Skip to main content

Redactie Beroepseer

Grootste staking ooit van verpleegkundigen in Engeland, Wales en Noord-Ierland

Duizenden verpleegkundigen in Engeland, Wales en Noord-Ierland zijn vandaag, donderdag 15 december 2022, begonnen aan de eerste van de twee dagen durende staking over lonen. De tweede stakingsdag is op dinsdag 20 december.
De staking – te volgen op BBC Live van de Britse televisie – is de ‘grootste staking ooit in de NHS’, de National Healthe Service, het Britse publieke zorgstelsel.
Het personeel verleent tijdens de staking wel ‘levensreddende’ en spoedeiseisende zorg; chemotherapie en nierdialyse gaan ook gewoon door, maar routinediensten worden onderbroken.

Pat Cullen, hoofd van de vakbond Royal College of Nursing (RCN) zegt: “Dit is een tragische dag voor de verpleging, het is een tragische dag voor de patiënten”. De verwachting is dat meer meer dan honderdduizend verpleegkundigen deelnemen aan de staking.

RCN wil een loonsverhoging van 19% en zegt dat stijgingen onder de inflatie de zorg in gevaar brengen doordat het moeilijk is om verpleegkundigen aan te trekken en te behouden. De reactie van de regering is dat de eis van RCN onbetaalbaar is en dat zij heeft voldaan aan de onafhankelijke aanbevelingen wat betreft het salaris.

Het grootste effect van de staking doet zich waarschijnlijk voor bij vooraf geboekte behandelingen zoals voor hernia, heupprothesen en in poliklinieken.

‘We strike for the future of the NHS’: RCN strike action begins: www.rcn.org.uk/magazines/News/uk-rcn-nhs-nursing-strikes-2022-first-day-151222

Royal College of Nursing: www.rcn.org.uk/magazines/News

The Strike Hub: www.rcn.org.uk/Get-Involved/Campaign-with-us/Fair-Pay-for-Nursing/Strike-hub

Twitter RCN: https://twitter.com/thercn

BBC Live: www.bbc.co.uk/programmes/m001g6n6

Nurses hold biggest strike in NHS history, BBC News, 15 december 2022: www.bbc.com/news/live/health-63908018?ns_mchannel=social&ns_source

Resultaten bekend van peiling onder zorgprofessionals over zeggenschap in de zorg. Met Top 5 ter versterking van zeggenschap

Hoe staat het er in Nederland voor met de zeggenschap van zorgprofessionals? Wat is er nodig om die zeggenschap binnen de eigen zorgorganisatie te vergroten? En wat is er nodig om zorgprofessionals en werkgevers hierin samen te laten optrekken?

Om daar inzicht in te krijgen, is van 26 september tot en met 24 oktober 2022 een peiling uitgezet door de samenwerkende partijen van het Landelijk Actieplan Zeggenschap en Veerkracht: de Beroepsvereniging van professionals in sociaal werk (BPSW) en de Vereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden, en de brancheorganisaties Zorg: de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), de vereniging van Nederlandse zorgorganisaties ActiZ, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Gezondheidszorg (GGZ)

Er reageerden 2653 zorgprofessionals op de peiling: verzorgenden, verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en begeleiders. Daarnaast reageerden 197 bestuurders, managers en HR-professionals (HR = Human Resources, ook wel personeelszaken)

Het versterken van professionele zeggenschap van zorgprofessionals draagt bij aan goede zorg voor patiënten en cliënten. En ook aan betrokken- en bevlogenheid, werkplezier en daarmee behoud van zorgprofessionals.

De uitkomst

Zeggenschap op organisatieniveau wordt met een 5, een onvoldoende, beoordeeld. Zorgprofessionals beoordelen de kwaliteit van zeggenschap op individueel niveau met een 6 en op teamniveau met een 6,2. Zeggenschap op organisatieniveau wordt met een 5, een onvoldoende, beoordeeld. Bestuurders, managers en HR-professionals schatten de door zorgprofessionals ervaren kwaliteit van zeggenschap significant hoger in dan hoe zorgprofessionals de kwaliteit van zeggenschap zelf ervaren. Bestuurders, managers en HR-professionals zonder achtergrond in één van de zorgberoepen schatten de door zorgprofessionals ervaren kwaliteit van zeggenschap daarbij significant hoger in dan hun collega’s mét deze achtergrond.

De Top 5

Zowel zorgprofessionals als bestuurders, managers en HR-professionals zijn het erover eens op welke onderwerpen als eerste moet worden ingezet om zeggenschap te versterken: het personeelstekort, de positionering van de beroepsgroep in de organisatie, het rooster, verbeteren van zorg, administratie en registratie.

In de peiling werd aan zorgprofessionals gevraagd om op een aantal onderwerpen aan te geven hoe zij nu zeggenschap ervaren en hoe zij dat wensen: geen betrokkenheid, meepraten, meebeslissen of eindverantwoordelijkheid. De belangrijkste onderwerpen om over mee te beslissen zijn volgens zorgprofessionals: het personeelstekort en de inrichting van de beroepspraktijk/werkomgeving. Hoewel deze onderwerpen buiten de top 5 van de bestuurders, managers en HR-professionals vallen, worden ze ook door hen belangrijk gevonden. Onderwerpen die door allen in de top 5 zijn opgenomen: positionering van de beroepsgroep in de organisatie, ontwikkelingen in de zorg, ontwikkelingen in de zorgvraag en aanschaf van nieuwe materialen of hulpmiddelen.

Meedenken en meer waardering voor inbreng en beroep

In de dagelijkse praktijk worden belemmeringen ervaren om de zeggenschap van zorgprofessionals te vergroten. Allereerst geven beide groepen aan dat er (te) weinig tijd en ruimte is. Zorgprofessionals ervaren een sterke hiërarchie en vinden dat het management vooral top-down besluiten neemt. Hierbij wordt genoemd dat zeggenschap onvoldoende wordt gestimuleerd.

Zorgprofessionals willen een werkomgeving waarin ze de ruimte krijgen om te groeien en mee te denken en waarbij hun inbreng wordt gewaardeerd. Bestuurders, managers en HR-professionals benoemen in de peiling dat zorgprofessionals niet op de hoogte zijn waarover zij zeggenschap (kunnen) hebben. Zij geven aan dat deze informatie niet goed genoeg wordt verspreid. In combinatie met de hiërarchische cultuur, zorgt dit volgens hen voor een barrière voor zorgprofessionals om het gesprek aan te gaan over de grotere kwesties binnen de organisatie.
Zorgprofessionals, bestuurders, managers en HR-professionals zijn het er verder over eens dat er meer waardering van het beroep en salaris nodig is

Focusgroepen en verder uitdiepen

De resultaten van de peiling geven aanleiding om aspecten van deze peiling verder uit te diepen. Van november 2022 tot januari 2023 houdt het actieplan hiervoor focusgroepen met zorgprofessionals, managers en bestuurders. De uitkomsten van deze peiling, de resultaten uit de focusgroepen én de bevindingen uit de gesubsidieerde lokale actieplannen om zeggenschap van zorgprofessionals te versterken, gebruikt het actieplan om een visie op zeggenschap en een roadmap (hoe daar te komen) uit te werken. Deze visie en roadmap worden in 2023 opgeleverd.

Downloaden rapport Peiling zeggenschap in de zorg, Landelijk Actieplan Zeggenschap en Veerkracht, december 2022: https://beroepseer.nl

Landelijk actieplan zeggenschap: www.actieplanzeggenschap.nl

 

Twaalf journalisten voorspellen wat de journalistiek in 2023 te wachten staat

Voor de zesde keer kijken journalisten en andere mediakenners naar de toekomst. Vooruitblikken immers hoort bij de maand december. Hun voorspellingen staan vermeld op de site van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SVDJ) die vindt dat de journalistiek altijd een blik in de spiegel kan gebruiken.

Twaalf interviews over alle mogelijke onderwerpen: talkshows, landelijke en regionale media, geld verdienen met fotografie en eilandjes op de redactie. Kortom: alles wat er volgend jaar toe doet.

Met

  1. Jan Dirk van der Burg, fotograaf
  2. Kitty Herweijer (De Telegraaf)
  3. Thomas Hogeling (de Volkskrant, Plakshot)
  4. Ties Joosten (Follow The Money)
  5. Reza Kartosen-Wong (Universiteit van Amsterdam)
  6. Marleen Koolmees (Libelle),
  7. Marieke Kuypers (Pointer)
  8. Alex Mazereeuw (de Volkskrant, VPRO Gids, Televisie)
  9. Fabienne Meijer, innovatieconsultant
  10. Hui-Hui Pan (Pan Asian Collective)
  11. Bas van Sluis (Dagblad van het Noorden)
  12. Margo Smit (NPO)

De Voorspellers bij Spraakmakers NPO Radio 1

Deze week praat elke dag een van de Voorspellers mee aan tafel van het radioprogramma in de ochtend Spraakmakers op Radio 1. Maandag 12 december 2022 was dat Jan Dirk van der Burg, die vorige maand afzwaaide als ‘fotograaf des vaderlands’. Volgens hem moeten fotografen zichzelf komend jaar beter in de etalage zetten. “Maak eerst die foto’s en ga vervolgens erover praten, voor veel meer geld dan je krijgt voor een foto in de krant”. Luister naar het gesprek op YouTube: www.youtube.com/watch?v=4PLt5TS7UX0&t=1s

Dinsdag 13 december was het de beurt aan innovatiestrateeg Fabienne Meijer om mee te praten, in het bijzijn van Pieter Klok, hoofdredacteur van de Volkskrant, en Henrike van Gelder, hoofdredacteur Kidsweek en SamSam.
Meijers ziet graag dat journalistieke redacties leren meer samen te werken met mensen die niet per se journalist zijn, maar wel betrokken zijn bij de redactie. Bijvoorbeeld developers die de site maken, of mensen die de podcast maken, de productiemensen. Op die manier wordt er meer interdisciplinair gewerkt en ontwikkelen betrokkenen een meer productiegerichte mindset. “Wat je uit Amerika ziet overwaaien nu is productmanagement”, zegt Meijer. Daarin staat de gebruiker – kijker, lezer of luisteraar – centraal. De stem van het publiek dus in het journalistieke geval. Deze visie komt uit de tech-wereld.
Wat journalisten van oudsher niet zo goed kunnen volgens Meijer, is zich bezig houden met wat het publiek eigenlijk wil. Waar heeft mijn publiek behoefte aan? Ze bedoelt evenwel niet dat het publiek maar hoeft te vragen, en de journalist moet draaien. Het gaat haar vooral om aandacht schenken aan de de onderliggende behoefte van het publiek.

Luister naar Fabienne Meijer in Spraakmakers, fragment Het Mediaforum met Pieter Klok en Henrike van Gelder, NPO Radio 1, 13 december 2022. Op 17 minuten en 27 seconden begint het gedeelte met Voorspeller Fabienne Meijer: https://www.nporadio1.nl/fragmenten/spraakmakers/4e6da9c8-2512-463a-98e4-772670a0f5a1/2022-12-13-het-mediaforum-met-pieter-klok-en-henrike-van-gelder

De Voorspellers op Media van morgen in januari 2023

Op donderdag 26 januari 2023 vindt in Cultuurhuis Felix Meritis in Amsterdam het evenement over innovatie binnen de journalistiek – Media van morgen – plaats, georganiseerd door het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.
Leer meer over innovatief denken, je publiek bereiken op nieuwe platforms, bijzondere media-producties en meer. Aanwezig zijn ook een aantal Voorspellers om vooruit te kijken naar het nieuwe journalistieke jaar.
Meer info en bestellen tickets à 10 euro (inclusief borrel): www.svdj.nl/evenement/media-van-morgen/

Lees verder over de voorspellingen van de twaalf journalisten: De Voorspellers -Wat staat de journalistiek in 2023 te wachten? Stimuleringsfonds voor de journalistiek: www.svdj.nl

Zie ook, wat voorspellingen in de journalistiek betreft:

Een blik op de toekomst van de journalistiek aan de hand van vier scenario’s voor het jaar 2025, Blogs Beroepseer, 13 december 2015: https://beroepseer.nl/blogs/een-blik-op-de-toekomst-van-de-journalistiek-aan-de-hand-van-vier-scenario-s-voor-het-jaar-2025/

Hoe ziet de journalistiek eruit in Nederland anno 2035?, Blogs Beroepseer, 3 december 2021: https://beroepseer.nl/blogs/hoe-ziet-de-journalistiek-eruit-in-nederland-anno-2035/

 

Afbeelding bovenaan: Een van de twaalf voorspellende journalisten, Alex Mazereeuw, getekend door Gijs Kast www.svdj.nl/voorspellers-2023/

Zin verzoet de arbeid. Arbeid en zingeving kunnen leiden tot een win-win situatie

Een groot deel van ons leven besteden we aan werken. Maar wat is de betekenis van werk? Hoe belangrijk is werken in ons leven? En hoe draagt werken bij aan het ervaren en verliezen van zin in ons leven? Deze vragen adresseerde Maroesjka Versantvoort in haar inaugurele rede bij de aanvaarding van haar ambt als bijzonder hoogleraar Arbeid en Zingeving aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in oktober 2022. Titel van de rede: Zin verzoet de arbeid; over arbeid en zingeving in een paradoxale samenleving.

Werk neemt in het leven van mensen en binnen de samenleving een belangrijke plek in. Je werk maakt deel uit van wie je bent. Het bepaalt mede je identiteit, je plek in de samenleving, hoe je je kunt ontwikkelen, geeft structuur en doel, en zorgt voor sociale contacten. Daarmee kan werk zingeving toevoegen aan het leven van mensen. Zeker nu de rol van religie afneemt, is voor sommige mensen werk inmiddels dé bron van zingeving in het leven. En neemt het de plek in die voorheen religie had.

“Voor driekwart van de Nederlanders is inhoudelijk leuk werk belangrijk”, aldus Maroesjka Versantvoort. “Werk waarin je jezelf kunt ontplooien of werk waarmee je anderen kunt helpen. Zelfs zo belangrijk dat de helft van de werkenden ook zou willen werken als dat niet meer zou hoeven voor het geld. Slechts een kwart zou in dat geval willen stoppen met werken”.

1,2 miljoen werkenden hebben last van burn-out

Zowel individueel als in de samenleving als geheel wordt er alleen steeds meer van betaald werk verwacht. Dit kan mensen onder druk zetten en ertoe leiden dat mensen vastlopen in hun werk, waardoor het tegenovergestelde van zingeving ontstaat. Gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt is de roep om meer uren te gaan werken. Daarmee komt het samenspel tussen zingeving en arbeid verder onder druk te staan. Want meer werken leidt niet automatisch tot meer zingeving. Sterker nog: voor sommige mensen kan de vraag om ‘meer, meer, meer’ juist tegengesteld werken, waardoor welzijn en gezondheid onder druk komen te staan. Uit onderzoek blijkt dat 1,2 miljoen werkenden in Nederland op dit moment last hebben van burn-outklachten en dit cijfer stijgt, zeker bij jongeren.

Win-win situatie

Maroesjka Versantvoort, die namens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) de leerstoel aan de PThU bekleedt, stelt dat daar dan ook een belangrijke opgave ligt voor de samenleving. Het SCP verkent en verklaart hoe met onze samenleving en de kwaliteit van leven van mensen gaat. Daar zijn werk en zingeving belangrijke onderdelen van. Want met de juiste combinatie van zingeving en werk, door te streven naar werk en werkomstandigheden die zingevend zijn, kan een win-win-situatie gerealiseerd worden. Zowel voor het individu als voor de samenleving. Zingeving versterkt immers de positieve aspecten van werk en werk is een belangrijke bron voor zingeving. Mensen die zingeving ervaren in hun leven zijn actiever, gezonder, welvarender en gelukkiger.

Dé vraag voor de toekomst, en daarmee ook een van de centrale vragen binnen de leerstoel, is hoe deze win-win-situatie eruit ziet, hoe die te creëren valt en wat het vraagt van alle betrokkenen: werkgevers, werknemers, overheid én religieuze organisaties. Hierbij wordt vanzelfsprekend ook naar de andere kant van de medaille gekeken: hoe voorkomen we zinondermijnend werk of zinondermijnende aspecten van werk, en wat vraagt dit van alle betrokkenen?

Versantvoort geeft in haar oratie alvast aan dat werkgevers en andere organisaties, waaronder kerken en de overheid, in ieder geval aan zet zijn: “Als er bij bedrijven en organisaties meer aandacht komt voor zingeving, ontstaan er vermoedelijk minder gezondheidsproblemen en vallen er minder mensen uit”. Verder bepleit zij dat een hernieuwd perspectief nodig is op de betekenis van werk. Ook theologisch.

Oratie Maroesjka Versantvoort: Zin verzoet de arbeid. Over arbeid en zingeving in een paradoxale samenleving, Sociaal en Cultureel Planbureau, 14 oktober 2022: www.scp.nl/publicaties/publicaties/2022/10/14/zin-verzoet-de-arbeid

Hoe arbeid en zingeving tot een win-win situatie kunnen leiden, nieuwsbericht, Sociaal Cultureel Planbureau, 14 0ktober 2022: www.scp.nl/actueel/nieuws/2022/10/14/hoe-arbeid-en-zingeving-tot-een-win-win-situatie-kunnen-leiden

Hoe ervaren slachtoffers pesten op de werkvloer? Marijn Krol interviewde hen voor zijn masterscriptie

Nieuwssite Univers van de Universiteit van Tilburg besteedt elke maand aandacht aan een masterscriptie. In december 2022 aan die van Marijn Krol: Experiencing and reacting to workplace exclusion, a receiver’s perspective.
Krol studeerde Organisatiekunde en interviewde voor zijn scriptie mensen die zijn gepest op de werkvloer. Simone Vermeeren van Univers stelde Krol vijf vragen, waarvan de eerste luidt:

Waarom wilde je onderzoek doen naar pestgedrag op de werkvloer?

Krol: “Voordat ik begon aan de premaster Organization Studies deed ik de hbo-opleiding Human Resources Management. Toen ik een masterscriptieonderwerp kon kiezen met betrekking op werknemers vond ik dat meteen interessant. Maar ik heb ook al aardig wat bijbanen gehad, en daarbij was ik altijd gefascineerd door de groepsdynamiek. Het proces van wanneer je erbij hoort, of nog wat langer moet slijmen bij collega’s, interesseert me enorm. Het is mij weleens overkomen dat ik minder aansluiting vond bij een groepje op het werk”.

Waar gaat je scriptie over?

“Ik heb onderzocht hoe slachtoffers van pestgedrag op de werkvloer het pesten hebben ervaren. Daarbij heb ik gekeken naar een specifieke vorm van pesten: uitsluiting. In de literatuur over work place exclusion is al vaker geschreven vanuit het actie-reactie-perspectief. De nadruk ligt daarin op wat de pester doet en hoe de ontvanger reageert. Ik heb in twaalf kwalitatieve interviews onderzocht hoe de slachtoffers het pesten hebben ervaren, en hoe ze het hebben verwerkt.

In de interviews vroeg ik naar het hele verhaal. Hoe begon het? Wat deden de pesters? En hoe hebben de ontvangers gereageerd? Ze kwamen met veel voorbeelden. Bij één respondent moesten op kantoor de tafels uit elkaar vanwege de corona-uitbraak, en natuurlijk paste alleen de tafel van de gepeste net niet meer in dezelfde ruimte. Een ander werd overgeslagen bij koffierondjes, als enige. Het lijken kleine dingen, maar bij alle respondenten bleek dat de acties zich in de loop van de tijd opstapelden”.

Wat zijn je opvallendste resultaten?

“Alle respondenten hadden ongeveer hetzelfde meegemaakt, ook in de manier waarop ze het pesten ervoeren en verwerkten. Ze gingen allemaal door drie fases. In de eerste twijfelden ze aan zichzelf, en werden ze onzeker van het pesten. ‘Waarom doet iemand zo tegen mij?’. Daarna kwam het tipping point, het moment dat ze doorhadden dat ze gepest werden. De laatste fase was een periode van focus op zichzelf. In die fase konden de mensen die gepest werden onder ogen zien dat het buiten henzelf lag.

Dat er bij iedereen een tipping point optreedt was nog niet bekend. Ook heb ik met mijn onderzoek duidelijk in beeld kunnen brengen welke rol het tijdsperspectief speelt. Het tipping point wordt pas bereikt als er een langdurige fase van pestgedragingen aan vooraf gaat, zelfs al is dat pesten nog zo klein. Aan de hand van deze resultaten heb ik een model kunnen bouwen, dat inzicht geeft in de processen waar slachtoffers van buitensluiting op de werkvloer doorheen gaan.

Tenslotte hebben bijna alle respondenten aangegeven dat het aankaarten of rapporteren van pestgedrag bij een vertrouwenspersoon niet werkt als die niet voor een volle honderd procent onafhankelijk is. Een interne vertrouwenspersoon is vaak ongeloofwaardig, omdat deze wordt beziggehouden door interne dynamieken die in het bedrijf spelen. Het beste kun je je, als je gepest wordt, melden bij een organisatie die is gespecialiseerd in onafhankelijke vertrouwenspersonen. Zij kunnen je helpen een dossier op te bouwen”.

Lees het hele interview met Marijn Krol: ‘Hoe ervaren slachtoffers pesten op de werkvloer?’, door Simone Vermeeren, Univers, 6 december 2022: https://universonline.nl

J.J.J. van Dijck Award

Marijn Krol ontving op de jaarlijkse Afstudeerdag van de vakgroep Organisatiekunde op 4 december 2021 de J.J.J. van Dijck Award voor de beste masterscriptie. Hij kreeg deze prijs “voor zijn onderzoek naar de mate waarin mensen zich genegeerd of buitengesloten voelen op het werk en welk effect dit op hen heeft”.
Scriptiebegeleider Hans van Dijk: “Marijn heeft veel creativiteit en doorzettingsvermogen getoond. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van nieuwe theoretische inzichten die bijdragen aan de literatuur, wat uniek is voor een masterscriptie”.

De prijs is genoemd naar professor Jules van Dijck (overleden in 2013). Hij was de grondlegger van twee sociaalwetenschappelijke departementen binnen de Universiteit van Tilburg: Organization Studies (OS) en Human Resource Studies (HRS). https://www.tilburguniversity.edu/nl/actueel/nieuws/meer-nieuws/os-scriptieprijs-voor-onderzoek-naar-uitsluiting-op-het-werk (Niet meer beschikbaar)

Zie ook: Report App – platform actief op het gebied van arbeidsomstandigheden. Doel is voorkomen van escalaties op de werkvloer  en creëren van een gezonde, respectvolle en duurzame werkomgeving die vrij is van ongewenst gedrag en integriteitsschendingen. https://report-app.com/

 

Afbeelding bovenaan is van Azmi Talib

Gesprekken over democratische vorming op school. Onderdeel van Lectoraat Professionaliseren met hart en ziel

Het lectoraat ‘Professionaliseren met hart en ziel’ aan de Thomas More Hogeschool in Rotterdam doet onder leiding van Hester IJsseling onderzoek naar de pedagogische dimensie van de onderwijspraktijk. Anders gezegd: naar de ‘ziel’ van het onderwijs.
Wat verstaan we daaronder en wat vraagt dat van ons? In weerwil van allerlei formele structuren en modellen die houvast geven, gebeuren in de ervaring van alledag aldoor dingen die onze plannen doorkruisen. Die gebeurtenissen plaatsen leraren voor de vraag: wat ga jij doen? Ze confronteren je met je uniciteit en onvervangbaarheid, als leraar en als mens. Een belangrijk aspect van pedagogische professionaliteit lijkt het vermogen af te stemmen en in te spelen op het onverwachte. In die context spreken we van een pedagogiek van onderbreking en verbinding.

In een serie blogs beschrijven de onderzoekers, bestaande uit leraren en lerarenopleiders, hun ervaringen en geven zij een inkijkje in wat hun aan het hart gaat.

De school als oefenplaats voor democratisch samenleven

Docent-onderzoeker Pieter Boshuizen beschrijft in zijn blog Professionaliseren met een hart in tweestrijd over zijn deelname aan een reeks gesprekken die begon in de zomer van 2021 over ‘de school als oefenplaats voor democratisch samenleven’. Doel daarvan is van elkaar te leren en uiteindelijk de democratische vorming van de kinderen op de Hogeschool te versterken.
Boshuizen:
“Het is een onderwerp waar ik zelf erg gedreven voor ben. Onze democratie is kwetsbaar en scholen kunnen in mijn ogen een cruciale rol spelen in de democratische toerusting van een nieuwe generatie. Ook de deelnemers zijn gemotiveerd om met dit onderwerp aan de slag te gaan, zeker nu er veel aandacht is voor burgerschapsvorming op school.

Ondanks die motivatie is de begeleiding van de leergemeenschap een zoektocht. ‘Burgerschap’ en ‘democratische vorming’ zijn abstracte begrippen, die tastbaar moeten worden gemaakt, zonder ze plat te slaan. Ik heb zojuist met de leerkrachten een pedagogisch gesprek gevoerd, waarbij we de ervaring van leerkrachten verkennen. Deze gespreksvorm hebben wij als lectoraat ontwikkeld om zo dicht mogelijk bij de concrete ervaring van de leerkracht te komen, vanuit het idee dat dit leraren helpt om in contact te komen met hun ‘bezieling’ voor het leraarschap. Tijdens een pedagogisch gesprek zie ik iets bijzonders gebeuren. De leraren – die aanvankelijk vermoeid binnenkwamen – krijgen een twinkeling in de ogen. De tijd die wij nemen voor elkaars ervaringen brengt een gepassioneerd gesprek op gang. ‘Dít is waar het onderwijs om draait, hiér ben ik leerkracht voor geworden!’ Ik ben onder de indruk van wat er gebeurt. Het concept ‘burgerschap’ dat voor iedereen vaag was, wordt gevuld met concrete praktijkvoorbeelden en allemaal voelen wij de energie die loskomt.

Tegelijkertijd roept wat er gebeurt ook twijfels bij mij op. In ons enthousiasme wordt bijna elke ervaring aan democratische vorming verbonden; van de indeling van de klassengroepjes, tot een gesprek over omgangsnormen wanneer een uitvaartstoet langskomt. Ik snap de dwarsverbanden, maar twijfel: is dit echt waar burgerschapsvorming over gaat? Helpt het leraren als democratische vorming wordt gekoppeld aan zo’n brede waaier van ervaringen? Burgerschap kan snel een containerbegrip worden. Zoals Eidhof (2018) in zijn boek beschrijft, wordt zoveel onder burgerschap geschaard dat niet duidelijk is wat er precies bedoeld wordt. Als alles valt te scharen onder de noemer ‘burgerschapsvorming’, dan is het erg lastig om richting te vinden met elkaar.

Ondertussen is het anderhalf jaar later. Ook in het nieuwe schooljaar hebben we meerdere bijeenkomsten met elkaar gehad en daarna is het traject met de school afgerond. Uiteindelijk is het gelukt om het bewustzijn te vergroten met betrekking tot democratische vorming op school. We hebben zinvolle gesprekken gevoerd, waarin ook de definitie van democratische vorming vaak een punt van discussie was. We zijn er als groep in geslaagd om concrete handvatten aan te reiken om de andere collega’s van de school aan het denken te zetten over burgerschap in de klas. Toch is mijn aarzeling in het traject nooit helemaal verdwenen. Bij een volgend traject zou ik….”

Lees de hele blog van Pieter Boshuizen: Professionaliseren met een hart in tweestrijd, NIVOZ, 2 december 2022: https://nivoz.nl/nl/professionaliseren-met-een-hart-in-tweestrijd

Lectoraat Professionaliseren met hart & ziel: www.thomasmorehs.nl/onderzoek/professionaliseren-met-hart-en-ziel/

Hester IJsseling is voortrekker van Stichting Beroepseer.

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Paper mills – de duistere kant van de academische uitgeverswereld

Het verschijnsel van ‘ghost fabrication’, onderschepte, frauduleuze wetenschap, neemt toe.  Eva Kneepkens besteedt er aandacht aan op het onlineplatform Medisch Contact. Van de wetenschappelijke publicaties die zijn ingetrokken, neemt het aandeel artikelen dat is geschreven door zogenoemde paper mills toe. Zij refereert daarbij aan de publicatie van een onderzoek door Cristina Candal-Pedreira e.a. in het Britse medische tijdschrift The BMJ van december 2022.

Paper mills zijn op winst gerichte, officieuze en mogelijk illegale organisaties die vervalste of gemanipuleerde manuscripten produceren en verkopen die gebaseerd lijken op echt, legitiem onderzoek.  Het zijn commerciële bedrijven die een plek op de auteurslijst van een wetenschappelijk artikel aan onderzoekers verkopen. Die onderzoekers hebben geen bijdrage – vaak met verzonnen data – geleverd aan het artikel en het onderliggende onderzoek.  Er zijn bedrijven die het artikel verkopen voordat het is geschreven of is geaccepteerd in een wetenschappelijk tijdschrift. In die gevallen dient het bedrijf het artikel in en handelt ook de peerreview af. Er zijn ook bedrijven die het artikel pas verkopen nadat het voor publicatie is geaccepteerd. Dan wordt de auteurslijst achteraf veranderd. Cristina Candal-Pedreira en collega’s noemen dit fenomeen ghost fabrication om het te onderscheiden van ghost writing.

In totaal identificeerden zij via de Retraction Watch-database bijna 1182 ingetrokken wetenschappelijke artikelen die door paper mills waren geschreven en die gepubliceerd werden in de periode van 2004 tot en met medio 2022. In 2004 verscheen het eerste onderschepte artikel dat door een paper mill was geschreven en in 2016 werd er voor het eerst één ingetrokken.

Kenmerken

Andere kenmerken van de paper mill-artikelen zijn: bijna de helft verscheen in wetenschappelijke tijdschriften die in het op een na hoogste kwartiel qua impactfactor vallen; veruit de meeste waren ‘geschreven’ door onderzoekers van Chinese instellingen (97%) met een ziekenhuis als primaire affiliatie (77%); vijftien tijdschriften publiceerden driekwart ervan; de mediane tijd tussen het verschijnen en intrekken was bijna twee jaar en de artikelen werden bijna allemaal ten minste één keer geciteerd (mediaan: elf citaties).

Nieuw ethisch probleem

Cristina Candal-Pedreira en haar mede-auteurs schrijven in hun conclusie dat zij de paper mill-artikelen die zij hebben geïdentificeerd als ingetrokken, mogelijk slechts een klein aantal paper mill-artikelen in totaal vertegenwoordigen. Het is heel goed mogelijk dat duizenden van deze in de wetenschappelijke literatuur gepubliceerde artikelen, nog niet geïdentificeerd of ingetrokken zijn.
Sommige redacteuren van internationale wetenschappelijke tijdschriften zijn begonnen met het systematisch identificeren en intrekken van paper mill-artikelen, hetgeen heeft geleid tot massale intrekkingen. De opkomst van paper mills is een nieuw ethisch probleem in het onderzoek, of nog beter uitgedrukt: een nieuw probleem in de publicatie-ethiek.

Niet alleen brengt deze kwestie de verkoop van auteurschap met zich mee, maar er is ook geconstateerd dat dit soort artikelen gefabriceerde en gemanipuleerde gegevens en beelden bevatten, waardoor valse resultaten in de wetenschappelijke literatuur worden verspreid. Meer inspanningen zijn nodig om het gebruik van deze paper mill-organisaties te voorkomen, te beginnen met een betere opleiding in ethiek en wetenschappelijke integriteit voor redactiecommissies van wetenschappelijke tijdschriften, studenten en onderzoekers.

Onderschepte frauduleuze wetenschap: ‘ghost fabrication’ neemt toe, door Eva Kneepkens, Medisch contact, 2 december 2022: www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/nieuwsartikel/onderschepte-frauduleuze-wetenschap-ghost-fabrication-neemt-toe.htm

Retracted papers originating from paper mills: cross sectional study, door Cristina Candal-Pedreira, Joseph S Ross, Alberto Ruano-Ravina, David S Egilman, Esteve Fernández,Mónica Pérez-Ríos BMJ, 4 december 2022. www.bmj.com/content/bmj/379/bmj-2022-071517.full.pdf

Paper Mills—The Dark Side of the Academic Publishing Industry, Jack Nash, MDPI, 9 mei 2022: https://blog.mdpi.com/2022/05/09/paper-mills/
MDPI is een pionier in wetenschappelijke open access publishing en ondersteunt academische gemeenschappen sinds 1996.

 

Foto bovenaan: Papierfabriek Van Gelder en een krantendrukkerij (Foto links Collectie Anefo, Nationaal Archief).

Wat een beeld van een verpleegkundige! Unieke tentoonstelling in Drente

Er is een unieke tentoonstelling geopend op een historische locatie in het Drentse Meppen, gelegen tussen Emmen en Havelte: Wat een Beeld van een Verpleegkundige! De tentoonstelling gaat over het publieke imago en de beroepsidentiteit van verpleegkundigen en is te zien van november 2022 tot eind 2024. Het is een interactieve tentoonstelling: Door vragen te beantwoorden worden bezoekers geconfronteerd met hardnekkige stereotyperingen van het beroep verpleegkunde.

Realistisch beeld

De covidpandemie heeft laten zien hoe cruciaal verpleegkundigen zijn voor een toegankelijke gezondheidszorg. Met inzet van al hun vakkundigheid, expertise en inventiviteit wisten zij het zorgsysteem in stand te houden. Toch wordt het beroep van verpleegkundige nog vaak eenzijdig geassocieerd met ’handen aan het bed’, ‘billen wassen’ of ‘vrouwenberoep’. Dit beeld doet geen recht aan de complexe werkelijkheid van het verpleegkundig beroep.

De tentoonstelling is bedoeld als bijdrage aan een realistischer beeld van de verpleegkundigen dan we gewoon zijn en start met beelden uit de periode van de covidpandemie waarin verpleegkundigen werden gezien als helden en engelen. De bezoekers ervaren hoe het imago historisch bepaald is: de verpleegkundige als zorgende moeder, als reddende engel of als sexy zuster. Ook zien we de verpleegkundige beschreven in meisjesboeken en het beroep als roeping met een religieuze dimensie. Het verhaal is geïllustreerd met historische foto’s, insignes en uniformen.

Het verpleegkundig domein

De actuele en realistische beroepsidentiteit van verzorgenden individuele gezondheidszorg (IG), verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten krijgt ruimschoots aandacht. Dat gebeurt aan de hand van beelden over hun cruciale rol in de patiëntenzorg. Niet alleen in ziekenhuizen, maar ook in de wijkverpleging, ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, openbare gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg en arbozorg. Hun rol in de preventie, kennisontwikkeling, coördinatie van zorg en communicatie wordt zichtbaar gemaakt. We maken kennis met een verpleegkundig stafbestuur, een leerhuis en verpleegkundigen in besturen, gemeenteraad en de Tweede Kamer.
Nederland heeft een verpleegkundige wetenschaps- en onderwijsstructuur met vijftien hoogleraren, tientallen lectoren en honderden docenten. Ook dat wordt getoond. Het verpleegkundig domein biedt een carrièreperspectief voor iedereen, ongeacht leeftijd, sekse, seksuele identiteit of culturele achtergrond.

Uitnodiging tot gesprek

De expositie nodigt uit tot een gesprek of een discussie over het vak van verpleegkundigen en verzorgenden en verpleegkundig specialisten. Over verleden, heden en toekomst. Hoe gaat die toekomst eruitzien? Wat gaat er de komende vijf jaar in de praktijk veranderen? Hoe kan de beroepsgroep zelf de eigen inbreng beter zichtbaar maken? Want de beste imagocampagne voeren verpleegkundigen en verzorgenden immers zelf door hun werk!

Tentoonstelling Wat een Beeld van een Verpleegkundige!, Lof der verpleegkunst: www.lofderverpleegkunst.nl/wat-een-beeld/

Folder Wat een Beeld van een Verpleegkundige! https://beroepseer.nl

De expositie is georganiseerd door Stichting Lof der Verpleegkunst, V&VN Historisch College FNI, Het Buitengasthuis en Bureau Lambregts en wordt gesteund door een aantal partners.

Plaats van de expositie is Het Buitengasthuis in Meppen, Drenthe.
– Toegangsprijs is € 10,- p.p.
– Tot maximaal 17 personen
– Bezoek alleen op afspraak

E-mail: buitengasthuis@burola.nl
www.lofderverpleegkunst.nl/imago
Tel: 06 51363 970

Oogkleppen af! Oratie van Marieke Adriaanse over gezonde wetenschap, kwaliteit en interdisciplinair samenwerken

Op vrijdag 2 december 2022 houdt Marieke Adriaanse aan de Universiteit van Leiden haar inaugurele rede Wie grote vraagstukken in de zorg wil oplossen, moet interdisciplinair samenwerken. Adriaanse is hoogleraar Gedragsinterventies in Populatiegerichte Zorg en onderzoekt gedragswetenschappelijke vraagstukken op het gebied van gezondheid.
Deze leerstoel is onderdeel van het interdisciplinaire stimuleringsprogramma Population Health Living Lab.

Redacteur Tom Janssen van Universiteit Leiden:

In elkaar investeren

Interdisciplinair onderzoek begint volgens Adriaanse met in elkaar investeren. “Dat kost tijd. Je moet weten waar iemand vandaan komt en iemands taal leren begrijpen. De stimuleringsprogramma’s gaan over grote thema’s, grote maatschappelijke uitdagingen. Die vraagstukken zijn niet op te delen in hokjes. Kennis uit verschillende disciplines moet elkaar versterken om tot een oplossing te komen voor ingewikkelde vragen, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid”.’

Als Adriaanse vertelt over haar leeropdracht krijgt zij soms de vraag of zij haar onderzoeksagenda dan door anderen laat bepalen, en de opmerking dat dat toch niet de bedoeling kan zijn. “Ik vind die reactie heel interessant, want deze illustreert dat we vaak vooral met onszelf bezig zijn. Dat we denken ons eigen domein af te moeten bakenen en ergens hyperspecialist op moeten zijn”.

Gedragsverandering

Zelf ziet Adriaanse vooral voordelen van het samenwerken. ‘“Mijn expertise zit niet in een bepaald onderwerp zoals bewegen of eten, maar in de gedragswetenschappelijke benadering van problemen op het gebied van gezondheid. We proberen die vanuit dat perspectief te begrijpen en te onderzoeken waar mogelijkheden zitten om gedragsverandering te ondersteunen en vol te houden”.

Ondanks dat interdisciplinair samenwerken ontzettend leuk en leerzaam is, zijn er ook barrières, erkent ze. “Het kost veel tijd en het kan je ook onzeker maken. Je komt erachter waar je allemaal geen expert in bent. Je moet ineens een andere taal leren begrijpen. De eerste maand dat ik in de Health Campus Den Haag rondliep, snapte ik de helft van de tijd niet waar het over ging. Ik vroeg echt wel even af of ik hier wel geschikt voor was. Dat kan je best even doen wankelen. Maar daardoor leer je wel, verbreed je je kennis en kom je uiteindelijk tot betere onderzoeksvragen”.

Een van de thema’s in haar onderzoek is gedragsverandering van zorgprofessionals, zoals huisartsen. “Als we zorg betaalbaar willen houden, en iets willen doen aan het groeiend aantal chronisch zieken, dan moeten we onze leefstijl veranderen. Dat betekent dus gedragsverandering van burgers en patiënten, maar ook gedragsverandering van zorgprofessionals. Die moeten bijvoorbeeld vaker leefstijladvies geven en minder pillen voorschrijven. Maar net zoals voor patiënten geldt dat gedragsverandering lastig is en in de regel meer vraagt dan alleen kennis, is dat ook zo voor professionals. Ook zij hebben allerlei gewoontes en routines die niet zomaar doorbroken zijn door het aanpassen van een richtlijn”.

Nieuwe manier van erkennen en waarderen

Om interdisciplinair te werken is een open houding en een klimaat van vertrouwen nodig.  “Je hebt een veilige omgeving nodig, die uitnodigt tot samenwerken, waar verschillende bijdragen en kwaliteiten gewaardeerd worden en waar niet het eigen belang maar het gezamenlijke belang voorop staat”’. Adriaanse maakt zich in haar oratie dan ook sterk voor een nieuwe manier van erkennen en waarderen. “We hebben heel lang niet meer nagedacht over wat verstaan onder kwaliteit. We zijn heel erg gaan varen op bepaalde prikkels en een vrij nauwe definitie van excellentie”. Zij roept op tot herbezinning. “Als je wilt dat mensen tijd stoppen in samenwerking hebben we een bredere blik nodig op kwaliteit, en moeten we mensen niet alleen maar afrekenen op hoeveel ze gepubliceerd hebben”.

Die herbezinning is zeker niet alleen nodig voor wetenschappers die interdisciplinair werken, benadrukt Adriaanse. “De te grote prestatiedruk, focus op kwantiteit in plaats van kwaliteit, en onderwaardering voor onderwijs is problematisch voor de hele wetenschap, ook voor de mensen die volledig binnen hun eigen discipline werken”. Erover praten is makkelijk, erkent ze. “We zijn als wetenschappers goed in problemen analyseren. Maar de problemen zitten niet alleen bij anderen, die hebben betrekking op ons allemaal. We zullen toch vooral zelf de oogkleppen af moeten zetten en dingen anders gaan doen. Zeker als je een leidinggevende rol hebt”.

‘Wie grote vraagstukken in de zorg wil oplossen, moet interdisciplinair samenwerken’, door Tom Janssen, Universiteit Leiden, 29 november 2022: www.universiteitleiden.nl/nieuws/2022/11/wie-de-grote-vraagstukken-in-de-zorg-wil-oplossen-moet-interdisciplinair-samenwerken

Oratie

De oratie – Oogkleppen af! Gedragsverandering voor een gezonde wetenschap en samenleving – op vrijdag 2 december 2022 begint om 16:15 uur en is te volgen via livestream.  www.universiteitleiden.nl/medewerkers/marieke-adriaanse#tab-1