Skip to main content

Redactie Beroepseer

Digital News Report Nederland 2024: Interesse in nieuws neemt af. Nieuwsgebruik jongeren verandert sterk

De belangstelling voor nieuws onder Nederlanders is in het afgelopen jaar gedaald tot 49 procent. In coronajaar 2021 was dat nog 64 procent;  in 2023: 51 procent. Dat blijkt uit het Digital News Report dat Reuters Institute for the Study of Journalism jaarlijks in Nederland publiceert in samenwerking met het Commissariaat voor de Media (CvdM). Het CvdM Media brengt het rapport voor de zevende keer uit (in het Nederlands).
Voor het onderzoek zijn in januari en februari 94.943 volwassenen uit 47 landen ondervraagd. In Nederland hebben 2.037 respondenten de vragenlijst ingevuld.

In vergelijking met andere landen hebben Nederlanders nog relatief veel vertrouwen in nieuws. De nieuwsmerken hebben in Nederland vooralsnog ook een goed imago: mensen zijn bekend met de merken en ze worden vertrouwd. Toch laat het op 17 juni 2024 gepresenteerde rapport een paar zorgelijke trends zien. De interesse in nieuws neemt af. Ook het vertrouwen in nieuws daalt licht. En er is een veranderend nieuwsgebruik onder jongeren (18 tot 34 jaar): zij kiezen steeds meer voor sociale media als belangrijkste nieuwsbron.

Jeugd

De grootste zorg gaat dan ook uit naar de jongste groepen. In deze groepen is de nieuwsinteresse altijd lager geweest, maar inmiddels toch wel op een dieptepunt aangekomen. Jongeren en jongvolwassenen wenden zich minder vaak tot de kanalen en platformen waar de nieuwsmedia het meest mee uit de voeten kunnen en tegelijkertijd een groot, maar inmiddels steeds ouder, publiek bereiken.

Misinformatie en AI

Er zijn ook zorgen over toenemende mis- en desinformatie, over wat echt of nep is qua online nieuws. Aan die zorgen is sinds kort ook toe te voegen het door AI – kunstmatige intelligentie – gemaakte nieuws. Slechts 13 procent voelt zich daar enigszins of zeer prettig bij. De meerderheid voelt zich daar niet prettig bij.
Volgens de onderzoekers is het belangrijk dat gebruik van AI altijd bekend wordt gemaakt.

Twee aanbevelingen

1. Brug bouwen tussen journalistiek en jongeren
Het zou goed zijn als nieuwsmedia aansluiting vinden bij de nieuwsbehoeften van jongeren. Zijn waar jongeren zijn, en nieuwsaanbod bieden dat relevant is voor jongeren. In een informatieomgeving waar de hoeveelheid nieuws als vermoeiend wordt ervaren, is het een taak voor de journalistiek om zowel qua vorm als inhoud een connectie te maken met een nieuwe generatie nieuwsgebruikers. Niet alleen voor de nieuwsmediabedrijven, maar ook voor beleid ligt hier een taak om na te denken over hoe die aansluiting gestimuleerd kan worden.

2. Waarde van journalistiek laten zien
Toenemende zorgen om desinformatie en wantrouwen in het online nieuws kunnen – vooral bij mensen die zich met name via sociale media op de hoogte houden – leiden tot wantrouwen in ál het nieuws. Hierdoor kunnen ook de nieuwsmerken hun imago verliezen als betrouwbare bron. We raden daarom niet alleen aan dat journalistieke nieuwsmerken op sociale media aanwezig zijn, maar dat ook helder is hoe het nieuws tot stand is gekomen, en dat duidelijk is dat het nieuws aan hoge journalistieke normen voldoet. Naast de nieuwsmedia zijn de grote internationale spelers aan zet om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te onderkennen in de toegang tot betrouwbare informatie.

In hun conclusie stellen de onderzoekers de vraag: “Hoe kunnen de journalistiek, mediawijsheid en mediabeleid ervoor zorgen dat social natives – de generatie die met sociale media is opgegroeid – nu en in de toekomst met professioneel journalistiek nieuws in aanraking blijven komen en deze als waardevol ervaren?”

Downloaden Digital NewsReport Nederland 2024: https://beroepseer.nl

Infographic DNR 2024: https://beroepseer.nl

Digital News Report Nederland 2024: Interesse in nieuws neemt af, vertrouwen in nieuws daalt licht, Commissariaat voor de Media, 17 juni 2024: www.cvdm.nl

Digital News Report 2024: meer mensen lijken het nieuws actief te mijden, door Trudy Brandenburg-van de Ven, Villamedia, 17 juni 2024: www.villamedia.nl

De beroepseed van de sociaal werker voor het eerst afgelegd

«Ik beloof dat ik mijn beroep als sociaal werker op een verantwoorde, betrokken en betrouwbare wijze zal uitoefenen in overeenstemming met de beroepscode.
Met professionele deskundigheid en vakmanschap zal ik mij met respect, gewetensvol en integer inzetten om mensen in onze samenleving tot hun recht te laten komen in wisselwerking met hun sociale omgeving.
Dat verklaar en beloof ik!»

Jan Willem Bruins, directeur van Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW) bericht op de website dat eind mei 2024 voor het eerst de beroepseed van de sociaal werker is afgelegd.

Sociaal werkers werken al sinds 1962 volgens hun beroepscode, maar een beroepseed als symbolische handeling bij het toetreden tot de beroepsgroep was er nog niet. De laatste twee jaar heeft de BPSW samen met het beroepsonderwijs gewerkt aan de invoering van zo’n beroepseed. Onlangs stemden de hogescholen verenigd in het Landelijk Opleidingsoverleg Social Work in met de eed die vanaf 17 juni 2024 afgelegd gaat worden tijdens de diplomering.

Tijdens het symposium ter ere van het 20-jarig lustrum van de sociaalwerkopleiding van Hogeschool Zeeland op 30 mei 2024 te Middelburg hebben twee studentes als eersten de beroepseed afgelegd. Centraal op het symposium stond de positionering en profilering van het beroep sociaal werker.

Het uitspreken van de belofte tijdens de diplomering bekrachtigt met het ‘Dat verklaar en beloof ik’ een ritueel dat de bekendheid met de gemeenschappelijke waarden van de beroepsgroep vergroot.

Lees het hele artikel van Jan Willem Bruins, Nieuw: De beroepseed van de sociaal werker, BPSW, 17 juni 2024: www.bpsw.nl/actueel/columns/de-beroepseed-van-de-sociaal-werker/

Voor het eerst beschreven: Beroepsprofiel van de sociaal werker, Blogs Beroepseer, 12 september 2022: https://beroepseer.nl

De afbeelding bovenaan is van Fliqqer

Rechter over Woo-beleid ministeries: ‘Aan weigerachtigheid grenzende weerstand tegen openbaarmaking’

Drie ministeries kregen een brevet van wantrouwen uitgereikt door Rechtbank Midden-Nederland. Op 11 juni 2024 is de op 27 mei 2024 gedane uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland bekendgemaakt betreffende een zaak over een Woo/Wob-verzoek*), ingediend door een tot nu toe onbekende burger. Deze eist dat conceptstukken openbaar worden gemaakt. Een verzoek daartoe werd al in 2021 ingediend bij de ministeries van Algemene Zaken, Binnenlandse Zaken en Economische Zaken.
Met deze uitspraak geeft de rechter het signaal af dat het het transparantiebeleid van de overheid niet deugt.

Het gaat om documenten in conceptversie van de kabinetsreactie op het eindrapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) dat op 17 december 2020 is gepresenteerd. Het verslag is gebaseerd op de openbare verhoren die in november van dat jaar plaatsvonden en het onderzoek dat daaraan vooraf ging. Bij de verhoren van de POK speelde de afwezigheid en onvindbaarheid van cruciale documenten een prominente rol. Ook in de kabinetsreactie na het aftreden van Rutte-III op 10 januari 2022 was de toezegging om voortaan meer persoonlijke beleidsopvattingen openbaar te maken een in het oog springend onderdeel.

SPOON – expertisecentrum voor Woo-verzoeken – is opgetogen over de uitspraak van de rechter en besteedt er uitgebreid aandacht aan op de website: “Een waanzinnig vonnis, dat de een na de andere scherp onderbouwde tik uitdeelt aan de manier waarop ministers uitvoering geven aan de Woo … Een uitspraak die vraagt om diepgaande bespreking”.

Passages uit de analyse van SPOON

     «Binnenlandse Zaken, dat nota bene stelselverantwoordelijk is voor de Woo, krijgt van de rechtbank een ongemeen stevige veeg uit de pan, evenals Algemene Zaken, het ministerie van premier Rutte: de opstelling en werkwijze van beide ministeries getuigen ‘van een aan weigerachtigheid grenzende weerstand tegen openbaarmaking’.

Hoe komt de rechtbank tot dit vernietigende oordeel? Dat heeft alles te maken met de wijze waarop de ministeries in de beoordeling van de Woo-verzoeken zijn omgegaan met de informatie in conceptversies en andere voorbereidende stukken. Concepten zijn inmiddels een stokpaardje voor SPOON en deze uitspraak toont maar weer eens aan waarom dat terecht is. In dit geval stond er belangrijke informatie in die de eindversie niet had gehaald en volgens de rechter onterecht is geweigerd.

Alvorens een oordeel te geven merkt de rechter op dat het nieuwe artikel 5.2 Woo wel degelijk is aangescherpt ten opzichte van het oude artikel 11 Wob. Het doel van het nieuwe artikel is om ‘onterechte aanmerking als persoonlijke beleidsopvatting’ tegen te gaan. ‘Naarmate er sprake is van meer objectieve informatie in een document, zal er dus minder snel sprake zijn van persoonlijke beleidsopvattingen. Hiertoe is de definitie aangescherpt.’

De vijf conceptdocumenten waar het in deze zaak om draait zijn bedoeld geweest om tussen de drie betrokken ministeries tot afstemming te komen over de inhoud van de kabinetsreactie. De rechtbank treft hierin, anders dan de ministeries hebben beweerd, wel degelijk ook objectieve informatie aan, die de definitieve versie niet heeft gehaald, en dus openbaar had moeten worden.
Tot zover niet zo bijzonder, dit zien we regelmatig.

Genoemde bewering dat de concepten per passage waren beoordeeld terwijl dit helemaal niet zo was, inspireert de rechtbank tot de hardste woorden voor de ministeries. Die onwaarheid volgde ook nog eens op ‘de aanvankelijke weigering van de minister van Algemene Zaken’ om de concepten zelfs maar te inventariseren. Dit getuigt ‘van een aan weigerachtigheid grenzende weerstand tegen openbaarmaking’. Het gaat hier dus om premier Mark Rutte, die na het toeslagenschandaal een open overheid beloofde.

Direct openbaar ermee

Na al deze gedurfde onderdelen van de uitspraak, komt er nog een uitsmijter: de objectieve passages en de bullet points met ‘objectieve’ persoonlijke beleidsopvattingen moeten zonder nieuwe beoordeling door de ministeries openbaar worden gemaakt. De rechtbank ‘ziet zich onder deze uitzonderlijke omstandigheden genoodzaakt om de ministers niet nogmaals in de gelegenheid te stellen om op de bezwaren van eiser te beslissen.’ Een ultiem brevet van wantrouwen voor de drie ministeries.

Gevolgen van de uitspraak

Het mag duidelijk zijn dat deze uitspraak een stevige overwinning betekent voor Woo-verzoekers die maar blijven aanlopen tegen het bijna stelselmatig weigeren van (vermeende) persoonlijke beleidsopvattingen, op basis van zowel 5.2 als de i-grond.

Beoordeling van informatie aan de hand van artikel 5.2 wordt er voor bestuursorganen niet makkelijker op. Wanneer sprake is van belangrijke maatschappelijke kwesties zullen zij veel grondiger en concreter moeten gaan motiveren. Daarbij zullen zij veel dichter moeten blijven bij waar de bescherming van persoonlijke beleidsopvattingen voor bedoeld is: bescherming van de persoon van de ambtenaar, niet van wat politiek opportuun is voor de bestuurder of de organisatie.

Blijft natuurlijk wel de vraag of de drie betrokken ministeries het er nu bij laten zitten en wat de Raad van State bij een eventueel hoger beroep van deze uitspraak heel laat».

Kortom, bij belangrijke maatschappelijke kwesties wordt het ministeries na 13 juni 2024 moeilijker gemaakt te bepalen welke passages in documenten zwartgelakt worden. De politieke doctrine van geheimhouding ‘openbare informatie’ heeft zijn tijd gehad.

Twee tips van SPOON

Tip 1: Het is dus belangrijk voor Woo-verzoekers om, waar dat aan de orde is, het maatschappelijke belang van het onderwerp te onderbouwen, een les die ook in andere uitspraken al zichtbaar werd.

Tip 2: Het is tevens een aanmoediging om expliciet beoordeling per passage te blijven eisen en geen genoegen te nemen met algemeen geformuleerde motiveringen om bepaalde categorieën stukken (zoals concepten) integraal te weigeren.

Lees het hele commentaar van SPOON, ‘Weigerachtige’ ministeries moeten conceptplannen openbaar maken – Jurisprudentieblog 14: https://expertisecentrumspoon.nl/

Uitspraken, de Rechtspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBMNE:2024:3285

Eindverslag onderzoek kinderopvangtoeslag gepresenteerd: ‘Ongekend onrecht’, Blogs Beroepseer, 18 december 2020: https://beroepseer.nl

Noot
*) De Wet open overheid (Woo) regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet. Het is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Woo is bedoeld om overheden transparanter te maken. www.rijksoverheid.nl/onder

U P D A T E

Proefproces in aantocht om Woo-drempel, door Wouter Boonstra, Binnenlands Bestuur, 18 juni 2024: www.binnenlandsbestuur.nl

 

Afbeelding bovenaan: Zwartgelakte pagina’s van toeslagendossiers

Derde poging wijziging Artikel 13 van zorgverzekeringswet. Beroepsvereniging VvAA adviseert: Zo niet doen, en komt met bezwaren

De beroepsvereniging voor zorgverleners VvAA heeft op 10 juni 2024 twee documenten gestuurd naar de woordvoerders van de Tweede Kamer i.v.m. de behandeling van wetswijziging art.13. Deze wetswijziging is in de procedurevergadering van 12 juni 2024 niet controversieel verklaard waardoor deze op 3 juli 2024 wordt behandeld in de Tweede Kamer.
De vraag is of de vrije artsenkeuze wel overeind blijft als de zorgverzekeringswet wordt gewijzigd? Doel van de wijziging is een reductie van zorgkosten om het zorgstelsel betaalbaar te houden.

Artikel 13 van de Zorgverzekeringswet bepaalt hoe zorgverzekeraars moeten omgaan met vergoedingen voor niet-gecontracteerde zorg in Nederland en Europa. Dit beïnvloedt de mogelijkheden van verzekerden om zelf hun zorgaanbieder te kiezen. Nu voor de derde keer wordt geprobeerd om artikel 13 af te schaffen of te wijzigen, wil VvAA opnieuw haar stem laten horen en de belangen van patiënten en zorgverleners behartigen. De gevolgen van deze wetswijziging kunnen te groot zijn.

Wie is dan wel verantwoordelijk voor de zorgplicht?

Het advies van VVAA luidt dan ook: keur deze wetswijziging zo niet goed. Als zorgverzekeraars het argument van overmacht te makkelijk toepassen bij het niet nakomen van hun zorgplicht, wordt het steeds moeilijker om vast te stellen wie dan wel verantwoordelijk is voor de zorgplicht.

Daarnaast moeten verzekeraars aangemoedigd worden om het contracteren aantrekkelijker te maken, in plaats van het niet-gecontracteerd werken onaantrekkelijker. Veel zorgaanbieders vrezen dat de problemen waarmee ze nu al te maken hebben hierdoor nog groter zullen worden en als gevolg daarvan de sector verlaten.

Bezwaren VvAA tegen voorgenomen wetswijziging art. 13, door Willem Veerman en Hans van der Schoot, VVaA, 11 juni 2024: www.vvaa.nl/nieuws-en-kennis/nieuws-en-artikelen/bezwaren-vvaa-tegen-voorgenomen-wetswijziging-art-13

Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van zorgcontractering: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?cfg=wetsvoorsteldetails&qry=wetsvoorstel:36561

Downloaden Bezwaren VvAA tegen voorgenomen wetswijziging art. 13, VVaA, 10 juni 2024: https://beroepseer.nl

Downloaden Samenvatting internetconsultatie voorgenomen wetsvoorstel bevorderen zorgcontractering – reacties vanuit belangrijke zorgberoepsgroepen, VVaA: https://beroepseer.nl

Voorstel van wet: https://beroepseer.nl

Artikel 13 Zorgverzekeringswet: https://beroepseer.nl

De risico’s van inperking vrije artsenkeuze. Concept Integraal Zorgakkoord wil Artikel 13 van Zorgverzekeringswet wijzigen, Blogs Beroepseer, 29 augustus 2022: https://beroepseer.nl

Solo Partners stelt tien vragen over Wetsvoorstel bevorderen contracteren, dat einde inluidt van niet-gecontracteerde zorg, Blogs Beroepseer, 28 mei 2020:  https://beroepseer.nl/

De rechtsstaat in Nederland functioneert niet goed. Presentatie van rapport ‘De gebroken belofte van de rechtsstaat’

Op 10 juni 2024 overhandigde de Staatscommissie rechtsstaat haar adviesrapport De gebroken belofte van de rechtsstaat aan burgers, en aan regering, parlement en rechtspraak. De staatscommissie had opdracht om vanuit het perspectief van de burger het functioneren van de rechtsstaat te analyseren, en voorstellen te doen voor versterking ervan.

De staatscommissie heeft onderzoek gedaan naar het functioneren van de rechtsstaat. Daarbij is gekeken naar het functioneren van de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten afzonderlijk en naar de onderlinge wisselwerking. Vanuit burgerperspectief stond de burger en zijn relatie met de rechtsstatelijke instituties centraal in het onderzoek. Een goede bescherming van burgers tegen besluiten van de overheid en effectieve rechtsbescherming van burgers waren daarbij belangrijke aandachtspunten.

De gebroken belofte van de rechtsstaat – tien voorstellen ter verbetering

De belofte van de rechtsstaat wordt voor een aanzienlijke groep burgers niet ingelost. Dit is het gevolg van politieke besluitvorming of het uitblijven ervan. Te vaak is de rechtsstaat niet leidend in het handelen van politici, bestuurders en medewerkers van de overheid. De overheid is te ingewikkeld geworden en de rechtsbescherming schiet tekort. Het is aan het parlement en de regering om tempo te maken met het repareren van de rechtsstaat.

De rechtsstaat vraagt permanent onderhoud. De komende jaren zijn doortastende juridische en politiek-bestuurlijke maatregelen nodig tegen de verwaarlozing van de rechtsstaat voor burgers in een kwetsbare positie. Die maatregelen moeten de belofte van de rechtsstaat ook voor hen inlossen. Hiertoe doet de Staatscommissie rechtsstaat – vanuit burgerperspectief – tien voorstellen aan het parlement, de regering, de rechtsprekende macht en overheidsorganisaties met burgercontact.

Het onderhouden van de rechtsstaat is niet gratis. En het kost ook geld om te herstellen wat er mis is gegaan. Een goed functionerende rechtsstaat voor iedereen vereist dus financiële investeringen. Bijvoorbeeld in een betere toegang van de burger tot het recht. In beter contact tussen burger en overheid. En in een sterkere rechtsstatelijke cultuur.

Downloaden De gebroken belofte van de rechtsstaat, Staatscommissie rechtsstaat, juni 2024: https://beroepseer.nl

Downloaden achtergronddocument rapport De gebroken belofte van de rechtsstaat, Staatscommissie rechtsstaat, juni 2024: https://beroepseer.nl

Bericht Adviesrapport De gebroken belofte van de rechtsstaat, Staatsscommissie rechtsstaat, 10 juni 2024: www.staatscommissierechtsstaat.nl/onderwerpen/rapport

Bericht  De gebroken belofte van de rechtsstaat – tien verbetervoorstellen met oog voor de burger, Staatscommissie rechtstaat, 10 juni 2024: www.staatscommissierechtsstaat.nl

Brieven aan de Staatscommissie rechtsstaat. Werkt de rechtsstaat in Nederland goed? Lukt het burgers goed te beschermen?, Blogs Beroepseer, 22 augustus 2023: https://beroepseer.nl/blogs

Bekijk ook de video met de belangrijkste bevindingen uit het rapport van de staatscommissie. www.staatscommissierechtsstaat.nl/onderwerpen/rapport

 

 

Verschillen vakbondsleden qua sociaal-demografische kenmerken en opvattingen van werkenden die geen vakbondslid zijn?

In Hoe representatief zijn vakbonden? wordt onderzocht in welke mate vakbondsleden qua sociaal-demografische kenmerken en opvattingen verschillen van werkenden die geen vakbondslid zijn. Anders gezegd: hoe representatief zijn de vakbondsleden voor de werkende bevolking in Nederland? Onderzocht is ook welke factoren kunnen ‘voorspellen’ of een werkende al dan niet lid is van een vakbond.

Hoe representatief zijn vakbonden? is de zeventiende publicatie in de reeks ‘Kort & Bondig’ die onderzoeksinstituut AIAS-HSI van de Universiteit van Amsterdam uitbrengt om in kort bestek en op toegankelijke wijze uitkomsten te presenteren van recent verricht onderzoek. Dit zeventiende deel presenteert uitkomsten van de Waarde van Werk Monitor 2023 (WWM’23), het tweejaarlijkse onderzoek naar opvattingen onder de Nederlandse bevolking over werk, dat in mei 2023 is uitgevoerd.
Eind 2024 verschijnt er een overkoepelende studie met een integrale rapportage en analyse van de uitkomsten van de Waarde van Werk Monitor 2023.

Uit de Inleiding:

«Met enige regelmaat worden in discussies over het ‘poldermodel’ vragen opgeworpen over de representativiteit van de vakbonden. Daarbij wordt veelal verwezen naar het teruglopende ledental en de oververtegenwoordiging van bepaalde groepen. Dat nog maar een op de zes werknemers vakbondslid is en dat die leden bovendien relatief oud zijn en vaak een vaste baan hebben, roept de vraag op of de vakbeweging nog wel de belangen van alle werknemers – laat staan die van alle werkenden – vertegenwoordigt. Komen de belangen van de vijf op iedere zes werknemers die geen lid zijn, wel overeen met die van de vakbondsleden?

Vanwege verschillen in leeftijd, sekse, dienstverband en bedrijfstak tussen leden en niet-leden worden vaak verondersteld dat zij ook verschillen in hun voorkeuren en belangen. Maar is dit ook zo? Hebben jongeren en flexwerkers, die maar zelden vakbondslid zijn, andere preferenties ten aanzien van hun werk dan ouderen met een vast contract, die oververtegenwoordigd zijn onder de vakbondsleden? Om vast te stellen of de vakbeweging representatief is voor de werkende bevolking, zou het niet primair moeten gaan om de samenstelling van het ledenbestand, maar om de (overeenkomst in) opvattingen van vakbondsleden en van niet-leden.

Aanzienlijke verschillen

We vergelijken allereerst de sociaal-demografische kenmerken van vakbondsleden met die van niet-leden. We vinden inderdaad aanzienlijke verschillen, vooral naar leeftijd en arbeidsrelatie. Vervolgens gaan we na welke aspecten van het werk vakbondsleden en niet-leden het belangrijkst vinden. In het algemeen hechten vakbondsleden meer belang aan de arbeidsvoorwaarden en niet-leden aan de zogenaamde intrinsieke aspecten van het werk. We onderzoeken of deze verschillen samenhangen met de kenmerken van leden en niet-leden, maar dit blijkt maar in beperkte mate het geval te zijn. Dat vakbondsleden andere werkaspecten het belangrijkst vinden heeft dus te maken met het feit dat zij vakbondslid zijn.
We gaan ook na of vakbondsleden andere opvattingen hebben over een aantal beleidswijzigingen, waaronder de invoering van een basisinkomen, verhoging van het minimumloon en invoering van een maximuminkomen. Alleen ten aanzien van de laatste verandering verschillen leden en niet-leden substantieel van mening.

De grootste verschillen in opvattingen tussen vakbondsleden en niet-leden vinden we – niet geheel verrassend – bij hun opvattingen over de vakbonden zelf. Tenminste vier op de vijf leden zijn positief over de rol van vakbonden, van de niet-leden zijn dit er ongeveer drie op de vijf.

Positieve opvatting

Tot slot analyseren we welke kenmerken van werkenden en hun werk en welke opvattingen van invloed zijn op de kans dat zij lid zijn van een vakbond. Een hogere leeftijd, een vast dienstverband, een baan in de niet-commerciële dienstensector, fysiek zwaar werk en veel belang hechten aan arbeidsvoorwaarden vergroten de kans dat iemand vakbondslid is aanzienlijk. Het sterkste effect heeft echter een positieve opvatting over de rol van vakbonden.

Het is belangrijk op te merken dat we in deze Kort & Bondig geen aandacht besteden aan de feitelijke opstelling van vakbonden. Ook als hun leden niet representatief zijn voor de werkende bevolking, is het goed mogelijk dat vakbonden in cao-onderhandelingen met werkgevers en in landelijk overleg met de regering ook de belangen en opvattingen van de niet-leden laten meewegen. Dit hebben wij niet onderzocht. Het gaat in dit onderzoek louter om de kenmerken en opvattingen van de leden van vakbonden.»

Downloaden Hoe representatief zijn vakbonden? door Paul de Beer, AIAS-HSI Kort & Bondig 17. Amsterdam. Universiteit van Amsterdam, juni 2024: https://beroepseer.nl

AIAS-HSI is een instituut voor multidisciplinair onderzoek en onderwijs op het terrein van (de regulering van) arbeid. Het onderzoek richt zich vooral op de veranderingen die zich voordoen op het terrein van arbeid, zowel in Nederland als internationaal.
AIAS-HSI is ontstaan uit een fusie van twee onderzoeksinstituten: het Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS) en het Hugo Sinzheimer Instituut (HSI). AIAS-HSI is het enige interdisciplinaire instituut in Nederland op het terrein van arbeid. Zie website: https://aias-hsi.uva.nl/

Boeken door generatieve AI geschreven zijn leeg van betekenis, middelmatig en herhalend

Met een beetje aandacht is een niet door een mens maar door kunstmatige intelligentie (AI) geschreven boek te herkennen. AI-boeken worden verkocht via online boekhandels zoals Amazon en Bol.com. Weekblad De Groene Amsterdammer ontdekte dat ruim 1 op de 25 boeken die op Bol.com worden aangeboden door AI – Artificial Intelligence – gegenereerd is*):
«Met behulp van zelfontwikkelde software analyseerden we nieuwe boektitels in ruim tachtig genres die worden verkocht op de populairste online boekhandel van Nederland. In totaal ontdekten we meer dan 6500 aangeboden titels die grotendeels of volledig door kunstmatige intelligentie zijn geschreven. Ze zijn stukken goedkoper, richten zich op specifieke niches en staan geregeld bovenaan in de zoekresultaten. Het gros is Engelstalig, maar ook in het Nederlands vonden we honderden AI-titels. In sommige categorieën, zoals Engelstalige zelfhulpboeken, is inmiddels ruim een op de zeven recent aangeboden titels neergepend door een chatbot. De oordelen zijn vernietigend: ‘NIET KOPEN, is een kat in de zak!’
( … )
Wie bekend is met de schrijfstijl, herkent het meteen: dit boek is niet door een mens, maar door kunstmatige intelligentie geschreven. Een openingszin met ‘Welcome to’, het herhaaldelijk gebruik van het Engelse ‘delve’, de overvloed aan uitbundige bijvoeglijke naamwoorden – ‘unimaginable’, ‘profound’, ‘pivotal’, ‘extraordinary’, ‘captivating’ – aan al deze kenmerken wordt alleen al op de eerste pagina voldaan.
( … )
Veel tekst blijkt leeg van betekenis, slecht geschreven en herhalend. Of met zo’n sterke voorkeur voor gemeenplaatsen dat het ongemakkelijk botst met het onderwerp».

AI-Media Journaal

Nele Goutier schrijft in AI-Media Journaal – de nieuwsbrief over AI van het tijdschrift voor journalistiek Villamedia – hoe door AI-geschreven middelmatigheid de boekenmarkt betreedt en waarom klokkenluiders nodig zijn:
«Dat soort boeken staat vaak vol vreemde uitspraken. Een boek over Anne Frank eindigt met: ‘Nu komen we aan het eind van onze reis door Anne Franks opmerkelijke leven’. En een boek over misbruik in de katholieke Kerk besluit: ‘Een van de belangrijkste lessen [..] van de misbruikcrisis is het cruciale belang van transparantie en verantwoordelijkheid’. Op zijn zachtst gezegd opmerkelijk. Toch staan AI-geschreven boeken opvallend vaak bovenaan in het zoekaanbod, want generatieve AI houdt desgevraagd natuurlijk rekening met SEO».

2023 is het jaar van de doorbraak van ‘generatieve’ AI genoemd, Kunstmatige intelligentie ontworpen om nieuwe inhoud te genereren in de vorm van geschreven tekst, audio, afbeeldingen of video’s. Nieuwe AI-programma’s als ChatGPT, DALL-E en MidJourney deden hun intrede. In een oogwenk kunnen ze afbeeldingen en teksten genereren.
Uit de analyse van De Groene Amsterdammer blijkt dat eind 2022, kort na de introductie van ChatGPT, minder dan één procent van de boeken automatisch gegenereerd was. Inmiddels is dat percentage gestegen tot 4,2, ruim één op de 25 boeken. Zeker sinds de introductie van GPT-4 begin 2023 is de stroom aan AI-boeken nauwelijks meer te stoppen, met elke maand honderden nieuwe titels.

Klokkenluiders

AI-Media Journaal meldt dat verschillende (voormalig) werknemers van de Amerikaanse onderneming OpenAI aan de bel trokken sinds het bedrijf het volledige team voor verantwoorde AI eind mei 2024 opdoekte. Twee opgestapte boardmembers van OpenAI waarschuwen dat we niet kunnen vertrouwen op zelfregulatie van het bedrijf. Zij vinden wetgeving hard nodig. Een groep van negen (ex-)medewerkers van OpenAI noemt het bedrijf in dagblad The New York Times bovendien ‘roekeloos’. Op  Busines Insider beschrijven ze een cultuur van valse beloften rondom veiligheid, waarin de race om marktdominantie allesoverheersend is.
Een iets grotere groep, met ook (ex-)werknemers van Google DeepMind en Anthropic, roepen in een Open brief op tot ‘a right to warn’. (Ex-)werknemers van AI-bedrijven die zich kritisch uitlaten over AI verdienen volgens de briefschrijvers bescherming. Want alleen zij hebben zicht op de technische werking van modellen en de effectiviteit van veiligheidsmaatregelen. Dat soort informatie is essentieel en bijzonder schaars. De ondertekenaars van de Open brief  doen een oproep aan AI-bedrijven zich te houden aan vier principes. Lees de hele brief op Right to warn: https://righttowarn.ai/

De actiegroep Non Of Your Business (NOYB) diende tot nu toe elf bezwaren in bij privacywaakhonden van de Europese Unie. https://noyb.eu/nl?lang=de&page=4

Wijziging gebruiksvoorwaarden

In 2023 begon The New York Times een rechtszaak tegen OpenAI en Microsoft vanwege het ongevraagd gebruik van miljoenen artikelen in AI-trainingssets. De strijd speelt ook op individueel niveau: Facebook en Instagram hebben al aangekondigd gegevens van particulieren te gaan gebruiken om hun AI-modellen te trainen. Wie dat niet wil, kan hiertegen bezwaar aantekenen. Of dat werkt? Adobe is eveneens bezig toegang te krijgen tot particuliere bestanden. Een wijziging in de gebruiksvoorwaarden zorgt voor ophef op sociale media. Wie de nieuwe voorwaarden accepteert, stemt ermee in dat bestanden op Adobe-servers potentieel worden gebruikt voor machine-learning en AI. Het lijkt vooralsnog te gaan om Amerikaanse voorwaarden. Een kunstenaar twitterde wanhopig na een mislukte poging tot communicatie met Adobe: “I can’t use Photoshop unless I’m okay with you having full access to anything I create with it, INCLUDING NDA work?
( … ) Also, hilarious that I can’t even get ahold of your support chat to question this unless I agree to these terms beforehand. I can’t even uninstall Photoshop unless I agree to these terms?? Are you fucking kidding me??” Het commentaar daarop van een andere twitteraar luidt: “Wait until you learn that it also covers them saving a copy of all PhotoShop and Audition projects, as well as all PDFs viewed in Acrobat”.

Tips

AI-MediaJournaal biedt tot slot slimme kijkjes in de blackbox van AI. Een lijst van programma’s en tools die je bijvoorbeeld laten zien hoe generatieve AI-modellen werken, dat je hoogdravende koppen als AI now beates humans on basic tasks, met een korrel zout moet nemen en dat we tools niet klakkeloos moeten inzetten op de werkvloer.
En wie belangstlling heeft voor de basis van datajournalistiek is er de gratis online cursus van Media Numeric Academy (Stichting Beeld & Geluid en InHolland). In acht modules leer je data verzamelen, analyseren en in pakkende verhalen gieten. Speciaal gericht op mensen in creatieve beroepen.

De nieuwsbrief besluit met Tooltips, waaronder de Rolli Information Tracer (International Center For Journalists) waarmee je (des)informatiestromen op sociale media kan volgen. En voor wie behoefte heeft aan een chatbot, maar bezorgd is wat er met de eigen inputdata gebeurt, is er Llama File, een eigen, lokale versie van een Large Language Model (LLM). Een ideale oplossing voor particulieren en bedrijven die hun spreadsheetprocessen willen stroomlijnen is GPT Excel.

Uitkijken naar de mens

Begin april 2024 is prof. dr. Esther Keymolen benoemd tot hoogleraar Regulering digitale technologie aan de Universiteit va Tilburg. Keymolen hield op 19 april 2024 haar oratie, getiteld Technological times: Looking out for the human, gericht op ethische en filosofische vragen over technologie-regulering.
Pim van der Beek van Computable schreef in zijn artikel AI vraagt om een ander mensbeeld en een exit-strategie over de benoeming en oratie van Esther Keymolen aan het slot:
«Positief mensbeeld – De oplossing is volgens Keymolen om, in navolging van de filosoof Helmuth Plessner, de mens niet te zien als iemand die tekortschiet als het gaat om digitale technologie, maar als een creatief, dynamisch persoon die in verbinding staat met de omgeving. Volgens dit positieve mensbeeld is de mens voortdurend bezig het leven vorm te geven, vaak met technologie, en is daar nooit klaar mee. ‘Het is deze veranderlijkheid die de mens kenmerkt en die regulering dient te beschermen’, stelt ze. ‘Daarom moeten we niet alleen investeren in het afstemmen van de technologie op de mens, wat nog steeds essentieel is maar nooit perfect. Ook moeten we oplossingen bedenken voor wanneer het mis gaat, alternatieven regelen, voorzien in checks and balances, en exit strategieën bedenken.’ Volgens haar is een pluralistische aanpak nodig. ‘Pas als we de onvoorspelbaarheid van de mens koesteren, zal de technologie ons dienen’».

Noot
*) Onderzoeksverantwoording van De Groene Amsterdammer staat op de website: www.groene.nl/artikel/verantwoording-bij-het-onderzoek-naar-ai-boeken-op-bol

Referenties

Slecht geschreven! Niet kopen! door Eva Hofman en Joris Veerbeek, De Groene Amsterdammer, 5 juni 2024: www.groene.nl/artikel/slecht-geschreven-niet-kopen

1 op de 25 boeken op Bol.com is geschreven door AI en dat zorgt voor gekkigheid. AI-Media Journaal, nieuwsbrief over AI van Villamedia, 8 juni 2024: https://villamedia.substack.com/p/1-op-de-25-boeken-op-bolcom-is-geschreven

It’s all unraveling at OpenAI (again), door Madeline Berg, Business Insider, 4 juni 2024: www.businessinsider.nl

OpenAI employees are demanding change. Here are the 4 things they want, door Jordan Hart, Business Insider, 4 juni 2024: www.businessinsider.com

Moederbedrijf van Facebook wil jouw persoonlijke berichten en privéafbeeldingen gebruiken om AI te trainen, Villamedia, 6 juni 2024: www.villamedia.nl/artikel/moederbedrijf-van-facebook-wil-jouw-persoonlijke-berichten-en-priveafbeeldingen-gebruiken-om-ai-te-trainen

AI Media journaal: https://villamedia.substack.com/

Esther Keymolen benoemd tot hoogleraar Regulering digitale technologie, Tilburg University, 1 april 2024: www.tilburguniversity.edu

‘Ai vraagt om ander mensbeeld en exit-strategie‘, door Pim van der Beek, Computable, 18 april 2-24: www.computable.nl/2024/04/18/ai-vraagt-om-ander-mensbeeld-en-exit-strategie/

Kunnen mensheid en AI succesrijk naast elkaar bestaan? Wordt AI onbeheersbaar slim? Blogs Beroepseer, 8 april 2024:  https://beroepseer.nl

Actiegroep Non of your busines: https://noyb.eu/

Open brief ‘A right to warn’: https://righttowarn.ai/

Wake-up call voor jonge zorgprofessionals: Kom op voor je vak en pak terug wat vorige generaties zich lieten afpakken

“Ik merk nu in gesprekken met de jongere collega’s dat men denkt dat veel zaken die belemmerend werken op je functioneren, ‘normaal’ zijn“, schrijft Armand Girbes in zijn artikel op Arts en Auto over hoe artsen zich voortdurend beetje bij beetje laten koeioneren:

“In de afgelopen dertig jaar is het voor artsen en medisch specialisten steeds lastiger geworden om hun vak uit te oefenen. De route om medisch specialist te worden is lang en intensief: na een VWO-diploma volgen 6-7 jaar universitaire studie, inclusief 2 jaar vrijwel gratis werken in een ziekenhuis als coassistent. Daarna volgt een 5-6 jaar durende specialisatie met lange werktijden die in je vrije tijd verdergaan. Vaak is deze periode verlengd met bijna 4 jaar als ANIOS en een promotietraject van 3-4 jaar vóór de specialisatie, en 1-3 jaar als fellow en/of chef de clinique ná de opleiding. Chef de clinique klinkt mooi in het Frans, maar hier betekent het een medisch specialist die voor minder salaris méér diensten draait in de hoop later toegelaten te worden tot ‘de maatschap’. Cheffen heet het in vakjargon.

En na al die jaren van opleiding en opoffering, word je gecontroleerd en gecorrigeerd door mensen met veel minder medische kennis en ervaring, werkend vanaf een bureau met computerscherm in een mooi gebouw van de zorgverzekeraar. Als je nu van een andere planeet met intelligente levensvormen zou komen en dit zou zien, zou je denken: hoe is dit mogelijk?”

Opkomen voor je vak

Het is inderdaad niet normaal. Girbes vindt dat jonge zorgprofessionals wat meer zouden mogen opkomen voor hun vak en terugpakken wat vorige generaties zich hebben laten afpakken.

Het is en blijft niet normaal dat “allerlei artsenverklaringen worden ingevuld, dat je eerst toestemming vraagt aan de zorgverzekeraar of een behandeling mag, dat zorgverzekeraars bepalen welke medicijnen patiënten krijgen, dat zorgverzekeraars bepalen dat je patiënten die goed zijn ingesteld omgezet moeten worden naar andere medicatie door een nieuw louter financieel gedreven inkoopbeleid van de zorgverzekeraars, dat er een tekort is aan beschikbaarheid van medicijnen, mede een gevolg van het inkoopbeleid van zorgverzekeraars, dat jouw ziekenhuis dure consultants inhuurt om ‘een diploma’ van een Amerikaans instituut te krijgen en jij daarvoor door allerlei hoepels moet springen”.

Girbes besluit zijn artikel met een wake-up call: ”Het is tijd voor verzet tegen datgene wat helemaal niet in het belang is van onze raison d’être: de patiënt. Artsenorganisaties moeten dit zich aantrekken. Het gaat immers ook om werkplezier, risico op burn-out en de aantrekkelijkheid van het vak”.

Lees het hele artikel van Armand Girbes Hoe artsen zich voortdurend beetje bij beetje laten koeioneren, Arts en Auto, 6 juni 2024: www.artsenauto.nl/hoe-artsen-zich-voortdurend-beetje-bij-beetje-laten-koeioneren/

Armand Girbes is hoogleraar intensieve geneeskunde en klinisch farmacoloog

Arts en Auto is het tijdschrift en het verenigingsplatform van de beroepsvereniging voor zorgprofessionals VvAA.

100 jaar VvAA – ‘Leve de zorgprofessional’

Vereniging VvAA bestaat in juni 2024 honderd jaar. Een jaar waarin de vereniging de schijnwerpers richt op de leden; op al die zorgprofessionals die dag in dag uit werken aan het verlenen van goede gezondheidszorg
Op vrijdag 21 juni 2024 wordt het honderdjarig bestaan in Utrecht gevierd met het jubileumcongres Leve de zorgprofessional. Aanvang 10.00 uur in de Werkspoorkathedaal.
Programma, aanmelden en meer info op VvAA: www.vvaa.nl/over-vvaa/100-jaar-vvaa/jubileumcongres

Terugblik 100 jaar VvAA: oprichting en verder zonder dokterskoets, VvAA, 4 oktober 2024: www.vvaa.nl/nieuws-en-kennis/nieuws-en-artikelen/eerste-terugblik-100-jaar-vvaa

 

Wat voor politie willen wij? Proefschrift over de kern van een visie op de functie van de politie: maatschappelijke integratie

Ivo van Duijneveldt is bezorgd over de ontwikkeling die de politie doormaakt. Hij vertelt in een interview met Hans Bekkers voor Binnenlands Bestuur dat er meer afstand en minder ruimte is voor de ontmoeting met burgers: “De beweging is naar een justitiële politie, naar meer repressief optreden, naar meer controle. In de toekomst is het niet ondenkbaar dat deze ontwikkeling door de technologische mogelijkheden van big data en kunstmatige intelligentie verder doorzet. Het is makkelijker iedereen continu te controleren. Maar is dat wat we van de politie willen en verwachten? Ik vind dat we heel bewust moeten nadenken over van wat voor soort politie wij willen”.

Op 4 juni 2024 verdedigde Ivo van Duijneveldt zijn proefschrift De maatschappelijke integratie van de politie aan de Radboud Universiteit.
Sinds de gezagscrisis van de jaren zestig streeft de politie in Nederland naar integratie in de maatschappij. Hierbij gaat het om een politie die goed weet wat er in de wijken speelt en die streeft naar een wederkerige relatie met de bevolking. Alhoewel dit uitgangspunt breed wordt gesteund, staat de lokale inbedding van de politie al jaren onder druk.
De politie komt steeds verder af te staan van de mensen. Het is daarom noodzakelijk dat de politie werkt aan opbouw en behoud van legitimiteit.
Van Duijneveldt belicht de betekenis en relevantie van het streven naar maatschappelijke integratie van de politie vanuit verschillende perspectieven. Van politiewerk in een superdiverse wijk tot de verantwoording van wijkagenten over hun werk en van de opvattingen van politieleiders over rechtsstatelijke waarden tot normoverschrijdend gedrag bij een basisteam.

Wake up call

Een oud-hoofdcommissaris van politie in een reactie op de promotie en het proefschrift op Linkedin:

“Het beschrijft dat maatschappelijke integratie de kern is van een visie op de functie van de politie in onze democratische rechtsstaat waarin verder o.a. centraal staan legitimiteit en discretionaire ruimte om rechtvaardig maatwerk te kunnen bieden en aan te sluiten op de behoeften van de gemeenschap.
Hij constateert dat deze visie ook anno 2024 nog van belang is en in essentie nog steeds gedragen wordt als onderdeel van de identiteit van de Nederlandse politie, maar dat ondanks dat draagvlak voor maatschappelijke integratie de ontwikkeling in tegenovergestelde richting gaat. Politieleiders hebben zorgen over de toegenomen landelijke politieke sturing en inperking van de professionele autonomie van de politie. Zij zien terecht risico’s voor de maatschappelijke integratie van de politie, voor het behoud van rechtsstatelijke waarden als moreel kompas bij de keuzen in het politiewerk op ieder niveau en voor de feitelijke ruimte voor regionale en lokale invloed op functioneren van de politie in de gemeenschap. Kortom voor behoud van een politie van en voor de samenleving.
Dank Ivo voor deze wake up call”.

De verbinding met de bevolking staat onder druk door schaalvergroting, sluiting van bureaus, permanente druk op de wijkzorg en de keuze voor een afstandelijk dienstverleningsconcept. De politie maakt onderdeel uit van het fundament van de democratische rechtsorde. Dat is een waarde op zich, die niet alleen door financieel-economische bril bekeken moet worden.

De politie is veel meer dan een instrument in handen van de overheid. De politie heeft een eigenstandige rol en verantwoordelijkheid, uiteraard binnen de kaders van de wet.

Klik hier voor De maatschappelijke integratie van de politie. Samenvatting, uitgesproken bij de verdediging van het gelijknamige proefschrift op dinsdag 4 juni 2024 aan de Radboud Universiteit te Nijmegen: https://beroepseer.nl

Bij uitgeverij Boom verscheen de handelseditie De maatschappelijke integratie van de politie. 286 p., juni 2024.
www.boom.nl

‘Politie staat steeds verder van de mensen af’, door Hans Bekkers, Binnenlands Bestuur, tijdschrift en journalistieke nieuwssite voor ambtenaren en bestuurders, 4 juni 2024: www.binnenlandsbestuur.nl