Skip to main content

Redactie Beroepseer

Arbodiensten zien stijging van aantal stressgerelateerde klachten op het werk in 2024

Een commentator schrijft op internet naar aanleiding van berichten over het stijgende aantal stressgerelateerde klachten op het werk: “Ik betwijfel dat stress gerelateerde klachten louter en alleen voortkomen door druk op het werk. We denken vaak in hokjes. Maar het is een samenspel van problemen in de privé omgeving; slechte relatie, niet op je plek zitten, de wens tot ander werk, ontevredenheid over de algehele situatie. Je eigen behoeftes en gevoelens”.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meet overigens regelmatig de redenen van het ziekteverzuim van werknemers.
In 2023 blijken de klachten van 22 procent van de verzuimende werknemers  voor een deel (14 procent) of hoofdzakelijk (8 procent) het gevolg te zijn van hun werk. Het CBS hanteert vier categorieën bij verzuiming:
1. Ja, hoofdzakelijk werkgerelateerd
2. Ja, voor een deel werkgerelateerd
3. Nee, niet werkgerelateerd
4. Weet niet

Pieken en afwijkende trends van 2024

Uit cijfers van de arbodiensten ArboNed en HumanCapitalCare, beide onderdeel van HumanTotalCare en gezamenlijk werkzaam voor circa 1 miljoen medewerkers, blijkt dat het jaar 2024 pieken en afwijkende trends vertoont.

Het kortdurend verzuim werd in 2024 sterk beïnvloed door griepachtige klachten. Redmer van Wijngaarden, directeur medische zaken bij ArboNed: “De oorzaken hiervan zijn divers. Dat kan bijvoorbeeld om een flinke verkoudheid gaan, een griep veroorzaakt door het influenzavirus of om corona. Het begin van 2024 kenmerkte zich met een piek in het verzuim door dit soort griepachtige klachten. Een opvallende start, omdat deze piek meestal een maand eerder in december ligt. Vanaf februari namen de ziekmeldingen wel weer snel af. De daling in de zomermaanden was juist minder uitgesproken, toen griepachtige klachten zorgden voor relatief meer verzuim dan gebruikelijk is in deze periode. Dat viel destijds ook samen met een toename van het aantal corona-deeltjes in de rioolwatermetingen van het RIVM. Het najaar kende een opvallende stijging in september. In deze maand nam het aantal ziekmeldingen door griepachtige klachten met maar liefst 67% toe. Deze trend zette door in oktober, maar maakte in november onverwachts plaats voor een daling.

Stressgerelateerde klachten blijven stijgen

Het kortdurend verzuim door griepachtige klachten schommelt door het jaar heen. Kijken we naar het langdurend verzuim (langer dan 6 weken) door stressgerelateerde klachten, dan zien ArboNed en HumanCapitalCare een duidelijke stijging. In de periode juli 2023 tot juli 2024 nam het stressgerelateerd verzuim met 8% toe ten opzichte van het jaar daarvoor. Over de afgelopen vijf jaar bedraagt de toename zelfs 30%. Momenteel wordt één op de vier verzuimdagen veroorzaakt door stress. Hoewel ook hier de oorzaken verschillen, kregen steeds meer mensen te maken met stressklachten en vielen medewerkers hierdoor gemiddeld ook iets langer uit.

Snelle hulp bedrijfspsycholoog maakt verschil

“Stressklachten zijn vaak hardnekkig”, benadrukt Van Wijngaarden. “Hoe langer je wacht met aanpakken, hoe groter de impact. En dat is zonde, want je kunt hier zelf iets aan doen. Onder andere door op tijd aan de bel te trekken en als werkgever en werknemer met elkaar in gesprek te blijven hierover. Kom je er samen niet uit, schakel dan op tijd professionele hulp in, bijvoorbeeld van een bedrijfspsycholoog. Daar kun je via de bedrijfsarts vaak al binnen twee weken terecht, terwijl de reguliere zorg kampt met lange wachtlijsten. Gelukkig weten steeds meer werkgevers en werknemers deze weg te vinden.”

Griepachtige klachten én stress boosdoeners van verzuim in 2024, Human Capital Care 19 december 2024. www.humancapitalcare.nl

Ziekteverzuim naar bedrijfstak: ontwikkelingen en verschillen, door Willem Gielen, Ilham Malkaoui, CBS, 19 juli 2024: www.cbs.nl/

Ereveer uitgereikt aan Digitale Bibliotheek – Uitnodiging voor bijwonen DBNL achter de schermen

De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) kreeg een ereveer uitgereikt op voordracht van de Academie De Gouden Ganzenveer. Dat gebeurde op 8 november 2024, de dag waarop DBNL haar 25-jarig bestaan vierde. De ereveer bestaat uit een kunstwerk waarin een metafoor van schrijver en Academielid Abdelkader Benali is verwerkt. Het is voor het eerst dat een dienst deze prijs ontvangt.

De Academie prijst DBNL in de woorden van Abdelkader Benali als volgt “Een waarlijke grot van Ali Baba met originele teksten, literaire tijdschriften, gedichtenbundels, romans, biografische schetsen en oude geschriften. De no-nonsense website biedt snel toegang tot gezochte bronnen en is een feest om in rond te snuffelen. Een dan weer stille dan weer onstuimige zee om door te varen. Een onmisbaar instrument voor eenieder die het naadje van de kous wil weten van onze Nederlandstalige literatuur. DBNL verdient de onderscheiding voor visie, volledigheid en toegankelijkheid”.

Miljoenen bezoekers per jaar

DBN is opgericht in 1999, toen nog als zelfstandige stichting. In 2015 is de bibliotheek ondergebracht bij de Koninklijke Bibliotheek (KB). Tegenwoordig is het de best bezochte KB-dienst: de site DBNL.org werd in 2023 maar liefst 7,2 miljoen keer bezocht. Samen met Delpher en de online bibliotheek bereikt de KB zo 1 op de 3 volwassen Nederlanders.

DBNL is een samenwerking tussen de Taalunie, de Vlaamse Erfgoedbibliotheken en de KB. In de collectie vind je duizenden boeken en tijdschriften uit het gehele Nederlandse taalgebied, fulltext gedigitaliseerd. Anders gezegd: de teksten zijn woordelijk doorzoekbaar. Van de correspondentie van Erasmus tot een artikel over Jip en Janneke, en van het tijdschrift Onze Taal weer terug naar een middeleeuws kookboek.

Reactie KB

Algemeen directeur van de KB Wilma van Wezenbeek is trots: “Wat een mooie prijs voor deze waardevolle dienst. DBNL is een schatkamer die wereldwijd fans heeft: van datawetenschappers en studenten Nederlands tot scholieren en liefhebbers van literatuur. Een goed voorbeeld van wat we kunnen bereiken door netwerksamenwerking. Ik feliciteer alle collega’s die zich elke dag inzetten voor deze bibliotheek. Hun harde werk wordt vandaag beloond”.

Nieuwe vorm van informatievoorziening

Digitale tekstcollecties worden in toenemende mate gebruikt als data, voor machine learning of andere vormen van text- en data- mining. Dat vraagt om een nieuwe vorm van informatievoorziening. Het team DBNL-backend houdt zich bezig met de technologie die nodig is voor het digitaliseringsproces, zoals de applicaties voor gebruikers. Fulltextdigitalisering levert een verrijkt eindproduct van hoge kwaliteit op. Team DBNL-frontend houdt zich bezig met de technologie, functionaliteit en het UX-design – of user experience design – de eerste stap bij het ontwerp van een website of applicatie. De technologie achter de website wordt vernieuwd en er worden grondige verbeteringen aan de gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid gedaan.

Uitreiking van de ereveer

Academielid Arendo Joustra reikte samen met bestuursvoorzitter Caroline Reeders de ereveer uit aan Gunther Van Neste, algemeen secretaris van de Taalunie, Mathijs Lamberigts, voorzitter Vlaamse Erfgoedbibliotheken en Karin Eggink, producteigenaar DBNL bij de KB.
De Gouden Ganzenveer is een culturele prijs die jaarlijks door de Academie de Gouden Ganzenveer, onder voorzitterschap van Jet Bussemaker, wordt toegekend aan iemand voor haar of zijn belangrijke bijdrage aan de Nederlandse geschreven taal of taalcultuur. In 2024 is de Gouden Ganzenveer uitgereikt aan spoken word-dichter Babs Gons. Sinds 2022 wordt jaarlijks ook een Jonge Veer uitgereikt aan een talentvolle jonge schrijver van fictie, non-fictie, toneel of poëzie.

Referenties

Prijs voor 25-jarige DBN, KB, 7 november 2024: www.kb.nl

Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren wint prestigieuze prijs, Computable, 12 december 2024: www.computable.nl

BNL krijgt ereveer van Stichting De Gouden Ganzenveer, Taalunie, 8 november 2024: https://taalunie.org

DBNL: www.dbnl.org

KB: www.kb.nl

De Gouden Ganzeveer: www.goudenganzenveer.nl

Uitnodiging DBNL achter de schermen

Het DBNL-team nodigt op vrijdag 21 februari 2025 belangstellenden uit om de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beter te leren kennen. Iedereen is van harte welkom op deze informatieve en inspirerende middag voor een kijkje achter de schermen.

Vanaf 13.00 uur is er ontvangst in de historische Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience te Antwerpen, België, en vanaf 13.30 uur begint het inhoudelijke programma. Gestart wordt met een korte introductie en stilstaan bij het vijfentwintigjarige bestaan van DBNL. Dan volgt een diepe kennismaking met DBNL aan de hand van lezingen over het digitaliseringsproces en de toekomstige nieuwe DBNL-website. Er zijn ludieke intermezzo’s en een Q&A met DBNL-medewerkers. Brandende vragen zijn welkom.

Aansluitend is er in een rondleiding in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience die al jaren een belangrijke partner is voor DBNL. Voor wie erbij wil zijn, hier  aanmelden tot en met 7 februari 2025.

Meer info in de Nieuwsbrief van DBNL: www.dbnl.org


Nottebohmzaal: https://consciencebibliotheek.be/nl/pagina/nottebohmzaal

 

Afbeelding helemaal bovenaan is van Mohamed Hassan

Actieplan Open Overheid gaat samenwerken met maatschappelijke coalitie Over informatie gesproken

Vanaf 2025 neemt de maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken (MCOIG) een aantal taken op zich in het kader van het Actieplan Open Overheid, in opdracht van het programma Open Overheid. Dankzij het brede netwerk van de coalitie, bestaande uit maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen, wordt het maatschappelijk middenveld rondom open overheid versterkt.

Samenwerken aan ambities en hervormingen

Een van deze taken is het organiseren van bijeenkomsten met vertegenwoordigers van de overheid en maatschappelijke stakeholders in het veld, bedoeld ter ondersteuning van het actieplan en het bieden van een platform voor samenwerking, kennisuitwisseling en inspiratie.
Daarnaast zal MCOIG een belangrijke rol spelen bij het begeleiden van de herijking van het Actieplan Open Overheid, dat in de zomer van 2025 wordt ingediend.

Over het Vijfde Actieplan Open Overheid

Het vijfde Actieplan Open Overheid 2023-2027Open voor iedereen, is inmiddels ruim een jaar onderweg. Het plan is tot stand gekomen met betrokkenheid van vele partijen binnen én buiten de overheid. Het benadrukt het belang van samenwerking tussen overheid en samenleving voor een open overheid. Het maakt deel uit van het Nederlandse lidmaatschap van het Open Government Partnership (OGP).

Het Vijfde Actieplan Open Overheid bevat zeventien actiepunten verdeeld over zeven thema’s, gericht op o.m. het actief verzamelen van ideeën van burgers, het beter voldoen aan de informatiebehoefte van verschillende doelgroepen en het stimuleren van een cultuuromslag naar meer openheid binnen overheidsorganisaties.


Nieuwe samenwerking Actieplan Open Overheid en MCOIG, Over informatie gesproken, 11 december 2024: www.overinformatiegesproken.nl/nieuws/nieuwe-samenwerking-actieplan-open-overheid-en-mcoig

Downloaden Open voor iedereen – Actieplan Open Overheid 2023-2027, Ministerie van BZK, augustus 2023: https://beroepseer.nl

Manifest maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken, november 2022: www.overinformatiegesproken.nl/publicaties/manifest-maatschappelijke-coalitie-over-informatie-gesproken
De maatschappelijke organisatie Over Informatie Gesproken streeft naar een gelijkwaardige informatierelatie tussen burgers en overheid. Een relatie waarin burgers mede-eigenaar zijn van informatie en zodoende bijdragen aan een sterke democratie.

Open Overheid: www.open-overheid.nl/
Het Rijksbrede programma Open Overheid wil de openheid van de Rijksoverheid vergroten en haar informatiehuishouding en -voorziening verbeteren.

Actieplan Open Overheid (OGP): www.open-overheid.nl/over-open-overheid/actieplan-open-overheid
In het Actieplan Open Overheid staan 17 actiepunten geformuleerd die bijdragen aan een opener overheid. Ieder kwartaal geven de verschillende actiehouders een update over hun actiepunt.

Jaco van Hoorn, adviseur korpsleiding Nationale Politie: ‘Sturen op uitsluitend telbare resultaten komt het politiewerk niet ten goede’

Het huidige systeem van kwantitatief verantwoorden door de politie is te ver doorgeschoten, zegt Jaco van Hoorn, strategisch adviseur van de korpsleiding van de Nationale Politie. Sinds 2021 is hij bezig met de ontwikkeling van de nieuwe verantwoordingspraktijk. “De traditionele manier van cijfermatig verantwoorden binnen de politie en tussen de politie en het gezag en anderen maakt het politiewerk niet beter. Vooral op uitvoerend niveau leeft dat gevoel al lang bij de politie. Klassiek voorbeeld is als je aangesproken wordt op de aanpak van het aantal criminele samenwerkingsverbanden (CSV’s) binnen ondermijning. Als we onze doelstelling halen, wat meestal het geval is, dan hebben we tegelijkertijd geen idee of er nu iets aan ondermijning is gedaan. Er is bovendien geen oog voor alle alternatieve interventies die ingezet worden om ondermijning aan te pakken.”

“De zoektocht naar een andere vorm van verantwoorden komt voort uit onvrede met de huidige systematiek”, zegt Jaco van Hoorn in het interview op het Politiedienstencentrum in Rotterdam over een nieuwe manier van verantwoorden die meer nadruk legt op het maatschappelijke effect van politiewerk. Het interview is gepubliceerd in de Nieuwsbrief december 2024 van Bureau Regioburgemeesters.

Meer verdriet dan zegeningen

Cijfersturing en het verantwoorden op basis van kwantitatieve doelstellingen is ingevoerd met de komst van New Public Management (NPM), begin jaren negentig, legt Van Hoorn uit. “Dat is de bedrijfsmatige sturingsfilosofie die uitgaat van het idee: ‘run government like business’. Vanaf die tijd ging het over resultaatmanagement, een planning- en control cyclus en werden effectiviteit en efficiëntie kernbegrippen. Inmiddels zien we dat er steeds meer kritiek is gekomen op deze sturingsfilosofie. Het heeft misschien meer verdriet dan zegeningen gebracht, constateerde ook de Tweede Kamer in een eigen onderzoek. De moeilijkheid is echter dat meerdere generaties leidinggevenden ermee zijn opgevoed en dat deze manier van sturen en verantwoorden institutioneel verankerd is, terwijl het de complexiteit van maatschappelijke vraagstukken negeert en de professie niet uitdaagt. Met rijker verantwoorden zoeken we naar manieren om in een verantwoordingsgesprek verdiepend te spreken over de vraag in welke mate de politie vanuit haar professie bijdraagt aan het beoogde maatschappelijk effect en hoe dat beter kan. Door zo te spreken krijgt het gesprek meer een horizontaal karakter, in plaats van verticaal, sturend van bovenaf.”

In de drie jaar dat Van Hoorn met de ontwikkeling van een rijker verantwoordingsgesprek bezig is, bemerkte hij bij de politie “geen enkele weerstand, waar dan ook.” Hij begon met een leeratelier, waarin allerlei initiatieven uit het korps iedere drie maanden hun ervaringen uitwisselden. Er bleek op verschillende plekken binnen de politie geëxperimenteerd te worden met andere manieren van verantwoorden.

“Aanvankelijk gingen daar slimmere verantwoordingsproducten over tafel, zoals infographics, storytelling, tentoonstellingen, filmpjes, noem maar op. Bij de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) werken ze met verantwoordingsbeelden waarin naast cijfers veel tekst staat over wat men doet en waartoe. In het leeratelier ontdekten we dat het in de eerste plaats de bedoeling is dat deze verantwoordingsproducten aanleiding geven tot andere gesprekken. Uiteindelijk gaat het erom dat die producten een beter verantwoordingsgesprek uitlokken en stimuleren.”

Verantwoording en samenwerking

De ontwikkeling van nieuwe, rijkere manieren van verantwoording is nog zeker niet voltooid. “De uitgangspunten van de reguliere, kwantitatieve manier van verantwoorden zitten verankerd in wet- en regelgeving en in routines en procedures van de organisatie. Er is dus een stevige paradigmawisseling nodig”, denkt Van Hoorn. “Daarnaast speelt dat ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken vragen om een brede multidisciplinaire aanpak. Een van de belangrijkste redenen waarom samenwerkingen vaak slecht verlopen is de verantwoording; die is voor iedere organisatie anders. Elke organisatie heeft specifieke eigen intern te verantwoorden doelen en prestaties. Gezamenlijk werken aan een maatschappelijk doel verhoudt zich doorgaans slecht tot de prestaties die men binnen de eigen organisatie moet verrichten en waar niet zelden ook de financiering mee samenhangt. Een van de opgaven is dus om een gezamenlijk, integrale manier van verantwoorden te bedenken. Hier ligt een mooie uitdaging bij het opstellen van een nieuwe Veiligheidsagenda.”

Betekenis

De slotvraag betreft de rol van gemeenten en burgemeesters. Van Hoorn: “Ik heb zelf in vorige rollen veel met burgemeesters samengewerkt. Een burgemeester vroeg mij eens wat ik aan woninginbraken had gedaan. Dat vertelde ik en vervolgens vroeg ik: maar wat hebben jullie daaraan gedaan? Als woninginbraken of ander problemen aangepakt moeten worden is de bijdrage van de gemeente en anderen net zo belangrijk. Daarom is het van groot belang om met het bevoegd gezag over samenlevingsproblemen te spreken. Dat wil niet zeggen dat je niet ook landelijk over problemen kunt nadenken, maar mijn stelling is dat oplossingen zo dicht mogelijk bij de problemen moeten worden gezocht. Hoe verder je van het probleem af komt, hoe terughoudender je moet zijn om te willen sturen. Het lokale gezag bepaalt de prioriteitskeuzes waar aandacht naar uit moet gaan, vervolgens moet ruimte gecreëerd worden om aan oplossingen te werken”.

In het document De betekenis van de politie in de samenleving staat dat een belangrijke functie van de politie de vangnetfunctie is. Van Hoorn: “De politie is dáár waar het misgaat of mis dreigt te gaan, op plaatsen waar het kennelijk met andere partijen niet gelukt is om te voorkomen dat het mis gaat. Als het misgaat handhaven we als politie de rechtsorde en verlenen we hulp aan wie dat nodig heeft. Tegelijkertijd is het goed te beseffen dat de politie de maatschappelijke problemen niet oplost. Wel kan de politie vanuit haar ervaring met samenlevingsvraagstukken anderen adviseren en mobiliseren om hun verantwoordelijkheid te nemen om problemen echt aan te pakken”.

Lees het hele interview met Jaco van Hoorn: ‘Sturen op uitsluitend telbare resultaten komt het politiewerk niet ten goede’ , Regio burgemeesters, 3 december 2024: www.regioburgemeesters.nl/actueel/?id=922

Speciaal nummer Tijdschrift voor de Politie over ‘rijker verantwoorden’, Blogs Beroepseer, 24 december 2022: https://beroepseer.nl

Rijker verantwoorden, website: https://rijkerverantwoorden.nl/publicaties/

———————————

Jaco van Hoorn is  voortrekker van Stichting Beroepseer

 

Foto bovenaan is gemaakt door Max Bisschop

Pleidooi voor fundamentele verandering in GGZ. Patronen doorbreken

David van den Berg is begin 2024 aangesteld als bijzonder hoogleraar klinische psychologie aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam.  Zijn bijzondere leerstoel draagt de titel ‘Complexity of Psychopathology: Intervention, Prevention and Models’ (Complexiteit van psychopathologie: interventie, preventie en modellen). Op vrijdagmiddag 13 december 2024 spreekt hij zijn oratie uit. Van den Berg combineert zijn werk als klinisch psycholoog met wetenschappelijk onderzoek. Hij is hoofd van het Mark van der Gaag Research Centre, onderdeel van de Parnassia Groep in Den Haag.

Van den Berg en collega’s doen toegepast onderzoek dat nieuwe vormen van diagnostiek en behandeling naar de klinische praktijk brengt. Van den Berg: “Naast directe innovatie in het hier en nu, zie ik het als onze taak om te laten zien hoe onze zorg er over vijf tot tien jaar uit zou kunnen zien”. Van den Berg ziet zijn leerstoel als een brug tussen wetenschap en praktijk. “Aan de ene kant werk ik met collega’s op de universiteit, aan de andere kant sta ik met mijn voeten in de klei. Ons werk drijft op wetenschap, en wetenschap is dus een van de belangrijkste middelen om de GGZ te veranderen”.

Kantelpunt

Er gaat veel goed in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Nederland en er worden talloze mensen geholpen, benadrukt Van den Berg. Toch ziet hij ruimte voor verbetering. “Veel mensen kampen met ernstige, langdurige mentale problemen en onze sector staat op een kantelpunt. We moeten fundamenteel anders gaan werken”. Die verandering begint met het omarmen van complexiteit. “Mentale problemen ontstaan uit een samenspel van factoren: biologische, psychologische en sociaal-maatschappelijke. Omdat die continu op elkaar inwerken, weten we nooit precies wat de oorzaak is en wat de problemen in stand houdt”.
Van den Berg pleit ervoor dat de GGZ zich richt op het begrijpen en doorbreken van deze patronen. Een fundamentele verandering in de GGZ is nodig. Geen hokjesdenken meer.

Weg van het hokjesdenken

Van den Berg wijst erop dat er vaak gewerkt wordt met standaardbehandelingen naar aanleiding van een vaststaande classificatie, terwijl elke cliënt met bijvoorbeeld depressie een ander verhaal heeft en dus een andere aanpak verdient. “Daarnaast leidt het huidige systeem soms tot door het systeem veroorzaakte schade: milde problemen worden soms overbehandeld, terwijl complexe problemen onderbehandeld blijven”.

De klinisch psycholoog ziet de toekomst in een zorgsysteem dat niet alleen kijkt naar het label, maar ook naar factoren zoals de thuissituatie, lichamelijke gezondheid en sociale context. “Het kost op korte termijn misschien meer tijd om al deze factoren in kaart te brengen, maar op de lange termijn bespaart het tijd en voorkomt het langdurige behandeling”.

Een concreet voorbeeld is een nieuw diagnostisch proces dat Van den Berg en zijn team ontwikkelen. “Nu krijgt een zorggebruiker vaak na één gesprek een diagnose, waarbij hij een passieve rol heeft. Wij hebben een experiment opgezet dat uit drie gesprekken bestaat”. In het eerste gesprek wordt het leven doorgenomen: wie is de cliënt, wat heeft hij meegemaakt, hoe ziet zijn leven eruit? In het tweede gesprek werken behandelaar en cliënt zij aan zij aan een overzicht van iemands mentale problemen, met behulp van een smartboard. In het derde gesprek kijken ze samen vooruit en maken een herstelplan. “We werken vanuit co-creatie, niet vanuit een hiërarchie. Naasten worden actief betrokken. Dit geeft zorggebruikers met complexe problemen vaak het gevoel dat ze eindelijk begrepen worden én zichzelf beter begrijpen”.

Stigma’s

Van den Berg benadrukt dat stigma’s rondom mentale problemen een groot obstakel zijn in de huidige zorg. “Mensen met een diagnose als borderline of schizofrenie worden vaak gestigmatiseerd. Ze krijgen minder kansen, durven niet meer te daten of werk te zoeken. Daarom willen we een taal ontwikkelen die beter aansluit bij de realiteit en de wereld minder opdeelt in zieke en gezonde mensen.”

Door deze nieuwe benadering hoopt Van den Berg dat cliënten zich beter begrepen voelen en dat de effectiviteit van behandelingen toeneemt. “Als mensen zich gezien en serieus genomen voelen en we beter begrijpen wat er aan de hand is en wat nodig is voor herstel. Dat is de sleutel tot duurzame verandering in de GGZ.”

Oratie vrijdagmiddag 13 december 2024

De oratie vindt plaats op vrijdagmiddag 13 december 2024 om 15.45 uur in het VU Hoofdgebouw, De Boelelaan 1105 te Amsterdam. De oratie is te volgen via livestream.
Zie voor meer info Patronen doorbreken in de GGZ – anders denken, praten en doen over mentale problemen, VU: https://vu.nl/nl/agenda/2024/oratie-prof-dr-d-p-g-van-den-berg

David van den Berg aangesteld als bijzonder hoogleraar, Parnassiagroep, 23 augustus 2024: www.parnassiagroep.nl/w/david-van-den-berg-aangesteld-als-bijzonder-hoogleraar

Verslag jaarconferentie RVS: De toekomst van de zorg begint met dialoog

Tijdens de jaarconferentie*) Kennis is macht? van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in Ede op 18 oktober 2024 gingen zorgprofessionals, ervaringsdeskundigen, beleidsmakers en bestuurders met elkaar in gesprek over hoe macht en kennis zich tot elkaar verhouden. De huidige machtsposities geven nog onvoldoende ruimte voor andere kennisbronnen. En dit remt niet alleen gelijkwaardigheid, maar beperkt ook het pallet aan mogelijke oplossingen.

Tijdens de conferentie kwamen meer dan tweehonderd deelnemers bijeen om kennis uit te wisselen en te spreken over de invloed van macht bij het inzetten van verschillende kennisbronnen. De deelnemers benadrukten dat voor het aanpakken van grote maatschappelijk vraagstukken, zoals die op het gebied van zorg en samenleving, een brede benadering van verschillende kennisbronnen van belang is, waaronder ervaringskennis, praktijkkennis en kennis van het lokale. Dit vraagt ook om het herzien van traditionele machtsposities.

Macht afstaan voor echte verandering

Werkelijk ruimte bieden aan andere kennisbronnen betekent een verandering in manier van denken en het creëren van ruimte voor andere oplossingen om meer draagvlak te hebben voor het beleid. Die verschuiving vereist soms ook het aanpassen van de machtsposities die we nu kennen. Dit zou beter werken als er sprake is van verbinding en oprecht contact tussen mensen: het werkelijk zien van de ander, het centraal stellen van de behoeften van de ander.

Workshops en rollenspel

Het programma bestond uit een plenaire opening en acht workshops die varieerden van theater tot rollenspel. In de workshops stond het voelen en ervaren van een ander perspectief centraal.
De conferentie opende met een gesprek tussen RVS-voorzitter Jet Bussemaker en Massih Hutak, rapper, schrijver en oprichter van bewonerscollectief  Verdedig Noord.  Onderwerp was de invloed van verschillende kennisbronnen en de machtsverhoudingen.  Hutak bracht een uniek perspectief mee, omdat met het collectief Verdedig Noord succesvol verzet werd gepleegd tegen de gebruikelijke, zittende macht van bijvoorbeeld projectontwikkelaars.
Bussemaker en Hutak verschilden van mening over de rol van dialoog. Terwijl Bussemaker benadrukte dat dialoog met wederzijds respect en erkenning van elkaars kennis essentieel is, betoogde Hutak dat dialoog zonder gelijkwaardige machtsverhoudingen de ongelijkheid juist in stand houdt.

Er was een workshop met rollenspel, geïnspireerd door het RVS-advies Is dit wel verantwoord? waar gevoelens van frustratie en wisselende belangen van zorgprofessionals tot uiting kwamen, ondanks het heldere gezamenlijke doel: het verminderen van de administratieve druk voor het personeel op een ziekenhuisafdeling.

In een andere workshop stonden de ervaringen van Danny, die ooit op straat heeft geleefd, en de hem bekende straatarts Erna en straatverpleegkundige Wendy centraal. Een gesprek over dakloosheid maakte duidelijk hoe kwetsbare groepen afhankelijk zijn van zorgverleners die deuren kunnen openen, maar ook hoe moeilijk het is om toegang te krijgen tot die zorg. Juist zij zijn extreem afhankelijk van een zorgverlener die deuren voor hen opent voor het krijgen van de juiste zorg en hulp, en juist zij moeten aan allerlei extra regels voldoen. Het gesprek was eigenlijk nog niet af, maar de conclusie was dat er in de toekomst veel in de zorg moet veranderen voor deze groep.

De asymmetrie in kennis en macht

Er was ook een workshop waar zorg en ondersteuning voor ouderen vanuit verschillende perspectieven werden besproken: vanuit regionale en lokale samenwerking en wat er op landelijk niveau nodig is om dat goed in te richten. Hoogleraar Laura Batstra lichtte in een andere workshop toe hoe de focus op het zoeken naar een biomedische oorzaak van bepaalde gedragingen bijdraagt aan het ‘stoornisdenken’ in de GGZ, en afleidt van aandacht voor context. De deelnemers concludeerden dat er macht uitgaat van diagnoses, zeker als die leiden tot stigma’s.

In de workshop over mentaal welbevinden van de jongerengroep 2DO van Werkplaats Formaat voor participatief drama ging het om eenzaamheid onder jongeren. In de voorstelling Sorry behandelden zij thema’s als school, vrienden, familie, sociale media en werkdruk. Het publiek speelde scènes na om een nieuwe werkelijkheid neer te zetten en ontdekten al snel de complexe realiteit. Dit leidde tot een aantal maatregelen, zoals het verminderen van de druk van de prestatiesamenleving en het creëren van meer ruimte om doelloos te ‘spelen’.

De conferentie eindigde met Metgezwel, een muziektheatervoorstelling over ziekte en troost van acteur Sander Plukaard en muzikant REINDIER.

Terugblik jaarconferentie: Kennis en macht in balans? De toekomst van de zorg begint met dialoog, Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving, 2 december 2024: www.raadrvs.nl
Op de site zijn fragmenten van het interview met Bussemaker en Hutak te beluisteren.

Is dit wel verantwoord? Hoe de zorg betekenisvol rekenschap kan afleggen in tijden van transitie. Raad voor de Volksgezondheid en Samenlevig: https://www.raadrvs.nl

Noot
*) Jaarconferentie Kennis is macht? www.raadrvs.nl/actueel/activiteiten/2024/07/30/jaarconferentie-kennis-is-macht

 

Uitnodiging van Eurofound mee te doen aan Biennial User Feedback Survey 2024

– Wees niet verlegen, vertel ons wat u denkt…
– We willen uw feedback over:
– wat we goed doen, en
wat we kunnen verbeteren om beter tegemoet te komen aan uw informatiebehoefte;
neem een drankje en vul nu onze 15 minuten durende gebruikersenquête in!

Eurofound nodigt gebruikers mee te doen aan de enquête Biennial User Feedback Survey 2024. Wat vinden zij van de door Eurofound verstrekte (inhoud van de) informatie? Welke informatie heeft de voorkeur en wat vinden zij van de digitale agenda?

♦  Heeft u deelgenomen aan evenementen of webinars van Eurofound?

♦  Welke kanalen gebruikt u om toegang te krijgen tot de informatie?

♦  Voldoen inhoud, opzet en formule van het aanbod aan uw behoeften?

Het gaat om meten en evalueren van de tevredenheid van gebruikers van het Eurofound-aanbod. Om het verzamelen van cruciale inzichten van een divers publiek teneinde de communicatiediensten van Eurofound te verfijnen en te verbeteren voor het nieuwe programma voor de jaren 2025 – 2028.
Het enquête-onderzoek wordt uitgevoerd door het internationale, onafhankelijke adviesbureau ICF.

Wie wil meedoen, dient rekening te houden met het volgende:

♣  Persoonlijke, over u verzamelde informatie zoals uw naam, wordt niet gedeeld buiten het onderzoeksteam gedurende de looptijd van het onderzoek en daarna;
♣   De door u verstrekte informatie wordt gebruikt in rapporten en andere producten van Eurofound voor het verzamelen van meningen, en
♣  In de rapportage vindt geen specifieke toeschrijving naar u of uw organisatie plaats.

Eurofound, opgericht in 1975,  is de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden en een agentschap van de Europese Unie. Doel is kennis verschaffen voor de ontwikkeling van beter beleid in Europa.

Het invullen van de enquête duurt ongeveer vijftien minuten. Alle antwoorden zijn anoniem en voldoen volledig aan de voorschriften van de Algemene verordening gegevensbescherming (General Data Protection Regulation -GDPR).
zodat gegevensprivacy is gewaarborgd..

Klik hier voor toegang tot de enquête Eurofound Gebruikersfeedbackenquête 2024: https://icfconsulting.qualtrics.com/jfe/form/SV_2ibj3beK6WMPSsK?Source=Website

Eurofound: www.eurofound.europa.eu/en/about-eurofound/what-we-do
Publicaties: www.eurofound.europa.eu/nl/publications

“Uw feedback is belangrijk voor ons.
Het is tijd om uw stem te laten horen”

Ouderen krijgen te maken met leeftijdsdiscriminatie in de zorg

Uit de studie Leeftijd is maar een getal van adviesbureau Gupta Strategists blijkt dat een op de vijf ouderen te maken krijgt met leeftijdsdiscriminatie in de zorg. De Nederlandse bevolking maakt een belangrijke demografische verschuiving door. De geboekte vooruitgang in gezondheidszorg en leefomstandigheden betekent dat mensen die nu 65 jaar worden gemiddeld kunnen verwachten tot ruim na hun tachtigste levensjaar in goede gezondheid te leven. Daarmee ontstaat een derde levensfase, met voorheen ongekende mogelijkheden om te blijven deelnemen aan de samenleving.

Om ten volle te kunnen profiteren van deze demografische verschuiving, is het  nodig dat maatschappelijke en beleidsperspectieven evolueren om de gezondheid, de betrokkenheid en het welzijn van oudere volwassenen te ondersteunen. Een belangrijk obstakel hierbij is het onder ogen zien en vervolgens overwinnen van ageism – stereotypering, vooroordelen en/of discriminatie op basis van leeftijd.

De studie gaat over de invloed van leeftijdsdiscriminatie op de zorgverlening. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan onderdiagnose en onderbehandeling bij mensen van 65 jaar en ouder. De studie toont aan dat de impact van leeftijdsdiscriminatie omvangrijk is, en dat de Nederlandse gezondheidszorg voor aanzienlijke uitdagingen staat wat betreft het kunnen leveren van gelijkwaardige en effectieve zorg op alle leeftijden.

Belangrijkste inzichten uit het rapport:

  • Vaak worden symptomen bij ouderen ten onrechte toegeschreven aan veroudering, wat diagnose en behandeling vertraagt. Bovendien leiden misvattingen over kwetsbaarheid tot verkeerde zorgkeuzes: nuttige interventies worden onthouden aan fitte ouderen, terwijl kwetsbare patiënten juist te agressieve behandelingen krijgen. Meer accurate inschattingen van de gezondheidstoestand, los van leeftijd, kunnen dit voorkomen.
  • Van de 519 klinische richtlijnen blijken 62 expliciet leeftijd als factor te gebruiken bij aanbevelingen voor diagnostiek of behandeling. Dit weerspiegelt waarschijnlijk de dagelijkse klinische praktijk, waar percepties en vooroordelen bij zowel patiënten zelf als bij zorgverleners kunnen leiden tot suboptimale zorg.
  • We schatten in dat 450-650.000 oudere patiënten (tot 19% van deze groep) mogelijk worden getroffen door onderbenutting van zorg. Ziektebeelden waarbij dit veel speelt zijn bijvoorbeeld hartfalen, diabetes en COPD.
  • Onderbenutting van zorg leidt tot een verminderde bijdrage aan het BNP van 3-6 miljard euro voor Nederland in totaal. Deze demografische groep is ook een belangrijke leverancier van informele zorg. We schatten dat onderbenutting van zorg in deze leeftijdsgroep leidt tot een reductie van 10-15 miljoen uur aan informeel zorgpotentieel – het equivalent van 6-9 duizend fulltime werknemers.

Het Voorwoord is geschreven door Anneke Sipkens, directeur van ouderenvereniging ANBO-PCOB. Zij schrijft: “Wij pleiten ervoor dat er zo snel mogelijk actie wordt genomen op deze onacceptabele situatie. Ook ouderen moeten serieus genomen worden bij gezondheidsklachten en niet worden afgescheept met de zin ‘het heeft te maken met uw leeftijd’. Zeker niet als er nog vele jaren levenskwaliteit gewonnen wordt met de juiste diagnose en behandeling”.

Het rapport is het resultaat van een coproductie van adviesbureau Gupta Strategists en Edwards Lifesciences: “We hebben de krachten gebundeld en gelijkgerichtheid opgezocht, vanuit een gedeelde nieuwsgierigheid naar de omvang en oorzaken van leeftijdsdiscriminatie in de zorg”.
Het rapport dient ter inspiratie van iedereen die bezorgd is over de toekomst van ons zorgstelsel en wil een spiegel voorhouden én perspectief bieden: “We gaan graag in gesprek en samen met anderen aan de slag. U kunt daarvoor contact opnemen met Daan Livestro, partner bij Gupta Strategists”.

Downloaden rapport Leeftijd is maar een getal. Over leeftijdsdiscriminatie in de zorg, Gupta Strategists en Edwards Lifesciences, december 2024: https://gupta-strategists.nl

Leeftijd is maar een getal – Over leeftijdsdiscriminatie in de zorg, Gupta Strategists, 4 december 2024: https://gupta-strategists.nl/studies/leeftijd-is-maar-een-getal
,

Medezeggenschap bij de overheid in de toekomst

De kern van medezeggenschap is dat medewerkers invloed kunnen hebben op belangrijke beslissingen in hun organisatie. Maar personeel bij overheidsorganisaties heeft een bijzondere positie, waardoor hun invloed soms beperkter is. Ruben Houweling, hoogleraar arbeidsrecht en kroonlid bij de Sociaal-Economische Raad (SER) vertelt over de adviesaanvraag Politiek Primaat in een interview met Mireille Bosman en Guus Bunnik voor SER.

Vraag aan Houweling: Wat is het politiek primaat precies?
Houweling: “Bij de overheid heeft het personeel soms te maken met politieke keuzes. De politiek wordt gekozen via onze democratie en voert een bepaald beleid. Denk bijvoorbeeld aan het verplaatsen van een militaire kazerne. In het bedrijfsleven heeft het personeel het recht om mee te praten en te adviseren over een bedrijfsverhuizing via de ondernemingsraad (or). Maar binnen de overheid ligt dat volgens de wet en de rechter anders: de verhuizing van de kazerne kan een besluit zijn van de politiek. Het personeel heeft via de or dan geen rol in het besluit om te verhuizen. Wél mag de or adviseren over de gevolgen van het besluit voor het personeel. Maar dat is nadat het besluit tot verplaatsen van de kazerne al is genomen. In zo’n geval heeft het personeel binnen de overheid minder invloed dan het personeel in het bedrijfsleven”.

Wat is de aanleiding voor de adviesaanvraag?

“De achtergrond van de adviesaanvraag gaat terug naar 1995, toen medezeggenschap bij overheid en bedrijfsleven gelijk werd gesteld. De politiek wilde echter voorkomen dat de invloed van het personeel zo groot zou zijn dat zij democratisch genomen besluiten zouden kunnen dwarsbomen. Daarom is er in de Wet op Ondernemingsraden een artikel opgenomen met de uitzondering van Politiek Primaat.

Gaandeweg is het beeld ontstaan dat deze uitzondering te breed wordt uitgelegd door de rechter. Wordt de medezeggenschap bij de overheid zo niet heel klein gemaakt? En past dit wel bij deze tijd?

In 2020 is een wet ingegaan om de rechtspositie van ambtenaren gelijk te stellen aan werknemers in het bedrijfsleven (de WRNA). De Vereniging voor Arbeidsrecht heeft toen aanbevelingen gedaan om de medezeggenschap binnen de overheid te versterken. Daarop volgde een petitie om de wetsbepaling over het primaat van de politiek aan te passen. Deze petitie is overhandigd aan toenmalig minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het ministerie van SZW heeft vervolgens eind 2023 een adviesaanvraag ingediend bij de SER”.

Inmiddels is er in de afgelopen maanden uitgebreid gesproken met diverse partijen: or-leden, ambtelijk secretarissen, bestuurders en experts. Houweling: “Zij hebben praktijkervaringen met de medezeggenschap bij de overheid gedeeld en ook al meegedacht over mogelijke oplossingsrichtingen”.
Houweling vervolgt: “Iedereen is het er wel mee eens is dat de ambtenaar een bijzondere positie inneemt en dat democratische keuzes leidend zijn. Maar waar begint de medezeggenschap? Er is een sterke roep om die scheidslijn duidelijker te krijgen. Tegelijkertijd is het heel lastig; kun je die afbakening wel maken met elkaar?”

Het is de bedoeling het advies de eerste helft van 2025 af te ronden.

Lees het hele interview: Politiek primaat: waar begint de medezeggenschap? door Mireille Bosman en Guus Bunnik, SER, 28 november 2024: www.ser.nl/nl/actueel/zicht/op/art-politiek-primaat-medezeggenschap

Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM): www.ser.nl/nl/ser/raad/commissies/CBM

Afbeelding bovenaan is van PaliGraficas