Skip to main content

Redactie Beroepseer

Naar een herwaardering van de ambachtscultuur en een toekomstbestendige ambachtseconomie

ambachtseconomieDe Nederlandse samenleving gaat onverschillig om met de ambachtseconomie. Ambachtelijk onderwijs is ondergewaardeerd en vakopleidingen worden bedreigd. De ontwikkeling van vakmanschap in Nederland wordt belemmerd door gebrek aan middelen, infrastructuur en een onderontwikkelde ambachtscultuur. Deze conclusies trekt hoogleraar culturele economie Arjo Klamer. Hij deed, in opdracht van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA), internationaal vergelijkend onderzoek in o.a. Nederland, Italië, Japan, Duitsland en Engeland.

Elrie Bakker, voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Ambachten ontving tijdens het op 14 mei 2013 gehouden symposium Lang leve het ambacht, uit handen van Klamer de resultaten en een pleidooi voor de ontwikkeling van de ambachtscultuur in Nederland.
Het HBA houdt eind 2013 op te bestaan. Samen met MKB Nederland onderzoekt het HBA de mogelijkheden voor het inrichten van een facilitaire organisatie voor de ambachten, een Centrum voor Ambachtseconomie.

Elrie Bakker: “Kleine ambachtelijke branches en bedrijven hebben behoefte aan een ondersteunende facilitaire organisatie. Zij missen immers de slagkracht, de capaciteit, de kennis, de middelen en de infrastructuur om op eigen kracht hun branche en de kwaliteit van vakmanschap en ondernemerschap te borgen. Het midden- en kleinbedrijf in het ambacht is kwetsbaar, maar zeker niet zielig. Het Centrum voor Ambachtseconomie zou een stimulerende rol op zich kunnen nemen. Publieke en private partijen moeten de handen ineen slaan voor een toekomstbestendige ambachtseconomie.”
Het kabinet heeft een adviesaanvraag ingediend bij de Sociaal Economische Raad over de toekomst van de ambachtseconomie. Eind juli wordt het advies van de SER verwacht.

Bekijk na de video hieronder Lang leven het ambacht ook de reportage Het ambacht bij de buren die Margriet Brandsma in opdracht van het HBA heeft gemaakt over de Duitse ambachtseconomie: www.youtube.com 

U P D A T E

Advies Handmade in Holland – Vakmanschap en ondernemerschap in de ambachtseconomie, SER, juni 2013: www.ser.nl/

Burgerkracht gaat leiden tot chaos en willekeur

“Burgerkracht klinkt redelijk, maar leidt tot chaos en willekeur”, schrijft politiek commentator Martin Sommer op de website van de opiniepagina van de Volkskrant van 9 juni 2013: “Het geld is op, en dus moet het roer om bij de gemeente”.
Sommer ziet het met argusogen aan: bestuurlijke decentralisatie, draait volgens hem uit op postmoderne ambtenarij en willekeur: “Nu hebben we de verfoeide indicaties. Straks komt die ene ambtenaar bij wie je maar moet afwachten hoe zijn pet staat”.

Drieduizend burgemeesters, wethouders, raadsleden, ambtenaren en verdere overheidsdienaren zaten woensdag bijeen in de IJsselhallen in Zwolle. De zaal was donker, de muziek van Fleetwood Mac zwol aan. In de uitgestrekte voorhal de gebruikelijke kermis van kramen met duurzame stroom, iedereen aan de glasvezel en gratis flessen rosé bij adviesbureaus. In institutioneel Nederland is het altijd moeilijk vast te stellen waar je nu weer bent beland. Ik zou zweren dat hier verkiezingen moesten worden gewonnen, maar dit was het jaarcongres van de VNG, vakbond van Nederlandse gemeenten.

Voorzitster Annemarie Jorritsma vertelde de duistere zaal dat alles anders wordt in de gemeenten. ‘Oud en vertrouwd bestaat straks niet meer.’ Gemeenten gaan de langdurige zorg overnemen, de jeugdzorg en wat in jargon de onderkant van de arbeidsmarkt heet: Wajong en de sociale werkplaatsen. Een enorme klus, en dat voor eenderde minder geld dan het nu kost. Maar dit is Nederland en dus kan het niet zonder de zaak radicaal ondersteboven te gooien. In het China van Mao hadden ze de vier moderniseringen, hier bij de VNG gaat het om niet minder dan de ‘drie decentralisaties’.

Burgerkracht
Over vijf jaar herken je volgens Jorritsma je eigen gemeente niet meer. Ambtenaren werken misschien niet eens meer op het stadhuis. Je komt ze tegen op straat, in een bedrijf of bij een stichting. Men spreekt van de kanteling, horizontalisering hoorde ik, of ook wel burgerkracht. Het komt erop neer dat u zichzelf gaat besturen. Het geld is op en er wordt een theorie bij bedacht. Jorritsma had het in haar speech over ‘zeventien miljoen ambtenaren’, en over ‘een avontuur’. Daar werd ik knap zenuwachtig van. Avonturen van de Nederlandse overheid, die willen nog wel eens eindigen in een parlementaire enquête.

De gemeenten hebben terechte zorgen, daar niet van. Onlangs werd een sociaal akkoord gesloten, plus een zorgakkoord. Allebei met een hele batterij bestuurders en belangen. Een deel daarvan zat in Zwolle keurig op de eerste rij naar Fleetwood Mac en Jorritsma te luisteren, de FNV en het MKB, naast de ministers Asscher en Plasterk. De voorzitter van de SER bezong de prachtige unanimiteit van die akkoorden. Maar de gemeenten hadden er niet aan meegedaan en moeten alles wel uitvoeren.

Ik sprak Jan Hamming, burgemeester van Heusden en VNG-onderhandelaar. Hij zei dat de gemeenten langdurig werklozen aan de slag moeten zien te krijgen. Maar in het sociaal akkoord zijn alweer vier typen werklozen onderscheiden. Waarom? Onderhandelingsresultaat, belangen en verworven rechten. In Heusden was hij bij een mevrouw met zogeheten multiproblematiek. Wekelijks 32 helpers op bezoek, van 32 instellingen, uit 32 potjes gefinancierd. Die mevrouw heeft een dagtaak aan haar helpers en komt aan de multiproblematiek niet meer toe. Plus nog het circus van indicaties en protocollen. Met die mooie unanimiteit van het zorgakkoord en al die betrokken instanties leek het mij een vrome wens om daar een eind aan te maken. Maar Jan Hamming was strijdbaar. ‘Die instituties moeten worden gesloopt.’

Scootmobiel
En nu preekt de gemeente dus de revolutie. Maatwerk, zei Jorritsma. Prima. Eén thuiscoach in plaats van 32. Heel goed. De gemeente moet ‘nee’ kunnen zeggen, aldus de VNG-directeur laatst op de radio. Dat kan namelijk nu niet. Die ambtenaar, die straks niet eens meer op het stadhuis werkt, komt bij u thuis overleggen of u een scootmobiel nodig hebt. Nu heeft u daar nog recht op van de AWBZ. Binnenkort niet meer. Aan de keukentafel kunt u de vraag verwachten: zeg, die aardige buurvrouw die ik net achter de heg zag, kan zij de boodschappen niet even doen?

Het idee is dat u zo veel mogelijk zelf gaat doen. Burgerkracht immers. Dat klinkt redelijk maar is het niet. Nu hebben we de verfoeide indicaties. Straks komt die ene ambtenaar bij wie je maar moet afwachten hoe zijn pet staat. De maatstaf is weg. Niet alleen betekent dat rechtsongelijkheid, die rechtsongelijkheid wordt ook nog eens toegejuicht. Zes weken geleden pleitte minister Plasterk nog geharnast voor de eenheidsworst van honderdduizend-plus gemeenten. Op het VNG-congres onderstreepte Plasterk dat iemand in Oost-Groningen heel andere wensen heeft dan iemand in Amsterdam.

De burger moet het zelf uitmaken, is de ideologie. Het klinkt even schitterend als vals. Die sturende burger zijn eigen burgemeester laten kiezen, is in Nederland nog altijd een participatiebrug te ver. Herman Tjeenk Willink, voormalig vicevoorzitter van de Raad van State, waarschuwde steeds opnieuw dat het Nederlandse idee van burgerschap zwak ontwikkeld is. We hebben een overheid en verder is het aanrommelen. Dat mag je wel zeggen. Als overheidsvoorzieningen afhangen van de omgeving is de rechtspraktijk willekeur. Vroeger bepaalde de pastoor of je in aanmerking kwam voor de bedeling. Zo direct is het een postmoderne ambtenaar.

Het lijkt allemaal sprekend op het nieuwe leren. Ook toen moest er worden bezuinigd en ontbrak het aan een helder idee, namelijk van wat onderwijs eigenlijk behelst. Kennis was immers contextgebonden. De oplossing was dezelfde als nu. Het onderwijs kwam uit de leerlingen zelf, zoals het bestuur nu uit de burger opwelt. ‘Zeventien miljoen ambtenaren.’ De rest laat zich voorspellen. Eerst gaan de adviesbureaus uit de Zwolse voorhal veel geld verdienen. Daarna valt het tegen met het burger-zelfbestuur. Vervolgens weten de ambtenaren niet wat ze moeten. Het zal eindigen in verwarring, chaos en heimwee.

Niet de burger in Nederland is in de war, maar het openbaar bestuur.

Zie Sommer: ‘Burgerkracht klinkt redelijk, maar leidt tot chaos en willekeur’ op website van de Volkskrant, 9 juni 2013: www.volkskrant.nl

Bureaucratie basisscholen veroorzaakt werkdruk

Niet het lesgeven, maar de enorme hoeveelheid extra taken veroorzaken de hoge werkdruk in het onderwijs. Bij 47% heeft dat een negatieve uitwerking op de gezondheid, bij 60% gaat het ten koste van het privéleven en twee van de drie respondenten heeft minder plezier in het werk. Uiteindelijk heeft dit ook negatieve gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs. Dat blijkt 7 juni 2013 uit een onderzoek van vakbond CNV Onderwijs onder zijn leden.

Oorzaken
De extra taken op basisscholen bestaan uit een te grote hoeveelheid administratieve taken zoals het schrijven van zeer uitgebreide handelingsplannen voor leerlingen die extra zorg nodig hebben en groepsplannen. “In steeds meer klassen zitten kinderen die extra zorg nodig hebben, zoals kinderen met autisme, ADHD en gedragsproblemen. Voor deze kinderen moeten rapporten en plannen geschreven worden”, zegt Helen van den Berg, voorzitter van CNV Onderwijs: “Leraren willen de kinderen goed les geven en de aandacht en zorg bieden die nodig is. Daarbij hoort ook het afleggen van verantwoording, maar er is nu sprake van te ver doorgeschoten bureaucratie. De verantwoordingsplicht zorgt er ook voor dat er veel moet worden vergaderd. Daarin zijn scholen echt doorgeslagen. Ik wil met de onderwijsinspectie afspraken maken hoe we de bureaucratie kunnen verminderen”.

Ook maatschappelijke onderwerpen worden te snel bij de school neergelegd. Van den Berg: “Je ziet een vast patroon. Er is een incident of gebeurtenis met veel media-aandacht, er komen Kamervragen en vervolgens worden centraal vanuit Den Haag maatregelen genomen en bij scholen neergelegd. Neem een lesprogramma over obesitas of een activiteit als de koningsspelen. Echt een superleuk initiatief. Toch zijn er scholen die door de vaste onderdelen in het programma niet kunnen meedoen, maar wel de druk van ouders of overheid ervaren om wel mee te doen”.

Avondvierdaagse
Dan zijn er ook nog veel activiteiten, zoals de avondvierdaagse, de sportdag, pleinwacht en verkeersles waarvoor hulp van ouders nodig is. “Op veel scholen zijn genoeg enthousiaste ouders te vinden om te helpen bij deze activiteiten. Op andere scholen kost het echter veel moeite om ouders betrokken te krijgen. Scholen moeten soms leren om ‘nee’ te zeggen als er te veel werk op de schouders van de leraren komt. Ook medezeggenschapsraden kunnen hierbij een belangrijke rol spelen om te voorkomen dat de werkdruk voor een schoolteam veel te hoog wordt”.

Klik hier voor Onderzoek naar werkdruk en taken, CNV Onderwijs, 7 juni 2013: https://onderwijs.cnvconnectief.nl/fileadmin/user_upload/PDF/Werkdruk_Onderzoek.pdf

De online vragenlijst is uitgezet onder leden van CNV Onderwijs met een e-mailadres die als leraar werkzaam zijn in het primair onderwijs. 3565 leraren vulden de enquête in. Dat is een respons van 21%.
Zie: https://onderwijs.cnvconnectief.nl

Schoolhoofden in Engeland beginnen eigen inspectiedienst

De Engelse vakbond van schoolhoofden, de National Association of Head Teachers (NAHT) is bezig met het opzetten van een eigen inspectiedienst, Instead genaamd. De officiële onderwijsinspectie heet Ofsted – Office for Standards in Education. De bedoeling is Ofsted op den duur omver te stoten.
De NAHT heeft meer dan 28.000 leden door heel Groot-Brittannië en begint in september 2013 met proefinspecties.
De inspecteurs van Instead zijn werkende schoolhoofden. Een schoofhoofd zal alleen scholen buiten zijn eigen stad of district bezoeken die van gelijke omvang zijn als de zijne.

Een van de voornaamste bezwaren tegen de huidige inspectie van het onderwijs is dat gepensioneerde inspecteurs die gewerkt hebben op kleine basisscholen ook grote middelbare scholen bezoeken. Instead-schoolhoofden gaan feedback geven en blijven na de inspectie contact houden met de school. Ze kijken ook verder dan de schoolprestaties, aldus NAHT.
De mening is dat Onsted-inspecteurs teveel waarde hechten aan toetsresultaten van de leerlingen en veel te confronterend zijn. Veel leraren vinden dat Ofsteds werkterrein veel te groot is geworden, dat zich uitstrekt tot crèches en kleuterscholen.
Russell Hobby, algemeen-secretaris van de NAHT, heeft gezegd dat een inspectiedienst van vakgenoten de maatstaven zal verhogen. Dat wat het beste werkt op scholen wordt gedeeld met elkaar. Instead zal onafhankelijk geëvalueerd worden en hopelijk erkend door een toekomstige regering: “Scholen dansen naar de pijpen van Ofsted maar leren niet van de prakijkervaring – ze zijn te druk bezig met zich daartegen te verdedigen”.

We moeten weer eigenaar worden van de maatstaven

Volgens Hobby gebeurt er praktisch niets nieuws op een school in de periode voorafgaand aan een inspectie vanwege “de willekeurigheid van de kwaliteit van de inspecteurs en de zeer beperkte momentopname”.
Hij vindt dat deze inspecteurs daarmee het beroep ontkrachten: “We moeten weer eigenaar worden van de maatstaven”.

Een woordvoerster van Ofsted heeft gezegd dat meer dan de helft van de inspectieteams tenminste een werkende leraar in zijn midden heeft: “Negen van de door ons geïnspecteerde tien instellingen beweren dat ze blij zijn met de inspecties en dat ze helpen bij verbeteringen aanbrengen”.
Inspecteurs besteden volgens haar meer tijd dan ooit aan het observeren van lessen en  praten met ouders en leerlingen zodat zij de schoolprestaties kunnen beoordelen en een afgerond beeld schetsen.

Lees het hele artikel Union sets up its own schools inspectorate as alternative to Ofsted, door Jessica Shepherd in The Guardian, 17 mei 2013: www.guardian.co.uk

Lees ook: Onderwijsinspecteurs in Engeland trainen voor geld scholen om inspecties te doorstaan, Blogs Beroepseer, 14 maart 2013: https://beroepseer.nl

Twitterende schoolhoofden in Engeland willen hervorming onderwijs, Blogs Beroepseer, 30 oktober 2012: https://beroepseer.nl

 

 

Interview met Pasi Sahlberg over onderwijs en democratie

Janet English reist momenteel door Finland om te onderzoeken hoe Finse leraren erin slagen hun leerlingen op te leiden tot de beste probleemoplossers van de wereld op wetenschappelijk gebied.
English is lerares journalistiek op El Toro High School in Lake Forest, Californië. Over haar reis door Finland schrijft ze de blog Finland from a Teacher’s Perspective. Op 27 mei 2013 publiceerde ze een interview met Pasi Sahlberg met wie ze urenlang had gepraat.
Sahlberg noemt zichzelf “onderwijsactivist” en is de auteur van de wereldwijde bestseller Finnish Lessons (2011). Hij is momenteel een van de vooraanstaandste experts op onderwijsgebied en reist de wereld rond om zijn boodschap uit te dragen.

Het leek English een goed idee haar interview te beginnen met de vraag aan Sahlberg of hij het soort onderwijs kon beschrijven dat hij het liefst aan zijn zoon zou willen geven. Antwoord: “Ik zou wensen dat de school mijn zoon zou leren een gepassioneerde leerling te worden zodat, als hij de school verlaat, zou zeggen: ‘ik wil meer leren over de wereld,  ik wil meer leren over de mensen die hier leven, ik wil meer leren over de natuur en ik wil leren over de landen’. Als mijn eigen kind graag zou willen doorleren en als de school hem op weg kan helpen te begrijpen wie hij is, dan kan ik zeggen dat die school succesvol is geweest”.

Sahlberg ging door met vertellen, niet alleen over zijn zoon, maar over elke zoon en elke dochter – omdat onderwijs niet alleen over ‘mijn kind’ of ‘ jouw kind’ gaat – het gaat om ieders kind en het recht op onderwijs: “Ik vind dat een openbare school een plaats moet zijn voor alle kinderen met gelijke kansen om degenen te worden die ze willen zijn”.
English vroeg zich daarop af of haar eigen Amerikaanse cultuur ooit de rechten van andermans kinderen zou kunnen erkennen als die van je ‘eigen’ kinderen: “Jammer genoeg is het idee van ‘gelijkheid’ eerder een idee geworden van ‘het recht van de sterkste’ voor onze kinderen, en niet een stelsel dat streeft naar gelijkheid en kansen voor iedereen”.
Voor Pasi Sahlberg is openbaar onderwijs een fundamenteel element van onze democratie: een vrije wereld, een vrije geest.

Een van de leerzaamste lessen die English op haar reis door Finland heeft geleerd was het moment waarop ze zich beledigd had gevoeld: “Ik keerde terug van een schoolbezoek en men vroeg mij wat ik meegemaakt had. Ik zei zoiets als: ‘Het was prachtig. De lerares betrok haar leerlingen, etc., etc. Deze persoon reageerde met te zeggen: Hou daarmee op – niet alles is goed. Amerikanen hebben de neiging te zeggen dat alles ‘goed’ is. Maar zo is het niet. Finnen willen ook horen wat er niet werkt”.
Zou deze houding, een van discussiëren en beoordelen, de reden zijn waarom de Finnen zo hoog staan op de internationale ranglijsten? vraagt English zich af.

Lees het hele – boeiende! –  interview My Interview with Pasi Sahlberg: “Speaking as a Father” op de blog Finland from a Teacher’s Perspective, door Janet English: http://eltorofulbright.blogspot.fi

Jaarverslag OCW 2012 is interessant leesvoer

Het departementale jaarverslag van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het jaar 2012 is op 15 mei 2013 aangeboden aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer.
Een jaarverslag is niet het interessantste document op te lezen. “Maar uiterlijk is schijn”, schreef Reinout van Brakel op de site van Sargasso: “Het huishoudboekje van OCW is interessant leesvoer, met veel details over de uitgaven van het ministerie en verantwoording over het gevoerde beleid. Wie wil weten wat OCW doet: ‘follow the money’.”

Science Guide leverde ook commentaar op de publicatie in het artikel Jaarverslag OCW onthullende cijfers: “Het jaarverslag over de vele miljarden die de ministers elk jaar de facto uitgeven trekt veelal minder belangstelling dan hun plannen en voornemens op Prinsjesdag. Ten onrechte.
Zo weten we nu wat de Friese hardnekkigheid van Halbe Zijlstra bij de invoering en uiteindelijke schrapping van de langstudeerboete gekost heeft: “een verhoging van € 32 miljoen als gevolg van het intrekken van de langstudeerdersmaatregel,” bij het HBO en “een verhoging van € 28,4 als gevolg van het afschaffen van de langstudeerdersmaatregel,” bij het WO. Samen dus €60 mln, zo groot als tweederde van het ‘Bulgarenprobleem’ van staatssecretaris Weekers.

Over Weekers gesproken: Jet Bussemaker en Halbe Zijlstra blijken alerter dan de bewindsman op Financiën. OCW meldt over 2012: “Voor de uitvoering van het Actieplan aanpak misbruik uitwonendenbeurs zijn de uitgaven in 2012 met € 2,5 miljoen verhoogd.”

Geen prestatiebeloning, toch kosten

Er zijn meer maatregelen ingeslikt die vervolgens toch geld kosten. Dat geldt bijvoorbeeld voor de prestatiebeloning van leraren. “Met het Begrotingsakkoord 2013 zijn de middelen uit de intensivering Prestatiebeloning op basis van leerwinst ingehouden,” meldt het ministerie lapidair. “Ter tegemoetkoming in de gemaakte kosten is aan instellingen en onderzoekers die al de nodige werkzaamheden hadden verricht een eenmalige tegemoetkoming verstrekt van in totaal € 1,5 miljoen.”

Sowieso valt op dat bij het beleid ter aanmoediging van het leraarschap en de kwaliteit en professionaliteit van docenten nogal vaak geld op de plank blijft liggen. OCW wijst bijvoorbeeld op “het, door het intrekken van de regeling ‘Prestatiebeloning in het onderwijs’, niet tot uitkering komen van een groot deel van de middelen 2012 voor prestatiebeloning (€ 8,5 miljoen).”

Maar men erkent ook een trage uitvoering en aanpak die blijkt uit een “onderuitputting van € 16,9 miljoen op de budgetten ‘Kwaliteitsagenda leraren, ‘experimenten actieplan LeerKracht’ en ‘overige uitgaven lerarenopleidingen’; dit omdat diverse projecten later zijn gestart/aangevraagd dan wel eerst in 2013 worden ingezet.”

Pareltjes en tegenvallers

De Kamer is op dit punt al enige tijd alert geworden. D66-woordvoerder Paul van Meenen gaf recent aan, dat hij de activiteiten rond het lerarenregister voor PO en VO suboptimaal acht. Ondanks subsidies en publiciteit daaromtrent constateert hij in een motie, “dat op dit moment slechts 8.000 van de 250.000 docenten staan ingeschreven” daarin.

Zijn conclusie is dat “wanneer het lerarenregister maar half werkt, het niet werkt.” Wettelijk verplicht opleggen vanuit Den Haag spreekt hem daarom in deze situatie weinig aan. De minister moet van D66 voor de zomer hom of kuit geven met “concrete doelstellingen van het lerarenregister, een tijdspad naar 2017 en een go/no go-moment.”

Zelfs een van de succesverhalen op dit dossier kent een tegenvaller: “De aanvragen op de regelingen lerarenbeurs voor scholing en de zij-instroom bleven achter bij de raming (€ 12,5 miljoen).” De onderuitputtingen -geld dat op de plank blijft liggen – belopen daarmee op dit terrein samen een tamelijk fors bedrag.

Gelukkig zijn ook enkele pareltjes in het OCW-jaarverslag vermeld: “33 leraren in het po, vo, mbo en ho [zijn] via de zogenaamde promotiebeurs in staat gesteld om onderzoek te verrichten dat uitmondt in een proefschrift.”

De  grafiek hieronder staat in het jaarverslag 2012 van OCW:

grafiek jaarverslag 2012 ministerie ocw mei 2013 2

 

—————————————————————

Klik hier voor Rijksjaarverslag 2012 VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: https://beroepseer.nl

Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2012 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ga naar: www.rekenkamer.nl

Artikel Jaarverslag OCW onthullende cijfers op website van Science Guide, 15 mei 2013: www.scienceguide.nl

Follow the money bij OCW, door Reinout van Brakel, 16 mei 2013 op website van Sargasso: http://sargasso.nl

De ongelooflijke kracht van concentratie

miyoko shida 2Het is niet makkelijk woorden te vinden bij het zien van de balanceerkunst van Miyoko Shida. Of is het magie? Dit optreden was te zien op de Spaanse televisie in het programma Tú sí que vales  – Je kunt het.
Miyoko Shida werd geboren in Fukuyama, Japan en werkte als danseres en choreografe bij het Rigolo Nouveau Cirque in Zwitserland. Het balanceernummer, een veer met veertien takken, is ontworpen door de Zwitser Mädir Eugster, die met zijn vrouw Lena Roth het Rigolo in 1978 oprichtte.

Na vijftien jaar besloot hij zijn ervaring en kennis te delen met een kleine door hem zelf geselecteerde groep artiesten die de traditie in eigen stijl voortzetten. Hij noemt dit nummer de Sanddornbalance, een combinatie van een circusact en een oude, rituele tempeldans.

Mädir Eugster is zelf ook te bewonderen op internet: klik hier. In 2014 komt hij met een nieuwe act: Vleugels in mijn hart.
Kijken naar het balanceren brengt ons in een bespiegelende stemming, gelet op de commentaren op internet. Een ervan luidt: Dit is niet alleen een les in natuurkunde, maar ook een filosofische reis. Een ander schreef: Als we het filosofisch beschouwen, dan is het leven een illusie van evenwicht. Je denkt dat je de boel onder controle hebt, maar dan vernietigt iets zo licht als een veer jouw wereld.

Netwerk Ethiekdocenten opgericht

In mei 2013 is er een netwerk opgericht van ethiekdocenten: Netwerk Ethiekdocenten. Initiatiefnemers zijn Menno de Bree van het UMC Groningen en Mariëtte van den Hoven en Jos Kole van het Ethiek Instituut Utrecht/ Christelijke Hogeschool Ede.
Op 17 mei 2013 vond de oprichtingsbijenkomst in Utrecht plaats waar Margo Trappenburg sprak over professionals en ethiekdocenten. Trappenburg is universitair hoofddocent bij de Utrechtse School voo rBestuurs- en Organisatiewetenschappen (UU), bijzonder hoogleraar bij het Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies (UvA) en voorzitter van de Stichting Beroepseer.

Het netwerk is met name bedoeld voor docenten ethiek aan universiteiten en HBO’s en
…wil het makkelijker maken om collega’s te leren kennen en te ontmoeten.
…wil uitwisseling van producten en ideeën vergemakkelijken.
…wil een middel zijn om deelnemers op de hoogte te houden van (inter)nationale ontwikkelingen (artikelen, boeken, onderzoek, conferenties).
…wil het makkelijker maken om gezamenlijke projecten te ontwikkelen of gezamenlijk onderzoek te doen.
…wil een afspiegeling zijn van de stand van zaken op het gebied van (beroeps)ethiek educatie in Nederland.
…wil de beroepsgroep in het buitenland representeren.

Een website van het Netwerk is in de maak, maar u kunt alvast kijken op:
https://sites.google.com/site/ethiekdocentennetwerk/

Info bij: ethiekdocenten.netwerk@gmail.com

“Het verbaast me dat artsen in het veld zich dit allemaal laten welgevallen”

“Het was weer eens raak, vorige week op de huisartsenpost”, aldus Herman Suichies in zijn blog Branchenormen, een nieuw fenomeen: “Ik had gelukkig geen nachtdienst, maar als regiearts wel de taak om alle handelingen van de assistentes te autoriseren en wel binnen één uur. Er was zelfs een plakkaat daarover opgehangen in de backoffice en digitaal krijg je op elk werkstation in signaalrood de melding om te autoriseren als er meer dan een uur verstreken is. Gevraagd naar de achterliggende redenen van zo’n regel om binnen een uur te moeten autoriseren kreeg ik van de assistentes te horen: dat is om de kwaliteit te verbeteren, zo kunnen dingen die wij fout doen binnen een uur worden gecorrigeerd, bovendien, als er minder dan 80% van de dingen die wij afhandelen niet binnen een uur is geautoriseerd krijgen we een boete van de inspectie!

Nieuwsgierig geworden naar het ontstaan van dit soort protocollen informeerde ik wat verder. Wat bleek, de inspectie had dit niet zelf bedacht, maar hanteerde om de kwaliteit te bewaken slechts de branchenorm. Branchenorm? Ik ken de NHG standaarden*) waar we in ons werk min of meer aan gehouden zijn, de richtlijnen van de KNMG die ons handvatten geven bij ingewikkelde problemen maar branchenormen die de inspectie hanteert waren me onbekend. Wat bleek, de Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN), waar je als huisarts geen lid van kunt worden en die 50 leden telt, (namelijk de huisartsendienstenstructuren, meestal vertegenwoordigd door hun directeuren), maakt branchenormen. Er bestaat dus naast de auto of de slagersbranche een huisartsenpostenbranche. En net als de BOVAG voor de autobranche, stelt de VHN branchenormen vast. Deze branchenorm zal vastgesteld zijn door de werkgroep kwaliteit, bestaande uit 12 leden waarvan één huisarts en één waarnemend huisarts deel van uitmaken. Uit oogpunt van kwaliteit heeft men zo bedacht dat autoriseren van wat de assistente op de huisartsenpost doet binnen 1 uur door een huisarts moet gebeuren.

Dus een blaasontsteking waarvoor de assistente een kuurtje voorschrijft moet wel binnen een uur worden goedgekeurd. Ook ‘s nachts! Waarom niet binnen anderhalf uur of 3 kwartier is onbekend. De branchenorm is ook niet onderbouwd, evidencebased kent men bij de VHN blijkbaar nog niet zo goed. In mijn eigen praktijk “autoriseer” ik tijdens de koffie mijn assistente, toch ruim tweeënhalf uur later. Oeps, kan dat wel of is dat dan ook te laat volgens de inspectie? Gelukkig kent de dagelijkse huisartsenpraktijk nog niet van deze branchenormen en weet ik dat de assistente me direct even inseint als er iets is dat ze niet vertrouwt.

Hoe dan ook, blijkbaar worden zomaar ergens in ons steeds maar uitdijende zorgsysteem niet onderbouwde, niet evidence based branchenormen gemaakt, die men vervolgens kwaliteitsnormen noemt en waarvoor de inspectie gewoon boetes oplegt als je ze niet naleeft. Het verbaast me dat artsen in het veld zich dit allemaal laten welgevallen en blijkbaar voetstoots aannemen dat over dit soort normen en protocollen goed is nagedacht. Nou zal er ook wel veel over nagedacht zijn, maar nog te vaak zijn normen, richtlijnen en stellingnames een resultaat van consensus en niet van wetenschap. Zo herinner ik me de 30 seconden norm die de inspectie vorig jaar hanteerde waarbinnen in een huisartsenpraktijk de telefoon moet worden opgenomen. Persoonlijk vind ik dat nog vrij lang, maar er bestaat geen onderzoek wat nou het gevolg is van binnen 20 of 40 seconden de telefoon opnemen. Dertig seconden leek wel een mooi getal moet ergens iemand bedacht hebben, en sindsdien noemen we dat dus een kwaliteitsnorm en handhaaft de inspectie deze “huisartsenbranchenorm”.
Ik zou het toejuichen als organisaties die zich met zorg bezighouden zich wat minder stellig zouden uitlaten in protocollen, richtlijnen en branchenormen. Voor je het weet handhaaft de inspectie weer iets waar ze zelf geen normen voor heeft. Een “handreiking”, zoals de KNMG inmiddels soms doet, lijkt me voldoende”.

*) NHG – Nederlands Huisartsengenootschap

Zie Branchenormen, een nieuw fenomeen door Herman Suichies, 25 mei 2013, op website van Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen: www.vphuisartsen.nl

Over de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen: Op 15 december 2008 komen enkele tientallen verontruste maar gepassioneerde huisartsen bijeen in Zwolle. Zij maken zich zorgen over de ontwikkelingen in hun vak en ervaren een toenemende druk vanuit de overheid en zorgverzekeraars op de kernwaarden van de huisartsgeneeskunde. Vastgesteld wordt dat de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) met haar defensieve opstelling, niet in staat is gebleken de randvoorwaarden voor goede, toekomstbestendige huisartsenzorg te realiseren. De onderhandelingsinzet van de LHV ten aanzien van de door velen ervaren knelpunten, is onduidelijk en staat niet ter discussie in de ledenraad. Het lijdzaam volgen van het beleid van de minister van VWS met ‘stille diplomatie’ wordt als strategische lijn door de aanwezigen scherp bekritiseerd en unaniem verworpen.
Op donderdag 11 februari 2010 wordt bij de notaris de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen opgericht, onder de naam VPHuisartsen, gevestigd te Amsterdam.