanistiek, sprak op 17 oktober 2024 zijn inaugurele rede uit. In zijn rede, getiteld Gespleten loyaliteit: Sociaal werkers in morele nood belicht hij de worstelingen van sociaal werkers die balanceren tussen het volgen van beleid en ethisch handelen.
Het sociaal werk is gevoelig voor beleidstrends, ook wanneer deze de kernwaarden van het vak, zoals rechtvaardigheid en respect voor diversiteit, onder druk zetten. Hoe blijven sociaal werkers trouw aan hun principes wanneer beleid hen dwingt keuzes te maken die hier haaks op staan? Kampen toont aan hoe sociaal werkers, zowel in Nederland als daarbuiten, omgaan met morele nood en biedt mogelijke oplossingen.

De beroepsgroep versterken

Vanwege de morele nood is het belangrijker dan ooit tevoren om het sociaal werk verder te professionaliseren, door de kennisbasis en zeggenschap binnen de beroepsgroep te versterken. Dit vereist niet alleen academisch onderzoek en onderwijs, maar ook meer werkzekerheid en continuïteit voor sociaal werkers, zodat zij in staat blijven ethisch en professioneel te handelen.

Van Kampen eindigt zijn oratie met de vraag: Hoe kunnen opleidingen sociaal werk toekomstige vakgenoten adequaat
voorbereiden op het omgaan met morele nood? Het antwoord: Morele nood in het sociaal werk ontstaat door de spanning tussen de professionele waarden van sociaal werkers en de externe invloeden die hun autonomie en ethische handelingsvrijheid beperken. Om deze nood te verminderen, is het van cruciaal belang dat sociaal werkers meer zeggenschap krijgen over hun ideologie, kennisbasis, werkterrein, arbeidsmarkt en opleiding, zodat zij hun werk kunnen uitvoeren op een manier die strookt met hun professionele principes.

Helemaal aan het slot van zijn oratie zegt Van Kampen te hopen dat hij de komende jaren – met anderen – kan werken aan een “wetenschappelijke traditie en een erkend corpus van kennis dat sociaal werkers kunnen inzetten om hun vak te onderbouwen en te ontwikkelen. De komende jaren investeert de overheid met een meerjarig stimuleringsprogramma in onderzoek dat de kennisbasis versterkt en het beroep de status en het gezag geeft dat het verdient. Hier, aan de Universiteit voor Humanistiek, zijn we bezig met de ontwikkeling van een academische masteropleiding Sociaal Werk”.

Downloaden oratie Gespleten loyaliteit. Sociaal werkers in morele nood, door Thomas Kampen, Universiteit voor Humanistiek, oktober 2024: https://beroepseer.nl

Thomas Kampen: ‘Professionalisering van beroep sociaal werker is harder nodig dan ooit’, Universiteit voor Humanistiek, 17 oktober 2024: www.uvh.nl

Jim van Os en Gaby Jacobs in gesprek over zingeving en samenleving op Betweter Festival

Jim van Os en Gaby Jacobs waren te gast op het Betweter Festival in theater Tivoli/Vredenburg in Utrecht op 27 september 2024 voor een gesprek over het terugbrengen van zingeving in de samenleving en de oorzaken en gevolgen van de zingevingscrisis. Jim van Os is hoogleraar in de psychiatrie en voorzitter van de Divisie Hersenen van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Hij pleit voor een radicaal andere kijk op mentale gezondheid. Gaby Jacobs is hoogleraar Geestelijke verzorging aan de Universiteit voor Humanistiek.

Steeds meer mensen geven aan moeite te hebben met stress en de druk van het leven. Altijd maar aan moeten staan, altijd moeten presteren, jezelf ontwikkelen, 24/7 online beschikbaar zijn, de juiste keuzes maken. Het kost energie en slokt onze aandacht op.
Volgens Van Os en Jacobs wijst dit op een groter maatschappelijk probleem: de zingeving is uit onze samenleving verdwenen. In de ratrace van het leven is er geen tijd en ruimte voor de vragen die er echt toe doen: Hoe verhoud ik me tot de wereld? Wat geeft ten diepste zin aan mijn leven? En wat biedt troost in moeilijke tijden?

Spectaculair succesvol

In 2017 verschenen er berichten in het nieuws dat IJsland grote successen boekte met jeugdbeleid. Sindsdien geldt het IJslandse preventiemodel als voorbeeld van het terugdringen van drugs- en alcoholgebruik en depressiviteit onder jongeren. Wat de IJslanders deden, zou Van Os ook graag in Nederland doen: De collectieve fundamenten van de samenleving versterken en de weerbaarheid thuis verhogen.
Van Os: Ze keken naar gezinnen. Zijn de gezinnen samen aan het eten? Zijn er conflicten? Er werd op school gekeken. Kunnen kinderen met elkaar in contact komen? Zijn er manieren om deel te nemen aan het verenigingsleven? Aan sport en spel? In de architectuur? Voor de bouw in IJsland is een heel programma uitgerold. Dat blijkt spectaculair succesvol te zijn. Wat niet verbazingwekkend is. Want we weten al heel lang dat als er gezondheidsproblemen zijn in de populatie, deze zijn terug te voeren op collectieve factoren. Dan ga je die aanpakken en de gezondheidsdienst daarvan is veel groter dan zieke mensen behandelen.
Zieke mensen behandelen is vrij zinloos. Collectieve roots van gezondheidsproblemen aanpakken is veel succesvoller.

Vraag van gespreksleider: Maar als er mensen zijn die niet willen wachten tot wij met z’n allen de samenleving hebben vertimmerd en die draaglijk is, wat kunnen zij doen op micro-niveau?

Van Os: In Nederland hebben wij een enorme geatomiseerde manier van kijken naar hulp, hulpverlening en elkaar helpen. We denken dat er altijd specialisten ergens zitten die alles weten en alles kunnen opknappen. Terwijl als je kijkt naar wat er om een persoon heen is, en als die mensen met elkaar zouden samenwerken om iemand bij te staan die het moeilijk heeft bijvoorbeeld, die kunnen ontzettend veel bereiken. En daar hoef je dus geen specialist voor te zijn.
Je moet echt ophouden met denken dat er overal specialisten voor zijn en dat je daar naartoe moet. Je moet jezelf empoweren om samen met mensen een groep te vormen en je te laten leiden door degene die zegt: ‘ik heb hulp nodig’, en daar als groep iets aan gaan doen. Dat heet resource group, een Engels woord, beetje lelijk, maar op die manier kan je heel veel met elkaar doen.

Wat wij ook proberen is de hulpverlening op die manier met elkaar te laten praten. Er zijn een heleboel WMO-coaches en woonbegeleiders en jongerenwerkers die fantastisch werk doen. Maar als ze even met iemand willen bellen in de GGZ of een instelling, dan krijgen ze niemand aan de telefoon, want die zijn bezig met hun richtlijnbehandelingen in een kamertje. Dus mensen werken niet samen. Terwijl, als ze dat zouden doen en we nemen elkaar serieus daarin en we nemen ervaringsdeskundigen serieus, geestelijk verzorgers, een POH*), straatwerkers, WMO-coaches en complementair werkenden, en we zeggen: wij zijn allemaal onderdeel van hetzelfde systeem om mensen bij te staan, we zijn gelijkwaardig en we nemen de telefoon voor elkaar op, en we werken meer in groepen in plaats van in een kamertje met een specialist, dan hebben we geen wachtlijsten meer voor de GGZ.

Gespreksleider: Dat klink tof, maar die collega’s van je krijgen toch allemaal de koude rillingen als je begint over spiritualiteit en existentiële vragen. Daar hebben ze toch helemaal geen zin in?

Van Os: Dat valt mee. We hebben in Groningen hoogleraar Rogier Hoenders**). Dat is heel interessant, want hij vindt voor de psychiatrie weer uit dat zingeving belangrijk is. En onze collega’s willen nu ook weer weten van de vierde dimensie die wij vergeten zijn, maar die onze collega’s geestelijke verzorgers wel kennen en die ervaringsdeskundigen wel kennen. Wij hoeven daar dus niet de specialist in te zijn. Wij moeten samenwerken.

Hieronder video ‘Hoe krijgen we zingeving terug in de samenleving?’ Duur 42 min.

Noten
*) POH = praktijkondersteuner bij de huisarts.
**) Lentis GGZ en de faculteit Religie, Cultuur en Maatschappij (RCM) van de Rijksuniversiteit Groningen hebben een nieuwe leerstoel ingesteld: Zingeving, leefstijl en geestelijke gezondheid. De nieuwe hoogleraar is Rogier Hoenders. Op vrijdag 18 oktober 2024 om 16.15 u spreekt hij zijn oratie uit in de Aula van het Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen. Zie:  www.rug.nl/about-ug/latest-news/events/inauguration/2024/1018-hoenders

Het Betweter Festival wordt jaarlijks georganiseerd door Studium Generale van de Universiteit van Utrecht. Daar onderzoek je samen met wetenschappers en kunstenaars de wereld van morgen. Het festival is een wervelende mix van talks, interviews, installaties, film, muziek en live wetenschappelijk onderzoek. Verteld worden de verhalen achter de feiten. De twijfel wordt omarmd en vragen die ertoe doen worden gesteld. Studium Generale is de noemer waaronder universiteiten lezingen, cursussen, debatten en filmvertoningen aanbieden over uiteenlopende onderwerpen.

Studium Generale UU: https://www.sg.uu.nl/
Betweterfestival: https://www.betweterfestival.nl/over