Skip to main content

Redactie Beroepseer

Interview met Jelle van Baardewijk over de cultuur van moeiteloosheid, beroepstrots, onderwijs en professionalisering

In zijn lezing op het HGZO-congres*) vertelde filosoof en ethicus Jelle van Baardewijk dat mensen tegenwoordig moeite hebben met moeite. Thema van het congres was Uit je comfortzone.
Joke van Alten en Jacqueline Dijkstra interviewden Van Baardewijk  voor het kennisplatform Onderwijs en Gezondheidszorg – voor mensen die zich bezighouden met opleiden en leren in de zorg.
Van Baardewijk houdt zich bezig met de ethiek van het bedrijfsleven en de overheid. Hij is universitair docent Maatschappelijke bestuurskunde aan de Vrije Universiteit en lector Bedrijfsethiek aan de Hogeschool Rotterdam .

De interviewers vroegen aan Van Baardewijk een toelichting te geven op zijn uitspraak dat mensen tegenwoordig moeite hebben met moeite. Zijn lezing – die o.m. ging over het mijden van inspanning, dociel gedrag en vakmanschap – was getiteld Onderwijs en zorg in een cultuur van moeiteloosheid.

“We leven in een consumptie-, maar ook in een prestatiesamenleving. Mensen zijn gericht op de bevrediging van hun behoeftes en vinden het ingewikkeld om te presteren, terwijl dat steeds meer van ons gevraagd wordt. Dat is paradoxaal. Er waart een grote kracht rond die aanzet tot een passieve houding ten opzichte van onze eigen doelen en ons eigen vakmanschap. Dat zie je in moderne techniek, moderne levenssferen die aanzetten tot een passieve levenshouding. Veel mensen zetten eerder Netflix aan dan dat ze een boek lezen. Of waarom zou je een vriendin bellen als je ook lekker kan instagrammen. Zo is een cultuur van moeiteloosheid ontstaan, weerstand tegen weerstand. Dat resulteert in een palliatieve samenleving, volgens de filosoof Byung-Chul Han, waarin pijn weggeslikt en niet geaccepteerd wordt. Een samenleving waarin discipline ook iets heel moeilijks is geworden. Dat zie ik terug op de universiteit en de hogeschool. Ook op de werkvloer laten mensen over zich heen lopen, gaan ze dociel met administratiesystemen mee. De kunst is hier in opstand tegen te komen. Je eigen werk vorm te geven”.

Structuur bieden voor voortdurende professionalisering

Wij herkennen die moeiteloosheid, horen bijvoorbeeld zorgmedewerkers zeggen: ‘Als de baas het niet betaalt, dan doe ik niets aan mijn ontwikkeling’.

“Er zijn veel beroepen die geen gezag meer hebben in Nederland. Eigenlijk bestaat positioneel gezag in Nederland niet meer, zoals Thijs Jansen van de Stichting Beroepseer laat zien in zijn boeken. Wanneer je vroeger zei dat je aan de universiteit of als verpleegkundige werkte, dan had je een soort autoriteit. Maar gezag moet je tegenwoordig toch meer verdienen. De meeste beroepen in de zorg zijn in coronatijd, door de herbezinning op wat vitale beroepen zijn, enorm in waardering gestegen. Werken in de zorg wordt als bijzonder gezien, er wordt voor zorgmedewerkers geapplaudisseerd.
Verpleegkundigen, meer nog dan specialisten en huisartsen, zouden hun nieuwe gezag nu kunnen verzilveren. Hun beroepstrots is terecht. Het is een overvraagde beroepsgroep met een normaal loon, er is flinke schaarste, en ieder doemscenario laat zien dat er meer verzorgenden en verpleegkundigen nodig zijn. Dat zij dan nu zeggen ‘ik doe dit of dat niet, want het is geen onderdeel van mijn werk’, dat snap ik. Eindelijk staan ze voor hun werk en zeggen ze NEE. Dat heeft ook te maken met dat zij heel goed weten dat zij altijd ‘aan’ staan, pauze heeft bijvoorbeeld een heel andere betekenis dan in kennisintensieve beroepen. Ik vind het een teken van beroepstrots en ik denk dat ze groot gelijk hebben als ze zeggen ‘wij doen genoeg’.

De andere kant is: hoeveel wil je investeren in je eigen beroepsontwikkeling? Jongere generaties hebben veel meer moeite met investeren in hun eigen vakmanschap. In een consumptiecultuur is het niet meer vanzelfsprekend aan je eigen ontwikkeling te werken. Maar het hoort er natuurlijk wel bij. Je mag verwachten van verpleegkundigen dat ze niet de avond voor een vroege dienst tot laat in de kroeg staan en dat ze hun vakliteratuur bijhouden. Dat vergt discipline en dat is echt niet zo makkelijk in een cultuur van moeiteloosheid. Je moet als onderwijs en beroepsgroep ook een structuur bieden voor de voortdurende professionalisering. Er zijn beroepen waarin het heel gewoon is om jaarlijks terug te keren in de schoolbanken, om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op je vakgebied en om te publiceren. Voor hbo en mbo zou daarvoor een andere vorm bedacht moeten worden. Cultuur is in de kern het stellen van eisen en moeite doen”.

Andere uitspraken over onderwijs:

– Het onderwijs moet […] in de spiegel gaan kijken. Kennis en kunde moeten terug in het hart van het onderwijs.

 – Onderwijs moet inhoudelijk veeleisend en daarmee goed zijn. Je hele leven wordt leuk als je dingen begrijpt en onder controle hebt. Het ‘leuk zijn’ van je school of je werk is een secundaire kwaliteit, die je er als je geluk hebt bij krijgt.

– In de zorg bestaat een vrij realistisch beeld van het vakmanschap, al vrees ik ook bij jullie voor de onderwijsvernieuwers. Op het vakmanschap van artsen en verpleegkundigen kun je geen compromissen sluiten.

Herwaardeer vakinhoud

Op de slotvraag – Welke boodschap wil je geven aan opleiders in de zorg? – antwoordt Van Baardewijk:
“Herwaardeer vakinhoud. Schuw discipline niet. Studenten gaan minder hard leren als ze drie herkansingen hebben, laat staan vijf! Zoek ook je eigen beroepseer op als mede-poortwachter van het zorgsysteem. Wat is de kern van jullie werk, vakinhoudelijk?”

Lees het hele interview: De beroepstrots wordt alleen maar groter als iets moeilijk is, door Joke van Alten en Jacqueline Dijkstra, Onderwijs en Gezondheidszorg, 19 december 2022: https://onderwijsengezondheidszorg.nl/artikelen/2022/december/editie-7/de-beroepstrots-wordt-alleen-maar-groter-als-iets-moeilijk-is


Noot

*) Het HGZO-Congres, georganiseerd door het Amsterdam UMC, vond voor de 21e keer plaats op 6 en 7 oktober 2022. Het is een jaarlijks congres bestemd voor docenten en opleiders in het Hoger Gezondheidszorg Onderwijs (HGZO). Men kan lezingen bijwonen en deelnemen aan verschillende workshops. www.vumc.nl/
Het volgende congres vindt plaats op 20 maart 2023. Thema: De onderzoekende docent.

Praktische wijsheid is essentieel voor verlenen goede medische zorg

“Praktische wijsheid staat vanaf de laatste decennia van de 20ste eeuw toenemend in de belangstelling van professionals van allerlei aard: psychologen, juristen, docenten, managers, bestuurders en medici. Deze vernieuwde belangstelling is toegeschreven aan factoren als: de toenemende complexiteit en de alsmaar versnellende ontwikkelingen van laatmoderne samenlevingen en de eraan gekoppelde onzekerheden, aan het wegvallen van vertrouwde ideologieën en denkkaders, en aan de technologisering en instrumentalisering behorend bij het momenteel in de westerse wereld overheersende, door marktdenken beheerste neoliberale
discours.

Met name professionals die te maken hebben met morele vraagstukken hebben daardoor toenemend behoefte aan een kompas dat hen helpt te koersen op moraliteit: het doen van het goede en het geen schade toebrengen. Het dagelijks werk van medische professionals, artsen, is doordrenkt met moraliteit. Medici-practici vragen zich voortdurend af: wat is hier en nu voor deze individuele patiënt goed om te doen (of te laten)? Hoe voorkom ik schade of te grote risico’s op schade voor deze mens die aan mijn zorgen is toevertrouwd? Zou het ontwikkelen van de Aristotelische phronèsis, die wij vertaalden als ‘praktische wijsheid’ kunnen helpen bij het vinden van de juiste weg in de wirwar van alledaagse morele vragen in door onzekerheid en complexiteit gekenmerkte moderne praktijken? Dat was de vraag die het uitgangspunt vormde voor dit onderzoek”.

Marij Bontemps-Hommen verdedigde haar proefschrift Praktische wijsheid. De essentie van professionaliteit in medische praktijken – waaraan bovenstaande is ontleend in de samenvatting –  aan de Universiteit voor Humanistiek in  oktober 2020. Promotoren waren Frans Vosman, emeritus hoogleraar Zorgethiek (overleden in 2020) en Andries Baart, geestelijk vader van de Presentietheorie.
Bontemps, kinderarts en ziekenhuisbestuurder, observeerde de dagelijkse medische praktijken in een algemeen ziekenhuis, en ontdekte dat praktische wijsheid onmisbaar is om in deze complexe netwerken goede medische zorg voor elkaar te krijgen.

Herwaardering van praktische wijsheid

Bontemps benoemt een aantal factoren waardoor praktische wijsheid zo belangrijk is geworden. Dat is in de eerste plaats omdat onze huidige zorg te eenzijdig gericht is op (meetbare) werkzaamheid, waardoor het zicht verdwijnt op wat in specifieke gevallen goed is. Verder omdat het algemene van richtlijnen en regels geregeld blijkt te wringen met een zorgvuldige afstemming op individuen in hun eigen context.
Medische zorg wordt tegenwoordig niet meer louter verleend door individuele zorgverleners maar ook door teams binnen netwerken. Die moeten dus ook praktische wijsheid laten zien. Tenslotte: omdat zorg- en maatschappelijke organisaties vaak meer belang hechten aan efficiëntie, soepele logistiek en een flink marktaandeel dan aan ‘goede zorg’, dreigen zij praktische wijsheid te miskennen en te verdringen.
Bontemps laat zien hoe praktische wijsheid zich voordoet, wat bevorderend werkt of  tegenwerkt, en hoe praktische wijsheid geleerd kan worden tijdens het dagelijks werk. Ze toont wat er gebeurt als praktische wijsheid ontbreekt of juist floreert. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek pleit Bontemps voor een herwaardering van praktische wijsheid. Waar die wijsheid ontbreekt, moet ze worden geïntroduceerd en ontwikkeld. Dat geldt niet alleen voor medische praktijken, maar ook voor andere vakgebieden, zoals verpleegkunde, sociaal werk, management, bestuur en toezicht, het recht en de politiek.

Meer praktische wijsheid kan:
1. leiden tot een betere kwaliteit van zorg: zorg die beter aansluit bij de individuele patiënt,
2. bijdragen aan een beter leven van patiënten na of met een ziekte,
3. bijdragen aan meer geluk voor professionals die een zeer zinvolle maar moeilijke taak hebben in het vakbekwaam, wijs en samen beoefenen van de professie.

Recensie van Hans Hoek

Hans Hoek schreef recent een uitgebreide recensie  van het proefschrift op de website van C3 van adviseurs en managers die zich inzetten voor maatschappelijke organisaties in zorg, welzijn en het sociaal domein. C3 staat voor Community – Cooperation – Coordination. Hoek is docent aan de Universiteit Maastricht en doceert bij het C3 College. Zie: Praktische wijsheid in de gezondheidszorg, C3am, 10 januari 2023: https://c3am.nl/praktische-wijsheid-in-de-zorg/

Downloaden promotie-onderzoek: Practical wisdom: the vital core of professionalism in medical practices (Praktische wijsheid: de essentie van professionaliteit in medische praktijken: https://research.uvh.nl/ws/portalfiles/portal/14763241/Full+Text.pdf

Praktische wijsheid is onmisbaar om goede medische zorg te verlenen, Universiteit voor Humanistiek, 20 oktober 2020: www.uvh.nl

Zie ook: ‘De ongetemde ambtenaar’. Webinar met Henk den Uijl, Beroepseer, 25 mei 2022: https://beroepseer.nl/

 

Prof. Remco Breuker kandidaat voor verkiezing ‘Persoon van het Jaar’ in Leiden en omgeving

Een van de kandidaten voor de verkiezing Persoon van het Jaar 2022 in Leiden en omgeving is Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies. De verkiezing wordt sinds 2017 georganiseerd door het Leidsch Dagblad. Lezers van de krant kunnen kandidaten voordragen die volgens hen een positieve bijdrage hebben geleverd aan de Leidse regio en Duin- en Bollenstreek of de samenleving. Uit de voorgedragen regiogenoten selecteert de redactie de beste kandidaten op wie vervolgens gestemd kan worden (tot 15 januari 2023). Dit jaar strijden tien mensen om de eer.

Voor Remco Breuker was de nominatie een totale verrassing, meldt Sabine Waasdorp in een artikel voor de nieuwsbrief van de Universiteit van Leiden: “Ik was zeer verrast en vereerd toen ik het hoorde. Ik had het absoluut niet verwacht”.

Breuker is genomineerd voor zijn veelzijdige activiteiten voor de (Leidse) academische gemeenschap. Met zijn eigen politieke partij in de Universiteitsraad (Leidse Academische Gemeenschap), zijn vaste column in het universitaire weekblad Mare en zijn prominente rol als actievoerder bij WO in Actie heeft Breuker, zo stelt het Leidsch Dagblad, zich tot een academisch geweten van de universiteit ontwikkeld.

Breukers ideaal

Breukers ideaal is een universiteit die midden in de samenleving staat en stad en omgeving vooruithelpt. “De universiteit levert een hele wezenlijke bijdrage aan de stad Leiden. Ik hoop dat mijn continue nadruk op het belang van de academische gemeenschap en democratie binnen de universiteit dat ook doet en zorgen in stad en omgeving over democratie, vertegenwoordiging en de kloof tussen bestuurders en de gemeenschap verkleint. Zorgen en issues die aan de universiteit spelen, stralen immers ook uit naar de regio”.

Ga naar de lijst van alle tien kandidaten – met de fraaie portretten, gefotografeerd door Hielco Kuipers – en stem mee: Wie wordt de Persoon van het Jaar in Leiden en omgeving? De stembussen zijn geopend, Leidsch Dagblad, 31 december 2022: www.leidschdagblad.nl/cnt/dmf20221230_51725774
Zie onderaan artikel stemknop.

Twee Leidse wetenschappers genomineerd voor Persoon van het Jaar verkiezing, door Sabine Waasdorp, Universiteit Leiden, 5 januari 2023: www.universiteitleiden.nl/nieuws/2023/01/twee-leidse-wetenschappers-genomineerd-voor-persoon-van-het-jaar-verkiezing

Bijdrage van prof. Remco Breuker aan hoorzitting Tweede Kamer over ‘Verscheidenheid en diversiteit in de wetenschap’, Blogs Beroepseer, 24 april 2019: https://beroepseer.nl

40 Stellingen over de wetenschap (2020) door Rens Bod, Remco Breuker en Ingrid Robeyns, in de rubriek Aanbevolen Boeken: https://beroepseer.nl/aanbevolen-boeken/aanbevolen-boeken-iii/#veertigstellingenwetenschap
Met link naar gratis download: www.boomfilosofie.nl/media/26/40_stellingen_open_acces(1).pdf

 

WO in Actie: https://woinactie.blogspot.com/

Artikelenreeks ‘Taboes en belangen’ is gericht op verbetering gezondheidszorg en terugkeer werkplezier

Wat schrijven artsen zelf over hun beroep? Het derde artikel in de rubriek The great escape van de serie Taboes en belangen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) belicht de voor- en de nadelen van hyperspecialiseren en deeltijdwerken. Marcel Olde Rikkert schrijft dat hyperspecialiseren en deeltijdwerken momenteel een zegen en een vloek zijn in de opleiding en het werk van veel artsen. Maar, de zegening is er veelal voor de dokter, de vloek voor de patiënt. De discussie over de wenselijkheid van beide loopt al meer dan vijftig jaar en heeft geleid tot emotionele pro- en contradebatten. Ontkennen ervan of er alleen tegen strijden is zinloos en ongewenst. De echte vragen zijn: hoe gebruiken we beide ten voordele van zowel arts als patiënt en waar liggen de grenzen?

Marcel Olde Rikkert:
“Wie wil bij duizeligheidsklachten naar vier of vijf opeenvolgende dokters verwezen worden? Toch houden in mijn praktijk veel specialismen de verantwoordelijkheid af om relatief simpele medische problemen als duizeligheid, valneiging of gewichtsverlies breed te analyseren (…) Deze klachten zijn echter bij ouderen geriatrische syndromen die meestal verklaard worden door meerdere oorzaken. Toch wil een orgaanspecialist liever niet over de grenzen van zijn lievelingsorgaan kijken. Deze zal de gordiaanse knoop van het geriatrische syndroom dus niet ontwarren en verwijst doorgaans snel door.

Evenzo is er meer dan genoeg bewijs dat parttime werken grote voordelen kan bieden om een gezin draaiende te houden, jezelf te ontplooien, mantelzorg te verlenen of een burn-out te voorkomen. Uiterst nuttig voor modern ‘human resource management’. Het is echter binnen de Nederlandse werkcultuur en zorgcao’s taboe geworden om over grenzen of voorwaarden te spreken van parttime werken. Maar zou het eigenlijk niet redelijk zijn dat onze samenleving, die gedurende een opleiding van gemiddeld 10 jaar een miljoen in ons investeert, minimaal 10 jaar een contract van 0,6 fte terugvraagt? Of is dat een te groot taboe en een grens te ver?”

Taboes en belangen

Al jaren is er overeenstemming over het feit dat de medische zorg in Nederland beter georganiseerd moet worden, wil het systeem niet vastlopen. Taboes en belangen lijken de noodzakelijke verandering echter te verhinderen.
Optimale Zorg – Dappere Dokters en het Nederlandse Tijdschrift voor Geneeskunde hebben auteurs met verschillende expertise gevraagd om op persoonlijke titel te schetsen welke concrete keuzes aan de politiek, beroepsgroep, patiëntenorganisaties en anderen kunnen worden voorgelegd.
De serie artikelen getiteld Taboes en belangen, is te lezen op de site van het NTvG. In een later stadium worden de artikelen gebundeld en in bescheiden oplage gepubliceerd. De bedoeling van de serie is bij te dragen aan de noodzakelijke besluitvorming in de hoop dat de organisatie van de gezondheidszorg wordt verbeterd en het werkplezier terugkeert.
De bijdragen zijn ingedeeld in rubrieken: Illusie van maakbaarheid, The great escape, Controledrift en wantrouwen, De tirannie van de tevredenheid, Gezond kunnen leven is allereerst een publieke verantwoordelijkheid, Als de dood voor de dood.

Optimale Zorg – Dappere Dokters

Optimale zorg – Dappere dokters is in 2012 opgericht – een door huisartsen en specialisten gedragen beweging die als doel heeft samen op zoek te gaan naar concrete mogelijkheden om de zorg te optimaliseren. Belangrijke kernwaarden zijn: gezamenlijke besluitvorming met de patiënt, kritisch naar het eigen functioneren kijken, jezelf aanspreekbaar opstellen en collega’s durven aanspreken, intensieve samenwerking tussen zorgverleners stimuleren, kritisch zijn op standpunten van de eigen beroepsgroep en maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. De beweging heeft zich de afgelopen jaren gericht op werkconferenties, projecten, opleidingen en debatten, en deed in 2020 een oproep aan de volksvertegenwoordigers van Eerste en Tweede Kamer.

Controledrift en wantrouwen

Een andere, recente bijdrage in de serie – in de rubriek Controledrift en wantrouwen – is van de hand van Margot Smits: Splits registratielast in kwaliteits- en doelmatigheidsinformatie:
“Zorgverleners genieten over het algemeen een groot vertrouwen. En terecht. Zorgverleners doen elke dag hun best om goede zorg te leveren voor de patiënt en hebben vrijwel zonder uitzondering voor hun vak gekozen omdat ze het mooi vinden om anderen te helpen. Dat is nog steeds zo, maar in de loop der jaren is een aantal dingen veranderd in de omgeving van de zorgverlener waardoor zij het vertrouwen in hen niet altijd meer ervaren”.

Er blijkt een “groeiende behoefte bij derde partijen, zoals zorgverzekeraars en de overheid, aan informatie waarmee ze de doelmatigheid en toegevoegde waarde van de snel toenemende hoeveelheid zorg kunnen monitoren en waar nodig bijsturen”.
Smits wijst erop dat de beroepsgroep ook zelf bijdraagt aan de registratielast. Ze merkt op dat er vaak naar andere partijen gewezen wordt als belangrijkste veroorzakers. Kortom, het is tijd voor een nieuw perspectief op informatieregistratie.
Smits stelt een splitsing voor in informatie verzamelen: “Alle keuzes om de ervaren registratielast te helpen verminderen hebben voor- en nadelen, maar ik pleit voor de volgende veranderingen ten opzichte van de huidige situatie. Maak vanaf nu onderscheid tussen informatie over kwaliteit en doelmatig van zorg”.

De verwachting van Margot Smits is dat de “totale hoeveelheid verantwoordingsinformatie kan worden verlaagd, vooral door het besef dat er minder informatie over kwaliteit van zorg nodig is. Daarnaast verwacht ik dat dit bij de verschillende partijen zal leiden tot minder frustratie over het registreren en delen van de informatie. Kortom, via slimmere registratie naar nuttige informatie en minder frustratie”

Hyperspecialiseren en deeltijdwerken, door Marcel Olde Rikkert, NTvG, 4 januari 2023: www.ntvg.nl/artikelen/hyperspecialiseren-en-deeltijdwerken

Splits registratielast in kwaliteits- en doelmatigheidsinformatie, door Margot Smits, NTvG, 6 januari 2023: www.ntvg.nl/artikelen/splits-registratielast-kwaliteits-en-doelmatigheidsinformatie

Overzicht artikelen in de serie Taboes en belangen: www.ntvg.nl/taboesenbelangen/overzicht

Optimale zorg – Dappere dokters: www.optimalezorg-dapperedokters.nl/

Het NTvG verschijnt sinds 1857 wekelijks als vakblad en sinds enkele jaren als webversie voor artsen, artsen in opleiding, studenten geneeskunde en medische wetenschappers in Nederland. Hoofdredacteur is Marcel Olde Rikkert: www.ntvg.nl/service/over-ntvg

U P D A T E

Gratis downloaden bundel Taboes en belangen: https://www.ntvg.nl/webshop/download/taboes-en-belangen-digitaal-0

Niemand weet precies waarom ‘disruptieve’ wetenschap en technologie in de laatste zestig jaar stagneren

Is er een betere manier om het nieuwe jaar te beginnen dan stil te staan bij het onderwerp wetenschappelijke vooruitgang? vraagt een wetenschapper op Twitter zich af, daarbij wijzend op het eerste nummer in 2023 van het tijdschrift Nature (5 januari). Daarin schrijven Michael Park, Erin Leahey en Russell J. Funk dat publicaties en octrooien sinds zes decennia weinig opzien baren. Dat wil zeggen: minder ontwrichten, minder ‘disruptief’ zijn.
De afgelopen decennia is de hoeveelheid nieuwe wetenschappelijke en technologische kennis exponentieel toegenomen. Maar, schrijven de auteurs, deze toename van kennis heeft niet geleid tot een evenredige golf van grote vooruitgang. Het is eerder zo dat diverse belangrijke wetenschappelijke gebieden tekenen van stagnering vertonen.
Uit de analyse van gegevens van 45 miljoen artikelen en 3,9 miljoen octrooien die sinds de jaren vijftig zijn gepubliceerd, concluderen de onderzoekers dat beide nauwelijks enige ophef veroorzaken. Het gevolg is minder levendigheid en meer uniformiteit. De afbeelding op het omslag van Nature laat dat zien: de toenemende kleurloosheid en eenvormigheid van de draden van een webpatroon.

Samenvatting van Papers and patents are becoming less disruptive over time

In theorieën over wetenschappelijke en technologische veranderingen worden ontdekkingen en uitvindingen beschouwd als endogene processen, waarbij eerder vergaarde kennis toekomstige vooruitgang mogelijk maakt doordat onderzoekers, in de woorden van Newton, “op de schouders van reuzen kunnen staan”.
De laatste decennia is de hoeveelheid nieuwe wetenschappelijke en technologische kennis exponentieel gegroeid, waardoor de voorwaarden zijn geschapen die gunstig zijn voor grote vooruitgang. De laatste decennia blijkt evenwel het tegendeel. De vooruitgang neemt op verschillende belangrijke gebieden af..

In hun artikel analyseren de auteurs hun beweringen in zes decennia aan de hand van gegevens van 45 miljoen publicaties en 3,9 miljoen octrooien ontleend aan zes omvangrijke datasets, samen met een nieuwe kwantitatieve maatstaf, de CD-index, die beschrijft hoe publicaties en octrooien citaten-netwerken in wetenschap en technologie veranderen.
De auteurs stellen vast dat het steeds minder vaak voorkomt dat publicaties en octrooien met het verleden breken op een manier die wetenschap en technologie in een nieuwe richting duwt. Dat patroon geldt voor alle gebieden en blijkt op te gaan voor verschillende op citatie en tekst gebaseerde statistieken.

Vervolgens koppelen de onderzoekers de daling van ontwrichting aan een versmalling in gebruik van eerdere kennis. Daardoor kunnen zij de waargenomen patronen verzoenen met de ‘schouders van reuzen’-opvatting.
Ze opperen dat de waargenomen daling waarschijnlijk niet wordt veroorzaakt door veranderingen in de kwaliteit van de gepubliceerde wetenschap, citeerpraktijken of vakinhoudelijke factoren. In het algemeen suggereren de resultaten dat de afnemende ontwrichting een fundamentele verschuiving weerspiegelt in de aard van wetenschap en technologie.

Afnemende innovatie

Hoewel de afgelopen eeuw een ongekende expansie van wetenschappelijke en technologische kennis heeft gekend, bestaat de vrees dat de innovatieve activiteit aan het afnemen is. Uit studies blijkt dat de onderzoeksproductiviteit in bijvoorbeeld de halfgeleidersector en de farmaceutische sector afneemt.
Documenten, octrooien en zelfs subsidieaanvragen zijn minder vernieuwend ten opzichte van eerder werk en zullen minder snel ongelijksoortige kennisgebieden met elkaar verbinden, beide voorlopers van innovatie.

De kloof tussen het jaar van ontdekking en de toekenning van een Nobelprijs is ook groter geworden, wat erop wijst dat de bijdragen van vandaag zich niet kunnen meten met die van het verleden. Deze trends krijgen steeds meer de aandacht van beleidsmakers, omdat zij een aanzienlijke bedreiging vormen voor de economische groei, de gezondheid en het welzijn van de mens en de nationale veiligheid, naast de wereldwijde inspanningen om grote uitdagingen zoals klimaatverandering het hoofd te bieden.

Er zijn tal van verklaringen voor het verschijnsel gegeven. Sommigen wijzen op een gebrek aan ‘laaghangend fruit’, aangezien de direct beschikbare productiviteitsverhogende innovaties al zijn doorgevoerd. Anderen wijzen op de toenemende last van kennis. Wetenschappers en uitvinders hebben steeds meer opleiding nodig om de grenzen van hun vakgebied te bereiken, waardoor er minder tijd overblijft om die grenzen te verleggen. Toch blijft er veel onbekend, niet alleen over de oorzaken van de trage innovatie, maar ook over de diepte en breedte van het verschijnsel

De route verleggen

Een van de oorzaken zou volgens de auteurs kunnen zijn dat wetenschappers en uitvinders zich verlaten op een tamelijk beperkte reeks bestaande kennis. Wetenschapsfilosofen mogen dan wel gelijk hebben dat de groei van kennis een endogeen proces is – waarbij geaccumuleerde kennis toekomstige ontdekkingen en uitvindingen bevordert – maar voor dat proces is betrokkenheid bij een brede waaier aan bestaande kennis noodzakelijk. Een vereiste waaraan men in de afgelopen periode moeilijker blijkt te kunnen voldoen. Vertrouwen op kleinere hoeveelheden kennis komt individuele carrières ten goede, maar niet de wetenschappelijke vooruitgang in het algemeen.

De auteurs wijzen er nog op dat, hoewel het overwicht van disruptieve werken is afgenomen, het aantal zelf stabiel is gebleven. Enerzijds kan dat komen doordat er een vaste ‘draagkracht’ is voor zeer ontwrichtende wetenschap en technologie. In dat geval kunnen beleidsinterventies, gericht op het vergroten van dergelijk werk, een uitdaging vormen.

Aan de andere kant suggereert het waarnemen van aanzienlijke veranderingen in de betreffende gebieden, verantwoordelijk voor het produceren van ontwrichtende wetenschap en technologie, het mogelijke belang van bepaalde factoren.
Factoren als verschuivende belangen van financiers en wetenschappers en de ‘rijpheid’ van wetenschappelijke en technologische kennis voor een doorbraak. In dat geval zou de productie van disruptief werk kunnen reageren op beleidsinstrumenten.
In beide gevallen suggereert de stabiliteit in het aantal disruptieve publicaties en octrooien dat wetenschap en technologie niet het einde van de ‘eindeloze grens’ lijken te hebben bereikt. Er blijft ruimte voor een regelmatige routeverlegging waarop ontwrichtende werken bijdragen aan wetenschappelijke en technologische vooruitgang.

Papers and patents are becoming less disruptive over time, door Michael Park, Erin Leahey en Russell J. Funk, Nature 613, 5 januari 2023: https://doi.org/10.1038/s41586-022-05543-x
Of: https://rdcu.be/c2MDD

Reacties op Twitter

«Voor meer innovatie, is het nodig tijd uit te trekken voor het creatieve proces: het gebruik van analogieën, het vinden van nieuwe vragen, het omarmen van tegenstrijdigheden, het importeren en exporteren van ideeën, improvisatie en verkenning van gegevens»

«De huidige trend kan worden gekeerd door: 1. veel lezen. 2. minder focussen op de hoeveelheid en meer op de kwaliteit van het onderzoek. 3. een sabbatical van een jaar nemen»

Nog een artikel

In hetzelfde nummer van Nature staat een kort artikel van Max Koslov: ‘Disruptive’ science has declined — and no one knows why. Daarin citaten van Russell Funk en andere onderzoekers: “Het aandeel publicaties dat een wetenschappelijk gebied in een nieuwe richting stuurt is de afgelopen halve eeuw gekelderd”.

“Het aantal ontwrichtende wetenschappelijke artikelen, zoals dat over de dubbele helix-structuur van DNA in 1953, is sinds het midden van de jaren veertig dalende”.

“Een verklaring vinden voor de daling zal niet gemakkelijk zijn ( … ). Hoewel het aandeel disruptief onderzoek tussen 1945 en 2010 aanzienlijk is gedaald, is het aantal zeer disruptieve studies ongeveer gelijk gebleven. Het tempo van de daling is ook raadselachtig: De CD-indexen daalden sterk van 1945 tot 1970, daarna geleidelijker van eind jaren negentig tot 2010. Welke verklaring je ook hebt voor het afnemen van de disruptieve werking, je moet ook een verklaring vinden voor het afvlakken ervan in de jaren 2000”.

‘Disruptive’ science has declined — and no one knows why, door Max Koslov, Nature online, 4 januari 2023: www.nature.com/articles/d41586-022-04577-5

Zorgprofessionals worden totnutoe weinig betrokken bij terugdringen regeldruk in eigen organisatie. Zij komen nu met zes strategieën vanuit de praktijk

Zorgorganisaties en landelijke partijen dienen zich in te zetten voor vermindering van de regeldruk in de zorg. Dat vinden negen van de tien verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners. Twee derde van deze zorgprofessionals (65%) vindt dat zij daar zélf ook een actieve rol in moeten hebben. Tot nu toe worden zorgprofessionals nog beperkt betrokken bij de aanpak van regeldruk. Zorgprofessionals zien zes strategieën op verschillende niveaus om regeldruk te verlagen. Dit blijkt uit een enquête van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Nivel onder 860 zorgprofessionals in het kader van het VWS-programma [Ont]regel de Zorg.

Lokale aanpak

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) werkt met het programma [Ont]Regel de Zorg aan de vermindering van de regeldruk. Een van de actielijnen binnen het programma is erop gericht om zorgorganisaties en zorgprofessionals te stimuleren en helpen om zélf de regeldruk aan te pakken, de zogenoemde lokale aanpak. Dit betekent dat zorgprofessionals en het management samen proberen de regeldruk binnen hun zorgorganisatie te verlagen.

Rol van zorgprofessionals beter faciliteren

Zorgprofessionals geven aan dat zij tot nu toe weinig betrokken zijn bij het aanpakken van regeldruk in hun eigen zorgorganisatie. De helft (49%) is er niet bij betrokken, ook niet indirect via collega’s, of weet niet of hun beroepsgroep erbij betrokken is. De bereidheid om mee te denken is er wel; slechts 6% ziet geen enkele rol voor zichzelf bij het verminderen van de eigen regeldruk. Werkgevers kunnen de betrokkenheid van de zorgprofessionals beter faciliteren, onder andere door hen te laten meedenken en daar ook tijd voor vrij te maken, door scholing te bieden en door informatie te delen over veranderde regels en succesvolle regeldrukvermindering in andere zorgorganisaties.

Zes strategieën om regeldruk te verlagen

Zorgprofessionals noemen in de vragenlijst veel ideeën voor regeldrukverlaging. Hun ideeën zijn ingedeeld in zes strategieën:

  • Verminderen van de registratie door die te beperken tot de strikt noodzakelijke informatie, bijvoorbeeld door minder standaardlijsten en alleen veranderingen en bijzonderheden te registreren.
  • Efficiënter maken van registratiesystemen, bijvoorbeeld door het koppelen van verschillende registratiesystemen en het vóórinvullen van formulieren. Nu moet er bij het uitwisselen van informatie tussen verschillende disciplines binnen een organisatie en tussen organisaties onderling nog te vaak dezelfde informatie meer keren worden ingevuld.
  • Inzetten van extra personeel dat de zorgprofessionals ontlast bij hun administratieve taken, zodat zij meer tijd krijgen voor de patiëntenzorg.
  • Aanpassen van wet- en regelgeving, zoals aanvraag-, meld- en controleprocedures.
  • Inzetten van goede technische apparatuur, zoals snelle computers.
  • Meer vertrouwen op het handelen van professionals en minder controleren van de professionals.

Deze ideeën vanuit de praktijk bieden managers, beleidsmakers en professionals in de zorg enkele handvatten die zij kunnen ‘meenemen’ bij het nemen van maatregelen om regeldruk van de zorgprofessionals te verminderen.

Over het onderzoek

Najaar 2022 is een online vragenlijst uitgezet onder verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners die deelnemen aan het Panel Verpleging & Verzorging van het Nivel. Daarnaast konden zorgprofessionals de vragenlijst invullen via een open link. In het totaal vulden 860 zorgprofessionals de vragenlijst in (31% respons). Subsidiegever: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Zorgprofessionals willen aanpak van regeldruk op alle niveaus, door Anke de Veer en Kim de Groot, Nivel, december 2022: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004333_1.pdf

Bijna helft zorgprofessionals kent programma [Ont]Regel de Zorg, door Anke de Veer en Kim de Groot, Nivel, december 2022: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004332_1.pdf

Zorgprofessionals worden graag betrokken om regeldruk op alle niveaus te verminderen, Nivel, 22 december 2022: www.nivel.nl

(Ont)Regel de Zorg, Ministerie van VWS: https://www.ordz.nl/

Elke federale overheidsdienst in België krijgt chef integriteit

Begin januari 2022 kreeg België opnieuw een onvoldoende van de Europese anticorruptiewaakhond. Volgens een rapport van de Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO). waren er nog maar twee van de 22 aanbevelingen die aan België eind 2019 waren, uitgevoerd of aangepakt.*)

“Ik heb eerst gefocust op het beter beschermen van klokkenluiders”

Daarin gaat verandering komen. Voor elke federale overheidsdienst**) komt er een coördinator die moet toezien op alles wat te maken heeft met integriteit. Dat is een van de maatregelen waarmee vicepremier en minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter het integriteitsbeleid voor de 65.000 federale ambtenaren wil versterken. “Ik wil serieus werk maken van integriteit. Niet per se omdat er vandaag grote problemen zijn binnen de federale overheid. Beleid voeren, is net de problemen voor zijn. Daarom heb ik eerst gefocust op het beter beschermen van klokkenluiders. Nu is het tijd om te werken aan preventie”, zo legde De Sutter uit.

In een KB dat vrijdag door de ministerraad is goedgekeurd, heeft De Sutter een aantal nieuwe maatregelen voorbereid om de integriteit binnen de federale overheid te bewaken. Zo komt er dus bij elke dienst een chef integriteit die toeziet op alles wat verband houdt met integriteit en bij wie ambtenaren terechtkunnen met vragen en adviezen.

Kenniscentrum Integriteit

Daarnaast wordt de bestaande cel Integriteit opgewaardeerd tot een kenniscentrum met een eigen budget. De bazen van de overheidsdiensten moeten ook doelstellingen inzake integriteit opnemen in de jaarplannen. De overheidsdiensten moeten daarover ook elk jaar verslag uitbrengen bij de voogdijministers. Vanaf 2024 publiceert de overheid elk jaar een rapport.

Lees verder: Chef integriteit voor elke federale overheidsdienst, Het Laatste Nieuws (HLN) 18 december 2022: www.hln.be/binnenland/chef-integriteit-voor-elke-federale-overheidsdienst~a3aa3079/

GRECO: https://www.coe.int/en/web/greco

België krijgt opnieuw onvoldoende van Europese anticorruptiewaakhond, door Yorick Dupon 20 22,januari 2022, HLN: www.hln.be

Noten
*) Nederland is ook berispt. Zie: Nederland volgt aanbevelingen van Raad van Europa inzake bevorderen integriteit en voorkomen corruptie niet of nauwelijks op, Blogs Beroepseer, 16 juli 2021: https://beroepseer.nl/blogs
**) Federale overheidsdienst (FOD) is de naam voor de in 2001 en 2002 hervormde federale ministeries in België, ingevoerd door de eerste regering-Verhofstadt (1999-2003). Het was de bedoeling dat onder meer de (machtige) ministeriële kabinetten werden afgeslankt en afgeschaft, en dat de nadruk kwam te liggen op dienstverlening aan de burger.

 

Foto bovenaan: Gebouw Ministerie van Financiën, Brussel  (foto van Laurent Verdier)

Hoe kijkt de accountancy sector terug op 2022 en wat zijn de wensen voor 2023? Margreeth Kloppenburg blikt terug en kijkt vooruit

Wat vindt de accountancy sector van het afgelopen jaar, en wat ligt er in het verschiet? Welke wensen heeft de sector voor 2023?
Accountancy Vanmorgen (AV) stelt in de maand december een reeks vragen aan telkens een andere branchegenoot. Op 22 december is het de beurt aan Margreeth Kloppenburg, auteur, zelfstandig adviseur en voorzitter van de Faculty Ethiek, gedrag en cultuur van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). In 2017 verscheen de mede door haar geredigeerde bundel Artikel 5 – De beroepseer van de accountant, een uitgave van Stichting Beroepseer.
AV – onderdeel van MOCuitgevers – is een platform voor accountants en iedereen die geïnteresseerd is in nieuws over accountancy en ondernemerschap.

Vraag aan Margreeth Kloppenburg: Wat blijft jou het meeste bij van het afgelopen jaar?

“Nou ja, laten we wel wezen, dan gaat het natuurlijk niet over accountants. De hopeloze oorlog in Oekraïne en de gruwelijke repressie in Iran. We maken ons druk over futiliteiten als we uitzoomen op het wereldtoneel. Maar, als ik het dan terugbreng naar ons eigen land en het werk dat ik doe binnen de beroepsgroep van accountants, dan is dat de Auditpedia Content Hackathon die we in 23 april jl. organiseerden. Met 70 gemotiveerde accountants en aanverwanten hebben we op een zaterdag, ten tijde van de voorjaarsvakantie en de ramadan, een groot aantal artikelen geüpload op het platform www.auditpedia.nl. Er kwamen zoveel goede mensen langs, het enthousiasme was zo groot, dat verraste mij zelfs, terwijl ik het organiseerde”.

Wie leerde jou in 2022 een belangrijke les?

“Dat was Prof. Dr. Atul Shah. Zijn boodschap is, al langer, dat er binnen andere culturen van oudsher veel duurzamere visies zijn op de rol van geld in een samenleving. Afgelopen zomer bezocht ik een conferentie van universitair docenten in Londen bij ICAEW, de beroepsorganisatie van accountants in Londen. Gevestigd in een beeldschoon gebouw. In glas en lood verwerkt hangen daar de deugden die van oudsher geassocieerd worden met het vak.

Hij leidde mij ’s avonds rond in de City. Dat doet hij ook met studenten en een historicus en zo bespreken ze dan culturele waarden in finance. Ik zou dat ook geweldig vinden om te doen in Nederland. Hij schreef eerder het boek “Reinventing Accounting and Finance Education” dat ik ook met veel plezier las. Hij heeft nu een nieuw boek uit, Inclusive en sustainable finance. Het geeft mij veel energie om zaken vanuit andere perspectieven te beschouwen. En hij is zeer uitgesproken met wat mij betreft behoorlijk rake teksten. En ontzettend aardig en geïnteresseerd trouwens. Kunnen we ook nog van leren”.

Wat is de belangrijkste ontwikkeling binnen de accountancy momenteel?

“Dat is vanuit mij gezien toch wel de opmars van beroepsethiek, of breder filosofie, en beroepsgeschiedenis. Er zijn maar liefst twee podcastseries uitgekomen vanuit het project Auditpedia over die geschiedenis. Vanuit de bundel Artikel 5, de beroepseer van de accountant, hebben we in 2017 ingezet op breder onderwijs. En nu met het project ‘Stip op de Horizon” en met hulp vanuit Maastricht, waar ze veel ervaring hebben met onderwijsvernieuwing, zou het zomaar kunnen landen in een waarlijk vernieuwend curriculum. Er was op het symposium van de CEA een heel bruikbare presentatie vanuit de artsenopleiding. Daar stond tot mijn vreugde ook beroepsgeschiedenis, ethiek, kritisch redeneren en argumenteren, op het programma. Gecombineerd met een meer integrale, conceptuele manier van onderwijs”.

Wat wens je de accountancysector toe?

“Dat ze eens wat loskomen van oude, niet meer bruikbare reflexen. Ik noem het de laatste tijd een Bermudadriehoek waar goede ideeën spoorloos in lijken te verdwijnen”.

Lees het hele interview: HET JAAR VAN (13) Margreeth Kloppenburg: ‘Vaak los je iets voor de langere termijn beter op als je de tijd neemt om creatief te zijn’, Accountancy Vanmorgen, 22 december 2022: www.accountancyvanmorgen.nl/2022/12/22/het-jaar-van-13-margreeth-kloppenburg-vaak-los-je-iets-voor-de-langere-termijn-beter-op-als-je-de-tijd-neemt-om-creatief-te-zijn/

Serie HET JAAR VAN, Accountancy Vanmorgen: www.accountancyvanmorgen.nl/tag/het-jaar-van/

MOCuitgevers Vanmorgen is een snelgroeiende uitgeverij die zich met nieuwssites en (na)scholing richt op de accountant, fiscalist, salarisprofessional, pensioenadviseur en de advocaat: www.mocuitgeversvanmorgen.nl/

 

Foto bovenaan is van Alexa (Pixabay)

Speciaal nummer Tijdschrift voor de Politie over ‘rijker verantwoorden’

“Dat cijfermatige doelen en cijfermatige verantwoording armoedig kunnen zijn, is geen nieuws. Maar wat is dan wel een geloofwaardig antwoord op de vraag of we goed bezig zijn?” Antwoord: Rijker verantwoorden op actuele vraagstukken.

De noodzaak tot het afleggen van verantwoording door publieke organisaties – en bij uitstek de politie – behoeft weinig tot geen uitweiding. Door te tonen dat een organisatie bereid is verantwoording af te leggen, vergroot het de eigen legitimiteit. Tevens kan het gezien worden als een morele verantwoordelijkheid: een ethische organisatie moet zich willen verantwoorden. Het blijkt noodzakelijk te zijn…
Op 23 mei 2014 hield dr. Jan Nap, lector Waardevolle Praktijkontwikkeling bij de Politieacademie, zijn lectorale rede, getiteld Macht ten goede. Daarin introduceerde hij de term ‘rijkere verantwoording’. Jaco van Hoorn*), hoofdredacteur van het Tijdschrift voor de Politie refereert daaraan in het Redactioneel van het themanummer Rijker verantwoorden van december 2022. Hij schrijft:

“Hij betoogde dat ontwikkelen van goed politiewerk, met een open oog en hart voor de morele betekenis van politie, vraagt om rijkere verantwoordingsmethoden, ‘zodat we weg kunnen blijven van fop’. Politiewerk is immers moerassig. De aandacht voor ‘rijker verantwoorden’ past in een tijd, waarin meer en meer onderkend wordt dat de huidige sturingsfilosofie binnen de publieke sector tekortschiet. Ook de Tijdelijke Tweede Kamercommissie Uitvoeringsorganisaties stelt dit vast in haar rapport ‘Klem tussen balie en beleid’. De Raad voor Openbaar Bestuur zegt dat inmiddels breed en vaak is erkend dat de bedrijfsmatige benadering, ontleend aan het New Public Management, te ver is doorgeschoten. De uitvoering is daarvan het kind van de rekening en – erger – uiteindelijk de burger.

Inmiddels bestaat steeds meer overeenstemming over wat er mis is. Te vaak is boven in organisaties of nog daarboven, bij bestuur en politiek, gesproken over de aard van de problematieken én wat daarbij goede aanpakken zijn. Dit gesprek, ver weg van waar de problemen zich voordoen en ver weg van zij die daadwerkelijk met de problemen moeten dealen, kon alleen dapper en daadkrachtig gevoerd worden als de problematiek eenvoudig wordt gemaakt. En daarmee ook de aanpak. Er werden ferme doelen geformuleerd, vanuit de hoopvolle belofte dat deze het probleem doen verminderen. Enkele politievoorbeelden: we zien ondermijning, de politie moet x criminele samenwerkingsverbanden (CSV’s) oprollen; er is mensenhandel of cybercrime; de politie moet x verdachten opsporen. Heldere doelstellingen bieden het comfort dat het makkelijk is om daarop te sturen. Daarop, maar waarop eigenlijk?

Inmiddels is gebleken dat deze extreme vereenvoudiging van de werkelijkheid slechts de teleurstellende zekerheid biedt dat de aanpak niet bijdraagt aan het verminderen van problemen. Daarom zien we, gelukkig, dat mensen in de uitvoering doelen naast zich neerleggen en het gesprek zoeken over wat over de problematieken bekend is en wat – vanuit vakmanschap – een zinvolle reactie kan zijn. In dat gesprek van de politie en samenwerkende partners verschuift de aandacht van targets naar maatschappelijk effect, hoe moeilijk – of moerassig – dat ook is.

Goed politiewerk

Politiemensen die gericht zijn op goed politiewerk, willen iets betekenen voor de samenleving en voor burgers. Velen zijn ontzet en ontzield geraakt omdat zij zich moesten inzetten voor doelen die er voor burgers nauwelijks toe deden, terwijl er bovendien weinig aandacht bleek te zijn voor werk dat er in hun ogen wel toe doet. Politiemensen raken ontmoedigd als ze aangesproken worden op cijfers terwijl er geen aandacht is voor dilemma’s in lastige demo’s of reanimaties op leven en dood of de effectieve hindernissen die zij opwerpen voor cybercriminelen. Een wijkagent in een Utrechtse tippelzone vertelde aan het eind van zijn loopbaan dat hij meer dan veertig vrouwen uit de prostitutie had gered; niet bestuur of politie, maar hijzelf was de enige die deze slachtoffers geteld had.

De inzet om te verbeteren in politiewerk lijkt gebaat bij andere vormen van sturing en andere verantwoording. ‘Klem tussen balie en beleid’ stelt dat bij beleidsvorming de uitvoering moet worden betrokken. Hoe gedachten zich daarover ontwikkelen, is te lezen in dit tijdschrift. Eén ding is wel zeker: als we problemen willen aanpakken en met bezielde dienders tot zo goed mogelijk politiewerk willen komen, moeten bestuurders en – ook hogere – leidinggevenden de wil hebben om mee het moeras in te gaan. Want politiewerk is in de aard moerassig, zei Jan Nap, en velen met hem”.

Inhoud Tijdschrift voor de Politie,
no 4, december 2022

  • De noodzaak van ‘rijker verantwoorden’. Op zoek naar samenhang, door Dr. Joery Matthys 6
  • De valkuilen van rijker verantwoorden. Verhalen zijn soms maar verhalen, door Dr. Edwin W. Kruisbergen 10
  • Column over rijker verantwoorden door Peter Klerks 15
  • Rijker verantwoorden bij de politie. Experimenteren in de praktijk, door Jaco van Hoorn en Franca van der Laan 16
  • Verantwoord politiegeweld. Een open houding naar de eigen organisatie, artikel is coproductie van Directoraat ­Generaal Politie en Veiligheidsregio’s van het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Nationale Politie, Staf Korpsleiding, programmateam Stelsel Geweldsaanwending  24
  • Interview met Loes van der Wees en Olav Brink van het Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Rotterdam, door Sanne Groen en Wouter Jong  27
  • Meten maar niet willen weten. Column van Bart de Koning, onderzoeksjournalist en schrijver  31
  • Rijker verantwoorden: legitimeren of leren, door Marijn Huttinga, teamchef C Rivierenland Oost bij Politie Oost-Nederland  32
  • Rijker verantwoorden in de zorg. Verantwoordingspraktijken verbeteren door verhalen te delen, door prof. dr. Hester van de Bovenkamp, dr. Lieke Oldenhof en dr. Annemiek Stoopendaal  35
  • Gewoon het verhaal vertellen. Column door mr. Reinier van Zutphen, Nationale ombudsman  39
  • Recensies over actuele publicaties  40
  • Dialogen met jongeren over (goed) politiewerk. Hoe kan het onderlinge vertrouwen tussen politie en jongeren worden vergroot? Door drs. Bas Böing, dr. Maike Gieling en dr. ir. Peter de Vries  42
  • Geslaagd. Verslagen van afstudeeronderzoeken 46

Downloaden themanummer Rijker verantwoorden, Tijdschrift voor de Politie no 4, december 2022: https://rijkerverantwoorden.nl/publicaties/

Gratis e-boek Rijker verantwoorden. De eerste publicatie over dit onderwerp verscheen in 2015. Een verkenning van de aanleiding voor rijker verantwoorden, voorbeelden van rijke praktijken en een eerste aanzet voor een beeld wat rijker verantwoorden kan betekenen: https://rijkerverantwoorden.nl/publicaties/

Podcast: In gesprek met Jan Nap over Rijker verantwoorden: https://open.spotify.com/episode/5dGxKHeeCO1Jz6zRT51PT0
Eerste aflevering van de podcastserie Radiostilte door het team politieleiderschap van de Politieacademie, juni 2020

*) Jaco van Hoorn is voortrekker van Stichting Beroepseer

—————————————————————————————-

Rijker verantwoorden

Rijker verantwoorden is bedoeld om te komen tot zo goed mogelijk politiewerk en daardoor tot een grotere maatschappelijke betekenis en legitimiteit van de politie. Dat gebeurt door het gesprek over politiewerk binnen het korps, partners en de maatschappij te verdiepen. Door steeds te reflecteren op het waarom en het hoe, richten wij het politiewerk of de samenwerking van politie met anderen op de bedoeling en de resultaten. Het gaat daarmee ook over ‘rijker’ sturen.

Het gaat om vragen als:

• Wie stelt belang in ons werk, toegespitst op het thema waaraan we werken?
• Wat begrijpen we van het vraagstuk dat moet worden aangepakt of van de situatie waarin moet worden gehandeld?
• Wat willen we bereiken, welk effect beogen we, wat is hier goed politiewerk?
• Hoe weten we of de aanpak werkt, of we effectief zijn en dus goed politiewerk leveren?
• Hoe kunnen we het goede politiewerk laten zien en hoe kunnen we laten zien welk effect we sorteren?

(Uit Tijdschrift voor de Politie, december 2022, pagina 19)