Skip to main content

Redactie Beroepseer

Wat het concept Integraal Zorgakkoord zegt over zzp’ers in de zorg

Zzp’ers in de zorg moeten verplicht meedraaien met avond, nacht- en weekenddiensten. Tarieven worden gekoppeld aan cao-lonen en brancheorganisaties gaan duidelijke regels opstellen over de inzet van zzp’ers om daarmee schijnzelfstandigheid te voorkomen. Dat staat te lezen in een in augustus 2022 gepubliceerde conceptversie van het Integraal Zorgakkoord (IZA).

Sinds april 2022 zijn er gesprekken over een Integraal Zorgakkoord. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is daarbij in gesprek met verschillende partijen in de zorg waaronder de zorgverzekeraars en de beroepsverenigingen. Het akkoord heeft betrekking op de zorg die wordt vergoed vanuit de Zorgverzekeringswet en deels ook op direct daaraan gerelateerde domeinen. VWS wil het akkoord half september 2022 presenteren. Het IZA dient ter vervanging van de hoofdlijnakkoorden. Het Kabinet verwacht veel van het akkoord dat geldt voor de periode 2023 – 2026.

De tijdgeest

“Het lijkt wel of bij de discussie over zzp’ers in de zorg onvoldoende oog is voor de huidige tijdgeest. Anders dan in het verleden wordt tegenwoordig enorm gehecht aan autonomie en vrijheid van indeling van het leven, waaronder begrepen het werkzame leven. Deze wens van het moderne zorgpersoneel negeren, betekent dat de personeelskrapte in de zorg mogelijk alleen maar toeneemt”.
Lex Geerts, advocaat Gezondheidsrecht bij advocatenkantoor Eldermans | Geerts, schrijft in zijn blog op Zorgvisie dat het voor zzp’ers in de zorg tobben blijft. Wat betekent het een zzp’er in de zorg te zijn precies?.
Het aantal zzp’ers in de zorg neemt toe, vooral in de verpleging en de verzorging. Eind 2021 waren het er 163.000. Uit onderzoek blijkt keer op keer dat niet zozeer economische motieven, maar vooral autonomie en flexibiliteit ten grondslag liggen aan de wens om als zelfstandige aan de slag te gaan.
Politiek en fiscaal gezien wordt de groeiende groep zzp’ers evenwel als ongewenst ervaren.

Volgens Geerts kun je zzp’ers in drie categorieën onderverdelen. De eerste categorie is de echte zelfstandige die zich als zodanig profileert en waarover geen enkele twijfel kan bestaan. Aan de andere kant is er de categorie van de schijnzelfstandige, bijvoorbeeld een verpleegkundige die loondienst inwisselt voor zelfstandigheid bij dezelfde opdrachtgever en dat ook langdurig doet. En daartussenin zit een grijs gebied waarin belastingdienst en rechtspraak geen duidelijke lijn kunnen aanbrengen.

Integraal Zorgakkoord

In het concept Integraal Zorgakkoord staat het nodige over zzp’ers, bijvoorbeeld dat “werkgevers en zzp-brancheorganisaties zorgen voor verhoogde bewustwording over verantwoordelijkheden en de (financiële) gevolgen van het zzp-schap”.

In zijn blog stelt Geerts een zelfstandigheidsverklaring voor die door zzp’ers ondertekend wordt en waarin is vastgelegd waaraan een zelfstandige heeft te voldoen. In een modelovereenkomst kan worden opgenomen dat de zelfstandige aansprakelijk is voor eventuele beroepsfouten en voor de gevolgen, indien blijkt dat de zelfstandigheidsverklaring niet overeenkomt met de werkelijkheid. Het is mogelijk vast te leggen dat de zzp’er een echte zelfstandige is met alle voordelen, maar ook verantwoordelijkheden en risico’s die daarbij horen.

Lees de hele blog van Lex Geerts, Zzp’ers in de zorg: het blijft tobben, Zorgvisie, 22 augustus 2022: www.zorgvisie.nl/blog/zzpers-in-de-zorg-het-blijft-tobben/
Zorgvisie is het online platform voor beleid en management in de zorg

Concept Integraal Zorgakkoord stelt eisen aan inzet zzp’ers, ZZp-er in de zorg, 15 augustus 2022: www.zzp-erindezorg.nl/blog/concept-integraal-zorgakkoord-stelt-eisen-aan-inzet-zzp-ers

Overeenkomst voor het werken buiten loondienst: Algemene modelovereenkomst geen werkgeversgezag, Belastingdienst: www.belastingdienst.nl


In het concept Integraal Zorgakkoord komt een passage voor over de zorgprofessional:

Zorgprofessionals staan onder druk

Professionals die werken in de zorg, doen dat met veel kennis van zaken, professionaliteit en een grote motivatie, dat werd nog eens extra duidelijk door hun enorme inzet tijdens de coronacrisis. Ze doen dat werk tegelijkertijd ook steeds vaker onder zware omstandigheden. In de zorg is de werkdruk hoog en de uitval groot. Ook is er te veel regeldruk en administratieve rompslomp, te weinig autonomie bij de invulling van het dagelijkse werk en in sommige gevallen zelfs een onveilige werkomgeving. Dat drukt op het werkplezier en leidt tot een vicieuze cirkel van meer  ziekteverzuim (veel hoger dan in andere sectoren) en meer mensen die de zorg verlaten, waardoor de arbeidsmarktkrapte en de werkdruk nog verder toenemen.

De tragische dood van een Franse boer

Er klonken schoten door de landelijke stilte van Bourgondië op 20 mei 2017. De 36-jarige Franse boer Jérôme Laronze wordt achter het stuur van zijn auto doodgeschoten door een politieagent. Negen dagen eerder was Laronze in zijn auto op de vlucht geslagen als gevolg van de zoveelste controle op zijn boerderij door de inspectie. De politie beweert dat zij het vuur opende omdat de boer met zijn auto hard op hun inreed.

Hoe kan een inspectie op een boerderij eindigen met het doden van een mens? Was Laronze een crimineel die de volksgezondheid in gevaar bracht? Of een klokkenluider die niet gehoord werd? Hoewel de dood van Laronze niet de voorpagina’s van de media haalde – het was de dag na de presidentsverkiezingen – verspreidde zijn dood zich als een lopend vuurtje door de sector. Het duurde niet lang of de zoon van een oude boerenfamilie en voormalig woordvoerder van de boerenvakbond van Saône-et-Loire werd een martelaar.

Vermalen

De documentaire Tod eines ViehzüchtersSacrifice paysan – in de regie van Gabrielle Culand, laat zien hoe Laronze vermalen is in de bureaucratische machinerie. De jonge boer was fel gekant tegen de industriële, intensieve veehouderij en vocht voor zijn kleine, ecologische boerenbedrijf. Dat kostte hem uiteindelijk het leven. De documentaire laat zien dat boerenbedrijven onmogelijk kunnen voldoen aan de voorgeschreven Europese normen. Ze blijken niet haalbaar.
Veeboeren worden beschuldigd van dierenmishandeling. We zien in de film hoe hun vee in beslag wordt genomen, daarbij gesteund door dierenrechtenorganisaties, veterinaire diensten en de politie die de dieren komen weghalen. Uiteindelijk gaan de boerderijen ten onder.

De documentaire over Jérôme Laronze geeft te denken. De combinatie van landbouwcrisis en politiegeweld roept vele vragen op over de houding van de staat tegenover zijn boeren. In Frankrijk ligt het aantal zelfdodingen onder boeren een stuk hoger dan gemiddeld onder de bevolking. De statistieken wijzen uit dat elke dag een boer zich het leven beneemt. De Franse regering heeft in 2021 een actieplan opgesteld om het aantal zelfdodingen terug te dringen.

Tod eines Viehzüchters – Sacrifice paysan –  is een aflevering in de serie Menschenleben – ‘Mensenleven’ – van de Frans-Duitse televisiezender ARTE en werd uitgezonden op 10 augustus 2022. De film is tot half december 2022 te zien op de site van ARTE: www.arte.tv. Duur: 55 min. Voor ondertiteling is er keuze uit diverse talen.

Mensenleven

De serie Menschenleben toont diep-menselijke films met unieke verhalen. De moeite waard is ook de aflevering Der Hausartz – Journal d’un médicin de ville – te zien op  ARTE tot juni 2023. Duur: 56 min. Keuze uit diverse talen.
De film gaat over de Franse huisarts Jean Paul die op het punt staat met pensioen te gaan en bezig is zijn opvolger in te werken voor de praktijk. Niet eerder was hij zich zo bewust van het gebrek aan huisartsen als in deze laatste maanden van zijn arbeidzame leven. De huisartsenzorg is in Frankrijk sterk verwaarloosd. De Franse regering heeft zich in de afgelopen decennia nauwelijks ingezet voor de sector.
Der Hausartz biedt een inkijkje in de dagelijkse praktijk van een huisarts op het Franse platteland. Na enkele minuten blijkt al wat voor een belangrijke, onmisbare rol de huisarts speelt in het leven van patiënten.

Verdiepend onderzoek naar uitstroom zorgmedewerkers levert meer inzicht op over hun redenen tot vertrek

Het blijkt dat minder dan 2 op de 10 zorgmedewerkers de werkgever aanbeveelt bij bekenden. Bestaand personeel helpt dus niet mee bekenden binnen te halen in de eigen organisatie. Slechts 14% zou anderen aanraden te gaan werken bij de huidige werkgever. Dat blijkt uit een onderzoek naar uitstroom uit de sector Zorg en Welzijn van Regioplus, een samenwerkingsverband van regionale werkgeversorganisaties.
Meer grip op het personeelsverloop, vraagt meer inzicht in de redenen tot vertrek van medewerkers en waar ze naartoe gaan. Die kennis maakt het voor organisaties mogelijk om weloverwogen keuzes te maken in preventiemogelijkheden om toekomstig ongewenste uitstroom te voorkomen.  RegioPlus heeft een nieuw factsheet gepubliceerd,  een verdieping van de resultaten van het landelijk uitstroomonderzoek dat van april 2019 t/m december 2021 is uitgevoerd onder 33.345 respondenten, medewerkers van 260 zorg- en welzijnsorganisaties. De verdieping is specifiek gericht op medewerkers die een organisatie op eigen verzoek hebben verlaten.

Ambassadeurs voor zorg en welzijn

Het onderzoek laat o.a. duidelijk zien dat ambassadeurs voor zorg en welzijn belangrijk, maar ook schaars zijn. Ambassadeurs zijn medewerkers die hun werkgever aanbevelen aan bekenden. 14% van de respondenten geeft een positief advies aan kennissen, vrienden of familie om te gaan werken bij de eigen werkgever, waarbij 48% een negatief advies geeft. Maar: iedere verbetering in het werk, op welk vlak dan ook, leidt tot een hoger percentage ambassadeurs. Door deze medewerkers betrokken te houden bij het persoonlijke netwerk van vertrekkende medewerkers, vergroot de kans op terugkeer naar de organisatie.

Uitstroom in dit onderzoek betekent: de huidige werkgever verlaten. Het kan voorkomen dat een uitstromende verpleegkundige blijft werken in dezelfde sector of hetzelfde ziekenhuis. De meeste professionals die wisselen van werkgever blijven namelijk in de sector werken (78%). En meer dan de helft van de respondenten aan het uitstroomonderzoek heeft meer dan tien jaar werkervaring in de sector, ongeveer 70% heeft meer dan vijf jaar werkervaring in zorg en welzijn.

Het is zeker zo dat een grote groep de werkgever binnen één of twee jaar alweer verlaat (39%, bijna net zoveel als personeel met een dienstverband van vijf jaar of langer dat vertrekt: 41%). Cliëntgebonden medewerkers die minder lang dan een jaar werkervaring opgedaan hebben vormden slechts 5% van het geheel. En de grootste groep uitstromers binnen één jaar (37%) heeft meer dan tien jaar werkervaring in de sector
Toch is deze mobiliteit aan het begin van het dienstverband een punt van aandacht voor werkgevers wat betreft onboarding*) van werkgevers. Medewerkers die binnen een jaar vertrekken, vertrekken vaker vanwege de werksfeer en minder vaak vanwege loopbaanmogelijkheden. Advies is dus om vooral oog te hebben voor de werksfeer en in een latere fase ook aandacht te geven aan loopbaan- en ontwikkelmogelijkheden.

Kijkend naar de redenen voor vertrek en de dingen die per branche verbetering verdienen, zien we enkele interessante aanknopingspunten voor beleid. Zo zijn de belangrijkste punten voor Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT) de werksfeer en de manier van werken. Ook werkdruk komt prominenter naar voren als punt ter verbetering dan in andere branches.

Oudere en jongere medewerkers

Een andere groep die zeker de aandacht verdient zijn de wat oudere medewerkers. Uit de analyses blijkt namelijk dat zij, wanneer zij de sector verlaten, minder vaak bereid zijn terug te keren. De manier van werken in de organisatie en aansturing door de leidinggevende is voor bijna een kwart van de medewerkers in de leeftijd 50 t/m 59 jaar één van de twee belangrijkste vertrekredenen. De groep geeft als belangrijkste punt ter verbetering waarmee de werkgever mogelijk vertrek had kunnen voorkomen ‘de communicatie met de leidinggevende’.

Jongere professionals (20 t/m 29 jaar) vertrekken vaker vanwege (gebrek aan) loopbaanmogelijkheden. De balans tussen werk en privé is belangrijker in de groep in de leeftijdscategorie 30 t/m 39 jaar.

Minste tevredenheid over betrokkenheid bij besluiten

Gevraagd naar een waardering van verschillende facetten van het werk krijgt de ‘betrokkenheid bij belangrijkste besluiten in de organisatie’ de laagste score. De belangrijkste vertrekredenen van cliëntgebonden respondenten bestaan uit ‘manier van werken in de organisatie en aansturing door leidinggevende’, ‘uitdaging in de werkzaamheden’ en ‘loopbaanmogelijkheden’. Inzoomen op de groep verpleegkundigen zet ‘uitdaging in de werkzaamheden’ op nummer één. Belangrijkste punt ter verbetering is ‘beter communiceren / luisteren door direct leidinggevende’.

Een reden voor vertrek die in het bijzonder speelt voor de ziekenhuizen is de reisafstand. Voor verpleegkundigen uit deze branche vormt dit zelfs de belangrijkste reden (voor alle verpleegkundigen komt deze op de achtste plek). En voor al het cliëntgebonden personeel in ziekenhuizen is het nummer twee in de top vijf van redenen van uitstroom.
Verder geven respondenten uit de ziekenhuizen prioriteit aan betere ‘doorgroeimogelijkheden’ bij het voorkomen van vertrek. Respondenten uit de GGZ geven vaker ‘werksfeer’ als reden voor vertrek. Daarnaast geeft bijna 12% van de cliëntgebonden respondenten als punt van aandacht ‘het verbeteren van de kwaliteit van zorg / ondersteuning aan de (interne) cliënten/ patiënten’.

Terugkeercampagnes

Twee derde van de medewerkers die niet meer werkzaam zijn in de sector is op een later moment bereid om terug te keren. Wil men oud-medewerkers verleiden tot terugkeer naar de sector dan dient men vooral in te steken op de essentie van het werk: de inhoud van het werk, samenwerking met collega’s en waardering van cliënten

Vacaturesites en online-advertenties blijken de belangrijkste kanalen te zijn voor medewerkers om op eigen initiatief op zoek te gaan naar een nieuwe baan. Het zakelijke en privé-netwerk is de belangrijkste manier waarop medewerkers benaderd worden om te wisselen van werkgever.

Noot
*) Onboarding is het inwerkproces van nieuwe medewerkers. Doel hierbij is de werknemer zich thuis te laten voelen bij de organisatie.

 

Downloaden Factsheet Verdieping uitstroomonderzoek 2022, Regioplus, juli 2022: https://beroepseer.nl

Downloaden Rapportage Landelijk doorlopend uitstroomonderzoek, Regioplus, december 2020: https://beroepseer.nl

Meer info over het Landelijk uitstroomonderzoek en downloaden publicaties: https://regioplus.nl/landelijk-uitstroomonderzoek/

RegioPlus speelt met het landelijke uitstroomonderzoek Zorg en Welzijn in op de behoefte om te kunnen sturen op het beperken van uitstroom. Werkgeversorganisaties gebruiken de resultaten om regionale analyses en aanbevelingen te maken.

 

Afbeelding bovenaan is ontleend aan ‘Factsheet Verdieping uitstroomonderzoek 2022’

Wie verdient dit jaar de titel van Beste ambtenaar? Nomineren Publiek Denken Top 100 van start

In 2022 vindt alweer de twaalfde editie plaats van de verkiezing Publiek Denken Top 100 Ambtenaar van het jaar. Deze verkiezing richt de schijnwerper op ambtenaren die een uitmuntende prestatie leveren of bijzonder te werk gaan. Wie waren de succesvolle sleutelfiguren bij de overheid? Wat maakt hen tot een voorbeeld voor anderen?

Nomineren kan tot en met vrijdag 23 september 2022. Er zijn zes categorieën:

  • Rijksoverheid management
  • Rijksoverheid beleid
  • Rijksoverheid uitvoerend
  • Decentraal management
  • Decentraal beleid
  • Decentraal uitvoerend

De 100 ambtenaren met de meeste nominaties komen terecht in de Publiek Denken Top 100 Ambtenaar van het jaar. Een deskundige jury onder leiding van Diana Starmans, lid raad van bestuur van Sociale Verzekeringsbank (SVB) kiest uit de Top 12 welke genomineerde Ambtenaar van het jaar wordt. Posities nummer een en twee op de ranglijst van elke van de zes categorieën worden voorgelegd aan jury

Er is een juryprijs en een publieksprijs. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen rijksoverheid en decentrale overheden en tussen management, beleid en uitvoerend/ondersteunend. De publieksprijs is voor de ambtenaar die de meeste stemmen heeft binnengehaald.
Onder rijksoverheid vallen ook alle centrale uitvoeringsorganisaties en zelfstandige bestuursorganen (zbo’s). Onder decentraal alle waterschappen, provincies en gemeenten.

Nomineren via formulier

Nomineren kan via het formulier op de site Publiek denken: https://publiekdenken.nl/

Winnaars van 2021

De winnaar van 2021 is Wendy Kwaks, programmaleider van het Transitieteam bij het Ministerie van Defensie. De manier waarop zij de rol van Defensie combineert met maatschappelijke uitdagingen, sprak de jury zeer aan.

Emin van Saksen is met de meeste stemmen, winnaar geworden van de publieksprijs 2021. De administratief medewerker bij het Centrum Indicatie­stelling Zorg (CIZ) in Utrecht, houdt ervan om mensen te motiveren. En daar is hij goed in, zeggen collega’s,

Defensiemedewerker Wendy Kwaks ambtenaar van het jaar, Ministerie van Defensie, 15 december 2021: www.defensie.nl/

Emin van Saksen krijgt de meeste stemmen, Publiek Denken: https://publiekdenken.nl

Publiek denken: https://publiekdenken.nl/evenementen/top-100/

Publiek Denken is een netwerkplatform voor professionals werkzaam in de publieke sector en bestaat uit een kwartaalblad, themamagazines, website, e-nieuwsbrief, expertmeetings, dialoogtafels en de Publiek Denken Top 100.

U P D A T E

Uitslag verkiezing Ambtenaar van het jaar 2022, Publiek denken, 15 december 2022: https://publiekdenken.nl/evenementen/top-100/ambtenaar-van-het-jaar-2022-remco/

Bekijk de Ambtenaar van het Jaar 2022 livestream
Op donderdag 15 december 2022 is het zover: de bekendmaking van de Ambtenaar van het Jaar 2022.  Bekijk vanaf 20.20u de livestream: https://publiekdenken.nl/evenementen/top-100/livestream-pd-top-100/

Het vertrouwen in nationale instellingen in de EU daalt scherp

Het vertrouwen in nationale instellingen is de afgelopen twee jaar in de hele Europese Unie gedaald. Onder invloed van steeds moeilijkere economische omstandigheden en onbetrouwbare nieuwsbronnen is zelfs het vertrouwen van mensen die vroeger meer vertrouwen hadden – zoals mensen met een financieel zekere positie – afgenomen.

Dat blijkt uit het rapport van de vijfde ronde van de e-enquête Living, working and COVID-19 e-survey. Meer dan 200 000 mensen deden mee in alle vijf rondes van de e-enquête die plaatsvonden vanaf voorjaar 2020 tot voorjaar 2022.

Vertrouwen instellingen

De instellingen hebben zich moeten aanpassen aan de nieuwe realiteit die door de pandemie is ontstaan. Na bijna twee jaar van beperkingen blijkt uit de resultaten van de enquête dat het vertrouwen in alle instellingen is teruggelopen.

Vertrouwen in de belangrijkste nationale instellingen is sinds het begin van de pandemie in het voorjaar van 2020 met gemiddeld 13,4% gedaald. Dit omvat daling van vertrouwen in de nationale regeringen (-24,5%), de gezondheidszorg (-10,2%) en de politie (-8,1%). Hoewel het vertrouwen in de politie in 2021 en 2022 constant bleef, werden in beide jaren lagere getallen opgetekend dan in het voorjaar van 2020.

Eindjes aan elkaar knopen

Het vertrouwen in instellingen is gedaald onder respondenten die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen en – voor het eerst sinds het begin van de enquête – onder mensen in financieel meer solide posities.

Een grafiek*) laat de verschillende niveaus van vertrouwen in instellingen zien. Van mensen die slechts ‘met veel moeite’ kunnen rondkomen tot mensen die ‘heel gemakkelijk’ kunnen rondkomen.

De kosten van levensonderhoud in de EU stijgen in een ongekend tempo, met een gemiddeld inflatiecijfer in de 27 EU-lidstaten van bijna 8% in maart 2022.
Dat de stijgende kosten van levensonderhoud van invloed zijn op de financiële situatie van mensen blijkt uit de antwoorden: 53% van de respondenten van de enquête gaf aan dat hun huishouden in het voorjaar van 2022 moeite had om de eindjes aan elkaar te knopen – een aanzienlijke stijging ten opzichte van de 45% die in 2021 werd gemeld en de 47% bij het begin van de COVID-19-pandemie in 2020.

Vertrouwenskloof in de EU

Het verschil in vertrouwen tussen degenen die zeggen heel gemakkelijk rond te kunnen komen en degenen die dat met veel moeite doen, verschilt per instelling in de EU.
Een grafiek*) geeft een beeld van de vertrouwenskloof tussen de nationale instellingen die zich sinds het begin van de pandemie in elke EU-lidstaat heeft gevormd.

Invloed van nieuwsbron

Respondenten die de voorkeur geven aan sociale media als nieuwsbron hebben minder vertrouwen in gevestigde instellingen dan respondenten die traditionele media gebruiken.

Conclusie

De uitdagingen die de crisis met zich meebrengt, leggen een enorme druk op nationale en supranationale instellingen om de steun van hun burgers te krijgen. Een verontrustende uitkomst van de laatste ronde van de enquête is dat groepen die voorheen meer vertrouwen in regeringen hadden, zoals mensen in financieel tamelijk zekere posities, steeds minder vertrouwen hebben. Dat duidt op wijdverbreide ontevredenheid onder het electoraat.

Nu de kosten van levensonderhoud in de EU op een ongekend hoog niveau liggen en de verwoestende effecten van de oorlog in Oekraïne de sociaaleconomische onzekerheid in heel Europa blijven aanwakkeren, zal het zonder strategische acties van beleidsmakers moeilijk zijn het vertrouwen in instellingen terug te brengen tot het niveau van voor de pandemie.

 

Noot:
*) Zie voor grafieken: Trust in national institutions is falling: Data behind the decline, Eurofound, 25 juli 2022: www.eurofound.europa.eu/publications/blog/trust-in-national-institutions-is-falling-data-behind-the-decline

Referenties

Trust in national institutions is falling: Data behind the decline, Eurofound, 25 juli 2022: www.mynewsdesk.com/eurofound/blog_posts/trust-in-national-institutions-is-falling-data-behind-the-decline-109336

Rapport: Fifth round of the Living, working and COVID-19 e-survey: Living in a new era of uncertainty, door Daphne Ahrendt, Michele Consolini, Massimiliano Mascherini, Eszter Sandor, Eurofound juli 2022. Publications Office of the European Union, Luxembourg: www.eurofound.europa.eu

 


EU Covid-19 dossier

Eurofound – Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden – onderzoekt  in verband met COVID-19 de verreikende sociaaleconomische gevolgen van de pandemie in heel Europa, aangezien deze blijvend gevolgen hebben voor de leef- en werkomstandigheden.

De vijfde ronde van de e-enquête van Eurofound, die werd gehouden van 25 maart tot 2 mei 2022, werpt licht op de sociale en economische situatie van mensen in heel Europa, twee jaar nadat COVID-19 voor het eerst in Europa werd ontdekt. Ook wordt ingegaan op de realiteit van het leven in een nieuw tijdperk van onzekerheid, veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne, inflatie en stijgende energieprijzen.

Het eindverslag van de e-enquête Living, working and COVID-19  is gericht op het in beeld brengen van de lange termijn-invloed van COVID-19 op de leef- en werkomstandigheden van de mensen in de EU. Tevens vindt een evaluatie plaats van de lessen die getrokken worden uit de ervaringen met de enquête. Het eindverslag wordt verwacht in december 2022.

Dossier COVID-19, augustus 2022: www.eurofound.europa.eu/topic/covid-19

Eurofound: www.eurofound.europa.eu/

Proefschrift van Bastiaan Wallage over het recht op vrije artsenkeuze binnen het Nederlandse gezondheidsstelsel

“De overheid is zich onvoldoende bewust van verplichtingen rond het recht op vrijheid van artsenkeuze”. Dit is een van de conclusies van Bastiaan Wallage in zijn proefschrift Het recht op vrije artsenkeuze binnen het Nederlandse zorgstelsel waarop hij promoveerde aan de Universiteit Leiden op 5 juli 2022.

In het Nederlandse zorgstelsel wordt veel geschreven over het ‘recht op vrije artsenkeuze’: het recht van de patiënt om zelf een arts van voorkeur te kunnen kiezen. In het gezondheidsrecht wordt dit gezien als een fundamenteel recht van de patiënt, aangezien het belangrijk is dat patiënten vertrouwen hebben in een arts. “Indien dat vertrouwen ontbreekt en een patiënt om die reden zich niet wendt tot de desbetreffende arts, kan dit betekenen dat de patiënt ziek blijft”, zegt Bastiaan Wallage. “Dat heeft grote gevolgen voor de patiënt zelf en eveneens voor de toegang tot de gezondheidszorg op collectief niveau”.

Grondwettelijk beschermd

Het promotieonderzoek van Wallage was gericht op de vraag of het recht op vrije artsenkeuze grondwettelijk is beschermd en daarmee onderdeel uitmaakt van de Nederlandse constitutie. “Uitgaande van die hypothese is de vervolgvraag wat dit – in dat geval – betekent voor het Nederlandse gezondheidsstelsel. In mijn onderzoek ga ik er daarbij van uit dat het Nederlandse gezondheidsstelsel bestaat uit vier stelselwetten, namelijk de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg, de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015”.

Volgens Wallage blijken er aanknopingspunten te zijn om aan te nemen dat het recht op vrije artsenkeuze grondwettelijk is beschermd en onderdeel uitmaakt van het zelfbeschikkingsrecht: “Het zelfbeschikkingsrecht wordt beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Op grond van de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft dat grote implicaties voor het nationale stelsel: een nationale lidstaat heeft op grond van voornoemd verdragsartikel namelijk ook de positieve verplichting om beschermde rechten te beschermen. Die bescherming houdt onder andere in dat in nationale regelgeving een afweging dient te worden gemaakt hoe een bepaald grondrecht wordt beschermd binnen de nationale jurisdictie”.

Aanbeveling

Wallage concludeert dat het recht op vrije artsenkeuze binnen het Nederlandse gezondheidsstelsel op verschillende manieren door de wetgever is uitgewerkt en daarvoor veelal geen dragende motivering wordt gegeven. Wallage: “De nationale overheid lijkt zich in dat kader onvoldoende bewust van de verplichtingen die zij heeft op basis van artikel 8 EVRM en in het bijzonder de afweging die zij in dat kader moet maken. Eén van mijn aanbevelingen is daarom om het Nederlands gezondheidsstelsel op het onderwerp van het recht op vrije artsenkeuze te heroverwegen en bovenal te harmoniseren”.

‘Overheid onvoldoende bewust van verplichtingen rond recht op vrijheid van artsenkeuze’ Universiteit Leiden, 30 juni 2022: www.medewerkers.universiteitleiden.nl

Proefschrift Het recht op vrije artsenkeuze binnen het Nederlandse gezondheidsstelsel, B. Wallage, Universiteit Leiden, 2022: https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/handle/1887/3421569

Na zijn zijn studie ondernemingsrecht en staats- en bestuursrecht in Leiden startte Bastiaan Wallage (1990) als advocaat bij Van Benthem & Keulen te Utrecht; hij is daar gespecialiseerd in het gezondheidsrecht en algemeen bestuursrecht. In 2018 begon hij als buitenpromovendus bij de afdeling Staats- en Bestuursrecht. Naast zijn werk in de advocatuur is Wallage als docent en onderzoeker Gezondheidsrecht verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.
Van Benthem & Keulen is onderdeel van SCG Legal: een internationaal netwerk van meer dan 115 advocatenkantoren in ruim 55 landen.

Podcast

Op de site van VB & K is een podcast te beluisteren – aflevering 64 van Licht op Legal (12 juli 2022) – waarin Wallage ingaat op zijn proefschrift Het recht op vrije artsenkeuze binnen het Nederlandse zorgstelsel. Hij legt daarin uit wat juridisch wordt verstaan onder het recht op vrije artsenkeuze en wat dit betekent voor gecontracteerde zorg versus niet gecontracteerde zorg. Daarnaast gaat hij in op de verhouding van de vrije artsenkeuze tot de totale stijging van de zorgkosten in Nederland.

Jos de Blok van Buurtzorg: Radicale vereenvoudiging en herstel vakmanschap lossen personeelstekort op

De overheid blijft hardnekkig doorgaan op de verkeerde weg. Jos de Blok, oprichter en directeur van Buurtzorg Nederland schrijft in een tweet dat de minister van Volksgezondheid de wijkverpleging ingewikkeld gaat maken. Hijzelf pleit daarentegen  voor radicale vereenvoudiging:

“De oplossingen die bedacht worden voor problemen in de zorg, onderwijs, politie etc komen voort uit het new public management wat eind jaren ‘80 dat steeds bepalender werd voor beleid en organisaties. Dit heeft veel ellende veroorzaakt. We moeten nieuwe patronen bouwen: vanuit mensen.

Of het nu gaat om huisartsenzorg, wijkverpleging, jeugdzorg; een radicale vereenvoudiging, herstel vakmanschap (juiste opleiding) en het combineren van activiteiten kan het personeelstekort oplossen. Doorgaan op de weg van efficiëntie en kosten reductie is heilloos.

VWS, NZA, brancheorganisaties en zelfs vakbonden zijn het patiëntenperspectief en het professionele perspectief op goede gezondheidszorg volledig kwijtgeraakt. De rekenmodellen richten zich op bedrijfskundige en economische uitgangspunten, defficiency, logistieke processen. Drama!”

Het televisieprogramma Een Vandaag van 23 juli 2022 ging over thuiszorg en wijkverpleging en de problemen die men voorziet voor de toekomst:
Er zijn momenteel ruim drie miljoen 65-plussers; dat worden er in 2040 rond de 4,8 miljoen. Ongeveer 330 duizend mensen zullen dementie krijgen.
Het overheidsbeleid is erop gericht om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, mensen willen dat zelf vaak ook. Minister Helder (Langdurige Zorg) gaf op 20 juli 2022 aan dat er geen geld bij komt voor de zorg in de wijk.

Terug naar de jaren tachtig

Voor deze uitzending van Een Vandaag legde De Blok uit dat de afgelopen dertig jaar het werk van de wijkverpleegkundige opgeknipt is in twaalf verschillende functies. De oplossing is van al die functies weer een geheel te maken.
Wat hem betreft, zouden we eens moeten kijken naar de jaren tachtig. In die jaren werkte hij zelf als wijkverpleegkundige in Lochem. “Wat vroeger door één persoon gedaan werd, wordt nu door twaalf mensen gedaan: een diabetesverpleegkundige, dementie-casemanager, een wondverpleegkundige, aparte technische teams. En die mensen moeten allemaal met elkaar afstemmen want anders gaat het mis. Daar gaat dus heel veel tijd in zitten. Je kunt de wijkverpleegkundige het beste al die taken weer teruggeven. Dat spaart tijd en maakt het werk ook weer aantrekkelijk”.

Collegetour

Op 21 juni 2022 was De Blok te gast in het Spoorwegmuseum in Utrecht voor een Collegetour op de Inspiratiedag, onderdeel van de Inspiratieweek Jeugdhulp. Alles in het werk van 20 – 24 juni 2022 die was georganiseerd door platform Jeugdzorg werkt!

De Blok vertelde dat er in de huidige tijd constant wordt gesproken over organisaties en hoe we zaken (moeten) organiseren in plaats van ons te richten op vakmanschap. Wat doe je met mensen die problemen hebben en wat zijn de goede oplossingen? We hebben de mond vol over hoe we managen, hoe we dit en dat organiseren, hoe we monitoren en registreren:

“Als je kijkt hoe dat opgebouwd is in dertig jaar – en dat is echt over de hele wereld – dan is er een soort idee ontstaan dat dat allemaal nodig is. Maar dat is helemaal niet nodig. Als je het niet hebt, mis je het ook niet”.
In de praktijk blijkt dat hoe meer er van bovenaf geregeld wordt, des te slechter het gaat. Veel maatregelen zijn goed bedoeld, maar pakken verkeerd uit.

In het artikel Jeugdhulp volgens Jos de Blok: het kan zoveel eenvoudiger! op Zorg & Sociaalweb gaat Charles de Monchy in op relevante onderwerpen die De Blok in de Collegetour over de jeugdzorg heeft aangesneden. De conclusie is dat, als we ons op de professionals richten, de uitvoering eenvoudiger en beter wordt en een omvangrijke stelselherziening niet nodig is.

Thuiszorg verder onder druk door vergrijzing en personeelstekort, vooral op het platteland, door Leonie van Noort, Een Vandaag, 23 juli 2022: https://eenvandaag.avrotros.nl/item/thuiszorg-verder-onder-druk-door-vergrijzing-en-personeelstekort-vooral-op-het-platteland/

Jeugdhulp volgens Jos de Blok: het kan zoveel eenvoudiger!, door Charles de Monchy, Zorg & Sociaalweb, 22 juli 2022: https://sociaalweb.nl/nieuws/jeugdhulp-volgens-jos-de-blok-het-kan-zoveel-eenvoudiger/

Foto helemaal bovenaan: Uit de video Collegetour. Rechts Jos de Blok


Hieronder video ‘Collegetour met Jos de Blok“

 

Nederland zakt op wereldranglijst van werknemersrechten

Nederland behoort volgens de internationale vakbondsfederatie ITUC voor het eerst niet meer tot de kleine kopgroep van Europese landen waar vakbonden het goed voor elkaar hebben en hun rechten slecht ‘sporadisch’ geschonden worden. Dat schrijft Sophie van Gool in Het Financieele Dagblad. We zijn gedegradeerd, want het blijkt dat werknemersrechten met regelmaat onder druk staan.

ITUC wijst op de negende editie van de Global Rights Index waarin 148 landen zijn gerangschikt op hun respect voor de rechten van werknemers. Deze index wordt jaarlijks door ITUC gepubliceerd. Het is de enige databank in zijn soort die een uitgebreid overzicht geeft van in de wet opgenomen rechten van werknemers. Gevallen van schendingen en nationale beoordelingen kunnen per land en regio worden bekeken.

In de 2022 ITUC Global Rights Index staat letterlijk:

Country ratings improved for El Salvador, Niger and Saudi Arabia, but worsened for Armenia, Afghanistan, Australia, Burkina Faso, Guinea, Jamaica, Lesotho, the Netherlands, Tunisia and Uruguay

Vakbonden buiten de deur houden

Van Gool schrijft dat sommige werkgevers er alles aan doen om vakbonden buiten de poort te houden. Bijvoorbeeld in de vleesindustrie proberen ze al meer dan vijftien jaar vergeefs een voet tussen de deur te krijgen, maar worden de bonden met agressie en intimidatie geweerd door werkgevers. FNV wijst erop dat dit ook gebeurt in de metaalsector, bouw, pakketbezorging, bij Amazon en op Schiphol. ‘Er staat standaard beveiliging aan de poort om te zorgen dat wij niet binnenkomen’. En dat leidt ertoe dat mensen werken onder erbarmelijke omstandigheden. Vooral in sectoren waar veel arbeidsmigranten werken, die een groter risico lopen op misbruik.

Dat werkgevers vakbonden buiten de deur proberen te houden is niets nieuws. Toen in de 19de eeuw de eerste Nederlandse vakbonden ontstonden probeerden werkgevers ook te voorkomen dat werknemers zich zouden verenigen. Ze wisten namelijk wat er op het spel stond.

Niet veel mensen beseffen vandaag de dag nog dat we zonder de vakbond kinderarbeid misschien nog steeds normaal zouden vinden nog steeds zes dagen per week zouden werken en geen recht hebben op vakantiedagen, op doorbetaling bij ziekte, op zwangerschaps- of ouderschapsverlof. Er zou geen minimumloon zijn.

Het welzijn van werknemers blijkt sterk gedaald in de afgelopen jaren, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt. Tijd voor een wederopleving van de vakbond, aldus Van Gool.

Lees het hele artikel van Sophie van Gool: Vakbondsland, Het Financieele Dagblad, 24 juli 2022: https://fd.nl/opinie/1446321/vakbondsland

Multiple areas of crisis see workers’ rights crumble: 2022 ITUC Global Rights Index, International Trade Union Confederation, 28 juni 2022: www.ituc-csi.org/2022-global-rights-index-en?lang=en

Global Rights Index: www.globalrightsindex.org/en/2022
Netherlands, Global Rights Index 2022: www.globalrightsindex.org/en/2022/countries/nld

Salaristijger, sociale onderneming met missie: de loonkloof dichten: https://salaristijger.nl/

De zes kandidaten voor verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2022 bekendgemaakt

De lijst met kandidaten van de verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2022 is bekendgemaakt. Er zijn zes overheidsmanagers geselecteerd voor de tweede ronde: de jurygesprekken. Meer dan honderd overheidsmanagers, werkzaam binnen ministeries, provincies, gemeenten, waterschappen, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen werden voorgedragen in de periode medio maart tot 23 juli 2022.

Thema van de verkiezing van 2022 is Baanbrekend besturen.

Juryvoorzitter Jetta Klijnsma: “De overheid ligt onder een vergrootglas en het is ontzettend belangrijk om ook de positieve verhalen een podium te geven. We zijn trots op deze managers, om de manier waarop ze met hun collega’s aan de slag zijn voor ons allen!”

De zes kandidaten

  1. Christien Bronda, gemeentesecretaris, Gemeente Groningen
  2. Pieter Janssen, secretaris-directeur Hoogheemraadschap Delfland
  3. Theodor Kockelkoren, inspecteur-generaal der Mijnen, Staatstoezicht op de Mijnen
  4. Wilfred Rietdijk, brigadegeneraal Bedrijfsvoering, ministerie van Defensie
  5. Nanette van Schelven, directeur-generaal Douane, ministerie van Financiën
  6. Carla Schutte, plaatsvervangend directeur IV, Integratie Business Services Auto, Inning en Betalingsverkeer, Belastingdienst

Na de gesprekken tussen kandidaten en jury worden eind september 2022 de drie finalisten bekend gemaakt, waarna zij op hun werkplek worden bezocht door een afvaardiging van de jury. Uiteindelijk vindt de prijsuitreiking plaats op dinsdag 12 november 2022 en maakt de jury bekend wie van de drie kandidaten verkozen is tot Overheidsmanager van het jaar 2022. Dat gebeurt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Ridderzaal in Den Haag.

Over de Verkiezing

Met de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar wil de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) een platform bieden aan excellent overheidsmanagement en daarmee het delen van kennis binnen de publieke sector bevorderen. De prijs ‘Overheidsmanager van het Jaar’ is daarmee dé beloning voor krachtig overheidsmanagement en publiek leiderschap. Om aan zoveel mogelijk verschillende managers een podium te bieden, is er elk jaar een andere thema. Voor 2022 is dat Baanbrekend besturen.

Winnaar van 2021

Cor Burgmeyer werd op 18 november 2021 uitgeroepen tot Overheidsmanager van het jaar 2021, Burgmeyer is directeur Uitvoering Klant en Service van het UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen). Zijn jarenlange ervaring bij deze organisatie maakt hem een onmisbare schakel in het geheel.: www.overheidsawards.nl/editie-2021/

Meer info over de zes kandidaten van 2022 op site Overheidsawards: www.overheidsawards.nl/overheidsmanager-van-het-jaar-3/shortlist-2022/

Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2022: www.overheidsawards.nl/

U P D A T E

Overheidsawards – Winnaars 2022 bekend! 23 november 2022: /www.overheidsawards.nl/nieuws/overheidsawards-winnaars-2022-bekend/

Op 28 september 2022 zijn de drie finalisten die meedingen naar de titel Overheidsmanager van het Jaar 2022 bekend gemaakt:

  • Christien Bronda, Gemeentesecretaris, gemeente Groningen
  • Theodor Kockelkoren, Inspecteur-generaal, Staatstoezicht op de Mijnen
  • Nanette van Schelven, Directeur-generaal Douane, ministerie van Financiën

In oktober volgen de jurybezoeken, waarbij een delegatie van de jury in gesprek gaat met leidinggevenden en collega’s van de genomineerden. Op 22 november wordt tijdens de uitreiking van de Overheidsawards in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag bekendgemaakt wie van de drie finalisten zich de  Overheidsmanager van het Jaar 2022 mag noemen.
www.overheidsawards.nl